BULLETIN
BEROEPSINSTITUUT
VAN HET
VAN ERKENDE
BOEKHOUDERS
EN
FISCALISTEN
FLASH
Boekhoudkundige verwerking van verrichtingen van tijdelijk vennootschappen Op verzoek van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, heeft een inter – instituten werkgroep, voorgezeten door de heer Dirk Smets, bedrijfsrevisor, een verslag opgesteld met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van de verrichtingen van tijdelijke vennootschappen. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen wenst, in het kader van de procedure die moet leiden tot de opstelling van een advies met algemene draagwijdte, over te gaan tot een brede consultatie van alle belangstellende partijen over de inhoud van dit verslag (www.bibf.be). Eerlang zal de franse versie van dit verslag dat oorspronkelijk in het Nederlands is opgesteld, tevens via de website van het Instituut beschikbaar zijn. De personen die opmerkingen wensen te melden, kunnen dit voor 31 januari 2005 schriftelijk doen op het volgende adres : Commissie voor Boekhoudkundige Normen c/o FOD Economie – North Gate III- Koning Albert II-laan 16, 100 Brussel of via e-mail op
[email protected] Volgens een mededeling van de FOD Financiën wordt de periode waarin de belastingsaangiftes kunnen worden ingediend door de volmachthouders, verlengd tot 30 november 2004 om middernacht.
De stand van zaken inzake het stelsel van de investeringsaftrek – 2 de deel Het eerste deel van dit artikel verscheen in Pacioli nr 172 C. Aftrekmodaliteiten De investeringsaftrek gebeurt op de winst of de baten. Wij zullen hierna enkele aspecten van deze aftrek onder de loep nemen.
2. Onvoldoende winst Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst of baten oplevert om de investeringsaftrek te kunnen verrichten, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst of baten van de volgende belastbare tijdperken (art. 72 lid 1, WIB/92).
1. Volgorde van de aftrekken. De investeringsaftrekken moeten worden verricht in de volgorde die is opgesteld door de artikelen 76, 2 tot 79 van het uitvoeringsbesluit van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB/92). De aftrek die is voorzien bij de “derde verrichting” (niet-belastbare bestanddelen) moet eerst gebeuren, dan die welke wordt verricht bij wijze van definitief belaste inkomsten en van vrijgestelde roerende inkomsten, gevolgd door de aftrek van de vroegere beroepsverliezen en als laatste de investeringsaftrek met opgave op de passende regels in het aangifteformulier voor elk van deze bestanddelen van het bedrag dat voor het betrokken aanslagjaar effectief kan worden afgetrokken1.
I
Overeenkomstig artikel 207, lid 2 van het WIB/92 mag geen aftrek worden verricht op het gedeelte van de winst dat voortkomt uit abnormale of goedgunstige voordelen. 1
Vraag nr. 322 van volksvertegenwoordiger Daems van 05.03.1996, Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 41.
P A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
1
N
H
O
U
D
• De stand van zaken inzake het stelsel van de investeringsaftrek - 2de deel
1
• B.T.W. voorafbetaalde telefoonkaarten nieuwe regeling op 01.01.2005 regularisaties tegen 20.01.2005
4
• Het sociaal Vrij Aanvullend Pensioen
5
• Enquête e-government
6
• Contact
6
• Seminaries
7 1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4
Afgiftekantoor 2800 Mechelen 1 • Tweewekelijks • NL : P309340
Federale overheid mag aftrek gewestbelastingen schrappen Met de hervorming van de vennootschapsbelasting in 2003 werd het algemeen tarief verlaagd maar werden ook een aantal aftrekken geschrapt, zoals de gewestelijke belastingen (hoofdzakelijk milieuheffingen). Tegen deze maatregel werd een beroep tot vernietiging ingediend bij het Arbitragehof. Maar het Hof besliste op 15 september jl. dat de federale overheid de aftrek in de vennootschapsbelasting van een betaalde gewestbelasting mag schrappen, ook al heeft dat onmiskenbaar een weerslag op de belastingsituatie van de Vlaamse, Waalse en Brusselse bedrijven die zowel regionale heffingen als federale vennootschapsbelasting betalen
De aftrek van de overgedragen vrijstelling op de winst of baten van elk van de volgende belastbare tijdperken mag in geen geval per belastbaar tijdperk meer bedragen dan 755.280 EUR (basisbedrag 620.000 EUR) of, wanneer het totaalbedrag van de overgedragen vrijstelling op het einde van het vorige belastbare tijdperk 3.021.140 EUR (basisbedrag 2.480.000 EUR) overtreft, 25 % van dat totaalbedrag (artikel 72, lid 2, WIB/92).
