Februari Adviesnr. Serie '99,
1999 223 nr. 7
OVER de STRUCTUURSCHETS voor het STADSDEEL OUD-WEST
Aan: - het Stadsdeelbestuur van Oud-West - het Gemeentebestuur van de Centrale Stad
ADVIES OVER de STRUCTUURSCHETS voor het Stadsdeel OUD-WEST
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN
3
I. INLEIDING
5
II. BEDRIJVIGHEID en BROEDPLAATSFUNCTIE
6
III. WONINGVOORRAAD
6
IV. OPENBARE RUIMTE en VERKEER
7
V. BOVENWIJKSE VOORZIENINGEN en STRATEGISCHE ONTWIKKELINGSPLEKKEN
8
Verder gebruik van dit advies staat ieder vrij, mits dit gebeurt met bronvermelding
2
SAMENVATTING en AANBEVELINGEN van het ARS-advies over de Structuurschets voor het Stadsdeel Oud-West
Samenvatting Het opstellen van een Structuurschets door het Stadsdeel Oud-West ziet de ARS als een goed initiatief dat ondersteuning verdient. Hij ziet een rol voor zo’n Schets als gebiedsgerichte uitwerking van het centrale structuurplan voor Amsterdam. Hij kan zo bovendien nieuwe zaken actueler behandelen en vervolgens ook een stimulans voor andere stadsdelen betekenen. Verder kan hij voor het stadsdeel een houvast zijn in onderhandelingen over het proces van ‘Stedelijke Vernieuwing’, hij is een brug tussen het structuurdenken op stedelijk niveau en het projectdenken op stadsdeelniveau. De Schets voor Oud-West ademt volgens de ARS in een aantal opzichten echter de sfeer van ‘pas op de plaats’. De ondertitels uit de Schets (“versterken van bestaande kwaliteiten” en “vernieuwend verder”) suggereren meer. De ARS denkt dat een aantal kwaliteiten meer aandacht verdient. Een gunstige ontwikkeling is reeds in gang gezet met het WG-terrein. De ARS vindt dat een belangrijk accent gelegd moet worden op de broedplaatsfunctie. Die vormt een sterke kant van Oud-West, die verder uitgebouwd moet worden. Hij is van mening dat voor het terugwinnen van meer functiemenging er ook sprake mag zijn van een strategische sloop/nieuwbouw-aanpak. Dit geldt ook voor het op peil houden en verbeteren van de woonkwaliteit. De Structuurschets dient ook benut te worden om Oud-West economisch te profileren. Volgens de ARS zullen andere strategische ontwikkelingen in gang gezet kunnen worden. Dit is van toepassing op het GVB-remise-terrein, de hotelfunctie nabij het Leidseplein, verkeer en openbare ruimte in relatie met de Singelgrachtzone, de bedrijvigheid langs de Overtoom, mogelijkheden van parkeergarages in het stadsdeel. Naast ruimtelijke en economische aspecten zal in de Schets ook aandacht gegeven moeten worden aan de sociale dimensie om als leidraad te kunnen dienen bij onderhandelingen over de ‘Stedelijke Vernieuwing’. Geïntegreerde behandeling van deze drie aspecten kan een meer volledige inzet opleveren.
