UNIVERZITA PALACKÉHO V OLOMOUCI FILOZOFICKÁ FAKULTA _____________________________________________________ KATEDRA NEDERLANDISTIKY
De status van Marokkanen in Nederland en Romen in Tsjechie. En vergelijking.
Ethnic minorities - A comparison of Romas in the Czech Republic and Moroccans in Netherlands
Srovnání statusu Marokánců v Nizozemsku a Romů v České Republice
Bakalářská diplomová práce Nizozemština pro hospodářskou praxi
Vojtěch Vožda Begeleider: prof. dr. Wilken Engelbrecht, cand. litt. ____________________________________________________________ Olomouc 2013
Hierbij verklaar ik dat ik mijn bachelorscriptie zonder hulp van derden heb geschreven en dat ik alle gebruikte literatuur en andere bronnen heb vermeld. Prohlašuji, že jsem svou bakalářskou práci vypracoval samostatně a uvedl jsem všechnu použitou literaturu a jiné zdroje. V Přerově, dne 27. listopadu 2013
Vojtěch Vožda
Dankbetuiging Ik wil graag van harte mijn dank betuigen aan mijn scriptiebegeleider prof. dr. Wilken Engelbrecht, cand. litt. voor zijn waardevolle adviezen en aanmerkingen bij de verwerking van mijn bachelorscriptie.
INHOUD INLEIDING.............................................................................................................................. 1 I. ETNISCHE
OORSPRONG VAN DE ONDERZOCHTE MINDERHEDEN IN DE
TSJECHISCHE
REPUBLIEK EN NEDERLAND, EN DE REDENEN VOOR HUN MIGRATIE...................................... 2 I.1 Oorsprong van de Roma, redenen voor de migratie en ontwikkeling................................. 2 I.2 Etnische afkomst van Marokkanen, oorzaken en ontwikkeling van hun migratie naar Nederland................................................................................................................................... 6 II.
HUIDIGE
STATUS
VAN
MINDERHEDEN,
DEMOGRAFISCHE
EN
STATISTISCHE
GEGEVENS................................................................................................................................
10
II.1 Huidige status van de Roma-bevolking in de Tsjechische Republiek - demografische gegevens en statistieken, sociale factoren................................................................................ 10 II.2 Huidige status van de Marokkaanse bevolking in Nederland - demografische en statistische gegevens................................................................................................................ 21 III.
POLITIEKE
EN
SOCIALE
ASPECTEN
VAN
DE
KWESTIE
VAN
MINDERHEDEN.........................................................................................................................
DE
25
III.1 Politieke aspecten van de Roma-problematiek................................................................ 25 III.2 Politieke aspecten van de Marokkaanse problematiek..................................................... 26 IV.
CULTURELE
EN
TAALKUNDIGE
KENMERKEN
VAN
MINDERHEDEN.........................................................................................................................
DE
29
IV.1 Culturele en taalkundige kenmerken van de Roma-minderheid...................................... 29 IV.2 Culturele en taalkundige kenmerken van de Marokkaanse minderheid.......................... 30 V. ROMA
EN
MAROKKANEN
ALS EEN PROBLEEM VAN DE MINDERHEDEN IN HET
ONTVANGENDE LAND. SOCIALE PROBLEMEN VAN ETNISCHE MINDERHEID IN NEDERLAND EN IN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK.............................................................................................
VI. MINDERHEDEN
31
ALS DE ONDERWERP VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN
STUDIE......................................................................................................................................
36
CONCLUSIE.......................................................................................................................... 38 BIBLIOGRAFIE.................................................................................................................... 40 GEILLUSTREERDE BIJLAGE.......................................................................................... 42 RESUMÉ IN HET TSJECHISCH ....................................................................................... 44 RESUMÉ IN HET ENGELS ................................................................................................ 45 ANNOTATIE.......................................................................................................................... 46
INLEIDING Het doel van dit werk is om de nabijheid van de kwestie van twee typologisch, geografisch en taalkundig- verschillende etnische minderheden in twee verschillende Europese landen te behandelen. Ik heb gekozen voor de Roma in de Tsjechische Republiek als een land van het voormalige Oostblok, en voor de Marokkanen die in Nederland wonen, dus in een geavanceerde westerse land. Op de basis van de beschrijving van de historische en huidige situatie zullen wij proberen om de twee problematische etnische minderheden te vergelijken. We zullen proberen de vraag - wat de toekomst van dit probleem is - te stellen. Deze scriptie begint met een inleiding over de historische oorsprong van de genoemde minderheden. We laten zien hoe de theoriens van de oorsprong van de "Zigeuner" en Roma-bevolking zijn, waar hun wieg is en op welke manier ze naar het Tsjechische grondgebied kwamen. Daarnaast bespreken we meer in het algemeen de golven van migratie uit Marokko naar Nederland, hun intensiteit en motieven en een inleiding van etnische en linguïstische achtergrond van Marokkanen. In het tweede hoofdstuk komt aan de orde de basis van de beschikbare statistieken en onderzoek over de huidige status van beide minderheden. We zullen zien hun groeiend aantal,
geografische
spreiding
inhet
bepaalde
gebied,
leeftijdsopbouw,
arbeidsparticipatie, geboortecijfers, enz. Het volgende deel van de scriptie zal aan de politieke aspecten van de Roma-kwestie worden gewijd. We aandacht wijden aan de politiek dat deze etniek betreft en wij zullen vergelijken de recente politieke ontwikkelingen die door de mislukte integratie van Marokkanen aan de Nederlandse samenleving zijn versneld. Het vierde deel van onze scriptie zal laten zien welke positieve dingen de onderzochte etnische minderheid aan de meerderheid kan geven. Wij zullen ons op de cultuur en folklore concentreren. Wij zullen ook de specifieke kenmerken van de taalkundige minderheden vermelden. Het vijfde deel wordt geconcentreerd op de sociale problemen die geassocieerd zijn met het bestaan van de Roma in de Tsjechische Republiek en Marokkanen in Nederland. Wij markeren de basisfactoren waardoor de minderheid in de ogen van meerderheid als problematisch wordt gemerkt. Ook staan wij versteld over een aantal van specifieke 1
voorbeelden die de maatschappij choqueerden. Verder markeren wij de etnische minderheden als een object waarmee de onderzoek teams en deskundigen uit verschillende nationale en internationale instellingen bezighouden. In het einde proberen wij om de verschillende aspecten van de Roma-bevolking in de Tsjechische Republiek en Marokkaanse immigranten en hun nakomelingen in Nederland samen te vatten.
I. Etnische oorsprong van de onderzochte minderheden in de Tsjechische Republiek en Nederland, de redenen voor hun migratie I.1 De oorsprong van de Roma / Zigeunerse-etnie, de redenen voor migratie en de ontwikkeling De talrijke etnische groep van de Roma is verspreid over de hele wereld en is verdeeld in verschillende groepen. De Roma zijn een van deze groepen. Ze leven zowel in Europa als in Amerika. Behalve hen leven er in Europa ook andere Roma groepen. Volgens Werner Cohn, een expert van de etnische groep van de Roma, is het nauwkeurig en correct om algemene beschrijving "Zigeuner" voor de hele etnie te gebruiken maar het woord Roma alleen voor dat specifieke lid van de groep te gebruiken.1 Ze verschillen in hun gewoonten en in de manier van leven. Maar het belangrijkste verschil is hun taal. Roma zijn algemeen de meest voorkomende Zigeneurse groep. Hun taal is vergelijkbaar met Indische talen.In de West-Europa leven naast de Roma ook de Spaanse Zigeuners en de Manush. De Spaanse zigeuners spreken een dialect van het Spaans dat vermengd met woorden van Indische oorsprong is. De taal van Manouche bevat woorden van Duitse origine. In de Balkan domineren Roma en Roemeenstalige Zigeuners die door de Roma zelf genoemd worden als de "Bojas". In Oost-Europa zijn er verschillende groepen van de Roma bevolking. Het is moeilijk om het aantal van de zigeunerpopulaties in elk land te bepalen omdat velen samen met andere etnische groepen voegden en ook verklaren ze zich voor hen. Bijvoorbeeld wat
1
Cohn, Werner. Cikáni. Praag: Sociologische uitgeverij, 2009, p. 26.
2
de Verenigde Staten betreft gaat het om het getal van twintigduizend tot driehonderdduizend!2 De geschiedenis van de Roma etnische groep is heel moeilijk te verwerken omdat er geen geschreven documenten zijn. De etnische afkomst kan worden afgeleid uit de analyse van de taal die duidelijk de relatie met de Indische taal aantoont en dan van verschillende officiële overheidsdocumenten die in de archieven bewaard zijn gebleven. Deze documentatie is in Europa verzameld en geanalyseerd bijvoorbeeld door de Franse wetenschapper Francois de Vaux de Foretier.3 Zoals Werner Cohen meldt, vertoont de taal van Zigeuners duidelijke tekenen van de Indische Indo-Europese taal in de lexicale, grammaticale en fonologische gebieden. Er zijn in het ook de woorden van de talen van het Midden-Oosten, namelijk van het Koerdisch, Perzisch en Armeens maar de taal laat ook de invloed van de Griekse taal zien. Hieruit is het duidelijk dat de groepen van Zigeuners kwamen naar Europa uit India en dat ze ook enige tijd in het gebied van Midden-Oost en Griekenland verbleven. Behalve deze gemeenschappelijke kenmerken heeft elke groep van de Zigeuner talen zijn eigen eigenschap. De Roma spreken een taal die veel Roemeense woorden bevat. Andere Zigeuner groepen bevatten deze woorden niet. Hieruit volgt dat de Roma hebben langere periode in Roemenië gewoond. Volgens Vaux de Fauretiera zijn de oudste documenten waarin de Zigeneurs worden genoemd uit de veertiende eeuw. Dit betekent dat de zigeuners in Europa minstens zeshonderd jaar zijn.4 (Dit zijn de documenten zoals de verslagen van het onderzoek van diefstal en andere kleine landbauwelijke criminaliteit). Dus de Zigeuners kwamen naar Europa uit India via Perzië, Armenië, Constantinopel, de Byzantijnse Griekenland en de Bosporus. Hun reis naar de Tsjechische landen dan leidde aantoonbaar door Roemenië. Het is heel moeilijk om de vraag over de reden voor de komst van Zigeuners en Roma naar Europa te beantwoorden evenals hun oorsprong te naspeuren. Het is duidelijk dat het altijd over een nomadisch etniciteit gaat. Donald Kenrick rechtvaardigt in zijn boek " Zigeuners op de weg van India naar Europa" (Gypsies from India to the Mediterranean) de migratie van de Zigeunerse etnie als een zoek naar betere levensomstandigheden. Kenrick wijst ook aan de aanwezigheid van een aantal woorden geleend uit het Perzisch (khangeri - Toren, later in betekenis de kerk). Hij wijst ook op
2 3 4
Ibid., p. 28-29. Vaux de Foretier, Francois de. Mille ans d´histoire des Tsiganes. Parijs: Fayard, 1970. Cohn, Werner. Cikáni. Praag: Sociologische uitgevereij, 2009, p. 31-32. (Foretier 66)
3