1. Voor de drie categorieën van belastingplichtigen tegen het percentage van 13,5% (Octrooi-Leefmilieu-Energie)
3. Wijziging van controle
a) de octrooien4 ; De octrooien maken deel uit van de rubriek “immateriële vaste activa” in de zin van de wetgeving betreffende de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen (zie Com.IB nr. 68/11). Een octrooi is een exclusief en tijdelijk recht van exploitatie verleend voor iedere uitvinding die nieuw is, op uitvinderswerkzaamheid berust en vatbaar is voor industriële toepassing (art. 2, W 28.3.1984 op de uitvindingsoctrooien - B.S. 9.3.1985). Vanaf het aanslagjaar 1997 geven alle octrooien recht op de verhoogde investeringsaftrek. Vóór het aanslagjaar 1997 konden de octrooien de verhoogde investeringsaftrek maar genieten indien het investeringen betrof voor onderzoek en ontwikkeling met eerbiediging van het leefmilieu.
De natuurlijke personen die winst en baten behalen, de KMO’s en de andere vennootschappen kunnen een met 10 percentpunten tot 13,5% verhoogde aftrek genieten voor de volgende investeringen die zijn vermeld in artikel 69, § 1,2° van het WIB/92:
De nog niet verrichte aftrekken mogen niet meer worden aangerekend in geval van een wijziging van controle die niet beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften (art. 207, lid 3 WIB/92). 4. Bewijs en stukken die door de belastingplichtige moeten worden bezorgd. De belastingplichtige die aanspraak maakt op een investeringsaftrek moet het bewijs leveren dat hij de voorwaarden vervult om die aftrek te genieten. Hij mag daartoe een beroep doen op alle bewijsmiddelen die door het gemene recht worden aanvaard, behalve de eed2. Ter uitvoering van artikel 77 van het WIB/92, bepaalt artikel 47 van het uitvoeringsbesluit van het WIB/92 dat de belastingplichtigen bij hun belastingaangifte betreffende de inkomsten van het belastbare tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gekomen, de volgende stukken moeten voegen:
b) de vaste activa die proberen het onderzoek en de ontwikkeling te bevorderen van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die proberen het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk te beperken5. Art. 48, § 4, 5°, KB/WIB 92 bepaalt dat de belastingplichtige die aanspraak maakt op de verhoogde investeringsaftrek bij zijn belastingaangifte betreffende de inkomsten van het belastbare tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht een attest moet voegen dat is uitgereikt door de bevoegde Gewestregering. Dit attest moet bevestigen dat de nieuwe producten en de toekomstgerichte technologieën die voortvloeien uit het onderzoek en de ontwikkeling waarvoor de kwestieuze vaste activa worden gebruikt, geen effect hebben op het leefmilieu of proberen het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk te beperken. Aangezien deze materie tot de bevoegdheid van de Gewesten behoort, beperkt de rol van de administratie zich ertoe na te gaan of het vereiste attest wel degelijk werd overgelegd. Elke vraag of de betrokken vaste activa al dan niet voldoen aan de voorwaarde betreffende de eerbiediging van het leefmilieu moet door de betrokken belastingplichtigen worden gesteld aan de bevoegde gewestelijke besturen. Voor meer informatie over de procedure en de toekenningsvoorwaarden van dit attest verwijzen wij graag naar:
1° een ingevuld, gedateerd en ondertekend formulier waarvan het model wordt bepaald door de minister van Financiën of zijn afgevaardigde (formulier 276 U); 2° een staat per categorie van vaste activa, als vermeld in de artikelen 69 en 70 van hetzelfde Wetboek, met voor elk van hen opgave van: - de datum van verkrijging of van totstandkoming; - de juiste benaming; - de investeringwaarde of de kostprijs; - de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur. Voor bepaalde soorten van specifieke investeringen moeten bijkomende documenten worden overgelegd (art. 47 bis en volgende van het uitvoeringsbesluit van het WIB/92-infra). De documenten moeten bij de aangifte worden gevoegd. In een zaak waarin de documenten in de loop van de procedure werden overgelegd, was het Hof van beroep van Antwerpen van oordeel dat het bewijs van de investeringen niet op de vereiste manier was geleverd en dat de administratie ze bijgevolg niet in aanmerking kon nemen3. II. De specifieke investeringen De wetgever heeft voor bepaalde investeringen verhoogde aftrekpercentages voorzien. Deze aftrekken moeten voldoen aan de algemene voorwaarden betreffende de gewone investeringen en aan de bijzondere voorwaarden van de voorgenomen investering. Het is niet mogelijk om in het kader van deze bijdrage in detail de verschillende soorten van specifieke investeringen en de toepassingsvoorwaarden ervan te behandelen. Dienaangaande verwijzen wij naar de administratieve commentaar en naar de omzendbrieven.
2 3 4 5 6
• Vlaams Gewest: Departement leefmilieu en infrastructuur Administratie milieu-,natuur-,land- en waterbeheer Afdeling algemeen milieu- en natuurbeleid Graaf de Ferraris-gebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel 02/553.80.66 – Fax :02/553.80.55 http://www.mina.be/efaminabel.html
Vraag nr. 93 van mevrouw Pieters van 10.11.2003, Vragen en antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 013, blz. 1823-1825. Antwerpen, 29 februari 2000, Fisc. Act. 2000 (reflet), liv. 20, 4. Com.IB nr. 68/32.1 Com.IB nr. 68/35 tot 52. Com.IB nr. 68/33 en 34.
1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4
2
P A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
• Brussels Gewest: Brussels Instituut voor Milieubeheer Gulledelle 100 1200 Brussel Tel : 02/775.75.11 – Fax : 02/775.76.79 http://www.ibgebim.be
De beoogde investeringen hebben een vrij uitgebreid toepassingsgebied, gaande van preventiemaatregelen (tourniquetdeuren, veiligheidssluis, openen van de deuren via afstandsbediening, kijkgaatjes, nachtloketten, toegangscontrole...) tot detectiesystemen (alarmsysteem). De procedure die aan de belastingplichtige wordt opgelegd, is echter vrij log aangezien die zich moet inschrijven op een internetsite, een vragenlijst moet invullen, het akkoord moet krijgen van een ambtenaar. Na de installatie moeten de investeringen bovendien door de ambtenaar worden goedgekeurd nadat de aangifte door de belastingplichtige binnen een bepaalde termijn is gebeurd!8 Het probleem van de gemengde woningen stelt zich opnieuw naar aanleiding van de investeringen in beveiliging. Dienaangaande heeft de minister van Financiën gepreciseerd dat de aftrek mogelijk bleef op voorwaarde dat de investeringen niet onrechtstreeks ten goede komen aan privé-ruimten9.
c) de vaste activa die dienen voor een rationeler energieverbruik, voor de verbetering van de industriële processen uit energetische overwegingen en, in het bijzonder, voor de terugwinning van energie in de industrie6; De energiebesparende investeringen zijn diegene die volgens een attest van de Gewestregering waar de investering wordt gedaan, deel uitmaken van de vaste activa waarvan de lijst is vermeld in bijlage II van het KB/WIB 92. Als voorbeeld citeren wij: de efficiëntere isolatie van de gebouwen die vóór 1 januari 1980 werden gebouwd, zonne-energie, windenergie... Een attest dat bewijst dat het een energiebesparende investering is, moet door de belastingplichtige op straffe van vervallenverklaring worden aangevraagd: - binnen drie maanden na de laatste dag van het jaar of van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht; - aan de hand van een formulier dat schriftelijk moet worden aangevraagd bij de Regering van het Gewest waar de investering gebeurt en aan wie het naar behoren ingevuld, gedateerd en ondertekend moet worden teruggezonden. De administratieve commentaar vermeldt de lijst van de bevoegde diensten.
4. Voor de KMO’s en de andere vennootschappen tegen het percentage van 3% (herbruikbare verpakkingen) Artikel 69, § 2 van het WIB/92 staat een percentage van 3% toe voor de materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn om het productieproces te verzekeren van herbruikbare verpakkingen die dranken en nijverheidsproducten bevatten, zoals bedoeld in Boek III “Milieutaksen” van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur. Gelet op het basispercentage dat voorzien is voor de KMO’s (3%) betreft deze bepaling concreet enkel de andere vennootschappen. 5. Bijzonder geval (schip)
2. Voor de drie categorieën van belastingplichtigen tegen het percentage van 20,5% (leefmilieu – gespreide aftrek)
Artikel 123 van de programmawet van 2 augustus 2002 (B.S. 29-082002) voorziet een aftrek van 30% voor bepaalde vennootschappen die beslissen zich een schip aan te schaffen.
Dezelfde belastingplichtigen kunnen een met 17 percentpunten tot 20,5% verhoogd percentage genieten, zelfs als zij 20 personen of meer tewerkstellen, indien de investering verband houdt met vaste activa die proberen het onderzoek en de ontwikkeling te bevorderen van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu en die opteren voor een gespreide aftrek (art. 70, lid 2 WIB/92). In de veronderstelling van een gespreide aftrek herinneren wij eraan dat artikel 71 bepaalt dat indien bij de overdracht of bij de buitengebruikstelling van een vast activum het totaal van de overeenkomstig artikel 70 verrichte aftrekken lager is dan de aftrek die had kunnen worden toegepast overeenkomstig artikel 69, een aanvullende aftrek tot het bedrag van dat verschil wordt verleend.
Besluit Gelet op het percentage ervan is de gewone investeringsaftrek ongetwijfeld alleen aantrekkelijk voor grote projecten. Toch blijft het een feit dat de belastingplichtige ongelijk zou hebben af te zien van een zelfs bescheiden aftrek waarover hij misschien onvoldoende is geïnformeerd. Uit de bestudeerde rechtspraak blijkt een reële wil van de rechters om de teksten toe te passen volgens de doeleinden die oorspronkelijk door de wetgever werden nagestreefd, namelijk de economie aanzwengelen, in plaats van zich te houden aan een letterlijke toepassing van de vaak ongelukkig verwoorde uitzonderingen, die achteraf in de wetgeving werden opgenomen.