Aanbevelingen 1. Bezie de mogelijkheden van Oud-West in een ruimere context dan het stadsdeelgebied. Maak van de gelegenheid gebruik om Oud-West ook te positioneren in de gehele stad. 2. Besteed meer aandacht aan de sociale en economische aspecten. 3. Geef hernieuwde kansen aan de broedplaatsfunctie van de diverse wijken in het stadsdeel. 4 Overweeg plaatselijk ook het sloop/nieuwbouw-scenario om daarmee nieuwe ontwikkelingskansen te vergroten. 5. Betrek de verdergaande verkeersaders en de winkelsroutes bij de herwaardering van de openbare ruimten. Geef fiets en voetganger een grotere rol bij de bereikbaarheid. 6. Bezie de mogelijkheden van ondergronds parkeren en fietsenstallingen. Advies over Structuurschets Oud-West, adviesnr. 223, (serie’99 nr.7 febr.’99)
3
ADVIES over de STRUCTUURSCHETS oor OUD-WEST
Februari 1999 Adviesnr. 223 Serie ’99, nr.7
I. INLEIDING
De ARS heeft zich gebogen over de concept-Structuurschets voor Oud-West van sept. ‘98. Een Structuurschets op stadsdeelniveau kan de toon zetten voor andere stadsdelen en ook de input vormen voor het Structuurplan voor de Centrale Stad. De ARS ziet zo’n schets als een structuurplanuitwerking en actualisering voor een nauw omschreven gebied, waar het Centrale Structuurplan zelf in de tijd achterblijft. Een 2e functie voor een Structuurschets op dit niveau is dat het een prima middel is om een samenhangend beeld te geven voor de middellange termijn, geschikt om hiermee de grote lijnen (ombuigen van nadelige ontwikkelingen en benutten van kansen) uit te zetten. De Schets kan als richtsnoer dienen voor onderhandelingen over ‘Stedelijke Vernieuwing’ en bovendien gebruikt worden om Oud-West opnieuw te positioneren in de stad als geheel. Er zijn genoeg aanknopingspunten om de positie van Oud-West uit te bouwen. Zo is een aantrekkelijke kant van Oud-West als woonplaats de nabijheid van voorzieningen zoals de uitgaansmogelijkheden van de binnenstad, de vele winkels en tramverbindingen en het stedelijk gerichte Vondelpark (voor recreatie, ontmoeting, flaneren). Kortom, een aantal eigen kwaliteiten plus interessante buren. In economisch opzicht trekt dit groepen bewoners aan die sterk gericht kunnen zijn op de plaatselijke economie in Oud-West. Deze bevolkingsopbouw heeft zich al enigszins uitgekristalliseerd: relatief weinig gezinnen met oudere kinderen. Of het stadsdeel hierop wil sturen wordt in de Schets niet duidelijk gemaakt. De ARS is van mening dat de Structuurschets een initiatief is dat ondersteuning verdient. Hij is blij dat Oud-West de moed heeft dit op te vatten en er politieke besluitvorming over te plegen en heeft lof voor deze stap, wetende dat het een moeilijke opgave is in zo’n Schets een integrale planvorming neer te zetten, die bovendien van zoveel externe factoren afhankelijk is. De ARS constateert tegelijkertijd dat de Schets nog weinig sturende uitspraken doet. Vanuit die tamelijk neutrale positie ademt de Schets de sfeer van ‘pas op de plaats’, waardoor belangrijke kansen blijven liggen. De Structuurschets is nogal in zichzelf gekeerd. Gezien de (ontwikkelings)kansen van het stadsdeel die de ARS meent te zien, vraagt hij aandacht voor enkele strategische overwegingen. De huidige Schets is, volgens de ARS, vooral een ruimtelijk/fysiek verhaal en als zodanig niet direct geschikt om als complete onderlegger voor (onderhandelingen over) ‘Stedelijke Vernieuwing’ te dienen. Daar dienen sociaal-demografische en economische factoren aan toegevoegd te worden. Met respect voor de huidige bevolkingsopbouw en karakteristieken, is er volgens de ARS alle aanleiding om meer dwarsverbanden te leggen met omringende ontwikkelingen. Deze zijn: C Het Vondelpark als belangrijke vrije-tijd-voorziening; C De Kop van de Overtoom heeft als vestigingsplaats een bijzondere kwaliteit. De invalspoort van het Surinameplein (kop Overtoomse Sluis) geeft aan die kant een goede bereikbaarheid. C De Singelgracht met zijn hotelkwartier nabij het Mariott; C Oud-West kan een status en sfeer hebben die tegen de Binnenstad aanleunt en verwantschap heeft met De Pijp.
5
II.