het woord "tru-sul", wat letterlijk betekent drie punten en waarmee de Zigeuners een drietand markeren, het symbool van macht hindoe-godheid Shiva. Wanneer ze het Christendom kennen begon ze het woord voor de benaming van de kerk gebruiken.5 Volgens Cohen werden de Zigeuners in het gebied van Roemenië voor een lange tijd tot slaaf gemaakt en de juridische vrijheid kregen ze eerst in het midden van de negentiende eeuw. Sinds die tijd begonnen ze over heel Europa te migreren en daarna gingen ze naar Amerika.6 In de eerste wereldwijde Roma Congres die op 8-12 april 1971 in Londen plaats vond werd gebaseerd de Internationale Roma-Unie (Unia internationalistische Romani) als de NGO's. De Internationale Roma-Unie daar besliste dat de stamleden van alle Zigeunerse stammen vanaf die dag Roma genoemd worden.7 Het is de vraag uit welke tijdstip zijn de oudste rapporten over de aanwezigheid van Roma in het Tsjechische gebied. Volgens sommigen spreekt de kroniek van Dalimil van 1314 over hun aankomst. Het wordt gezegd dat hier tot vijfhonderd Tartaren verkenners kwam. Ze zwierven rond, bedelden om brood en dronken water rechtstreeks uit de kreek. Volgens een analyse van hun taalkundige uitingen zou dat de voorouders van de Roma kunnen zijn. Een andere vermelding kunnen we vinden in het boek Popravčí kniha pánů z Rožmberka van 1399 volgens welke er tussen de veroordeelde dieven een Zigeuner was. In de oude kronieken die door František Palacký uitgegeven werden is er een verwijzing naar het jaar 1416 toen de Zigeuners door het land zwierven en van de mensen het eten bedelden.8 De Roma schijnbaar vluchtten voor de Turkse dreiging in het oosten. In het begin waren ze heel dankbaar aanvaard, maar later kwamen ze in conflict met de bevolking en uiteindelijk werden ze ongewenst. Ze waren dakloos, leefden van aalmoezen en geschenken en werden geleidelijk verdreven uit de steden. Maar ze kwamen opnieuw en opnieuw. Er zijn enkele meldingen over hun aanwezigheid in de stad in stedelijke kronieken vanaf de zeventiende eeuw zoals in Hradec Králové, Kutná Hora, Louny en anderen. In de steden waren er regelmatig branden, waarvan de bevolking de Roma schuld gaf en vedreven ze weg. Bewaard zijn ook lijsten van veel straffen, executies, veroordelingen tot dwangarbeid en dergelijke. Roma waren onwenselijk voor de problemen die ze maakten maar ze altijd de aalmoezen van de bevolking kregen. Als de meest voorkomende Roma achternamen 5
Kenrick, Donald. Cikáni na cestě z Indie do Evropy, 2003, p. 21. Ibid., p. 32. 7 Nečas, Ctibor. Romové v České republice včera a dnes., 1999, p. 15. Palacky Universiteit in Olomouc 8 Ibid., p. 17-18. 6
4
van de achttiende eeuw zijn volgens Ctibor Nečas deze: Růžička, Horvát, Petržilka, Pokorný, Januš, Vojvoda, Pleška en Zelenka.9 In Moravië lieten de leenheren soms toe dat de rondreizende Roma op het landgoed konden verblijven en van bepaalde ambachten konden uitoefenen. Op deze manier vestigde in Uherský Brod bijvoorbeeld Štěpán Vajda zogenaamd Daniel. Hij was een smid zoals zijn nakomelingen. De meest voorkomende middelen van bestaan waren voornamelijk smeden, handelen met paarden, mensenhandel, productie van muziek en grappenmakerij. De Zigeneur- kampen werden opgericht in Brno, Oslavany, Svatobořice, Bojkovice en elders. Interessant zijn ook de bewaarde gegevens van pogingen van Maria Theresia en Jozef II over de afwikkeling en assimilatie van Roma. Mannen moesten een beroep hebben, vrouwen moesten zorgen voor een gezin, de jongeren moesten aan Marine gaan en de kinderen verplicht naar school gaan.10 Het is duidelijk dat Maria Theresa niet geslaagd was om deze plannen te realiseren. Aan het begin van de twintigste eeuw gingen de Zigeuner kinderen nauwelijks of zeer onregelmatig naar school maar er bestaan enkele uitzonderingen. Bijvoorbeeld Tomáš Holomek uit Svatobořice studeerde af aan de rechtenfaculteit in Praag en Antonin Daniel uit Oslavany studeerde bij het Učitelský ústav ( een onderwijsinstituut ) in Brno.11 Behalve in Zuid-Moravië trokken Roma verder rond in het hele gebied van Bohemen. Er werd vanwege hen een aantaal van wetten afgekondigd. Bivoorbeeld hadden ze "zwervende bladen" waarin er werd geschreven waar en waneer ze precies waren. Tot de meest belangrijke dingen behoorde de juiste registratie. Het was hun niet toegestaan om wapens te dragen en ze moesten aan de veterinaire en sanitaire maatregelen voldoen. De meest trieste hoofdstuk in de geschiedenis van Roma in Bohemen en Moravië is de periode van het Protectoraat. Zoals niet-Arische burgers werden ze bestemd voor vernietiging onmiddellijk na de Joden. Eerst werden ze getransporteerd naar de werkkampen in Lety bij Pisek en naar Hodonín. Sinds maart 1943 werden er vijf transporten naar het Zigeuner werkkamp Auschwitz-Birkenau gerealiseerd. Hier eindigden de meeste mensen in de gaskamers. Het werkelijke aantal van Romaslachtoffers van de holocaust is niet bekend. De genocide van de Tweede Wereldoorlog
9
Ibid., p. 32. Ibid., p.38-39. 11 Ibid., p. 43. 10
5
overleefd bijna duizend Roma. Na 1945 migreerden ze opnieuw naar Bohemen voornamelijk uit Hongarije, Roemenië en met name uit Slowakije. Direct na de oorlog woonden Roma met name in het grensgebied. Vooral in het oosten van Slowakije leefden ze in slechte condities. Jonge mannen vonden later betere levensomstandigheden in Tsjechie in het vervullen van militaire dienst en dus brachten ze hun gezinnen mee. In het midden van de twintigste eeuw begonnen ze te komen van het Slowaakse platteland naar de Tsjechische steden. Ze wisten niet hoe in de administratieve handelingen te navigeren, ze waren analfabeet en ze praatten met elkaar met een mengsel van de taal van de Roma, Slowaaks en Hongaars. Ze vestigden zich in geïsoleerde gemeenschappen en ze waren niet geïnteresseerd in integratie. Kinderen werden als gevolg van de aanzienlijke achterstand niet in de scholen opgevoed. Geleidelijk verstedeleken ze en vonden het werk in de industriële steden.
I.2
Etnische afkomst van Marokkanen, oorzaken en ontwikkeling van hun
migratie naar Nederland Nederland is voor de burgers van Marokko in termen van aantal van migranten het tweede belangrijkste doelland. Het eerste land blijft Frankrijk vanwege de historische redenen - in dit geval bedoelen we het bestaan van de voormalige Franse koloniën op het grondgebied van Marokko, taalbanden (het Frans) en sterke zakelijke relaties tussen Frankrijk en Marokko na de dekolonisatie die in verschillende fasen sinds 1956 plaatsvond. Daarentegen zijn de Marokkanen in Nederland waar bijna een op de tien van de bevolking van buitenlandse afkomst is, na Turken en Indonesiërs de derde grootste etnische minderheid.12 Het naast elkaar bestaan van deze minderheid die enkele honderdduizenden leden heeft en de meerderheid is een goede mogelijkheid voor wederzijdse culturele verrijking. Toch gebeurt dit niet zonder noemenswaardige problemen. In ieder geval is het uit het bovenstaande duidelijk dat de Marokkanen in Nederland een frequent onderwerp van controverse politieke, sociologische, historische of taalkundige controversen zijn geworden. Maar ze zijn ook heel vaak het onderwerp van de media-aandacht.
12
Meer nauwkeurige getallen hieronder
6
Marokko is van de drie Maghreb-landen (Verder zijn dat Algerije, Tunesië, Mauritanië en enkele andere Noord-Afrikaanse landen) een van de landen met de meest gecompliceerde demografische en taalkundige situaties. In 2012 had het land 32,3 miljoen inwoners. Tot 99% van de bevolking belijdt de soennitische islam en in de grote Marokkaanse steden kunnen we ook de joodse en katholieke minderheden vinden. De gemiddelde leeftijd van de inwoners van Marokko is 27,3 jaar en de levensverwachting is 76,1 jaar wat in de Afrikaanse context relatief hoog is.13 De alfabetiseringsgraad is ook relatief hoog op 56,1%. De werkloosheid is bijna 22%. De overgrote meerderheid van de bevolking is geconcentreerd in de nabijheid van een aantal steden in het noordelijke deel van Marokko.14 Hoewel de CIA stelt dat 99% van de bevolking de Berber-Arabische etniciteit heeft, is de situatie ingewikkelder. In het land wonen er naast elkaar de oorspronkelijke bewoners van het gebied die Berbers genoemd zijn die enkele Berbers-talen spreken en 33% van de bevolking uitmaken, en de meerderheid van Arabieren. Co-existentie tussen hen was niet altijd ideaal en Berbers klagen vaak over etnische, culturele en taalkundige onderdrukking. Marokko is ook niet zo taalkundig homogeen als het voor een Europeanen lijkt. De officiële taal van Marokko is wel alleen Arabisch maar volgens Jacques Leclerc zijn er op het Marokkaanse grondgebied ten minste de volgende talen waaronder zowel drie varianten van het Arabisch, drie Indo-Europese talen en diverse Berber-talen of dialecten:15 (A) Klassieke Arabisch, een taal die in de Arabisch-sprekende omgeving geen moedertaalsprekers heeft. De taal van de Koran, godsdienstonderwijs en schriftelijke uitingen. Deze taal is voor de voorkomende bezoeker van het land bijna onmerkbaar en onzichtbaar en volgens de Marokkaanse grondwet is het officiële taal. (B) Marokkaans Arabisch die de moedertaal is van 60% tot 100% van de bevolking en die opgedeeld is in een aantal dialecten. Deze variante dient als de meest voorkomende alledaagse taal van de communicatie,
13
In de volgorde van de levensverwachting is Marokko op de 80e plaats in de wereld gevolgd door Slowakije. Tsjechië is 65e (77,38 jaar) 14 Statistische gegevens in deze paragraaf worden door de Amerikaanse CIA overgenommen en zijn van het jaar 2012, Central Intelligence Agency, https://www.cia.gov/library/publications/the-worldfactbook/geos/mo.html. 15 Jacques Leclerc, http://www.tlfq.ulaval.ca/AXL/afrique/maroc.htm.
7
(C) Modern Standaard Arabisch die niet alleen in Marokko, maar ook in andere Arabisch-sprekende landen wordt gebruikt bijvoorbeeld in scholen, in de media, officiële formulieren, literatuur en justitie, (D) De taal van Berbers die uit een aantal van zeer verschillende dialecten bestaat en die in tien Afrikaanse landen en Marokko vaak wordt genoemd Amazigh. De moedertaal van tot 40% van de Arabieren, (E) Het Spaans dat zijn positie in de Noord-Marokkaanse steden Tanger of Tétouan behoudt, (F) Het Engels dat steeds groter belang en prestige bij de Marokkaanse schoolkinderen verwerft omdat ze het als een ticket naar de arbeidsmarkt en een betere samenleving beschouwen. (G) Het Frans dat volgens de Marokkaanse grondwet geen officiële taal is en die geen officiële status heeft. De taal van de voormalige kolonisator die Marokko sinds de jaren zestig in het schoolsysteem, justitie en andere gebieden door de politiek van Arabisatie systematisch vervangt. De politiek van Arabisatie is in de afgelopen jaren verzwakt en het Frans handhaaft nog steeds een relatieve sterke positie op het gebied van onderwijs, justitie, politiek en economie. Voor het behoud van deze positie draagt het massieve toerisme van Frans-sprekende landen bij maar dat betekent niet dat alle Marokkannen het Frans kunnen spreken. Men kan ruwweg zeggen dat het Frans spreken aleen de mensen die ten minste een middelbare school voltooien (maar dat is nauwelijks de helft van de kinderen ) of degenen die in grotere steden wonen en die meer regelmatig in contact met toeristen komen.16 Uit het bovenstaande kunnen we schatten dat de typische Marokkaanse immigrant nogal geletterd is, hij is van jongere leeftijd, van islamistische geloof, komt uit de noordelijke helft van het land en hoogstwaarschijnlijk het Marokkaans Arabisch of de taal van de Berbers spreekt en misschien het Frans op schoolniveau kent. In Nederland worden er in de sociologie, de sociolinguïstiek en demografie gewoonlijk de
woorden
autochtoon
en
allochtoon
gebruikt.
