De toekomst is ongewis, onze voornemens allerminst.
Beleidsplan Brabantse Milieufederatie 2012 tot 2016
mei 2011
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Inhoudsopgave Vooraf ........................................................................................................................................ 3 Leeswijzer .......................................................................................................................... 3 Duurzaam Brabant .................................................................................................................. 4 Inleiding ............................................................................................................................. 4 Maatschappelijke trends ..................................................................................................... 5 Rol van de Brabantse Milieufederatie .................................................................................. 6 Visie ................................................................................................................................... 6 Missie en doelen ................................................................................................................. 6 Strategie .............................................................................................................................. 6 Speerpunten ........................................................................................................................ 7 Organisatie ............................................................................................................................... 9 Werken met de achterban en nieuwe verbintenissen.......................................................... 9 Intern BMF ......................................................................................................................... 9 Stedelijk gebied en duurzaamheid...................................................................................... 11 Klimaatverandering: voorkomen en aanpassen................................................................ 11 Integrale gebieds- en stedelijke ontwikkelingen .............................................................. 11 Duurzame bedrijvigheid / economie ................................................................................ 12 Lokale initiatieven duurzame levensstijl .......................................................................... 12 Landelijk gebied ..................................................................................................................... 13 Beleidsbeïnvloeding en opinievorming ............................................................................ 13 Beleidsmatig ..................................................................................................................... 14 Projectmatig ..................................................................................................................... 14 Stad-platteland en voedselproductie................................................................................. 15 Duurzame landbouw / nutriëntenkringlopen .................................................................... 15 Duurzame landbouw / biodiversiteit ................................................................................ 16
Pagina 2 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Vooraf Brabant verkeert in constante staat van verandering. Landschappen, beken, steden en dorpen, sociale structuren, ondernemingen, heel veel dingen zijn niet meer als vroeger. De Brabantse Milieufederatie (BMF) wil een rol blijven spelen in Brabant en zal haar beleid aan moeten passen aan die veranderingen. In dit beleidsplan zijn haar doelen en werkwijzen neergelegd. De financiële crisis en de bezuinigende overheid maken onze financiële bronnen minder vanzelfsprekend. Het politieke landschap verandert in hoog tempo en ook onze achterban wordt minder traditioneel. De moderne burger organiseert zich vaker rondom tijdelijke thema‟s; megastallen en schaliegas vormen daar voorbeelden van. Ook de manier waarop de burger natuur en landschap beleeft wordt anders, veel actiever en minder beschouwend, meer als een passant en minder onderdeel uitmakend ervan. Deze ontwikkelingen vragen om een aangepaste werkwijze van de BMF, andere manieren van werken, een andere interne organisatie, andere samenwerkingsverbanden en andere partners. Dit beleidsplan maakt duidelijk hoe wij daar vorm aan willen geven.
Leeswijzer In dit beleidsplan beschrijven we de belangrijkste milieu- en natuuronderwerpen en de manier waarop daar door de Brabantse samenleving tegenaan wordt gekeken. Daarna komen de uitdagingen en de maatschappelijke trends aan de orde voor zover die voor ons werk van belang zijn. Van daaruit benoemen we de doelen die wij de komende jaren willen gaan bereiken en de weg waarlangs wij dat willen gaan doen, onze strategie. Deze doelen en strategie dienen verankerd te zijn in onze missie. De consequenties hiervan voor de organisatie worden vervolgens besproken. Hierbij geven we aan waar onze speerpunten voor de komende jaren liggen, waarom we daarvoor kiezen en hoe wij daar onze organisatie op aan willen passen.
Pagina 3 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Duurzaam Brabant Inleiding Onze zorgen over de staat waarin milieu, natuur en landschap in Brabant verkeert worden niet door iedereen op dezelfde wijze beleefd. De successen die vanwege ingezet beleid uit het verleden worden geboekt, wekken ongewild de indruk dat de problemen al bijna zijn opgelost. Het oplossen van de economische crisis krijgt absolute prioriteit. Een zorgvuldige analyse van de problemen en de samenhang die er bestaat tussen de economische-, de biodiversiteits- en de klimaatcrisis komt onvoldoende van de grond. En ondertussen loopt de biodiversiteit in hoog tempo terug, laat de kwaliteit van water te wensen over, zijn we net begonnen met noodzakelijke aanpassingen van ons watersysteem, verliest het landschap nog steeds aan kwaliteit en worden de gevolgen van de klimaatverandering langzaam voelbaar. Verspreiding van schadelijke stoffen via water, lucht en bodem door verkeer, industrie en landbouw blijft doorgaan. En juist op dit moment wordt landelijk door de politiek een beleid ingezet dat natuur-, landschaps-, duurzaamheids- en milieubelangen op grote achterstand dreigt te zetten en een trendbreuk impliceert met het redelijk succesvolle beleid in het verleden. Normen worden afgezwakt en wetten aangepast of geschrapt. Investeringen in duurzame energie worden teruggeschroefd en tegelijkertijd fossiele- en kernenergie gestimuleerd. Tegenstellingen nemen toe en dat maakt de weg naar duurzame oplossingen lastiger dan nodig en gewenst, maar daarom nog niet minder noodzakelijk. Tegelijkertijd constateert de BMF dat met name delen van het bedrijfsleven in gaan zien dat een andere manier van omgaan met groei en continuïteit een vereiste is om ook in de toekomst succesvol te kunnen zijn. Maatschappelijk verantwoord ondernemen met respect voor mens en milieu wordt een kritische succesfactor. In Brabant proberen we hierop aan te sluiten en een weg te gaan die niet tot polarisatie maar tot samenwerking leidt. De agenda van Brabant en het verkiezingsmanifest 2011 zijn daar voorbeelden van. Samenleven noopt nu eenmaal tot samenwerken ook als je op belangrijke onderdelen van mening verschilt. De onverminderd grote druk op de ruimte vraagt om degelijke vormen van samenwerken. Een afweging tussen ecologische duurzaamheid en andere maatschappelijke belangen, dat zal voor de komende tijd, en misschien wel meer dan ooit, de uitdaging zijn. De tijd begint te dringen. De BMF is deskundig op het gebied van Brabantse duurzaamheids-, natuur- en milieuvraagstukken. Wij zoeken naar oplossingen die werken en die een omvang hebben die past bij de menselijke maat en Brabantse schaal. Samen met onze achterban en andere belanghebbenden creëren wij draagvlak en zoeken verbindingen met andere partijen en belangen. We weten wat er speelt in Brabant en kunnen grote thema‟s aan de actualiteit verbinden en hierop snel inspelen. Deskundigheid, overredingskracht, empathie en creativiteit zijn daarbij belangrijke succesfactoren in het werk van de BMF. Maar ook de BMF ontkomt niet aan de bezuinigingen en wij zullen onze doelen met minder middelen moeten zien te bereiken. Dat vraagt om een nog intensievere samenwerking met onze achterban en andere groene organisaties, maar ook met organisaties waarmee wij tot op heden niet of nauwelijks samenwerken.
Pagina 4 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Maatschappelijke trends De BMF opereert midden in de Brabantse maatschappij en heeft te maken met maatschappelijke ontwikkelingen die haar werk beïnvloeden. Om inhoud en strategie goed op elkaar af te stemmen is het van belang hier rekening mee te houden en op te anticiperen. Wat zijn die belangrijkste trends?
Wetenschap en kennis doen er in het publieke debat steeds minder toe. Feiten en meningen worden vermengd en iedereen die een mening verkondigt lijkt wel een autoriteit. Het fundament onder beleid en besluit is ten gevolge hiervan aan erosie onderhevig. Politieke polarisatie neemt toe en er lijken twee kampen te ontstaan die elkaar in gijzeling houden. Vluchtigheid van het nieuws en rol van de media. De houdbaarheidsdatum van nieuws verloopt snel en er is vooral aandacht voor de emotionele kant van de zaak. Onderwerpen die een meer inhoudelijke en rationele benadering vragen krijgen steeds minder ruimte en aandacht. Vrijwel alle aandacht gaat uit naar het oplossen van de economische crisis en er is weinig aandacht voor de andere crises zoals de klimaat- en biodiversiteitcrisis. De beleidsontwikkelingen op dit terrein zijn vaak sterk ideologisch gedreven. Mondialisering wordt door veel mensen als een bedreiging ervaren. Men grijpt terug naar het oude en idealiseert het verleden. Sommige delen van de samenleving zien de buitenwereld als vijandig. De individualisering van de samenleving en de nadruk op eigen verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat er veel meer aandacht is voor het particuliere belang. Het algemeen belang komt daarmee steeds verder onder druk te staan. Als gevolg hiervan komen belangen die geen directe stem hebben nog meer in de verdrukking. De mondige burger bindt zich minder makkelijk langdurig aan organisaties. Kortstondig, concreet en in de directe leefomgeving zijn belangrijke nieuwe drijfveren om als burger actief te worden. Het regionale- en lokale niveau worden steeds belangrijker ten koste van het landelijke en provinciale niveau. Bovendien wordt Brussel steeds belangrijker, daar wordt een belangrijk deel van onze toekomst bepaald. Bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties worden uitgedaagd om samen maatschappelijke problemen op te lossen. Sturing van bovenaf door overheden wordt steeds meer losgelaten. Beslissingen elders op de wereld hebben hun weerslag op nationaal en regionaal niveau. Veiligheid en gezondheid gaan een steeds belangrijkere rol spelen in de manier waarop de burgers naar hun woonomgeving kijken. De kwaliteit van de leefomgeving wordt steeds belangrijker en speelt ook een rol in het vestigingsklimaat van bedrijven.
Pagina 5 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Rol van de Brabantse Milieufederatie Visie De BMF opereert midden in de Brabantse samenleving. Wij staan voor een duurzaam Brabant van en voor alle Brabanders: een schoon milieu, een vitale en rijke natuur, een gevarieerd landschap en een gezonde leefomgeving. Nu en straks. Gekozen is voor het uitgangspunt om op lokale schaal een bijdrage te leveren aan oplossingen, die ook in mondiaal verband relevant zijn volgens de gedachte: “think global act local”. Ook bij lokale initiatieven vragen wij ons af hoe onze inzet bijdraagt aan het oplossen van mondiale problemen. Bij ons handelen laten wij ons leiden door de duurzaamheidgedachte van TELOS; de balans zoeken tussen de belangen People, Profit en Planet. Het zwaartepunt voor ons ligt bij de Planet maar alleen in balans tussen die drie belangen is een duurzame ontwikkeling mogelijk.
Missie en doelen De missie van de BMF ligt uiteraard nadrukkelijk in het verlengde van de visie en de positionering waarvoor wij opteren. In onze optiek valt de uitvoering van die missie in drie delen uiteen. In de eerste plaats ondersteunt de BMF haar achterban bij al haar initiatieven de transitie naar een duurzaam Brabant te realiseren. De BMF ontsluit hiertoe relevante kennis en netwerken, helpt met het vinden van de juiste wegen, brengt signalen hogerop, kanaliseert en bemiddelt in deze en inspireert. De achterban is eigenaar van de lokale problematiek, niet de BMF. In de tweede plaats adviseert de BMF beleidmakers m.b.t. het versnellen en realiseren van de transitie naar een duurzaam Brabant. Veelal zal het hier gaan om grote gebiedsopgaven en duurzaamheidvraagstukken. De focus is hier de langere termijn. Tot slot zoekt de BMF voortdurend, binnen en buiten het Brabants Model, samen met haar achterban en andere belanghebbenden, naar (on)orthodoxe oplossingen voor o.a. duurzaamheidvraagstukken en brengt deze onder de aandacht van beleidmakers, bedrijfsleven en andere belanghebbenden. De BMF verbindt, makelt en schakelt en bouwt bruggen op inhoud, proces en organisatie. Het doel van de BMF is het mee helpen realiseren van een schoon milieu, rijke natuur, mooi landschap en gezonde leefomgeving in Brabant. Maar ook de transformatie naar een duurzaam Brabant helpen tot stand te brengen. Een ontwikkeling die ook rekening houdt met toekomstige generaties. Wij proberen ook de toekomst een stem te geven. Dat kunnen we niet alleen, maar samen met de rest van de Brabantse samenleving.
Strategie De BMF heeft drie strategische instrumenten ter beschikking om invulling te geven aan haar missie: Pagina 6 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Het resultaatgericht en effectief beïnvloeden van beleid op vooral lokaal, regionaal en provinciaal niveau, door gedegen, onafhankelijk en constructief advies en informatieoverdracht. De BMF wil dit alleen of in (structureel) samenspel met anderen realiseren. De BMF ondersteunt hierbij, met name door kennisoverdracht, aangesloten organisaties om lokaal hetzelfde doel te bereiken. Hierbij hoort ook een podiumfunctie voor het publieke debat om beleid door te ontwikkelen en nieuwe invalshoeken een kans te geven. De BMF wil hiertoe een alternatieve arena voor debat, dialoog en kennisoverdracht vormen.
Het uitvoeren en/of initiëren van (pilot)projecten gericht op het verduurzamen van de Brabantse samenleving. Projecten voeren wij uit samen met anderen. Onze achterban maar ook overheden, bedrijfsleven en andere belangenorganisaties zijn hierin mogelijke partners. Een vereiste is dat de projecten voldoende innovatief zijn en een toegevoegde waarde hebben voor onze missie.
Onze strategie is het vermijden van juridische procedures. De BMF gaat heel ver om middels goed overleg en strikte afspraken te zoeken naar andere bevredigende oplossingen. Wij houden ons aan gemaakte afspraken en zijn ook in dit soort trajecten een betrouwbare partner. Een juridische procedure is alleen toepasbaar wanneer aantoonbaar gemaakte afspraken, waaronder wetgeving, niet correct worden nageleefd. Als er uiteindelijk toch besloten moet worden om een procedure te starten, zal de BMF daar tijdig en transparant over communiceren.
Tot slot hoort bij strategie een adequate communicatie. Uitleggen wat je doet, hoe je dit doet en waarom je dit doet is een vanzelfsprekendheid voor de BMF. Tot voor kort ging dit vooral via nieuwsbrieven, persberichten, website en visies. De komende periode zullen de nieuwe media en een meer interactieve manier van communicatie een nadrukkelijker bijdrage aan onze communicatiestrategie moeten leveren.
Speerpunten Bij het bepalen van haar speerpunten voor de komende jaren heeft de BMF zich afgevraagd waar de belangrijkste uitdagingen liggen en hoe we die definiëren. Een overweging daarbij is de constatering, dat de BMF een organisatie is die stem geeft aan die waarden die zelf geen stem hebben in het publieke debat. Ook willen we de toekomst een stem geven. Het blijft merkwaardig dat onze samenleving door haar handelen toekomstige generaties de mogelijkheid ontneemt te genieten van zaken die wij nog als vanzelfsprekend beschouwen. Wat is in dit verband de waarde van bijvoorbeeld weidevogels, een ongeschonden estuarium of het tropisch regenwoud. Welke rol spelen die waarden bij zingeving en hoe stellen wij die veilig? Vanuit deze gedachte en met de wetenschap dat de BMF de belangenbehartiger is vanuit de Planet kant met oog voor People en Profit, hebben wij onze speerpunten voor de komende jaren benoemd. Bij het bepalen van die speerpunten hebben wij gekeken naar die planetaire gebieden waarop de planeet aarde het meest risico loopt. Dat heeft geleid tot de keuze voor klimaat (CO2 reductie), biodiversiteit en nutriëntenkringloop. Op die gebieden willen wij ons de komende jaren richten.
