De symfonie Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen.
Welke van deze symfonieën spreekt je het meest aan en waarom? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
Welke van deze symfonieën spreekt je het minst aan en waarom? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
Vul aan de hand van de cd-hoezen dit schema aan:
De symfonie 1. Bezetting: ____________________________________________________________ 2. Aantal delen: _______ Tempo van elk deel: ____________________________________________________ _____________________________________________________________________ 3. Duur: Kortste voorbeeld: _____________________________________________________ Langste voorbeeld: _____________________________________________________
Een beetje geschiedenis Het woord symfonie komt uit het Grieks en betekent ‘samen klinken’. De voorvader van de symfonie is de sinfonia, een vorm uit Italië die als ouverture voor een opera diende. Deze sinfonia had drie delen: een snel, een traag en weer een snel deel. Deze ouvertures hadden muzikaal gezien weinig te maken met de opera die erop volgde, dus begon men al snel sinfonia’s uit te voeren als zelfstandige stukken. In de klassieke periode (1750-1800) kreeg de symfonie zijn uiteindelijke vorm. Vooral Jozef Haydn speelde hierin een grote rol: hij schreef minstens 104 symfonieën en wordt dan ook de vader van de symfonie genoemd. Ook W.A. Mozart was een belangrijke symfonieëncomponist: hij schreef er 41. In de romantiek (1800-1900) zag men alles wat grootser: het orkest werd veel groter en de symfonieën werden ook veel langer. Beethoven vormt de overgang tussen de klassieke en
romantische periode: zijn eerste symfonie duurt 23 minuten, zijn laatste 67 minuten. Men begon ook iets meer vrijheid te nemen: zo telt Beethovens 6e symfonie 5 delen in plaats van 4 en doet er in zijn 9e symfonie ook een koor mee. Na Beethoven begon de symfonie echt lang te duren: Mahler schreef symfonieën van wel 105 minuten.
Bezetting Een symfonie wordt gespeeld door een symfonisch orkest. Hierin zijn de vier instrumentengroepen aanwezig: strijkers, houtblazers, koperblazers en slagwerk. Soms wordt het orkest nog aangevuld met instrumenten die niet tot deze groepen behoren, zoals de piano en de harp. Het symfonisch orkest ten tijde van Mozart zag er zo uit. Geef alle instrumentengroepen hun eigen kleur.
Het orkest is daarna veel gegroeid. Hieronder zie je een groot symfonisch orkest. Kleur ook hier de instrumentengroepen.
Beluister het eerste deel van de symfonie nr. 41 van W.A. Mozart. Nummer de instrumentengroepen in volgorde van belangrijkheid. _____ houtblazers _____ koperblazers _____ strijkers _____ slagwerk
Beluister het eerste deel van de Unvollendete Symfonie van Franz Schubert. Zijn de verhoudingen tussen de instrumentengroepen hetzelfde? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
Partituur Een partituur van een symfonie ziet er vrij ingewikkeld uit, omdat ze door een heel orkest gespeeld moet worden. Bekijk de partituur van de 5e symfonie van Beethoven. Schrijf bij elke lijn de Nederlandse naam van het instrument dat bedoeld wordt. Duid de verschillende instrumentengroepen aan op de partituur. In welke toonaard staat dit stuk? _______________________________ Toch hebben sommige instrumenten een andere voortekening. Dit zijn de transponerende instrumenten.
Transponerende instrumenten Bij een aantal instrumenten klinkt er een andere noot dan er geschreven staat. Bij velen van hen klink alles bijvoorbeeld één toon lager dan wat er op de partituur staat. Dit noemen we transponerende instrumenten. Wie? Vooral hout- en koperblazers zijn transponerend. De belangrijkste transponerende instrumenten zijn: de klarinet, de saxofoon, de trompet, de cornet en de hoorn. Hoe werkt het? Als een instrument in sib staat (zoals bijvoorbeeld de klarinet), dan klinkt er een sib als de klarinet een do speelt. Wat er klinkt is dus één toon lager dan de genoteerde muziek. Dus kan je deze tabel aanvullen:
Notatie Do Mi
Klank Sib
Lab Fa
De componist moet voor een instrument in si mol de hele partij dus een toon hoger schrijven. Meestal wordt voor stemming van een instrument de letterbenaming van de noot gebruikt. De klarinet staat dus in Bes. Een altsaxofoon staat in Es (=____________). De toon zal dus een _____________________________________ lager klinken. Er bestaat ook een klarinet in Es. Hier is de klank hoger dan de notatie. Dit instrument zal dus een _______________________ hoger klinken dan wat er genoteerd staat. Waarom? Vroeger hadden instrumenten veel minder kleppen en ventielen, waardoor ze veel minder noten konden spelen. Instrumentisten hadden voor elke toonaard een ander instrument, waardoor ze op elk instrument andere grepen moesten instuderen. Dit was een enorme klus, daarom liet men de componisten het werk doen: bij transponerende instrumenten blijven de grepen hetzelfde, maar de klank verandert.
Beethoven gebruikt in deze symfonie klarinetten in Sib. Als deze klarinetten een do spelen, klinkt er een _______. Alles klinkt dus een ____________________________ lager. De toonaard die werkelijk klinkt is _____________________________________. Schrijf de eerste vier maten van de klarinetpartij zoals ze werkelijk zal klinken.
Stel dat deze partij moet gespeeld worden door saxofoons in Es. Als zij een do spelen, klinkt er een ________. Alles klinkt dus een _______________________________ lager. Om dezelfde klank te bekomen, moeten we de partij van hierboven dus een __________________________________ hoger/lager schrijven. De toonaard wordt dan ____________________________. Schrijf de vier maten van hierboven voor saxofoon in Es.
Vier delen 1e deel: een levendige sonatevorm Luister naar het eerste deel van de 5e symfonie van Beethoven. Het motief van het 2e thema wordt drie keer achter elkaar gespeeld door verschillende instrumenten, in de re-expositie zelfs vier keer. Welke? Duid dit motief ook aan in de partituur (enkel voor de expositie).
Expositie
Re-expositie
1. ____________________________
1. ____________________________
2. ____________________________
2. ____________________________
3. ____________________________
3. ____________________________ 4. ____________________________
In welke toonaard staat het tweede thema? ______________________________ Welke contrasten hoor je tussen het eerste en het tweede thema? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
Welk instrument speelt een solo in de re-expositie? _______________________________________
Begin thema 1:
Begin thema 2:
Een rustig tweede deel Het tweede deel van een symfonie is meestal langzaam, met een meditatief karakter. Beluister een tweede deel uit een symfonie en schrijf of teken hieronder waaraan deze muziek je doet denken:
Een dansje als derde deel Het derde deel was oorspronkelijk een menuet: een dans in _____ (maatsoort) met als vorm ______, namelijk __________________________________________________________ . Later werd dit menuet vervangen door een scherzo. Dit is sneller dan een menuet en heeft een schertsend karakter. De vorm bleef wel hetzelfde: scherzo - ________________ - scherzo. Beluister het derde deel van enkele symfonieën. Hoor je een menuet of een scherzo?
1 2 3
Een feestelijk vierde deel Het vierde deel vormt doorgaans een spectaculaire afsluiter. Het heeft geen vaste vorm, maar het rondo en de variatievorm worden hier vaak voor gebruikt. Luister naar het laatste deel van symfonie nr.88 van J. Haydn. Hoe vaak hoor je dit fragment?