Deze
begrippen
zijn
als
internationalismens ook in technische taal in het buitenland (via de in Frans sprekende België) doorgedrongen en en hebben hun eigen betekenis in non-humanistische 16
Voor meer details over de status van het Frans in Marokko - Holeš, Jan – Kadlec, Jaromír (2012): Jazyková politika frankofonních zemí
8
wetenschappen. Beide begrippen komen uit het Grieks en bevatten een de wortel van het woord "Chtonos" - een land. De eerste term betekent zoiets als "lokale land" en de tweede betekent "buitenland". Per de definitie van de Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek is allochtoon een persoon die in Nederland woont en heeft ten minste een ouder die in het buitenland werd geboren. De allochtoon die in het buitenland is geboren behoort tot de eerste generatie. Een persoon die in Nederland is geboren behoort tot de tweede generatie.17 Het liberale Nederland is altijd een populaire bestemming voor immigranten geweest. In de naoorlogse jaren tot halverwege de jaren zestig kwam echter de meeste buitenlanders in Nederland uit de voormalige Nederlandse koloniën en pas sinds die tijd begonnen de immigranten uit andere landen naar Nederland massief te komen. Deze mensen komen uit Turkije en precies uit Marokko. El Bardai herinnert dat er in Nederland in 1964 slechts driehonderd Marokkanen woonden. De meest massieve immigratie uit NoordAfrika vond plaats in de jaren zestig en in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het waren vooral mannelijke immigranten die als ongeschoolde en goedkope arbeidskrachten in de textiel-, voedsel-, staal-en mijnindustrie werkten. Deze mannelijke immigranten werden geleidelijk met hun familieleden aangevuld. Zelfs in de jaren zestig beschouwden de Marokkanen zelf hun verblijf in Nederland als tijdelijk en ze rekenden met het feit dat nadat ze genoeg geld verdienen terug zouden gaan. Het ging dus om de arbeidsmigratie en het zijn deze migranten die als de eerste generatie van de allochtonen worden beschouwd.18 Voor dergelijke immigranten wordt soms de Duitse term "Gastarbeiter" gebruikt. De integratie van deze werknemers in de maatschappij is niet een prioritaire doelstelling en ze werden door de meerderheid als een noodzakelijk kwaad gezien. Deze houding weerspiegelt in de VS ooit een veel gebruikte uitdrukking: Wanted, but not welcome - Gezocht maar niet welkom.19 Nederland was niet het enige Europese land dat tegelijkertijd dit werving uitvoerd. Het werd veroorzaakt door veranderingen van de arbeidsmarkt en buitenlandse werknemers moeten helpen bij de uitbreiding van de productie tegen zo laag mogelijke kosten. Dergelijke politiek van een gedreven werving van arbeidskrachten is in sociologie en 17
Centraal Bureau voor de Statistiek, online http://statline.cbs.nl. El Bardaï, Omar (2003): „Les Marocains résidant aux Pays-Bas: caractéristiques démographiques et sociales“, in: Marocains de l’extérieur, p. 323–324. 18
19
Rea, Andrea – Tripier, Maryse (2003): Sociologie de l’immigration, p. 97.
9
demografie genoemd als "Pull factors". Het doel van deze "Pull factors" is om de buitenlanders in een nieuwe land met opzet te "trekken". De buitenlanders vertrokken hun land niet omdat ze door een extreme of gewelddadige gebeurtenissen werden gedreven maar omdat hun landen van herkomst onder armoede, analfabetisme, werkloosheid, crises van landbouw en in het algemeen onder de politieke en economische instabiliteit leden. Dergelijke verschijnselen eigenlijk "duwen" de bewoners om te verhuizen en in de sociologie en demografie worden gezamenlijk aangeduid als "push-factors".20 Na de eerste oliecrisis in 1973 kwamen er meer immigranten die met grote economische problemen werden geconfronteerd. De economische crisis had invloed vooral op deze ongeschoolde arbeiders. Deze mensen bevonden zich onder de werklozen als eersten. De Marokkanen in Nederland hadden de keuze: of terugkeren naar hun land van herkomst of om permanent in Nederland te vestigen en een gezin te hier te stichten. De overgrote meerderheid van hen koos voor de tweede mogelijkheid en in de grote Nederlandse steden zoals Amsterdam, Den Haag en Rotterdam verschenen talrijke gemeenschappen van Marokkanen. Tijdens deze migratie ging het niet aleen om een zoektocht naar betere werkgelegenheid maar over het scheppen van familiebanden (zogenaamde Gezinsherenigende migratie). Na 1985 verminderde en stabiliseerde de immigratie van Marokkanen in Nederland.
II. Huidige status van minderheden, demografische en statistische gegevens II.1 Huidige status van de Roma-bevolking in de Tsjechische Republiek demografische gegevens en statistieken, sociale factoren De populatie wordt gedefinieerd als een groep van mensen met gemeenschappelijke biologische en culturele kenmerken. Net als in de wereld is het ook in de Tsjechische Republiek zeer moeilijk om de omvang van de Roma-bevolking te bepalen. Bepaalde informatie kan worden afgeleid uit de statistieken van de volkstelling van mensen en huizen. Het zijn de enige nauwkeurige gegevens die we hebben maar tegelijkertijd is zeker dat het voorspellende waarde niet absoluut is. Voor de Roma etniciteit (In tsjechie 20
Ibid., p. 36.
10
bestaat er een wettelijke verschill tussen een staatsburgerschap en etnititeit ) verklaren zich officieel slechts enkele Roma. Onder de Roma-bevolking is een grote groep van mensen die zich niet voor de Roma etniciteit verklaren bijvoorbeeld omdat ze bang van de reactie van de meerderheid zijn. Er zijn ook een klein aantal van Roma die hoewel ze zich voor de Roma etniciteit verklaren in hun manier van leven bijna geassimileerd zijn en dicht bij het leven van de meerderheid staan. De volgende tabel toont duidelijk hoeveel mensen zich voor de Roma etniciteit in de afgelopen honderd jaar hebben verklaard. Hun totale aantal werd maar geschat op honderdvijftigduizend. Ook in 2001 verklaarden zich voor de Roma nationaliteit in totaal in totaal 11.716 mensen, onder wie 6.149 mannen en 5.597 vrouwen. Hun werkelijke aantal werd geschat op tot twintig keer hoger. De schattingen lopen sterk uiteen. Roma-activisten meldden aan het begin van het millennium een aantal van 400 000-500 000 Roma. De Europese Commissie werkte met het cijfer van 300 000.21
21
Langhamrová, Jitka, Fiala, Tomáš. „Současná charakteristika romské populace a projekce jejího vývoje do roku 2050. In Jakoubek, Marek, Budilová, Lenka (eds). Romové a cikáni - neznámí a známí. Interdisciplinární pohled. Praag: Leda, 2008, p. 98 (de tabel), 100.
11
Een toenemend aantal van de Roma in de Tsjechische Republiek op basis van verschillende bronnen: % Jaar
van
de
Het aantal van bevolking mensen
Tsjechische
totale
van
de
Bron
Republiek 1921
249
0,00
Volkstelling
1930
227
0,00
Volkstelling
16 752 1947
De 0,19
inventarisatie
van
het
ministerie van Binnenlandse Zaken
1968
61 082
gegevens van de nationale
0,62
comites
1970
60 279
0,61
volkstelling - overzicht
1980
88 587
0,86
volkstelling - overzicht
1980
1989
107 193
145 739
gegevens van de nationale
1,04
comites gegevens van de nationale
1,41
comites
1991
32 903
0,32
volkstelling - verklaring
2001
11 716
0,11
volkstelling - verklaring
Het is interessant dat de Roma zich bij de eerste volkstelling na de Fluwelen Revolutie konden voor de eerste keer voor hun etniciteit konden verklaren maar ze deden het niet. Van degenen die zich voor hun nationaliteit verklaarden gaven slechts de helft van de Roma de Roma taal als hun moedertaal aan. De andere talen waren het Tsjechisch (ongeveer 38,1 procent) en het Slowaaks (8,7 procent). De grootste concentratie van 12
Roma was in de Noord-Boheemse Regio, de Noord-en West-Bohemen en in de steden Ostrava, Brno, Karviná, Děčin, Ústí nad Labem, Sokolov, Bruntál, Kladno a Přerov.