BEDRIJVIGHEID en BROEDPLAATSFUNCTIE
Oud-West is een gemêleerd stadsdeel waarin kansen liggen voor bedrijvigheid. In de nieuwbouwsfeer heeft het WG-terrein daarin een rol gehad. Voor de meeste woonwijken geldt echter dat kleine ondernemers voor 60% als starters vanuit de eigen woning beginnen. Het is interessant te achterhalen in hoeverre het klimaat daarvan bevorderd kan worden met de introductie van nieuwe faciliteiten of door meer flexibiliteit in de woonvoorschriften. Dit tegen de achtergrond van het feit dat in normale omstandigheden de woningwet de mogelijkheid biedt om 40% van het woonvloeroppervlak voor werkruimte te gebruiken. In de 19e eeuwse gesloten bouwblokken zaten in begane grondverdiepingen van de hoekpanden en deels ook in de straten winkel- of bedrijfsruimten. Voorheen werden die vanzelf opgevuld met bedrijvigheid. De laatste decennia gaan deze ruimtes steeds meer over in bewoning, waardoor de economische broedplaatsfunctie van deze wijken in verdrukking raakt. Meer in het algemeen zou in de Schets aan de orde moeten komen hoe de economische onderbouw is van het stadsdeel. Als daaruit blijkt dat die zwak is (bv. veel kleinschaligheid, weinig investeringen en groei, geringe toegevoegde waarde) moet er een bezinning op de (economische) koers komen. Anders kun je geen beslissingen nemen over zwaartepunten (wonen of werken). Volgens de ARS heeft de opbouw en ligging van Oud-West bewezen een prima structuur als broedplaats voor bepaalde typen bedrijvigheid op te leveren. Hiermee onderscheidt Oud-West zich van andere stadsdelen. Het vormt een sterke kant die in de Structuurschets niet verder uitgebouwd wordt. De ARS is van mening dat voor het terugwinnen van meer functiemenging er sprake moet zijn van een strategische aanpak, waarbij terugbrenging van werkfuncties in de benedenlaag van de hoekpanden en die in de straten als belangrijk begin kan dienen. Binnen Oud-West zijn er diverse plekken (linten) waar bedrijvigheid van ouds goed gedijt (o.a. de Van Lennepkaden). Te bezien is hoe dit gerevitaliseerd kan worden, ook na nieuwbouw. De ARS ziet ook ontwikkelingskansen om verdere functiemenging door te voeren rondom het WG-terrein (AOC) en enkele onderscheidende winkelstraten. Nieuwe ruimte voor bedrijvigheid zal vooral gericht moeten zijn op starters, de daarop volgende groep van ondernemers en op nieuwe broedplaatsen in de wijk. Aparte aandacht zal besteed dienen te worden aan mogelijkheden van nieuwe hotels en flankerende voorzieningen (restaurants). Nabij de uitvalsweg (richting Surinameplein) kunnen kantoorfuncties worden overwogen.
III. WONINGVOORRAAD
De Structuurschets gaat primair uit van Behoud/Herstel, zoals in de (verouderde) bestemmingsplannen ook al steeds het adagium is geweest. Een scenario van Sloop/Nieuwbouw komt in de Structuurschets niet naar voren. Er wordt wel gedacht aan samenvoeging van kleinere woningen. Er bestaat in Oud-West reeds enige differentiatie in woningcategorieën. Dit is afleesbaar uit het verschil in atmosfeer die er bestaat in bijv. de Da Costa- plus Helmersbuurt tegenover de Van Lennep- en Cremerbuurt. In eerstgenoemde buurten is sprake van meer particulier eigendom. De positieve elementen van de ene buurt kunnen een bijdrage zijn in de keuze voor een bepaald scenario in de andere buurt. Bij Sloop/Nieuwbouw kan het overigens ook gaan om sterke veranderingen ‘achter-de-gevel’, om daarmee de 19e-eeuwse sfeer en architectuur te behouden. De ARS meent dat met het behoud/herstel-beleid er te sterk wordt ingezet op de status quo. Om de huidige bewoners en de potentiële vertrekkers voldoende te bedienen is het nodig om bij uitzondering ook sloop/nieuwbouw te overwegen. Het versterken van bestaande kwaliteiten kan ook gezocht worden in andere categorieën woningen. De ARS denkt dat met dit behoud-/herstelbeleid tekort gedaan wordt aan de posities die Oud-West intussen in de stad inneemt, zoals: 6
- uitloopgebied van de binnenstad; - ligging tussen kwalitatief aantrekkelijke gebieden als Vondelpark en de vele waterwegen; - goede bereikbaarheid, via de radialen en de keuzemogelijkheden met het openbaar vervoer. Er is dus aanleiding om de kwaliteiten in Oud-West op strategische locaties beter te benutten.