Pagina 7 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Dit doen we in nadrukkelijke samenwerking met onze achterban en anderen teneinde een positieve bijdrage aan de oplossing van die problemen leveren. Op deze manier geven wij inhoud aan ons andere uitgangspunt:”think global act local”.
Figuur 1: Waar zet de BMF op in? De legitimering voor de inhoudelijke agenda van de BMF
Deze speerpunten geven meer legitimatie en focus voor de werkzaamheden van de BMF. Voorheen hield de BMF zich bezig met heel veel onderwerpen. We stellen nu prioriteiten en kiezen voor bovengenoemde thema‟s. Door deze keuzes proberen we ook overlap met andere (groene) organisaties zoveel mogelijk te voorkomen. Activiteiten die de BMF de komende jaren onderneemt zullen beoordeeld worden op hun bijdrage aan het oplossen van problemen op deze drie speerpunten. Bij het bepalen van de uiteindelijke inzet op de genoemde prioriteiten spelen de volgende overwegingen een rol: 1. 2. 3. 4. 5.
Onze kans om hierin ook echt effectief en succesvol te kunnen zijn. Haalbaarheid op korte termijn (quick win). Mogelijkheden voor een aanpak aan de bron. Onze toegevoegde waarde (Unique Selling Point). Het belang voor Brabant en de aansluiting waar mogelijk op de Agenda van Brabant. 6. Het draagvlak voor actie hierop door de BMF bij onze achterban dan wel de mogelijkheden de achterban hierop te binden en te mobiliseren. Voor alle genoemde punten zien wij hierin mogelijkheden.
Pagina 8 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Organisatie De Brabantse Milieufederatie heeft in de voorgaande hoofdstukken haar ambities en strategie neergelegd. Wij hebben daarin vanuit onze kernwaarden en onze missie antwoord gegeven op de ontwikkelingen in de wereld om ons heen en die toegespitst op “ons eigen Brabant”. De opgave die uit die ambitie volgt, vraagt ook een verdere ontwikkeling van onze eigen organisatie.
Werken met de achterban en nieuwe verbintenissen Achterban We verstevigen de band met onze achterban (de aangesloten organisaties) en betrekken hen regelmatig bij beleidskeuzen, standpunten en de uitvoering van beleid. We investeren in deskundigheden en vaardigheden van onze achterban, zodat we lokale onderwerpen aan onze achterban over kunnen laten. Ook zetten we in op verbreding van de achterban om zo ons draagvlak verder te versterken. U kunt hierbij denken aan het mobiliseren van betrokken Brabanders als het gaat om groene en duurzame onderwerpen die zij belangrijk vinden. Doordat zij regelmatig contact met ons opnemen, merken we dat er meer en meer behoefte bestaat aan begeleiding en coördinatie. In communicatie, kennisopbouw, burgerparticipatie en projectontwikkeling, werken we samen met andere (groene) organisaties (IVN Consulentschap Brabant, terreinbeheerders, Telos en andere kennisinstituten). Nieuwe verbintenissen In ons streven naar duurzame ontwikkeling zoeken we op meer strategisch niveau afstemming met organisaties in het sociaaleconomische domein, zoals het PON en COS Brabant. We gaan onze innovatieve en oplossingsgerichte aanpak verder ontwikkelen en we versterken de samenwerking met bedrijven, lokale- en regionale overheden en andere partners.
Intern BMF De BMF is ingekwartierd op de prachtige locatie van het Natuurmuseum Brabant. We streven naar verdere samenwerking daar waar we efficiency voordelen kunnen bereiken. We investeren in deskundigheid en vaardigheden van onze medewerkers op de hoofdthema‟s. We optimaliseren binnen het bureau de onderlinge samenwerking. Naast inhoudelijke deskundigheid op de thema‟s zijn netwerk- en procesvaardigheden alsook bestuurlijke sensitiviteit en strategisch inzicht steeds belangrijker. Op het (door)ontwikkelen van deze competenties zal de komende perioden worden ingezet. Sinds 2010 zijn we gaan werken in 3 teams; een team voor het landelijk gebied, een team voor stedelijk gebied en een team bedrijfsvoering voor de ondersteuning. Deze nieuwe teamopzet bevalt goed en zullen we de komende jaren continueren.