De toename van het aantal van de Roma per regio in 1970 en 1980: Het absolute aantal van mensen
Regio
Van 1 000 mensen
Aandeel in%
1970
1980
1970
1980
1970
1980
3 420
6 247
3,2
5,3
5,7
7,1
5 828
8 533
4,9
7,4
5,7
7,1
Zuid-Bohemen
2 980
4 102
4,6
6,0
4,9
4,6
West-Bohemen
8 741
12 069
10,3
13,7
14,5
13,6
17 195
24 122
16,2
20,7
29,5
27,2
Oost-Bohemen
5 279
7 925
4,4
6,3
8,7
9,0
Zuid- Moravië
4 080
7 259
2,1
3,6
6,8
8,2
18 330
6,8
9,5
20,2
20,8
88 587
6,1
8,6
100,0
100,0
De
hoofdstad
Praag MiddenBohemen
NoordBohemen
Noord- Moravië 12 156 Tsjechische Republiek
60 279
13
De groei-index van de Roma en de rest van de bevolking per regio:
De groei-index (1970 = 100) Regio
De
inwoners
Andere Roma
behalve Roma De
hoofdstad
inwoners behalve Roma
182,7
103,4
5,4
0,3
146,2
101,7
4,1
0,2
Zuid-Bohemen
137,7
105,6
3,2
0,5
West-Bohemen
138,1
103,3
3,2
0,3
135,6
105,5
3,0
0,5
Oost-Bohemen
150,1
103,7
4,0
0,4
Zuid- Moravië
177,9
105,3
5,6
0,5
150,8
107,1
4,1
0,7
147,0
104,7
3,8
0,8
Praag MiddenBohemen
NoordBohemen
NoordMoravië Tsjechische Republiek
14
jaarlijkse
relatieve toename in%
Andere Roma
gemiddelde
De groei van de Roma-bevolking tussen 1970 en 1980 naar de leeftijdsopbouw:
70 60 50 0 - 14 jaar
40
15 - 49 jaar
30
50 + jaar niet bekend
20 10 0 1970
1980
Er worden ook de prognoses van de groei van het aantal van Roma-bevolking tot 2050 verwerkt. Wij presenteren die in de volgende tabel. Volgens de prognoses zal het aantal van de Roma-bevolking in de komende jaren wel groeien maar het zal niet zo´n grote toename van de kinder-bevolking zijn en omgekeerd zal het aantal personen van middelbare leeftijd groeien. In de volgende jaren zal het aantal Roma in de Tsjechische Republiek vermoedelijk stabiliseren. We kunnen zien dat de schattingen berekenden dat er in 2013 met ongeveer 200 tot 250 000 Roma in de Tsjechische Republiek zullen zijn en volgens de meest recente statistieken is dat waar. Met het verstrijken van de tijd kunnen we nu beoordelen en evalueren de nauwkeurigheid van langdurige schatting van 2008. De demografische ontwikkeling van de Roma-bevolking wordt beïnvloed door verschillende sociale factoren. Dankzij hun invloed verschilde deze ontwikkeling van de minderheid van die van de meerderheid. Volgens de statistieken is ten minste een derde van de in Tsjechische Republiek wonende Roma in de Slowaakse Republiek geboren. De reden hiervoor is dat zij in de Slowaakse Republiek vaak in armoede, achterlijkheid en zeer slechte hygiënische omstandigheden leefden. De volgende tabellen laten zien hoe zij hun sociaal niveau hebben verhoogd door ongeveer een halve eeuw van het leven in de Tsjechische Republiek. De kwaliteit van de huisvesting, opleidingsniveau en werkgelegenheid is verbeterd. Maar desondanks zijn ze achter met andere 15
bevolkingsgroepen. Ze zijn laaggeschoold en dus een hoge werkloosheid. Terwijl in 2001 gemiddelde werkloosheidspercentage van de meerderheid 9,3% was, wat Roma betreft was dat 57%. Opleidingsniveau naar nationaliteit in 1991 en 2001: Het percentage van mensen met het onderwijs %
basisonderwijs Etniciteit
(inclusief onvoltooide)
middelbare middelbare
en onderwijs
beroepsonderwijs met
hoger een onderwijs
diploma
1991
2001
1991
2001
1991
2001
1991
2001
33,1
23,0
35,4
38,0
22,9
28,4
7,2
8,9
Tsjechische
32,0
22,7
35,9
38,5
23,5
28,8
7,3
8,8
Moravische
32,4
21,6
36,3
39,8
23,4
29,0
7,2
9,2
Silezische
33,5
19,4
36,0
37,3
23,1
30,7
6,6
11,8
Slowaakse
51,0
35,9
26,9
31,4
13,6
20,5
5,8
9,4
Poolse
41,8
29,0
29,5
34,7
20,6
25,7
6,3
9,3
Duitse
54,6
37,6
29,5
38,2
11,5
16,7
2,5
5,7
Roma
78,4
65,4
10,0
17,3
0,9
5,0
0,3
1,6
Hongaarse
58,3
41,8
24,7
31,3
10,2
16,2
4,4
7,9
Vietnamese
29,2
31,5
33,3
21,7
22,1
32,2
7,1
6,5
Russische
30,5
13,0
15,4
8,8
24,4
33,7
26,9
40,8
De bevolking (totaal) waarvan:
16
De leeftijdsopbouw van de Roma-bevolking in vergelijking met de rest van de bevolking van de Tsjechische Republiek in de jaren 1980, 1991 en 2001: De Roma-bevolking in de Tsjechische Republiek
De
leeftijdsgroep 1980
1991*
2001*
De hele bevolking
1991
2001
M
V
M
V
M
V
M
V
M
V
0 – 14
42,7
42,1
38,0
37,3
29,9
31,1
22,2
19,9
17,0
15,4
15 – 29
31,2
30,3
30,5
30,6
28,3
27,4
22,9
20,7
24,5
22,3
30 – 59
22,0
22,7
28,8
27,9
37,9
35,5
40,3
38,5
43,1
41,0
4,1
4,9
2,7
4,2
3,9
6,1
14,6
20,9
15,3
21,4
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
60
+,
bekend Totaal
niet
17
Opleidingsniveau van de Roma-bevolking van meer dan vijftien jaar in 1991: Het aantal van mensen totaal Het onderwijs
in %
M
V
M
V
7 994
8 093
76,4
80,5
Het beroepsonderwijs
1 304
677
12,5
6,7
Het speciaal onderwijs
34
36
0,3
0,4
105
87
1,0
0,9
Het hoger onderwijs
45
19
0,4
0,2
Zonder onderwijs
504
620
4,8
6,2
Niet bekend
478
524
4,6
5,1
Totaal
10 464
10 056
100,0
100,0
Het basisonderwijs (inclusief onvoltooide)
Het middelbare onderwijs met een diploma
18
De economische activiteit van de personen van de Roma nationaliteit volgens leeftijd: Economisch actieve personen
Personen Economisch met
Leeftijd Totaal
Werkzaam
Werkloos
een
niet-actieve
onbekende
personen
economische
Totaal
activiteit 0 – 14
x
x
x
3 579
x
3579
15 – 29
2 103
774
1 329
1 100
67
3 270
30 – 39
1 517
624
893
349
51
1 917
40 – 49
1 251
620
631
299
37
1 587
50 – 59
469
250
219
334
12
815
60 – 69
21
21
x
344
4
369
70 +
2
2
x
204
x
206
2
2
x
1
x
3
Niet bekend
In de termen van de demografische curve is er een wezenlijk verschil tussen de Roma en de meerderheid van de bevolking. Terwijl de bevolking vergrijst en de geboortecijfers dalen (dus gaat het om een regressieve bevolking ) zijn de Roma het tegenovergestelde. Er wordt een groter aantal kinderen geboren en hun bevolking heeft progressieve kenmerken. De tabel van de leeftijd van de bevolking wijst op het jaar 1991. We kunnen zien een stijging van het geboortecijfer en een grotere vertegenwoordiging van mannelijk geslacht. We moeten benadrukken dat dit gaat om de mensen die zich in de vragenlijsten voor de Roma etniciteit verklaarden. Slechts een kleine deel was meer dan vijftig jaar oud en een groot aantal van de personen was onder vijftien jaar oud. De Roma-vrouwen hebben een hoge vruchtbaarheid - 5,03 kind per 19
vrouw maar wat de vrouwen uit de meerderheidsgroep betreft gaat het over een aantal van 2,17 kind. Voor een efficiënte oplossing van Roma problemen zouden we de nauwkeurige huidige aantallen van deze populatie moeten kennen. Maar ze zijn nog niet beschikbaar en zullen dat waarschijnlijk ook in de nabije toekomst niet zijn. Zelfs in 2013 kunnen we zeggen hetzelfde als de statistieken van de voorgaande jaren wijzen. De Roma hebben een lagere opleidingsniveaus dus lagere inkomen en levensstandaard. Lage vaardigheden, slechte werkethiek en onbetrouwbaarheid leiden tot onwilligheid om ze in dienst te nemen. Tegelijkertijd hebben ze concurrentie bijvoorbeeld uit de Oekraïne of Polen van mensen die naar Tsjechië komen en die in verschillende handenarbeid werken. Deze werkers hebben geen speciale kwalificaties nodig. Roma moeten dus van uitkeringen blijven leven en uitbuiten van de kinderbijslagen op een groot aantal van kinderen. Hun werkloosheid is zeventig percent en in Ostrava is dat tot negentig percent.
20
II.2 Huidige status van de Marokkaanse bevolking in Nederland - demografische en statistische gegevens Voor een visuele idee geven we eerst twee grafieken die de proportionele samenstelling van de Nederlandse bevolking en de Allochtonen volgens het land van herkomst uitbeelden. In de tabellen kunnen we de chronologie van de Marokkaanse bevolking van de migratie naar en vanuit Nederland zien. De gegevens zijn vanaf 2009.22
Grafiek 1: Het aandeel van de bevolking van buitenlandse afkomst in de Nederlandse bevolking
Grafiek 2: Percentage van de bevolking van de "niet-Westerse" afkomst
De inwoners van Nederlandse afkomst
Marokko
Inwoners van de "Westerse" afkomst
Suriname
De inwoners van de "nietWesterse" afkomst
Antillen en Aruba
Turkije ander
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek woonden er in Nederland in 2012 precies 16.730.348 inwoners - dus 13.236.155 waren van de Nederlandse afkomst, 1.556.542 mensen kwamen uit verschillende "westerse" landen en 1.937.651 inwoners kwamen uit "niet-westerse" landen.23 In totaal zijn dus 3.494.19 inwoners van 22
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, online http://statline.cbs.nl. De grafiek is door ons gemaakt. Deze begrippen kunnen enigszins misleidend zijn. Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek definieert de bewoners van de 'niet-westerse' herkomst als personen die uit sommige Afrikaanse, Zuid23
21
buitenlandse afkomst. De betekenis wordt gegeven door de definitie van de "eerste" en de "tweede" generatie die hierboven staat. Het is een aantal van 362 954 Marokkannen van de "eerste generatie" en 194.740 van de "tweede generatie". De bewoners van de Marokkaanse afkomst betekenen dus 2,17% van de bevolking van Nederland. In de onderstaande tabel van El Bardai kunnen we een overzicht van de jaren 1965-2001 zien. Hij maakte die met behulp van gegevens van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek.
Gegevens over immigratie en emigratie van Marokkanen in Nederland in de jaren 1965-2001:24
Jaar
Immigratie
naar Emigratie
uit De
resulterende
Nederland
Nederland
toestand
1965
5300
700
400
1966
9100
1600
7500
1967
1200
2400
-1200
1968
2800
1100
1700
1969
3400
400
3000
1970
5900
400
5500
1971
3800
600
3200
1972
2400
700
1700
1973
2800
600
2200
1974
3500
600
2900
1975
7900
700
7200
1976
5700
800
4900
1977
5800
800
5000
Amerikaanse, Aziatische (met uitzondering van Indonesië en Japan) landen of Turkije komen. Inwoners van de "Westerse" afkomst wordt door hem gedefinieerd als personen die uit een Europees land (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië of Japan komen. Indonesiërs zijn ten aanzien van de sociaal-economische en culturele situatie beschouwd als van de "Westerse" afkomst. Dit zijn voornamelijk mensen geboren in het voormalige Nederlands-Indië. (Http :/ / statline.cbs.nl /) 24 Bron: El Bardaï, Omar (2003): „Les Marocains résidant aux Pays-Bas: caractéristiques démographiques et sociales“, in: Marocains de l’extérieur, p. 326–327.
22
1978
7200
900
6300
1979
7700
1100
6600
1980
10 400
1300
9100
1981
8500
1500
7000
1982
6500
2500
4000
1983
5000
2800
2200
1984
4800
2700
2100
1985
5800
1900
3900
1986
6800
1700
5100
1987
7200
1400
5800
1988
8400
1500
6900
1989
8700
1300
7400
1990
9800
1100
8700
1991
9300
1100
8200
1992
7500
1100
6400
1993
6200
1200
5000
1994
3300
1200
2100
1995
3100
1200
1900
1996
4528
2490
2038
1997
4894
1711
3183
1998
5531
1466
4065
1999
4670
1432
3238
2000
4482
1105
3377
2001
5197
1090
4107
Ten aanzien van de leeftijdsopbouw van de bevolking van de Marokkaanse afkomst kan men zeggen dat het om relatief jonge personen gaat en dat de oudere generatie nog niet gegroeid is. In de eerste generatie van Marokkanen was er in het jaar 2000 het grootste aantal mensen tussen 30-44 jaar en tussen 15-29 jaar (dus in beide gevallen meer dan vijftig duizend mensen) maar er waren alleen 5 mensen ouder dan 45 jaar. In de tweede generatie is de grootste groep de kinderen onder de 14 jaar (meer dan tachtig duizend personen) en personen tussen 15-29 jaar (26.000). Op het gebied van tewerkstelling van deze personen in verschillende sectoren van de arbeidsmarkt kan worden gezegd dat in 23
de afgelopen tien jaar van de vorige eeuw (recentere gegevens zijn niet beschikbaar) de meeste mensen van de Marokkaanse afkomst in het gebied van de mijnbouw en in de industrie in het algemeen werkten. Verder werkten ze in de reparaties, servicegebied en financiën.25 Maar het blijft een feit dat er in deze populatie een aanzienlijke werkloosheid bestaat die vaak een bron van sociale spanningen is. In de onderstaande tabel zijn er meer recente gegevens die nogmaals
door het
Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek verwerkt werden. De gegevens na 2009 zijn nog niet gepubliceerd. De gegevens over emigratie uit Nederland worden niet genoemd.