IV. OPENBARE RUIMTE en VERKEER Voor de openbare ruimte oppert de Schets een aantal verbeteringsrichtingen in algemene zin zonder de gevolgen op de middellange termijn ervan te presenteren. Ze worden daardoor enigszins ongeloofwaardig, zoals de suggestie om de tram ondergronds onder de Overtoom te brengen. Zoiets heeft verregaande (stedebouwkundige en verkeerstechnische) consequenties. Daarover zal ook verantwoording in de Structuurschets moeten worden afgelegd. De ARS mist verder in de Structuurschets uitspraken over: S Singelgrachtzone: Daar moet middels de gezamenlijk met andere stadsdelen en centrale stad vastgestelde Nota van Uitgangspunten, toegewerkt worden naar kwaliteitsversterking. In die zone doen zich allerlei initiatieven en ontwikkelingen voor, juist ook net over de grens van het stadsdeel, zoals uitgaansfuncties, megabioscoop en nieuwe parkeergelegenheid. Het is zaak dat het stadsdeel daarop aangesloten blijft en erop reageert. Een essentieel onderdeel daarbij is de uitloop van het kernwinkelgebied en het hoofdnet Auto. Combinatie met groene routes en verblijfsgebied kan een verrijking zijn. S Ceintuurbaan-structuur, een ‘ring’ rond de binnenstad, lopend via de 19e eeuwse stadsgordel, verbindt deze wijken. In hoeverre kan het deel in Oud-West versterkt worden als winkelgebied tegenover andere delen ervan, zoals de Van Baerlestraat. S Kostverlorenvaart als belangrijke route voor de binnenvaart vormt dit water ook een scheidslijn met stadsdeel De Baarsjes. De waterkant vormt een oase van rust, ideaal voor wandelen. Vooral in een aantal woningbouwprojecten in stadsdeel Westerpark is dit goed uitgebuit. Verder dient het stadsdeel zich een beeld te vormen welk deel van de verkeersdruk ze op straat weg wil hebben, en hoe bereikbaar het stadsdeel moet zijn. Het hoofdnet ‘Auto’ kent enkele aders door Oud-West zoals de Singelgrachtring en Overtoom. Aan de rand ervan liggen (plannen voor) een aantal parkeergarages (Surinameplein, Appeltjesmarkt, Bellevuegarage). Wat kunnen die voor het stadsdeel betekenen als het gaat om het bereikbaar houden van Oud-West? In eerdere discussies in het kader van ‘Sprekend Oud-West’ (begin ‘98) zijn vele ideeën geopperd ter verbetering van het woonklimaat. Zo werd gedacht aan het veranderen van (een aantal) binnenterreinen van gesloten bouwblokken in half ondergrondse parkeergarages. Bovenop deze garages zou de inrichting als groen te benutten zijn als semi-openbare daktuinen voor bewoners van het betreffende blok. Tegelijk zou de geparkeerde auto uit de straten worden geweerd. Op de openbare ruimte wordt ook een sterk beslag gelegd door de vele op straat en stoep geplaatste fietsen(rekken). Daarvoor wordt geen structurele oplossing aangedragen. Een andere invalshoek voor het verkeer kunnen de Winkelroutes zijn. Bekend zijn de winkellinten in respectievelijk Kinkerstraat, Bilderdijkstraat, Overtoom en De Clercqstraat. Het is van belang de verspreide winkeltracé’s met elkaar te verbinden door op voetgangersniveau te zorgen voor aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte. Een circuit van looproutes kan het versterken. De