Pagina 9 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
De opmars van sociale media zoals Twitter, YouTube en Facebook is niet meer te stuiten. De BMF kiest voor de inzet van een mix van deze nieuwe media naast haar eigen website, zodat elke publieksgroep bereikt wordt. Het doel van de BMF is te laten zien wat wij allemaal doen en meer mensen daarbij te betrekken. Plezier in het werk Al eerder hebben wij de strategie van de BMF uiteengezet op basis van onze drie interne P‟s: Polderen, Projecten en Procederen. Daar voegen wij nog een extra P aan toe, namelijk die van plezier in je werk en een positief gerichte motivatie. Dit plezier moet evenzeer een wezenskenmerk van de BMF te zijn. Verbreding van de financiële basis Met een terugtrekkende provinciale overheid is de noodzaak tot een financiële verbreding zeker aanwezig. We hebben inmiddels goede ervaring opgedaan in een aantal Europese projecten en willen dit zeker continueren. Ook zien we dat steeds meer bedrijven het duurzaam ondernemen voortvarend hebben opgepakt en we zijn gestart met samenwerkingsprojecten met het bedrijfsleven. Het streven is om de komende jaren proposities naar het bedrijfsleven te ontwikkelen en hieruit concrete projecten te benoemen en uit te gaan voeren.
Pagina 10 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Stedelijk gebied en duurzaamheid De activiteiten concentreren zich vooral op het BMF-speerpunt klimaatverandering en hierbij met name op het aangrijpingspunt energietransitie. Daarnaast komen uiteraard ook de BMF-speerpunten biodiversiteit en kringlopen aan bod in bijvoorbeeld de activiteiten rondom infrastructuur, een duurzame levensstijl en duurzame bedrijvigheid. Specifiek voor dit aandachtsveld wil de BMF inzetten op de volgende zaken.
Klimaatverandering: voorkomen en aanpassen De huidige energievoorziening is vooral gebaseerd op fossiele grondstoffen. De klimaatcrisis (CO2 uitstoot) die hier het gevolg van is en het feit dat de fossiele bronnen uitgeput raken, maken een overgang naar duurzame energievormen noodzakelijk. Ook in Brabant is het noodzakelijk hierin te investeren op de gebieden van energiebesparing, het bevorderen van duurzame energievormen en decentrale energieopwekking. Dit alles moet leiden tot een transitie naar een duurzame energiehuishouding van Brabant Duurzame energievormen zijn met name zonne-energie, windenergie, waterenergie, bodemenergie en sommige vormen van het gebruik van biomassa. Minder duurzaam zijn kernenergie (nadelige gevolgen voor de leefomgeving zoals risico van straling bij fouten door centrales, het vervoer en de opslag) en sommige vormen van het gebruik van biomassa (met name omdat dit strijdig is met de gedachte van kringlopen). De noodzakelijke overgang van een carbon economie naar een bio-based economie zullen wij krachtig mee ondersteunen. De BMF gaat naast aandacht voor energiebesparing de duurzame vormen van energieopwekking bevorderen. Op het gebied van klimaatadaptatie en stedelijk water geldt dat de BMF de ontwikkelingen wil bijhouden en deelnemen aan discussies op verschillende niveaus waar dit van toepassing is. Begrippen als hitte-eilanden, voorkomen van overstromingen en robuuste stedelijke watersysteem zijn hierbij van betekenis. We gaan op zoek naar initiatieven en partners die dit samen met ons willen gaan doen en ondersteunen nieuwe ontwikkelingen. Hierbij vormen kwaliteit van de stedelijke omgeving, biodiversiteit, landschap en recreatie belangrijke aandachtspunten.
Integrale gebieds- en stedelijke ontwikkelingen De ruimtelijke problematiek in de maatschappij vraagt steeds vaker om gebiedsontwikkeling op een integrale manier te benaderen, met andere woorden: het is noodzakelijk om samen te werken op verschillende relevante thema‟s en werkvelden om gezamenlijk tot een optimale oplossing te komen. De BMF wil binnen de programma's stedelijk gebied en duurzaamheid deze rol verder inhoud en vorm geven. Naast aandacht voor - en liefst participatie in - de Regionale Ruimtelijke Overleggen (RRO‟s) zijn dit op concreet niveau de gebiedsagenda‟s uit de Provinciale structuurvisie.
Pagina 11 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Gezien de beperkte ruimte en de demografische ontwikkelingen in Nederland is het zaak om ongebruikte ruimte zoals leegstaande kavels en panden in het stedelijk gebied functioneel te houden. Wij streven in de nabije toekomst een gelijkblijvende omvang van het stedelijk gebied na, waardoor landschap, natuur en watersystemen niet langer worden opgeofferd voor de zogenaamde rode functies. De inrichting van het stedelijk gebied dient meer te worden afgestemd op de voorwaarden vanuit het fysieke domein. Infrastructurele projecten, zoals wegen en spoorwegen, zullen worden beoordeeld op hun bijdrage aan een duurzaam Brabant. Aantasting van natuurgebieden dient in principe te worden vermeden. Wij opteren voor een uiterste terughoudendheid bij de aanleg van nieuwe infrastructuur en willen vooral inzetten op andere, minder belastende vormen van vervoer. Multi modaliteiten en een moderne manier van openbaar vervoer zijn daarin kernpunten voor ons. In de steeds verder verstedelijkte omgeving liggen met name hierin grote kansen. Mogelijke uitbreiding van vliegbewegingen (defensie en burgerluchtvaart) past niet in een duurzaam Brabant. De klimaatschade van de huidige luchtvaart dient te worden teruggedrongen en gecompenseerd binnen de regio en daarbuiten. Schone lucht, schoon water en een schone bodem zijn voorwaarden voor een duurzame stedelijke leefomgeving. Aan die voorwaarde is, zeker gezien de toestand van het leefmilieu in (stedelijk) Brabant nog niet voldaan en ook hier zullen wij onze aandacht op richten. Daartoe nodigen wij andere partijen uit ook hierin hun verantwoordelijkheid te nemen.