De gegevens over de immigratie van Marokkanen in Nederland in 2002-2009:26 Jaar
Immigratie in Nederland
2002
5123
2003
4828
2004
3625
2005
2357
2006
2007
2007
1532
2008
1828
2009
1922
Tot 83% van de bevolking van de Marokkaanse afkomst is geconcentreerd in deze vier provincies: Noord-Brabant (11,5%), Utrecht (13,3%), Noord-Holland (27,3%) en ZuidHolland (30,8%). De inwoners van de Marokkaanse nationaliteit zijn voornamelijk geconcentreerd in de grote stedelijke gebieden wat het gevolg is van motieven van hun migratie naar Nederland. De aanwezigheid van Marokkanen in de eerste provincie kan verklaard worden door de concentratie van leer-en automobielindustrie. Utrecht, de vierde grootste stad van Nederland wordt soms de "Marokkaanse" stad genoemd. De aanwezigheid van Marokkanen in de derde provincie kan verklaard worden door het feit 25 26
Ibid, p. 331, gegevens over de arbeidsmarkt, zie p 353 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, online http://statline.cbs.nl.
24
dat hier de hoofd-en grootste stad van het land is. In het laatstgenoemde provincie zijn er nog twee van de vier grootste Nederlandse steden, Rotterdam en Den Haag.27 Migratiestatistieken tonen indirect de oorsprong van latere dringende problemen waarmee de Nederlandse maatschappij tot vandaag voldoet en die soms komen met een buitengewone kracht. De eerste immigranten richtten zich meer op het opbouwen van een voorlopige leven in een vreemde omgeving met een visie op een relatief snelle terugkeer naar hun land. Na de economische crisis richtten zich de werklozen vaders van gezinnen die hun sociale status verlieren naar het bouwen van een familie en keerden zich naar zijn oorsprong, de Islam en de cultuur. Ook hier kunnen we de algemeen waarneembare trend zien die ook zeer goed van een aantal van regio's in de Tsjechische Republiek bekend is - De verslechtering van de economische situatie veroorzaakt groei van de criminaliteit en sociale spanningen.
III. Politieke en sociale aspecten van de kwestie van de minderheden III.1 Politieke aspecten van de Roma-problematiek De kwestie van de Roma-minderheid is nog steeds actueel. Het wordt vaak genoemd door de media en de politiek op alle niveaus, nationaal en lokaal. Volgens de wetten hebben de Roma dezelfde rechten en plichten als andere burgers van de Tsjechische Republiek. U kunt niet begunstigen of discrimineren dat zij tot een bepaalde gemeenschap behoren. De regering van de Tsjechische Republiek passt tegen de Roma een multiculturele politiek toe zoals tegen andere nationale minderheden. Het project van het multiculturalisme is gebaseerd op het samenleven van verschillende naties. Bijvoorbeeld Ivan Ramadan schrijft in zijn boek dat het vorige communistische regime tegen Roma een politiek van gedwongen assimilatie toepaste. Het probeerde om de grootste samenvloeiing van de minderheid met de manier van leven van de meerderheid te bereiken. Het werd over een onaangepastheid van Roma en over een nodig georganiseerde verstrooiing gesproken. Sinds 1989 is de politiek van het land aanzienlijk veranderd. Het plaatst de nadruk op de erkenning en ondersteuning van hun eigen identiteit. Er worden verschillende groepen en initiatieven gevormd zoals het Roma burgerinitiatief. De leden van de Roma etnie zijn voor de eerste keer verschenen 27
El Bardaï, Omar (2003): „Les Marocains résidant aux Pays-Bas: caractéristiques démographiques et sociales“, in: Marocains de l’extérieur, p. 331-332.
25
in het Burgerforum, de Nationale Vergadering en andere instanties. Het probleem is dat de Roma worden gezien als een monolithische etnische groep terwijl ze in verschillende groepen verdeeld worden en er zijn grote verschillen tussen hen. De regering begint zich te richten op de verschillende subgroepen zoals zoals kinderen en jongeren die een risicogroep zijn. De regering ondersteunt hun opleiding, culturele bijzonderheden, legt de nadruk op hun hobby´s of bijvoorbeeld op een preventie van criminaliteit. Er worden ook in scholen Roma onderwijsassistenten uitgenodigd of worden er verschillende verenigingen en charitatieve instellingen gevormd. De regering ook zorgt voor de politiek van werkgelegenheid en schept speciale werkgelegenheid op de arbeidsmarkt.28 III.2 Politieke aspecten van de Marokkaanse problematiek Nederland werd al mogelijk voor een lange tijd beschouwd als een model van een goed functionerende multiculturele samenleving. Met het multiculturalisme bedoelen we een situatie waarin verschillende gezelschappen naast elkaar in een dezelfde omgeving coexisteren. Ze verrijken en beïnvloeden met elkaar zonder het verlies van hun identiteit. Een dergelijk model waarvoor het soms een metafoor "slakom" wordt gebruikt wordt tegengesteld tot de Amerikaanse immigratie-assimilatie-model waarin de "melting pot" (in het Engels) verschillende culturen uiteindelijk samenvoegen en worden ze een homogeen geheel.29 Sinds de jaren zeventig van de 20e eeuw hebben de meeste landen van de Europese Unie zich voor het multiculturalisme verklaard. Hierbij merken we op dat volgens de gegevens van de OESO er in Nederland 4,2% buitenlanders leefden. Ongeveer hetzelfde percentage buitenlanders leefden dit jaar nog in Noorwegen en in het Verenigd Koninkrijk. Tot de landen met het hoogste percentage buitenlanders behoorden Luxemburg (37,3%) en Zwitserland (19,3%).30 Deze statistieken kunnen echter in het kader van ons werk verwarrend zijn, omdat dit aantal alleen de echte
28
Ramadan, Ivan. „ Multikulturní politika České republiky ve vztahu k „romské komunitě““. Ing. Jakoubek, Marek, Budilová, Lenka (eds). Romové a cikáni - neznámí a známí. Interdisciplinární pohled. Praag: Leda, 2008, p. 179-199. 29
De term assimilatie heeft in sociologie de exacte betekenis en verwijst naar het proces waardoor de immigrant uiteindelijk samenvalt met de meeste natie en is van het onderscheidend. De aandacht wordt gevestigd op het feit dat het proces gaandeweg langzaam en in kleine stappen plaatsvindt die niet waarneembaar en onmeetbaar zijn. Het proces kan ingewikkeld en belemmerd zijn door externe fysieke kenmerken van immigranten zoals de kleur van de huid. Daarom de Europeanen assimileren in de VS of in andere Europese landen veel gemakkelijker dan bijvoorbeeld Afrikanen of Aziaten (Seligman, Edwin R. A. – Johnson, Alvin (1957): Encyklopedia of the Social Sciences, p. 281–283) 30 Rea, Andrea – Tripier, Maryse (2003): Sociologie de l’immigration, p. 94.
26
buitenlanders bevat maar niet de "inwoners van buitenlandse herkomst " die al in het specifieke land in families van immigranten zijn geboren en hebben een nieuw staatsburgerschap, enz. Deze getallen zijn totaal verschillend en we noemden ze in het tweede hoofdstuk van de scriptie. Het model van het multiculturalisme wordt onlangs als disfunctioneel en problematisch betwijfeld. Van het multiculturalisme heeft onlangs officieel bijvoorbeeld Denemarken zich teruggetrokken. In Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland is in de afgelopen jaren de diversiteit van onderling verre culturen verzwakt en dwingt de staat bewoners om zich aan de meerderheid aan te passen. Hoewel de tolerantie van verder erg liberale Nederlanders eerder werd getest, was een belangrijke mijlpaal de moord op Theo van Gogh waarin het leek dat het geduld van de meerderheid op is.
Dat was in de politieke scene te zien onder andere aan de groei van voorkeuren van de rechtse politieke partij - Partij voor de Vrijheid (PVV) onder leiding van Geert Wilders. Deze politicus spreekt al lang in het openbaar met zijn uitspraken tegen de islam en hij heeft ook zelfs een controversiële korte film Fitna gemaakt (in het Arabisch betekent het „Verstoring“ ). In deze film onderzoekt hij de relatie tussen Koran en terrorisme. De film veroorzaakte verontwaardiging in de islamitische wereld en opnieuw geroerd debat over de vrijheid van meningsuiting en het aanzetten tot religieuze haat. Hij is bekend in de publiek ook voor zijn beroemde zin „'I don't hate Muslims. I hate Islam.“ dus in het Nederlands - Ik haat geen Moslims, ik haat Islam.31 Al-Qaida riep tot de verwijdering van Wilders. Zijn partij die in 2005 opgericht is beleefde een snelle opkomst toen het in het Nederlandse Parlement kreeg (Negen zetels in de verkiezingen van 2006 en 24 zetels in de verkiezingen in 2010) en in het Europees Parlement (vier zetels in 2009). Het is de op twee na grootste parlementaire partij in Nederland. De belangrijkste onderwerpen van deze partij zijn gewoon immigranten en hun assimilatie en onder andere de euroscepsis (en terugtrekking uit de Europese Unie). Hoewel de PVV in het kabinet van Mark Rutte niet vertegenwoordigd is maar zijn minderheidsregering na de
31
Traynor, Ian (2008): „'I don't hate Muslims. I hate Islam,' says Holland's rising political star“, http://www.guardian.co.uk/world/2008/feb/17/netherlands.islam.
27
verkiezingen in 2010 op basis van het steunde konde dus PVV iets zeggen in het overheidsprogramma. In 2012 steunde PVV voor de regering niet als gevolg van bezuinigingen op de begroting. Maar het blijft een belangrijke speler in de Nederlandse politiek. Jan Pieter Hendrik die de oud-minister van Justitie en Binnenlandse Zaken, een lid van Christen-Democratisch Appèl en vicevoorzitter van Staatsraad is, diende het vorige jaar een 15-pagina voorstel voor een nieuw beleid ten aanzien van immigranten in. Het gaat over het opgeven van het model van multiculturalisme die tot het feit leidde dat de islamitische immigranten een parallelle samenleving in Nederland hebben gecreërd. Letterlijk staat er: "De overheid deelt de ontevredenheid van maatschappij met het model van de multiculturele samenleving en wil de prioriteit in de richting van de Nederlanders verplaatsen." In het nieuwe systeem van integratie zijn de waarden van de Nederlandse samenleving zeer belangrijk. Door deze verandering trekt de overheid zich terug uit het model van een multiculturele samenleving. Het nieuwe integratiebeleid zal volgens hem meer eisen aan immigranten stellen. De immigranten zullen Nederlands moeten leren en de overheid zal meer aandacht besteden aan het feit dat de immigranten de Nederlandse waarden en rechten volgen. De regering zal ook stoppen met de betaling van bijzondere bijdragen voor islamitische immigranten en zal nieuwe wetten invoeren. Deze wetten zullen bijvoorbeeld gedwongen huwelijken verbieden en ook zullen ze strengere maatregelen tegen immigranten uitvoeren die van hun kansen om het werk te vinden op de manier waarop ze zich kleden verminderen. De regering voert een verbod in om hun gezichten met de burka te bedekken.32 Als dat nodig zal zijn dan zal de regering andere maatregelen invoeren om de verblijfsvergunningen aan die immigranten die niet integreren in de samenleving te herroepen.33 De vraag is of dit nieuwe beleid echt helpt om de situatie te kalmeren of integendeel verder aanscherpt een wapen in de handen van Moslims geeft. Het tweede ding is hoeveel het eigenlijk reël is dat deze wetten zullen worden goedgekeurd en dat wel om twee redenen: De politici zijn goed op de hoogte van het feit dat de immigranten een grote groep van kiezers zijn. De groep die de verkiezingen kan beslissen (zoals onlangs in Frankrijk of de VS) en daarom zijn ze tegen hen voorzichtig in hun verklaringen. Een ander ding is dat ze met deze wetten 32
Het eerste Europese land dat deze heeft verboden was Frankrijk tijdens de regering van Nicolas Sarkozy in 2011. In Europa is er nog steeds een verbod in België en Italië en men discussiert over het in het Verenigd Koninkrijk. 33 Steyn, Mark: (2012): „Donner und Blitzen!“, National Review Online, http://www.nationalreview.com/corner/313142/donner-und-blitzen-mark-steyn.
