De steentijdman van Mienakker In 1000 woorden en 10 vragen
wDe steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 3
2 |
Hoe blijf je overeind in het West-Nederland van de nieuwe
steentijd? In een tijd zonder plastic, ijzer, brons en metaal. Een tijd zonder verharde wegen, kachels, auto’s, treinen, televisie en computers. We praten over 4500 jaar geleden toen alle spullen waren gemaakt van de meest eenvoudige natuurmaterialen: hout, leer, bot, touw en steen. Eigenlijk kunnen we het ons nauwelijks voorstellen hoe het leven er toen uitzag. En helaas…de kans dat wij kunnen overleven in de steentijd is zeer klein. Tenzij je hulp krijgt van een steentijdmens. Helaas is het niet mogelijk om zelf terug te keren naar de steentijd. Maar het is ons wel gelukt om een klein stukje steentijd naar 2013 te halen. Twintig jaar geleden vonden archeologen het skelet van een steentijdman. Uniek! want niet alleen bleek het skelet in zeer goede staat (het tandplak was zelfs nog aanwezig) het bleek ook het oudste skelet van een man dat ooit in Noord-Holland is gevonden. Dankzij moderne technieken is het gelukt om een levensechte reconstructie te maken van het gezicht van de steentijdman en dit maakt het mogelijk dat wij bijna letterlijk oog in oog kunnen staan met een van onze voorouders. Wie en wat de vondst vertegenwoordigt, wat men allemaal door onderzoek te weten is gekomen kunt u lezen in deze brochure. De steentijdman van West-Friesland is niet zo maar een pop; hij is uniek en een rake reconstructie van een mens die echt geleefd heeft. Hij verdient het om nu in de schijnwerpers te staan. Over een jaar maakt hij deel uit van de “familie” van mensfiguren die te zien zal zijn in Huis van Hilde, ons nieuwe archeologiecentrum. Met elkaar vertellen zij het verhaal van onze geschiedenis en nemen ons mee terug in de tijd. Niet letterlijk helaas, maar ze helpen de fantasie een behoorlijk eind op weg.
Elvira Sweet Gedeputeerde Cultuur, Provincie Noord-Holland
Een indrukwekkende vondst Tussen de dorpen Hoogwoud en Aartswoud ligt de Mienakker. Daar vond in 1990 een belangrijke opgraving plaats. Bij het opgraven kwamen goed bewaarde resten tevoorschijn uit laatste fase van de Nieuwe Steentijd, van zo’n 4.500 jaar geleden. In de oude woonplek herkenden de archeologen de sporen van houten gebouwen, koeienpoten, haarden, afvallagen en het skelet van een volwassen man. Het skelet werd al in het veld door de archeologen ‘Cees’ genoemd. De resten bleken een ware schatkist met informatie uit de prehistorie. Want hoewel de opgraving niet groot was, was de hoeveelheid vondsten en sporen indrukwekkend. Lang bleven de vondsten opgeslagen, verpakt in dozen in het archeologisch depot. Tot in 2012, toen alles uit de opgraving kon worden bestudeerd, ook het graf van de steentijdman en zijn skelet.
4 |
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 5
De steentijd De Mienakker: plek van leven en dood De steentijdman was begraven in een ronde grafkuil, een beetje schuin op zijn linkerzijde. Zijn gezicht was gericht naar het zuiden. De kuil bevond zich naast een paalkuil van een grote structuur opgetrokken van houten palen. Het graf ligt precies in het midden van dit gebouw. Dat is de reden dat het als een dodenhuis is geïnterpreteerd. Het oprichten van dit dodenhuis met het begraven van de steentijdman is de laatste handeling geweest op de plek van de Mienakker. Daarna zijn de steentijdboeren niet meer teruggekeerd.
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 7
6 |
dman Voordat het dodenhuis werd opgericht en de steentijdman begraven, was de plek van Mienakker een vaste stek in het open kwelderlandschap. Het hele jaar rond woonde daar een groepje boeren, die precies wisten hoe ze van hun omgeving konden leven. We denken aan één familiegroep, van grootouders tot aan kleinkinderen, met een neef erbij, zeg acht personen. Ze hielden niet alleen koeien en ander vee. Ze bewerkten ook de akkers waarop ze granen verbouwden. Bovendien verzamelden ze ook wilde appels en planten, zoals de strandmelde. Van de zaden kan pap worden gekookt en ook de bladeren zijn eetbaar. Die lijken op spinazie. Ook mosselen, eenden, platvissen en schelvis stonden op het menu. De steentijdmensen kenden geen schaarste, misschien alleen in het vroege voorjaar, als alle voorraden waren geslonken.