Duurzame bedrijvigheid / economie Veel bedrijven in Noord-Brabant oriënteren zich op een meer duurzame bedrijfsvoering. Algemeen wordt erkend dat dit voor de continuïteit van de bedrijven van groot belang wordt. Duurzaamheid, een goed evenwicht tussen de drie P‟s van People, Planet en Profit, is bij uitstek een thema waarop de BMF zich baseert. De BMF neemt hierbij een stimulerende houding aan en samenwerking met duurzaam opererende bedrijven wordt van groot belang geacht. De BMF gaat komend jaar onderzoeken hoe zij een bijdrage kan leveren aan de verduurzaming van bedrijven en hun productieprocessen. Actief, positief, samenwerking zoeken en meerwaarde bieden zijn hierbij kernbegrippen.
Lokale initiatieven duurzame levensstijl Steeds weer blijkt dat milieubewuste burgers opstaan om een duurzame levensstijl te realiseren. Vroeger was dit bijvoorbeeld „„De Kleine Aarde‟; nu ontstaan er initiatieven als Transition Towns en ecodorpen. Dit zijn lokale gemeenschappen (grote en kleine steden, dorpen, wijken, eilanden) die zelf aan de slag gaan om hun manier van wonen, werken en leven minder olieafhankelijk te maken. „Piekolie‟ en klimaatverandering en sociale gelijkwaardigheid zijn de belangrijkste drijfveren om in actie te komen voor verandering van onderop. De BMF wil een ondersteunende rol vervullen voor groepen in Brabant, mede vanwege de inspirerende en bewustmakende rol van deze initiatieven.
Pagina 12 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
Landelijk gebied Door de economische ontwikkeling in het algemeen en de schaalvergroting in de landbouw in het bijzonder is er een spanning ontstaan tussen de verschillende functies in het landelijk gebied. Een probleem dat zich al vele jaren manifesteert. Landschappelijke waarde, leefbaarheid, biodiversiteit, gezondheid en milieukwaliteit staan onder dermate grote druk dat de inwoners van onze provincie zich ernstige zorgen maken. Vanuit die optiek en ook vanuit de internationale context bezien is de situatie ernstig te noemen. Met name in het landelijk gebied manifesteert zich een doorgaand verlies aan biodiversiteit, afname ruimtelijke kwaliteit en verlies aan cultuurhistorie en landschapskwaliteit. Terugdringen van de verdroging en herstel van de kwaliteit van oppervlaktewater blijven achter bij de afgesproken doelstellingen. Natuurlijk zijn er goede ontwikkelingen en wordt er lokaal gewerkt aan herstel van bijvoorbeeld waterlopen en realisatie van de EHS, maar dit maakt het verlies op andere terreinen niet goed. Tegelijkertijd is het verkiezingsmanifest, dat door gezamenlijke Brabantse partijen is uitgebracht, wel een belangrijk signaal dat de wil om de achteruitgang in Brabant te stoppen breed gedragen wordt. Dit is met name een positief signaal te noemen omdat het huidige kabinet een beleidslijn inzet die er niet toe zal leiden dat herstel realistisch is. We hebben dus een gezamenlijke uitdaging om in Brabant de achteruitgang te stoppen en te werken aan herstel. Dat is niet alleen voor de natuur en biodiversiteit belangrijk, maar ook voor de economie en het vestigingsklimaat is dit van eminent belang. Natuur en landschap moeten niet steeds als een kostenpost worden gezien; aandacht voor andere waarden horen onlosmakelijk bij een duurzame samenleving. Er zal gezocht moeten worden naar een nieuw evenwicht tussen de verschillende functies. Met betrekking tot het landelijk gebied kiest de BMF voor activiteiten op het gebied van ruimtelijke ordening, voor het stimuleren van een duurzame bedrijfsvoering, voor gebiedsgerichte samenwerking en voor het versterken van de betrokkenheid van de bewoner van het platteland bij haar omgeving. De band tussen stad en land maar ook die tussen producent en consument, dient te worden hersteld. Momenteel dragen ontwikkelingen in bijvoorbeeld de veehouderij en intensieve teelten niet bij aan het herstel van die relaties. Teveel signalen zoals geur, antibiotica en bestrijdingsmiddelen wijzen er op dat de band is verbroken en dat grenzen zijn overschreden. Op zoek dus naar nieuwe vormen van samenwerking en herstel van relaties in het belang van de duurzaamheid. In het beleidsplan voor de komende vier jaar kiest het programma landelijk gebied voor de volgende hoofdlijnen.