winkeltracés zijn gezien de structuur van de buurten eromheen ook heel geschikt om per fiets naartoe te gaan als alternatief voor de auto. Voorwaarde is dan wel dat er een goed en veilig routenet is voor de fiets. Dat geldt ook vanuit het stadsdeel naar buiten. Denk aan een vervolg op de Potgieterstraat-route. Deze heeft geen vervolg rechtstreeks via de Jordaan naar de binnenstad. Een fietsbrug over de Singelgracht ter hoogte van de Lauriergracht zou als reservering kunnen worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor het Openbaar Vervoer. De vele grachten en kanalen lenen zich voor meer mogelijkheden dan waarvoor nu ingericht zijn. Je zou vooruitlopend op meer vervoer over water kunnen bezien waar de meest geschikte routes voor vervoer en recreatie over water mogelijk zijn en waar de waterkanten het meest geschikt zijn als verblijfsplek.
7
V. BOVENWIJKSE VOORZIENINGEN en STRATEGISCHE ONTWIKKELINGSPLEKKEN
De voor Oud-West meest belangrijke voorzieningen of plekken zijn volgens de ARS: S De Ten Katemarkt. Voor vrijwel elke markt in Amsterdam is het moeilijk het niveau van de markt overeind te houden, vooral de juiste branchering speelt daarbij een rol. Het belang van de Ten Katemarkt wordt in de Structuurschets onderbelicht. S Het GVB-terrein (vroegere tramremise): Daarop zijn (67 stuks) woningen, bedrijfjes en maatschappelijke voorzieningen geprojecteerd. S Bedrijfsverzamelgebouw AOC op het WG-terrein. S Het Vondelpark met daarbinnen voorzieningen zoals het Filmmuseum; S De kop van de Vondelparkbuurt, daar wordt gedacht aan uitbreiding in de sfeer van hotels. In Amsterdam zou nog een tekort aan hotelkamers in het middensegment zijn van 30%. De ARS meent dat Oud-West voor het behoud en versterking van een aantal belangrijke bovenwijkse voorzieningen meer energie moet inzetten. Bijvoorbeeld: Versterking van de Ten Katemarkt zou een kernzaak moeten worden! De bereikbaarheid en bekendheid van deze markt is nog lang niet ideaal. Verbetering zit in het vriendelijker en toegankelijk aansluiten in noordelijke en oostelijke richting, m.n. naar de Da Costabuurt, het Kwakerspleingebied en de De Clercqstraat. Het GVB-tramremise-terrein beschouwt de ARS als een strategische plek. In het huidige plan voor deze plek worden te veel bestemmingen opgesomd. Er zullen duidelijker keuzes gemaakt moeten worden, wil het een krachtige identiteit uitstralen. Het A’dams Ondernemers Centrum (AOC), blijkt een succes en is de grootste in zijn soort. In de directe omgeving liggen potenties voor aansluitende bedrijvigheid. Als aanvulling op de hotelfunctie op de kop van de Vondelparkbuurt kan, tezamen met dit deel van de Overtoom, ook gedacht worden aan uitbreiding of combinaties met congresfuncties. Daarbij kan geëist worden dat voorzien wordt in eigen parkeergelegenheid. Er valt ook te denken aan verdere ontwikkeling van de ‘kop’ nabij de Overtoomse Sluis. De voordelen van een belangrijke uitvalsweg en openbaar vervoer valt samen op het Surinameplein. De verbinding met de as Lelylaan geeft dit gebied meer betekenis.
drs. F.M.C. v.d. Ven (voorzitter a.i)
drs. B.B.J. Huls (secretaris)
8