1
DE SPVA-03
De SPVA-03 kent een ingewikkelder constructie dan de voorgaande versies, waarbij het belangrijkste is dat de gegevens van de autochtonen via een andere weg verkregen worden. Een uitgebreide uiteenzetting hierover is door Silvia Dominguez Martinez op papier gezet. De bestanden zoals die nu beschikbaar zijn, betreffen alleen de ‘klassieke’ SPVA-gegevens, dus zonder de autochtonen.
1. De vragenlijsten Evenals bij voorgaande edities van de SPVA is gebruikgemaakt van een hoofdvragenlijst en een minivragenlijst. De eerstgenoemde wordt afgenomen bij hoofden van huishoudens en is uitgebreider dan de tweede, de minivragenlijst. Deze lijst wordt in principe afgenomen bij alle inwonende gezinsleden en andere leden van het huishouden van twaalf jaar en ouder. De hoofdvragenlijst is opgebouwd uit vijftien vraagblokken. Achtereenvolgens komen aan de orde: achtergrondgegevens respondent en zijn of haar gezin, het migratieproces, inburgering en taal, onderwijs, arbeid, inkomen, huisvesting, gezondheid, sociale contacten, culturele integratie, beeldvorming, godsdienst, etnische subgroepen en terugkeerwens, slotvragen en voertaal gesprek. De minivragenlijst bevat een selectie van deze blokken: achtergrondgegevens van het gezinslid, inburgering en taal, onderwijs, arbeid, inkomen en sociale contacten. Bovendien wordt gebruikgemaakt van twee aparte blokken met vragen over gezondheid en culturele integratie, die worden voorgelegd aan de partner en één inwonend kind van vijftien jaar of ouder. Indien men de Nederlandse taal niet goed genoeg beheerste, kon de respondent er ook voor kiezen om de vragen in het Engels dan wel Frans te beantwoorden.
2. De databestanden Alle informatie die in het kader van de SPVA-03 is verzameld (tezamen met een groot aantal geconstrueerde variabelen), is over drie gegevensbestanden verdeeld. Van elk van deze bestanden zal hieronder kort het type respondenten en de variabelen worden besproken. SPVA03HH.SAV De hoofdvragenlijst is vastgelegd in de SPVA03HH.SAV (kortweg hh-bestand). Hierin zijn alle gegevens van het huishouden en van het hoofd van het huishouden terug te vinden. Dit bestand bevat op dit moment 3.547 respondenten en 280 variabelen. SPVA03TT.SAV De minivragenlijst vormt de basis voor het bestand dat in analyses waarschijnlijk het meest gebruikt zal worden, namelijk de SPVA03TT.SAV (tt-bestand). Naast de informatie van alle gezinsleden vanaf 12 jaar, is hierin ook de informatie opgenomen van de hoofden van huishoudens, voorzover deze de variabelen van de minivragenlijst betreffen. Dit betekent dat voor hoofden van huishoudens deze gegevens (de vragen uit de minivragenlijst) zowel in het hh-bestand als in het tt-bestand zijn terug te vinden. Dit bestand bevat op dit moment 5.594 respondenten en 158 variabelen. SPVA03AG.SAV Ook van personen onder 12 jaar zijn in de SPVA-03 enkele gegevens bekend. Het gaat om achtergrondkenmerken zoals etniciteit, leeftijd, geslacht, geboorteland, generatie en verblijfsduur. Deze gegevens zijn opgeslagen in SPVA03AG.SAV (ag-bestand). Dit bestand is geschikt om direct een uitdraai van bijv. de gehele leeftijdsverdeling te maken; alle personen die in de huishoudens van ons onderzoek werden aangetroffen, zijn hierin opgenomen. Dit bestand bevat op dit moment 9.119 personen en 25 variabelen.
3. Het codeboek Het belangrijkste deel van het codeboek van de SPVA-03 bestaat uit een bewerkte versie van de hoofdvragenlijst. De namen van de variabelen zijn namelijk bij de desbetreffende vragen vermeld, zodat van al deze variabelen duidelijk is welke antwoordcodes bij de verschillende antwoordcategorieën horen. Bij dit codeboek zijn enkele punten van belang. a. Soms zijn de oorspronkelijke codes van de antwoordcategorieën voor analysedoeleinden veranderd of met elkaar verwisseld. Ook komt het voor dat de informatie van de ene variabele als categorie bij een andere variabele is bijgeschreven (zie ook punt 4). Dit is steeds aangegeven.
b.
c.
d.