3. Voor de natuurlijke personen en de KMO’s tegen het percentage van 13,5% (veiligheid) Sinds de wet van 8 april 2003 werd de met 10 percentpunten verhoogde aftrek uitgebreid tot de materiële vaste activa die dienen voor een beveiliging van de beroepslokalen en waarvan de installatie werd aanbevolen en goedgekeurd door de ambtenaar belast met de adviezen inzake techno-preventie in de politiezone waar die activa worden gebruikt (art. 69 §1, 2°, d van het WIB/92)7. De bedoeling is duidelijk: men wil de zelfstandigen, met inbegrip van de handelaars en de vrije beroepen, stimuleren om bij te dragen tot de strijd tegen het verschijnsel van de gewelddadige aanvallen op de kleine en middelgrote ondernemingen.
7 8 9
De verhoogde aftrek voor specifieke investeringen lijkt uit financieel oogpunt aantrekkelijker, maar het technische aspect ervan en de opgelegde vormvoorschriften vormen ontegenzeglijk hinderpalen voor de niet-ingewijde belastingplichtige. De investeringsaftrek inzake beveiliging lijkt daar een goed voorbeeld van.
F. Delobbe Advocaat
Zie aangaande deze bepaling de omzendbrief nr. AAF/2003-0515 (AAF 1/2004) van 08.01.2004, B.S. van 24 mei 2004. Zie betreffende deze problemen, Fiscoloog, 2004, blz. 1 tot 3, “Investeringen in veiligheid: de volgorde eerbiedigen”. V.A. Senaat, 2 december
P A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
3
1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4
B.T.W. - Voorafbetaalde telefoonkaar ten nieuwe regeling op 01.01.2005 regularisaties tegen 20.01.2005 4.1. Telecommunicatieoperatoren Vanaf 1 januari 2005 is de “verkoop” van kaarten niet langer onderworpen aan de B.T.W. De telecommunicatieoperatoren zullen deze belasting vereffenen naar gelang van de geleverde telefoondiensten. Met andere woorden, het is enkel wanneer deze kaarten voor telefoongesprekken worden gebruikt, dat de B.T.W. door Proximus, Mobistar of Base zal worden geïnd. De eindconsumenten zullen de mogelijkheid hebben zich bij de telecommunicatieoperatoren kenbaar te maken om de passende facturen te ontvangen. Zo zullen de belastingplichtigen de B.T.W. waarmee hun gesprekken worden bezwaard in een voorafgaande fase kunnen aftrekken.
1. Situering van het probleem De B.T.W.-regeling die van toepassing is op de voorafbetaalde telefoonkaarten betreft tal van belastingplichtigen. De eerste categorie bestaat uit de telecommunicatieoperatoren (Proximus, Mobistar, Base). De tweede categorie wordt gevormd door de personen die optreden als kopers-verkopers van voorafbetaalde kaarten (groothandelaars, warenhuizen, boekhandels, exploitanten van nachtwinkels of belwinkels, benzinestations, kleinhandelaars in algemene voedingswaren enz.). De laatste categorie tot slot is samengesteld uit de belastingplichtigen die deze kaarten gebruiken in het kader van hun economische activiteit en die de B.T.W. kunnen aftrekken, die in deze kosten is inbegrepen. Vanaf 1 januari 2005 zal een nieuwe B.T.W.-regeling van toepassing zijn. De inwerkingtreding ervan impliceert een regularisatie voor de drie voornoemde categorieën van belastingplichtigen. Deze regularisatie bestaat in een aanvullende B.T.W.-betaling in de aangifte van december 2004 of in die van het 4de kwartaal 2004.