28
(bijvoorbeeld het verbod van sluiering van het gezicht) met de vrijheid van godsdienst en de democratische principes in conflict komen. Deze wetten worden in de meeste landen onmiddellijk aangevallen door de grondwettelijke rechten en soms moeten ze verwijderd worden.
IV. Culturele en taalkundige kenmerken van de minderheden IV.1 Culturele en taalkundige kenmerken van de Roma-minderheid Volgens de eerder genoemde laatste volkstelling was het aantal van de Romaminderheid 0,32% van de hele bevolking. De werkelijke schatting is ongeveer 1,46 procent. Zij zijn onze grootste minderheid. Ze hebben hun eigen taal, cultuur en tradities. Een typische manier van leven van de Zigeuners en Roma wordt volgens Cohn gekarakteriseerd door een afkeer van regulier werk, het verdienen van een sociale ondersteuning, grote familiefeesten zoals bruiloften en begrafenissen, lakse benadering van het leren, positieve houding ten opzichte van de Roma folklore, liederen en dansen, etc. Hun vrouwen werken vaak met het voorspellen van de toekomst en de waarzeggerij is natuurlijk voor geld (drabarimos).
34
Tot de interessantheden van de huwelijken
behoren bijvoorbeeld zogenaamde "de prijs voor de bruid" die de familie van de bruidegom aan de familie van de vader van de bruid moet betalen. Het wordt vaak terugbetaald in delen al naar het feit of het huwelijk werkt of niet. In termen van linguïstiek is de taal van de Roma in de Tsjechische Republiek niet eenvormig. Het wordt in de Slowaakse, Hongaarse en Olah variant verdeeld. De Roma zijn gedeeltelijk tweetalig. De meesten van hen spreken een slecht Tsjechisch dat met verschillende Roma-dialecten vermengd is. De taal van de Roma werd bestudeerd door de taalkundigen J. Lípa die een leerboek van de taal van de Roma schreef en M. Hubschmann die een leerboek van de grammatica van de taal van de Roma schreef. In 1991 is opgericht de Vereniging van Roma auteurs en de boeken in de taal van de Roma ( bijvoorbeeld de verzamelingen van Roma-spreekwoorden, raadsels, gedichten..) zijn verkocht. Het ministerie van Cultuur ondersteunt programma's van de nationale minderheden. In de cultuur ondersteunt het de ontwikkeling van tradities, muziek, dans, de subsidies van 34
Cohn, Werner. Cikáni. Praag: Sociologische uitgeverij, 2009, p. 34.
29
Roma tijdschriften etc. Het project van het Roma theater is niet uitgevoerd maar er is het Museum van de Roma-cultuur in Brno ontstaan. De Roma-cultuur pronkt met het traditionele muziek, er bestaan veel folkloristische groepen, er worden shows van de volksliedjes Romfesten vastgehouden.
Tot de bekendste Roma banden behoren
bijvoorbeeld een band uit Svitavy - Točkolotoč of uit Rokycany - Kale met de zangeres Věra Bíla. Andere bekende Roma zangeres zijn bijvoorbeeld Iva Bittová en Ida Kelarová. Er verschijnen de tijdschriften Romano Kucrko en Romano Ondalos. De Tsjechische tv zendt regelmatig het programma Romale uit. Bij jonge meisjes is de wedstrijd Miss Roma favoriet.
IV.2 Culturele en taalkundige kenmerken van de Marokkaanse minderheid Het naast elkaar bestaan van verschillende culturen is voor Nederland kenmerkend en alle mensen kunnen ervan positieve prikkels en wederzijdse verrijking opdoen. Dit gebeurt echt en in Nederland woonden of wonen er een aantal van belangrijke persoonlijkheden die op verschillende manieren de Nederlandse maatschappij verhoogden en in sommige gevallen Nederland in het buitenland bekend hebben gemaakt. Onder hen kunnen we bijvoorbeeld twee succesvol politicinoemen, Ahmed Aboutaleb (geboren in 1961). Hij is van de Berber nationaliteit en als lid van de Partij van de Arbeid werd hij in 2009 burgemeester van Rotterdam. Hij bekleedde ook andere belangrijke politieke functies. Uit dezelfde politieke partij komt ook het Nederlandse parlementslid Ahmed Marcouch (geboren in1969). In de sport excelleerden de Marokkanen in Nederland vooral in het voetbal. Adam Maher (geboren in 1993) is een professionele voetballer van een van de belangrijkste Nederlandse voetbalclubs AZ (Alkmaar Zaanstreek). Ook Ibrahim Afellay (geboren in 1986) is een professionele en een belangrijke Europese voetballer die voor Schalke 04 speelt. De derde bekende voetballer van de Marokkaanse afkomst is Mounir El Hamdaoui (geboren in 1984) die momenteel in Italië speelt. Ten minste twee persoonlijkheden uit Marokko waren succesvol ook in de kunst. Abdelkader Benali (geboren 1975) wordt vaak omschreven als een van de grootste hedendaagse Nederlandse schrijvers die behalve romans essays, recensies, etc. schrijft. Zijn eerste roman Bruiloft aan zee is een groot succes geweest en werd vertaald in vele 30
talen. Rajae El Mouhandiz (geboren in 1979) is een populaire zanger die was de enige die in de publicatie The World’s Most Influential Muslims (Werelds meest invloedrijke Moslims) een van de vijf honderd meest invloedrijke Moslims ter wereld werd gerangschikt. De jonge Marokkannen verrijkten vooral de Nederlandse hip-hop en rap scene en brachtten naar dit gebied nieuwe ideeën en nieuwe genres zoals de stijl Shaabi dat wil zeggen een combinatie van de Marokkaanse populaire muziek uit verschillende delen van het land. In deze context kunnen we vermelden bijvoorbeeld Ali Bouali (beter bekend als Ali-B), Raymond Redouan Christiaan Rensen (beter bekend als Raymzter) of Yesser Roshdy (Yes-R). Door heel Nederland wordt er een aantal verschillende muziekfestivals georganiseerd. Op deze festivals wordt niet alleen de muziek maar ook andere kenmerken van de Marokkaanse cultuur zoals gastronomie of ambachten voorgesteld.35 Er werden in Nederland vele culturele, recreatieve, religieuze, professionele en politieke organisaties door Marokkanen opgericht. Anja van Heelsum, hoogleraar aan de Universiteit
van
Amsterdam
houdt
zich
bezig
met
de
problematiek
van
migrantenorganisaties in het algemeen. Ze noemt een opsomming van meer dan zevenhonderd van deze organisaties en volgens haar hebben aleen de Turken meer organisaties.36 In 2001 zond uit de derde zender van de Nederlandse TV Nederland 3 een twaalf delige serie van een half uur programma's uit over verschillende aspecten van het leven van de Nederlandse Marokkanen die tot een beter begrip en acceptatie van hun leven moest bijdragen. Tot de belangrijkste onderwerpen van deze serie behoorden vooral de integratie , redenen voor migratie, de rol van mannen en vrouwen in het gezin of godsdienst maar ook kunst, Marokkaanse cultuur in Nederland en belangrijke sportbeoefenaars.
35
Gazzah, Miriam (2005): „Maroc HipHop-Music and Youth Identities“, ISIM Review 16, p. 6–7, online https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/17013/ISIM_16_MarocHop_Music_and_Youth_Identities.pdf?sequence=1. 36 Anja van Heelsum: „Organisations of Immigrants“, http://avanheelsum.socsci.uva.nl/organisations.html. Er bestaat ook een boek van dezelfde auteur die over deze organisaties gaat - Marokkaanse organisaties in Nederland, 2002, Amsterdam: Aksant.
31
V. Roma en Marokkanen als een probleem van de minderheden in het ontvangende land. Sociale problemen van de etnische minderheid in Nederland en in de Tsjechische Republiek. De coëxistentie van een minderheid die etnisch en cultureel verschillend maar ook statistisch zeer significant is brengt veel problemen met zich mee waarvan sommige periodiek verschijnen. Zoals blijkt uit de bovenstaande gegevens steeg in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw het aantal van Roma met bijna de helft. Ze vestigden zich het meest in de industriële gebieden van Noord-en West-Bohemen en in de regio Ostrava. Vooral deze plaatsen zijn de brandpunten van de sociale onrust geworden en zijn bekend om hun hoge criminaliteit. De Roma beschouwden het als een vanzelfsprekendheid dat de staat voor hen zal zorgen en geeft ze een baan. Ze wilden niet werken en vaak zijn ze betrokken bij criminele activiteiten. De Roma verwoesten hun appartementen en worden problematisch. Bekend is de geschiedenis van het woonwijk Chanov in de buurt van de stad Most die een Roma ghetto is geworden. Dit woonwijk werd als nieuwe gebouwd en nu is het in een desolate toestand. Het bestaan van de Roma is nooit zo sterk geassocieerd met misdaden en criminaliteit als vandaag. Er wordt geschat dat ongeveer 30 procent van hen de fondsen voor het leven illegaal werven. Bijvoorbeeld volgens de gegevens van de politie van de stad Brno nemen de Roma misdadigers in 95 procent van zakkenrollerij deel, in 80 procent van de diefstallen, 60 procent van de prostitutie en aanverwante delicten. 37 De overgrote meerderheid van de Roma betalen de huur niet. Om deze redenen distantieert zich de meerderheid van de Roma en weigert in hun buurt te leven. Er gebeuren ook veel racistisch gemotiveerde aanvallen die door de beweging Skinheads, Arbeiderspartij of andere groepen zijn georganiseerd. De Roma voelen zich door deze aanvallen bedreigd. Ze beschouwen als discriminatie ook de omgang van de kantoren, op de arbeidsmarkt etc. In deze situatie vragen veel Roma-families voor de verhuizing naar Canada, GrootBrittannië en andere landen. Ze zeggen dat de belangrijkste redenen rassendiscriminatie en geweld tegen hen zijn. De regeringen van deze landen zijn echter niet met eens met een
dergelijke
instroom
van
meest
problematische
individuen
en
doen
tegenmaatregelen. Het sociaal beleid van de staat is niet succesvol en het niveau van het onderwijs stagneert. De ouders beschouwen school als een noodzakelijk kwaad en onderschatten het onderwijs van hun kinderen. Lagere scholen richten voorbereidende 37
Nečas, Ctibor. Romové v České republice včera a dnes. Palacky Univerziteit in Olomouc, 1999, p. 113.
32
klassen voor de Roma-kinderen om eerst van de taal en de basis gewoonten te leren. De meest Roma-kinderen gaan naar speciale scholen. Bijna niemand komt op de middelbare school, meestal eindigen ze met het basisonderwijs (zie de bovenstaande statistieken).