Als er +G vóór de vraag is aangegeven, dat deze vraag in exact dezelfde vorm ook aan gezinsleden is gesteld. Als er (G) vóór de vraag staat, dan is de desbetreffende informatie slechts bij een deel van de gezinsleden bekend. Als er (P) staat dan is de desbetreffende informatie slechts bij een deel van de partners bekend. Als er alleen een G staat, dan gaat het om een variabele die alléén bij de gezinsleden aanwezig is. Als er alleen een P staat, dan gaat het om een variabele die alléén bij de partners aanwezig is. Variabelen die door een sterretje (*) worden voorafgegaan, komen elders in de vragenlijst onder precies dezelfde naam voor (alleen bij arbeid). Het betreft dan dezelfde vraag die aan een andere groep respondenten is gesteld. In het bestand zijn deze tot één variabele samengenomen. Variabelen die tussen haakjes staan, zijn in het uiteindelijke databestand weggelaten. Het gaat hier om variabelen waarvan de informatie reeds in andere variabelen is opgeslagen of waarvan een gering gebruik als afzonderlijke variabele wordt verwacht.
Er zijn echter ook variabelen in de bestanden te vinden, die ofwel een hercodering zijn van vragen, ofwel een constructie betreffen van enkele vragen. Deze variabelen zijn in de ‘codeboekvragenlijst’ aan het eind van de vragenlijst bijgeschreven, terwijl de gebruikte codes en hun betekenis in de volgende paragraaf zijn weergegeven.
4. Lijst met toegevoegde variabelen in de verschillende bestanden A. Variabelen waarvan de codering niet op de vragenlijst is aangegeven en zijn opgenomen in het ag-, tt- en hh-bestand ETNGROEP: Etnische groepering 1 = Afghanen 2 = Irakezen 3 = Iraniërs 4 = Voormalig Joegoslaven 5 = Somaliërs 6 = Autochtonen/3e generatie 9 = Allochtonen onbekend
ETNGRP: Etnische groepering 1 = Afghanen 2 = Irakezen 3 = Iraniërs 4 = Voormalig Joegoslaven 5 = Somaliërs ETNGESL: Etnische groepering en geslacht 0 = Afghaanse mannen 1 = Irakese mannen 2 = Iraanse mannen 3 = Joegoslavische mannen 4 = Somalische mannen 5 = Afghaanse vrouwen 6 = Irakese vrouwen 7 = Iraanse vrouwen 8 = Joegoslavische vrouwen 9 = Somalische vrouwen
POSTCODE: Viercijferig gedeelte van de postcode GEMEENTE: Gemeente 1 = Amsterdam 2 = Rotterdam 3 = Den Haag 4 = Utrecht 5 = Eindhoven 6 = Enschede 7 = Almere 8 = Nijmegen 9 = Delft 10 = Leeuwarden 11 = Tilburg 12 = Groningen GEMEENT1: Gemeente 1 = Amsterdam 2 = Rotterdam 3 = Den Haag 4 = Utrecht 5 = Overig SPVA LEEFTD1: Leeftijd 0 = t/m 4 jaar 1 = 5-9 jaar 2 = 10-14 jaar 3 = 15-19 jaar 4 = 20-24 jaar 5 = 25-29 jaar 6 = 30-34 jaar 7 = 35-39 jaar 8 = 40-44 jaar 9 = 45-49 jaar 10 = 50-54 jaar 11 = 55-59 jaar 12 = 60-64 jaar 13 = 65-74 jaar 14 = 75 jaar en ouder LEEFTD2: Leeftijd 1 = 15-24 jaar 2 = 25-34 jaar 3 = 35-44 jaar 4 = 45-54 jaar 5 = 55-64 jaar LEEFTD3: Leeftijd 1 = 15-24 jaar 2 = 25-49 jaar 3 = 50 jaar en ouder WIEGESPR: Persoon die de vragen van de minivragenlijst heeft beantwoord (alleen in het tt-bestand) 1 = Persoon zelf 2 = Ander (nl. hvh) 3 = Ander persoon
POSHH: Positie binnen het huishouden (alleen in het tt-bestand) 0 = Mannelijk hvh of partner 1 = Vrouwelijk hvh of partner 2 = Kind 3 = Broer/zus 4 = (Schoon)ouders 5 = Opa/oma 6 = Andere familie 7 = Vriend(in) 8 = Anders GEZINPOS: Gezinspositie (persoonsniveau) 0 = Man alleen 1 = Vrouw alleen 2 = Een v/e stel 3 = Een vd ouders 4 = Een ouder M 5 = Een ouder V 6 = Kind (met 2 ouders) 7 = Kind (met 1 ouder) 8 = Overigen GENERAT: Onderscheid naar generatie aan de hand van de leeftijd van de komst naar Nederland 1 = 1e generatie (geboren in het land van herkomst en niet vóór het 6e jaar naar Nederland gekomen) 2 = 2e generatie (geboren in Nederland of vóór het 6e jaar naar Nederland gekomen) MIGRJR1: Jaartal van de migratie 1 = Voor 1970 2 = 1970-1974 3 = 1975-1979 4 = 1980-1984 5 = 1985-1989 6 = 1989-1994 7 = 1995-1998 8 = Vanaf 1998 VERBLIJF: Verblijfsduur in Nederland (in jaren met één decimaal) VERBL1: Verblijfsduur in Nederland 1 = Tenm. 25 jaar 2 = 20-24 jaar 3 = 15-19 jaar 4 = 10-14 jaar 5 = 5-9 jaar 6 = 2-4 jaar 7 = Max. 2 jaar LFTMIGR: Leeftijd van de migratie (in jaren met één decimaal) LFTMIGR1: Leeftijd van de migratie 1 = Tot 6 jaar 2 = 6-11 jaar 3 = 12-17 jaar 4 = 18-20 jaar 5 = 21-24 jaar 6 = 25-39 jaar 7 = 40 jaar en ouder
NATIONAL: Nationaliteit 1 = Nederlandse 11 = Nederlandse en Afghaanse 12 = Nederlandse en Irakeese 13 = Nederlandse en Iraanse 14 = Nederlandse en Joegoslavische 15 = Nederlandse en Bosnische 16 = Nederlandse en Kroatische 17 = Nederlandse en Servische 18 = Nederlandse en Montenegrijnse 19 = Nederlandse en Sloveense 20 = Nederlandse en Macedonische 21 = Nederlandse en Kosovaarse 22 = Nederlandse en Koerdische 23 = Nederlandse en Somalische 24 = Nederlandse en andere nationalitiet 111 = Afghaanse 112 = Irakeese 113 = Iraanse 114 = Joegoslavische 115 = Bosnische 116 = Kroatische 117 = Servische 118 = Montenegrijnse 119 = Sloveense 120 = Macedonische 121 = Kosovaarse 122 = Koerdische 123 = Somalische 124 = andere nationaliteit
B. Variabelen waarvan de codering niet op de vragenlijst is aangegeven en zijn opgenomen in het tt- en hh-bestand OPLBLNL: Plaats waar de opleiding is gevolgd 0 = Geen enkele opleiding gevolgd 1 = Alleen in buitenland 2 = Zowel in buitenland als in Nederland 3 = Alleen in Nederland ONDPART: Onderwijsparticipatie 0 = Geen voltijds dagonderwijs 1 = Voltijds dagonderwijs MAXDIPBA: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau in het buitenland 0 = Basisonderwijs <= 4 jr 1 = Basisonderwijs >= 5 jr 2 = Lager voortgezet onderwijs 3 = Hoger voortgezet onderwijs 4 = Hoger onderwijs
MAXDIPA: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau exclusief schoolgaanden MAXDSCHA: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau inclusief schoolgaanden 0 = Geen 1 = Basisonderwijs (bao) 2 = Lager/Voorbereidend beroepsonderwijs (lbo/vbo) 3 = Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) 4 = Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) 5 = Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)/Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) 6 = Hoger beroepsonderwijs (hbo) 7 = Wetenschappelijk onderwijs (wo) MAXOPLNL: Hoogst gevolgde opleiding in Nederland −1 = Geen enkele opleiding 0 = Geen (alleen opleiding buitenland) 1 t/m 7 => zie MAXDIPA MAXDIPNL: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau in Nederland −1 = Geen enkel diploma 0 = Geen (alleen diploma buitenland) 1 t/m 7 => zie MAXDIPA MAXDIPB1: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau in het buitenland MAXDIPN1: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau in Nederland MAXDIP1: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau exclusief schoolgaanden MAXDSCH1: Hoogst gerealiseerde opleidingsniveau inclusief schoolgaanden MAXDIPP1: Hoogste diploma vader MAXDIPM1: Hoogste diploma moeder 1 = Max. basisonderwijs 2 = Lbo/mavo 3 = Mbo/havo/vwo 4 = Hbo/wo MAXRICHA: Richting van het hoogst behaalde diploma 1 = Algemeen onderwijs 2 = Talen, kunst, filosofie 3 = Agrarische opleiding 4 = Technisch, natuurwetenschappelijk onderwijs 5 = Economisch, administratief, juridisch onderwijs 6 = Medisch, paramedisch onderwijs 7 = Sociaal-cultureel onderwijs 8 = Onderwijs in persoonlijke en sociale verzorging 9 = Opleiding tot leerkracht 10 = Anders, nl. HUIDOPL1: Huidige voltijdse dagopleiding 1 = Basisonderwijs 2 = Vbo/mavo 3 = Mbo/havo/vwo 4 = Hbo/wo DROPOUT: Uitvallers in het Nederlandse voortgezet onderwijs (15-34 jaar) 0 = Diploma voortgezet onderwijs 1 = Dropout voortgezet onderwijs
BERBEV: Potentiële beroepsbevolking in groepen 1 = Heeft werk voor tenminste 12 uur per week 2 = Wil werken voor tenminste 12 uur, ingeschreven bij GAB, zoekt en beschikbaar 3 = Overigen die willen werken voor tenminste 12 uur, zoeken en beschikbaar zijn 4 = Overigen die willen werken voor tenminste 12 uur, ingeschreven en beschikbaar 5 = Overigen die willen werken voor tenminste 12 uur en ingeschreven bij het GAB 6 = Overigen die WW-uitkering ontvangen 7 = Overigen die voor tenminste 12 uur per week willen werken 8 = Overigen die niet tot de beroepsbevolking behoren BB: Het al dan niet behoren tot de beroepsbevolking CCS-91 (uurgrens ≥ 12 uur) 0 = Niet-beroepsbevolking 1 = Beroepsbevolking GWL: Geregistreerde werkloosheid (volgens definitie CCS-91) 0 = Niet-geregistreerde werkloosheid 1 = Geregistreerde werkloosheid NWP: Niet-werkzame personen (volgens definitie CCS-91) 0 = Werkzaam 1 = Niet-werkzaam BEROEP: Huidige beroep (in vijf digits gecodeerd volgens SBC-92) BEROEPBL: Huidige beroep in land van herkomst (in vijf digits gecodeerd volgens SBC-92) BEROEP1: Eerste beroep (in vijf digits gecodeerd volgens SBC-92) BEROEPVA: Laatste beroep niet-werkenden (in vijf digits gecodeerd volgens SBC-92) FUNCNIV: Huidige functieniveau (afgeleid van de beroepenclassificatie: BEROEP) FUNCNIVB: Huidige functieniveau in land van herkomst (afgeleid van de beroepenclassificatie: BEROEPBL) FUNCNIV1: Eerste functieniveau (afgeleid van de beroepenclassificatie: BEROEP1) FUNCNVVA: Laatste functieniveau niet-werkenden (afgeleid van de beroepenclassificatie: BEROEPVA) 1 = Elementaire beroepen 2 = Lagere beroepen 3 = Middelbare beroepen 4 = Hogere beroepen 5 = Wetenschappelijke beroepen BEDRIJF: Huidige bedrijf waar men werkzaam is (in twee digits gecodeerd volgens SBI-93) BEDRIJF1: Eerste bedrijf waar men werkzaam was (in twee digits gecodeerd volgens SBI-93) BEDRFVA: Laatste bedrijf waar men werkzaam was, niet-werkenden (in twee digits gecodeerd volgens SBI-93) BEDRTAK: Huidige bedrijfstak (afgeleid van de bedrijfstakclassificatie: BEDRIJF) BEDRTAK1: Eerste bedrijfstak (afgeleid van de bedrijfstakclassificatie: BEDRIJF1) BEDRTAVA: Laatste bedrijfstak niet-werkenden (afgeleid van de bedrijfstakclassificatie: BEDRFVA) 0 = Landbouw, visserij en delfstoffenwinning 1 = Industrie 2 = Bouwnijverheid 3 = Reparatie, handel en horeca 4 = Vervoer, opslag en communicatie 5 = Financiële instellingen, verhuur, zakelijke dienstverlening 6 = Openbaar bestuur, sociale verzekeringen, onderwijs 7 = Gezondheids- en welzijnszorg 8 = Milieu, cultuur, recreatie en overige dienstverlening
ARBERV1: Arbeidservaring in Nederland 1 = Minder dan 1 jaar 2 = 1-5 jaar 3 = 5-10 jaar 4 = 10-15 jaar 5 = 15-20 jaar 6 = 20-25 jaar 7 = 25 jaar en langer URENWRK1: Aantal uren per week volgens arbeidsovereenkomst (voor zelfstandigen: feitelijke uren) 1 = Minder dan 12 uur 2 = 12-19 uur 3 = 20-34 uur 4 = 35-40 uur 5 = Meer dan 40 uur GWLDUUR: Werkloosheidsduur geregistreerde werklozen (in jaren met één decimaal) GWLDUUR1: Werkloosheidsduur geregistreerde werklozen 1 = Tot 6 maanden 2 = 6-12 maanden 3 = 1-2 jaar 4 = 2-5 jaar 5 = 5 jaar of langer NIETZOEK: Belangrijkste reden waarom er niet naar werk wordt gezocht of men minder dan 12 uur per week wil werken 1 = vanwege gezondheid\is arbeidsongeschikt 2 = huidige baan van minder dan 12 uur bevalt wel 3 = studeert\zit op school 4 = is werkzaam in huishouden 5 = is te oud 6 = er is toch geen werk\kan geen werk vinden 7 = geen tijd gehad\het is er nog niet van gekomen 8 = wordt toch niet aangenomen\discriminatie 9 = andere bezigheden\geen behoefte 10 = anders, nl.: 11 = wil eerst studeren 12 = ik keer binnenkort terug 13 = taal niet machtig 14 = geen status INKOMEN1: Totale netto-inkomen (in euro’s) INKOMEN2: Totale netto-inkomen 1 = Minder dan € 550,2 = € 550,- tot € 750,3 = € 750,- tot € 950,4 = € 950,- tot € 1.150,5 = € 1.150,- tot € 1.350,6 = € 1.350,- tot € 1.550,7 = € 1.550,- tot € 1.750,8 = € 1.750,- tot € 2.000,9 = € 2.000,- tot € 2.250,10 = Meer dan € 2.250,TAALVTOT: Taalvaardigheid van hoofd van huishouden en partner 1 = Goed 2 = Matig 3 = Slecht
C. Variabelen waarvan de codering niet op de vragenlijst is aangegeven en zijn opgenomen in het hh-bestand GEZSAMST: huishoudenssamenstelling 1 = Alleenstaand 2 = Stelletje 3 = Ouders met kinderen 4 = Ouders met kinderen en anderen 5 = Partners en anderen 6 = Vader en kinderen 7 = Moeder en kinderen 8 = Overig GEZOMV: huishoudensomvang GEZINK1: Gezinsinkomen (optelsom van alle inkomens. Eerst is INKOMEN1 gebruikt en, als deze ontbrak, INKOMEN2, waarbij het gemiddelde van die klasse is genomen.) GEZINK2: Gezinsinkomen (optelsom van alle inkomens. Eerst is INKOMEN1 gebruikt en, als deze ontbrak, INKOMEN2, waarbij het gemiddelde van die klasse is genomen.) 1 = Minder dan € 550,2 = € 550,- tot € 750,3 = € 750,- tot € 950,4 = € 950,- tot € 1.150,5 = € 1.150,- tot € 1.350,6 = € 1.350,- tot € 1.550,7 = € 1.550,- tot € 1.750,8 = € 1.750,- tot € 2.000,9 = € 2.000,- tot € 2.250,10 = Meer dan € 2.250,VERZTOT: Totaal aantal personen aan wie geld wordt gestuurd in het land van herkomst VERZORG: Verzorging van personen in land van herkomst 1 = Niemand 2 = Alleen partner 3 = Kinderen (+ partner) 4 = Alleen ouders 5 = Alleen anderen RELIGIE: Huidige geloof 0 = Geen 1 = Hindoeïsme 2 = Islam 3 = Christendom 4 = Ander geloof TERUGK: Terugkeerwensen naar land van herkomst 1 = Wil terug en ziet hiervoor mogelijkheden 2 = Overigen die terug willen 3 = Weet niet 4 = Wil niet terugkeren