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 9
8 |
Best bewaarde prehistorische mens van Nederland Aan het skelet kan worden afgelezen dat het overduidelijk om een volwassen man gaat, tussen 26 en 35 jaar oud. Dat zien de specialisten aan de vorm van het heupbeen, bepaalde schedelkenmerken en de lange, robuuste botten met goed ontwikkelde spieraanhechtingen. Voor nietspecialisten spreekt vooral de forse kaak boekdelen. Hij had een lengte tussen 1,68 en 1,76 meter, gemiddeld op 1,73 meter. Dat is voor een volwassen man uit die tijd een normaal postuur. Zijn lengte kon niet exact worden berekend omdat hij zijn beide onderbenen mist. Ook zijn rechterarm en sleutelbeen ontbraken. Zijn gebit is uitzonderlijk goed; in de kiezen zijn geen gaatjes en ze zijn maar ietsjes afgesleten. Zelfs zijn tandplak was goed bewaard. Al 23 jaar is het skelet van de steentijdman van Mienakker de best bewaarde prehistorische mens van Nederland.
Van schedel naar reconstructie De schedel van de steentijdman was tijdens de opgraving wat uiteengevallen, maar daarna zijn de delen aan elkaar geplakt. In 2012 is een kopie van de schedel met een 3D-printer gemaakt. Op basis van deze plastic schedel heeft fysischantropologe Maja d’Hollosy het gezicht gereconstrueerd.
Dat gebeurt in verschillende stappen. Eerst worden op de schedel stokjes gezet die de gemiddelde weefseldikte aangeven. Ze geven aan wat de afstand is tussen
de schedel en het huidoppervlak. De lengte van de stokjes, dus de dikte van het zachte weefsel (de spieren en het vet), zijn vastgelegd in tabellen, waarin gemiddelde schattingen zijn opgenomen, ook voor volwassen mannen zoals de steentijdman (tussen 26 en 35 jaar oud). Verder zijn er allerlei richtlijnen en formules waarmee kan worden berekend wat de vorm en grootte van bijvoorbeeld de neus van de steentijdman is geweest.
Vervolgens kleit Maja de spieren van het gezicht op de plastic schedel. Die zijn mede bepalend voor de uiteindelijke vorm. De ogen gaan in de kassen, en neus en oren worden gevormd. Ook al zijn er allerlei tabellen, richtlijnen en formules, sommige kenmerken zijn moeilijk in te schatten, bijvoorbeeld, de precieze vorm van de mond.
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 11
10 |
Daarna volgt een huid van klei, met veel meer details zoals rimpels en littekens.
Daar wordt een rubberen afgietsel van gemaakt en die wordt geverfd in een huidskleur, met vlekjes.
Ten slotte krijgt het gezicht ook haren, te beginnen met het hoofdhaar en baard, en op het allerlaatst wimpers en wenkbrauwen.
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 13
12 |
Kleren maken de man Naar de kleding van de prehistorische mens is het vaak gissen. Er zijn wel wat aanwijzingen, maar die zijn altijd indirect. Textiel en leer zijn zeer vergankelijke materialen. Boven het grondwater vergaat dat heel snel. We kunnen zelfs niet zeggen of de steentijdman kleren droeg toen hij werd begraven. Ook al is het een gok, de keuze voor bepaalde materialen is altijd wel ergens op gebaseerd. Zo zijn er geen directe bewijzen dat de pels van een bruine beer is verwerkt tot kleding, maar het is wel aannemelijk omdat de beer toen voorkwam in Noord-Holland en de botten zijn teruggevonden. De kleding van de man uit het ijs (Ötzi) is van groot belang voor ons beeld. Wat hij droeg en hoe het was gemaakt, wordt vaak vertaald naar andere ontdekkingen. Zo ook bij de steentijdman van Mienakker. Voor zijn kleren zijn huiden van herten en bever op prehistorische wijze bewerkt, zodat ze soepel en goed plooibaar werden. Zowel zijn ondergoed, een lendendoek, als beenlings zijn geïnspireerd op hetgeen Ötzi droeg. Het zijn een soort leggings; losse broekspijpen die verbonden waren aan een riem om zijn middel. Zijn bovenlijf is bedekt met een tuniek van linnen. We weten dat de steentijdboeren vlas verbouwden, vanwege de oliehoudende zaden, maar ook om de stengels tot linnen te verwerken. Zijn tuniek is met de hand
gemaakt, van het spinnen van de draad tot het weven van de stof. Daaroverheen draagt hij een soort bodywarmer van beverhuid. De haren zitten aan de binnenkant, zo blijft de warmte op je lijf. Aan zijn riem hangt een buideltas met barnstenen kralen, en een vuurstenen mes in een leren schede. De boog van taxushout en de pijlenkoker van de bast van kersenhout maken het geheel af. We zien a sharp dressed man: een boer die op het punt staat op jacht te gaan of toch een jager die net zijn koeien gaat tellen?