In de Nederlandse media wordt de probleem van de criminaliteit van de bevolking van Marokkaanse afkomst vaak genoemd. NIS News Bulletin stelt in een artikel van het eind van 2011 dat in steden met een hoger percentage van de inwoners van Marokkaanse afkomst tot 38,7% van de jongeren tussen de 12-24 jaar problemen met de politie krijgen en zelfs meer keer achter elkaar. Het is interessant dat het ook over de meisjes (die algemeen minder problematisch zijn) gaat. Volgens dit artikel dat de resultaten van een onderzoek van een onderzoekinstituut Risby (Rotterdam Instituut voor Sociaal Beleidsonderzoek) die aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam werkt citeert, wordt deze alarmerende statistiek geleid door de stad Den Bosch waar 47,7% van de Marokkaanse bevolking van 12-24 jaar zijn in de afgelopen vijf jaar van het plegen van een strafbaar feit verdacht. Andere steden op hun beurt zijn Zeist, Gouda, Veenendaal en Amersfoort. Deze strafbare feiten werden meestal geassocieerd met vermogenscriminaliteit en het geweld. Het is ook bekend dat de Marokkanen op dit gebied in alle steden de immigranten uit de Antillen hebben overtroffen. In de stad Groningen kreeg elk vierde meisje problemen met de politie en dat is in de vergelijking van de meisjes van Nederlandse afkomst zes keer meer.38 In een rapport van het Gatestone Instituut wordt hetzelfde onderzoek vermeld maar het wijst er ook op het feit dat de meeste daders werd in Nederland opgevoed wat suggereert dat de kinderen van immigranetn zijn niet geslaagd met succes in de Nederlandse samenleving te integreren.39 Dit rapport bevat ook een overweging van het feit wie voor de epidemie van Marokkaanse Criminaliteit in Nederland schuldig is en ook de verwijzing naar andere onderzoek van andere instellingen die voor de verhoogde spanning in de Nederlandse samenleving waarschuwen. De auteur wijst erop dat Nederland zal voor het mislukte immigratiebeleid zeer duur betalen.
38
NIS News Bulletin, http://www.nisnews.nl/public/101111_1.htm. Kern, Soeren: „Moroccan Crime in the Netherlands & the Myths of Multiculturalism“, http://www.gatestoneinstitute.org/2624/moroccan-crime-netherlands. 39
33
Nederlandse journalist Fleur Jurgens schreef over deze kwesties een boek40 dat veel gemengde beoordelingen en reacties heeft gewekt. In dit boek probeert de auteur de vier fundamentele mythen van het multiculturalisme te breken die volgens haar de succesvolle oplossing van het probleem van de islamitische immigranten voorkomt. We merken dat ten minste enkele van de gerapporteerde problemen niet specifiek Nederlands zijn maar ze ook in andere landen gebeuren, in de eerste plaats het Verenigd Koninkrijk. Sommige lijken in het algemeen op problemen met sociale integratie van minderheden ook in ons land. De vier mythen zijn: (a) Het Marokkaans probleem bestaat niet, (b) de Marokkanen wenden zich tot misdaad omdat de Nederlandse arbeidsmarkt hen discrimineert, (c) de Marokkaanse ouders kunnen het gedrag van hun kinderen niet controleren omdat het geen deel van hun cultuur uitmaakt, (d) Nederland betaalt aan de Marokkaanse immigranten morele schuld omdat de Nederlanders ze voor de arbeidsmarkt in Afrika als goedkope arbeidskrachten oorspronkelijk hebben ingehuurd. De auteur stelt dat 60% van de kinderen van Marokkaanse afkomst tussen de 17 tot 23 jaar de school verlaten zonder een basiskwalificatie. De werkloosheid onder jonge mensen van de Marokkaanse afkomst is op 40% en meer dan 60% van de mannelijke bevolking van de Marokkaanse afkomst in de leeftijd van 40 tot 64 jaar leven op sociale uitkeringen. De tweede mythe over een discriminatie op de arbeidsmarkt probeert de auteur te weerleggen met de bewering dat immigranten uit andere landen werk kunnen vinden. De derde mythe ontkent Jurgens met de bewering dat veel meisjes van Marokkaanse afkomst over de zeer sterke controle van hun ouders klagen en de vierde mythe weigert ze met het feit dat de officiele goedgekeurde inhuren van arbeid in Marokko in 1973 eindigde en dat de helft van de Marokkanen vervolgens naar hun thuisland werd teruggestuurd. Verder wordt verklaard dat de huidige Marokkaanse bevolking uit de mensen bestaat die om economische redenen en hun eigen initiatief naar Nederland kwamen. In dit laatste geval lijkt ons dat dit getal niet overeenkomt met de statistische werkelijkheid waarover hebben we eerder in de inleiding van de scriptie besproken. Het is een feit dat Nederland in diverse assimilatie, integratie en preventie projecten een enorme hoeveelheden van geld investeert en dat deze projecten niet erg succesvol zijn.
40
Jurgens, Fleur(2007): Het Marokkanendrama, Meulenhoff.
34
Deze problemen komen soms met ongekende kracht en ten minste een geval in het recente verleden werd bekend aan mensen in heel Europa. In 2004 werd Theo van Gogh openbaar vermoord die een Nederlandse filmregisseur, schrijver en acteur was. Hij maakte een provocerende film Submission. In deze korte Engelse film vertellen vier vrouwelijke personages (gespeeld door een auteur) hun verhalen van hun vernedering in de islamitische wereld. De vrouwen zijn bedekt met een sluier en ze knielen als ze tot Allah bidden. Hun lichamen worden met een doorschijnende stof bedekt en op hen worden de verzen uit de Koran geprojecteerd. Deze verzen geven aan mannen een superioriteit ten opzichte van vrouwen. De film werd vertoond op de Nederlandse televisie en later ook in andere verschillende Europese landen. De auteur van de film kreeg na de vertoning van de film verschillende doodsbedreigingen maar nam het niet serieus en weigerde de politie bescherming. Hij zelf zei dat " Niemand zal de dorpsgek doden". De bedreigingen werden echter gevuld en in november 2004 werd hij door acht schoten vermoord. De moordenaar legde ook op het lichaam een brief met bedreigingen aan het adres van de Verenigde Staten en andere Westerse landen. De moord leidde tot een aandacht van de hele wereld en veel bijeenkomsten vond plaats in heel Nederland om ertegen te protesteren. Deze vergaderingen werden bezocht door tienduizenden mensen. De moordenaar, Mohammed Bouyeri, een burger met Marokkaanse en Nederlandse paspoort, werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vervroegde vrijlating.
Bouyeri was een lid van de islamitische
terroristische organisatie Hofstadgroep die radicale Moslims uit Noord-Afrikaanse landen verzamelt. De moord van Theo van Gogh trok weer veel media-aandacht.41 Het was duidelijk dat de leden van deze groepen terroristische aanslagen planden op het Nederlandse parlement, luchthavens, een nucleaire reactor en moorden op een aantal van leden van de regering. Dit geval verwijst naar nog een groter probleem van de criminaliteit die met een probleem van een radicale religieuze ideologie en de bijbehorende terrorisme 41
Hier zijn een paar artikelen die in de online versie van de krant NRC Handelsblad uit deze periode worden gepubliceerd: NRC.NL (2006): „Zware straffen voor leden Hofstadgroep“, http://vorige.nrc.nl/binnenland/article1545679.ece/Zware_straffen_voor_leden_Hofstadgroep_%5B10.03. 06%5D; NRC.NL (2008): „Extended prison sentence for four terror plotters“, http://vorige.nrc.nl/international/article2006944.ece/Extended_prison_sentence_for_four_terror_plotters; NRC.NL (2009): „In Dutch terror cases, many are arrested but only few convicted“, http://vorige.nrc.nl/international/article2268048.ece/In_Dutch_terror_cases,_many_are_arrested_but_only _few_convicted.
35
wordt verbonden. Dit terrorisme heeft in verschillende westerse landen geleid tot bloedige aanslagen (bijvoorbeeld het aanval op een station in Madrid in 2004, een jaar later op de Londense metro etc.) Het debat over het onderwerp van de vrijheid van meningsuiting versus de belediging van religie werd weer besproken in West-Europa in 2005 ten opzichte van het geval van Mohammed-cartoons gepubliceerd in Denemarken die tot gewelddadige verzet in de islamitische omgeving leidden.
VI. Minderheden als de onderwerp van wetenschappelijk onderzoek en studie Op dit moment bestaat er een aantal van nationale en Europese projecten die tot doel hebben om de problemen met de Roma etnische groep te helpen oplossen. Ten eerste gaat het om de programma´s die praktisch worden gericht - op het primaire veldwerk met hun doelgroepen van verschillende generaties van de Roma. Ten tweede bestaan er ook wetenschappelijke programma's die zich met historisch onderzoek van de etnie bezighouden en proberen tot grotere kennis en begrip van de hele samenleving te bijdragen. Een van deze onderzoeksprojecten is bijvoorbeeld het Centre de recherches Tsiganes Université René Descartes in Parijs. Het centrum werkt samen met de Europese Commissie en de Raad van Europa. Het doel is om de documenten van de Gypsy bevolking in de geschiedenis van Europa te onderzoeken. Er worden verschillende records van de politie, de registers en literaire bronnen onderzocht. Het onderzoeksteam onder de leiding van Henriette Assé heeft een aantal van werkgroepen en medewerkers in alle Europese landen.42 Er bestaat ook een Roma-taal als een multidisciplinaire tak van wetenschap die met de inzameling, sortering en interpreteren van kennis van de Roma-etniciteit zich bezighoudt. De oudste taalkundige studies zijn gewijd aan de taal van de Roma en de specifieke kenmerken. Andere studies onderzoeken de oorsprong, geschiedenis en folklore. Op de Karels Universiteit in Praag kan men een vijfjarige master studie van de Roma-taal studeren.
42
Kenrick, Donald. Cikáni na cestě z Indie do Evropy. Palacky Universiteit in Olomouc, 2003, p. 71-75.
36
Op het niveau van de Marokkaanse etniciteit in Nederland zijn de meest voorkomende taalkundige studies die met de taal van de Marokkannen bezig zijn. Het gaat om een mengsel van talen die Marokkannen in verschillende mate naar Nederland brachten. Margreet Dorleijn bestudeerde het accent van jongeren van Marokkaanse afkomst die in de grote steden in het westen van Nederland wordt gebruikt en die door de Arabische of Berber substraat wordt beïnvloed. Het verschilt van het accent van de eerste generatie van immigranten die Nederlands als vreemde taal hebben geleerd. Dit accent dient om met de groep van sprekers te identificeren en interessant is ook dat het met dit doel ook door sprekers die afkomstig uit andere etnische groepen zijn zelfs wordt gebruikt. 43 Een andere fenomeen die door verschillende Marokkaanse immigranten wordt onderzocht is zogenaamde afwisseling van codes (In het Engels code-switching). Hier gaat het over de afwisseling van het gebruik van het Nederlands en Arabisch in verschillende situaties in contact met leden van dezelfde gemeenschap.44
43
Dorleijn, Margreet (2008): „A Moroccan accent in Dutch: A sociocultural style restricted to the Moroccan community?“, International Journal of Bilingualism 12, p. 125–142. 44 De meest algemene bespreking van deze onderwerpen is te vinden in het boek van Nortier, Jacomine (1990): Dutch-Moroccan Arabic code switching among Moroccans in the Netherlands. In termen van de syntaxis dan via Boumans Louis, ed. (1998): The Syntax of Codeswitching: Analysing Moroccan Arabic/Dutch Conversations.