4.2. Intervenanten bij de “aankoop” en de “verkoop” van kaarten Ongeacht het stadium waarin zij zich bevinden (groothandelaars, semigroothandelaars, kleinhandelaars enz.) worden deze intervenanten niet langer beschouwd als “kopers-verkopers”, maar als tussenpersonen (dienstverleners). Concreet betekent dit dat enkel de commissie die hen toekomt belastbaar is met 21% B.T.W. Bijgevolg ontvangen deze intervenanten niet langer aankoopfacturen met vermelding van de B.T.W. Anderzijds kunnen zij op hun beurt de klant evenmin nog een factuur met B.T.W. uitreiken. Enkel de commissie wordt gefactureerd en die factuur wordt in de regel naar de leveranciers van voorafbetaalde kaarten gezonden. Deze factuur wordt ingeschreven in het uitgaand factuurboek van de tussenpersoon die de commissie geniet. De geïnde belasting is aftrekbaar door diegenen die de commissies aan de tussenpersonen betalen
2. Huidige regeling (tot 31.12.2004). Momenteel worden de voorafbetaalde telefoonkaarten beschouwd als een vervroegde betaling voor de levering van telecommunicatiediensten. Bij elke verkoop wordt 21% B.T.W. geïnd. De B.T.W. die op de aankopen van de kaarten wordt aangerekend, is aftrekbaar volgens de gebruikelijke regels. Voorbeeld Een boekhandel koopt kaarten die bestemd zijn voor de verkoop. De aankoopfactuur dient voor de aftrek. De ontvangsten worden genoteerd in het ontvangstenboek
3. Redenen voor de verandering van regeling
4.3. Betalingen voor andere aankopen of andere dienstverleningen Hier worden de belastingplichtigen bedoeld waarvan de economische activiteit afwijkt van de “aankoop en verkoop” van voorafbetaalde kaarten. Het betreft verkopers en dienstverleners die van hun klanten betalingen ontvangen door middel van voorafbetaalde kaarten (automaten, elke andere aankoop of elke andere dienstverlening wanneer het systeem dit mogelijk maakt, zoals informatie, spelletjes, weddenschappen, gesprekken enz.). De B.T.W. wordt door deze verkopers en/of dienstverleners geïnd volgens de gebruikelijke regels. Voor hen betreft het een betaling zoals een andere. De telecommunicatieoperatoren van hun kant staan in voor de betaling van de B.T.W. uitsluitend op de kosten die zij de verkopers of de dienstverleners aanrekenen voor het gebruik van speciale lijnen, die dergelijke elektronica mogelijk maken.
De voorafbetaalde telefoonkaarten maken een gebruik mogelijk dat afwijkt van de eigenlijke telefonie: het verstrekken van informatie over de beurs, het weer, de dienstregelingen van het openbaar vervoer, de deelname aan spelletjes, schenkingen in geld ter gelegenheid van humanitaire evenementen, het downloaden van beltonen enz. In een nabije toekomst zullen met deze kaarten ook aankopen of andere diensten kunnen worden betaald (drank en voeding uit de automaten enz.). Vanaf 1 januari 2005 zullen deze telefoonkaarten worden gelijkgesteld met elektronische betalingsmiddelen. Bijgevolg zullen de verkoop en het herladen aan de B.T.W. ontsnappen.
4. Regeling vanaf 01.01.2005 Bij de inning van de B.T.W. zijn drie categorieën van belastingplichtigen betrokken: - de telecommunicatieoperatoren; - de diverse intervenanten bij de “aankoop” en de “verkoop” van de voorafbetaalde kaarten; - de belastingplichtigen die via deze kaarten het geld van hun klanten ontvangen. 1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4
5. Regularisaties tegen 20 januari 2005 De overschakeling op de nieuwe regeling impliceert regularisaties voor de kaarten die in 31 december 2004 in voorraad zijn, alsmede voor de bel-
4
P A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
kredieten die op die datum nog niet volledig zijn opgebruikt. Drie soorten van personen zijn daarbij betrokken: - de telecommunicatieoperatoren; - de “kopers-verkopers” van voorafbetaalde kaarten; - de eindconsumenten.
Voorbeeld Voorraad op 31 december 2004: 100 kaarten (zelfde gegevens als sub 5.2.1.). Ongewijzigde aankoopprijzen in vergelijking met hetzelfde voorbeeld. Verkoopprijs aan de consument: 100,00 EUR, exclusief B.T.W. De tweede regularisatie die boven op de eerste komt, bedraagt: • (75 kaarten X 100,00 - 85,00) + (25 kaarten X 100,00 - 90,00)
5.1. Telecommunicatieoperatoren Proximus, Mobistar en Base kunnen om een teruggave van de B.T.W. verzoeken op basis van de verkoopprijs aan de consument en niet louter op de verkoopprijs aan de tussenpersonen. Deze aspecten wijken af van de doelgroep die wij in deze commentaar op het oog hebben.
5.2.3. Modaliteiten van de twee regularisaties Deze twee regularisaties moeten worden gespecificeerd aan de hand van documenten (inventaris, aankoopprijzen, winstmarges enz.). Deze documenten worden door de belastingplichtige bewaard en moeten worden overgelegd telkens als hij daarom wordt verzocht. De te betalen belastingen moeten voorkomen op de laatste aangifte van het jaar 2004 (december of 4de kwartaal naar gelang van de periodiciteit van de indiening). De betaling moet dus uiterlijk op 20 januari 2005 gebeuren.
5.2. Kopers-verkopers van voorafbetaalde kaarten Er moeten twee regularisaties gebeuren die bestaan in te betalen B.T.W. 5.2.1. Eerste regularisatie De eerste regularisatie komt erop neer dat de B.T.W. wordt betaald die werd afgetrokken op de aankoop van kaarten die op 31 december 2004 nog niet zijn verkocht. Bij de waardering moet de FIFO-methode worden toegepast. Bijgevolg wordt de te betalen B.T.W. bepaald volgens de volgorde van de facturen die als laatste werden ontvangen.