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 15
14 |
Wat is er gebeurd? Het graf van de steentijdman is om verschillende redenen opmerkelijk. Het begraven middenin een dodenhuis is al een duidelijke andere traditie dan onder een grafheuvel zoals we van de zandgronden kennen. Bovendien was zijn lichaam niet compleet: geen onderbenen en voeten, en ook zijn rechterarm is verdwenen. Bovendien zijn op het rechter dijbeen (femur) en het losse rechter scheenbeen (tibia) vraatsporen van honden of wolven te zien. Door goed te kijken naar de ontbrekende en beschadigde lichaamsdelen is het mogelijk iets van de volgorde te zeggen. De positie van het skelet in de grafkuil laat zien dat zijn lichaam waarschijnlijk begraven is zonder voeten en onderbenen. Het geknaag door honden/wolven moet dan daarvóór zijn gebeurd. Het wegnemen van de rechterarm heeft daarna plaatsgevonden. Het graf kan dan zijn heropend, maar dat kan ook zijn gebeurd vóór het begraven. Dit soort handelingen van het heropenen van graven is voor ons heel merkwaardig, maar in de steentijd gebeurde dat veel vaker. Ook bij de hunebedden was dat het geval. Hunebedden die we kennen als een gemeenschappelijke begraafplaats werden dikwijls geopend om daar losse schedels en pijpbeenderen in onder te brengen.
10
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 17
16 |
0 Vragen
Tien veelgestelde vragen 1 ● waarom heet de steentijdman Cees? Antwoord: al tijdens het opgraven van het skelet was duidelijk dat dit het graf van een volwassen man was. De onderkaak is namelijk vrij fors en hoekig. Omdat archeologen vaak de skeletten die ze opgraven, namen geven (denk aan Ötzi), noemden de opgravers in 1990 het skelet naar Cees J. van Berkel, de eigenaar van het perceel waar toen het onderzoek plaatsvond. 2 ● is de steentijdman een Neanderthaler? Antwoord: nee, de steentijdman van Mienakker is veel jonger. Sterker nog, je kunt twee nullen van het jaartal afhalen. Neanderthalers leefden ongeveer een kwart miljoen jaar geleden (ca. 250.000
jaar voor Chr.). Onze steentijdman leefde rond 2500 voor Chr. Hij was geen jager of verzamelaar die achter het wild aantrok, om zo aan zijn kostje te komen. Hij was in de eerste plaats boer; kweekte granen en hield huisdieren, maar hij leefde ook van alles wat de natuur te bieden had. Hij jaagde op eenden en viste op platvissen. Van zeehondenhuid en stevige takken maakte hij een huidenkano waarmee hij de zee opging om schelvissen te vangen. Hij was supervindingrijk. Als we de langegeschiedenislijn voor ons zien, met het tijdvak prehistorie, dan leefde de steentijdman laat. De landbouw, het wiel, het hunebed, dat was allemaal allang uitgevonden. Genetisch gezien verschilt hij niets met ons. Hij had dezelfde emoties, kende tegenslagen en verdriet, maar ook verliefdheid en feestvreugde. Zijn wereld om hem heen, was wel heel anders dan het West-Friese landschap nu. Hij kende die heel erg goed (zie ook vraag 10) en de archeologen proberen daar een beeld van te schetsen.