37
CONCLUSIE De Roma leven in elke Europese land. Hun problemen zijn intensiever in de jaren negentig aangepakt toen de grote politieke veranderingen in Oost-Europa gebeurden en ze eigenlijk een officiële Europese minderheid zijn geworden. Hun positie in de afzonderlijke Europese landen verschilt. Elke groep woont anders. Hun samenleven met de meerderheid bevat zowel verschillende niveaus van integratie als totale isolatie. Ze wonen zowel in grote stedelijke gemeenschappen alsook in kleine zwervende groepen. Zelfs de huidige taal van de Roma is niet uniform, maar heeft vijftig tot honderd dialecten die niet eens onderling verstaanbaar zijn. Terwijl in West-Europa de Romaproblematiek eerder een marginaal probleem lijkt te zijn, is dat in Oost-Europa een van de grootste problemen. In deze landen is de Roma-bevolking ook groter en minder flexibel. Een algemeen probleem van deze populatie is lager opleidingsniveau. Maar er worden ook verschillende Roma-initiatieven gecreëerd die de burgers in het openbare en politieke leven proberen te betrekken. Er bestaat een internationale Roma beweging die de aandacht op de sociaal-economische uitsluiting, mensenrechtenschendingen en discriminatie van de Roma wil vestigen.45 In de Tsjechische Republiek hebben de Roma momenteel een lage levensstandaard, zijn werkloos, leven in slechte hygiënische omstandigheden (die ze echter zelf hebben gecreëerd), volgen niet de wetten, leven van ondersteuning en hebben geen onderwijs. De meerderheid is nog steeds minder bereid om met hen samen te werken omdat ze er als misdadigers plegen uit te zien en de mensen zich bedreigd voelen door hen. In verband met het handvest van de rechten van de burgers en de toetreding van ons land tot de Europese Unie zijn de Tsjechischen gemeenten steeds meer bang van het feit dat ze van racistische houding beschuldigd worden. Daarom gebeurt het vaak dat ze de oplossing van de problemen met Roma liever vermijden. De Roma worden vaak niet gestraft voor de misdaden maar de meerderheid wel. Deze situatie gebruiken en misbruiken ze. Het gaat dus om een omgekeerde discriminatie. Het bestaan van beide discriminaties creëert een sfeer van spanning, wantrouwen en agressie. De prognose voor de toekomst is niet goed. De Tsjechische Republiek moet zich inspireren in de landen waar de co-existentie met de Roma werkt zonder grotere problemen.
45
Via Sobotka, Eva. „Mezinárodní romské hnutí, řešení situace Romů a mezinárodní politika. In Jakoubek, Marek, Budilová, Lenka (eds). Romové a cikáni - neznámí a známí. Interdisciplinární pohled. Praag: Leda, 2008, p. 22-43.
38
Geschiedenis van de aanwezigheid van mensen van de Marokkaanse afkomst in Nederland beslaat ongeveer een halve eeuw en heeft in die tijd tot vele debatten in de samenleving geleid. Het is het onderwerp van aandacht van wetenschappers, politici, de media en raakte min of meer elke gewone burger geworden. De bovenstaande text tekst probeerde te tonen wie deze mensen zijn, waar ze vandaan komen, waarom ze naar Nederland kwamen en hoe ze in staat waren om hun dromen en verwachtingen te vervullen. Het lijkt erop dat de integratie niet al te succesvol is geweest hoewel er enkele positieve aspecten bestaan waar we de aandacht op hebben geprobeerd te trekken. In de afgelopen jaren is de situatie verslechterd met name op het gebied van criminaliteit en religieus radicalisme en heeft tot de opkomst van politiek extremisme geleid. De resultaten van dit extremisme zijn veranderingen in het beleid dat op immigranten uit islamitische landen wordt toegepast. In ieder geval lijkt het erop dat met deze netelige en diep geworteld problemen zullen ze in Nederland maar ook in andere West-Europese landen heel lang bezig zijn. In dit scriptie hebben we vertrouwd op de beschikbare literatuur en hebben gebruik gemaakt van een bepaalde demografische, sociologische en statistische gegevens. Niet altijd zijn we erin geslaagd om de meest recente gegevens te vinden. Vooral ten aanzien van de Roma-bevolking in de Tsjechische Republiek zijn deze gegevens niet beschikbaar. Daarom gebruikten we de meest recente statistische gegevens die we verkregen. Maar toch waren we van mening dat deze gegevens relevant en toereikend voor onze scriptie waren en dat ze een informatieve waarde voor ons hadden.
39
BIBLIOGRAFIE Wat de Roma betreft: Cohn, Werner. Cikáni. Praha: Sociologické nakladatelství, 2009. Vertaald door Marek Jakoubek. Jakoubek, Marek, Budilová, Lenka (eds). Romové a cikáni - neznámí a známí. Interdisciplinární pohled. Praag: Leda, 2008. Kenrick, Donald. Cikáni na cestě z Indie do Evropy., 2003. Vertaald door Helena Berková. Nečas, Ctibor. Romové v České republice včera a dnes. Palacky Universiteit in Olomouc, 1999. Vaux de Foretier, Francois de. Mille ans d´histoire des Tsiganes. Parijs: Fayard, 1970.
Wat de Marokkanen betreft: Boumans Louis, ed. (1998): The Syntax of Codeswitching: Analysing Moroccan Arabic/Dutch Conversations, Tilburg: Tilburg University Press. Centraal Bureau voor de Statistiek, online http://statline.cbs.nl (15 Maart 2013). Central Intelligence Agency: The World Factbook, online https://www.cia.gov (15 Maart 2013). Dorleijn, Margreet (2008): „A Moroccan accent in Dutch: A sociocultural style restricted to the Moroccan community?“, International Journal of Bilingualism 12, p. 125–142. El Bardaï, Omar (2003): „Les Marocains résidant aux Pays-Bas: caractéristiques démographiques et sociales“, in: Marocains de l’extérieur. Fondation Hassan II pour les Marocains Résidant à l’Étranger / Organisation Internationale pour les Migrations. Rabat, Maroc. Juli 2003, p. 323–360. Gazzah, Miriam (2005): „Maroc Hop-Music and Youth Identities“, ISIM Review 16, p. 6–7,
online
https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/17013/ISIM_16_MarocHop_Music_and_Youth_Identities.pdf?sequence=1, (15 Maart 2013). 40
Holeš, Jan – Kadlec, Jaromír (2012): Jazyková politika frankofonních zemí, Palacky Universiteit in Olomouc. Jurgens, Fleur(2007): Het Marokkanendrama, Meulenhoff. Kern, Soeren: „Moroccan Crime in the Netherlands & the Myths of Multiculturalism“, http://www.gatestoneinstitute.org/2624/moroccan-crime-netherlands, (15 Maart 2013). Lerclerc, Jacques (2013): „Maroc“ in: Aménagement linguistique dans le monde, online http://www.tlfq.ulaval.ca/AXL/ (15 Maart 2013). ¨ Nortier, Jacomine (1990): Dutch-Moroccan Arabic code switching among Moroccans in the Netherlands. Dordrecht, Holland/Providence, RI: Foris Publications. NIS News Bulletin, online http://www.nisnews.nl/ (15 Maart 2013). NRC.NL
(2006):
„Zware
straffen
voor
leden
Hofstadgroep“,
online
http://vorige.nrc.nl/binnenland/article1545679.ece/Zware_straffen_voor_leden_H ofstadgroep_%5B10.03.06%5D, (15 Maart 2013). NRC.NL (2008): „Extended prison sentence for four terror plotters“, online http://vorige.nrc.nl/international/article2006944.ece/Extended_prison_sentence_fo r_four_terror_plotters, (15 Maart 2013). NRC.NL (2009): „In Dutch terror cases, many are arrested but only few convicted“, online http://vorige.nrc.nl/international/article2268048.ece/In_Dutch_terror_cases,_many _are_arrested_but_only_few_convicted (15 Maart 2013). Partij voor de Vrijheid: http://www.pvv.nl/ (15 Maart 2013)
41
GEILLUSTREERDE BIJLAGE
Bijlage 1. De Marokkaanse vlag
Bijlage 2. De Marokkaanse rapper Ali-B
Bijlage 3. De Marokkaanse jongeren in Nederland
42
Bijlage 4. De vlag van de Roma
Bijlage 5. Het Roma woonwijk Chánov in Most, Tsjechie
Bijlage 6. De Tsjechisch-Slowaakse Miss Roma 2013
43
RESUMÉ IN HET TSJECHISCH Ve své bakalářské práci se zabývám srovnáním současného statusu Marokánců v Nizozemsku a Romů v České republice. Úvod práce věnuji popisu etnických kořenů zkoumaných minorit v cílových zemích jejich migrace. Zkoumám hlouběji jejich původ a také důvody a okolnosti jejich migrace. Další kapitola mé práce porovnává současný stav zmiňovaných minoritních populací, jsou zde uvedeny některé demografické či statistické údaje jako například počet obyvatel a jejich nárůst, úroveň vzdělání, věková struktura populace ve srování se zbytkem obyvatel, ekonomická aktivita atd. Nechybí ani četné grafy, které tyto údaje dokládají. Dále se soustředím na politické a sociální aspekty problematiky jmenovaných minorit, jejich problémy se začleněním do majoritní společnosti či společenským postavením v novém prostředí. Pátá kapitola je věnována kulturním a jazykovým charakteristikám minorit - jejich jazyku, kultuře a tradicím. Zabývám se zde například jejich životním stylem či osobnostmi, které obohatily kulturní scénu nejen v jejich nové zemi. Poslední kapitola se zabývá jmenovanými minoritami jakožto předmětem vědeckého výzkumu a studia. Zmiňuji zde například různé programy zaměřené na pomoc řešení problémů s daným etnikem nebo historické výzkumy jeho původu, dějin či jazyka. Cílem mé práce je srovnat romskou menšinu v České republice s marokánskou v Nizozemsku. Tyto menšiny jsou ve své nové zemi ve velmi podobné situaci, je tedy zajímavé srovnat veškeré aspekty související s jejich existencí a každodenní životní realitou a podívat se na různé přístupy k řešení této problematiky ve dvou odlišných evropských zemích.
44
RESUMÉ IN HET ENGELS In my bachelor thesis I focus on a comparison of the Moroccans in the Netherlands and the Roma in the Czech Republic. In the introduction I focus on a description of the roots of the examined ethnic minorities in the target countries of their migration. I explore more deeply their origin and also the reasons and circumstances of their migration. Another chapter of this thesis compares the current status of the mensioned minority populations. There are some demographic or statistical data such as a number of inhabitans and its growth, a level of education , age structure of the population in the comparison with rest of inhabitans, economic activity etc. There are also numerous graphs that illustrate these data. Furthermore I focus on political and social aspects of these minorities, their problems with integrating into the majority society or problems with a social status in the new surroundings. The fifth chapter deals with the cultural and linguistic characteristics of minorities their language, culture and traditions. I focus here for example on their lifestyle or personalities that have enriched the cultural scene and not only in their new country. The last chapter deals with these minorities appointed as an object of scientific research and study. I mention here for example a variety of programs which are focused on help with solving problems with a given ethnic group or an historical research its origin, history and language. The goal of my work is to compare the Roma minority in the Czech Republic with a Moroccan in the Netherlands. These minorities are in their new country in a very similar situation. It is interesting to compare all aspects related to their existence and everyday reality and look at different approaches to address this issue in two different European countries.
45
ANNOTATIE Jméno: Vojtěch Vožda Název katedry a fakulty: Katedra nederlandistiky FF UP v Olomouci Název bakalářské práce: Srovnání statusu Marokánců v Nizozemsku a Romů v České Republice Vedoucí bakalářské práce: Prof. Dr. Wilken Engelbrecht, cand. litt. Počet znaků: 80 345 Počet příloh: 6 Klíčová slova: Romové, Marokánci, etnikum, menšina, migrace, začlenění, srovnání. Krátká charakteristika: Tato bakalářská práce se zabývá srovnáním současného statusu Marokánců v Nizozemsku a Romů v České republice a to v 6 kapitolách od jejich původu, příčin migrace, současného stavu populace, přes politické a sociální aspkety, kulturní a jazykové charakteristiky, až po jejich sociální problematiku a hodnotný vědecký výzkum.
46