Beleidsbeïnvloeding en opinievorming Het doel van de BMF is de ruimtelijke kwaliteit van het Brabantse platteland te beschermen en verder te ontwikkelen, waardoor de kwaliteit van de leefomgeving voor mens en natuur wordt verbeterd. De inzet in dergelijke gevallen is om aan de
Pagina 13 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
hand van lokale, Nederlandse en Europese wettelijke kaders (zo nodig) scherp te reageren om de ruimtelijke kwaliteiten te borgen. De BMF heeft in de afgelopen decennia hierin een grote kennis en ervaring opgebouwd. De BMF wil deze kennis in Noord-Brabant ter beschikking (blijven) stellen aan lokale natuur- en milieugroepen, maar ook aan cultuurhistorische groepen, wijkverenigingen, dorpsraden en groepen ter bescherming van de leefomgeving. Gezien de steeds grotere rol van gemeenteraden als bevoegd gezag met betrekking tot de ruimtelijke ordening, kan de BMF ook gemeenten adviseren. Uiteraard geldt dit ook voor andere overheden, bedrijfsleven e.d. Daarnaast wil de BMF deze unieke kennis en ervaring delen met andere federaties uit andere provincies of andere bij de kwaliteit van het platteland betrokken organisaties. Hiervoor zullen projecten worden ontwikkeld. De landbouw heeft grote invloed op de kwaliteit van natuur, landschap en milieu. Te veel signalen (nutriëntenoverschotten, kwaliteit water, uit metingen blijkt dat ambities met betrekking tot ammoniak worden niet gehaald, sterk oplopende dieraantallen) staan op rood. De techniek waarop ingezet wordt als oplossing van alle problemen is ontoereikend en zorgt niet voor duurzaamheid en herstel. Het is daarom noodzakelijk natuur- en milieubelangen in te brengen in discussies die gaan over de toekomst van de landbouw in onze provincie. Daarbij gaat in NoordBrabant de aandacht speciaal uit naar de positie van de intensieve veehouderij en naar het agrarische bodemgebruik. De BMF wordt met regelmaat gevraagd bijdragen te leveren aan discussies over de toekomst van de landbouw; studiedagen, congressen, adviescommissies etc. De BMF heeft de ambitie om een actieve bijdrage te (blijven) leveren aan deze discussies en podia om daar de belangen van natuur en milieu te behartigen.
Beleidsmatig De BMF speelt met betrekking tot verschillende milieucompartimenten een actieve rol in de beleidsvorming omtrent water, natuur, lucht, geluid etc. Vele onderwerpen zijn voorzien van een stevig wettelijk kader, vaak weer gebaseerd op Europese richtlijnen. De BMF zal inspreken op en meepraten in beleidsvormingstrajecten over biodiversiteit, Natura 2000, EHS, EVZ, aanpak verdroging, klimaatadaptatie etc. Als onderdeel van klimaatadaptatie kunnen worden gezien: herstel sponswerking hoge zandgronden, bronherstel van beken, de naad van Brabant, garanderen van inzijging hoge zandgronden ten behoeve van kwel aan de rand van Brabantse zandgronden en waar mogelijk maatregelen die bijdragen aan integraal watersysteem herstel. Bij waterkwaliteit kan gedacht worden aan het tegengaan van verontreinigingen die niet binnen het normale pakket van waterzuivering vallen, zoals verontreinigingen door diffuse bronnen (verontreiniging door diverse verspreide veroorzakers).
Projectmatig Projecten worden ingezet als proactieve benadering om te werken aan de belangen van natuur en milieu. Projecten die door de BMF worden uitgevoerd kennen een integrale benadering vanuit haar drie speerpunten klimaat, nutriëntenkringloop en
Pagina 14 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
biodiversiteit. In de uitvoering zal de regio zoveel mogelijk centraal worden gesteld en de meerwaarde zal moeten zijn aangetoond.