5.2.4. Recupereren van de geregulariseerde belastingen Bij de verkoop van de kaarten die op 31 december 2004 in voorraad waren, recupereren de diverse kopers-verkopers het bedrag van de regularisaties die begrepen zijn in de verkoopprijs. Op de in 2005 gerealiseerde verkopen is immers geen enkele B.T.W. meer verschuldigd op de verkoop van kaarten die op 31 december 2004 in voorraad waren
Voorbeeld Voorraad van 100 identieke kaarten op 31 december 2004 Laatste aankoopfactuur van 75 kaarten voor 85,00 EUR, exclusief B.T.W. (eenheidsprijs) Voorlaatste aankoopfactuur van 75 kaarten voor 90,00 EUR, exclusief B.T.W. (eenheidsprijs). De regularisatie bedraagt: • (75 kaarten X 85,00 X 21 %) + (25 kaarten X 90,00 X 21 %).
5.3. Eindconsumenten De personen die geen enkel recht op aftrek bezitten, moeten geen regularisatie doen. De belastingplichtigen met recht op aftrek die voorafbetaalde telefoonkaarten bezitten of over belkredieten beschikken die op 31 december 2004 nog niet zijn verbruikt zouden de overeenkomstige B.T.W. moeten betalen die eventueel is afgetrokken.
5.2.2. Tweede regularisatie Voor de kaarten die op 31 december 2004 nog altijd in voorraad zijn, moeten de diverse detailhandelaars nog 21% B.T.W. betalen op het bedrag van hun winst.
Het sociaal Vrij Aanvullend Pensioen mant, maar in 2004 heeft de Regering de mogelijkheden die op dit vlak aan de zelfstandigen worden geboden nog uitgebreid.
De boekhouder blijft ontegenzeglijk de bevoorrechte raadgever van zijn zelfstandige klanten en van de ondernemingshoofden die de leiding hebben over een KMO. Het is in deze optiek dat het ons meer dan interessant leek u op de hoogte te brengen van de evolutie van de wetgeving betreffende het vrije aanvullende pensioen, om aldus het advies dat u aan uw klanten geeft te optimaliseren.
Om te beginnen werd het wettelijke plafond van de stortingen naar boven toe herzien en bedraagt het voortaan 8,17% van de belastbare nettoinkomsten. Voordien was dat maar 7%. De rekening is vlug gemaakt: niet alleen levert dat op het einde van de rit een hoger bedrag op, maar bovendien geniet men nu al van een bijkomende belastingaftrek en dit gecombineerd met een aanzienlijke vermindering van de sociale bijdragen.
Gedetailleerde studies tonen aan dat er qua rendement een belangrijk verschil bestaat tussen de geïnvesteerde nettopremie en het nettokapitaal dat bij de afloop wordt ontvangen naargelang de zelfstandige opteert voor het onderschrijven van een vrij aanvullend pensioen, een individuele of collectieve verbintenis (bv een groepsverzekering), een al dan niet gefiscaliseerde individuele levensverzekering of pensioensparen.
Voorts leiden de nieuwe wetsbepalingen tot het creëren van twee formules van aanvullend pensioen, namelijk: het gewoon Vrij Aanvullend Pensioen (gewoon VAP) dat de financiële wereld (verzekeraars, bankiers enz.) u nu aanprijst ... en het sociaal Vrij Aanvullend Pensioen (sociaal VAP) dat wordt voorgesteld door bepaalde sociale verzekeringskassen en waarop wij u attent willen maken wegens het feit dat maar weinigen u daarover lijken te informeren!
Aangezien er voor elk van deze stelsels verschillende toetredingsplafonds bestaan, moet een investeringsstrategie worden uitgestippeld en moet de zelfstandige worden aangeraden volgens een welbepaalde volgorde tot deze verschillende stelsels toe te treden. Het stelsel van het vrij aanvullend pensioen was al bijzonder perforP A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
5
1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4
Bovenop de rentabiliteit genieten zij bij dit type van product een dekking bij overlijden die gelijk is aan de som van hun kapitalisatiepremies en zullen zij de vrijstelling van premiebetaling kunnen genieten in geval van invaliditeit, bevallingsverlof of faillissement enz.
Het nieuwe sociale VAP is volgens ons immers HET ENIGE wettelijk stelsel dat uw zelfstandige klanten zal toestaan: - 15% bijkomende sociale en fiscale voordelen te genieten; - hen de toegang te waarborgen tot het doel van het aanvullende pensioen dat zij nastreven, zelfs indien zij het slachtoffer zouden zijn van een arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of bevallingsverlof enz.; - ze in alle veiligheid een optimaal rendement te verzekeren.
Dit nieuw product is tot slot niet enkel cumuleerbaar met de belastingverminderingen die worden toegekend voor de andere vormen van pensioensparen of van een individuele levensverzekering, maar sinds 2004, mits in acht name van de 80%regel, ook met de groepsverzekering. Kortom, minder belastingen en minder sociale bijdragen betalen en tegelijk een belegging realiseren die een rendement biedt dat hoger kan liggen dan 8% netto en dat een efficiënte sociale dekking biedt.
Met andere woorden, het SOCIALE VAP verschaft het hoogste financiële rendement en is voorzien van een aantal bijzonder aantrekkelijke bijkomende voordelen! Qua rendement zal hun investering worden gekapitaliseerd tegen de gewaarborgde rentevoet van 3,25% en bij bepaalde in het sociale VAP gespecialiseerde vennootschappen een, jaarlijks bepaalde, bijkomende rente opleveren (voorbeeld: de Voorzorgskas voor Zelfstandigen en Ondernemingen). Dit alles zonder dat de grootte van de winstdeelnemingen van het fonds worden verminderd.
Het is om deze redenen dat wij het nuttig achten uw aandacht te vestigen op deze nieuwe wetsbepalingen en bijgevolg op de nieuwe stelsels waarop uw klanten een beroep kunnen doen. Paul Ledent Past-Voorzitter BIBF
Enquête e-gover nment De laatste tijd is het aanbod van e-government toepassingen sterk toegenomen. Digitale aangiften in verband met BTW, personenbelasting en RSZ zijn de meest gekende. Beantwoordt dit aanbod aan de reële noden binnen het bedrijfsleven en leiden ze effectief tot administratieve vereenvoudiging ? Daarom willen we volgende metingen uitvoeren: - frequentie van gebruik - gebruiksvriendelijkheid - mogelijke technische belemmeringen - is er sprake van daadwerkelijke lastenverlaging ? - is de onderneming tevreden ? Samen met de Kamers van Handel en Nijverheid van Halle-Vilvoorde, Kempen, Leuven en Mechelen participeert het BIBF in dit E-gov Acceclerator project. De federale staatssecretarissen voor Informatisering van de Staat en Administratieve Vereenvoudiging hebben het enquêteformulier mee helpen opstellen. Ze zijn enorm geïnteresseerd in de resultaten van metingen op het vlak van e-government. Dienstverlening is immers veel meer dan “zoveel mogelijk on-line”. De conclusies van de enquête zullen een leidraad vormen waar beleidsverantwoordelijken zich zullen op baseren met het oog op verdere e-gov ontwikkelingen. Daarom dat uw menig van belang is. U vindt de enquête terug op http://www.e-gov-project.be/enquete
Contact
Gevestigd boekhoudkantoor (regio Antwerpen + Kempen) verkoopt een deel van de klantenportefeuille. Over te nemen omzet (minimaal 20.000 euro) en andere modaliteiten zijn bespreekbaar. Stuur uw motivatie en een beschrijving van uw kantoor via het BIBF met vermelding van referte. Ref. : 174/02
Boekhoudkantoor Provincie Antwerpen zoekt zelfstandig medewerkers in onderaanneming of stage voor boekhoudwerk en voorbereiding van de fiscale aangiften. Ervaring is noodzakelijk, kennis van Expert / M is gewenst. Kandidaturen met CV toesturen via BIBF. Ref. : 174/03
Boekhoudkantoor over te nemen: ligging - het noorden van Vlaams- Brabant, langs de as A12 Brussel-Antwerpen; dit wegens het naderen van de pensioenleeftijd. Gsm.: 0474-94 17 84.
P A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
6
1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4
Seminaries 25/11/2004
Dendermonde
BTW Bart Beheydt, BTW-adviseur
ACC VER LBC-NVK Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64
25/11/2004
Ruddervoorde
BTW-actualia Eddy Soenen, e.a. Inspecteur, Diensthoofd AOIF
BBB Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24
25/11/2004
Gent
Alternatieve Vennootschapsvormen Luc Stolle, Advocaat
KVABB Tel : 09.231 2101 - Fax : 09.231 2120
25/11/2004
Hasselt
IFRS 3, IAS 27, 28 en 31 Sadi Podevijn, wetenschappelijk medewerker Universiteit Gent
LVAB Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67
26/11/2004
Elewijt-Zemst
BTW studienamiddagen Jurgen Opreel
MAB Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
27/11/2004
Sint-Katelijne-Waver De boekhouding van de VZW. MAB J. Vercruysse, Jurist, J. Dillen, Accountant-belastingconsulent Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
28/11/2004
Sint-Katelijne-Waver De boekhouding van de VZW. MAB J. Vercruysse, Jurist, J. Dillen, Accountant-belastingconsulent Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
29/11/2004
Hasselt
Module personenbelasting: afschrijvingen en meerwaarden Robert Peulen, accountant - lector
LVAB Tel : 011/238776 - Fax : 011/238867
30/11/2004
Brugge
Alternatieve Vennootschapsvormen Luc Stolle, Advocaat
KVABB Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20
02/12/2004
Dendermonde
Milieuwetgeving - Luc Van Middel, Adviseur in milieu-aangelegenheden
ACC VER LBC-NVK Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64
02/12/2004
Antwerpen
Fiscale rechtspraak en bewijskracht boekhouding Guy Poppe, Advocaat
KVABB Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20
02/12/2004
Gent
Van eenmanszaak tot vennootschap Dhr. Bertin Pousseele, Bedrijfsrevisor
KVABB Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20
02/12/2004
Elewijt-Zemst
Grondige cursus IAS/IFRS Prof. J. Verhoeye., Prof. dr. E. De Lembre
MAB Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
06/12/2004
Aalter
Vermogensplanning Frank De Smet, Lic. Notariaat, Bijz. Lic. Ven. Recht
ACC VER LBC-NVK Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64
06/12/2004
Lummen
Grensoverschrijdende BTW Dhr. Patrick Wille, BTW Huis
KVABB Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20
06/12/2004
Hasselt
Bezoldigingen bedrijfsleiders bezoldiging / toekenning meewerkende echtgenoot Bart Smets, advocaat - lector
LVAB Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67
07/12/2004
Elewijt
Onroerende Leasing Dirk De Munter
ACC VER LBC-NVK Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64
07/12/2004
Waregem
Successieplanning en schenkingen De heer Dirk Knockaert
BBB Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24
07/12/2004
Leuven
Successieplanning Wim Vermeulen, Advocaat
KVABB Tel : 09/231. 21.01 - Fax : 09/231.21.20
1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4
7
P A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
10/12/2004
Elewijt-Zemst
BTW Studienamiddagen Jurgen Opreel
MAB Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
11/12/2004
Gent
BTW-actualia Dhr. Luc Heylens
BBAV Tel : 09/377.87.88 - Fax : 09/378.06.67
13/12/2004
Aalst
Successieplanning en schenkingen De heer Dirk Knockaert
BBB Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24
13/12/2004
Hasselt
De aftrekbare bestedingen en de uitgaven die recht geven op belastingvermindering Luc De Greef, fiscaal adviseur
LVAB Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67
BTW intracommunautair Dhr. Robert Gillis
KVABB Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20
14/12/2004
Lummen
14/12/2004
Universiteit Antwerpen Bijzondere Mandaten (Wilrijk) Jos Van Wemmel – bedrijfsrevisor, accountant
LBAB Tel : 0496/272.440 - Fax : 02/426.22.06
15/12/2004
Geel
Holdingstructuren Guy Poppe, Advocaat
ACC VER LBC-NVK Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64
15/12/2004
Leuven
Successieplanning en schenkingen De heer Dirk Knockaert
BBB Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24
16/12/2004
Ruddervoorde
Successieplanning en schenkingen De heer Dirk Knockaert
BBB Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24
16/12/2004
Kasterlee
Updating vennootschappen en rechtspersonen Jos Mertens, advocaat, Voorzitter van de Europese afdeling van Legal Netlink Alliance
KBAB Tel : 014/41.61.46 - Fax : 014/71.02.67
BTW Studienamiddagen Jurgen Opreel
MAB Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
17/12/2004
Elewijt-Zemst
18/12/2004
Universiteit Antwerpen Fiscale Procedures en bewijsmiddelen (Wilrijk) Leo De Broeck - advocaat, Prof. Fiscale Hogeschool Brussel
LBAB Tel : 0496/272.440 - Fax : 02/426.22.06
18/12/2004
Sint-Katelijne-Waver
Sociale wetgeving: updating John De Graef, Jurist
MAB Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
19/12/2004
Sint-Katelijne-Waver
Sociale wetgeving: updating John De Graef, Jurist
MAB Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48
20/12/2004
Hasselt
Module Personenbelasting: Pensioenen Ann Misplon
LVAB Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67
21/12/2004
Brugge
Van eenmanszaak tot vennootschap Dhr. Bertin Pousseele, bedrijfsrevisor
KVABB Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09.231.21.20
Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. V e r a n t w o o r d e l i j k e u i t g e v e r: Marcel-Jean PAQUET, B.I.B.F. - Legrandlaan 45, 1050 Brussel • Tel. 02 626 03 80 • Fax 02 626 03 90 • E-mail:
[email protected] • Url: www.bibf.be. R e d a c t i e : Valérie CARLIER, Geert LENAERTS, José PATTYN. A d v i e s r a a d : Professor P. MICHEL, Ecole d'Administration des Affaires de l'Université de Liège, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven. P A C I O L I
N ° 1 7 4
B I B F
-
I P C F
8
1 - 1 4
N O V E M B E R
2 0 0 4