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 19
18 |
3●h oe weten jullie dat de steentijdman rond 2500 voor Chr. leefde? Antwoord: dat kunnen we afleiden uit verschillende vondsten. Een belangrijke vondstgroep is het aardewerk dat op de Mienakker is gevonden. Dat is op speciale manier versierd met lijnen. In de natte klei zijn lijnen ingekrast, vaak in een visgraatpatroon. Potten met die versiering zijn kenmerkend voor de late steentijd. Maar ook de barnstenen sieraden, de vuurstenen werktuigen en de koolstofdateringen van het bot van de steentijdman en van een verkoolde graankorrel wijzen allemaal op die ouderdom. 4 ● i s de steentijdman de oudste mens van Noord-Holland? Antwoord: samen met een andere ontdekking, ook wel het ‘woiffie van Soibekarspel’ genoemd, zijn dit de oudste mensen van Noord-Holland. Dit soort prehistorische begravingen zijn verder heel zeldzaam. Dat komt onder andere omdat we uit Noord-Holland (of eigenlijk West-Nederland) geen grafheuvels kennen, zoals op de zandgronden. Op de Veluwe en in Drenthe zijn meer steentijdgraven bekend, die waren afgedekt/gemarkeerd met een heuvel. Onlangs is er in Twello een vergelijkbaar graf als dat van Mienakker ontdekt. Oudere overblijfselen kennen we verder ook uit Noord-Holland, uit een oudere fase van de steentijd, gelijktijdig met de hunebedbouwers. Zo is de boomstamkano
uit de Wieringermeer, ontdekt in 2007, een prachtig object uit 3300 tot 3000 voor Chr., toch flink wat ouder dan de steentijdman. We denken dat in de late steentijd ongeveer 1000 mensen leefden, verspreid in het gebied wat later West-Friesland zou gaan heten. Ze woonden en leefden in families en kenden het getijdenlandschap op hun duimpje. Met regelmaat werd de hoge bult van Wieringen bezocht om daar barnsteen, vuursteen en hout te halen. Veel van wat deze mensen hebben achtergelaten, de sporen en vondsten,
zijn in de bodem goed bewaard gebleven. Dat maakt dat er heel veel gegevens over de steentijd beschikbaar zijn. Een deel weten we nu door de opgraving, maar een ander deel van dat bodemarchief blijft gesloten. Door het ter plekke te bewaren, de woonplekken én begravingen, maakt dat ook in de toekomst nieuwe verhalen over deze mensen mogelijk zijn. Dat maakt de West-Friese archeologie superbijzonder. Nergens in Nederland zijn de resten uit deze periode zo goed bewaard.
5 ● waaraan is hij overleden? Antwoord: moeilijke vraag. Eigenlijk weten we dat niet, maar het feit dat hij zonder onderbenen is begraven, roept een beeld van een ongeluk of ander drama op. Ook aan zijn scheenbeen zijn duidelijke breuken te zien. Misschien is de steentijdman aangevallen (door een bruine beer?) en is zijn lichaam gevonden en meegenomen door zijn verwanten. Inmiddels hadden honden of wolven aan zijn botten geknaagd. Degenen die hem vonden, hebben hem met het losse scheenbeen in de ronde grafkuil begraven. Hij had geen voorwerpen in het graf meegekregen, zoals een aardewerken pot of een vuurstenen mes. Dat is ongebruikelijk.
De steentijdman van Mienakker Provincie Noord-Holland | 21
20 |
6●h oe goed is zijn reconstructie? Hoe echt is de steentijdman, zoals hij nu te zien is Antwoord: heel veel weten we niet, zoals de kleur van zijn haar, of van zijn ogen. Ook over zijn kleren is heel weinig bekend. De opgegraven botresten vertellen ons dat er gejaagd is op marter en hermelijn. We denken voor de pels en dat de mensen ook toen mantels droegen van berenvel en onderbroeken van geitenleer. Ook vlas werd gekweekt, en met spinklosjes tot draden gedraaid en tot textiel geweven. Houtje-touwtjeknopen en mantelspelden van been kennen we ook. Barnstenen kralen en doorboorde berentanden zijn zeker gedragen, de veren van eenden, flamingo’s of van de zeearend misschien ook. Het gezicht van de steentijdman benadert wel dicht de prehistorische werkelijkheid. Immers, de methode om met klei de schedel het gezicht terug te geven, werkt bij vermiste personen vaak goed. Een bekend voorbeeld is het meisje van Nulde dat uiteindelijk als Rowena Rikkers is herkend. Vaak wordt gezegd dat de reconstructie geen exacte gelijkenis vertoont. Maar er zijn wel zoveel overeenkomsten dat de moeder de kopie wel herkent. De moeder van de steentijdman zou hem dus wel herkennen.
7 ● waarom is de gezichtsreconstructie met de hand gedaan en niet met de computer? Antwoord: inderdaad, tegenwoordig wordt steeds meer gewerkt met digitale methoden om tot een betrouwbare gezichtsreconstructie te komen. Met CTscans van de schedel en de digitale stokjes van de weefseldiktewaarden komt een deskundige heel ver. Zeker op testschedels waarvan het bijbehorende gezicht bekend is. Het is een veelbelovende ontwikkeling die in de toekomst steeds meer zal worden toegepast. De digitale methode zou een objectief, consistent en snel alternatief zijn voor de echtekleireconstructietechniek. Maar
zover is de digitale techniek nog niet. Maja is zeer ervaren in de manuele methode. Zij krijgt tijdens het maakproces (door het aanbrengen van de klei en inzetten van de ogen) met haar handen een goede (ruimtelijke) indruk van de persoon in wording. De hand van de kunstenaar (meester) is daarin niet te onderschatten.
