Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
De spuitcomputer
SPG10
Handleiding Het regelingsysteem met de controle door de miscroprocessor om spuitapparatenin de landbouw te beheren V3.5B Service-Anleitung (19.01.2011)
Nederlands
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
Het besturings- en regelingsapparaat SPG10 Het spuitsysteem SPG10 wordt op het gebied van fruitteelt en wijnbouw gebruikt. Dat dient als het besturings- en regelingsapparat voor agrarische spuitaanhangwagens die voor tractoren zijn ontworpen. Het systeem SPG10 in combinatie met de besturingsmodule SPG20 en de sonden, die daarop zijn aangesloten, zijn een spuitcomplex voor de moderne landbouw met een exact besturingssysteem. De voordelen van dit systeem liggen duidelijk op het gebied van economie en ecologie. De regeling garandeert een constante druk op de overdrukventielen en geeft de mogelijkheid om de inhoud van spuitstof juist te doseren en de gewenste hoeveelheid ervan steeds aan te vullen. Het systeem bestaat uit een besturingskast (SPG10), een besturingsmodule (SPG20), een servomotor voor kleppen, en verschillende sonden. De besturingskast is met een uitvoerige touchmonitor uitgerust en wordt direct in de bestuurderscabine van de tractor geïnstalleerd. De besturingsmodule wordt op de tank gemonteerd en wordt met alle componenten van de spuitbesturing verbonden. De bepaalde waarden van de spuitdruk en de hoeveelheid stof in de tank worden van een druksonde en van een inhoudssonde afgelezen en worden aan de regelingsmodule doorgegeven.
Technische gegevens: Scherm
grootte
3,5 duim
resolutie
320×240 pixel (zwart-wit)
achtergrondbelichting
witte led; 7,0 cd/m² (typ.)
Touchscreen "Toetsendruk"
stylus
10÷70 gram
vinger
20÷80 gram
Aansluiting
netaansluiting:
12 V DC incl. RS485
geleidelijke interface
USB
inhoudssonde
IDS01/03 sproei- en waterdicht IP64
servomotor voor pomp
±12 V statisch met overbelastingsbeveiliging
druksonde
0÷40 bar 4÷20 mA
snelheidsonde
inductieve impulssonde
Aansluitingen op het besturingsappa raat SPG-20
stroomsonde uitgangen voor kleppen voor max. 8 kransen en 1 afzuigkap
Voor motor – en magneetkleppen (max. 10A)
Afmetingen (SPG10 zonder stekker):
(h × b × d) 104 mm × 124 mm × 45 mm
Stroomverbruik (SPG10 en SPG20 met uitgesloten kleppen): Zonder achtergrondbelichting:
ca. 225 mA @ 12V DC ca. 155 mA @ 12V DC
2
CE-identificatie
CEE 89/336 EMV-richtlijn CEE 73/23 laagspanningsrichtlijn
WEEE (en); RAEE (it) Utilisatie van elektrische en elektronische apparaten
Het apparaat voldoet aan de WEEE Richtlijn omtrent het recycleren van elektrische en elektronische uitrusting. Het is verboden om dit samen met huishoudelijk afval weg te gooien. Milieuschade en problemen met gezondheid kunnen zich voordoen. Het apparaat moet aan een gemeentelijk afvalbeheer (b.v. een recycling centrum) worden doorgegeven.
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
Inhaltsverzeichnis 1 Het hoofdvenster.................................................................................... 5 1.1 Indicatiezone....................................................................................... 5 1.2 Kransen.............................................................................................. 6 1.2.1 Keuze van kransen...........................................................................................6 1.2.2 Linker/rechterzijde van de krans schakelen.....................................................6 1.2.3 Sonden van multi-rijen verstuivers................................................................... 6
1.3 Afzuigkap............................................................................................ 7 1.4 Druk handmatig instellen.................................................................... 7 1.5 Automatische drukregeling................................................................. 7 1.5.1 Nominale druk zonder spuitprogramma instellen:............................................7 1.5.2 Drukregeling met spuitprogramma:..................................................................8
2 Instellingen.............................................................................................. 8 2.1 Inhoudsindicatie (snel/langzaam)....................................................... 8 2.2 Spuiting Start/Stop ............................................................................. 9 2.3 Instellingen op een halfautomatische wijze (½ Auto) ........................10 3 Spuitbesturing...................................................................................... 11 3.1 Spuitprogramma’s............................................................................. 11 3.1.1 Pagina 1: (Programma en keuze van grondeigendom) .................................11 3.1.2 Pagina 2: (Programma instellingen)...............................................................12 3.1.2.1 De standaard variant............................................................................... 13 3.1.2.2 De SBR-variant. Zuis-Tirol ......................................................................14 3.1.3 Pagina 3 (Keuze van werkzame stoffen)....................................................... 15 3.1.4 Spuitprogramma’s beheren............................................................................ 15
3.2 Grondeigendom................................................................................ 16 3.3 Werkzame stoffen ............................................................................ 17 3.4 Statistiek .......................................................................................... 17 4 Systeeminstellingen............................................................................. 18 4.1 Datum en tijd..................................................................................... 18 4.2 Gebruikstijd....................................................................................... 18 4.3 Tanknaam......................................................................................... 18 4.4 Taal................................................................................................... 19 4.5 Alarmsignaal..................................................................................... 19 5 Scherminstellingen............................................................................... 19 5.1 Contrast............................................................................................ 19 5.2 Achtergrondbelichting....................................................................... 20 5.3 Schermtest........................................................................................ 20 6 Basisinstellingen (Setup)..................................................................... 20 6.1 Impuls per 100 m.............................................................................. 20 6.2 Correctie van tankinhoudsindicatie................................................... 21 6.3 Drukverlies (in procent)..................................................................... 21 6.4 Doorstroom van impuls/liter.............................................................. 21 3
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
6.5 Regeling met sonde van hoeveelheid doorstromende vloeistof .......21 7 Service. Menu........................................................................................ 22 7.1 Basisinstellingen (Setup) SPG20...................................................... 22 7.2 Fabrieksinstellingen (Set default)..................................................... 23 7.3 Scherm kalibereren........................................................................... 23 7.4 Aantal kransen.................................................................................. 23 7.5 Stroomindicatie................................................................................. 23 8 Inhoudsniveau...................................................................................... 24 8.1 Lijst................................................................................................... 24 8.2 Toewijzen.......................................................................................... 24 9 Tank aanvullen...................................................................................... 25 9.1 Analoge waarde toepassen "Set"..................................................... 25 9.2 Toename van tankinhoud................................................................. 25 9.3 Inhoudsgegevens handmatig wijzigen "+/- liter"...............................25 9.4 Menu "Tank aanvullen"..................................................................... 26 9.4.1 Andere toename.............................................................................................26 9.4.2 Tabel opslaan.................................................................................................26 9.4.3 Tabel wijzigen.................................................................................................26 9.4.4 Tabel invullen................................................................................................. 27
10 Uitwisseling van gegevens met de PC..............................................27 11 Tankinhoudssonde IDS03.................................................................. 27 12 Montage instructie.............................................................................. 28 12.1 Opmerkingen voor de montage van de tankinhoudssonde ............28 Functieschema spuitapparaat met SPG20:
lin ks
4
I mpulsge ber Impulssonde
re ch ts
Druksonde Drucksenso r
Krans Kranz 88
Krans Kranz 77
Krans Kranz 66
Kranz 55 Krans
Krans Kranz 44
Krans Kranz 33
Krans Kranz 22
Kranz 11 Krans
Abs aug ung Afzuigkap
M
Dur chfl us ss ond e Doorstroomsonde
Servomotor Stellmo to r
Pomp Pump e
Inhoudssonde Inhal ts onde
SPG2 0
p
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
1 Het hoofdvenster Na het inschakelen van het apparaat verschijnt het hoofdvenster (Afb. 1). In principe bestaat het hoofdvenster uit de toetsenzone aan de rand en uit de indicatiezone in het midden van het beeld. Bovendien, bevindt zich een statusbar in de bovenkant van het beeld. Daarop wordt het reeds lopende spuitprogramma weergegeven (drie streepjes "---" betekenen dat er geen spuitprogramma actief is).
1.1 Indicatiezone
Schurft Mooswiese
Inhoud liter
7,2 km/u
Abb. 1: Hoofdvenster met 4 kransen
In de indicatiezone wordt de druk in grote vette cijfers, met verschillende parameters daaronder (inhoud, weg, snelheid, etc.) weergegeven, die kunnen worden gewijzigd. In de bovenste indicatiezone wordt de druk uitzonderlijk weergegeven: •
Druk: De actuele druk wordt in de bovenste indicatiezone in bar aangegeven. Deze zone wordt ook gebruikt om de druk handmatig of automatisch in te stellen. Linksboven wordt het ook met "Auto" of "Man." aangegeven of de druk automatisch of handmatig wordt gecontroleerd. (→ zie hoofdstuk „1.4 Druk handmatig instellen“ en ook „1.5 Automatische drukregeling“). In de onderste indicatiezone kunnen verschillende parameters gekozen worden (door het midden van het beeld aan te klikken), zodat ze op het scherm worden weergegeven: •
Inhoud liter: De inhoud van de spuittank in liter. De Inhoud l indicatiesnelheid kan bij de instellingen aangepast worden (→ Hoofdstuk 2.1) (snel bij het aanvullen van de tank, langzaam tijdens het rijden).
•
4,7 km/u Weg [Mt]/[Km]: De afgelegde weg vanaf het begin van de Weg (km) spuiting. Als de afstand minder dan 1 km is, wordt de weg in meter (m) uitgedrukt, maar verder wordt het enkel in kilometer aangegeven. De fasen wanneer alle kransen zijn afgesloten komen niet in aanmerking. De opname wordt beëindigt van zodra het spuitprogramma wordt afgesloten (zie ook → Hoofdstuk „2.2 Spuiting Start/Stop “).
•
Snelheid [km/u]: De actuele snelheid in km/u. Dat wordt ook Snelheid samen met alle andere gekozen parameters rechtsboven als kleine tekst weergegeven.
•
L/ha: De hoeveelheid reeds gebruikte stof (met het berekenen liter per hectare).
•
L/min.: De actuele stofinhoud in liter/minuut.
•
Inhoud [l]: De gezamenlijke stofinhoud in liter, die vanaf het begin van de spuiting is uitgegeven*.
•
Oppervlakte [ha]: De tot nu toe bewerkte oppervlakte in hectare vanaf het begin van de spuiting*.
L/min
4,9 km/u
[km/u]
4,9 km/u
* De nieuwe spuiting begint zodra het spuitprogramma wordt opgestart of na de annulatie van de aanwijzing van de meter op een halfautomatische wijze (→ Hoofdstuk 2.3)
5
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
In de toetsenzone bevinden zich de toetsten voor de krans, de menu toetsen, de toetsen voor de afzuigkap, en de schakeltoetsen om de druk op een handmatige en automatische wijze te regelen: Kransen Menu toetsen Afzuigkap Schakeltoets tot
of
Sommige functies van deze toetsen worden in de volgende hoofdstukken beschreven:
1.2 Kransen Aan de linker- en rechterzijde van het beeld bevinden zich de genummerde toetsen voor kransen; afhankelijk van het aantal aangesloten kransen kunnen er 2, 4, 6 of 8 toetsen zijn. De toetsten aan de linkerzijde komen overeen ook met de kransen aan de linkerzijde van het spuitsysteem; evenzo komen de onderste toetsen met de onderste kransen overeen. 1.2.1 Keuze van kransen De keuze van kransen gebeurt door de passende toetsen in te drukken. De gekozen kransen worden daarbij met cirkels gemarkeerd. Door herhalend indrukken aan de toets kunnen de kransen uit de selectie weer uitgesloten worden (de cirkel verdwijnt weer): krans is gekozen,
krans is niet gekozen
1.2.2 Linker/rechterzijde van de krans schakelen Door het linker- of rechterindicatiezone van de inhoud (Abb. 2 blauw gemarkeerd) of door de linker- en rechtertoets (aan de bovenzijde van het toestel) in te drukken kunnen de rechter- en Inhoud liter Kmu linkerkransen onafhankelijk van elkaar ingeschakeld en uitgeschakeld worden. Als één zijde is ingeschakeld, wordt dat met een vol punt gemarkeerd ( Abb. 2 rood omgecirkeld). De kransen worden enkel ingeschakeld als de afzuigkap is uitgeschakeld. („Afzuigkap“ → Abb. 2: Linker/rechterzijde van de krans Hoofdstuk 1.3). schakelen Krans is aan,
Krans is uit
Opmerking: Bij langdurig verzuim (ca. 15 min. zonder snelheid, druk en het indrukken van schermtoetsen) worden alle kleppen automatisch uitgeschakeld (kransen en afzuigkap) om veiligheid te garanderen en stroomverbruik te verminderen. De achtergrondbelichting van het scherm wordt ook uitgeschakeld. Dat betreft ook de inhoudssonde IDS03 (als dat beschikbaar is). 1.2.3 Sonden van multi-rijen verstuivers Bij multi-rijen spuitsystemen worden geen kransen, maar wel de afzonderlijke sectoren ingeschakeld met behulp van de hierbovenvermelde toetsen voor de kransen. Bij tunnelspuitsystemen worden de linker- en rechterzijden van een en dezelfde sector altijd tegelijkertijd ingeschakeld, zelfs als er maar één zijde wordt ingedrukt. 6
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
1.3 Afzuigkap Bij de activatie van de afzuigkap (door het passende symbool of de middelste toets in te drukken, die zich aan de bovenzijde van het toestel bevindt) worden alle kransen uitgeschakeld. De ingepompte spuitstof/water wordt terug naar de tank gepompt. Afzuigkap is aan, (=kransen zijn uitgeschakeld)
Afzuigkap is uit (=kransen zijn ingeschakeld)
1.4 Druk handmatig instellen Om de druk handmatig te kunnen instellen, moet de handmatige regeling geactiveerd worden (in het veld van de drukindicatie linksboven verschijnt de tekst "Man.", zie Abb. 3). Anders is dit noodzakelijk om eerst de handmatige regeling te kiezen met behulp van de Abb. 3: Drukindicatie. Handmatige regeling schakeltoets. Door de linker- en rechterzone van het veld van de drukindicatie in te drukken (pijl naar boven en naar beneden, afb. 3, blauw gemarkeerd) kan de druk verhoogd of verlaagd worden. Door het kortdurende indrukken wordt de druk in stappen verlaagd of verhoogd. Langer indrukken van de pijl zorgt voor de voortdurende drukdaling/verhoging.
1.5 Automatische drukregeling Als U de automatische drukregeling met behulp van de schakeltoets activeert, verschijnt de tekst "Auto." in het veld van de drukindicatie in de boven linkerkant (zie Abb. 4). Abb. 4: Drukindicatie. Nu wordt de druk automatisch ingesteld op het door U Automatische regeling opgegeven niveau en wordt volgens het nodige niveau van het spuitprogramma geregeld. 1.5.1 Nominale druk zonder spuitprogramma instellen: Druk op het puntje in het midden van het veld Nominale druk van de drukindicatie. Er verschijnt een venster waarin de nominale druk kan ingesteld worden (Abb. 5). Met behulp van beide toetsen "plus" en "minus" is het mogelijk om de waarde in stappen te verhogen en te verlagen. Als alternatief, kan men op de balk drukken, zodat de balk tot de gedrukte plaats wordt ingevuld. Ten slotte, druk op "OK" om de gewijzigde waarde van de nominale druk toe te passen. Abb. 5: Nominale druk instellen
Opmerking: Bij de automatische regeling van de druk, d.w.z. zonder de activatie van het spuitprogramma, is het belangrijk om de exacte snelheid tijdens het rijden in acht te nemen, anders is de hoeveelheid spuitstof per hectare te weinig aan de hogere snelheid en te veel aan de lagere snelheid (→ De volgende informatie over het werk zonder het spuitprogramma vindt U in het hoofdstuk l 2.3 Instellingen op een halfautomatische wijze (½ Auto)“). 7
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
1.5.2 Drukregeling met spuitprogramma: Bij de drukregeling met een actief spuitprogramma worden de hierbovenvermelde instellingen van de nominale druk genegeerd! De druk wordt alleen door het spuitprogramma geregeld, zodat de hoeveelheid spuitstof per hectare – ook als de snelheid van het rijden niet exact wordt gehaald – blijft constant. (Zie „Spuiting Start/Stop “ → Hoofdstuk 2.2).
2 Instellingen Druk op "Menu" om het menu "Instellingen" te krijgen. In het onderste deel van het scherm bevindt zich een statusbar die toont welk spuitprogramma op dit moment actief is (Abb. 6). Als nog geen programma actief is, verschijnt het teken "----" in plaats van de aangegeven informatie.
Instellingen
Inhoud snel
Start Mixer
Instellingen
Spuiting
½ auto
Spuiting
Actief Spuitprogramma Hausacker Abb. 6: Instellingen
Met behulp van de toets "Spuiting" gaat U naar de spuitbesturing over, waar het spuitprogramma wordt verwerkt en opgegeven. De gegevens van grondeigendom of werkzame stoffen kunnen er ook aangegeven, verwerkt en toegevoegd worden (→ Hoofdstuk 3). De toets "Instellingen" stuurt u naar de systeeminstellingen door, waar U o.a. de datum, de tijd en de taal kunt wijzigen (→Hoofdstuk 4). Mixer: Deze toets geeft U de mogelijkheid om de mixer in- en uit te schakelen. Afhankelijk van de status van deze mechanisme (in- of uitgeschakeld), wordt de tekst "Start de mixer" (de mixer is uitgeschakeld en kan ingeschakeld worden door de toets van het opstarten in te drukken) of "Stop de mixer" weergegeven. Bovendien, wordt het schakelsymbool inversief weergegeven als de mixer is ingeschakeld.
2.1 Inhoudsindicatie (snel/langzaam) In het menu van de instellingen bevindt zich de toets van de instellingen van de inhoudsindicatie. Bij het elke indrukken van de toets wordt de functie veranderd: Inhoud. Snel Inhoud. Langzaam Als het veranderen van het aanvullingsniveau van de tank snel moet weergegeven worden, druk op het passende symbool met de tekst "Inhoud. Snel" erop. Nu wordt elke verandering van het aanvullingsniveau weergegeven. Het gebruik van deze instelling is vooral voordelig tijdens het aanvullen van de tank. Als U in tegendeel geen informatie over de inhoud zo snel wilt krijgen, druk op de toets "Inhoud. Langzaam". Het gebruik van deze instelling tijdens het rijden wordt aangeraden, anders kan een klein geschok soms grote veranderingen in de indicatie veroorzaken, wat het aflezen alleen onnodig moeilijk maakt. 8
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
2.2 Spuiting Start/Stop Enkel als het spuitprogramma actief is, kan men op een automatische wijze effectief werken. Het is dus mogelijk, ook als de snelheid niet exact wordt gehaald, maar door de duidelijke drukregeling om de inhoud van de spuiting per hectare voortdurend te houden.
Oppervlakte Verbruik/ha
Snelheid
Hoeveelheid Rijenbreedte
Werkdruk
Verstuiver: Atr oranje
Om met het spuitprogramma te kunnen werken, Dit programma nu moet dit maar één keer opgestart worden. Daarvoor starten druk op het symbool "Start" in het veld van de instellingen. Er wordt een nieuw venster Abb. 7: Het spuitprogramma starten geopend (Abb. 7), waarin men het reeds bestaande spuitprogramma kan kiezen. Daarvoor druk één keer op het bovenste veld en kies een passend programma (klik op OK om de keuze te bevestigen). Zodra het gewenste programma is gekozen, worden ook de basisparameters van de spuiting geactualiseerd. Deze bevatten de gegevens die voor de spuiting noodzakelijk zijn, zoals globale snelheid, waterverbruik, werkdruk of een type en een aantal verstuivers. De werkzame stof, die momenteel in gebruik is, ook kan weergegeven worden. Daarvoor klik op de passende toets. Om het door u gekozen programma op te starten, klik op de tekst "Dit programma nu starten". Zodra de aanvraag voor de bevestiging van uw keuze verschijnt en zodra u daarop antwoordt door op "OK" te drukken, verschijnt het venster "Het programma is opgestart". Daaronder wordt het beschikbare geheugen weergegeven. Gelieve er op te letten, dat er ten minste nog 10% beschikbaar moet zijn. (Om het geheugen weer vrij te geven, worden de geregistreerde programma’s naar de PC overgedragen, anders worden ze handmatig verwijderd in het menu "Statistiek". [→ Hoofdstuk 3.4]). Dit programma nu starten
Door het symbool "Stop" in te drukken, wordt het lopende spuitprogramma weer afgesloten. De toets "Stop" verschijnt in plaats van de toets "Start" na het opstarten van het spuitprogramma (Abb. 6). Zolang het programma loopt, kan men op het veld "Actief spuitprogramma" (in het onderste deel van het scherm) in het menu „2 Instellingen“ drukken om de instellingen en de parameters van het lopende programma te bekijken. De wijzigingen enkel mogen gebeuren als het spuitprogramma stopt.
9
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
2.3 Instellingen op een halfautomatische wijze (½ Auto) Als geen enkel spuitprogramma actief is, wordt de halfautomatische werkwijze automatisch geactiveerd. Dat laat U toe om het werk uit te voeren zonder het spuitprogramma op te starten. Zodat alle waarden in de indicatiezone desondanks correct worden weergegeven, moet het volgende ingesteld worden: •
Instellingen op een halfautomatische wijze
Verstuivers links
Verstuivers rechts
Rood Rijenbreedte: 3.0m Oppervlakte
Abb. 8: Instellingen op een
Aantal verstuivers halfautomatische werkwijze In de bovenste rand van het scherm wordt het aantal verstuivers voor elke spuitkrans Keuze van het aantal verstuivers apart weergegeven. (De plaatsing is met de wijzers van de klok mee, beginnend met: Krans linksbeneden). Om het aantal verstuivers aan te passen, druk op dit bovenste deel van het scherm. Er wordt een venster geopend (Abb. 9), waarin de plaatsing van verstuivers grafisch is weergegeven ( van "links beneden" tot "rechts beneden"). Druk op één van de kransen (=keuzeveld) om het nieuwe aantal verstuivers te bepalen.
Abb. 9: Keuze van het aantal verstuivers
•
Type verstuivers Als het om de verstuivers van het type ATR gaat, is dat noodzakelijk om de passende schakeltoets met de tekst "Atr" te activeren (Abb. 8), anders worden ze standaard als de verstuivers van het type AVI geïnterpreteerd. De kleur van verstuivers kan in het veld vóór de bovenvermelde toets worden gekozen.
•
Rijenbreedte De rijenbreedte wordt in meter aangegeven.
•
Velden waar de weg, het aantal liters en de oppervlakte kunnen aangegeven worden Met behulp van de drie vensters voor het invoeren van parameters "Weg=0", "Liter=0" en "Oppervlakte=0" kan de indicatie van wegsonden, inhoudssonden en oppervlaktesonden geannuleerd worden, die zich in het hoofdvenster bevindt. (zie ook het hoofdstuk 1.1 → Weg [m]/[km/u], inhoud [l] en oppervlakte [ha]). De instellingen zijn zinvol vóór het opstarten van de spuiting zonder het spuitprogramma zelf op te starten.
Opmerking: Bij de halfautomatische werkwijze, d.w.z. zonder de activatie van het spuitprogramma, wordt de drukregeling niet uitgevoerd als de snelheid wordt veranderd. De druk wordt geregeld zoals het in het hoofdstuk „1.5.1 Nominale druk zonder spuitprogramma instellen:“ wordt beschreven. Als alternatief, is het mogelijk de druk handmatig te regelen. (→ Hoofdstuk „1.4 Druk handmatig instellen“). De registratie van het proces wordt ook niet uitgevoerd, wat betekent dat het in de statistiek niet in aanmerking komt en niet naar de PC kan worden overgedragen.
10
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
3 Spuitbesturing In de zone van spuitbesturing kunnen nieuwe spuitprogramma’s gemaakt en bewerkt worden. Hier gebeurt ook de besturing van de parameters van grondeigendom en de parameters van werkzame stoffen, die het programma nodig heeft. Hier kan men ook de reeds geregistreerde spuiting in het statistiekveld bekijken. -
Spuitprogramma’s (→ Hoofdstuk 3.1) Grondeigendom (→ Hoofdstuk 3.2) Werkzame stoffen (→ Hoofdstuk 3.3) Statistiek (→ Hoofdstuk 3.4)
3.1 Spuitprogramma’s De bestaande programma’s kunnen in het menu "Spuitprogramma’s" bekeken en bewerkt worden. Ook kan men nieuwe programma’s invoeren en oude programma’s verwijderen. Het is echter aan te raden om hier maar kleine wijzigingen uit te voeren. Het is veel handiger om de spuitprogramma’s op de PC met behulp van de software voor SPG10 te beheren.
Besturing
Spuitprogramma
Grondeigendom
Werkzame stoffen
Statistiek
Actief spuitprogramma: Hausacker Abb. 10: Spuitbesturing
Programma Schurft Moosvieze
Soort: Golden Informatie: dubbelrij Breedte: 3.5m Waterverbruik: Spuiting: 12.5 l/min Werkdruk: (3.0) xxx
Grondeigendom Moosvieze
Hoogte: 3.8m 277.5 l 1586.0 l/ha 12.5 bar
Het menu "Spuitprogramma" bevat drie pagina’s, die vooruit en achteruit met behulp van pijltjes in de Abb. 11: Spuitprogramma. Pagina 1 toetstenzone "gebladerd" kunnen worden. Deze zijn in de volgende drie punten beschreven:
3.1.1 Pagina 1: (Programma en keuze van grondeigendom) In het veld "Programma" (Abb. 11 inksboven) dient men eerst het programma te kiezen dat men wil bekijken of wijzigen. Daarvoor druk op het veld. Er verschijnt een lijst (Abb. 12), waarin het gezochte programma kan gekozen worden. Druk op OK om de keuze te bevestigen (Als het nieuwe programma wordt ingevoerd, moet dit eerst aangemaakt worden, zie → Hoofdstuk 3.1.4).
Programma kiezen
Schurft Mooswiese Schurft Ochsenmoos Schurft Riedel Bladluis Hauswiese
Aan elk programma is een stuk grond toegewezen, wat in het veld "Grondeigendom" is weergegeven (Abb. 11 rechtsboven). Door het veld in te drukken kan men een ander stuk grond kiezen Abb. 12: Keuzelijst ("Grondeigendom. Bewerken" / "Nieuw invoeren", zie → Hoofdstuk 3.2) De belangrijkste parameters voor de keuze van een stuk grond worden onder beide keuzevelden weergegeven (Abb. 11): soort, rijenbreedte, hoogte van bomen. 11
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
Daaronder volgen de waarden, die op basis van de gegevens voor het gekozen stuk grond en de instellingen van pagina 2 en 3 worden berekend: • Het waterverbruik dat nodig is voor de spuiting, in liter • Het bij de uitspuiting verwachte waterverbruik zowel in "liter per minuut" als in "liter per hectare" • En de daarvoor nodige werkdruk in bar Als er 3 sterretjes (***) in de balk "Werkdruk" verschijnen, betekent het dat er geen aanbevolen verstuivers voor deze druk zijn gekozen (Keuze van verstuivers → Hoofdstuk 3.1.2). Let alstublieft op, dat de door U uitgevoerde wijzigingen worden opgeslagen. Daarvoor druk op de toets "Opslaan".
3.1.2 Pagina 2: (Programma instellingen) Afhankelijk van de instellingen van de uitrusting, bestaan er twee verschillende varianten voor de invoering (standaard en SBR-variant) op pagina 2. Op basis van de door U aangegeven parameters kunt U bepalen, welk variant van deze twee voor u geschikt is:
12
•
De standaard variant (→ Hoofdstuk 3.1.2.1) met de invoering van de parameters: Oppervlakte, Invoeringsnorm en Snelheid. (Zie Abb. 13)
•
De SBR-variant, Zuid-Tirol (→ Hoofdstuk 3.1.2.2) met de invoering van de parameters: Oppervlakte, Concentratie, Waterverbruik en Snelheid. (Zie Abb. 15)
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
3.1.2.1
De standaard variant
Het venster met de instellingen van het programma bij de "Standaard variant" enkel verschijnt, als de schakeltoets van "Berekenen van de parameters van de SBR-variant, Zuid-Tirol” in het menu "Service" (→ Hoofdstuk 7.1) is gedeactiveerd. Anders volg de instructies van het volgende hoofdstuk (→ 3.1.2.2). De volgende parameters kunnen worden ingesteld:
Verstuivers links
Verstuivers rechts
Oppervlakte Invoeringsnorm
Snelheid
Atr Verstuiver geel
Aanbevolen: Geel
•
Aantal verstuivers Abb. 13: Spuitprogramma’s. Pagina 2 In de bovenste rand van het scherm wordt het aantal verstuivers voor elke spuitkrans apart weergegeven. (De plaatsing is met de Keuze van het aantal verstuivers wijzers van de klok mee, beginnend met: Krans links beneden). Om het aantal verstuivers aan te passen, druk op dit bovenste deel van het scherm. Er wordt een venster geopend (Abb. 14), waarin de plaatsing van verstuivers grafisch is weergegeven (van "links beneden" tot "rechts beneden"). Druk op één van de kransen (=keuzeveld) om het nieuwe aantal verstuivers te bepalen. Abb. 14: Keuze van het aantal verstuivers Voor de aanhangwagens van de multi-rijen spuiting dient er maar een aantal verstuivers per sector te worden aangegeven.
•
Oppervlakte De oppervlakte van bewerking wordt van de gegevens van het stuk grond genomen, dat aan het programma is toegewezen. Dat kan hier echter individueel gewijzigd worden.
•
Invoeringsnorm De stofinhoud, die in liter/hectare moet aangegeven worden.
•
Snelheid Hier wordt de globale snelheid in km/u aangegeven, die tijdens het rijden bij de spuiting moet gehaald worden (Kleine snelheidsveranderingen worden tijdens het rijden in acht genomen en worden automatisch geregeld).
•
Type verstuivers Als het om de verstuivers van het type ATR gaat, is dit noodzakelijk om de passende schakeltoets met de tekst "Atr" te activeren (Abb. 13) anders worden ze standaard geïnterpreteerd als de verstuivers van het type AVI. De kleur van verstuivers kan in het veld vóór de bovenvermelde toets worden gekozen. De aanbevolen kleur van de verstuiver, die hieronder wordt weergegeven, is op basis van de instellingen van het spuitprogramma bepaald.
13
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
3.1.2.2
De SBR-variant. Zuis-Tirol
Het venster met de instellingen van het programma bij de"SBR-variant. Zuid-Tirol" enkel verschijnt als de schakeltoets van "Berekenen van de parameters van de SBR-variant, Zuid-Tirol” in het menu "Service" (→ Hoofdstuk 7.1) is geactiveerd. Anders volg de instructies van het volgende hoofdstuk (→ 3.1.2.1). De volgende parameters kunnen worden ingesteld:
•
• • •
•
•
14
Verstuivers links
Oppervlakte Conc.
Verstuivers rechts
Water
Snelheid
Atr Verstuiver geel
Aanbevolen: oranje
Aantal verstuivers In de bovenste rand van het scherm wordt het Abb. 15: Spuitprogramma’s. Pagina 2 aantal verstuivers voor elke spuitkrans apart Keuze van het aantal verstuivers weergegeven. (De plaatsing is met de wijzers van de klok mee, beginnend met: Krans links beneden). Om het aantal verstuivers aan te passen, druk op dit bovenste deel van het scherm. Er wordt een venster geopend (Abb. 16), waarin de plaatsing van verstuivers grafisch is weergegeven ( van "links beneden" tot "rechts beneden"). Druk op één van de kransen (=keuzeveld) om het nieuwe aantal verstuivers te bepalen. Voor de aanhangwagens van de multi-rijen Abb. 16: Keuze van het aantal verstuivers spuiting dient er maar een aantal verstuivers per sector te worden aangegeven. Oppervlakte Die zu bearbeitende Fläche wurde aus den Daten des zugewiesenen Grundstücks übernommen. Sie kann hier aber auch individuell verändert werden. Concentratie Hier kan de concentratie van de spuitstof ingesteld worden (van 1 tot 30). Waterverbruik. Afwijkingen in procent A kezelendő növényfajtától függően szükségessé válhat a vízfogyasztás összhangba hozatala afeltételekkel. A meghatározott eltérés százalékban van kimutatva (-50-től +50%). Növényrendszerek a javasolt eltérésekkel: 0% = egy sor 30% = kerti ültetések 10% = kettes sor -10% = palmetten 20% = hármas sor Snelheid Hier wordt de globale snelheid in km/u aangegeven, die tijdens het rijden bij de spuiting moet gehaald worden (Kleine snelheidsveranderingen worden tijdens het rijden in acht genomen en worden automatisch geregeld). Type verstuivers Als het om de verstuivers van het type ATR gaat, is dit noodzakelijk om de passende schakeltoets met de tekst "Atr" te activeren (Abb. 15), anders worden ze standaard geïnterpreteerd als de verstuivers van het type AVI. De kleur van verstuivers kan in het veld vóór de bovenvermelde toets worden gekozen. De aanbevolen kleur van de verstuiver, die hieronder wordt weergegeven, is op basis van de instellingen van het spuitprogramma bepaald.
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
3.1.3 Pagina 3 (Keuze van werkzame stoffen)
G/hl In totaal (g)
Nr. werkzame stof
Op de laatste pagina worden werkzame stoffen opgegeven, die bij de spuiting worden gebruikt. Men kan tot 5 werkzame stoffen kiezen. Bij elke stof wordt de nodige hoeveelheid ervan (= max. aanbevolen) per hectare in gram aangegeven (dit kan ook gewijzigd worden door het passende getal in te drukken). Het laatste getal is het totaal aantal, dat voor de bewerkte oppervlakte nodig is.
3.1.4 Spuitprogramma’s beheren Om het programma te verwijderen, te kopiëren, of een nieuw programma in te voeren, druk op de toets voor het beheren van spuitprogramma’s in het menu "Spuitprogramma’s" (in het midden van de toetsenzone, Abb. 11, 13 en ook 15 en 17). Er wordt een nieuw venster (Abb. 18) met de volgende vier schakeltoetsen geopend: •
Abb. 17: Spuitprogramma’s. Pagina 3 Spuitprogramma's beheren Nieuw programma invoeren
De naam van het programma wijzigen
Het programma kopiëren
Het programma verwiideren
Nieuw programma invoeren Druk op deze schakeltoets om een nieuw Abb. 18: Spuitprogramma’s beheren programma in te voeren. In het venster, dat na het indrukken opent, wordt de naam voor het nieuwe programma aangeboden, die U kunt wijzigen door één keer op de naam te drukken. Ten slotte, wordt het nieuwe programma met behulp van de toets "Opslaan" opgeslagen.
•
De naam van het programma wijzigen Kies de naam van het programma, die moet gewijzigd worden. In het daarondervermelde veld kan de naam van het programma gewijzigd worden. Door de reden dat er een stuk grond en ten minste één werkzame stof aan elk spuitprogramma moet toegewezen zijn, is het aan te raden om de naam zo te kiezen, dat het stuk grond en het spuittype herkend blijven. Bij voorbeeld, "Hauswiese, schurftbehandeling".
•
Het programma kopiëren In dit venster (Abb. 19) wordt het programma, dat moet gekopieërd worden, in het veld "Bron" gekozen. Het programma, dat moet opnieuw opgenomen worden, wordt in het veld "Doel" gekozen. Door het venster met een pijl erop in te drukken wordt het programma in het veld "Doel" opnieuw opgenomen. Als het niet nodig is om het bestaande programma te kopiëren, kan een nieuw programma met behulp van de toets "Nieuw" aangemaakt worden.
Het spuitprogramma kopiëren Bron: Schurft Ochsenmoos
Doel: Schurft Ochsenmoos
Nieuw
Abb. 19: Het programma kopiëren
15
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
•
Het programma verwijderen Met behulp van de toets "Verwijderen" kan het programma, dat in het lijstveld is gekozen, verwijderd worden. Zodra de opdracht is bevestigd door het venster OK in te drukken, wordt het programma zonder de mogelijkheid van herstel verwijderd.
3.2 Grondeigendom In het menu "Grondeigendomsbesturing" (Parameters van grondeigendom beheren) (men kan daarnaartoe via het veld "Spuitbesturing" overgaan) kan men alle stukken grond en parameters voor hun bewerking aanvragen. Men kan ook nieuwe stukken grond invoeren en de bestaande hernoemen of verwijderen. Zoals in het geval van spuitprogramma’s, kunnen de gegevens voor stukken grond ook op de PC aangemaakt en bewerkt worden.
Besturing. Stuk grond Bachviese
Oppervlakte (m²): 20000.00 Rijenbreedte: 3.50 Hoogte van bomen: 3.80 Soort: golden Informatie: dubbelrij
Nieuw Abb. 20: Parameters van grondeigendom beheren
Keuze van het stuk grond In het bovenste veld wordt de naam van het stuk grond aangegeven. Zodra dit veld wordt ingedrukt, wordt het venster met de lijst geopend, waarin een ander (reeds bestaand) stuk grond kan gekozen worden. Als alternatief, kan men vensters met pijltjes erop gebruiken om het stuk grond te kiezen. Parameters bewerken Druk één keer op een van de vijf balken (Oppervlakte, rijenbreedte, hoogte van bomen, soort of informatie). In het geopende invoervenster kunnen de parameters gewijzigd worden: • Oppervlakte (m²) • • • •
Geef hier de oppervlakte van een stuk grond in vierkante meter aan. Rijenbreedte Invoering van de rijenbreedte in meter. Hoogte van bomen Invoering van hoogte van bomen, ook in meter. Soort Hier kan men de gegevens van soorten planten invoeren, die op dit stuk grond geplant zijn. Informatie In de balk voor de informatie kan er een opmerking of andere tekst ingevoerd worden.
Een nieuw stuk grond aangeven Pas na het indrukken van de toets "Nieuw" wordt een nieuw stuk grond met de Nieuw naam "Nieuw" aangegeven. De naam van een stuk grond wijzigen Het kortdurende indrukken van deze toets opent het invoeringsveld, waarin de naam kan gewijzigd worden. Een stuk grond verwijderen Druk op de toets "Verwijderen" om een stuk grond te verwijderen. Zodra de opdracht is bevestigd door het venster OK in te drukken, wordt het stuk grond zonder de mogelijkheid van herstel verwijderd. 16
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
3.3 Werkzame stoffen
Besturing. Werkstoffen
In het veld "Werkzame stoffen beheren" kunnen enkele werkzame stoffen weergegeven en bewerkt worden. Met behulp van het keuzevenster of twee pijltjes wordt een werkzame stof gekozen. Wachtijd (dagen): 20 • Onder het veld van de werkzame stof verschijnt de tekst "Maximale hoeveelheid per hectoliter in gram", die voor deze werkzame stof niet overtroffen mag worden. Nieuw Door deze balk in te drukken, kan de Abb. 21: Werkzame stoffen beheren maximale waarde gewijzigd worden. • Wachttijd in dagen, is de periode tussen bewerkingen, die door de geïntegreerde maatregelen voor de beveiliging van planten is voorzien. Deze waarde heeft alleen een informatief karakter. Deze parameter kan ook gewijzigd worden door de passende toets in te drukken. Nieuwe werkzame stof aangeven Door de toets "Nieuw" in te drukken wordt een nieuwe werkzame stof met de naam Nieuw "Nieuw" aangegeven. De naam van een werkzame stof wijzigen De bewerkingstoets opent het invoeringsveld, waarin de naam kan gewijzigd worden. Een werkzame stof verwijderen Door de toets "Verwijderen" in te drukken wordt een werkzame stof verwijderd (na de bevestiging van de opdracht).
3.4 Statistiek In het veld "Statistiek" worden de geregistreerde spuitingen verzameld en opgeslagen totdat ze naar de PC worden overgedragen of apart door de toets "Verwijderen" verwijderd. In elk venster wordt maar één spuiting weergegeven. Door pijltjes in te drukken wordt het volgende of het vorige proces getoond. Het totaal aantal alle geregistreerde processen van spuiting wordt in de statusbar (boven/rechts) weergegeven.
Processen van spuiting Programma: Hausacker, schurft Földerterület: Hausacker Datum: 2008.12.17 14:44:39 Inhoud: 5148 l Weg: 2072 mt l/ha: 375 l/ha Concentratie: 2.0x Breedte: 2.5 m Hoogte: 1.5m Oppervlakte: 6000 m² Snelheid: 5.0 km/u
Abb. 22: Statistiek
De datum, die voor elke spuiting is aangegeven, komt overeen met de tijd van het opstarten van dit spuitprogramma.
Enkele opnames verwijderen Door de toets "Verwijderen" in te drukken kunnen bepaalde opnames verwijderd worden. Ze worden (na de bevestiging van de opdracht) zonder de mogelijkheid van herstel verwijderd en kunnen dus naar de PC niet meer overgedragen worden.
17
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
4 Systeeminstellingen
Instellingen
Datum Gebruikstijd Naam In het veld "Systeeminstellingen" kunnen verschillende instellingen worden gemaakt: - Datum en tijd (→ Hoofdstuk 4.1) - Gebruikstijd (→ Hoofdstuk 4.2) Taal Alarm Scherm - Naam (→ Hoofdstuk 4.3) - Taal (→ Hoofdstuk 4.4) - Alarmsignaal (→ Hoofdstuk 4.5) Basisinstellingen Klantendienst o Scherminstellingen (→ Hoofdstuk 5) (Setup) - Basisinstellingen Setup (→ Hoofdstuk 6) Abb. 23: Systeeminstellingen - Klantendienst (→ Hoofdstuk 7)
4.1 Datum en tijd Het kortdurende indrukken van de toets "Datum" opent het venster, waarin de datum en de tijd kunnen ingesteld worden. Datum: Na het indrukken van de toets "Datum" verschijnt het invoervenster. Geef de actuele datum aan op de juiste wijze: [DD.MM.JJ] voor de dag, de maand en het jaar (gelieve ook de punt "." ertussen aan te geven). De invoering wordt met "OK" afgesloten.
TT.MM.JJ
Abb. 24: Datum
Uhrzeit: Druk op de toets „Tijd" om het invoervenster voor de tijdinstellingen te openen. De tijd moet ook op de juiste wijze aangegeven worden: [UU:MM] voor uren en minuten (gelieve ook de dubbelpunt ":" ertussen aan te geven).
4.2 Gebruikstijd
Tijd UU:MM:SS
Abb. 25: Tijd
In dit menu wordt de algemene gebruikstijd van het spuitapparaat SPG20 aangegeven. Met behulp van de toetsen ""Wijzigen" en "Alles verwijderen" kunnen de aanwijzingen van de gebruikstijdmeter gewijzigd of geannuleerd worden. Deze functies zijn met een wachtwoord beveilig.
4.3 Tanknaam De toets "Tanknaam" opent het invoeringsveld, waarin de naam van het spuitapparaat wordt aangegeven. Aangezien deze (tank-)naam in de besturingsmodule (die op het spuitapparaat is geïnstalleerd) wordt opgeslagen, kan elk apparaat een afzonderlijke naam krijgen, als er enkele apparaten worden gebruikt. Op basis van deze waarde kan men vervolgens – zodra de gegevens naar de PC worden overgedragen – nakijken, met welk spuitapparaat men heeft gewerkt.
18
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
4.4 Taal De instelling van de taal wordt pas na het indrukken van het passende symbool uitgevoerd.
4.5 Alarmsignaal
Duits
Italiaans
Engels
Frans
Abb. 26: Keuze van de taal
Het alarmsignaal bij de verlaging en de toename van snelheid Als de snelheid wordt verlaagd of als het de ingestelde Het alarmsignaal bij de verlaging/ waarde overtreft, wordt het alarmsignaal geactiveerd. Het toename van snelheid (0=geen alarm) alarmsignaal is een herhalend auditief signaal, en er verschijnt een "rinkeld" klokje in het hoofdvenster. Belangrijk: Deze snelheidscontrole functioneert alleen in het hoofdvenster, als een automatische werkwijze wordt gebruikt en als het spuitprogramma actief is. Abb. 27: Snelheidsalarm
5 Scherminstellingen
Instellingen
Dit menu bevat de instellingen en tests voor het scherm: - Contrast (→ Hoofdstuk 5.1) - Achtergrondbelichting (→ Hoofdstuk 5.2) - Schermtest (→ Hoofdstuk 5.3)
Contrast Achtergrondbelichting Test
Abb. 28: Scherminstellingen
5.1 Contrast Met behulp van de toetsen "plus" en "minus" of door de balk voor de instellingen in te drukken kan men contrast verhogen of verlagen. Als alternatief, kan de afmeting (van 10 tot 100) met cijfers aangegeven worden. Daarvoor druk op het passende venster om cijfers in te geven.
Contrast
Abb. 29: Contrast
19
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
5.2 Achtergrondbelichting
Helderheid
De achtergrondbelichting kan ook met behulp van de toetsen "plus" en "minus" verhoogd of verlaagd worden. Ook kan dat veranderd worden door de balk voor de instellingen in te drukken. Als alternatief, kan de afmeting (van 0 tot 100) ook met cijfers aangegeven worden met behulp van de cijfertoetsenbord. Abb. 30: Helderheid Geef de afmeting "0" in om de achtergrondbelichting volledig uit te schakelen.
5.3 Schermtest Met behulp van de toets "Test" (Abb. 28) is het altijd mogelijk om de nauwkeurigheid van de touchscreen te controleren. Daarvoor druk op het net ergens op het scherm. Precies op de plek, waarop U hebt gedrukt, moet er een puntje (een vierkantje, → Abb. 31) verschijnen. Als dit puntje te ver is van de plek, waarop U hebt gedrukt, is het noodzakelijk om het scherm te kalibreren. Als het nodig is, kunt u zich tot de Abb. 31: Schermtest klantendienst wenden.
6 Basisinstellingen (Setup) In het menu "Basisinstellingen" (Setup) wordt vooral de actuele softwareversie van het scherm SPG10 en van de besturingsmodule SPG20 met het serienummer weergegeven. Daaronder bevindt zich de naam van de besturingsmodule SPG20, die in het menu "Tanknaam" kan staan (→ Hoofdstuk 4.3). Om het menu zelf te bereiken, druk één keer op een puntje op het scherm.
Versie
Naam:
SPG20
Abb. 32: Informatie
De parameter, die moet gewijzigd worden, staat in het kader. Als men op het kader drukt, krijgt men een cijfertoetsenbord.
6.1 Impuls per 100 m Er wordt het aantal impulsen na 100 m rijden (voor de snelheidsmeter en de snelheidsindicator) opgegeven. Geldige waarde: 10 ÷ 10.000 (standaard = 270). Het aantal impulsen moet in dit venster worden weergegeven. Daarvoor dient men eerst de aanwijzingen naar de uitgangspositie terug te zetten door de Reset-toets in te drukken (afgemeten impulsen=0). Daarna dient men precies 100 m verder met de spuitaanhangwagen te rijden. De afgemeten impulsen "Afgemeten impulsen" kunnen als de waarde van de parameter worden aangegeven. U kunt naar de volgende parameter overgaan door de vensters met pijltjes erop in te drukken.
20
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
6.2 Correctie van tankinhoudsindicatie Dit menupunt is met een wachtwoord beveiligd. Wachtwoord: 135799. De correctie van tankinhoudsindicatie kan uitgevoerd worden als de gegevens van een lege tank en alle gegevens van een volle tank worden aangepast. Gelieve daarbij op te letten, dat er eerst "0" wordt ingesteld voordat de instellingen van maximale waarden worden gedaan. Bovendien, is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de instelling van de tankinhoudssonde volgens de instructie in het hoofdstuk 12.1 wordt gedaan. Instelling „0“: • Wees er zeker van dat de tank leeg en dat de sondepijp vrij is. • Druk op het venster "plus" in de zone Instelling “0“ Instelling “Max“ "Instelling 0" totdat het getal in de indicatiezone boven nul staat. • Als de waarde boven nul staat, druk op het venster "minus" zoveel keer als nodig tot de waarde "0" eerst verschijnt. • Het nulpunt is nu ingesteld. Druk op het symbool "Opslaan", dat zich in het midden van Abb. 33: Correctie van de onderste rand van het scherm bevindt. tankinhoudsindicatie
Instelling "Max": • Vul de tank maximaal aan (of tot de bekende inhoud). • Als de waarde, die in de indicatiezone verschijnt, komt niet overeen met de feitelijke inhoud, kan dit gecorrigeerd worden door de toets "plus" en "minus" in te drukken. • Zodra de juiste waarde wordt ingesteld, druk op het venster "Opslaan". De correctie van de tankinhoudsindicatie kan bij deze afgesloten worden. Druk op het symbool "Afmelden" om het menu te sluiten.
6.3 Drukverlies (in procent) Aangezien er drukverlies kan plaatsvinden terwijl vloeistof van een pomp naar verstuivers door kleppen en pijpleiding gaat, bestaat er een afwijking tussen de aanwijzing van de druksonde en feitelijke druk in verstuivers. Deze afwijking kan met deze parameter gecompenseerd worden. Geldige waarden: 0 ÷ 20% (standaard = 0%).
6.4 Doorstroom van impuls/liter De sonde van hoeveelheid doorstromende vloeistof biedt het aantal impulsen per liter. Dit aantal kan hier aangegeven worden. Als de aanwijzingen niet exact zijn, kan men hier een correctie maken. Geldige waarden: 1 ÷ 5.000 (standaard = 1200). Opmerking: Dit menupunt wordt enkel weergegeven, als er een doorstroomsonde beschikbaar is.
6.5 Regeling met sonde van hoeveelheid doorstromende vloeistof De regeling kan hier ingeschakeld en uitgeschakeld worden op basis van de gegevens van doorstromende vloeistof. Als de regeling van de doorstroom is uitgeschakeld, gebeurt de regeling op basis van de gegevens van de druk. Opmerking: Dit menupunt wordt enkel weergegeven, als er een doorstroomsonde beschikbaar is.
21
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
7 Service. Menu
Menu. Service
Druk op de toets "Klantendienst" in het veld "Systeeminstellingen" (→ Hoofdstuk 4). Geef het wachtwoord in om het menu "Service" te krijgen.
SPG 20
Kransen
Fabrieksinstellingen StroominInhoudsniveau dicatie
Abb. 34: Service. Menu
7.1 Basisinstellingen (Setup) SPG20 Alle parameters van de besturingsmodule SPG20 kunnen in deze lijst gewijzigd worden. Elke parameter in het kader kan gewijzigd worden door het midden van het kader in te drukken. Parameter
Eenheid
Geldige waarden
Berekening voor de SBRvariant, Zuid-Tirol
in/uit
Spuitprogramma is toegelaten
in/uit
Spuiting op een geheugen stick registreren
in/uit
Multi-rijen versie?
in/uit
Tunneltype (enkel voor de multi-rijen versie Multirow)
in/uit
Maximale waarde Druksonde
bar
20 ÷ 50 (standaard=40)
Maximale stroom
Ampère
1,0 ÷ 8.0 (standaard=6.0)
bar
0,1 ÷ 2.0 (standaard=0.2)
l/min
(0,1 ÷ 2.0) (standaard=0.2)
Neutralzone bei Druckregelung Neutrale zone bij regeling van doorstromende vloeistof
Beschrijving Activeer de schakeltoets om de berekeningen van spuiting te activeren, die door het expertenbureau van Zuid-Tirol zijn gebruikt. Bovendien, betreft dit ook de invoering van spuitprogramma’s. (→ Hoofdstuk 3.1.2). Deze schakeltoets moet geactiveerd worden om met een spuitprogramma te kunnen werken. Anders kan men enkel met de handmatige of automatische drukregeling werken. Als de spuiting zonder computer programma wordt beheerd (d.w.z. zonder de gegevens naar de PC over te dragen om de geheugen vrij te geven), moet deze functie niet actief zijn
Het gebruik van multi-rijen spuitapparaten heeft invloed op de keuze van het aantal verstuivers (Alle sectoren beschikken over een gelijk aantal verstuivers) Bij het gebruik van tunnelspuitapparaten (enkel als de multi-rijen versie Multirow ook actief is) De druk, waarmee de druksonde maximale stroom 20 mA biedt Voorbeeld: sonde: 4...20 mA = 0...40 bar — dus 40 bar Dit betreft maximale stroom van de servomotor: er wordt zo veel stroomkracht aangegeven dat de servomotor moet uitgeschakeld worden. Hier wordt de druk aangegeven, die maximaal van de nominale waarde kan afwijken. Hier wordt de parameter aangegeven, die maximaal van de nominale waarde kan afwijken
(Vervolg op volgende pagina)
22
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
Regeltijd
s
Met sonde van doorstromende vloeistof Min. doorstroom: als de stroom lager is, wordt l/min het naar de drukregeling omgeschakeld Max. doorstroom: als de stroom hoger l/min is, wordt het naar de drukregeling omgeschakeld
0,7 ÷ 4.0 (standaard=1.0)
Dit is de maximale extra regeltijd in seconden.
in/uit
Hier wordt het bepaald of de doorstroomsonde beschikbaar is in dit systeem
0 ÷ 120 (standaard=6.0)
0 ÷ 120 (standaard=60)
Aangezien de regeling op basis van de doorstroom alleen in de bepaalde zone kan functioneren, worden de bovenste en de onderste grenzen daarvan door deze twee parameters bepaald. Als deze grenzen worden overtroffen, wordt het naar de functie van drukregeling omgeschakeld.
7.2 Fabrieksinstellingen (Set default) Door deze toets in te drukken na de bevestiging van de keuze worden de fabrieksinstellingen hersteld.
7.3 Scherm kalibereren
Druk hier
Men kan de touchscreen kalibreren door de toets "Kalibr." (Abb. 34) in te drukken. Dit moet enkel Druk hier Druk hier gebeuren als de touchscreen niet meer juist functioneert. Er verschijnt een opdracht (4 keer achter elkaar) om het Druk hier vierkante symbool in te drukken (Abb. 35). Het indrukken moet zo nauwkeurig mogelijk gebeuren – in het midden van het Abb. 35: Scherm vierkant (bij voorbeeld, met behulp van een stylus). kalibreren
7.4 Aantal kransen Geef het aantal kransen in, die moeten ingeschakeld worden. Daarvoor druk alleen op de tekst in het kader. Men kan 2, 4, 6 of 8 kransen kiezen. Door deze instelling wordt het aantal toetsen in het hoofdvenster, waarmee de kransen kunnen ingeschakeld worden, verlaagd en verhoogd.
7.5 Stroomindicatie Zodra de stroomindicatie is geactiveerd (het symbool wordt inversief weergegeven), wordt de stroom van een servomotor (in Ampère) in plaats van de tankinhoudsindicatie in het hoofdvenster weergegeven. Deze functie wordt enkel met technische doelen gebruikt.
23
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
8 Inhoudsniveau
Szervce. Menu
In het menu "Inhousniveau" kunnen verschillende grafische gegevens van het Lijst Toewijzen aanvullingsniveau van de tank weergegeven en opnieuw aangemaakt worden. De grafische gegevens zijn noodzakelijk om de tankinhoud juist te berekenen. Aangezien de vorm Aanvulling en de grootte van tanken verschillen, heeft elke tank zijn eigen individuele grafische gegevens. Deze gegevens kunnen ook in het menu "Toewijzen" (→ Hoofdstuk 8.2) weergegeven worden. Bij het gebruik van een nieuwe of een eerder Abb. 36: Service. Menu "inhoudsniveau" onbekende tank kunnen deze gegevens in het menu "Tank aanvullen" opnieuw worden aangemaakt. (→ Hoofdstuk 9) .
8.1 Lijst De bestaande grafische gegevens van het aanvullingsniveau van de tank in de vorm van een tabel worden opgeslagen. Alle tabellen zijn in het menu "Lijst" aangegeven. Door de toets "Wijzigen" in te drukken kunnen de namen van sommige tabellen gewijzigd worden. Door de toets "Verwijderen" in te drukken kunnen sommige tabellen ook verwijderd worden.
8.2 Toewijzen Er wordt een lijst geopend, waarin de grafische gegevens voor dit spuitapparaat en ook voor de tank ervan zich bevinden. Kies de nodige tabel en druk vervolgens op OK.
24
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
9 Tank aanvullen Bij het aanvullen van de tank gebeurt de aanvulling in stappen. Bij elke stap wordt de analoge waarde geregistreerd en in de tabel samen met de passende liters opgeslagen. Het menu bestaat uit een grafiek (met de gegevens van het aanvullingsniveau van de tank), de analoge waarde en het aantal liters (in de vorm van een tekst), en de toetsenzone onderaan het scherm:
Waarde: 211 / 212
Abb. 37: Tank aanvullen
Grafische gegevens van het aanvullingsniveau van de tank: De X-as van de lijndiagram komt overeen met de analoge waarde van de sonde van het vloeistofniveau. Het vloeistofniveau wordt in liter op de Y-as weergegeven. Analoge waarde: Links onder de diagram (naast het venster "Waarde") wordt de actuele analoge waarde (die van de sonde van het vloeistofniveau wordt ontvangen) twee keer met een schuine lijn weergegeven. De eerste waarde – als de trage indicatie, de tweede – als de snelle indicatie. Als het mogelijk is, gelieve de parameter enkel te gebruiken als beide waarden in evenwicht zijn gebracht. Literindicatie: Samen met de analoge waarden wordt de tankinhoud op het scherm in liter weergegeven. Deze inhoud kan met de analoge waarde vergeleken worden. Toetsenzonde:
9.1 Analoge waarde toepassen "Set" Druk op deze toets om de actuele analoge waarde aan het passende aantal liters toe te wijzen.
9.2 Toename van tankinhoud Druk op deze toets om de gegevens van het aantal liters elke keer met een bepaalde waarde te verhogen (toename). Standaard staat deze waarde op 20 liter ingesteld. Dat kan ook gewijzigd worden (→ Hoofdstuk 9.4.1). De toename moet daarbij dezelfde waarde in liter weergeven dat op elk aanvullingsniveau aan de tank wordt toegevoegd. Bij voorbeeld: Er wordt 20 liter aan de tank toegevoegd, daarom moeten de gegevens van liters op het apparaat met 20 liter verhoogd worden, voordat de analoge waarde gefixeerd kan zijn door het venster "Set" in te drukken.
9.3 Inhoudsgegevens handmatig wijzigen "+/- liter" Door deze toets in te drukken kunnen de gegevens van het aantal liters handmatig aangegeven worden (bij voorbeeld, als de toegevoegde inhoud met de toename niet overeenkomt). 25
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
9.4 Menu "Tank aanvullen" De wijziging van de toename, het opslaan, het invullen en de wijziging van de tabel kunnen in dit menu uitgevoerd worden:
Menu
De waarde van de toename wijzigen
Opslaan
Invullen van de tabel
Wijziging van de tabel
Abb. 38: Menu "Tank aanvullen"
9.4.1 Andere toename Hier kan de toename met behulp van de cijfertoetsenbord gewijzigd worden. Deze waarde kan in de zone tussen 1 en 100 (liter) zijn. (Zie. ook "Toename van tankinhoud" → Hoofdstuk 9.2) 9.4.2 Tabel opslaan Hier moet de opnieuw aangemaakte tabel opgeslagen worden, zodat het toestel er gebruik van kan gebruiken (Zie. „Toewijzen“ → Hoofdstuk 8.2). Er kunnen tot 30 tabellen opgeslagen worden. Ook kunnen de bestaande tabellen opnieuw opgenomen worden.
tanknaam
Voor het opslaan moet de tabel genoemd worden. Het passende invoeringsveld wordt geopend door het venster „OK" Abb. 39: Invoeringsveld in te drukken (Abb. 39).- und/oder Tanknamen. 9.4.3 Tabel wijzigen Dit menu laat U toe de tabel vervolgens te wijzigen om, bij voorbeeld, een mogelijkheid te hebben foutieve afwijzingen te corrigeren.
Analoog
Aangezien elke tabel uit 1024 aangegeven opnames (=analoge waarden) bestaat, kan dit nuttig zijn om de toets "per balk" naar de toets "per pagina" aan te passen, zodat U verder de pagina kunt bladeren door pijltoetsen Abb. 40: Tabel van het aanvullingsniveau in te drukken. van de tank Ook in de bovenste rand van het veld zijn er toetsen en , om in een keer 50 balken te bladeren. Door de toets "Wijzigen" in te drukken kan een nieuwe waarde van liters aan elke analoge waarde toegewezen worden. Belangrijk: Voor het opslaan van de tabel moet er eerst het menu „Tank aanvullen“ (→ Hoofdstuk 9) na de wijzigingen opgeroepen worden.
26
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
9.4.4 Tabel invullen Door de toets "Tabel invullen" in te drukken kunnen de eerder opgeslagen tabellen opnieuw geopend worden. De waarden van de actuele tabel worden daarbij opnieuw opgenomen! Daarom bestaat er een mogelijkheid om, bij voorbeeld, de bestaande tabel te wijzigen of met de aanvulling van de tank door te gaan als de tabel nog niet volledig is ingevuld.
10 Uitwisseling van gegevens met de PC Om de uitwisseling van de gegevens uit te voeren, moet vooral het bijbehorende (optionele) programma op de PC reeds ingesteld en uitgevoerd worden. Met behulp van de bijbehorende kabel kan het indicatietoestel SPG10 op de PC via een USB-poort aangesloten worden. Aangezien de stroomvoorziening ook via een USB-kabel gebeurt, kan het indicatietoestel van de besturingsmodule SPG20 ook uitgesloten worden. Nu kunnen alle gegevens, die op SPG10 opgenomen zijn, naar de PC overgedragen en geёvalueerd worden. U kunt de volgende informatie in de handleiding van het computerprogramma SPG10 terugvinden.
11 Tankinhoudssonde IDS03 Gelieve bij het gebruik van de sonde van het aanvullingsniveau van de tankinhoud er op te letten dat de drukverschilsonde geen contact heeft met het gemeten medium, wat een mogelijkheid geeft om de vloeistof van verschillende niveaus, ook agressieve en metrologisch moeilijke vloeistof, uit te meten. Bovendien, door het gebruik van een membraanpomp wordt de lucht via een meetpijp gepompt, wat constante condities garandeert, die de metingen niet gevoelig aan de temperatuur maakt. Zodat deze metingswijze perfect functioneert, moet het einde van de pijp open blijven om lucht uit te laten. Anders wordt het toestel uitgeschakeld en geeft het overdruksignaal. Daarbij moeten beide openingen (om lucht in te laten en om druk in evenwicht te brengen) vrij blijven. Ze zijn met een filter beschermd en bevinden zich aan het onderste zijde van de sonde.
Openingen om lucht in te laten en druk in evenwicht te brengen
Een meetpijp uit staal van hoge kwaliteit kan van het corpus losgekoppeld worden door de schroef los te draaien
Voor de reiniging mag men geen toestellen met hoge Abb. 41: Tankinhoudssonde IDS03 druk gebruiken! Het standby-gebruik: Als de spuitcomputer SPG10 naar de standby wordt omgeschakeld (na ca. 15 minuten verzuim), wordt de membraanpomp ook uitgeschakeld, en de metingen van het aanvullingsniveau van de tank stoppen (indicatie wordt op 0 ingesteld). 27
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
12 Montage instructie Bij de montage van de componenten van het spuitsysteem moet men bepaalde regels volgen om de correcte werking van het apparaat te garanderen en geen mogelijkheid te geven om de garantie te weigeren. Belangrijk! De besturingsmodule SPG20, die op de tank wordt geïnstalleerd, moet met de ingangen van kabels naar onder gemonteerd worden. Op deze manier raakt water er niet op.
12.1 Opmerkingen voor de montage van de tankinhoudssonde • Beide openingen aan de onderste zijde van de sonde, die met een filter beschermd zijn, moeten vrij blijven. Voor de reiniging mag men geen toestellen met hoge druk gebruiken! • De meetpijp moet bijna de bodem geraken. Er moet maar een kleine kier gemaakt worden om lucht uit te laten.
Openingen moeten vrij blijven Öffnungen müssen frei bleiben
Openingen moeten vrij blijven Kleiner Spalt für Luftaustritt
Abb. 42: 12.1 Montage van de tankinhoudssonde
De pijp Inox moet schoon geknipt worden en ook van binnen en van boven ontbraamd worden.
28
Mitterweg 25 – Via di Mezzo ai Piani 25 I-39100 Bozen - Bolzano Tel.:0471 977236 - Fax:976525 e-mail:
[email protected] http://www.elmed.it
29