Stad-platteland en voedselproductie De BMF is enkele jaren geleden begonnen met een programma regionale voedselvoorziening, verkorten afstand producent-consument en stad-platteland relaties. Met name rondom Tilburg maar ook in Den Bosch, Helmond en Breda zijn activiteiten ontplooid. Het gaat daarbij om vormen van landbouwproductie te stimuleren die passen in hun omgeving en voldoen aan de hoogste duurzaamheideisen en die kunnen bogen op structurele steun van de burger c.q. consument. Aansluitend en voortbouwend op het Brabantse parklandschap. Deze lijn wordt de komende jaren voortgezet. Ons doel daarbij is dat 25% van het voedsel dat in onze provincie wordt geconsumeerd in de eigen omgeving wordt geproduceerd (minder dan 50 km). Dat betekent niet dat er, wat de BMF betreft, in Noord-Brabant geen ruimte is voor andersoortige voedselproductie. Op de daarvoor geschikte locaties kan wel degelijk voedsel voor de grotere markt worden geproduceerd. Voorwaarde daarbij blijft echter dat aan hoge duurzaamheideisen wordt voldaan, dat grondstoffenkringlopen zoveel mogelijk op regionaal niveau worden gesloten en het klimaat niet wordt belast (energie, methaan, etc.). En ook op deze locaties, bijvoorbeeld landbouwontwikkelingsgebieden, moet gezocht worden naar maatschappelijke verbindingen en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Duurzame landbouw / nutriëntenkringlopen Door het mestoverschot is de milieukwaliteit in Noord-Brabant niet op het gewenste niveau. Sinds het begin van deze eeuw neemt het overschot niet verder af. Omdat de grond in onze provincie vooral bestaat uit goeddoorlatende zandgrond is de uitspoeling van nutriënten naar grondwater hier relatief groot. Dit veroorzaakt voor een groot deel de overschrijding van de normen voor nitraat in grondwater uit de Nitraatrichtlijn en de normen voor stikstof en fosfor in oppervlaktewater uit de Kaderrichtlijn water. Hoge fosfaat gehaltes in landbouwbodems kunnen ook de (agro) biodiversiteit nadelig beïnvloeden. Als landbouwgronden uit productie worden genomen voor natuurontwikkeling bemoeilijkt fosfaatverzadiging van de bodem de
Pagina 15 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
realisatie van specifieke natuurdoelen. De verspreiding van nutriënten in het milieu in de grote mate die thans plaatsvindt, leidt tot verlies van biodiversiteit en een verstoring van de ecosysteemdiensten. De BMF streeft de volgende doelen na. 1. Omvang van de veehouderij in Noord-Brabant in overeenstemming brengen met de plaatsingsruimte van nutriënten uit mest. Minder dieren dus. Hoeveel (40, 50 of 70% minder) vereist nog nader onderzoek. Ook voor een duurzaam bodemgebruik is het noodzakelijk om de omvang van de veestapel te verkleinen. 2. Samen met koplopers uit de sector ontwikkelen van integraal duurzame veehouderijsystemen; creëren van beleids- en experimenteerruimte om deze systemen tot ontwikkeling te laten komen. Bevorderen van maatschappelijke inpassing van deze bedrijven door het stimuleren van relaties tussen veehouders en burgers. 3. Verkennen van duurzame, diervriendelijke, kleinschaliger en extensieve veehouderijsystemen. 4. De fosfaatvoorraden zijn eindig. Binnen niet al te lange tijd zal regionale schaarste optreden. Terugwinnen van fosfaat uit afvalwater is een goede optie. 5. De productie van met name soja voor veevoer is verantwoordelijk voor 30% van het biodiversiteitverlies op land. Het telen van eiwit in Nederland, bijvoorbeeld lupine en het eten van minder vlees draagt eraan bij om deze afhankelijkheid te verminderen. Als mensen het graan en de soja die nu als veevoer worden gebruikt zelf consumeren, dan is slechts 15 % van het huidige landbouwareaal nodig voor eenzelfde eiwitproductie. 6. Andere manier van consumeren en produceren; minder en bewuster. 7. Regionalisering van de landbouw ontwikkelen als optie voor regionale kringlopen en de stedelijke omgeving hierbij zoveel mogelijk betrekken. Zoveel mogelijk regionaal produceren van veevoeders zodat dit kan bijdragen aan het verlagen van de carbon foot print van de veehouderij. 8. Innovatie van de bodemgesteldheid en het verbeteren van de bodemstructuur. Samen met (groepen van) landbouwers experimenteren met vormen van ecologische verduurzaming van grondgebruik.
Duurzame landbouw / biodiversiteit De grootste bron van biodiversiteit is gelegen in de bodem. Een gezonde bodem is daarnaast (en mede vanwege die biodiversiteit) de basis voor een goede bodemvruchtbaarheid en landbouwkundige productie. Organische stof speelt hierin een sleutelrol. Een ander bodembeheer brengt vele voordelen: minder erosie, een veel rijker bodemleven, een duidelijk hogere opbrengst (na een aanvankelijke terugval) maar ook minder kosten voor brandstof, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Doel is om het bodembeheer meer te baseren op natuurlijke oftewel agro-
Pagina 16 van 17
Beleidsplan BMF
26 mei 2011
ecologische principes. Een dergelijke agro-ecologische intensivering van de landbouw kan bijdragen aan het oplossen van vele problemen. Waterkwaliteit, biodiversiteit en klimaat zouden hier zeer bij gebaat zijn. De BMF wil waar kan projecten en initiatieven rondom agro-ecologische intensivering stimuleren. In samenwerking met bedrijfsleven, gemeenten, landbouworganisaties en terreinbeherende instanties zullen projecten waarin nutriëntenkringlopen, organische stof en biodiversiteit centraal staan worden ontwikkeld. De BMF wil daarbij de brug slaan tussen organisaties en partijen (bijvoorbeeld natuur en landbouw) om de verschillende functies op natuur- en milieuvriendelijke wijze te verweven. Flexibel beheer van natuurgebieden zal daar waar mogelijk een onderdeel van uitmaken. De biologische landbouw blijft voor de BMF het streefbeeld. Dit wil niet zeggen dat in andere geïntegreerde vormen van duurzame landbouw geen goede resultaten bereikt kunnen worden.
Pagina 17 van 17