8 ● de steentijdman is 26 tot 35 jaar oud. Is dat oud voor die tijd? Antwoord: gemiddeld werden prehistorische mensen niet heel oud, zo tussen 25 en 30 jaar oud. Die lage levensverwachting komt vooral door de hoge kindersterfte. We nemen aan dat 50-60% (meer dan de helft) van de pasgeboren kinderen het eerste levensjaar niet haalde. Dat is heel veel, maar dat is net zoveel als in ontwikkelingslanden nu of als in Nederland in de negentiende eeuw. Maar als je in de steentijd je kinderjaren goed doorstond, dan kon je wel zestig jaar oud worden. Dat is vergelijkbaar met de negentigjarigen
van vandaag. Soms laten lijntjes in de tanden en botten zien dat het leven in de steentijd zwaar was, met te weinig voedsel of veel ziektes. Dat is bijvoorbeeld af te zien aan het skelet van de steentijdvrouw uit Sijbekarspel. Maar de botten en tanden van de man van Mienakker vertonen geen enkele verstoring van de groei: hij was kerngezond en had geen ellendige jeugd achter de rug. De steentijdman is dus redelijk oud voor die tijd. Hij had waarschijnlijk kinderen, jongvolwassen zonen en dochters die de jacht en het boerenbedrijf volledig onder de knie hadden.
9 ● wat voor taal spraken die mensen toen? Antwoord: dat weten we niet. De steentijdmensen hadden vast en zeker een taal, iedereen had ook vast een naam, maar hoe dat klonk, dat is een groot raadsel. Daar komen we ook nooit achter, want ze hebben niets opgeschreven. Daarom heet het ook prehistorie; de periode vóór (pre) het schrift. Dat houdt de archeologie van de prehistorie ook mysterieus en spannend. Er is nog heel veel te ontdekken. Bovendien is het dan ook handig als je over een grote portie verbeeldingskracht beschikt.
22 |
10 ● zou ik kunnen overleven als ik met een tijdmachine in de steentijd van NoordHolland zou belanden? Antwoord: nee, zonder hulp van de steentijdmens zou het erg moeilijk zijn. Welke planten eetbaar zijn, weten de meeste mensen van nu niet. En hoe vang je eigenlijk een eend of een scholletje? Bovendien was in het open landschap hout schaars en hoe maak je dan een vuur? Van riet? Van koeienmest? Advies: wordt vrienden met een steentijdmens en leer van hen door te kijken naar wat ze eten en drinken. Misschien mag je mee naar de jaarlijkse verzamelplaats, waar voedsel en verhalen worden gedeeld. Door mee te feesten, leer je de steentijdmensen het beste kennen.
Huis van Hilde De steentijdman is eind 2014 te zien in Huis van Hilde, archeologie centrum provincie Noord-Holland. Aan de hand van archeologische vondsten toont het centrum in Castricum de gehele Noord-Hollandse geschiedenis van de Steentijd tot de Tweede Wereldoorlog. In de tentoonstelling staat een aantal historische mensen centraal. Zij zijn op ware grootte gereconstrueerd naar hun gevonden skelet en
Colofon
bijbehorende wapens, kleding en/of voorwerpen. De steentijdman krijgt een centrale plaats in de tentoonstelling maar ook Willem en Hildegonde van Brederode en Hilde zijn te zien. Huis van Hilde besteedt ook aandacht aan onderzoeksmethoden, conservering, restauratie en educatie. Het gebouw biedt straks ruimte voor ontvangsten en horecafaciliteiten. www.huisvanhilde.nl
Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.:(023) 513 4080 Fax: (023) 514 4040 Internetadres: www.noord-holland.nl E-mailadres:
[email protected]
Tekst Liesbeth Theunissen, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Provincie Noord-Holland
Beeld Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, provincie Noord-Holland, John Meijer, Maja d’ Hollosy, Mieneke van Gogh, Jelus Matser, Archeologie West-Friesland, Gary Nobles
Grafische verzorging Provincie Noord-Holland, MediaProductie Oplage 350 stuks
November 2013
Bezoekadressen Bestuur Dreef 3, Haarlem Ambtelijke organisatie Houtplein 33, Haarlem Zijlweg 245, Haarlem
Hoe kunt u ons vinden?
Postadres Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Telefoon 023 514 31 43 Fax 023 514 31 43 Internet www.noord-holland.nl E-mail
[email protected]
samenwerkende partijen: