DE SPECIALISERING VAN HET BELEID
(1928-1940)
209
de omslag verklaard. Tot september 1928 ging de AGVD, die tot kort daarvoor alleen met de grensbewaking was belast, ervan uit dat zigeuners per definitie buitenlanders waren, die gewoon onder de Vreemdelingenwet vielen. De door de specialisering mogelijk gemaakte ontdekking dat een aantal van hen bewijzen van Nederlanderschap bezat en zich hier metterdaad had gevestigd, leidde er evenwel toe dat het 'probleem' steeds meer een binnenlands karakter kreeg. Bovendien werden zigeuners geacht een meer ongebonden en parasitair leven te leiden dan de autochtone woonwagenbevolking. De kern van de ervaren 'bedreiging' bestond uit twee elementen. Het eerste was dat zigeuners en woonwagenbewoners parasiteerden op de sedentaire (met name plattelands-) bevolking en door brutaal optreden een ware terreur uitoefenden. Het tweede was het zedelijkheidsmotief. In veel brieven werd gewag gemaakt van hun ondoorzichtige familieverhoudingen; zo waren velen bijvoorbeeld niet officieel getrouwd. Het was een doorn in het oog van de AGVD dat de Wet op het Nederlanderschap dit 'onzedelijke' gedrag in die zin beloonde dat de kinderen uit deze niet gewettigde verbintenissen automatisch het Nederlanderschap ten deel viel. De consequentie van deze visie was dat de levenswijze van zigeuners op zichzelf al als een crimineel probleem werd voorgesteld. Een vergelijking met Duitsland en Frankrijk laat zien dat dit denken onlosmakelijk verbonden was met het proces van specialisering dat zich daar al aan het einde van de 1ge eeuw had voltrokken. De ideeën binnen de 'Internationale Kriminalpolizeiliche Komrnission' over de bestrijding van de 'zigeunerplaag', die in de belangrijkste Nederlandse vertegenWoordiger, te weten de marechaussee-officier Van Houten, een warm pleitbezorger vond, vielen dan ook in goede aarde. Daarmee was de basis gelegd voor een verdergaande stigmatisering, zowel van de te etiketteren personen (in principe alle nomadisch levenden) als van de inhoud van het stigma zelf. Wat we ons vervolgens kunnen afvragen is in hoeverre in de jaren dertig het fundament werd gelegd voor de vervolging in de Tweede Wereldoorlog? Was de razzia in mei 1944 het logische gevolg van de ontwikkelingen sinds 1928? In het volgende hoofdstuk zullen we daarbij nader stilstaan.
HOOFDSTUK VI DEPORTATIE EN VERNIETIGING (1940-1944)
1 Inleiding Het binnenrollen van de Duitse tanks in 1940, dat het begin van de bezetting inluidde, zou voor de in Nederland aanwezige zigeuners grote gevolgen hebben. De nazi's maakten niet alleen jacht op joden, ook zigeuners werden als 'Untermenschen' beschouwd en in 1942 gafHimmler het bevel om hen eveneens naar de vernietigingskampen te sturen. De uitvoering liet in Nederland op zich wachten, maar in mei 1944 werden ook hier bij een razzia 'zigeuners' opgepakt en in Westerbork samengebracht. Vandaar begon voor de meesten hun laatste reis, naar Auschwitz. Voor de Duitsers was het onbegonnen werk zelf te bepalen wie van de ± 11.000 woonwagenbewoners in Nederland als zigeuner diende te worden aangemerkt. Daarvoor stelden zij zich afhankelijk op van de definiëring door de Nederlandse overheden. Het ligt derhalve voor de hand niet alleen het Duitse bevel en de daarop volgende razzia te bestuderen, maar ook na te gaan hoe het in de jaren dertig tot stand gekomen beleid zich tijdens de bezetting ontwikkelde. Net als in de voorgaande hoofdstukken zullen we ons op twee beleidslijnen richten: het vreemdelingenbeleid en het woonwagenbeleid. Om te kunnen bepalen hoe de ontwikkelingen in Nederland zich verhielden tot het buitenland, zullen deze ten slotte worden vergeleken met de vervolgingen van zigeuners in de rest van Europa.
2 Het vreemdelingenbeleid De periode 1918-1940 is getypeerd als de fase waarin het beleid tegenover vreemdelingen een zekere mate van specialisering doormaakte, met als belangrijkste 'objecten': Belgische vluchtelingen, zigeuners, Chinezen en (joodse) vluchtelingen. Met betrekking tot zigeuners ontwikkelde de Administrateur voor de Grensbewaking en Vreemdelingendienst (A GVD) in dejaren 1928-1930, zoals gezegd, heel wat activiteiten. Een van de gevolgen daarvan was dat naast de 'traditionele' zigeunergroepen (Kaldarasch en Ursari) twee nieuwe groepen (Lowara en Sinti) definitief bij de categorie zigeuner werden ondergebracht. Bovendien bestonden er plannen alle woonwagenbewoners als zodanig aan te merken. Door de grote stroom voornamelijk joodse vluchtelingen vanaf 1933 verflauwde de aandacht van de AGVD voor zigeuners echter enigszins. Zij verdwenen niet helemaal uit het zich t, getuige zijn pogingen in de jaren 1936-1938 een zigeunercentrale op te richten, maar de intensiteit van de beginjaren werd later niet meer bereikt. De bezetting bracht daarin aanvankelijk geen breuk teweeg. Vóór het razziabevel in mei 1944 trok deze marginale groep naar de bronnen te oordelen niet veel
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
(1940-1944)
211
aandacht.1 Een van de weinige keren dat zij als categorie werden genoemd, was in de correspondentie van de Sicherheitsdienst te Den Haag in verband met het Woonwagenvrij maken van de kuststreek in september 1940,2 maar toen alle aanwezige woonwagenbewoners eenmaal naar het binnenland waren verplaatst, leek het probleem opgelost. Zigeuners stonden bij de rijksvreemdelingendienst dus niet meer in het brandpunt van de aandacht. Toch bleven de activiteiten van de AGVD tussen 1928 en 1932 niet helemaal zonder resultaat. In 1937 was hij namelijk begonnen met het op kaart zetten van zigeuners die in de correspondentie sinds 1928 voorkwamen.3 Toen zijn functie in 1939 werd opgeheven en het vreemdelingenbeleid direct onder verantwoordelijkheid van de minister van Justitie kwam te staan, werd deze registratie - ondanks het opheffen van de Nederlandse zigeunercentrale een jaar eerder door de net opgerichte rijksvreemdelingendienst voortgezet (zie schema 7). Het resultaat was een cartotheek van zigeuners, waarin met name Lowara- en Sintifamilies werden opgenomen.4 Schema 7 Organisatie van het departement van Justitie, juli 1939 - juni 1943 De bezetter (i.c. Rauter)
Inspecteur-Generaal van de Nederlandse politie (de voormalige Croiset van Uchelen)
AGVD,
Justitie (Secretaris-Generaal) DG politie Boofdafdeling:
Rijksrecherche-centrale (1941)
Onderafdelingen:
RIO
1 (december 1939)
2 RVD(juli 1939)
3
Opsporing
Legende: DG = Directoraat Generaal; RIO = Rijksidentificatiedienst; RVD = Rijksvreemdelingendienst. Bron: Sijes e.a. , Vervolging, 158-159 en SSA)UST, Centraal Archief, Directoraat-Generaal van Politie, organisatie algemeen I, 1.870.555.1 en 1.870.67:07.
Deze organisatorische wijziging hing samen met de oorlogsdreiging èn met het feit dat Justitie de beslissingen over wel of niet toelating van vreemdelingen niet meer aan de marechaussee wilde overlaten, omdat het vreemdelingenprobleem sedert 1933 politiek steeds gevoeliger was komen te liggen.
3 Het woonwagenbeleids Terwijl het 'zigeunerprobleem' op de achtergrond raakte, werd het 'woonwagenvraagstuk' steeds actueler. Sinds de door Justitie opgestelde woonwagenwet van 1918, waarmee voor het eerst een landelijk beleid gestalte kreeg, waren woonwa-
212
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
genbewoners als een aparte categorie burgers gedefinieerd. Deze wet, die voorwaarden stelde aan het bewonen van een wagen en door een vergunningenstelsel het aantal wagens beoogde te verminderen, schoot echter wat dat laatste doel betreft volledig tekort. Waren er in 1911 nog maar 584 wagens (met 2800 bewoners), in 1938 was dit aantal bijna vervijfvoudigd.6 Sinds de jaren dertig werd de bemoeienis van de rijksoverheid met het vraagstuk van de woonwagens groter, en verschoof het beleid steeds meer van Justitie naar Binnenlandse Zaken? Dit blijkt vooral uit de coördinerende rol van het laatstgenoemde departement bij het 'wetsontwerp met betrekking tot de varende en rijdende bevolking', dat in 1935 aan diverse adviserende instanties werd toegestuurd. De opstellers ijverden er onder andere voor om alle woonwagenbewoners in een Centraal Bevolkingsregister (CBR) op te nemen,8 zodat een einde kon worden gemaakt aan de "administratieve onvindbaarheid" van deze groep. Het zou overigens onjuist zijn aan dit plan louter technische motieven toe te schrijven; het ging er eveneens om meer greep te krijgen op de in het algemeen als ongewenst en asociaal beschouwde woonwagenbewoners. Interessant in dit verband is het commentaar van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die naar aanleiding van de in het wetsontwerp voorgestelde centrale registratie schreef: "Het CBR argument ontleent dus zijn waarde aan de uitzonderlijke en asociale gedraging van een betrekkelijk geringe minderheid der varende en rijdende bevolking."9 Dat de plannen vooral voortkwamen uit een negatieve opvatting over woonwagenbewoners in het algemeen, blijkt eveneens uit de correspondentie die Binnenlandse Zaken in de tweede helft van de jaren dertig met de provincies voerde over de hinder die het verkeer op rijkswegen van woonwagenkampen zou ondervinden. Na een klacht van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij het ministerie van Waterstaat, voelde Binnenlandse Zaken zich geroepen de burgemeesters als volgt in te lichten: "Het vestigen van dergelijke kampen in de onmiddellijke nabijheid van Rijks- en andere hoofdwegen is in beginsel zeer ongewenscht en zal derhalve zoo mogelijk moeten worden tegengegaan. De kampen brengen op een voor het doorgaand verkeer bestemden weg groote gevaren en hinder mede, terwijl zij in het algemeen een weinig fraai beeld vertoonen."IO
Om aan die overlast een einde te maken werd voorgesteld de kampen van de weg te scheiden door een zware en stevige afrastering of een aarden wal. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant gingen deze plannen evenwel lang niet ver genoeg. Zij stelden voor woonwagenbewoners te dwingen op grotere (rayon)kampen een plaats te zoeken. Alleen zo kon volgens hen paal en perk worden gesteld aan de "bandeloosheid van echte of nagemaakte zigeuners." 11 Dit ging echter zowel Binnenlandse Zaken als Justitie te ver. De vorming van rayons zou namelijk indruisen tegen het grondrecht van iedere burger te gaan wonen waar hij wil. Alleen binnen een gemeente konden bepaalde plaatsen worden aangewezen.12 Noch de centrale registratie, noch de inrichting van verzamelkampen werd vóór de Tweede Wereldoorlog gerealiseerd. Daarmee waren beide plannen echter niet van de baan. Vanaf mei 1940 kwam het woonwagenbeleid namelijk in een stroorn-
1
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
(1940-1944)
213
versnelling terecht, waardoor de eerder geuite (grondwettelijke) bezwaren verdwenen. Nog voordat de Duitsers zich goed en wel hadden geïnstalleerd, zag een aantal Nederlandse topambtenaren zijn kans schoon het 'woonwagenprobleem' rigoureus aan te pakken. De initiatiefnemer was L. A. van Doorn, directeur van de Utrechtse instelling voor Maatschappelijke Hulpbetoon, die in mei 1940 al een reeks artikelen het licht had doen zien met de veelzeggende titel: 'DE WOONWAGENS JvlOETEN VERDWIJNEN'. Hij achtte de veranderde omstandigheden en verhoudingen Zeer geschikt om de 'asociale' woonwagenbewoners eindelijk eens flink aan te pakken en hen tot nette burgers te heropvoeden, zodat ook zij zich konden inzetten bij de opbouw van de 'Nieuwe Orde'. Deze plannen sloten goed aan bij de ideeën die op de afdeling 'Armwezen' van Binnenlandse Zaken leefden. Daar stelde men zich op het standpunt dat de doorsnee-woonwagenbewoner tot het "asociale" type behoorde. In de geest van de toenmalige ideeën over de oorzaken van asocialiteit,13 werden de zwerversneigingen verklaard uit erfelijke factoren of psychische defecten. De ideeën van de commissie De Quay,14 die zich over het werkloosheidsvraagstuk boog, deden volgens de ambtenaren van de afdeling 'Armwezen' dan ook voor woonwagenbewoners opgeld.1s Zij die niet wilden werken, moesten in kampen worden geïnterneerd. Deze plannen kregen hun beslag in oktober 1942, toen door een telling een inventarisatie werd gemaakt van alle 'asociale elementen' in Nederland. Daarbij werd uitdrukkelijk gevraagd asociale woonwagenbewoners apart te noemen. Slechts 5 à 10% van alle woonwagenbewoners werd door de gellleentelijke overheden als 'asociaal' opgegeven.16 Door dit nieuwe beleid konden de plannen tot registratie en concentratie van Woonwagenbewoners, die in de jaren dertig niet waren doorgegaan, nu wèl worden gerealiseerd. Met de registratie ging de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken in oktober 1941 accoord en in juni 1942 waren al zo'n 10.000 woonwagenbewoners in het CBR opgenomen.17 Naast Binnenlandse Zaken was ook de rijksidentificatiedienst (RID) van Justitie, maar dan vanuit een politionele invalshoek, in woonwagenbewoners geïnteresseerd. Aangezien deze werden beschouwd als een bevolkingsgroep die meer dan normaal politietoezicht nodig had, achtte Justitie Voor de bestrijding van de criminaliteit een cartotheek met personalia noodzakelijk. Het CBR was als bevolkingsboekhouding tevens geïnteresseerd in de verblijfplaats van personen die niet in de gemeenteregisters waren ingeschreven. Vanaf 1942 zouden beide instanries nauw met elkaar gaan samenwerken. De plannen voor de disciplinering van de levenswijze van woonwagenbewoners liepen hiermee parallel. Zoals in de brochure van Van Doorn uit 1940 al werd aangegeven, kon het probleem volgens de toenmalige beleidsmakers pas echt worden Opgelost, als het mensen onmogelijk werd gemaakt er een nomadische levenswijze op na te houden. Hierin zou de kern van de onmaatschappelijkheid schuilen, zoals uit Van Doorns typering van woonwagenbewoners kan worden afgeleid: "Hij teert op den weldadigheidszin van zijn medemensch, hij teert op de gemeenschap. Bedelarij, verkapt en openlijk, strooperij, landlooperij, misbruik van openbare, kerkelijke en particuliere armenzorg. Zie hier in enkele woorden het bestaan van den woonwagenbewoner. De doorsnee-woonwagenbewoner behoort tot het a-sociale type. Hij leeft zijn vrij en ongebonden leven. Hij betaalt geen belastingen, hij bekom-
214
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
mert zich niet om leerplichtwet, hij aanvaardt geen gemeenschapsplichten. Hij leeft onder en boven de wet."18
De eerste maatregelen van de zijde van de Nederlandse rijksoverheid waren er vooral op gericht het trekken onmogelijk te maken en alle woonwagenbewoners in bewaakte kampen onder te brengen. Naar aanleiding van klachten van elfinwoners te Wierden werden reeds in 1941 op het departement van Justitie plannen in deze richting besproken.19 Alvorens tot internering kon worden besloten, wilde men echter eerst meer duidelijkheid over de mate van criminaliteit. Directe gevolgen had deze vergadering daarom nog niet. Na nieuwe klachten over woonwagenbewoners in januari 1943, ditmaal in Noord-Brabant, werd de roep om bewaakte kampen echter luider en sinds mei van dat jaar gaf het hoofd van de Duitse politie in Nederland, Rauter, aan de vijf gewestelijke politiepresidenten20 het bevel alle woonwagenbewoners vaste woonplaatsen te geven, terwijl vanaf 1 juli 1943 een trekverbod van kracht werd. Dit was niet aan dovemansoren gezegd. Zo was de politiepresident in Eindhoven in zijn gewest reeds in april van dat jaar begonnen met het concentreren van alle woonwagens in één kamp. In principe waren de verzamelkampen bedoeld voor de trekkende woonwagenbevolking. Zij die een min of meer sedentair bestaan leidden, werden in het algemeen met rust gelaten. Bovendien werd de beslissing welke woonwagens naar de verzamelkampen dienden te worden overgebracht, doorgaans aan de gemeentebesturen overgelaten. Achtten deze het onnodig, dan konden de woonwagenbewoners hun standplaats behouden. Afgezien daarvan werd een uitzondering gemaakt voor kermisreizigers en bouwondernemers, die als respectabele burgers te boek stonden. Van de in Nederland aanwezige ± 2700 woonwagens moesten er volgens het directoraat- generaal van politie uiteindelijk 1163 naar de 27 verzamelkampen21 worden overgebracht.22 Om aan deze maatregelen te ontkomen, hanteerden woonwagenbewoners verschillende strategieën. Velen verkochten hun wagen, of stalden deze tijdelijk bij boeren, en trokken in meestal onbewoonbaar verklaarde huizen. Anderen doken onder in de bossen of op de hei en leefden als 'holbewoners'.23 Daarnaast liet de bewaking van veel verzamelkampen te wensen over, waardoor de mogelijkheid bestond deze weer te verlaten. Injuni 1944 bevonden van de geplande 1163 wagens er zich nog maar ± 400 in de verzamelkampen. Hoewel sommige van de hierboven genoemde maatregelen door de Duitsers werden uitgevaardigd, onder meer omdat zij bang waren dat onderduikers zich gemakkelijk onder de woonwagenbevolking konden verschuilen, moeten ze toch vooral als een Nederlands initiatief worden beschouwd. De oorlog hield zeker geen breuk met het voorafgaande beleid in, maar zorgde slechts voor een versnelling van het door Binnenlandse Zaken gevoerd beleid. De positie van zigeuners tot mei 1944 Tussen de in de jaren dertig als zigeuners geëtiketteerde families en de overige woonwagenbevolking werd voor zover kon worden nagegaan - en ook uit interviews met zigeuners blijkt dit ..j14 door de overheden nauwelijks onderscheid ge-
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
(1940-1944)
215
maakt.25 Stapsgewijze voorbereidingen voor de 'Endlösung', zoals bij de joden, ontbraken. Bij de verschillende landelijke registraties werden de zigeuners gewoon als 'arisch' betiteld26 en stonden verscheidenen van hen als amusementsmusici tot aan de razzia in 1944 ingeschreven bij de Nederlandse cultuurkamerP Een Van de weinige keren dat zigeuners als categorie werden genoemd, was bij de maatregel in 1940 om de kuststrook vrij te maken van vreemdelingen.28 In hun reactie op bovengenoemde maatregelen weken zigeuners maar weinig af van de overige woonwagenbewoners. Velen verlieten hun wagens en gingen in (onbewoonbaar verklaarde) huizen wonen, met name in Den Haag en Amsterdam. Anderen probeerden het trekverbod en de verzamelkampen te ontduiken door vanaf 1943 herhaaldelijk aan de gewestelijke politiepresidenten om toestemming te vragen in woonwagens te mogen blijven wonen, dit in verband met de uitoefening van hun beroep. Deze combinatie van argeloosheid en onwetendheid van zowel zigeuners als Nederlandse gezagsdragers laat zich goed demonsteren aan de hand van een dergelijk verzoek in februari 1944 van Johan Weiss.29 Na het trekverbod in 1943 had hij met zijn gezin en een aantal familieleden - in totaal 30 personen - in de Koningsstraat te Arnhem een huis betrokken. Dit was echter veel te klein. Het belangrijkste argument dat Weiss aanvoerde voor zijn verzoek om rond te mogen trekken had evenwel betrekking op zijn beroep van reizend musicus. Hij was aangenomen door circus Boltini en een mobiele woonvorm vond hij het geschiktst om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bovendien stond hij ingeschreven bij de cultuurkamer. Ondanks deze argumenten, die door de Arnhemse advocaat I-:Iillen bij de gewestelijke politiepresident naar voren werden gebracht, wees deze het verzoek (alsmede dat van een familielid) af Alleen als Weiss met zijn woonwagen naar het verzamelkamp in Zutphen ging en daar bleef staan, kon de verhuizing doorgaan. Wat nu zo opmerkelijk is aan deze op zichzelf niet zo opzienbarende zaak, is dat zij zich drie weken vóór de razzia afspeelde. Uit niets blijkt dat de aanvrager of de (waarnemend) gewestelijk politiepresident wist wat zigeuners boven het hoofd hing. De term zigeuner komt bovendien in geen van de stukken voor.
4 Het Duitse zigeunerbeleid en de gevolgen Terwijl Johann Weiss zich nog nietsvermoedend met een officieel verzoek tot de autoriteiten richtte, was in Nazi-Duitsland het doek voor zigeuners reeds gevallen. liet wettelijke fundament voor het anti-zigeunerbeleid daar werd gelegd door de Neurenberger rassenwetten uit 1935, waarin werd aangegeven wie in aanmerking kwamen voor het 'rijksburgerschap'. Personen "door wier aderen vreemd bloed stroomde" - met name zigeuners enjoden - , dienden hiervan uitgesloten te worden.3o Om duidelijkheid te krijgen over de vraag wie er nu eigenlijk tot die categorie zigeuner behoorden, werd - zoals uiteengezet in het vorige hoofdstuk - aan de psychiater en rassendeskundige Robert Ritter opdracht gegeven een grootschalig genealogisch onderzoek op te zetten. Als gevolg hiervan waren zigeuners en zij die gedeeltelijk van hen afstamden, de 'Mischlinge', reeds in 1938 in een kansloZe positie gemanoeuvreerd. In datzelfde jaar begonnen de eerste 'zigeunerjachten' in het bij Duitsland aangesloten Oostenrijk. Onheilspellend was de mededeling
216
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
van Himmler op 8 december 1938 dat de zigeunerkwestie uit een racistisch oogpunt diende te worden bezien en dat naar een definitieve oplossing van het 'probleem' werd gezocht. Wat hij met deze passage bedoelde, bleef niet lang in het vage: onmiddellijk na de verovering van Polen in september 1939 werden plannen uitgewerkt om zigeuners uit het Oostenrijkse Burgenland daar naar toe te sturen. Dit leidde in 1940 tot de eerste deportaties van in totaal 2800 zigeuners naar Poolse getto's.31 Tot 1942 vonden geen nieuwe transporten meer plaats, maar namen de Duitsers wel allerlei door racistische overwegingen ingegeven maatregelen. Zo werden injuni 1941 huwelijken van zigeuners met 'ariërs' verboden en massale sterilisatie in het vooruitzicht gesteld. Tien maanden later, in april 1942, volgde de gelijkstelling met de joden, waardoor alle rechten op sociale voorzieningen vervielen. Ten slotte volgde in juli van dat jaar de uitsluiting uit het Duitse leger, de Wehrmacht.32 De maatregelen gingen zelfs nog verder dan die ten aanzien van joden. Niet-zigeuners die met 'Zigeuner' of'Mischlinge' waren getrouwd, viel namelijk eenzelfde behandeling ten deel en zij vielen eveneens onder de bepalingen van de zigeunerverordeningen. Het is onduidelijk of zigeuners, net als joden, al op de Wannsee-conferentie (in 1942) ten dode werden opgeschreven, maar met Himmlers Auschwitz-Erlass van 16 december 1942 werd ook hun lot definitiefbezegeld: 33 "AufBefehl des Reichsftihrers-SS [Hirnmler, LL] vom 16.12.1942 [...] sind Zigeunerrnischlinge, Rom-Zigeuner und nicht deutschblütige Angehörige zigeunerischer Sippen balkanischer Herkunft nach bestimmten Richtlinien auszuwählen und in einer Aktion von wenigen Wochen in ein Konzentrationslager einzuweisen. Dieser Personenkreis wird im Nachstehenden kurz als 'zigeunerische Person' bezeichnet. Die Einweisung erfolgt ohne Rücksicht auf den Mischlingsgrad familienweise in das Konzentrationslager (Zigeunerlager) Auschwitz."34
De aangekondigde uitvoerings-bepalingen werden op 29 januari 1943 uitgevaardigd 35 en in de daarop volgende maand kwamen de eerste transporten van Duitse zigeuners naar het 'Zigeunerlager' Birkenau (Auschwitz II) op gang.36 Tussen februari 1943 enjuli 1944 arriveerden hier zo'n 21.000 zigeuners, waarvan er aan het einde van die maand nog maar 6000 in leven waren.3? De gevolgen van Himrnlers bevel werden binnen een jaar in West-Europa gevoeld. De circulaire van 29 januari bepaalde namelijk dat drie maanden later de 'Auschwitz-Erlass' tot Nederland, België, Luxemburg en Elzas-Lotharingen moest worden uitgebreid.38 Razzia en deportatie in Nederland In de middag van zondag 14 mei 1944 om acht minuten over drie begonnen de telexen van de gewestelijke politiepresidenten in Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven, Arnhem en Groningen te ratelen. Het betrof een geheime en zeer dringende telex van de directeur-generaal van politie te Nijmegen,39 waarin het volgende bevel van het hoofd van de Duitse Sicherheitspolizei en SD werd doorgegeven: "[.. .] Met het doel eener centrale aanhouding van alle in Nederland verblijvende personen, die de kenmerken der Zigeuners bezitten, moeten met instemming van den
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
(1940-1944)
217
Befehlshaber der Ordnungspolizei op dinsdag 16 mei 1944 te 7.00 uur alle Zigeunerfamilies, alle kinderen inbegrepen, door personeel van de Nederlandsche Politie onverwijld naar het kamp Westerbork worden overgebracht en wel tot uiterlijk 20.00 uur. Onder het bovenstaande vallen alle personen, die op grond van hun uiterlijk, hun zeden en gewoonten als Zigeuners of als Zigeunerhalfbloeden kunnen worden aangemerkt, zoomede alle personen die naar de geaardheid der Zigeuners rondtrekken. [...]"40 Bet tijdstip van de razzia werd bepaald op 4.00 uur, in het holst van de nacht. Naast het regelen van een aantal praktische zaken, zoals het in beslag nemen van de achtergebleven eigendommen, verwachtte de directeur-generaal nog diezelfde dag van het hoofd der recherche-centrale een opgave van alle in Nederland verblijvende personen, "die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid als zigeuners kunnen worden aangemerkt." Doordat de recherche-centrale medio mei 1944 net midden in een verhuizing zat, was opgave echter niet mogelijk en werd de selectie aan de plaatselijke autoriteiten (politie en marechaussee) overgelaten.41 Volgens het toenmalige hoofd van de centrale (Regenboog) werd de verhuizing als voorwendsel gebruikt om deze gegevens niet te hoeven verstrekken.42 De gewestelijke politiepresidenten hadden de lokale politie-autoriteiten daarom op 15 mei gevraagd alvast een "bedektelijk" onderzoek in te stellen (in huizen, logementen en woonWagenkampen) naar degenen die voor de razzia in aanmerking kwamen.43 Het zou Vooral gaan om personen die doorgaans niet de Nederlandse nationaliteit bezaten. Op basis van dit vooronderzoek kon dan worden bepaald hoeveel personeel en transportmiddelen moesten worden ingezet. In de vroege ochtend van dinsdag 16 mei 1944 omsingelden de Nederlandse politie, marechaussee en landwachten de huizen en woonwagens van de tevoren als zigeuners aangemerkte families. In totaal werden 578 mannen, vrouwen en kinderen aangehouden en naar Westerbork gestuurd.44 Aldaar aangekomen, merkten de Duitsers al snel dat de Nederlandse politie het criterium zigeuner te ruim had geïnterpreteerd. Naast de tot 1940 als zigeuner gestigmatiseerde vier groepen, waren namelijk ook 279 woonwagenbewoners of zoals de Duitsers hen noemden 'asocialen' opgepakt. Deze laatste groep werd - waarschijnlijk door verontwaardigd te verklaren dat zij géén zigeuners waren - na enige dagen alweer op vrije Voeten gesteld, zodat 299 'echte zigeuners' overbleven. Daarvan bleek een gedeelte (54 personen), vooral een aantal families uit de Lowara-groep, in het bezit te zijn Van paspoorten die waren afgegeven door neutrale of geallieerde naties (Guatemala, Italië en Zwitserland). Mede door ingrijpen van de consulaire vertegenwoordigers van de eerste twee landen ontsprongen zij de dans. De Italiaanse consul, Citella, zou zelfs persoonlijk naar Westerbork zijn gekomen om vrijlating te bevirerkstelligen.45 Het lot van de Zwitsers was wel heel grillig. Hoewel volgens de kampcommandant Zwitsers geen zigeuners konden zijn, werden desalniettemin toch nog 6 personen met de Zwitserse nationaliteit naar Auschwitz gestuurd.46 De resterende groep van 245 personen47 werd op vrijdag 19 mei naar AuschwitzBirkenau getransporteerd. De meesten - namelijk zij die niet voor dwangarbeid geschikt waren - kwamen al vrij snel na hun aankomst bij de laatste massale zigeunervergassing op 31 juli 1944 om het leven. Degenen die nog konden werken,
218
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
werden naar andere kampen in Duitsland gestuurd.48 Volgens het Rode Kruis keerden slechts dertig personen na de oorlog terug.49 De overigen, inclusief alle 147 kinderen, kwamen om het leven. Daarmee is de vraag naar de bij de razzia aangelegde criteria evenwel nog niet beantwoord. Op grond waarvan werd nu bepaald wie er een zigeuner was? Dit probleem had de directeur-generaal willen ondervangen door een opgave te vragen aan de rijksrecherche centrale, maar zoals we zagen ging dat op het laatste moment niet door. Daardoor moest de selectie aan de plaatselijke autoriteiten worden overgelaten. Kijken we naar het resultaat van de razzia (578 aanhoudingen, waaronder 279 Nederlandse woonwagenbewoners), dan lijkt de in dejaren dertig geïntensiveerde etikettering zich inmiddels ook over een deel van de groep Nederlandse woonwagenbewoners te hebben uitgebreid. Dit komt wellicht doordat in de telex van 14 mei naast zigeuners ook werd gesproken over "naar zigeuneraard rondtrekkende personen".so Daarnaast werd evenwel uitdrukkelijk vermeld dat het bij zigeuners in de regel ging om personen die niet de Nederlandse nationaliteit bezaten. Teneinde er achter te komen hoe de selectie tot stand kwam, volstaan de kale cijfers niet. Als uitgangspunt nemen we de lijst met de 578 bij de razzia opgepakte 'zigeunerachtige personen' die in Westerbork werd opgemaakt. Die laat onder meer zien in welke gemeenten de razzia werd uitgevoerd. De uitkomsten staan weergegeven op de kaart 10. Voor gegevens over de handelwijze van de politie kunnen we in de eerste plaats terecht bij Sijes e.a.S1 Zij concludeerden dat in de meeste gewesten de telex was geïnterpreteerd in de meest enge zin en alleen 'echte' zigeuners waren opgepakt. Uitzonderingen vormden Zutphen en Ijsselstein, waar naast een aantal zigeuners ook honderden woonwagenbewoners werden aangehouden.s2 Ofhet onderscheid tussen zigeuners en woonwagenbewoners (of 'reizigers', zoals ze zichzelf noemen) werkelijk zo duidelijk was als velen, waaronder Sijes e.a., ons willen doen geloven, is echter de vraag. Hoewel zeker niet uitgesloten mag worden dat ook de groepsvorming zelf (reizigers tegenover zigeuners) een rol speelde en deze twee groepen zichzelf dus ook al als aparte etnische groepen beschouwden,s3 bestond er ook een grijs middengebied. Zo kwam het meermalen voor dat zigeuners met reizigers waren getrouwd. De ene keer werd de rest van het gezin wel als zigeuner opgepakt, de andere keer niet.S4 Ook kwam het voor dat de ene partner ('zigeuner') wel en de andere ('reiziger') niet naar Auschwitz werd gestuurd.ss Sommige Nederlandse reizigers schijnen er zelfs voor gekozen te hebben met hun 'zigeuner!.partner naar Auschwitz mee te gaan, ondanks de mogelijkheid om achter te blijven.s6 Waarmee dan alleen nog het aspect van de zelfdefinitie is behandeld. De vraag is of de plaatselijke autoriteiten óók op de hoogte waren van deze vaak subtiele verschillen, en zo ja: sinds wanneer was deze categorisering gemeengoed geworden en deed zij haar invloed gelden op de etikettering? Alvorens dieper op deze vraag in te gaan, dient eerst vermeld te worden dat bij de razzia voor driekwart Sinti werden opgepakt. Van de 245 gedeporteerden viel zelfs 85 % tot deze groep te herleiden. Het ging dus om families die pas sinds 1928 door de rijksoverheid als zigeuner werden bestempeld. De scheiding tussen zigeuners en woonwagenbewoners moet derhalve vooral worden gezien in het licht van
~-
- -
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
(1940-1944)
219
Kaart 10 De 18 gemeenten waar op 16 mei 1944578 'zigeunerachtige personen' werden opgepakt
• .Den Haag
• • Zutphen .lJsselstein
• • Den Bosch
.E ind h ~e1 nm:1
Bron: bijlage
VII.
Oldenzaal
220
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
de etikettering sedert de jaren dertig, toen gemeentelijke politie en marechaussee werden geattendeerd op de 'zigeunerstatus' van bepaalde in woonwagens verblijvende families. Zonder deze specialisering van het op zigeuners gerichte beleid zouden waarschijnlijk de meeste Sinti, misschien wel alle, in 1944 niet als zigeuner zijn beschouwd. Bij de uitvoering van de razzia op 16 mei speelden verschillende overwegingen mee. Ter adstructie richten we onze blik allereerst op Den Haag, waar verreweg de meeste zigeuners werden opgepakt. Na het trekverbod in 1943 hadden veel Sinti-gezinnen onbewoonbaar verklaarde hofjeswoningen betrokken, in een aantal dicht bij elkaar gelegen straten.S7 Anderen kregen toestemming in dezelfde buurt in hun wagens te blijven wonen.ss Zij moesten zich allemaal als zigeuners bij de plaatselijke politie laten registreren,s9 terwijl met het toezicht op dit 'zigeunergetto' een speciale wijkagent werd belast. De selectie was dus al vóór de razzia gemaakt en het zal de Haagse politie dan ook geen moeite hebben gekost te bepalen op wie er met de term zigeuners werd gedoeld. Ook in Venlo, waar het plaatselijke woonwagenkamp werd uitgekamd, waren de zigeuners al vóór 1944 afgescheiden. Volgens de betrokken politiebeambten waren van alle woonwagenbewoners lijsten samengesteld, met daarop de aanduiding 'arisch' en 'niet-arisch'.60 Overigens stuurde de politie hier ook de aangetrouwde reizigers naar Westerbork.61 Ten slotte was er een viertal gemeenten (Arnhem, Ijsselstein, Westerbork en Zutphen) waar vanaf het trekverbod in 1943 lokale autoriteiten met zigeuners werden geconfronteerd. Net als in Den Haag betrof het woonwagenbewoners (waaronder Sinti) die in huizen waren getrokken, waardoor de aandacht van politie en gemeenteambtenaren extra op hen werd gevestigd. Sommige, met name door NSB-burgemeesters bestuurde gemeenten zagen naar aanleiding van het razziabevel hun kans schoon van de 'ongewenste en asociale' woonwagenbewoners af te komen. Het verst ging Zutphen, maar ook in Arnhem waren politie-autoriteiten op de hoogte van het verblijf van woonwagenbewoners. De enige twee gevallen waarin al vóór 1944 de term zigeuner werd gebruikt, waren Westerbork 62 en IJ sselstein. In de laatstgenoemde gemeente hadden in 1943 85 woonwagenbewoners hun wagens voor huizen verruild, wat op 14 juli 1943 door de gewestelijk politiepresident aan de directeur-generaal van politie werd gemeld. Hij voegde eraan toe dat zich onder deze groep 31 zigeuners bevonden,63 waarmee is verklaard waarom de directeur-generaal in zijn telex van 14 mei 1944 Ijsselstein als enige gemeente bij naam noemde. Afgaande op twee onafhankelijk van elkaar afgenomen interviews met overlevenden, verliep de razzia in Den Bosch (33 aanhoudingen) duidelijk anders en stond het de plaatselijke politie aldaar veel minder scherp voor ogen wie als zigeuner was te beschouwen. Alleen zij die een 'donkere huidkleur' hadden, werden eruit gepikt. Nederlandse woonwagenbewoners met een bruine tint moesten mee (en werden later weer teruggestuurd), terwijl een van de geïnterviewden zich herinnert dat "een zigeunerin met een Hollands paspoort" niet werd toegestaan met haar echtgenoot mee naar Westerbork te gaan.64 Tussen deze twee uitersten (IJselstein en Den Bosch) in bevond zich Eindhoven, waar de kamp agent waarschijnlijk pas na de geheime oproep tot een "bedektelijk onderzoek" een lijst had samengesteld van te arresteren zigeuners. Net als in Venlo
--- -
-
(1940-1944)
·'
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
e
werden de aangetrouwde Nederlandse burgers gedwongen mee te gaan.65 Overigens wisten diverse Sinti en Lowara zich aan de razzia te onttrekken door onder te duiken bij Nederlandse families.66 Ook werd het Duitse bevel door sommige politiefunctionarissen gesaboteerd. Op diverse plaatsen zorgden agenten en anderen67 ervoor dat zigeuners uit handen van de Duitsers werden gehouden, zoals in Amsterdam, waar een zekere inspecteur Knol (die contacten onderhield met het verzet) een viertal gezinnen van een wisse dood redde. Hij vertelde de Duitsers dat het Nederlandse muzikanten betrof en na het geven van een muziekvoorstelling konden ze het politiebureau vrij verlaten.68 Het meest tot de verbeelding sprekend verhaal is opgetekend uit de mond van de bekende zigeunermusicus Tata Mirando. Hij werd met zijn familie69 op 16 mei 1944 in Doetinchem opgepakt, maar doordat hun trein ontspoorde werd de deportatie opgehouden en het gezin voorlopig in een cel vastgezet. Door tussenkomst van een hoge Duitse officier, voor wie Mirando (die in Arnhem een muziekzaak dreef) een viool had gerepareerd, werden zij weer op vrije voeten gesteld?O
d
r
n
g :1
e s
a
221
Vervolgingen in de rest van Europa
o
{
s s e
r
f
1 1
5
1
t
Zoals onze reconstructie van het Nederlandse beleid laat zien, waren de Duitsers VOor het welslagen van hun uitroeüngspolitiek buiten Duitsland, waar Ritter en Zijn medewerkers het nodige voorwerk hadden verricht, sterk afhankelijk van de tnate van stigmatisering door autochtone overheden. Aan dat begrip vallen, zoals in hoofdstuk 1 is uiteengezet, te onderscheiden: 1) het stigma en 2) de etikettering. Bet eerste was bepalend voor de mate waarin op medewerking van de overheid in het bezette land kon worden gerekend (hoe negatiever het stigma, des te groter de hulpvaardigheid), terwijl het tweede aspect van invloed was op de grootte van de groep. Wanneer we nu willen nagaan in hoeverre het Nederlandse beleid verantWoordelijk kan worden gesteld voor de razzia en deportatie, zowel wat de al dan niet actieve medewerking betreft als de etikettering vanaf de 1ge eeuw, dienen we een vergelijking te maken met de zigeunervervolging in de rest van bezet Europa. De meeste medewerking kregen de Duitsers in Kroatië en Polen. In het eerste gebied, een provincie van Joegoslavië, was het Duitse bevel niet eens nodig. Vier dagen nadat de Wehrmacht de grenzen was gepasseerd, ontketende de fascistische Dstashi-militie een gruwelijke terreur, waarvan uiteindelijk zo'n 28.000 zigeuners het slachtoffer werden.71 Een vergelijkbare ontwikkeling - hoewel iets minder extreem - zien we in Polen, waar de Duitsers vanaf 1942 bij hun massamoorden werden bijgestaan door Poolse en Oekraïnische collaborateurs.72 . In Hongarije, Roemenië en Frankrijk was de houding tegenover zigeuners welISWaar zeer negatief, maar lieten de autoriteiten de 'Endlösung' aan de Duitsers OVer. Bij de voorbereiding daarvan toonden zij zich evenwel uitermate behulpzaam.73 In alle drie de landen werden op eigen initiatiefzigeuners in bewaakte kampen opgesloten en werd actief aan de razzia's meegewerkt. Aangezien over het ~ranse beleid gedetailleerder gegevens bekend zijn, gaan we er hier iets dieper op In. Reeds in november 1939, dus nog vóór de capitulatie voor de Duitse overtnacht, werden in Frankrijk strenge maatregelen tegen 'nomades ' genomen. In bepaalde departementen74 werd hun het verblijf ontzegd of het rondtrekken verbo-
222
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
den. Op 6 apri11940 werd het trekverbod tot geheel Frankrijk uitgebreid, met als motief dat 'nomades'75 een gevaar opleverden voor de nationale veiligheid. Door hun mobiele levenswijze zouden ze de Franse troepenbewegingen kunnen volgen en deze informatie vervolgens aan de vijand overbrengen. Bovendien bepaalde de Franse overheid dat 'nomades' in door politie bewaakte kampen moesten worden opgesloten en werd hun verboden hun beroepen nog langer uit te oefenen. Zowel in november 1939 als in april 1940 werd een uitzondering gemaakt voor kermisreizigers (forains) en als fatsoenlijk bekend staande woonwagenbewoners, die als kooplieden de kost verdienden (ambulants). In de praktijk bleek de Franse gendarmerie, die met de uitvoering was belast, dit nogal subjectieve onderscheid vaak niet aan te kunnen brengen, waardoor ook deze categorieën in bewaakte kampen werden opgesloten7 6 De Duitse bezetting van het grootste deel van Frankrijk maakte geen einde aan deze verwarring. Net als de Franse gendarmerie wisten de Duitsers niet goed raad met de Franse driedeling. Bovendien verboden zij op 22 november 1940 in de meeste departementen de uitoefening van alle ambulante beroepen7 7 Dit bevel werd in 1941 gevolgd door nieuwe interneringsmaatregelen. In totaal werden zo'n 30.000 'nomades' in verzamelkampen ondergebracht, waar zij verplicht werden dwangarbeid te verrichten.78 Veel Franse overheden waren overigens niet zó gelukkig met deze gang van zaken. Door de Duitse maatregelen kwam volgens de minister van 'Industriële produktie en arbeid' vooral de ravitaillering (voedsel, kleding en gebruiksvoorwerpen) van kleine dorpen in gevaar7 9 Toen na het bekend worden van het 'Auschwitz-Erlass' in de loop van 1943 duidelijk werd dat de term 'nomade' opsluiting en wellicht de dood kon betekenen, probeerden velen zich van dit etiket te ontdoen en zij die konden aantonen wèl een vaste verblijfplaats te hebben, werden weer vrijgelaten. Uit de overgebleven 'nomades' werd een selectie gemaakt voor deportatie. Deze stuitte in de praktijk op ernstige problemen. Volgens de Duitsers waren de Franse criteria onvoldoende toegespitst op personen die uit racistisch oogpunt zigeuners genoemd konden worden.so Welke criteria uiteindelijk de doorslag hebben gegeven voor deportatie, blijft bij gebrek aan onderzoeksgegevens vooralsnog duister.St Dat een racistisch criterium - dat wil zeggen een mengeling van afstamming, uiterlijk en leefwijze - ook bij de Franse overheden meespeelde, staat evenwel buiten kijf.S2 Uiteindelijk werd in de loop van 1943 en 1944 een groot gedeelte van de Franse 'nomades ' naar Duitse vernietigingskampen gebracht, waar er 17.000 - waarvan hoogstwaarschijnlijk veel ambulants - om het leven kwamen.s3 Over België moet het onderzoek nog van de grond komen, maar vooralsnog lijkt het beleid aldaar bij de Nederlandse variant aan te sluiten. Hoewel de Belgische autoriteiten zeer afwijzend stonden tegenover de voornamelijk uit Lowara bestaande zigeunerbevolking, ging het initiatiefbij hen toch vooral uit van de Duitse bezetter. De door deze uitgevaardigde maatregelen werden overigens vergemakkelijkt door de speciale reiskaarten (met foto en vingerafdrukken) die de Belgische vreemdelingenpolitie in 1933 voor zigeuners verplicht had gesteld. Op 12 december 1941 werd besloten deze reiskaarten te vervangen door een 'carte de nomade', ofwel 'zigeunerkaart'.s4 Net als in Nederland bleef de etikettering in België ver achter bij die in Frankrijk, en beperkte zij zich tot de kleine groep Lowara en Sinti.
(1940-1944)
223
5'
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
s
Vanaf oktober 1943 vonden er echter meerdere razzia's plaats, waarna internering volgde in Mechelen, de Belgische tegenhanger van Westerbork. Ongeveer de helft van die groepen bestond uit Noorse en Zweedse paardenhandelaren, die sinds 1890 in België waren geboren. De andere helft betrofSinti, waaronder ook zo'n 27 uit Nederland gevluchte personen.ss Op 15 januari 1944 werden 351 zigeuners naar Auschwitz getransporteerd, waarvan er slechts 11 à 12 terugkeerden.s6 Dat het ook anders kon, laten onder meer de Scandinavische landen Denemarken, Noorwegen en Finland zien. Hoewel daar volgens tsiganologen wel degelijk zigeuners waren,S7 vingen de Duitsers er bot, simpelweg omdat de autoriteiten verklaarden dat op hun grondgebied alleen 'asocialen' leefden.s8 Nadere differentiaties werden niet aangebracht. In Italië, Bulgarije en Griekenland was de tegenwerking het opmerkelijkst. Net als ten aanzien van de joden weigerde het fascistische Italië zijn bondgenoot op dit punt ter wille te zijn. Men was dan wel niet bijzonder op zigeuners gesteld - vele duizenden werden tijdens de oorlog naar Sardinië gedeporteerd - de Duitse plannen gingen de aanhangers van Mussolini toch te ver en ook uit Kroatië en Servië gevluchte zigeuners konden op bescherming van de Italiaanse overheden rekenen. De 'enige' slachtoffers (in totaal 1000) vielen in 1943 toen het Duitse leger de omgeving van Venetië bezette. Bulgaren en Grieken weigerden eveneens medewerking, en aangezien een groot deel van de tienduizenden zigeuners in die landen in huizen woonde, stonden de Duitsers daar machteloos.89 Ondanks het summiere onderzoek tot nu toe in Europa kan als voorlopige hyPothese gelden dat de oorzaak voor een groot aantal slachtoffers van de zigeunervervolging is gelegen in de combinatie van een stigma met een omvangrijke etikettering. Het stigma functioneert daarbij als stuwende kracht. De grote aantallen slachtoffers op de Balkan hebben dus niet alleen te maken met het feit dat daar, in tegenstelling tot het Westen, zoveel zigeuners woonden. De voorbeelden van Bulgarije en Griekenland enerzijds en Frankrijk anderzijds tonen dat aan. Samengevat kan de relatie stigma-etikettering met betrekking tot de zigeunervervolgingen als volgt worden weergegeven:
n
e n
~l
.s
:t
n
d
,e
~l
n n
.e
1,
.-
1,
n
p e n h ;e
k Lr
g
,e .e
Schema 8
Aantal slachtoffers onder Europese zigeuners en hun relatie tot de stigmati-
sering Gebiedenllanden
Aantal doden
Mate van medewerking Stigma
Etikettering
1: Kroatië Polen 2: Roemenië Hongarije Frankrijk 3: Nederland/België 4: Noorwegen!Denemarken! Finland
28.000 35.000 36.000 28.000 17.000 596
erg groot
+++ +++ ++ ++ ++ ++
+++ +++ +++ +++ ++ +
geen 1.000
+
+ + +
++ +++
Italië Bulgarije/Griekenland legende:
.'., :r 1·
stigma licht negatief negatief zeer negatief
etikettering zeer beperkt redelijk groot omvangrijk
groot
matig
224
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
Binnen de gehanteerde begrippen 'stigma' en 'etikettering' is een hypothetische onderverdeling aangebracht (zie het aantal kruisjes). Hierbij dient aangetekend te worden dat deze differentiatie bij gebrek aan empirische gegevens op dit moment niet nader te onderbouwen valt.
5 Conclusies De razzia en deportatie van 245 Nederlandse zigeuners indachtig, levert de periode 1940-1944 een paradox op. Terwijl de stigmatisering van zigeuners aan betekenis inboette, nam die van woonwagenbewoners juist toe. Bij nadere beschouwing neemt de verwondering over deze tegenstelling evenwel af. Het vreemdelingenbeleid tegenover zigeuners was na een opleving in de jaren 1928-1932 namelijk in belang afgenomen en deze tendens zette zich in de oorlog gewoon voort. Zigeuners waren in het licht van de 'grote gebeurtenissen' een te marginale groep om de vreemdelingenpolitie werkelijk zorgen te baren. Het woonwagenbeleid daarentegen was tijdens de tweede helft van de jaren dertig volop in beweging. Met name de bemoeienis van het ministerie van Binnenlandse Zaken nam aanmerkelijk toe. Ambtenaren op dit departement, daartoe vaak aangezet door klachten van provinciale overheden, beschouwden woonwagenbewoners in toenemende mate als een zorgwekkend 'asocialenprobleem'. Plannen tot centrale registratie en bewaakte kampen, die vóór de oorlog nog moeilijk te verwezenlijken waren, vielen nadien in vruchtbaarder aarde. Sommige ambtenaren namen de disciplinering van de woonwagenbevolking nu serieus ter hand. Registratie en een trekverbod (in 1943) waren het resultaat. Plannen voor deportatie -laat staan genocide - ontbraken evenwel geheel. Ook viel zigeuners als categorie geen aparte behandeling ten deel. Blijkbaar was met de verschuiving van het beleid van Justitie naar Binnenlandse Zaken de lijn van de door de AGVD ontwikkelde 'anti-zigeunerideologie' afgebroken. Daarmee is niet gezegd dat de razzia en deportatie van de 245 Nederlandse zigeuners in mei 1944 een volledig Duitse zaak was. Ten eerste werd de uitvoering overgelaten aan de Nederlandse autoriteiten, waarvan de Duitsers voor hun selectie geheel afhankelijk waren. Ten tweede bleef de etikettering niet geheel zonder gevolgen. Bij de razzia mag dan geen gebruik zijn gemaakt van de sinds 1937 opgebouwde zigeunerregistratie, de activiteiten van de respectieve AGVD'S hadden wel voor een versterkt zigeunerbesefbij de gemeentelijke autoriteiten en de marechaussee gezorgd. Het Duitse initiatief vormde evenwel een noodzakelijke stap voor vervolging. De door de nazi's geplande genocide was in de Nederlandse verhoudingen ondenkbaar. Een racistisch uitgewerkt zigeunerstigma ontbrak hier ten enenmale. Op dat punt onderschrijven wij de kritiek van Schöffer op de in de stUdie van Sijes e.a. gewekte suggestie, als zou de deportatie en genocide logischerwijze zijn voortgevloeid uit de aan 16 mei 1944 voorafgaande Nederlandse maatreg elen.90 Vergelijken we het Nederlandse beleid met de vervolging in de rest van Europa, dan kunnen we vaststellen dat de stigmatisering beperkt bleef tot een vrij kleine groep. Dit kan worden verklaard uit de late èn halfslachtige specialisering van het
DEPORTATIE EN VERNIETIGING
e e
Lt
e
.S
g
n
.-
n
:t
k n :e
n n n
.-
n
g :r
n
a,
(1940-1944)
225
beleid in Nederland. Waar in Duitsland en Frankrijk in principe alle nomadische groepen onder één noemer werden gebracht, werden in Nederland zigeuners (vreemdelingen) en woonwagenbewoners (autochtonen) nog als twee aparte groepen beschouwd, met een daarop afgestemd beleid. Zigeuners werden in principe gezien als vreemdelingen of staatlozen, voor wie een streng en discriminerend vreemdelingenbeleid volstond, dat werd uitgevoerd onder leiding van de marechaussee. Woonwagenbewoners daarentegen maakten deel uit van de Nederlandse bevolking en vormden in die hoedanigheid, net als de 'asocialen', een binnenlands probleem. Doordat in 1939 een einde kwam aan het monopolie van de marechaussee op de grensbewaking en de vreemdelingendienst, en grensconflicten met zigeuners bovendien uitbleven, ebde de belangstelling voor deze marginale groep weg en werd alle aandacht geconcentreerd op de woonwagenbewoners. De vergelijking leert ons ten slotte dat door systematisch onderscheid te maken tussen stigma en etikettering een verklaring kan worden geboden voor de geConstateerde verschillen in de ernst van de zigeunervervolgingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tienduizenden slachtoffers in Roemenië, Polen, Hongarije en Kroatië, tegenover vrijwel geen in Scandinavië, Bulgarije, Italië en Griekenland. Dat er nu eenmaal meer zigeuners op de Balkan woonden, is als verklaringsfactor onvoldoende, want ook Bulgarije herbergde tienduizenden zigeuners. De analyse met behulp van het stigmatiseringsperspectief maakt duidelijk dat ook op dit punt de etnografische visie op de geschiedenis van zigeuners aan revisie toe is.
HOOFDSTUK VII CONCLUSIES 1 Inleiding In het eerste hoofdstuk van dit boek wierpen wij twee hoofdvragen op. De eerste had betrekking op het stigma 'zigeuner'. Naar aanleiding hiervan vroegen we ons afhoe in de periode 1868-1944 het jegens zigeuners gevoerde overheidsbeleid tot stand was gekomen en in hoeverre de negatieve denkbeelden over deze categorie met de werkelijkheid overeenkwamen. De tweede vraag hield verband met de etikettering en luidde: wie werden door de tijd heen als zigeuners beschouwd en wat waren de doorslaggevende factoren om voor die categorie in aanmerking te komen. In dit afsluitende hoofdstuk zal geprobeerd worden op beide vragen een antwoord te geven. Eerst wordt nagegaan in hoeverre het model ter verklaring van antisemitisme ook voor het anti-zigeunerisme opgaat. Vervolgens zal de etikettering nader worden toegelicht, door een vergelijking met een drietal controlegroepen. In dit boek is weliswaar bekeken wie er als zigeuners zijn bestempeld, de vraag aan welke voorwaarden moest worden voldaan om voor het stigma in aanmerking te komen, is nog niet systematisch aan bod gekomen. Dat zal in dit slothoofdstuk eveneens gebeuren.
2 Het stigma Kijken we naar het tussen 1868 en 1944 ten aanzien van zigeuners gevoerde beleid, dan valt vooral de tegenstelling op tussen de rijksoverheid en de gemeentelijke overheden. Terwijl Justitie, de procureurs-generaal en de marechaussee zich van meet af aan zeer afhoudend tegenover de nieuwkomers opstelden en hun uiterste best deden zigeuners uit Nederland te weren, vertoonde de houding van burgemeesters en gemeentepolitie meer variatie en was deze over het geheel genomen neutraler. Hoewel deze tweedeling naarmate de tijd vorderde meer en meer wegviel en ook door burgemeesters herhaaldelijk klachten werden geuit, verdween zij nooit helemaal. Door het afgeven van reis- en verblijfpassen, woonwagenvergunningen en bewijzen van Nederlanderschap, werd het door de rijksoverheden gevoerde beleid herhaaldelijk doorkruist. Het steeds opnieuw uitvaardigen van circulaires was dan ook vooral bedoeld om de gemeentelijke overheden te dwingen zich aan de 'Haagse' richtlijnen te conformeren. Hoewel de toegeeflijke houding op gemeentelijk niveau kan worden uitgelegd als louter voortkomend uit de wens zo snel mogelijk van een zig.:unergroep af te komen ("wij gevenjullie een pas, als jullie maar weer snel vertrekken"), zijn er ook bewijzen van een ondubbelzinnig neutrale of positieve opstelling. Zo kwam het herhaaldelijk voor dat lokale gezagsdragers zich welwillend uitlieten over zigeuners en hen zelfs tegen de aantijgingen van rijksoverheden verdedigden.
CONCLUSIES
227
Deze houding wordt begrijpelijk door de verschillende zigeunergroepen nader te bekijken. Dan blijkt het beeld van de rijksoverheden dat zigeuners louter parasiteren en geen echte middelen van bestaan hebben, in zijn algemeenheid onjuist te zijn. Verreweg de meeste zigeuners oefenden door de bevolking gewaardeerde beroepen uit en sommigen onder hen (met name de Kaldarasch) beschikten over indrukwekkende sommen geld. Ook bleken de ideeën van de rijksoverheden over hun gedrag ("de schrik van het platteland") niet te stroken met de werkelijke ervaringen in de gemeenten. Bovendien kan uit de economische welvaart van de meeste zigeuners worden afgeleid dat er bij de bevolking een geregelde vraag naar hun produkten en diensten moet hebben bestaan en hun activiteiten dus tot op zekere hoogte werden gewaardeerd. Zo bezien is het niet verwonderlijk dat de gemeentelijke overheden, die direct werden geconfronteerd met de groepen om wie het ging, zich veel minder negatief opstelden. In tegenstelling tot wat in de circulaires werd beweerd, voldeden veel zigeuners namelijk wel degelijk aan de criteria van de Vreemdelingenwet (geldige passen en voldoende middelen van bestaan). Daarnaast bestond er ook geen communis opinio over de etikettering en kwam het herhaaldelijk voor dat groepen die door anderen (bijvoorbeeld rijksoverheden) als zigeuners waren aangemerkt, door burgemeesters niet als zodanig werden bestempeld. Om de groei van het zigeuner-stigma te kunnen verklaren, moeten we ons in de eerste plaats richten op het door Justitie gevoerde beleid. Hoewel dit van meet af aan stigmatiserend en discriminerend was, bleef het lange tijd een ad hoc karakter behouden. Justitie greep pas in wanneer er moeilijkheden ontstonden bij de verwijdering van bepaalde zigeunergroepen. Het ontbreken van een structurele benadering van het 'zigeunerprobleem', zoals in diezelfde tijd wel in Duitsland en Frankrijk gebeurde, hing samen met de overtuiging op het ministerie dat zigeuners vreemdelingen waren en een strenge toepassing van de Vreemdelingenwet dus volstond. In de jaren twintig van deze eeuw bleek een aantal zigeuners echter over Nederlandse passen te beschikken en werd duidelijk dat deze aanpak niet langer voldeed. Vandaar dat de Administrateur voor de Grensbewaking en Vreemdelingendienst (AGVD) trachtte de dreigende 'vernederlandsing' van sommige groepen tegen te gaan. Deze nam een min of meer autonome positie in en beschikte over een aparte dienst, die zich op het verzamelen van kennis over vreemdelingen richtte. Als gevolg hiervan werd de intensiteit van de bemoeienis zo groot, dat vanaf 1928 kan worden gesproken van een specialisering van het beleid tegenover zigeuners. Voor het stigma had deze omslag merkbare gevolgen. In de ad hoc periode (1868-1928) was het weliswaar negatief, maar niet erg uitgewerkt: zigeuners werden afgeschilderd als ongewenste vreemdelingen, omdat ze geen middelen van bestaan zouden hebben en in hun levensonderhoud voorzagen door (verkapte) bedelarij . Vanaf 1928 kreeg het stigma een meer negatievere lading: zigeuners stonden niet alleen meer als ongewenste vreemdelingen te boek, maar zij werden in toenernende mate als (potentiële) criminelen afgeschilderd, die geen gelegenheid voorbij lieten gaan om door bedelarij, oplichting en diefstal op de sedentaire bevolking te parasiteren. Deze criminologische invalshoek werd nog versterkt door de inter-
228
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
nationale politiecontacten die door Nederlandse vertegenwoordigers van politie en marechaussee in het kader van de Internationale Krirninalpolizeiliche Komrnission werden gelegd. In grote lijnen komt het erop neer dat zigeuners tot 1928 vooral als 'lastig' werden beschouwd en daarna als 'gevaarlijk'. Deze ontwikkeling kan niet los worden gezien van de ingrijpende economische en maatschappelijke veranderingen in Nederland sinds het midden van de 1ge eeuw. We doelen dan vooral op de groeiende overheidsbemoeienis op allerlei terreinen en de daarmee gepaard gaande uitbreiding van het ambtenarenapparaat. Deze hadden tot gevolg dat personen die er een als bedreigend ervaren levenswijze op na hielden, een grotere kans liepen op te vallen en met 'corrigerend' overheidsbeleid in aanraking te komen. Het is nodig hier een onderscheid te maken tussen de bedoelde en onbedoelde effecten van dit beleid. In het geval van zigeuners waren beide varianten van toepassing. De onbedoelde gevolgen hingen samen met de specialisering van het beleid ten aanzien van vreemdelingen en de grensbewaking. Onafhankelijk van het zigeunervraagstuk werden deze overheidstaken sedert het einde van de 1ge eeuw steeds meer toebedeeld aan het korps van de marechaussee, dat daartoe fors werd uitgebreid. De definitieve specialisering kreeg haar beslag in 1918, toen onder druk van het (Belgische) vluchtelingenprobleem en het gevaar van revolutie nieuwe wetgeving op de genoemde gebieden tot stand kwam en de grensbewaking en vreemdelingendienst werden gedelegeerd aan de (Inspecteur van de) Koninklijke Marechaussee. Een van de gevolgen was dat na verloop van tijd ook zigeuners (net als Chinese zeelui) extra in de gaten werden gehouden, zeker toen bleek dat een aantal van hen dreigde te 'vernederlandsen'. Als voorbeeld van een doelgericht beleid moet dat ten aanzien van de Nederlandse woonwagenbewoners worden genoemd. Behalve de uit het buitenland afkomstige zigeuners, verkozen vanafhet einde van de 1ge eeuw ook Nederlanders om uiteenlopende redenen een nomadische woonvorm. Veel overheden was deze ontwikkeling een doorn in het oog en in het kielzog van een aantal belangrijke sociale wetten werd omstreeks de eeuwwisseling de roep om een wettelijke regeling ter beteugeling van het woonwagenvraagstuk steeds sterker. Dit leidde in 1903 tot de instelling van een staatscommissie en in 1918 tot een woonwagenwet. Het overheersende idee was dat woonwagenbewoners asociaal waren, niet wilden werken, bedelden, plattelanders lastigvielen etc. In tegenstelling tot zigeuners ging het hier echter om autochtone Nederlanders en dus om een binnenlands probleem. Vandaar dat de AGVD, die herhaaldelijk de overeenkomsten tussen zigeuners en woonwagenbewoners benadrukte, zich grote zorgen maakte over het vernederlandsen van zigeuners, omdat dit de groep Nederlandse woonwagenbewoners alleen maar zou vergroten. Het zigeunerstigma kan dus worden beschouwd als een verbijzondering van het stigma op een nomadische levenswijze, die als bewijs van asocialiteit en vagebondage gold. De bedreiging die zigeuners in de ogen van de rijksoverheid vormden, kan overigens niet volledig worden verklaard door hun vermeende parasitaire gedrag. Naast de ideeën over hun economisch functioneren, werd namelijk ook de nadruk gelegd op de 'onzedelijke' aspecten van hun levenswijze. Het vaak ongetrouwd samenleven met kinderen in één woonwagen riep allerlei associaties op met ongebreidelde seksualiteit, amoreel gedrag e.d. De kinderen zouden opgroei-
CONCLUSIES
229
en voor galg en rad en de levenswijze van hun ouders voortzetten. Een opstelling die aansloot bij de stigmatisering van de zogenaamde 'asocialen' of'onmaatschappelijken', die sedert circa 1910 (eveneens) met een beschavingsoffensiefte maken kregen.
Het model Van Arkel De specialisering van het overheidsbeleid mag een factor zijn waarmee ons inzicht in de verharding van het zigeunerstigma wordt vergroot, een verklaring wordt er niet mee geboden. Daarvoor wenden we ons tot het in de inleiding geïntroduceerde model Van Arke!. De door hem geformuleerde noodzakelijke voorwaarden voor het ontstaan van racisme, blijken namelijk ook voor de verklaring van het anti-zigeunerisme van nut. Om te beginnen de stigmatisering. Wanneer we de reactie van de rijksoverheden in 1868 willen begrijpen en willen verklaren waarom een zo kleine groep vreemdelingen zoveel weerstanden oproept, moeten we ons realiseren dat het zigeunerstigma diep geworteld was. De sinds ± 1500 ten aanzien van de heidens of egyptiërs afgekondigde maatregelen, die in de eerste decennia van de 18e eeuw uitmondden in massale 'heidenjachten', leidden tot een zeer negatieve beeldvorming over deze groep(en). Heidens (een term die in de 1ge eeuw geleidelijk werd vervangen door zigeuners) werden beschouwd als criminele vagebonden, die met name de plattelandsbevolking overlast bezorgden. Dit stigma bleef ook na hun verdrijving en uitmoording in de eerste helft van de 18e eeuw voortleven. Bij de discussies rond de invoering van de Vreemdelingenwet van 1849, die tot na de Tweede Wereldoorlog van kracht zou blijven, werd de herinnering aan de heidens zelfs gebruikt als voorbeeld voor de ongewenste vreemdeling par excellence. Met deze wet, ook wel getypeerd als een 'vagebondenwet', zou dit soort vreemdelingen in ieder geval kunnen worden geweerd, zo werd gedacht. Toen de Hongaarse en Bosnische nieuwkomers in 1868 Nederland binnenkwamen, werd het reeds bestaande 'heidensstigrna' vrijwel onmiddellijk op hen van toepassing geacht. Niet zo verwonderlijk dus dat de autoriteiten die voor het toezicht op de werking van de Vreemdelingenwet verantwoordelijk waren (de procureurs-generaal) de nieuwbakken zigeuners met argusogen bekeken. Bovendien zagen zij hun vooroordelen bevestigd door het uiterlijk en het gedrag van de nieuwkomers. Uit kranten en van ondergeschikten vernamen zij dat de groepen in kwestie er armoedig uitzagen en zich onder andere bezighielden met bedelarij en waarzeggerij. Deze vooroordeel bevestigende aspecten wogen veel zwaarder dan de berichten over hun rijkdom en vakbekwaamheid. Het stigma 'heidenszigeuner' bleek zo sterk, dat correctie ervan nauwelijks mogelijk was. Een mechanisme dat zich zo mogelijk in nog sterkere mate voordeed bij degenen die belast Waren met de feitelijke handhaving van de Vreemdelingenwet: de marechaussee. Door haar preventieve en repressieve taak was het beeld dat zij van zigeuners had bovendien nauwelijks voor correctie vatbaar. Het wekt dan ook weinig bevreemding dat de meer criminologische ideeën over zigeuners vanaf 1928 juist binnen dit korps ingang vonden. Hiermee is een noodzakelijke nuancering aangebracht in het begrip 'rijksoverheden'. De stigmatisering ging in de eerste plaats uit van
230
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
Justitie, inclusief de procureurs-generaal en marechaussee. Bij rijksoverheden die slechts zijdelings met zigeuners te maken hadden, zoals Buitenlandse Zaken, sloeg het stigma veel minder aan en was in een aantal gevallen een veel neutralere houding te constateren. De ambtenaren van dit ministerie hadden 'ambtshalve' meer aandacht voor andere Nederlandse belangen, zoals goede (diplomatieke) relaties met het buitenland. Over de tweede voorwaarde, sociale afitand, staat het materiaal slechts enige voorlopige conclusies toe. Hoewel deze van begin af aan een feit was, kan de tegenstelling tussen rijks- en gemeentelijke overheden er voor een deel mee worden verklaard. De sociale afstand was immers het grootst bij de rijksoverheden en het kleinst bij de gemeentelijke autoriteiten. Het negatieve beeld over zigeuners kon bij de laatsten worden gecorrigeerd door direct contact, terwijl dat bij de rijksoverheden, gezeten achter hun bureau in Den Haag of de hoofdstad van de provincie, vrijwel nooit het geval was. De marechaussee lijkt moeilijk inpasbaar in deze tweedeling, met name waar het gaat om de in de gemeentes gestationeerde brigades. Hun contact was immers net zo direct als dat van een burgemeester of politie-agent, terwijl hun houding veel afwijzender was. De volgende factoren zijn daar mogelijk verantwoordelijk voor. Ten eerste was de autonomie van de marechaussee-brigades door de militaire gezagsstructuur vrijwel nihil. Zij kregen hun bevelen van bovenaf (district, divisie of uit Den Haag) en de speelruimte voor een eigen beleid was veel kleiner dan bij de burgemeesters. Ten tweede was de taak van de marechaussee eenzijdig gericht op het voorkomen ofbestrijden van ongewenst gedrag, terwijl burgemeesters hier veel minder op waren gefixeerd: voor hen vormde de ordebewaking slechts een van de vele taken. Bovendien was (en is) de marechaussee vrijwel uitsluitend belast met de taak om ongewenste vreemdelingen uit te zetten en dus eerder geneigd 'preventief' op te treden. Ten slotte is ook de voorwaarde van de terrorisering tot discriminant bruikbaar, zij het dat deze in een iets andere zin moet worden opgevat dan Van Arkel doet. Deze definieert dit begrip namelijk als "het met geweld dwingen van degenen uit de dominante groep die zich afzijdig houden of zich verzetten tegen discriminatie om mee te doen, zoals bij lynchings of pogroms. Eventuele sympathisanten van de gediscrimineerde groep laten het wel uit hun hoofd te protesteren, of doen net zo hard mee, omdat anders ook zij het slachtoffer zullen worden van racistisch geweld." Voor deze studie, zeker gezien de bestudeerde periode, dient het element 'geweld' evenwel te worden vervangen door 'pressie', in het bijzonder ambtelijk uitgeoefende pressie om een discriminerend zigeunerbeleid te voeren. Het principe is evenwel hetzelfde. Deze ambtelijke pressie was het succesvolst binnen de diensten die direct onder bevel van de rijksoverheid stonden, zoals de marechaussee. Op de meer autonome gemeentelijke overheden kreeg zij minder goed vat, hoewel ook hier pogingen om tot een uniform discriminerend beleid te komen niet achterwege bleven. Het duidelijkst kwam dit aan het licht in 1872, toen de burgemeester van Nieuwe-Schans met ontslag werd bedreigd wegens het toelaten van een groep zigeuners.1 Het beleid van de rijksoverheid jegens zigeuners kan trouwens in zijn algemeenheid als een lichte vorm van terrorisering worden beschouwd. Met de ver-
CONCLUSIES
231
schillende circulaires, alsmede door de brievencampagnes van de AGVD, werd immers geprobeerd de gemeentelijke overheden te dwingen zich discriminerend tegenover zigeuners op te stellen. In de circulaire van oktober 1904, waarin de minister van Binnenlandse Zaken de burgemeesters dringend verzocht aan zigeuners onder geen voorwaarden reis- en verblijfpassen af te geven, werd zelfs gepoogd de hele Vreemdelingenwet voor deze groep buiten werking te stellen.
3 Etikettering Met het model Van Arkel mag de groei van het zigeunerstigma beter worden begrepen, het probleem van de etikettering kan er niet mee worden opgelost. Zoals door anderen reeds geconstateerd? heeft Van Arkel zich namelijk vrijwel niet beziggehouden met de aard van de gediscrimineerde groep. Omdat hij ervan uitging dat het bij joden om een duidelijk afgebakende groep ging, is de etikettering, zoals in deze studie gedefinieerd, vrijwel niet als probleem onderkend. De geschiedenis van zigeuners in Nederland laat echter zien dat de definiëring van de groep door de overheid voor de discriminatie van grote betekenis is geweest. Vandaar dat in het vervolg van dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de vraag: wat waren nu de factoren die bepaalden welke personen voor het stigma zigeuner in aanmerking kwamen? Om hierop een antwoord te krijgen, zullen eerst de vijf geëtiketteerde groepen worden vergeleken. Met name zal worden ingegaan op de ongelijktijdigheid van de etikettering. De uitkomsten hiervan zullen vervolgens worden vergeleken met een aantal controlegroepen. Dat betreft dan groepen die één of meerdere kenmerken met de zigeuners gemeen hadden, maar desondanks vrijwel nooit als zodanig werden gestigmatiseerd, zoals Franse en Italiaanse bereleiders, Italiaanse muzikanten en Nederlandse woonwagenbewoners. De etikettering van Kaldarasch, Ursari, Lowara, Sinti en Piemontese Sinti Bij een vergelijking dringt zich onmiddellijk de vraag op waarom de Kaldarasch vrijwel vanaf het moment dat zij voet op Nederlandse bodem zetten (16 maart 1868) zowel door kranten als door de rijksoverheid als zigeuner werden beschouwd. Tot het begin van de 20e eeuw hadden de Hongaarse ketellappers zelfs bijna het 'monopolie' op deze term. De correspondentie tussen gemeentelijke en rijksoverheden over zigeuners en de circulaire uit 1887 die daaruit voortvloeide, betreffen haast zonder uitzondering deze groep. Gelet op de reacties lijkt de vrijwel onmiddellijke herkenning als zigeuner verklaard te kunnen worden uit hun opvallende en als exotisch ervaren uiterlijke kenmerken: zowel de kleding en de daarmee verbonden attributen, als hun onverzorgde fysieke verschijning. Gecombineerd rnet een openlijk nomadische levenswijze (tenten), het rondtrekken in vrij grote groepen en de herkomst uit Hongarije en de Balkan, lijkt een sluitende verklaring voorhanden voor de associatie met het begrip zigeuner. Zowel de 'afstotende' elernenten (bedelen, armoedig uiterlijk) als de romantische (het exotische uiterlijk en gedrag) werden met een reeds bestaand zigeuner- (dan wel 'heidens ') beeld geassocieerd. Daar komt nog bij dat de Kaldarasch met bijverdiensten als volksdansen,
232
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
bezichtiging van hun kampement e.d. de publiciteit bepaald niet schuwden en soms gretig op de hun vooraf gesnelde faam inspeelden. De Ursari trokken in veel mindere mate de aandacht. De beeldvorming in kranten en tijdschriften ging grotendeels aan hen voorbij. Hoewel zij in kranteberichten regelmatig als zigeuners voorkwamen, viel op dat in vergelijking met de Kaldarasch de beschrijvingen meestal erg kort waren (zoals de simpele mededeling dat er een groepje bereleiders was uitgeleid). Het verschil in etikettering bleek nog duidelijker uit de overheidscorrespondentie over zigeuners. Hierin kwamen bereleiders - het uitzonderlijke schietincident bij Berg aan de Maas in 1880 uitgezonderd - vrijwel niet voor. Of de bevolking dit verschil ook maakte weten we niet; opvallend is wel dat in een van de zeldzame bronnen over deze groep de bereleiders niet zigeuners, maar 'Turco's' werden genoemd.3 De overeenkomsten met de Hongaarse ketellappers waren dat zij eveneens uit de Balkan kwamen, in gezinsverband rondtrokken, er onverzorgd (lange haren en blootvoets) uitzagen, en dat vrouwen en kinderen bedelden. Een belangrijk punt waarop zij van de Kaldarasch afweken, was hun woonvorm. Bereleiders hadden geen tenten, en in de eerste dertigjaar zelfs geen wagens, maar overnachtten in de open lucht ofbij particulieren (boeren, herbergiers e.d.). Dit hing samen met de omstandigheid dat zij in veel kleinere groepen reisden, waardoor zij minder aangewezen waren op eigen behuizing. Voor een gezin met één à twee beren was het gemakkelijker onderdak te vinden dan voor twintig à veertig ketellappers. Bovendien afficheerden zij zich niet zo duidelijk als een exotische groep en onttrokken hun beroepsmatige activiteiten zich grotendeels aan het oog van de rijksoverheid. Uit deze vergelijking volgt dat de woonvorm en mogelijk ook de groepsgrootte van invloed waren op de etikettering als zigeuner. De Lowara vertoonden op het eerste oog veel overeenkomsten met de Kaldarasch. Alle aspecten voor een snelle etikettering leken dus aanwezig. De interval tussen hun verschijnen in Nederland (1901-1902) en de aandacht die zij bij overheid en publiek trokken (1902-1904), was bijzonder kort. Ook bij hen ging het in het algemeen om vrij grote groepen, terwijl het uiterlijk vaak als exotisch en zigeunerachtig werd omschreven. De woonvorm - woonwagens - liet bovendien ten aanzien van het nomadische karakter van de groep niets te raden over. Het enige verschil school in de uitgangssituatie: het heersende zigeunerbeeld. De Kaldarasch voldeden bij hun verschijnen in 1868 aan het reeds bestaande beeld en doordat ze wat dat aangaat maar weinig concurrentie te duchten hadden, werd het beeld naar hun voorbeeld geboetseerd. Bij de Lowara lag dit duidelijk anders. Bij hun binnenkomst omstreeks de eeuwwisseling bestond er reeds een uitgewerkt 'Hongarenbeeld', dat niet zomaar werd losgelaten. De uitspraken van de marechaussee in 1904 over de paardenkopers laten diel ..angaande aan duidelijkb":id niets te wensen over. Zij verwierpen de door kranten en bevolking gebruikte aanduiding zigeuner, met als belangrijkste argument dat de paardenkopers niet uit Hongarije, maar uit Duitsland en Frankrijk kwamen; vandaar dat ze 'zogenaamde zigeuners' werden genoemd. Doordat in de eerste drie decennia van de twintigste eeuw nog maar sporadisch Hongaarse ketellappers naar Nederland kwamen (1909, 1924 en 1929-
233
")
CONCLUSIES
n
1930) en hun plaats werd ingenomen door de aan hen verwante Lowara, verloor het criterium 'Hongaarse of Balkan-afkomst' in die periode aan betekenis en vormde een Franse, Belgische, Duitse of Scandinavische nationaliteit geen beletsel meer als 'echte zigeuner' te worden gekwalificeerd. De conflicten tussen overheid en Lowara in 1912, 1924 en 1928 maken dat duidelijk. Hoe levend het Hongaarse beeld desondanks bleef, bleek uit de brochure van de kolonel van de marechaussee Van Alphen uit 1935, waarin als een van de oplossingen van het 'zigeunerprobleem' werd voorgesteld zigeuners terug te sturen naar Hongarije.
n
n
tt
g
.-
t; :s
it
n
Lt
n
le
Ie
t-
n
1.
n
1.
n n
t-
h :e Lr tl-
n :n
r, it :n Ir 1-
Deze overgang hing eveneens samen met een meer algemene verschuiving. Gaande de 20e eeuw werd het etnische (Balkan-)beeld namelijk geleidelijk vervangen door een meer sociologisch bepaald beeld. Vanaf 1928 kwamen in principe alle vreemde woonwagenbewoners in aanmerking voor de categorie zigeuner. Daarmee zijn we bij de vierde groep aangeland: de Sinti. Hoewel zij al vóór 1868 zeer geregeld naar Nederland kwamen, en daarmee als eerste groep voor etikettering in aanmerking hadden kunnen komen, werden ze in de 1ge eeuw nooit als een speciale categorie vreemdelingen gedefinieerd en niet als een aparte groep gezien. Blijkbaar voldeden zij niet aan het bestaande heidens- of zigeunerbeeld. In het licht Van het voorgaande zal duidelijk zijn op welke punten zij daarvan afweken. De geringe etikettering in de eerste 80 jaar van hun verblijf in Nederland had te maken met een combinatie van de factoren 'woonvorm', 'uiterlijk' en 'herkomst'. Door hun verblijfin volkslogementen bleefhun nomadische levenswijze goeddeels verborgen, terwijl de gedeeltelijke overstap naar de woonwagen plaatsvond in een periode dat dit reeds een algemeen verschijnsel was en zeker niet exclusief aan zigeuners was voorbehouden (denk aan de Nederlandse woonwagenbewoners). Daarbij appelleerde hun voorkomen niet aan het zigeunerbeeld, zoals zich dat vooral naar aanleiding van de Kaldarasch had gevormd. Net als de Lowara beschikten zij over Duitse, Franse ofBelgische (soms zelfs Nederlandse) passen, zodat ook op dit punt niet aan het tot in de 20e eeuw heersende 'Hongaarse of Balkan-beeld' werd voldaan. Het opvallendste aspect aan het lange tijd langs de Sinti-groep afglijden van de etikettering, was het criminele gedrag van sommigen onder hen. Bezien vanuit het in de periode van specialisering ontwikkelde zigeunerbeeld over de 'geboren crimineel', met name op het gebied van de kleine vermogensdelicten, zou worden verwacht dat Sinti al heel vroeg als zigeuner werden herkend. Van oplichtingstrucs is tenminste al sprake sinds het moment dat zij in de bronnen voorkomen. Uit het Algemeen Politieblad blijkt voorts dat bepaalde Sinti een soort monopolie hadden op de 'wisseltruc'. Dit leidde tot in de jaren dertig van deze eeuw echter niet tot een besef dat het hier mogelijk om groepsgebonden gedrag ging, om de doodeenVoudige reden dat men Sinti niet als groep zag. Echt of vermeend crimineel gedrag in de zin van diefstal en oplichterij speelde dus geen (doorslaggevende) rol bij het ontstaan van de etikettering. Pas toen deze etikettering op andere gronden was voltooid, kon zij als rechtvaardiging voor het repressieve beleid gaan dienen en het zigeunerbeeld gaan domineren. Een laatste groep zijn de uit Italië afkomstige beestenleiders, in de literatuur over zigeuners ook wel aangeduid als Piemontese Sinti. Hoewel in de Nederlandse bronnen maar weinig over deze groep is te vinden, kan een aardige parallel worden ge-
234
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
trokken met de Sinti. Ook zij trokken namelijk al vóór 1868 in Nederland rond, maar werden, waarschijnlijk door hun verblijf in logementen, niet als zigeuners bestempeld. Toen zij rond de eeuwwisseling op woonwagens overgingen, liet de etikettering evenwel niet lang op zich wachten. Op basis van deze vergelijking komen we tot de volgende verdeling van groepskenmerken: Schema 9 Schematische weergave van de groepskenmerken van de vijf als 'zigeuners' geëtiketteerde groepen Kaldarasch groepsgrootte 20 woonvorm 1ge eeuw tenten
Ursari
Lowara 20
7
open lucht/ onderdak bij particul. 20e eeuw woonwagens/ woonwagens woonwagens huizen uiterlijk kleding opvallend opvallend opvallend uiterlijk fysiek bruin bruin bruin gedrag soms bedelarij bedelarij door soms bedelarij door V, en K V, en K door V, en K.
herkomst beroep
Hongarije ketellapper
Bosnië bereleider
Legende: Circusr. = circusreiziger; kermisr. cu!. = particulieren, V = vrouwen.
=
Piemontese Sinti
Sinti 7
logementen
logementen
woonwagens woonwagens
conventioneel deels bruin bedelarij door V, en soms door M. West-Europa West-Europa paardenhand. muzikant, kermisr.
kermisreiziger; K = kinderen, M
? ? ?
Italië beestenleider/circusr.
=
mannen, parti-
Op grond van dit schema kan worden geconcludeerd dat de grondslag voor de etikettering uit een combinatie van kenmerken bestond: een openlijk nomadische woonvorm, gecombineerd met een opvallend uiterlijk en permanent reizen in gezinsverband. Wij realiseren ons dat deze redenering is gebaseerd op het voor een historicus zo belangrijke voordeel van de terugblik. Andere groepen zijn niet geëtiketteerd en komen dus niet in de analyse voor. Een goed gefundeerde verklaring moet evenwel ook de proef van de omkering kunnen doorstaan. Met andere woorden: houden de genoemde voorwaarden stand, wanneer we ze toepassen op andere groepen die gezien hun groepskenmerken eventueel ook als zigeuner bestempeld hadden kunnen worden? Het ligt voor de hand allereerst degenen die sinds 1850 als vreemdelingen werden uitgeleid en een of meer groepskenmerken met de zigeuners gemeen hadden, aan een nader onderzoek te onderwerpen. Op basis van het beroepscriterium springen drie groepen in het oog: 1) bereleiders uit Frankrijk en Italië; 2) muzikanten uit Italië; 3) Nederlandse woonwagenbewoners. Vergelijken we deze groepen met de zigeuners, dan blijken de factoren beroep, uiterlijk en gedrag het predikaat 'noodzakelijke voorwaarde' te verliezen. Ondanks het bereleidersberoep van veel Fransen en Italianen, het haveloze èn kleurrijke voorkomen van de Italiaanse muzikanten, alsmede de bedelarij en het brutale gedrag van de laatsten, werden zij niet als zigeuners geëtiketteerd. De reden daarvoor wordt duidelijk bij nadere beschouwing van de samenstelling van deze twee groepen. Ze
235
CONCLUSIES
reisden meestal met tussen de 2 en 6 personen en het ging veelalomjonge mannen.4 Hiermee zijn we op de kern van de stigmatisering gestuit: openlijk nomadisch gedrag, dat tot uiting komt in woonvorm en het trekken met gezin, zonder een duidelijke sedentaire basis. De eerste groep die in de 1ge eeuw aan deze voorwaarde voldeed, waren de Kaldarasch en in mindere mate de Ursari. Vandaar ook dat hun groepskenmerken vanaf dat moment als typerend voor zigeuners in het algemeen zijn beschouwd. Naast de genoemde voorwaarden is een tijdlang een derde mede bepalend geweest: herkomst uit Hongarije oJde Balkan. Deze drie elementen vormden de kern van het 1ge-eeuwse Nederlandse zigeunerbeeld. Groepen die hieraan niet voldeden, zoals Sinti en andere Duitse en Belgische woonwagenbewoners, werden daarom tot 1928 door de rijksoverheid niet als zigeuners geëtiketteerd en behandeld. In de 20e eeuw zou de Balkan-herkomst plaats maken voor een minder specifieke voorwaarde: niet-Nederlandse herkomst. Door die ontwikkeling konden ook Sinti en andere buitenlandse woonwagenbewoners onder het etiket vallen. Voor nomadisch levenden bleef als enige buffer tegen etikettering een Nederlandse herkomst over. Dit verklaart waarom de Nederlandse woonwagenbewoners steeds een aparte groep zijn gebleven. Het is overigens opmerkelijk dat in andere landen, zoals Duitsland en Zwitserland,s de inheemse trekkende bevolking (de zogenaamde 'Jenischen') veel eerder als zigeuner werd bestempeld en een deel van hen daardoor (althans in Duitsland) niet aan deportatie en vernietiging wist te ontsnappen. Een verklaring zou kunnen zijn dat de fase van specialisering in Duitsland al veel eerder intrad, omstreeks 1900, en de olievlekwerking van de etikettering zich ook over de 'Jenischen' uitstrekte. Gezien het voorafgaande ziet de verdeling van groepskenmerken er nu als volgt uit: Schema 10 Voorwaarden voor etikettering tot 'zigeuner' K
U
L
SI
PSI
PS2 S2
vermeend noodzakelijke voorwaarden 1: bedelarij x 2: armoedig voorkomen x
x x
x x
x x
x x
x
x x
noodzakelijke voorwaarden 1: reizen met gezin 2: openlijk nom. woonvorm 3: buitenlandse herkomst
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x
x
x
x
voldoende voorwaarden
+
+
+
+
+
FB IM wwb x x
x x
x x
x x x
x
Legende: K = Kaldarasch; U = Ursari; L = Lowara; PS1 = Piemontese Sinti sedert 1900; PS2 = PieIllontese Sinti tot circa 1900; S1 = Sinti sedert circa 1900; S2 = Sinti tot circa 1900; FB = Franse bereleiders; IM = Italiaanse muzikanten; wwb = Nederlandse woonwagenbewoners.
De vergelijking tussen enerzijds de vier als zigeuner gestigmatiseerde groepen en anderzijds de drie controlegroepen heeft een nuttige correctie mogelijk gemaakt
236
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
op de in schema 9 genoemde kenmerken. Uiterlijk en gedrag, in schema 10 terug te vinden als 'armoedig voorkomen' en 'bedelarij', vervulden weliswaar een attenderende functie en verklaren de snelle 'herkenning', noodzakelijk waren ze niet. Vandaar de toevoeging 'vermeend'. Voor de etikettering was alleen openlijk nomadisch gedrag, in combinatie met een buitenlandse herkomst, doorslaggevend. De door de etnografische richting aangehangen overtuiging dat mensen zigeuner worden genoemd omdat het zigeuners zijn, dan wel zichzelf als zodanig definiëren, behoeft op grond van de in deze studie gemaakte analyse zeker bijstelling. Anders kan de late etikettering van de Duitse, Franse en Italiaanse Sinti niet worden verklaard. Een ander tegenvoorbeeld wordt gevormd door de Hongaarse zigeunerorkesten die in de 1ge en 20e eeuw in West-Europa (ook in Nederland) optraden. Hoewel zij zich duidelijk als zigeuners afficheerden, bleef stigmatisering uit. Deze historische analyse heeft laten zien dat het stigmatiseringsperspectief een vruchtbare benadering vormt voor de verklaring van de afwijzende houding jegens de onder het etiket 'zigeuners' gebrachte groepen, niet alleen in Nederland, maar in geheel West-Europa. Het bestempelen door de rijksoverheid van bepaalde groepen nieuwkomers als ongewenst of zelfs gevaarlijk, kan dus verstrekkende gevolgen hebben voor de personen die daartoe worden gerekend. Niet alleen wordt het voor hen erg moeilijk zich in een bepaald land te vestigen - en als dit al lukt, hun maatschappelijke positie te verbeteren - , de definiëringsmacht van de overheid kan zelfs initiërend zijn voor de groeps- en minderheidsvorming. Mensen die zich aanvankelijk niet of nauwelijks verbonden voelden met anderen, kunnen als gevolg van de etikettering naar elkaar toe worden gedreven en in de loop der tijd tot een minderheid worden of zichzelf als zodanig gaan opstellen.6 De groepsvorming van Nederlandse woonwagenbewoners is daarvan het bewijs, maar hetzelfde geldt voor de Engelse Travellers, de Duitse en Zwitserse ]enischen etc. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen in hoeverre ook de groepsvorming van Kaldarasch, Lowara, Ursari en Sinti over een veel langere periode (1400-1900) niet eerder het gevolg dan de oorzaak van etikettering is geweest. Willen we bepalen in hoeverre bij het beleid en de beeldvorming jegens zigeuners sprake is van een algemeen mechanisme van etikettering en stigmatisering, dan dienen de uitkomsten van deze studie getoetst te worden aan de geschiedenis van andere nieuwkomers. Gedacht kan worden aan groepen over wie zich een uitgewerkte beeldvorming heeft ontwikkeld (joden, Chinezen, Tamils en koloniale 'repatrianten' ) en aan arbeidsmigranten bij wie dat niet of veel minder het geval was ofis. Nog een stap verder laat zich de meer algemene vraag stellen naar de wijze van categorisering van vreemdelingen door de ontvangende samenleving. De relatie tussen beeldvorming en beleid kan aldus worden ingebed in het kader van het algemene vreemdelingenbeleid in West-Europa in de 1ge en 20e eeuw. Bij toekomstig onderzoek naar dergelijke problemen zou het stigmatiseringsperspectief goede diensten kunnen bewijzen.
NOTEN
Noten bij hoofdstuk 1 1. Jan Beckers, Me hum Sinthu. Gesprekken met Zigeuners over de vervolging in de periode '40-'45 en de jaren daarna (Den Haag 1980) 37-40. Zie hoofdstuk 6 voor een gedetailleerde analyse van de vervolging van zigeuners tijdens de Tweede Wereldoorlog. 2. Met justitie wordt bedoeld, het ministerie van Justitie. Justitie met kleine letter ('justitie') wordt gebruikt om justitiële autoriteiten in het algemeen mee aan te duiden. 3. Deze stroming is terug te vinden in de 'Journal ofthe Gypsy Lore Society' (1888-1978). Hoewel het merendeel van de medewerkers afkomstig was uit het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten, fungeerde dit tijdschrift toch vooral als een internationaal forum, waaraan tsiganologen uit geheel Europa hun bijdragen leverden. Zie voor een overzicht T. Acton, Gypsy polities and social change (London and Boston 1974); A. Fraser, 'A rum lot', in: M.T. Salo, tOO years of Gypsy Studies. Papers from the tOth annual meeting of the Gypsy Lore Society. North American Chapter (Cheverly, Maryland 1990) 1-14 en D. Mayall, Gypsy travellers in nineteenth-century society (Cambridge 1988). 4. Overigens vond de Gypsy Lore Society ook wel weerklank in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, getuige het werk van bijvoorbeeld H. von Wlislocki, Vom wandernden Zigeunervolke. Bilder aus dem Leben der siebenbürger Zigeuner (Hamburg 1890) en idem, Volksglaube und religiöser Brauch der Zigeuner (Münster 1891); E. Wittich, 'Zigeunerisches',jGLS 4 (1911) 271-272 en idem, B/icke in das Leben der Zigeuner (Striegau 1911); M. Block, Zigeuner. Ihr Leben und ihre Seele, dargestellt aufGrund eigener Reisen und Forsehungen (Leipzig 1936) en H . WeltzeI, 'The gypsies ofCentral Germany',jGLS 17 (1938) 9-23; 73-80; 30-38 en 104-110. 5. Als popularisator van deze ideeën dient de Duitse auteur Grellmann te worden genoemd: H. M.G. Grellmann, Historischer Versuch über die Zigeuner (Göttingen 1787, Ie druk Dessau und Leipzig 1783). Deze zou in de 1ge en 20e eeuw vele navolgers krijgen, met name op criminologisch terrein. De belangrijkste zijn: EC.B. Avé-Lallemant, Das Deutsche Gaunerthum (4 delen, Leipzig 18581862) Il, 52; R. Liebich, Die Zigeuner in ihrem Wesen und in ihrer Sprache (Leipzig 1863); H . Gross, Handbuch fur Untersuchungsrichter als System der Kriminalistik (München 1904); A. Dillmann Zigeunerbuch. Herausgegeben zum amtlichen Gebrauche im Auftrage des K. B. Staatsministeriums des Inneren vom Sicherheitsbureau der K. Po/izeidirektion München (München 1905); W.K. Höhne, Die Vereinbarkeit der deutschen Zigeunergesetze und -Verordnungen mit dem Reiehsrecht, insbesondere der Reichsverfassung (Heidelberg 1929); R. Ritter, Ein Menschenschlag. Erbärtz/iche und erbgeschicht/iche Untersuchungen über die - durch 10 Geschlechterfolgen erforschten - Nachkommen von "Vagabunden,jaunern und Räubern" (Leipzig 1937); idem, 'Zigeuner und Landfahrer', in: Der nichtsesshafte Mensch. Ein Beitrag zur Neugestaltung der Raum- und Menschenordnung im Grossdeutschen Reich (München 1938) 71-88; H. Arnold, Va-
ganten, Komödianten, Fieranten und Briganten. Untersuchungen zum Vagantenproblem an vagierenden Bevölkerungsgruppen vorwiegend der Pfalz (Stuttgart 1958); idem, Die Zigeuner. Herkunft und Leben im deutschen Sprachgebiet (Olten 1965); idem, Fahrendes Volk. Randgruppen des Zigeunervolkes (Landau 1983) en H.-J. Döring, Die Zigeuner im Nationalsozia/istischen Staat (Hamburg 1964). Daarnaast verschenen, vooral na de eeuwwisseling, talrijke kleinere bijdragen in tijdschriften als 'Archiv ftir Kriminalanthropologie und Kriminalität', 'Archiv ftir Strafrecht und Strafprozess' en 'Deutsches Polizeiarchiv'. Een gedetailleerd overzicht van deze 'stamboom van ideeën' is te vinden bij Wim Willems en Leo Lucassen, 'Beeldvorming over zigeuners in Nederlandse encyclopedieën (1724-1984) en hun wetenschappelijke bronnen', in: P. Hovens en R. Dahler (eds.), Zigeuners in Nederland: cultuur, geschiedenis en beleid (Nijmegen/Rijswijk 1988) 5-52. 6. Een goed voorbeeld van een dergelijke aanpak is 1. M. Kaminski, The state of ambiguity. Studies of gypsy refugees (Gothenburg 1980) en de door hem geraadpleegde J. Ficowski, Cyganie na Polskich drogach (Krakow 1965).
238
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 13-14
7. Zie voor een uitgebreidere bespreking van de verschillende richtingen in de tsiganologie, Annemarie Cottaar, Leo Lucassen en Wim Willems, "Een zwerver verdwaald': balans en perspectief van het onderzoek naar zigeuners en woonwagenbewoners in Nederland', in: P. Hovens en R. Dahler (eds.), Zigeuners in Nederland: cultuur, geschiedenis en beleid (Nijmegen/Rijswijk 1988) 113-144. 8. Met name door de socioloog T Acton (Gypsy politics) en de antropologe J. Okely, The tra vel/erGypsies (Cambridge 1983). 9. Geen van de recente algemene overzichtswerken heeft zich althans aan dit perspectiefkunnen onttrekken. Vergelijk: J.P. Clébert, De zigeuners (Zeist en Antwerpen 1964, oorspr. Paris 1961); W. Cohn, The gypsies (Reading 1973) F. de Vaux de Foletier, Mille ans d'histoire des tsiganes (paris 1970); Nico Bogaart, Paul van Eeuwijk enJan Rogier, Zigeuners. De overlevering van een reizend volk (AmsterdarnlBrussel1980);J.P. Liégeois, TIiganes (Paris 1983); en vooral idem, Gypsies. An illustrated history (London 1986); R. Vossen (ed.), Zigeuner. Roma, Sinti, Gitanos, Gypsies zwischen Verfolgung und Romantisierung (Frankfurt am Main/Berlin/Wien 1983); R. Gronemeyer en G.A. Rakelmann, Die Zigeuner. Reisende in Europa (Köln 1988) en N. B. Tomasevic en R. Djuric, Gypsies ofthe world. A journey into the hidden world of gypsy liJe and culture (New York 1988). 10. De belangrijkste aanzet hiertoe werd gegeven door de Engelse auteurs D. Kenrick en G. Puxon: The destiny of Europe's gypsies (London/New York 1972). Zij maakten overigens dankbaar gebruik van de pioniersarbeid van de volgende werken: M. Novitch, 'Le seconde génocide', Das neue Israel (juni 1961) 693-694 en idem, 'Contribution à l'étude du génocide des Tsiganes sous Ie regime nazi', in: M. Feaudierre (ed.), La grande histoire des bohémiem (paris 1963); Döring, Die Zigeuner en S. Steinmetz, Österreich's Zigeuner im NS-Staat (Wien 1966). Het boek van Kenrick en Puxon vond vooral in Duitsland weerklank en stimuleerde tal van onderzoekers: G. von Soest, Zigeuner zwischen Verfolgung und Integration. Geschichte, Lebensbedingungen und Eingliederungsver.suche (Weinheim und Base! 1979); T Zülch (ed.), In Auschwitz vergast, bis heute verfolgt. Zur Situation der Roma und Sinti in Deutschland und Europa (Reinbek 1979); A. Geigges en B.W. Wette, Zigeuner Heute. Verfolgung und Diskriminierung in der BRD (Bornheim-Merten 1979); C. Freese, Zur Geschichte und Gegenwart der Zigeuner und Landfahrer in Deutschland. Versuch einer subkulturtheoretischen Erklärung (Erlangen-Nürnberg 1980); J. S. Hohmann en R. Schopf (eds.), Zigeunerleben. Beiträge zur Sozialgeschichte einer Verfolgung (Darmstadt 1980); J. S. Hohmann, Zigeuner und Zigeunerwissenschaft. Ein Beitrag zur Grundlagenforschung und Dokumentation des Völker.mords im "Dritten Reich" (Marburg-Lahn 1980); idem, Geschichte der Zigeunerverfolgung in Deutschland (Frankfurt am Main/New York 1981); D. Kenrick, G. Puxon en T Zülch, Die Zigeuner, verkannt, verachtet, verfolgt (Hannover 1980); U. Völklein, Zigeuner. Das verachtete Volk (Oldenburg/Hamburg/München 1981); D. Kenrick en G. Puxon, Sinti und Roma. Die Vernichtung eines Volkes im NS-Staat (Göttingen 1981); Vossen, Zigeuner; M. Krausnick (ed.), 'Da wol/ten wir frei sein!" Eine Sinti-Familie erzählt (Weinheim und Basel 1983); K. Martins-Heuss, Zur mythischen Figur des Zigeuners in der deutschen Zigeunerforschung (Frankfurt am Main 1983); B. Streck, 'Gesellschaft als Pflegefall. Leitgedanken der nationalsozialistischen Sozialpolitik', in: R. Gronemeyer (ed.), Eigensinn und Hilfe. Zigeuner in der Sozialpolitik heutiger Leistungsgesellschaften (Giessen 1983). B. Müller-Hill, Met de wetemchap als excuus. De rol van psychiater.s, anthropologen en genetici in Nazi-Duitsland (Baarn 1986); W. Günther, Zur preussischen Zigeunerpolitik seit 1871 (Hannover 1985); E. Strauss, 'Die Zigeunerverfolgung in Bayern 1885-1926', Magisterarbeit an der LudwigMaximilians-Universität zu München (1986); idem, 'Die Zigeunerverfolgung in Bayern 18851926', Giessener HefteJür TIiganologie 1-4 (1986) 31-108; W. Wippermann, Das Leben in Frankfurt zur NS-Zeit. Die nationalsozialistische Zigeunerverfolgung (Frankfurt am Main 1986); R. Hehemann, Die "Bekämpfung des Zigeunerunwesens" im Wilhelminischen Deutschland und in der Weimarer Republik, 18711933 (Frankfurt am Main 1987); R. Gilsenbach, 'Die Verfolgung der Sinti. Ein Weg, der nach Auschwitz ftihrte', Beiträge zur Nationalsozialistischen Gesundheits- und Sozialpolitik 6 (Berlin 1988) 1142; M. Winter, 'Kontinuitäten in der deutschen Zigeunerforschung und Zigeunerpolitik', ibidem, 135-152; M. Zimmermann, Vervolgt, vertrieben, vernichtet. Die nationalsozialistischen Vernichtungspolitik gegen Sinti und Roma (Essen 1989) en E. von Hase-Mihalik en D. Kreuzkamp, Du kriegst auch einen schönen Wohnwagen. Zwangslager für Sinti und Roma während des Nationalsozialismus in Frankfurt am Main (Frankfurt am Main 1990) en W. Günther, 'ach, Schwester, ich kann nicht mehr tanzen ...~ Sinti und Roma im KZ Bergen-Belsen (Hannover 1990). Voor een overzicht van de overige recente literatuur op dit terrein zie G. Tyrnauer (ed.), Gypsies and the holocaust. A biliography and introductory essay. Bibliography Series no. 2 van het 'Interuniversity centre for European studies' te Montreal en het 'Montreal institute for genocide studies' (Montreal 1989).
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 14-18
239
11. De 'Zentralrat Deutscher Sinti und Roma' in Heidelberg. Zie R. Rose, Wir wollen Bürgerrechte und keinen Rassismus (KasseI 1980) en Sinti und Roma im ehemaligen KZ Bergen-Belsen am 27. Oktober 1979 (Gesellschaft fur bedrohte Völker, Göttingen 1980). 12. Zowel door speciale tegen 'Zigeuner' gerichte wetten en verordeningen in het leven te roepen, als door algemeen geldende wetten strenger op hen toe te passen. 13. De enige uitgebreide historische studie over Groot-Brittannië is die van Mayall (Gypsy travelIers). 14. Dus tot het begin van de 1ge eeuw (in de meeste Westeuropese landen warenjoden vanaf de Franse revolutie formeel gelijk berechtigd). 15. D. van ArkeI, Antisemitism in Austria (Leiden 1966) en idem, 'De groei van het anti-Joodse stereotype. Een poging tot een hypothetisch deductieve werkwijze in historisch onderzoek', Tijdschrift /lóor Sociale Geschiedenis 10 (1984) no. 33, 34-70. 16. Hij heeft het ook toegepast op de discriminatie van Chinezen in de Verenigde Staten: Van ArkeI, Clio en Minerva. Sociale geschiedenis en sociale wetenschap (inaugurale rede, Leiden 1967) en op het ontstaan van de Apartheid in Zuid-Afrika: D. van ArkeI, G. C. Quispel en R.J. Ross, 'De Wijngaard des Heeren?'. Een onderzoek naar de wortels van 'die blanke baasskap' in Zuid-Afrika (Leiden 1983). Kritiek op de laatste poging werd geleverd door P. Van Duin in zijn 'Boekbespreking van D. van ArkeI, C. Quispel en R. Ross, 'De Wijngaard des Heeren?", Leidschrift 1 (1985) 2, 98- 103 en P. Vries, 'De hypothetischdeductieve benadering toegepast in de geschiedbeoefening. Een methodologische analyse van het werk van Dik van ArkeI', in: H. Diederiks en C. Quispel (eds.), Onderscheid en minderheid. Sociaalhistorische opstellen over discriminatie en vooroordeel aangeboden aan professor Dik van Arkel bij zijn
240
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 19-23
30. Met name procureurs-generaal en officieren van justitie. 31. Ook vóór 1928 is dit soort gegevens te vinden, maar dan alleen in de jaren 1904, 1912 en 1924 (archief van de districtscommandant te Breda bij het Museum van de marechaussee te Buren). 32. Het kaartsysteem als zodanig is namelijk niet bewaard gebleven. In de briefwisseling werd steeds aan lokale autoriteiten (personeel van marechaussee-brigades, burgemeesters, gemeentepolitie) gevraagd dit soort gegevens toe te sturen. 33. De criteria die bij deze selectie zijn aangelegd, zullen in de hoofdstukken 3 tot en met 5 worden uiteengezet. 34. Op dit gebied zijn diverse bibliografieën verschenen. De belangrijkste is G. F. Black, Agypsy bibliography (Edinburgh 1914). Hij verzamelde reeds in 1914 4577 titels. Zie verder P. Hovens en]. Hovens, Zigeuners, woonwagenbewoners en reizenden: een bibliografie (Rijswijk 1982) 115, waarin de belangrijkste bibliografieën worden genoemd. Nadien verschenen nog R. Gronemeyer, Zigeuner in Osteuropa. Eine Bibliographie zu den Ländern Polen, TIchechoslowakei und Ungarn . Mit einem Anhang über ältere sowjetische Literatur (MüncheniNew YorkiLondoniParis 1983) en Tyrnauer, Gypsies and the Holocaust. Naast boeken en artikelen werd eveneens een aantal speciaal aan 'zigeuners' gewijde tijdschriften geraadpleegd:Journal ofthe Gypsy Lore Society (1888- 1978); Etudes TIiganes (1955- ); Giessener Heftefür TIiganologie (1984- 1987) en O'Drom, tijdschrift over zigeuners (1986-1990), voortzetting van Heidens (1982-1986).
Noten bij hoofdstuk 2 1. Hohmann, Zigeunerverfolgung, 13. 2. Zie voor een goed overzicht van de verschillende reacties op de binnenkomst van zigeuners in de 15e eeuw: Vaux de Foletier, Mille ans, 13-18 en Vossen, Zigeuner, 20-26. 3. Zie hierover 0. Van Kappen, Geschiedenis der zigeuners in Nederland (Assen 1965) 65-67 en recentelijk L. Piasere, 'De origine cinganorum', in: P.H. Stahl (ed.), Etudes et documents Balkaniques et Méditerranéens 14 (paris 1988). Waarschijnlijk hielden de zigeuners zich vóór de 15e eeuw enige tijd in de Balkan op (zie Cottaar, Lucassen en Willems, 'Zwerver', 117). 4. Vandaar Atsiganos (Griekenland), Acigan (Bulgarije), Cygan (polen), Cykan (Rusland), Cigano (portugal), TIigane (Frankrijk) en Zigeuner (vanaf ± 1450 in Duitsland en vanaf 1868 in Nederland). 5. Zie Gronemeyer en Rakelmann, Zigeuner, 10. 6. Van Kappen, Geschiedenis, 106. 7. In sommige streken, zoals rond Maastricht, ook wel met de term 'Tater' (Ibidem , 440) . 8. Hohmann, Zigeunerverfolgung, 14. 9. Van Kappen, Geschiedenis, 25. 10. Ibidem, 82. Voorbeelden van deze geleidebrieven zijn afgedrukt op p. 564-570. 11 . De tekst van de Rijksdagbesluiten is gedeeltelijk afgedrukt door R. Gronemeyer, Zigeuner im Spiegel früher Chroniken und Abhandlungen. Quellen vom 15. bis zum 18.Jahrhundert (Giessen 1987). Zie ook Liebich, Zigeuner, 4-5. 12. Hohmann, Zigeunerverfolgung, 16. Gebaseerd op Grellmann, Historischer Versuch, 179. 13. Deze band werd nog versterkt doordat de dochter van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, Maria de Rijke, na de dood van haar vader in 1477 met Maximiliaan van Habsburg trouwde, wiens geslacht tussen 1438 en 1806 het keizerschap zou monopoliseren. Zijn kleinzoon Karel V, die in 1519 Maximiliaan als keizer opvolgde, werd door de combinatie met zijn koningschap van Spanje (en daarmee de Nederlanden) een van de machtigste heersers van zijn tijd. 14. In chronologische volgorde: Holland (1524); Friesland (1526); Utrecht en Zeeland (1533); Groningen en Overijssel (1537); Gelderland (1544) en Drente (1659). 15. De in hedendaagse ogen zeer wrede toepassing van het recht hangt nauw samen met het gebrekkige politieapparaat, dat aangewezen was op exemplarische en spectaculaire straffen. Zie hiervoor B. Geremek, Inutiles au monde. Truands et misérables dans l'Europe moderne (1350-1600) (paris 1980) 25. 16. De aan de oostelijke gewesten grenzende Duitse vorstendommen Bentheim, Kleve, Münster en Paderborn en het onder Spaans- Oostenrijks (vanaf 1713 grotendeels Pruisisch) gezag staande Overkwartier van Gelder. 17. Van Kappen, Geschiedenis, 237.
-----
--
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 23-27
241
18. Zie voor een overzicht Vaux de Foletier, Mille ans, 76-83. 19. Door Nederlandse historici is Van Kappens visie vrijwel zonder kritiek aanvaard. Zie bijvoorbeeld de lovende bespreking van Z.R. Dittrich: 'Nederlandse zigeuners. Boekbespreking van O. van Kappen's Geschiedenis der zigeuners in Nederland', Tijdschrift Voor Geschiedenis 3 (1966) 344-345. Zie verder: H. EJ. M. van den Eerenbeemt, In het spanningsveld der armoede. Agressiefpauperisme en reactie in Staats-Brabant (Tilburg 1968) 73-75; W.H.T. Knippenberg, 'Zigeuners', in: A. van Oirschot (ed.), Vreemd volk in Brabant (Heeze 1978) 31-41; Beckers, Me hum Sinthu, 86-105 en R. Camps, 'Vagebonden in Venlo 1713-1794', Publications de la société historique et archéologique dans Ie Limbourg CXXIV (1988) 201-263, hier 206-207. Een uitzondering vormen Jan Lucassen en Rinus Penninx, Nieuwkomers. Immigranten en hun nakomelingen in Nederland (Amsterdam 1985) 118-119 en Cottaar, Lucassen en Willems, 'Zwerver', 122-124. 20. Van Kappen, Geschiedenis, 529-531. 21. Zie voor deze degeneratie-these Ibidem, 7, 528, 533 en 541. 22. E . Paterna, 'Zigeuner', in: A. Elster en H. Lingemann (eds.), Handwärterbuch der Kriminologie (Berlin-Leipzig 1936) Ir, 1150-1154; Ritter, 'Zigeuner' en Döring, Zigeuner. Zie voor een bespreking van deze richting Müller-Hill, Wetenschap als excuus, 42-70; Cottaar, Lucassen en Willems, 'Zwerver', 118-120 en Winter, 'Kontinuitäten'. Deze stroming wordt uitgebreider behandeld in de hoofdstukken 5 en 6. 23. Volgens R. Ritter, de leider van de 'Rassenbiologische Forschungsstelle' bij het 'Reichsgesundheitsamt', zouden vrijwel alle Duitse zigeuners vermengd zijn met inheemse Duitse zwervers, waardoor degeneratie onvermijdelijk was. Zijn advies was de 'raszuivere' 5 % als studie-object in een reservaat te laten rondtrekken en de rest te laten steriliseren. Uiteindelijk werd besloten alle zigeuners naar de vernietigingskampen te sturen. 24. Zo is het werk van de Duitse medicus en 'zigeunerexpert' H. Arnold (Vaganten, Zigeuner en Fahrendes Volk), die tot eindjaren zestig als adviseur voor zigeunerzaken was verbonden aan het Ministerie van Gezondheid van West-Duitsland, van dit denken doortrokken (Winter, 'Kontinuitäten'). 25. Van Kappen, Geschiedenis, 539- 541. 26. Ibidem, 371-375. In 1542 werd een heiden te Zwolle zelfs beloond voor het genezen van een paard (p. 216), terwijl nog in 1706 een 'heiden' in het Groningse Oldamt toestemming kreeg als kwakzalver rond te trekken (p. 273). 27. Ibidem, 161,274,318 en 390. 28. Ibidem, 400 en 280.
29. Ibidem, 460. 30. Ibidem, 273-275, 281 en 406. 31. C. Lis en H. Soly, Armoede en kapitalisme in pre-industrieel Europa (Antwerpen! Amsterdam 1980); Geremek, Inutiles; C. Lis, H. Solyen D. van Damme, Op vrije voeten? Sociale politiek in West-Europa (14501914) (Leuven 1985) en W. Depreeuw, Landloperij, bedelarij en thuisloosheid (Antwerpen! Arnhem! Leuven 1988) 68 e.v. 32. Geremek, Inutiles, 69-71. 33. Verlies van controle over de produktiemiddelen (grond, kapitaal) en een toenemende afhankelijkheid van loonarbeid. Dit proces zette zich na 1550 versneld door. 34. Onderzoek van A. L. Beier, 'Vagrancy and the social order in Elizabethan England', Past and Present 64 (1974) 3- 29, geciteerd in Geremek, Inutiles, 101. 35. Lis, Solyen Van Damme, Op vrije voeten?, 54. 36. Een aantal vluchtte naar het zuiden en kwam waarschijnlijk rond 1740 in Frankrijk (Elzas Lotharingen) terecht: E de Vaux de Foletier, Les tsiganes dans l'ancienne France (paris 1961) 181. Anderen probeerden hun identiteit verborgen te houden en hielden zich in grotere steden schuil. Zie R. Wuite, Den Haag, zijn zigeuners, en hun vervolging ('s-Gravenhage 1989) 21 e.v. over processen tegen heidens in 1753-1754 te Den Haag. De laatste keer dat mogelijk heidens in de gerechtelijke bronnen opdoken, was rond 1800 in verband met het proces tegen de bende van 'Het ZwartjesGoed': D. Wiersma, Moord en sensatie in de negentiende eeuw (Leiden 1969) 19-54, met name noot 12. 37. Algemeene manier van procedeeren in civiele en crimineele zaaken met de daartoe behoorende instructiën voor alle openbaare aanklagers, rechtbanken en gerechtshoven in de Bataaftche Republiek (Den Haag 1799) 242. Zie ook Van Kappen, Geschiedenis, 9, noot 21.
242
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 27-28
38. Hoewel er, gezien het uitermate tijdrovende karakter, geen onderzoek is gedaan in de archieven van de centrale overheid vóór 1868, is aannemelijk dat tot de 'tweede binnenkomst' op het centrale overheidsniveau 'zigeuners' of 'heidens' geen 'topic' hebben gevormd. In ieder geval heeft het niet geleid tot enigerlei beleid ten opzichte van hen. In de Vreemdelingenwet van 1849, noch in de aanvullende vreemdelingencirculaires uit 1851, 1852 en 1853 tegen rondtrekkende kerrnislieden, muzikanten en oliekop ers (zie paragraaf 4) komen de termen heiden of zigeuner voor. 39. A.].e. Rüter, Rapporten van de gouverneurs in de provinciën, 1840-1849 (Utrecht 1941-1950, drie delen). Hierin: 1840 (1:95-96),1841 (1:300), 1843 (II:168-170; 246; 255; 258-259; 273),1845 (III:523-524; 535; 554-555). Het betreft rapporten van de gouverneurs in de provincies Groningen (3x), Drenthe (2x), Limburg (2x), Noord-Holland (2x), Overijssel (lx), Noord-Brabant (lx), Zeeland (lx). 40. ]. Dirks, Geschiedkundige onderzoekingen aangaande het verblijf der Heidens cif f,gyptiërs in de Noordelijke Nederlanden (Utrecht 1850) 4; Van Kappen, Geschiedenis, 10. Tijdgenoten zelf verkeerden eveneens in de veronderstelling dat sinds het einde van de 18e eeuw de heidens vrijwel waren verdwenen, zoals wordt geillustreerd door de Algemeene Nederlandsche Encyclopedie voor den beschaafden stand uit 1866 (deel 7, onder het woord Heiden). Het deel uit 1868 (onder het woord Zigeuner) vermeldt de eerste groepen zigeuners die in 1868 Nederland binnenkwamen, maar laat duidelijk blijken dat het hier om een geheel nieuw fenomeen ging. Zie ook]. Dirks, 'Heidens (Zigeuners) te Parijs in 1867', De Navorscher 18 (1868) 281-291, hier 291, die onmiddellijk aan de lezers van de Navorscher verzocht hem inlichtingen over deze nieuwe groepen toe te zenden. 41. Dirks, Geschiedkundige onderzoekingen, 151-152. 42 . J. G. M. Moormann, De geheimtalen. Een studie over de geheimtalen in Nederland, Vlaamsch België, Breye/l en Mettingen (Nijmegen 1932) 372; Van Kappen, Geschiedenis, 455-459;].H.A.W. Wernink, Woonwagenbewoners. Sociologisch onderzoek van een marginale groep (Assen 1959) 32-35 en 41-42 en B. Bruggemeier, Bewogen bestaan. Een historische analyse van de fysieke en sociale milieus van de Nederlandse woonwagenbevolking (Den Haag 1980) 41. 43. Zie: P. Haveman, 'Zigeuners in de Nederlandse letterkunde van de 17e en 18e eeuw' (Doctoraalscriptie GU Amsterdam 1985) en]. Kommers, 'Beelden van zigeuners in Nederlandsejeugd- en reisliteratuur', in: P. Hovens en R. Dahler (eds.), Zigeuners in Nederland, cultuur, geschiedenis en beleid (Nijmegen! Rijswijk 1988) 53-92. De overige titels zijn: C. Spindler, Tafereelen uit den ouden tijd (Haarlem 1834). Hierin: Het heidenvolk in Zwaben 1650-1660, 1-168; ER. Spengler, Dissertatio historico-juridica de cinganis sive zigeunis (Leiden 1839); P.C. Molhuijsen, 'De heidens in Overijssel', Overijsselsche almanak voor oudheid en letteren (1840) 57-71;]. Pan, 'De heidens in Drenthe', Drenthsche Volks Almanak (1841) 95-118; 1. A.]. M. Sloet, 'Bijdrage tot de geschiedenis der heidenen in Gelderland', Bijdragen voor de vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde 5 (1847) 53-113; D. Teenstra, Verschei-
denheden betrekkelijk booze kunsten en wetenschappen. Door eene phantastische wereld geschapen en wel in zonderheid die der tooverijen en waarzeggerijen zijnde eene rapsodie van sprookjes van vroegere en latere dagen (Kampen 1848, in facsimile herdrukt in 1976 te Leeuwarden) 126; Togten op mijn stoel. Door een newe van klikspaan (Dordrecht 1848); R. Elsevier, 'Heidenen in Holland,' Kronijk van het historisch genootschap 6 (1850) 338-340;J. Dirks, Geschiedkundige onderzoekingen, idem, 'Nieuwe bouwstoffen voor de geschiedenis van het verblijf der Heidens ofEgyptiërs in Nederland', Bijdragen voor Vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde (1856) X, 271-284, idem, 'Aantekeeningen', De Navorscher 7 (1857) 9799, idem, 'Heidens ofEgyptiërs in Nederland', De Navorscher 7 (1857) 326-327, idem, 'Heidens of Egyptiërs in Nederland', De Navorscher 12 (1862) 353-354, idem, 'Heidens (Zigeuners) te Parijs in 1867'; 1. A. Nijhoff, 'De heidens in Gelderland', De Geldersche Volks-Almanak 19 (1853) 154-170;J. Pan, 'De heidens in Drenthe', Drenthsche Volks Almanak (1862) 1; Elsevier (R.), 'Heidens in Nederland', De Navorscher 13 (1863) 164; 'Het gestolen kind', Kennis en Kunst, geïllustreerd Volksboek (1867) 364 en A.C. Loffelt, 'Zeden en gebruiken. Zigeuners', De Navorscher 18 (1868) 603-604. Verder diverse anonieme bijdragen in De Navorscher: 1851 (pp. 57, 89, 105, 105-106, 106 en 202) ; 1852 (p. 98); 1857 (p. 289); 1861 (p. 34); 1864 (pp. 40-41, 100, 161-162, 162 en 356); 1865 (p. 4-5). 44. Respectievelijk Molhuijsen, 'Heidens in Overijssel'; Pan, 'De heidens in Drenthe' (1841) en Sloet, 'Bijdrage tot'. 45. Wat de aanleiding tot deze keuze was, is ons niet bekend. Mogelijk was het bestuur op het idee gekomen door de verschillende regionale bijdragen aan de geschiedenis van de heidens vanaf 1805. 46. Zie voor de beoordeling van zijn inzending de correspondentie van het Genootschap (GAUt, Provinciaal Utrechtsch Genootschap voor kunsten en wetenschappen,lO, 13.8 en 42). Dirks was hoogstwaarschijnlijk de enige die op de prijsvraag reageerde. Zijn eerste inzending (in 1845) werd afgekeurd
- -
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 28-30
243
wegens een slechte ordening en hem werd aangeraden het manuscript geheel om te werken. Als gevolg van het teleurstellende resultaat werd in 1846 een herhaalde oproep gedaan, die echter niets opleverde. In de tussentijd had Dirk5 zijn manuscript herzien en in 1847 diende hij het voor de tweede keer in. Volgens de commissie was Dirks echter maar gedeeltelijk aan haar wensen tegemoet gekomen. Zijn relaas bleef te opsommend en te weinig analytisch. Derhalve kon hem de gouden ereprijs niet worden uitgereikt en werd hij, wegens betoonde vlijt en moeite, met de zilveren medaille beloond. Het boek verscheen uiteindelijk in 1850. 47. Het begin van deze golf wordt gemarkeerd door het werk van H. M .G. Grellmann (Historischer Versuch uit 1783, 2e druk 1787), dat twee keer in het Engels (1787 en 1807), het Frans (1788 en 1810) en een keer in het Nederlands (1791) werd vertaald. Zie voor de exacte titels Black, Gypsy bib/iography, 74-75. Analyses van de beeldvorming over zigeuners vanaf Grellmann zijn verricht door: Martins-Heuss, Zur mythischen Figur en Willems en Lucassen, 'Beeldvorming'. 48. Dirks, Geschiedkundige onderzoekingen, 2. 49. Ibidem, 152. 50. In andere landen, zoals Duitsland en Engeland, zagen reeds vanaf ± 1830 diverse populairwetenschappelijke boeken over zigeuners het licht. In Nederland is dit soort kennis tot 1868 vrijwel uitsluitend in encyclopedieën te vinden. Aangezien hieraan reeds eerder uitgebreid aandacht is geschonken (Willems en Lucassen, 'Beeldvorming'), zullen wij ons hier tot de hoofdlijnen beperken. 51. Het Duitse gebaseerd op Grellmann (Historischer Versuch), het Engelse op G. Borrow, The Zinca/i; an account ofthegypsies ofSpain (twee delen, London 1841). De laatste is sterk op Spanje gericht en heeft een belangrijke invloed gehad op het in de 1ge eeuw zo populaire 'Gitano' beeld. 52. In 8 delen, bewerkt door Gt. Nieuwenhuis (Nijmegen 1844) 574-587, hier 582. 53. Zie Kommers, 'Beelden', 74-84. 54. G. Keiler, Een zomer in het zuiden (Arnhem 1863-1864, twee delen) deel 1,185. Op 3 april 1868 overgenomen door de Amhemsche Courant (zie hoofdstuk 3). 55. Het volgende is grotendeels gebaseerd op de zeer gedegen doctoraalscriptie van Haveman ('Zigeuners'). 56. Zie hiervoor E de Vaux de Foletier, 'De Preciosa à Esmeralda. Tsiganes voleurs d'enfants?', Revue de Paris (juillet-août 1966) 95-102, hier 96 en uitgebreider: ET. Dougherty, The gypsies in western /iterature (Universiteit van Illinois, Urbana 1980) 6-32 en B. LebIon, Les gitans dans la /ittérature espagnole (Toulouse 1982). 57. Ontleend aan Haveman, 'Zigeuners', 54- 55. 58. ).S. van Esveldt-Holtrop, De kleene waarzegster. Toneelspel in drie bedrijven, naar het hoogduitsch (Amsterdam 1812). Vertaling van A. von Kotzebue, Die kleine Zigeunerin, in: idem, Neue Schauspiele, 16, Leipzig 1810. T.). Kerkhoven, Preciosa, ofhet Spaansch heidinnetje. Romantisch tooneelspel, in vier bedrijven, met dansen en koren; naar aanleiding van het hoogduitsch, voor het Nederlandsch tooneel bewerkt (Amsterdam 1830). Vertaling van P.A. Wolff, Preciosa. Schauspiel in vier Akten (Stuttgart 1812); De heidin in Noord-Amerika (Anon.), Toneelspel in vijfbedrijven. Naar het Fransch (Amsterdam 1834). Vertaling van E. Scribe en Mélesville, La bohémienne ou I'Amerique en 1775. Drame historique en 5 actes (paris 1829); A. P. Voitus van Hamme, Degipsy ofhet gestolen kind. Groot ballet-pantomime (Amsterdam 1840) en Arnold (N. A. Wijnstok), 'De zoon van de Heidin', in: Dramatische gedichten en blijspelen voor rederijkers IV (Amsterdam 1859). Het enige toneelstuk dat van Nederlandse oorsprong zou kunnen zijn is: De vermakelijke heidin ofwonderbare goedegelukzegster, zeggende op eene vermakelijke wijs, een ieder zijn geluk, ofongeluk, wat hem overkomen zal; op twee duizend, driehonderd en zestig onderscheidenen manieren. Zeer dienstig om op gezelschappen, bruiloften, of maaltijden, den tijd met het grootste vermaak door te brengen. Uit het heidensch vertaald (Zalt-Bommel z.j., ± 1820). 59. In Nederland treffen we dit thema voor het eerst aan bij A. vande Venne, Tafereel van de belacchende werelt, en desselfs geluckige Eeuwe, Goet Rondt, Met by-gevoegde Raedsel-spreucken, aen-gewesen in de BoerAchtige Eenvoudigheyt, op de Haegsche Kermis ('s-Gravenhage 1635), geciteerd bij Haveman ('Zigeuners', 32). Zie voor dit thema verder: E de Vaux de Foletier, 'Preciosa' en idem, Le Monde des tsiganes (Paris 1983) 185-188; Haveman, 'Zigeuners', 78; S. Salo, 'Stolen by the gypsies': the kidnap accusation in the United States', in: Papersfrom the eighth and ninth annual meetings ofthe Gypsy Lore Society, North American Chapter (New York 1988) 25-41 en Willems en Lucassen, 'Beeldvorming', 21. Voor. 1ge-eeuwse Duitse werken zie Black, Gypsy bib/iography, no's 1949, 1955 en 2763. Overigens gaat het steeds om sensatieverhalen, die vrijwel nooit door feiten zijn gestaafd: Vaux de Foletier, Monde des tsiganes, 187 en Salo, 'Stolen', 88.
244
NarEN BIJ BLADZIJDEN
30-33
60. Het zigeunerthema was in het buitenland sowieso populairder (zie Black, Gypsy bibliography, in de onderwerpen-index onder 'drama', 'fiction' en 'poetry'). 61. Door ons niet uitputtend onderzocht. 62. Gebaseerd op Kommers, 'Beelden', 57-65. 63. Hoe Hendrik van Eichenfels tot de kennisse Gods kwam. Eene vertelling voor kinderen en kindervrienden (Amsterdam 1825). Vertaald uit het Duits. Circa 1890 te Leiden opnieuw uitgegeven, ditmaal met als auteur C. Schmid; A. Schoppe-Weise, De kleine koord-dansers, of wonderbare lotgevallen van twee kinderen; verhaald voor de jeugd (Haarlem 1837). Vertaald uit het Duits. 64. Gebaseerd op de verzameling van ± 300 kinderboeken over zigeuners (uit de 1ge en 20e eeuw) die door de familie Kommers in Malden is aangelegd en waarvan in de loop van 1990 een bibliografie zal verschijnen. Het thema kinderroof wordt zelfs tot op de dag van vandaag aangetroffen: Wirn Willems en Annemarie Cottaar, Het beeld van Nederland. Hoe zien Molukkers, Chinezen, woonwagenbewoners en Turken de Nederlanders en zichzelf? (Baarnl Den Haag 1989) 205. In dit geval geprojecteerd op woonwagenbewoners. 65. 'Het gestolen kind', 364. 66. Staatsblad 39. 67. De nieuwe Vreemdelingenwet van 1965 trad pas twee jaar later in werking. 68. Samen met de Wet toezicht vreemdelingen van 1918 en de Wet op de grensbewaking van 1920, waarop in hoofdstuk 5 uitgebreider zal worden ingegaan. 69. A.H.]. Swart, De toelating en uitzetting van vreemdelingen (Deventer 1978) 10. 70. Verslag der handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 1848/1849, 625-661 (18 tot en met 20 juli 1849). 71. Ibidem , p. 632 en 646. 72. Ibidem, p. 627. 73. Ibidem, p. 631. 74. Ibidem, p. 646. 75. Daartoe was een omslachtige procedure nodig. Ging het om iemand die geen voldoende middelen van bestaan (artikelen 10 en 11) meer had, dan moest de kantonrechter worden ingeschakeld, en in het geval van gevaar voor de openbare rust kon de justitie zelfs niet buiten het parlement om handelen (artikelen 12 en 13). 76. Dit artikel is als een bevel geformuleerd, maar werd in de praktijk naar goeddunken van de hoofden van politie uitgevoerd. 77. De dato 26 april 1862. Genoemd door B.]. Stokvis, 'De wet van 13 augustus 1849, STBL. 39 en strafbepalingen tegen vreemdelingen', Tijdschrift voor strafrecht XLI (Leiden 1931) 167-214, hier 175 noot 1. 78. Swart, Toelating, 11. Gebaseerd op Stokvis, 'De wet van 13 augustus' en H. van Wageningen, 'Is de rechtspositie van den vreemdeling in Nederland voldoende verzekerd? Zoo neen, welke wijzigingen behooren daartoe dan in onze wetgeving te worden aangebracht? Praeadvies, in: Handelingen der Nederlandschejuristen-Vereeniging 62 (1932, 's-Gravenhage) eerste stuk, I, I-SB. 79. De dato 23 mei 1851, no. 45 (exh. 24 mei no. 63, zit in bij 26 mei no. 61). ARAJUST, 1813-1876, doos 5181. 80. Staatsblad 273. 81. Iets wat ook blijkt uit de in diverse gemeenten bewaard gebleven registers van afgegeven reis- en verblijfpassen. 82. Circulaire van 28 augustus 1852 no. 58 (ARAJUST, 1813-1876, doos 1442). Het verdient aanbeveling na te gaan hoe kermisreizigers en muzikanten in de eerste helft van de 1ge eeuw in provinciale verordeningen werden afgeschilderd. Hoewel hiernaar door ons geen systematisch onderzoek is gedaan, lijkt het beeld dat deze categorieën vooral overlast aan de plattelanders bezorgden, bij de overheden wijdverbreid te zijn geweest (zie bijvoorbeeld een Limburgse circulaire tegen rondreizende muzikanten uit 1845, waarin wordt gesproken van het afpersen en bedreigen van inwoners van afgelegen gehuchten: GAHel, Correspondentieregister 1842-1849, no 77, 23 augustus 1845, invoernummer 453). 83. Algemeen Politieblad (1853) p. 33 (de minister van Justitie aan de hoofden van politie in de gemeenten op 19 januari, no.73). 84. Deze circulaire werd op 28 april 1853 (no. 129) uitgebreid tot alle (met name ook Duitse) oliekopers: A lgemeen Politieblad (1853) p. 207.
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
33-40
245
85. Zie voor een omschrijving het Woordenboek der Nederlandse Taal 10 Cs-Gravenhage en Leiden 1893) 116-117. Dit lemma is voornamelijk gebaseerd op een beschrijving van een aantal oliekop ers in het Algemeen Politieblad uit 1855 (751) en 1856 (6). Zie voor oliekopers in het Algemeen Politieblad voorts: 1853 (p. 53-55; 66- 67 en 538), 1855 (p. 6), 1856 (p. 116; 187; 208 en 722), 1857 (p. 791), 1862 (p. 364) en 1865 (p. 365). Zie voor deze categorie ook Jan Lucassen, Naar de kusten van de Noordzee (Gouda 1984) 114-115. 86. Circulaire van 28 april 1853.
Noten bij hoofdstuk 3 1. ARAJUST, 1813-1876, doos 5194 ('dossier BI'). 2. EC, 18-3; TC, 21-3; NRC, 21-3; PDAC, 21-3; POZC, 23-3; AC, 23-3 en 24-3; NRC, 24-3; UPSD, 24-3 ; LeC, 24-3; POZC, 25-3; DC, 26-3; DeC, 27-3; NRC, 29-3; DC, 31-3; AmC, 31-3; AC, 1-4; UPSD, 1-4; AC, 2-4; PDAC, 2-4; DC, 2- 4; NRC, 3-4; AmC,3-4; AC, 3-4; UPSD, 3-4; POZC, 3-4; UPSD, 7-4; NRC, 7-4; UPSD, 8-4; NRC, 8-4; DC, 9-4; NRC, 10-4; POZC, 10-4; DC, 11-4; NRC, 14-4; POZC, 22-4; AmC, 24-4; AmC, 5-5; NRC, 7-5; DC, 16-5; UPSD, 25-6 (bereleiders); AmC, 26-6 (bereleiders); UPSD, 30-6 (bereleiders); PDAC, 2-7 (bereleiders) . Zie voor de gebruikte afkortingen het bronnenoverzicht, onder 2B (kranten). 3. Zie de brief van de CdK van Overijssel aan Biza d.d. 24 maart 1868 (B:2292). 4. Zie bijvoorbeeld de NRCvan 21 maart: "Zij (de 'Zigeuners', LL) hebben hunne tenten opgeslagen op een veld buijten de stad en leven daar even als de zooveel beschreven heidenhorden, welke in vroeger jaren ons land door kruisten." 5. Zie bijvoorbeeld de AmC van 31 maart 1868. 6. Ook in laterejaren verschenen dergelijke 'achtergrondartikelen': TC 14-8-1869 en 1-9-1869; LeC, 29-7-1879 en 19-8-1879 (met een verwijzing naar Dirks, Geschiedkundige onderzoekingen). 7. Met name het 'Preciosa-motief' speelde een belangrijke rol (zie de NRC, 21-3-1868; AC, 23-3-1868). 8. De redacteur, die overigens geen bron noemde, nam dit verslag vrijwel letterlijk over uit Keiler (Een zomer, deel I, 179-185). 9. DeC van 27 maart 1868. Het betreft het artikel van B. Vereschaguine, 'Voyage dans les provinces du Caucase, 1864-1865', Le Tour du monde 9 (1868) I, 178-192. 10. Zie verderop ook het citaat uit de brief van de PG in Limburg (Strens) van 31 januari 1873, waarin hij over 'Zigeuner' i.p.v. 'zigeuners' schrijft. 11. Loffelt, 'Zeden en gebruiken'; P.]. Andriessen, Erlo de heidenknaap (Leiden 1869, 2e druk 1887);].W. Staats Evers, 'De heidenen, inzonderheid met betrekking tot hunne behandeling in ons vaderland gedurende vroegere eeuwen', De Oude Tijd (1870) 16-20;]. Dirks, 'Zigeuners, Cigaren (sic LL) enz.', De Navorscher 24 (1874) 156, idem, 'Heidens (zigeuners) in Nederland', De Navorscher (1875) 530 en idem, 'Heidens ofzigeuners in Gelderland', De Navorscher (1878) 593;]. Churl, 'Zigeuners', De Navorscher 25 (1875) 198;]. WinkIer, 'Geschiedenis der heidens of zigeuners', De Navorscher 25 (1875) 5;]. Anspach, 'Zigeuners', De Navorscher 25 (1875) 580-581 , idem, 'Heidens of zigeuners in Gelderland', De Navorscher 26 (1876) 225-230; 27 (1877) 7-10 en 218-220; 28 (1878) 235, idem, 'Hedendaagsche zigeuners', De Navorscher 31 (1881) 357-369, idem, 'Hedendaagsche zigeuners', Eigen Haard (1887) no. 28, 334-336; no. 29, 344-347 en no. 30, 354-357;]. de Goeje, 'De heidens of zigeuners', Eigen Haard 7 (1876) 55-58; 'De zigeuners te Amsterdam', Eigen Haard 36 (1879) 358359;].].A. Gouverneur, Preciosa ofhet zigeunermeisje (Leiden 1881); S. Andriessen, 'Het zigeunerkamp', in: Prettige uurtjes (Amsterdam, zJ. wrs. 1884, ongenummerd);]. van der Veen, 'Heidens', Nieuwe Drentsche Volksalmanak (1887) 32; P. Louwense, 'De heidens of zigeuners', Voor 'tjonge volkje 18 (1888) 207-208; H.Tillema, 'Iets over de Heidens', Vragen van den dag III (1888) 656-672; Demarketenster Boonekamp: solo voor een dame; de zigeuner ofzigeunerin, ofDe voorspelling uit de hand: komische scène voor een heer of dame. Doorjean Charlier (Amsterdam ca. 1890); 'Uit het leven van zigeuners', Eigen Haard 41 (1892) 654-655; H . Crooswijk, 'Maar een zigeunermeisje', Katholieke mustratie 34 (19001901) 390-391; 394-395 en 401-402. en T. Pluim, 'De zigeuners', Vragen van den dag (1902) 712-719. 12. Hiervan waren er 5 van gemeentelijke autoriteiten (4 burgemeesters en 1 van een commissaris van politie); 19 van provinciale autoriteiten (18 van PG's en 1 van een CdK) en 5 van ministeries (2 van Buitenlandse Zaken, 3 van Justitie).
---------------
246
-
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
40-44
13. "Niet toegelaten vreemdelingen, die geen reis- en verblijfpas kunnen bekomen, binnen 's lands gevonden worden, moeten over de grenzen worden gebragt" (Staatsblad, no. 39, 10 september 1849). 14. B:1841. De cursiveringen zijn uit het origineel overgenomen. 15. B:2277. De brief van de burgemeester van Almelo werd noch in het archief van de PG te Zwolle, noch in dat van de gemeente Almelo teruggevonden. 16. Dit werd ook bevestigd door de patenten als ketelboeter die zij hadden gekocht. 17. B :1842. 18. B:1843. 19. B:2293 (22 maart 1868). 20. B:2292 . Deze brieven over zigeuners, gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken, werden onmiddellijk doorgestuurd naar Justitie. 21. B:1846. Het bericht in het Hannoversches Polizei-Blatt is van 29 februari 1868 (p. 190-191). 22. B:1847. 23. B:1849. 24 . B:1850. 25. B :1852. 26. B:1853. 27. XXII (1868), 19 juni 1868. Het bericht is te vinden op p. 500 (no. 1340). 28. B :1856. 29. B:1857. 30. B:1858 31. B:1859. 32. Zie voor deze 'affaire' de volgende brieven: B:1863/1869; 1870/1885; 1888/1890; 1894/1895; 2267; 2286/2287 en 2294/2296. 33. Zie bijlage III, schema 11. 34. Bestaande uit 7 mannen, 5 vrouwen en 9 kinderen, met vier wagens en 8 paarden. Zij overnachtten in grote tenten (door de PG Groningen in zijn brief van 17 november 1872 - B :2267 - 'w igwans' (in plaats van wigwams) genoemd. 35. Zie B:1889/1890. Het ging om twee patenten, ieder ter waarde van f 15,76 en voor een halfjaar geldig. Daarnaast had hij hun passen (afgegeven door het Oostenrijks-Hongaarse consulaat te Livorno in 1870 en verlengd door het consulaat-generaal van Oostenrijk-Hongarije te Keulen in 1872) geviseerd met de tekst 'Voor doorreis door Holland' (B:2267). 36. Op 14 november, in opdracht van de PG te Groningen. 37. Aangezien het volgens de PG zou gaan om een zaak van "administratieve politie", was de officier van justitie niet bevoegd zich hiermee te bemoeien (B :2267) . 38. B:2267. 39. B:1863. 40. B :2295. 41. In die tijd gelijk te stellen aan ongeveer 4 jaarlonen van een geschoolde arbeider (uitgaande van een gemiddeld dagloon van f 1,-). 42 . B:2295. Formeel had de PG hier gelijk: artikel 2b van de Vreemdelingenwet van 1849 bepaalde dat een buitenlandse paspoort 'regelmatig' genoemd kon worden wanneer dit o.a. was geviseerd voor een reis door Nederland door een Nederlandse diplomatieke of consulaire agent. In de praktijk werden vreemdelingen echter niet vaak met deze eis geconfronteerd. Bovendien bepaalde artikel 4 dat vreemdelingen ook zonder papieren konden worden toegelaten: "Op blote aanmelding van hun personen, met opgave wie zij zijn, en vanwaar en met welk doel zij herwaarts komen". Bovendien was op 26 april 1862 per circulaire het verplichte vertoon van buitenlandse paspoorten afgeschaft (zie hoofdstuk 2, paragraaf 4). 43. De Patentregisters in het GAAf tussen 1868 en 1870 bevatten geen namen die zouden kunnen wijzen op Hongaarse ketellappers, maar gezien de in bijlage III (schema 11) bijeengebrachte gegevens moet deze afgifte in het voorjaar van 1868 hebben plaatsgevonden. 44 . B:1864. Zie verder hierover: B:2294/2296. 45. De exacte trekroute van de groep 'Miklos' is op basis van de door mij geraadpleegde bronnen niet volledig te reconstrueren. Vast staat dat zij na hun verblijf in Groningen in november-december 1872 weer naar Duitsland zijn teruggekeerd. Zo werden zij op 12januari 1873 uit Stadtlohn (provincie Westfalen, nabij Winterswijk) verwijderd met het bevel zich naar Görlitz (provincie Silezië,
NarEN BIJ BLADZIJDEN
44-49
247
aan de grens met Oostenrijk-Hongarije) te begeven. Daar zijn ze echter nooit gearriveerd (Königlich Preussisches Central Polizei-Blatt, 55 jrg (1873) 22 maart, Stück 5573, no. 37, betreffende Georg Miklos uit Basad, reizende met 24 personen). In plaats daarvan werden zij op 17 januari 1873 door de Landraad van de 'Landkreis' Kleefbij Groesbeek over de Nederlandse grens gezet (B:1883). 46. Hij bedoelt hier zeer waarschijnlijk bereleiders (zie Bijlage III, schema 12). 47. B:1869. 48. Bestaande uit 8 mannen, 6 vrouwen en 10 kinderen, met 9 paarden en 4 wagens met tenten. 49. B:1872. Als wettelijke grond van uitleiding voerde hij artikel 9 van de Vreemdelingenwet aan (B:1873). Zie ook B:1874. 50. B:1877 en 1878. 51. B:1870. Hiervan werd ook de PG in Gelderland door Justitie op de hoogte gesteld. 52. Deze toezegging van de Duitse regering kwam tot stand door Buitenlandse Zaken in te schakelen (zie B:1867 en 1875). 53. B:1880. 54. B: 1881. Tenslotte had de Belgische consul te Rotterdam dit door het viseren van hun passen mogelijk gemaakt. 55. De burgemeester van Nieuwe-Schans stond dus niet alleen. 56. B:1883. 57. De brief van de PG in Limburg van 30 augustus 1873 over de uitleiding negen dagen eerder van een groep Hongaarse ketellappers van 48 personen (bijlage III: schema 11, groep 731) leidde niet tot een 'zaak', maar werd voor kennisgeving aangenomen (B:1886). 58. B:1899. 59. B:1902. Zie verder B:1900 en 1901. 60. Vanaf 1876 kwam er een nieuwe indeling in gerechtshoven tot stand, met aan het hoofd een PG. In plaats van in iedere provincie één, werd Nederland ingedeeld in vijfressorten: Den Bosch (NoordBrabant en Limburg); Den Haag (Zuid-Holland en Zeeland); Amsterdam (Noord-Holland en Utrecht); Arnhem (Gelderland en Overijssel) en Leeuwarden (Friesland, Groningen en Drente). 61. B:1905. 62. Deze was in januari 1878 A.J.T.H. van den Bergh opgevolgd, die op zijn beurt in 1877 het roer van D'Aulnis (pG tussen 1856 en 1877) had overgenomen. 63. Of van andere landen, zoals Italië, Griekenland e.a., al naar gelang hun herkomst of vroegere domicilie. 64. B:1908. "C'est pourqoui il se flatte de l'espoir de voir accueiller sa requête, aussi favorablement par Votre Excellence en faisant notamment ressortir, qu'il est muni de passeport régulier et qu'il n'a rien de commun avec les families de Bohémiens qui, à ce qu'il parait, ont, par leur vagabondage et mendicité laissé un souvenir assez mauvais dans Votre Royaume, tandis que Ie soussigné et sa familie s'entretiennent honnêtement par leur industrie." (mijn cursivering, LL). 65. Getuige ook de twee passen die in februari 1879 door het Italiaanse consulaat te Luik werden afgegeven (B:1910). 66. B:1909. 67. LK, 20 maart en 17 mei. 68. B:1910. 69. In de brief van 18 september 1878 (B:1906). 70. Deze bevindt zich noch in het archief van Justitie, noch in het archief van de politie van Amsterdam. Het archief van de PG van vóór 1920 is vrijwel geheel vernietigd. Zie hiervoor RANH, Archiif van het parket van de procureur-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam 1838-1920 (invn. 31): als gevolg van een beschikking uit 1936 betreffende de vernietiging van archiefstukken van de rechtelijke macht, aangaande strafzaken, ging vrijwel het gehele oud-archief van de parketten van het O.M. bij de gerechtshoven verloren. 71. Uit zijn briefblijkt dat de PG te Amsterdam in de mening verkeerde dat het hier om dezelfde groep ging die injuni de stad Amsterdam had bezocht. Uit de kranteberichten blijkt echter dat de groep die zich injuli in Sittard bevond niet dezelfde geweest kan zijn als de 'Hongaarse en Italiaanse reizigers'. Deze bevonden zich op dat moment namelijk tussen Arnhem en Zwolle (zie de LK van 10 juli en De Nieuwsbode, weekblad voor Limburg van 12 juli 1879). 72. B:1911. 73. Zo bezochten in Amsterdam op één dag zo'n twee- à drieduizend mensen hun kamp à raison van
248
NarEN BIJ BLADZIJDEN
49-5 2
10,25, terwijl zij ook in Arnhem ongeveer drieduizend bezoekers zouden hebben getrokken (Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1881) 359-360) . Zie voor een uitgebreidere bespreking de volgende paragaaf. 74. B:1913. 75. Zie ook Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1881), passim. 76. Hij wees ter adstructie van zijn stelling op de tweede groep ketellappers, die in juli-augustus in Zuid-Limburg verscheen. 77. Zie B:1924. Voor de overige meldingen: B:1899; 1903; 1906; 1914/1915; 1917/1919; 1921/1927; 1929 en 1934. 78. Zie voor deze 'affaire' B:1915/1917. Ook kort beschreven bij A. Schrijnemakers, 'Merkwaardige aspecten van de wolvenplaag (1810-1811) en haar bestrijding',jaarboek van de heemkundevereniging "Roerstreek" 21 (1989) 106-117, hier 116. 79. Door middel van een zogenaamd requisitoir. 80. Eenzelfde soort getuigenis werd afgelegd door een arbeider uit Urmond, Hermannus Baassen, die samen met de marechaussee en de 'Turco's' (de meeste Bosnische bereleiders hadden Turkse passen, zie verder paragraaf 3B) bij de pont aankwam. 81. Zie Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1887) 345, die dit voorval heeft beschreven. Volgens een bericht in de Limburger Koerier van 27 maart 1880, waarin overwegend over vreemdelingen en bereleiders wordt gesproken en maar één keer cursief de term zigeuners wordt gebruikt, had de kogel de rechterborst van de bereleider doorboord, was hij door de rug weer naar buiten gekomen en zou hij vervolgens de beer in de kop hebben getroffen. De man werd later door een Belgische artS uit Leuth onderzocht, die zijn toestand als 'bedenkelijk' beoordeelde. 82. In 1882 namelijk werd er voor het eerst een federale immigratie-wetgeving ingevoerd, waarbij het criterium 'liable to become a public charge' (LPC) een belangrijke rol zou gaan spelen: E.P. Hutchinson, Legislative history of American immigration policy 1798-1965 (philadelphia 1981) 410411. 83. Ze leefden in gezinsverband en hadden bovendien veel geld. Het warenjuist de alléén reizende mannen (politiek en economisch verdacht) en vrouwen (verdacht van prostitutie) die in een kwaad daglicht stonden: M.T. Salo en S. Salo, 'Gypsy immigration to the United States', in: Papers from the sixth and seventh annual meetings of the Gypsy Lore Society, North American Chapter (New Vork 1986) 85-96, hier 93. 84. Ibidem, passim. Dat dit lot ook andere immigranten trof, laat de afWijzing van een groep Turken en Armeniërs zien die in maart enjuli 1888 in Rotterdam arriveerde. Bij hen deden zich soortgelijke moeilijkheden voor als bij de groep ketellappers twee jaar eerder (zie B:2050/2059 en 2243/2247). 85. B:1930. Het ging hier om de groep ketellappers met nummer 862 uit het overzicht (bijlage III, schema 11). Deze werd via Barendrecht naar België gestuurd. (GARot, Gemeentepolitie 1845-1949, Register afgewezen personen, 1884-1886, invn. 3143, no. 309) . 86. Dit wordt bevestigd door de uitleidingsgegevens in het AP (zie bijlage III, schema 11). 87. B:1931. 88. Zie B:1946. 89. Zie B:1945. Zij waren per trein van Marseille via Parijs naar Antwerpen gereisd, mogelijk komende uit Palermo. In Marseille hadden zij volgens deze bron van de Parijse firma Hennij en Co (20 Rue du Canal Saint Martin) passagebiljetten gekocht. Mogelijk probeerden zij al eerder (in augustus) vanuit België Rotterdam te bereiken (PDAC, 27- 8-1886, over een groep van 53 personen met 7 paarden en 4 karren). 90. Volgens de directie van deNASM (de latere Holland-Amerika Lijn), die in februari 1887 doorjustitie om tekst en uitleg werd gevraagd. 91. De hoofdman was althans dezelfde (Jean of Giovanni Kalderas). 92. B :2020. In eerdere brieven van Justitie ging men er vanuit dat de groep direct al op 17 september was vertrokken. 93. Zie hiervoor NAWVS, Records of the us. Customs Service, record group 75: Passenger lists of vess els arriving at New-York, NY (Microfilm publications M237). Verder verschenen berichten in de volgende vier Amerikaanse kranten: New-Yc1rk Times, 19-10-1886, p. 10; New-Vork Heraid, 19-10-1886, p.9; New-York Daily Tribune, 19-10-1886, p. 8 en de New-Yc1rk Sun, 21-10-1886, p. 4. 94. Volgens een verklaring van Giovanni Kalderas (New-York Sun, 21-10-1886). 95. Ongeveer 1900 Nederlandse guldens, te vergelijken met ongeveer 108.000 huidige guldens. Vit-
n
e
n
e g
e
"
n
:1
n
---
----
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
53-55
249
gaande van 42 personen zou de reis Marseille-Antwerpen-Rotterdam-New York derhalve per persoon gemiddeldf 42, - (± 2570 huidige guldens) hebben gekost. 96. Zo zouden ze in New-York nog 1130 Frmse francs (f550,-) over hebben gehad. Tegenover de gemeenten waar ze door werden geleid, deden ze het voorkomen alsofze helemaal geen geld meer hadden. Pas toen sommige besturen weigerden voor de kosten van het vervoer van hun bagage op te draaien, bleek dat ze nog enige reserves hadden. 97. In chronologische volgorde: Gorinchem (10-11, B:1935), Sliedrecht (11-11, B:1936), Giessendam (1111, B:1937) en Papendrecht (12-11, B:1938). 98. Zo beginnen twee van de vier brieven met de zinsnede "In den laatsten tijd wordt de gemeente [.. .l als het ware bestormd door vreemdelingen, die zonder middel van bestaan en zonder overigens te kunnen voldoen aan de wet van 13 augustus 1849 in het land rondzwerven" (Gorinchem en Sliedrecht). De formulering van de andere twee wijkt iets af, maar heeft dezelfde strekking. 99. B:1938. 100.B:1940. 10l.Zie voor de mislukte uitleidingen in de maand december: B:1934; 1940; 1942; 1945; 1951/1959; 1961 en 2236. Ook in kranten werd uitvoerig over deze 'affaire' bericht, in 1886: PDAC, 5-10; MRB, 27-11; CM, 30-11, 2-12; MRB, 4-12; LK, 9-12;MRB, 11-12; CM, 11-12; MC, 11-12; MRB, 11-12; LK,11-12; 14-12;CM,15-12; 16-12;LK, 18-12;MC, 18-12;POZC, 18-12;LK,20-12;CM,22-12; POZC,22-12;LK,24-12;POZC, 24-12; CM, 28-12;LK, 31-12; CM: 31 - 12;PDAC, 31 - 12. In 1887: POZC, 14-1;LK,15-1;PDAC, 17- 1;LK,20-1,29-1;POZC,31-1; 1-2;LK,l-2;POZC, 7-2;LK, 8-2 en PDAC, 15- 3. 102.0p 9 maart 1880 te Livorno door het Oostenrijks-Hongaarse gezantschap afgegeven aan hem en zijn gezin (B:2238). 103.B:1972. Kaldaras verklaarde dat hij had volgehouden dat ze allemaal Hongaren waren, omdat ze graag als groep bij elkaar wilden blijven. 104.B:1962. 105. Met als direct betrokkenen het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, de OostenrijksHongaarse gezant te Den Haag en Belgische autoriteiten (de administrateur der Openbare Veiligheid in Brussel). 106.Zie voor de afwikkeling van deze 'affaire' in de maanden december 1886 - april 1887: B:1960; 1962/1981; 1983/2027; 2029/2030; 2036/2041; 2237; 2239 en 2268. 107. B:2039. Hierbij kwamen nog de kosten voor het vervoer pertrein (f251,24) en schip (onbekend). Afgezien van de reis naar Piraeus en de inzet van politie en marechaussee, kostte deze 'affaire' de Nederlandse overheid dusf546,53, gelijk te stellen aan ± f33.000, -. 108.B:2023. Zie voor de volledige tekst, bijlage I1,l. 109. In België waren reeds eerder circulaires tegen buitenlandse nomaden uitgevaardigd: 1 juli 1875; 14 augustus 1879, 16 juni 1882 en 26 oktober 1886. Zie hiervoor A. Reyniers, 'Pauvreté et exclusion d'une minorité à travers la situationjuridique des nomades en Belgique', Etudes Tsiganes 29 (1983) 2, 27-38, hier 30. In de verschillende Duitse staten (pruisen en Beieren) èn het Rijk verschenen de eerste tegen zigeuners gerichte circulaires reeds vanaf oktober 1870, gevolgd door rondschrijvens in 1886/1887: Hehemann, Bekämpfung, 245 en Höhne, Vereinbarkeit, 104 e.v. 110. Tot 1887 komen we in de brieven, met name bij de lokale overheden, nog regelmatig zowel verschrijvingen ('ziguiners', 'zigueners', 'sigeuners', 'heidenen') als andere, meer neutrale aanduidingen tegen ('Hongaren', 'Bohemers', 'Turco's'). 111. Zie bijlage III, schema's 11 en 12. 112. De rest van deze alinea is, tenzij anders vermeld, gebaseerd op: W. van den Hoek, De geschiedenis van het wapen der. Koninklijke Marechaussee (Apeldoorn 1963) 241-272. 113. Als werkgebied van de derde divisie werd in 1889 aangewezen: Gelderland (ten oosten van de IJssel), Overijssel (behalve de linkeroever van de IJssel), Drente, en het zuidoosten van zowel Friesland als Groningen (Ibidem, 256). 114. De derde divisie, met als standplaats Zwolle, zou voortaan Overijssel en Gelderland (ten noorden van Rijn en Waal) omvatten en de vierde, met als standplaats Leeuwarden, de drie noordelijke provincies. De eerste (Noord-Brabant en Zeeland) en de tweede (Limburg + het district Nijmegen) bestonden al langer (Ibidem, 260-261). 115. Het aantal marechaussees tussen 1880 en 1895 was als volgt: 1880: 373; 1889: 578 en 1895: 785 (Ibidem, respectievelijk 241, 255 en 265).
-- -
250
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
-~
55-58
116. Wel werd na de Eerste Wereldoorlog de marechaussee ook in het Westen van Nederland ingezet (ingedeeld bij de derde divisie) (Ibidem, 271-273) . 117. Zie hiervoor ook C. Fijnaut, Opdat de macht een toevlucht zij? Een historische studie van het politie apparaat als een politieke imtelling (Antwerpen/Amsterdam 1979) Il, 960-962. 118. B:2063; 2068; 2070; 2072/2073; 2075/2078; 2081/2082; 2084; 2092/2095; 2104/2106; 2109; 2112; 2122/2124; 2128; 2133/2134 en 2142. 119. Zie bv. H. Stoffels, Beknopt overzicht van de geschiedenis der 2e divisie Koninklijke Marechaussee (z.p. 1937) 37 en 46-47. In dit beknopte overzicht van de geschiedenis van de 2e divisie marechaussee, noemt hij de klachten van de burgemeesters van Schinveld, Jabeek en Bingelrade over 'talrijke zwervende benden zigeuners' in 1882 en van de burgemeester van Siebengewald in 1896. Bovendien werden tussen juni en augustus 1897 detachementen marechaussee uitgezet bij Waubach en Rimbeek. 120.Het fenomeen op zich is al ouder. Met name in Frankrijk en Engeland werden reeds in ± 1860 woonwagens gesignaleerd. De oudste ons bekende (iconografische) aanwijzing komt uit Frankrijk: F. de Vaux de Foletier, Les bohémiem en France au 1ge siècle (paris 1981) afbeelding 6 uit 1869. De overige stammen uit Groot-Brittannië: H. Mode, en S. Wölffiing, Zigeuner: Der Weg eines Volkes in Deutschland (Leipzig 1968) afbeeldingen 30 (1879), 29 en 32 (1880) en G. Smith, 'Among the gypsies', The Graphic (13 maart 1880) 275-276. 121. Daarnaast gingen, met name in de provincies Groningen en Friesland, steeds meer mensen in een woonschip wonen, waarmee op beperkte schaal werd rondgetrokken. Bezwaren van gemeentelijke autoriteiten zijn bekend vanaf 1880: De Gemeente-Stem, no. 1524 (1880); no. 1545 (9-5-1881) en no.1842 (17-1-1887). 122.De Gemeente-Stem, no. 1972 (15-7-1889) en no. 1991 (25-11-1889). 123.De Gemeente-Stem, no. 2129 (18-7-1892). Overigens verwachtte de redacteur dat Gedeputeerde Staten hiermee niet akkoord zouden gaan. 124.B:2060. 125. Wat er van die enquête is terechtgekomen, is onbekend. Het archief van de procureur-generaal in Den Bosch over deze periode is namelijk grotendeels vernietigd. 126.B:2061. 127. Fort St. Michiel, een Venlose enclave op Maasbrees grondgebied. Zie voor deze 'affaire' B:3067/3071. 128.B:3070. Diverse autoriteiten brachten naar voren dat het aantal woonwagenbewoners in Limburg - merendeels kermis reizigers - de laatste jaren aanmerkelijk was toegenomen. Van overlast werd evenwel nauwelijks gerept. 129.B :3071. 130.De briefis niet gedateerd, maar kwam op het departement binnen op 4 mei 1901, onder nummer 61 (B:2149). 131.B:2151. 132.B:2152. 133.B:2153. 134.'Aan den buitensingeI', Eigen Haard (1889) 573. Deze tekst hoort bij een afbeelding van een drietal woonwagens naar een schilderij van H.). Scholten, in bezit van de Teyler's Stichting te Haarlem. 135. Voor de geschiedenis en lotgevallen van woonwagenbewoners in Zwitserland zie T. Huonker, Fahrendes Volk - verfolgt und verfemt.Jenische Lebensläufe (Zürich 1987). 136. Uit de brieven kan niet worden opgemaakt of het om woonwagens gaat. 137.B:2028. 138. Zie voor deze 'affaire' B:2240, 2028 en 2031/2035. 139.B:2087. Zie voor deze 'affaire' verder B:2083; 2085/2086; 2088; 2090-2091 en 2300. 140. Zie hiervoor de brieven B:2096/2103 en 2291. 141. De DsC noemt in zijn brief de commissarissen van politie te Venlo en Roermond en de burgemeesters van Echt en Beek (B:2111) . 142.1 juni 1897. Het betrof"les nomades étrangers et en général tous les bohémiens ou tziganes" (Reyniers, 'Pauvreté et exclusion', 31). 143.Zie voor de totstandkoming van deze circulaire de volgende brieven: B:2107, 2113, 2116/2118; 2062; 2065/2067; 2299; 2126/2127; 2132; 2129/2131; 2133/2134 en 2142. 144.B:2113.
8
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
:t
145.B:2107 (minister van Justitie in België aan zijn Belgische ambtgenoot van Financiën). 146.B:2067. 147.Bij het uitzetten van detachementen aan de grenzen moest vaak woonruimte worden gehuurd. Daarbij kwamen nog de kosten van de reis en de voeding van manschappen en paarden. Zie voor de correspondentie tussen de PG Leeuwarden en Justitie: B:2112, 2120- 2122. 148.B:2126. 149. Ook aan de PG's (uitgezonderd die te Amsterdam) werd - op 2 maart 1900 - een soortgelijke circulaire gestuurd, om de marechaussee en de Rijksveldwacht op de hoogte te stellen van de nieuwe richtlijn (B:2131). Zie voor de tekst bijlage U,2. 150. Deze groep voerde met zich: 1 wagen, 3 paarden, 1 kameel, 2 beren en enige apen (B:2143) . Zie voor een bespreking van de groep §3C. 151. Zie B:2143/2145; 2254 en 2146/2148. 152.zie voor deze 'affaire' de brieven: B:2165/2181 en 2255/2261. 153.B: 2255 (21 augustus 1902). 154.B:2257. Op 19 september, na bijna een maand zonder verdiensten, bezaten zij volgens DCI ongeveer tachtig gulden (B:2173). 155.Nabij 'Veldzicht' (B:2173). 156.B:2165. 157. Uit een ambtelijke notitie (met potlood op de kladbrief van Justitie) blijkt overigens dat door de actie van de burgemeester van Sluis Andreas is "gelegitimeerd als doorreizende" (B:2166). 158.B:2169. 159. Waar hij al eerder was geweest. In 1893 komt dezelfde Andreas voor als zijnde uitgeleid in Horst (L) naar Duitsland (zie schema 11 , groep 931). 160. Deze brief is noch op het ARA, noch in het gemeentearchief van I]zendijke teruggevonden. 161.B:2176. 162.B:2169 en 2173. 163. Zie B :2177/2181. 164.Zelf noemden zij zich soms ook zo. Tevens wordt de achternaam Kaldarasch (of een spellingsvariant daarvan) aangetroffen. Een andere groepsnaam die zij zichzelf geven is 'Gurvar' of'Kolompari' (K. Erdös, 'Gypsy metal-workers in Hungary',jGLS 41 (1962) 113-124, hier 114 e.v.). Naast de achternaam Kaldarasch komt ook de naam Kolompar (ofGolompar) regelmatig voor bij de in Nederland aangetroffen ketellappers. Men bestudere ook de foto van de oude Miklós Kolompár uit 1961. Daarop draagt deze hetzelfde kostuum (jas met de bekende grote zilveren knopen die deze oude hoofdman in 1958 aan het Kiskunhalas Museum in Hongarije verkocht) als de Kaldarasch die vanaf ± 1865 in Europa verschenen (Ibidem , 116-117) . 165. Verzamelnaam voor 'zigeuners' die op de Balkan leven, ofin de 1ge eeuw vandaar zijn weggetrokken. Momenteel ook door henzelf gebruikt. Hier worden zowel de ketellappers, de bereleiders, als ook de in het volgende hoofdstuk te behandelen paardenhandelaren onder begrepen. De termen 'zigeuner', 'gypsy', 'Zigeuner', 'Tsigane' etc. zijn alle afkomstig van de sedentaire bevolking en worden als beledigend ervaren. De term 'Roma' wordt gebruikt om zich te onderscheiden van een tweede groep 'zigeuners', de 'Sinti', die voornamelijk uit muzikanten uit Duitsland en Frankrijk bestaat. Verder zouden de Roma een gemeenschappelijke taal bezitten, het 'Romani', beïnvloed door het Sanskriet (vandaar de vermeende herkomst uit India). Een stelling die voor de bereleiders (die geen Romani spreken) in ieder geval niet opgaat. 166. Hierbij is gebruik gemaakt van de beschikbare internationale literatuur, met name: Ficowski, Cyganie; Vaux de Foletier, Bohémiens, 115-137; Günther, Zigeunerpolitik; Strauss, 'Zigeunerverfolgung' en Hehemann, Bekämpfung. Het vroegste jaar (1861) is gebaseerd op afbeeldingen in het Duitse blad de 'Münchner Bilderbogen' (no. 293, afgedrukt in Mode en Wölffiing, Zigeuner, no's 1518, 24-25 en 27). Hierna volgt een vermelding uit 1864 (zie de 'Illustrierte Zeitung' van 26-11- 1864, waarin een afbeelding voorkomt van een 'Zigeunerlager in Berlin', waarop de karakteristieke tenten en de kleding van ketellappers zijn afgebeeld (afgedrukt in Mode en Wölffiing, Zigeuner, 53, no. 19)). 167. Zie hiervoor Salo en Salo, 'Gypsy immigration' en A. Marchbin, 'Gypsy immigration to Canada', jGLS XIII (1934) 134-144. 168.Vaux de Foletier, Bohémiens, 116 (op 29 mei). Zie voor contemporaine verslagen P. Bataillard, 'Quelques mots sur les Bohémiens hongrois', Bulletin de la Société d'Anthropologie de Paris (BSAP)
,.
e
J
·s e
58-63
251
-- - ------
252
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
~
63- 66
2e ser. IV (1869) 549-552; idem, 'Les bohémiens hongrois à Paris', BSAP 2e s. VI (1871) 216-224 enE. Cartailhac, 'Visite au musée de Saint-Germain', Congrès international de sciences anthropologiques tenu à Paris du 16 au 21 août 1878 (paris 1880) 302-303. 169.H. van Elven, 'The gypsies in Belgium',jGLS 1 (1892) 3, 134-142, hier 137. 170. Het vroegste bericht geeft EH. Groome, Gypsy Folk Tales (London 1899) xlii, die van Engelse 'gypsies' hoorde dat een gezelschap Kaldarasch Engeland in 1868 bezocht. Verder is er een vermelding in The Illustrated London News van 1 maart 1873, waarin een afbeelding staat van een kampement van Hongaarse ketellappers. Uit het bijbehorende artikel wordt echter niet duidelijk of deze ook op dat tijdstip in Engeland zijn geweest. Beter gedocumenteerd is het bezoek van Kaldarasch aan Liverpool en Hull in 1886: Mayall, Gypsy travellers, 91 en D. MacRitchie, 'The Greek Gypsies at Liverpool', Chambers'sjournal v (1886) 63, 577-580. 171. Hierover is maar weinig bekend. Zie voor enige summiere gegevens: A.G. Spinelli, 'Gli zingari nel modenese',]GLS (1909) 2, 88-111, hier 105-106 en 108; 'Italian tinkers and their habits',]GLS (1889) 4, 248 (over een groep 'Zingari-calderai' in 1889 in Triëst) en A. Labbati, 'Gli zingari a Roma', Ars et Labor 63 (1908) 930-934. De meest recente studie beslaat alleen de 15e-18e eeuw: A. Campigotto, 'Bandi bolognesi contro gli zingari', Lacio Drom 4 (1987) 2-27. Er zijn aanwijzingen dat de Kaldarasch al vrij vroeg in Italië kwamen. Zo beweerde de Franse antropoloog Cartailhac dat de groep die in 1878 in Parijs verbleef nauwelijks Frans, maar redelijk Italiaans en Hongaars sprak (Cartailhac, 'Visite au musée'). 172. Ficowski, Cyganie, 68-77. 173. Over andere landen en regio's, zoals België, Scandinavië en Zuid-Europa, is vrijwel niets bekend, terwijl over landen waar wel historische studies aan dit onderwerp zijn gewijd de 1ge en 20e eeuW nauwelijks aandacht krijgef\. Zie bij voorbeeld de studie van B. Lebion, Les Gitans d'Espagne (paris 1985). 174.Voor de verantwoording zie bijlage III:2. 175. Hongarije (1Iansleithanië) werd in 1867 een gelijkwaardig koninkrijk naast Oostenrijk (Cisleithanië); het maakte voordien al deel uit van de Habsburgse bezittingen. 176. Soortgelijke groepen (met dezelfde achternamen en groepssamenstelling) werden aanvankelijk in Frankrijk 'Ongrois' genoemd en in Duitsland 'Ungaren' (respectievelijk Vaux de Foletier, Bohémiens en Weltzel, 'Gypsies of central Germany'). 177. Ook de tweede groep ketellappers, die injuli te Sittard arriveerde, zou uit Szeged afkomstig zijn (De Nieuwsbode, weekblad voor Limburg, 12 juli 1879). 178.]. Miskow, 'Gypsies in Denmark',jGLS 3 (1911) 236-240, hier 237; E.O. Winstedt, 'The gypsie coppersmiths' invasion of 1911-13 ',jGLS 6 (1913) 244-303, hier 256 en ook Dillmann, Zigeunerbuch, 57 geven Franse geboorteplaatsen vóór 1865. Zo zou no. 432 uit Dillmans boek, Anton (en niet Georg, zoals Winstedt in zijn artikel uit 1913 schrijft: p. 246, noot 1) Demeter in 1850 te Boncourt, in Frankrijk, zijn geboren. 179. Alleen onderzoek in de geboorteregisters van de genoemde plaatsen zou uitkomst kunnen brengen. 180. Groome, Gypsy Folk Tales, xxxvrn. Dit bericht maakt inderdaad melding van een ' Zigeunerbande aus Ungarn kommend' en is overgenomen uit nummer 96 van het Intelligenzblatts derfreien Stadt Frankfurt. Volgens Winstedt ging het hier om Kaldarasch ('Gypsy coppersmiths' invasion', 256). 181.Een tweede mogelijkheid is dat zij via Holstein en Denemarken in Zweden en Noorwegen terechtkwamen. 182.Zie voor België]. Gotovich, 'Quelques données relatives à l'extermination des tsiganes de Belg ique', Cahiers d'histoire de la secondeguerre mondiale 4 (1976) 161-180 en A. Reyniers en E Gilain, TIig anes de Belgique. TIiganes du monde (Louvain 1979) 14, die een aantal Kaldarasch-namen noemen die een Scandinavische herkomst verraden, zoals Taicon e.a. Ook Vaux de Foletier (Bohémiens, 126) maakt melding van ketellappers uit Noorwegen die in 1890 in Frankrijk verbleven. 183. Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion'. 184.Het huidige Roemenië . 185.Zie hiervoor Vossen (Zigeuner, 55-59), die de stand van de discussie hierover samenvat. 186. Vossen geeft een getal van 200.000, met als bron het onbetrouwbare en niet op bronnenstudie gebaseerde populaire boek van Clébert (Zigeuners, in de Nederlandse versie op pagina 74) en de Duitse editie van het boek van de Britse auteurs Kenrick en Puxon, die evenmin de 1ge eeuw hebben bestudeerd (zie Vossen, Zigeuner, noot 45 bij hoofdstuk 2). De laatsten zeggen overigens alleen
-
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
!4 :es
se
1-
ze ;h es
.ri
.s
)-
'\. :n
ac rs
d,
VI
-is
a-
in
.éjn ie
'r:n
1-
:Ie
dt i). t-
l-
aie 6)
t-
:n :n
66-70
253
maar dat van de afschaffing is geprofiteerd door 200.000 zigeuners, niet dat deze ook allemaal de Balkan hebben verlaten: Kenrick en Puxon, Zigeuner, 47. Clébert noemt geen bron. 187. Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion'; Bataillard, 'Bohémiens', 217 en Vaux de Foletier, Bohémiens, 121-122. Daarnaast noemen zij Galicië en Roethenië. 188. Afgedrukt in Vaux de Foletier, Monde des tsiganes, 52. Zie ook Clébert, Zigeuners, 100-101. Beiden echter zonder bronvermelding, maar hoogstwaarschijnlijk overgenomen uit Marjolet, 'Les Romanichels', Le Monde Moderne 20 (1904) 81-91. Geciteerd in Black, Gypsy bibliography, no. 2734. 189. J. Vekerdi, 'L'histoire des tsiganes de Hongrie', Etudes Tsiganes 2 (1978) 7-10, hier 10. 190. Historisch onderzoek naar zigeuners in Oost-Europa is schaars (zie Gronemeyer, Zigeuner in Osteuropa). 191. Zie bijlage III:3 192. V Kornel de Zielinski, 'Notes on the nomadic gypsies ofPoland',]GLS III (1891) 2, 108-109. 193. W Wentworth, 'The Cascarrots of Ciboure',]GLS 1(1888) 76-84, hier 77-79 en V. de Rochas, Les Parias de France et d'Espagne (paris 1876) 289. 194. Zie in 1868 de DC van 26 maart, de AC van 1 april, de PDAC van 4 april, de POZC van 3 april en de AC van 24 april. 195. Het betreft hier waarschijnlijk Macedonische ketellappers, die onder meer deel uitmaakten van de grote groep ketellappers in Eijsden in 1886-1887 (zie voor deze 'Griekse' zigeuners ook: 'Greek gypsies, an opportunity for research (Supplement)',]GLS 13 (1934) 124-132 en Marchbin, 'Gypsy immigration'. 196. E.O. Winstedt, 'Coppersmith Gypsy notes',]GLS 7 (1915) 246-266, hier 255. 197. Salo en Salo, 'Gypsy immigration', 87-91. 198. Bijlage lIl, schema 11. 199. Zie bv. de DC van 26 maart 1868. Zij hadden vrouwen kinderen, alsmede wagens en tenten bij zich. 200. DC,9 april 1868, no. 43. 201. POZC van 7 aug. 1879 en PDAC, 8 aug. 1879. Ook wordt wel een entreeprijs van zes cent genoemd (LK, 10 juli 1879) . 202 . Zie voor vergelijkingen met het buitenland: Block, Zigeuner, no's 32, 42, 51, 52, 55 en 58; Ficowski, Cyganie, 5, 23, 70, 75 en 163;JP. Liégeois, Gypsies, 46; Mode en Wölffiing, Zigeuner, no's 19, 24,25 en 47; Vaux de Foletier Monde des tsiganes, 44, 60, 71 en 135; idem, Bohémiens, 128-129; Vossen, Zigeuner, 80-81; Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion', 275; L Brown, Gypsyfires in America. A narrative of life among the Romanies of the United States and Canada (New YorkiLondon 1924) 80-81 en H. Wouters, Volken en Volkenkunde (Amsterdam 1959) 35. 203. Louwense, 'De heidens of zigeuners'. 204. PDAG 205. Zie de drie tekeningen bij het artikel 'De zigeuners te Amsterdam'. Zie voor hetzelfde kampement ook de (zeer vage) aquarel op basis van een potloodschets vanJGL. Rieke, 'Het zigeunerkamp aan de Weesperzijde Anno 1879', in: GAAd, Afbeeldingen, 'straattypen', neg. no. D. 3164. De foto werd op 22 november 1886 genomen door de destijds in Bladel woonachtige fotograafVM.JG de Buck (1855-1914/1915) (Meijerijsche Courant, d.d. 24 november 1886). Het origineel bevindt zich in het Streekarchiif Regio Eindhoven-Kempenland, gemeentearchief Bladel, collectie De BuckiGindra (30), inventarisnummer 198, negatiefnummer 89.6.19-2.1. Door de late ontdekking kon deze foto niet in het boek worden opgenomen. Zie verder: 'De zigeuners van den Rijswijksehen weg te 's-Gravenhage', Pak me mee (30 oktober 1909). 206. Bataillard 'Quelques mots', 551. Zie ook Bataillard 'Bohémiens', 217. 207. Vaux de Foletier, Monde des tsiganes, 52. Zie voor een beschrijving van tenten en het opbouwen ervan Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion', 274, met name afbeeldingen 4 en 5. 208. PDAC, 4 april 1868: over zigeuners in Utrecht, overgenomen uit UPSD van 1 april 1868. 209. PDAC, 7 juli 1879. Zie ook Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1887) 347. 210. POZC, 12 juli 1879. 211. Zie bijvoorbeeld Kornel de Zielinski, 'Notes', 109: "The 'Biro' (hoofd van de groep, LL) is distinguished by his costume, ornamented with immense silver buttons, and by a staff with a large silver head". Verder wordt veel informatie gegeven door: Bataillard, 'Quelques mots', idem, 'Bohémiens' en idem, 'Sur de nouvelles bandes de Bohémiens signalés aux environs de Paris', BSAP
254
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
70-75
2e s. VII (1872) 610-611; Cartailhac, 'Visite au musée'; A.E.)ohn, 'Russian gypsies at Marseilles and Milan',]GLS 3 (1911) 217-235.; Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion' en idem, 'Coppersmith Gypsy notes'; Andreas, Gypsy coppersmiths in Liverpool and Birkenhead (LiverpooI1913); Ficowski, Cyganie, 68-77 en Vaux de Foletier, Bohémiens, 115-130. 212. Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion', 267-270. Dit komt overeen met gegevens over Kaldarasch in de V. S. rond 1920: Brown, Gypsy fires, 22. 213. Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion', afbeelding 1 op p. 267. Zie voor deze groep ook Andreas, Gypsy coppersmiths. Voor een derde vrijwel identieke foto raadplege men Clébert, Zigeuners, afbeelding I, na p. 100: daarop is een Russische Kaldarasch-hoofdman te zien met zijn vrouw, alleen in dit geval zit de man en staat de vrouw; helaas (ook in de Engelse versie) zonder bronvermelding of datering. 214. Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1887) 347. 215. Deze zouden hol van binnen zijn, om er geld in te kunnen bewaren. Overigens werden deze staven in de 1ge eeuw ook door vooraanstaande Hongaarse burgers gedragen als nationalistisch symbool. Op de knop, in de vorm van een bijl, waren middeleeuwse taferelen afgebeeld (Van Elven, 'Gypsies in Belgium', 138 noot 1). 216. PDAC van 2 april 1868. 217. Hoewel (natuurlijk) niet alle kranten uit de onderhavige periode zijn onderzocht, wijst onderzoek naar de PDAC tussen 1850 en 1940 in deze richting. Allejaargangen van deze krant zijn door dr. W de Blécourt voor zijn promotie-onderzoek naar toverij in Drente ook op zigeuners doorgenomen. 218. B:2176. 219. Zie ook paragraaf 2 van het volgende hoofdstuk. 220. B:1. 221. B:l1. 222 . Waarschijnlijk zou onderzoek in Belgische br~nnen meer informatie opleveren. 223. Zie bijlage III, schema 11, groep 092. 224. B:67. 225. B:47. Zie voor een uitgebreidere beschrijving van hun verblijf de volgende paragraaf 226. B:1530 (d.d. 1 november 1929). 227. In de jaren dertig is nog één keer sprake van Kaldarasch in tenten (nu met alleen hun eigen gezin); zij waren van beroep mecanicien en verkopers van boren. Het betrof hier het gezin Demestre (3 personen), dat in augustus 1930 bij Philippine (Zeeland) de toegang tot Nederland werd geweigerd (B:1357). 228. Zie voor een uitgebreidere beschrijving hoofdstuk 5 (de groepen Biella-Franz en GomannDemeter). 229. Limburger Koerier van 9 augustus 1929. 230. Daar staat tegenover dat in geillustreerde weekbladen met name de Kaldarasch-zigeuners vaak een dankbaar onderwerp vormden. Zie bijvoorbeeld de Katholieke Illustratie (1873-1874) 213; (1898-1899) 397 en Eigen Haard no. 36 (1879) 359. 231. Zie bv. B:1841/1842; 1848; 1863; 1869; 2267 en 2295. 232. B:1910. 233. Dit gebeurde in veel meer gevallen. Ketellappers die in 1907 in Frankrijk verbleven, gaven bijvoorbeeld aan particulieren de dubbele waarde van de ter reparatie afgegeven ketels in deposito: H.T. Crofton, 'Affairs ofEgypt, 190T,]GLS 2 (1908) 2, 121-141, hier 135-136. 234. Van 25 oktober 1911. 235. Cartailhac die in 1878 enige Hongaarse ketellappers in Parijs gadesloeg, noemde het vertinnen hun belangrijkste bezigheid ('Visite au musée'). 236. Zie afbeelding 6 in Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion', 288-289 en de foto in Brown, Gypsy fires, tussen p. 24 en 25. 237. Deze blaasbalgen werden in paren gebruikt. Het ging om driehoekige zakken van ongeveer 60 cm., met een flexibele huid van geiteleer, aan het einde waarvan een koperen buis van 40 cm. was bevestigd. Het einde van die buis kon worden gesloten door twee houten strippen samen te drukken, die aan de uiteinden van de leren zak waren bevestigd. De brandende cokes van het smidsvuur werden bewaard in een cirkelvormig gat in de grond, met een diameter van ongeveer 20 em., waaraan in de zijkant - versterkt met klei - een zware ijzeren pijp was
76-80
255
5
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
:s
bevestigd, aan de kant van het vuur voorzien van een conisch gat. Aan het andere einde ervan werden de blaasbalgen bevestigd, meestal bediend door een kleine jongen. Zo kwam de lucht in het hart van het vuur (Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion', 290): terwijl de ene zak leegliep, werd de andere gevuld, waardoor men van een constante luchtaanvoer was verzekerd. Zie voor een afbeelding van deze blaasbalgen A. van Gennep, 'North African gypsies',jGLS 5 (1912) 3, 192-198, hier 194-195. 238. Winstedt, 'Gypsy coppersmiths' invasion', 290. Vergelijk ook Brown, Gypsy fires, 23. 239. De compagnie Chibalko huurde bijvoorbeeld te Teteringen een terrein en een barak voor de duur van drie maanden voor het aanzienlijke bedrag vanf300, - (B:67). 240. Zie hierover W. Knippenberg (ed.), De Teuten, buitengaanders van de Kempen (Eindhoven 1974);J. Lucassen en L.J. Lucassen, 'Marskramers uit Meijel en omgeving: de Teuten, 1750-1830', Mede/o, bijdrage tot de kennis van het Meijels heem 2 (1983) 50- 59 en Lucassen, Kusten, 111-113. 241. Zie het bericht in de POZC van vrijdag 11 juli 1879. 242. Eenzelfde advertentie plaatsten zij op hun terugweg op 15 augustus 1879 in de AmG. Ook het verkennen van steden wordt genoemd (zie Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1881) 358). 243. Zie B:3; 5; 16 ; 67; 1908 en 1993. 244. B:3. 245. B:5. 246. B:16. 247. Hierover is maar één briefgeschreven (d.d. 21 juni 1924, B:231O) en wel door de BC te Roosendaal aan de DsC te Breda. Alle gegevens komen, tenzij aangegeven, uit deze brie( 248. Hun namen worden genoemd in W.T. Searle, 'The caldarari gypsy coppersmiths', The gypsy and folk-lore gazette III (1914) 1, 1-32, hier 8-9. 249. Aan de Chaussée de Bruxelles no. 197, waarschijnlijk dus in een gehuurd huis. 250. Hun passen waren in 1910 afgegeven in Rusland en op 19 maart 1923 te Parijs door het Russisch Consulaat. 251. Onder meer in brieven van de commissaris van politie te Breda (1868) en de burgemeester van Groesbeek (1873), waarvan citaten reeds in §2 werden afgedrukt. 252. B :2267. 253. Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1887) 347. Waarschijnlijk aparte tenten, maar mogelijk ook houten huisjes. 254. Afgaande op kranteberichten uit 1879 was het repareren van ketels een bijbaantje en vormde de 'show' hoofdactiviteit. Voor 1879 zijn de volgende kranten geraadpleegd: LK, 8-3; 18-3; 20-3; 8-4; 17-5; 24-5; 10-7. POZC, 1-7; 9-7; 10-7; 11-7; 12-7; 14-7; 19-7; 7-8. PDAC, 7-7; 9-7; 10-7; 15-7; 24-7; 8-8; 13-8; 16-8. Nieuwsbode, weekblad voor Limburg, 12-7. LeG, 29-7; 19-8. 255. 'Zigeuners van den Rijswijkschen weg'. 256. Zie voor gegevens hierover de brievenB:659; 806; 832; 869; 871; 941; 943; 948; 958; 1031; 1050; 1133; 1512/1513; 1588/1589 en 1752;. 257. B:832. 258. Zie bv. de NRG van 20 december 1929 waarin tegen de "chicanes" van de zigeuners wordt gewaarschuwd. 259. 16 oktober 1929 (p. 865/866) en 20 maart 1930 (p.227). 260. B:950 (17-1-1930) . 261. Zie bv. de AmG van 31 maart 1868: "Dat zij eerlijke principes schijnen te hebben, vermoedt men uit de aanbieding om de waarde van ketels te deponeren, wanneer men hen die ter reparatie geeft." 262. Respectievelijk B:806 en 659. 263. Zie de brieven B :1588; 1589 en 1133. 264. B: 1031 en 1050. Hij is een van de weinige Kaldarasch die zich in Nederland vestigde (zie ook paragraaf 2 van hoofdstuk 5). 265. Zo had Pierre Stangus schriftelijke "tevredenheidsbetuigingen" van o.m. F. de Groot te Holwerd, K. van der Wal te Oldemarkt (0), H. ten Boom en Zonen te Stavoren en de gemeente-architect te Opsterland (zie B:I050). 266. B:1133. 267. Zie voor 1868: B:1841; 1847; 1851 ("overvloedig reisgeld"); 2277 ("gouden en zilveren specie"); 2293 ("in overvloed") en 1849; 1872: B :2267 ("ruim van geld en zilveren sierraden") en 2295 ('j 1200, - "); 1873: B:1896 en 1883 ("goudgeld") en 1879: B:1909 en 1910.
);
n
.-
1,
k
r.
256
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
80-83
268. Zie Weltzel, 'Gypsies of central Germany', 108: "The Gelderari are looked up on everywhere as rich, and the amount of gold they possess is estimated by all the tribes at a high figure [...l Their horses are for the most part in good condition, their caravans are more solid than those of the Sinti". 269. Salo en Salo ('Gypsy imrnigration') vonden in de Amerikaanse immigratie gegevens een ketellappersgroep met een kapitaal van $ 16.000 rond 1900 (circaf 40.000, - in toenmalige Nederlandse guldens) . 270. Zoals 795 en 091 en 092, zie bijlage nr, schema 11. 271. Weltzel ('Gypsies of central Germany', 104 e.v.) spreekt bij zijn indeling van zigeuners in Duitsland over vier groepen, waarbij hij een onderscheid maakt tussen de 'Ungri' (paardenhandelaars) en de 'Gelderari' (ketellappers). In hoeverre deze 'Ungri' zich daarvóór met ketellappen bezig hielden, is onduidelijk, maar als het waar is wat Weltzel schrijft dat deze 'Ungri' in Duitsland voor het eerst werden gesignaleerd rond 1866 (p.106), moet dit zeer waarschijnlijk worden geacht. Afgaande op de achternamen lijken de 'Ungri' dezelfde groep te zijn als de 'Lowara', met wie de in Antwerpen geboren kunstenaar Jan Voors in de jaren twintig en dertig rondtrok: J. Voors, Wij zigeuners (BrusseU Den Haag 1967). 272. Hetzelfde bericht staat ook in de NRC van 8 april. 273. B: 2762 en 2764. 274. Deze advertentie verscheen op vrijdag 17 januari 1930 in De Zoom en in De Avondster. 275. Zie ook M. DQwojno-Sylwestrowicz, 'The Lithuanian gypsies and their language',jGLS 1 (1889) 251-258, hier 252. In zijn beschrijving over een Kaldarasch-groep in Litouwen noteerde hij de volgende uitspraak van een van de hoofdmannen: 'We are not Gypsies, sir, we are Magyars' (Hongaren LL). 276. Bijlage nr, schema 11. 277. Wagens worden in de bronnen slechts sporadisch genoemd, maar als er over wordt gesproken, is het altijd in verband met de ketellappers. De spaarzame gegevens zijn: Breda (12 april 1868): 9 wagens; Nieuwe-Schans (11 november 1868): 4 wagens; Tilburg (28 september 1876): 3 wagens en in Eibergen (22 febr. 1878): 1 wagen. 278. Salo en Salo, 'Gypsy imrnigration', 88. 279. Zie bijlage HI:1. Hieruit blijkt dat van de 113 bereleidersgroepen er maar 8 keer van zigeuners wordt gesproken, tegenover 27 keer bij de 99 ketellappersgroepen. Daarbij moet dan ook nog worden bedacht dat 6 van de 8 keren dat bereleiders zigeuners werden genoemd dit betrekking had op de jaren dertig van deze eeuw, toen de etikettering al veel verder voortgeschreden was. 280. Afbeeldingen van bereleiders in de literatuur, in chronologische volgorde: 1873 (Ficowski, cyganie, 174); 1880 (Mode en Wölflling Zigeuner, 92); 1891 (Kopernicki, 'A selection of gypsy portraits',jGLS nr (1891) 2, 66-72, hier 69); 18911895 en 1900 (Vaux de Foletier, Monde des tsiganeS, 159, 54 en 199); 1900 ('The choice of a profession', Country Life mustrated 14 juli 1900, 46-47; ± 1920 (W. Starkie, Raggle Taggle. Adventures with afiddle in Hungary and Roumania (London 1949) 156157; 1927 (Block Zigeuner, 136-137 en Gronemeyer en Rakelmann, Zigeuner, 110); 1929 (A. Sander, Menschen des 20.jahrhunderts. Portraitphotographien 1892-1952 (München 1980) 364); 1930 (T. p. Vukanovic, 'Gypsy bear-leaders in the Balkan Peninsula',jGLS 38 (1959) 106-127, hier 120-121); ± 1950 (J.P. Clébert, The Gypsies (London 1970) 144-145); ± 1960 (Arnold, Die Zigeuner, 28); ± 1965 UGLS, 47 (1968), plate no. 3); ± 1970 (Vossen, Zigeuner, 80); ± 1970 (Liégeois, Gypsies, 12). 281. Die, zoals gezegd, niet erg uitgebreid is. De enige die iets dieper op deze groep ingaat, is Vukanovic ('Gypsy bear-leaders') . Verder zijn verspreide details aan te treffen bij: T. Gjorgjevic, Die Zigeuner in Serbien (Budapest 1903) en idem, 'Rumanian gypsies in Serbia',jGLS 8 (1929) 7-25; PetUlengro, 'Report on the gypsy tribes ofNorth-east Bulgaria',jGLS 9 (1915-16) 1-53; K. Bercovici, The story of the gypsies (London 1929); Arnold, Die Zigeuner; Vaux de Foletier, Bohémiens; Vossen, Zigeuner en Salo en Salo, 'Gypsy irnrnigration'. 282 . Andere termen waarmee zij zichzelf aanduiden zijn: Meckari, Medvasi, Arusgjije ofRoma (Vossen, Zigeuner, 145). Door Salo en Salo ('Gypsy imrnigration') worden zij met de term 'Ludar' aangeduid. Engelse auteurs uit de JGLS, zoals Ferguson (' 'Rudari' in Brittain',jGLS 16 (1937) 90-91), noemen deze groep daarentegen 'Rudari' (aanduiding voor houtbewerkers). 283. Petulengro, 'Report', 97. Op grond van dit onderscheid rekent o.a. WGo Lockwood ('An intrOduction to Balkan gypsies', Giessener Hiftefür Tsiganologie 1 (1985) 17-23, hier 19) hen niet tot de
NOTEN BIJ BLAPZIJDEN
as
oir
~e
,-
se
s-
's)
ig :Jr fin l ij
9)
:Ie
1.-
n,
9
aS
ar-
:I:
51-
p. .); I); !S,
;1,
n, 51-
I),
83-87
257
Roma. Vossen (Zigeuner) daarentegen noemt hen (net als de Kaldarasch) 'Walachischer Roma'. 284. Zie bijvoorbeeld Weltzel ('Gypsies of central Germany', 13), die hierop wijst in zijn bespreking van de diverse zigeunergroepen in Centraal-Duitsland in de jaren dertig. Volgens hem zouden de Duitse zigeuners de bereleiders niet als zigeuners erkennen, maar de 'Ungri' (uit Hongarije) wel. 285. De vroegst mij bekende bron is E.A. Thouvenel, La Hongrie et la Valachie. Souvenirs de voyages et notices historiques (paris 1840) 234-235. Hij noemt de Ursari in zijn beschrijving van Walachije. Zij zouden hun beren in de Karpathen vangen. Zie verder Bercovici, Story, 69; Gjorgjevic, 'Rumanian gypsies', 13-14; Vukanovic, 'Gypsy bear-leaders', 108; Vossen, Zigeuner, 145 en Ferguson, 'Rudari', 90. 286. Zie recentelijk C. Silverman, 'Gypsies, Music, and polities in Bulgaria'. Paper gepresenteerd op het 10e congres van de 'Gypsy Lore Society, North American Chapter', New York 27 maart 1988. 287. In 1868 tot het Turkse Rijk behorend. Pas na de Russisch-Turkse oorlog werd bij het Verdrag van Berlijn in 1878 bepaald dat Bosnië bij Oostenrijk kwam. Ook na 1878 behield deze groep een duidelijk 'Turks' stempel. Zelfs in de jaren dertig van deze eeuw werden ze nog Turken genoemd. Mogelijk reisden zij toen nog met verlopen passen of heeft het begrip 'Turk' zich zo hardnekkig aan het beroep van bereleider gehecht, dat dit in het dagelijks spraakgebruik nog voortleefde. Overigens noemden zij zichzelf soms ook zo, met name in de 1ge eeuw, getuige de regelmatig voorkomende bijnaam 'Ottoman' (=Turk). 288. Zie Strauss, 'Zigeunerverfolgung' (Magisterarbeit) 31 noot 7. Arnold (Die Zigeuner, 96) noemt 1870 als eerste jaar. 289. Vaux de Foletier, Bohémiens, 130. Zie ook Winstedt ('Rudari', 76), die de trek van bereleiders naar het Westen in het derde kwart van de 1ge eeuw plaatst. 290. B:1891. 291. Het UPSD van 30 juni 1868 en de PDAC van 2 juli 1868. 292. Zie bijlage lIl,! (schema 12) en III,3 (tabel 3). 293. Zie Salo en Salo ('Gypsy immigration'), 'Greek Gypsies' en Marchbin ('Gypsy immigration'). Verder en vooral systematisch onderzoek naar de migratie van bereleiders zal meer licht op deze materie moeten werpen. 294. Vaux de Foletier (Bohémiens, 131-132). Hij noemt o.a. de namen Galubavich, Lazarovich en Mitrovich (vergelijk de namen die in bijlage lIl, schema 12 worden genoemd). Zie ook de PDAC van 30 september 1880, waarin wordt gesproken over "meer dan twee meter lange stokken". 295. Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1887) 346. 296. Zoals valt afte leiden uit een bericht in de TC van 10juli 1869: "De troep bestond uit zes mannen, geleidende ieder een beer aan een ketting, een achttal vrouwen en eenige kinderen. Een ezel met beladen bagage en een voertuig met één paard bespannen completeerden den trein." 297. Zie verder de PDAC van 12 en 13 oktober 1875, 29 november 1879 en 30 september 1880. Het opbinden van kinderen op paarden of ezels is aanschouwelijk gemaakt door de fotogravure van H. Lipinskie, 'Bärenftihrer in einem slovenischen Dorfe', Kunstblatt uitgegeven door Rich. Bong te Berlijn (die ook verantwoordelijk was voor de uitgave van afbeelding 6), overgenomen van Photographie-Verlag van Victor Angerer te Wenen. Waar en wanneer deze prent (originele afdruk in bezit van de auteur), met als merkteken XIV 3 VIII, werd gepubliceerd is ons onbekend. Hij werd eerder afgedrukt in Ficowski, Cyganie, 174. 298. Zie hiervoor de PDAC van 29 juni 1869, 9 augustus 1869 en 12 en 13 oktober 1875. 299. Zie bijvoorbeeld de fraaie fotoserie rond 1900 in Engeland ('Choice of a profession'). 300. Zie de vrijwel identieke foto's van bereleiders die in 1927 in Berlijn hun kunsten vertoonden: Block, Zigeuner, 136-137, no. 65 en Gronemeyer en Rakelmann, Zigeuner, 110. Origineel uit Willi Römer, Agentur ftir Bilder und Zeitgeschichte, Berlin. 301. "Aangehouden zigeuners met aap en beer 1923", Foto in Museum Koninklijke Marechaussee Buren, fotomap zigeuners, no. 698. Het ging hier om twee gezinnen: Stefano Sariche, getrouwd met Catorina Losik Nedilk en Aasap Lazar Sodorovitch, getrouwd met Petriga Stana; respectievelijk afkomstig uit Italië en Servië (B:2307 en 2308). Zie ook de foto van een bereleidster rond 1920 aan de Duits-Poolse grens:J. Mihaly, 'Die Strasse ist ein Meister', in: Wohnsitz Nirgendwo (Berlin 1982) 275-286, hier 275. In Engeland werden zij in 1907 en 1908 nog aangetroffen in "pitoreske Servische kostuums": Crofton, 'Affairs ofEgypt, 1907', 132-133 en idem, 'Affairs ofEgypt, 1908', jGLS 3 (1910) 4 , 276-298, hier 287-288.
258
NorEN BIJ BLADZIJDEN
87-90
302. Zie met name Ferguson ('Rudari', 90- 91). Ook in een briefvan deBC te Brunssum van 5 december 1931 wordt melding gemaakt van een 'Turk', die in Eschweiler (Duitsland) een groot huis met personeel zou hebben en andere bereleiders voor zich zou laten werken (B:1142). 303. Volgens Bercovici (Story, 69) en Winstedt ('Rudari'). In de Nederlandse bronnen wordt dit aspect pas in de jaren dertig van deze eeuw genoemd. 304. In sommige gevallen kocht men ook wel (on)getrainde beren (Petulengro, 'Report'); gezien de hoge prijs werd de training vooral in eigen beheer verricht. Vóór de Eerste Wereldoorlog kostten jonge beren in Bosnië tussen de twee- en drieduizend dinar (een dinar was in die tijd ongeveer een halve gulden; gerekend naar de levensstandaard op de Balkan was deze echter veel meer waard) en getrainde beren tussen de zes en twaalf duizend (Vukanovic, 'Gypsy bear-leaders', 114). 305. Ibidem, 115. Zie ook Starkie, Raggle taggle, 268. 306. Welke van de twee methoden het meest gangbaar was, kan uit de schaarse literatuur niet worden opgemaakt. Er dient echter gewaakt te worden voor de anachronistische beschuldiging van dierenmishandeling. Dit niet alleen vanwege het bekendestereotype over de vermeende wreedheid van zigeuners, maar ook omdat uit andere bronnen blijkt dat de bereleiders verzot waren op hun dieren, deze goed verzorgdenen veelal met koosnamen aanduidden (Vukanovic, 'Gypsy bear-leaders', 124). 307. Vaux de Foletier, Bohémiens, 130 (hier ourareasca). De term 'Oursari' wordt reeds genoemd door A. Poissonnier, Les esc/aves tsiganes dans les principautés Danubiennes (paris 1855) 62 . 308. Vukanovic, 'Gypsy bear-leaders', 116. De meeste bereleiders zouden hun beren 'Martin' noemen (Ibidem, 118 en Gjorgjevic, Zigeuner in Serbien, 42). "Djoka" is een Servokroatisch koosnaampje; Nederlands equivalent: "stout aapje". 309. Dit werd ook in Nederland vertoond, zie Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1887) 346. 310. Gjorgjevic, Zigeuner in Serbien, 41. Vrijwel dezelfde kunsten noemt Vukanovic ('Gypsy bear-· leaders', 116), die er nog de volgende aan toevoegt: de beer imiteert een oude slapende man of vrouw door op de grond te gaan liggen en te snurken. 311. Brown, Gypsyfires, 129. 312. Thouvenel, La Hongrie, 234-235; Gjorgjevic, Zigeuner in Serbein, 41 en Vukanovic 'Gypsy bearleaders', 120. Deze laatste schrijft over de gewoonte om de beren op de rug van een patiënt te laten dansen en zo de ziekte te bestrijden (zie ook Starkie, Raggle taggle, 269 en N. Ivanova, 'Dancing bears for entertainment and health', Bulgaria today 34 (1982) 24-25. 313. De eerder genoemde Anspach schreef hierover in 1887 dat in de Neder-Betuwe 'bereleider' met 'kwakzalver' werd geassocieerd. Zijn verklaring was de volgende: "Dit bereleider-kwakzalver heeft misschien zijn grond in dezer landstrijkeren voorwendsel van herkomst uit "heilige oorden", waardoor het genezen van kranken, het heelen van wonden hun gemaklijk van de hand heette te gaan, evenals den wonderdoenden heiligen." ('Hedendaagsche zigeuners' (1887) 357). 314. Arnold, Die Zigeuner, 96. Uitgebreider hierover is Hehemann, Bekämpfung, 210-211 . Als argument werd - in 1928 reeds - niet alleen het gevaar van de beer genoemd, maar ook dat deze dagelijks twee broden zou eten, "voedsel dat zo aan de Duitse bevolking werd onttrokken". 315. Zo schreef de BC te Glanerbrug in zijn brief aan de DsC te Zutphen op 30 augustus 1934 dat de zigeuners, die zich op dat moment in Duitsland bevonden, "circusvoorstellingen" gaven met apen, marmotten en paarden (B:1291) . 316. Vandaar dat Ferguson ('Rudari') ze aanduidt met de term Rudari (Servische 'lepelsnijders' - althans in de winter -). Zie ook Vossen, Zigeuner, 146. 317. Salo en Salo, 'Gypsy immigration', 89. In 1912 hadden de bereleiders per persoon gemiddeld $76 bij zich. 318. Ibidem en Ferguson, 'Rudari'. 319. B:1891. 320. PDAC van 29 juni 1869. 321. B :2042. Het is niet duidelijk ofhet om Belgische dan wel Franse francs ging. Veel maakte dit evenwel niet uit. Vanaf 1867 tot 1914 gold in veel Europese landen namelijk de zogenaamde Latijnse muntunie. Hierbij werd bepaald dat munten een vaste hoeveelheid zilver moesten bevatten, wat onder andere inhield dat de Franse en de Belgische franc evenveel waard waren (nl. ± 48 cent). De 2000 franc van Geergovitch kwam dus overeen met ± f960, - . 322.1869: Groningen (PDAC,17 juni 1869); Amsterdam (TC,26 juni 1869); Assen (PDAC,28 juli 1869); Groningen (PDAC,10 september 1880). 323. AP, 1869, p. 518.
NOTEN BIJ BLADZIJDEN m-
:let eet
lO-
ten eer rd)
'p-
:n-
zien, 4).
lor
ten 'je;
ar-' of
ar:en ng
:let .er n, " : te
;u-
~e-
:lat
let
al-
90-97
259
324. Vergunningen om op te treden in 1869: Meppel (PDAC,22 juni), Gorredijk (PDAC,29 juni) en Donderen, gemeente Vries in Drente (PDAC,9 augustus). 325. Getypte lijst van afgegeven vergunningen door gemeenten in het Museum van de Koninklijke Marechaussee te Buren (doos 'zigeuners'). Deze zit bij brief die in het brievenbestand is gerubriceerd als B:2305. Daarbij moet worden aangetekend dat de lijst niet compleet is. Zo worden tusssen 4 maart en 20 juli 1923 maar twee optredens genoemd. De frequentie ligt dus nog veel hoger: 227 opvoeringen tussen 20 juli 1923 en 20 augustus 1924. 326. Voor deze vergunningen was men leges verschuldigd, die varieerden van 20 cent tot 1 gulden. 327. Geboren in Scodovacea (ten zuiden van de stad Udine) , gelegen in de provincie Triëst, tot 1914 Oostenrijks, maar na de Eerste Wereldoorlog Italiaans. Uit de namen Teodorovic en NediJk blijkt dat we hier zeer waarschijnlijk te doen hebben met Bosnische bereleiders die al vanaf 1870 op gezette tijden in Nederland rondtrokken, toen nog met de Turkse nationaliteit. Zo noemt DiJJmann (Zigeunerbuch, 167-168) eenJohann Nedic, bereleider, geboren in 1876 te Bosnië. Deze was getrouwd metjohanna Georghewitsch (een veel voorkomende naam bij Bosnische bereleiders, ook in Nederland met name in de jaren '70 en '80 van de 1ge eeuw), die in 1886 geboren zou zijn. Zie voor de naam Nedilk ('Nedic') ook Etnoloska crada. 0 Romina-ciganuma u vojvodini (Novi Sad 1979) 383 en Vaux de Foletier (Bohémiens, 131) die als veel voorkomende naam van Bosnische bereleiders nog 'Nedica' noemt. 328. Zie bijvoorbeeld de EC van 18 mei 1871, no. 40. En ook het AP van 1869, p. 518. 329. Zie Crofton, 'Affairs ofEgypt, 1907', 132-133 en idem, 'Affairs ofEgypt, 1908', 287-288. Hij citeert Engelse kranteberichten uit 1907 en 1908 waarin gewag werd gemaakt van groepen Servische bereleiders die zich bekend maakten als respectievelijk 'Gustan Teodorovicks, Nompteue (dompteur?, LL) Animaux Ambulant' en 'Peterie Showman Bossie'. 330. G. Holle, De zoon van den berenleider (Amsterdam z.j. plm. 1920). Hierin figureert geen Bosniër, maar een aan lager wal geraakte zoon van een Duitse graa( 331. AP: 1870, p. 536 en 644-645; 1872, p. 647 en 497-498; 1873, p. 204; 1880, p. 1258; 1881, p. 1661 ; 1883, p. 312-313 en 1410. Zie ook de foto van een bereleidster in 1920 in Mihaly, Strasse, 275. 332. Bercovici, Story, 70. Zie ook Vukanovic, 'Gypsy bear-leaders', 11l. 333. Van de 270 personen uit de bereleidersgroep waren er zes ouder dan 60 jaar (1,5%), tegen 19 van de 347 uit de ketellappersgroep (5,5%). 334. Zie tabel I. 335. Vaux de Foletier, Bohémiens, 134-138 en). van Doveren, Hooggeëerd publiek (Amsterdam/Brussel 1948) 65. Voor de rest moeten we het doen met enige schaarse afbeeldingen. Een van de weinige is een houtgravure van 'Karbina' rond 1860 (vier mannen en een vrouw, een dromedaris, een beer en enkele aapjes, gesitueerd in een berglandschap), waarvan wij alleen over een kopie beschikken. Het origineel was helaas reeds verkocht. Daarnaast is er een foto in een Duitse studie, waarin zij waarschijnlijk ten onrechte als 'Balkanische Zigeuner' zijn aangeduid (Arnold, Fahrendes Volk, 226). Hij geeft helaas geen bronvermelding. 336. Met name door degenen die zigeuners zagen als een soort 'nobele wilden' die door de voortschrijdende beschaving onder de voet gelopen dreigden te worden. Deze denkwijze treft men zowel aan bij goedwillende etnografen (zoals de leden van de Gypsy Lore Society) als bij verstokte racisten als Ritter enJustin. Eerder uitte Günther (Zigeunerpolitik) al kritiek op deze onjuiste, want door feiten gelogenstrafte opvatting (zie ook Acton, Gypsy polities en Okely, Traveller-Gypsies) .
76
:nlse vat tt).
uIi
Noten bij hoofdstuk 4
1. F.C.A. van der Minne, de latere Administrateur voor de Grensbewaking en de Vreemdelingendienst (zie het volgende hoofdstuk), bekleedde deze functie tussen 1894 en 1 juli 1903. Daarna werd
hij benoemd tot DsC te Breda (Museum Koninklijke Marechaussee Buren, persoonsdossier F. C . A. Van der Minne) . 2. Deze zouden respectievelijk op 5 december 1901 en 11 januari 1902 aflopen en moeten dus in september-oktober 1901 zijn afgegeven. 3. In totaal werden over deze zaak tussen 1902 en 1905 hondervijfenzeventig brieven geschreven. DeZe zijn te vinden in het gedeponeerde database-bestand BRIE, door te selecteren op: zaakjaar: 1904 en zaaknum: 1, 2 en 4.
260
NarEN BIJ BLADZIJDEN 97-103
4. B:1638. 5. B:1641. Voor de aanschrijving van de commissaris van de Koningin aan de betrokken burgemeesters in ongeveer dezelfde bewoordingen, zie B:1642/1644. 6. Zie B:1636/1637. 7. B:1635. Provinciaal blad, no. 3. 8. Met de gezinshoofden Flicker, Hellberg, Serveld en Thomas. Afgaande op de aan hen afgegeven reis- en verblijfpassen werden zij voor het eerst in Limburg gesignaleerd in november 1903. 9. B:1626. 10. Nieuwe Koerier, 15-12-1903. 11. Maas en Roerbode, 19-12-1903. 12. De PG was erop attent gemaakt door diverse marechaussee-autoriteiten. Helaas zijn deze rapporten door de commissaris van de Koningin weer naar Den Bosch teruggestuurd. In het maar zeer ten dele bewaard gebleven archief van de PG te Den Bosch zijn ze niet terug te vinden. 13. Respectievelijk B:2314 en 1625. 14. B:2313. 15. B:1625. 16. Maas en Roerbode, 24-12-1902; 14- 12-1903 en 19-12-1903. Limburger Koerier, 12-12-1903; 15-121903; 19-12-1903 en 30-12-1903. 17. B:1652. 18. B:2185 (in zijn overzicht over de werking van de Vreemdelingenwet in het laatste kwartaal van 1903). 19. Zie tabel 5 in bijlage IV. 20. B:2187. 21. Achtereenvolgens van de burgemeesters van Bodegraven, Lexmond, Everdingen, Giessendam, Schoonhoven, Bussum, Culemborg en Vreeswijk (RespectievelijkB: 2263, 2188, 2189, 2262, 2191, 2192,2193 en 2196). 22. Zie paragraaf 2B van hoofdstuk 3. 23. Omdat zijn ressort het enige was dat niet aan België of Duitsland grensde. 24. B:2194. 25. B:2195. 26. De oorspronkelijke circulaire is nog niet gevonden, maar gezien de datum van de brief van de CdK in Overijssel aan de burgemeester van Oldenzaal d.d. 16-9-1904 (B:2290), waarin naar die circulaire wordt verwezen, moet dat enkele dagen na het verzoek van Justitie (8-9-1904) zijn geweest. 27. B:2289. 28. Alleen Adam Otto met zijn gezin reisde al vanaf 1902 door Nederland. De andere drie waren Gottlieb Friedrich Kriegel, Joseph Steinbach enJohann Weiss, allen met vrouwen kinderen. Zij waren voorzien van reis- en verblijfpassen. 29. Zie bv. de Leeuwarder Courant (22 en 23 september 1904) en het Priesch Dagblad (22,23,27 en 28 september 1904). 30. B:2198. 31. Artikel 12 van de Vreemdelingenwet van 1849 bepaalde namelijk dat vreemdelingen die zich hieraan schuldig maakten, konden worden uitgezet. 32. B:2203. 33. B:2206. Deze detachementen waren op 10 oktober, toen de groep zich waarschijnlijk tussen de Duitse plaatsen Weener en Bunde bevond, nog steeds op hun post. Pas toen men er zeker van was dat de groep dieper Duitsland in was getrokken, werd de versterkte grensbewaking opgeheven (B:2209). Zie ook de PDAC van 27-9-1904 en 1-10-1904. 34. B:2207. 35. B:2208. 36. B:2212 . 37. Deze gezinnen hadden tussen 24 en 29 augustus reispassen gekregen van burgemeesters van Nieuwkoop, Weesperkarspel en Zevenhoven (respectievelijk: B:2270, 2272 en 2271) . 38. Dit archief bevindt zich in het Museum van de Koninklijke Marechaussee te Buren. 39. B:2370 en 2371. 40. B:2381. 41. Dit kon volgens artikel 10 van de Vreemdelingenwet.
03
:s-
'en
)r~er
.2-
m, 91,
:IK
.u-
it.
.tt-
:en
:p-
er-
de vas len
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 103-106
261
42. B:2405. 43. B:2399. 44. B:2392. 45. Zie bv. B :2422 (20-10-1904). 46. B:2444. 47. Zie B:2428 (landbouwers roepen de hulp in van de brigade Ossendrecht op 27 oktober); B :2458 (inwoners van Roosendaal willen niets meer met de zigeuners te maken hebben, 25 november) en B:2431 (idem, de burgemeester van Ginneken, 31 oktober). 48. B:2450. 49. B:2454. 50. B :2458. 51. B :2460 en 2461. 52. B:2470 en 2471. 53. C Holmes, 'The German gypsy question, 1904-1906', in: K. Lunn (ed.), Hosts, immigrants and minorities. Historical responses to newcomm in British society 1870-1914 (Folkestone 1980) 134-159, hier 138 e.v. Zie voor de Duitse kant van deze zaak Hehemann, Bekämpfung, 350. 54. Deze naam wordt bij Holmes genoemd ('German gypsy question', 140), maar wordt daar als Ficker gespeld. Deze persoon behoorde ook tot de groep paardenkopers die in 1903 in Limburg rondtrok en in het najaar van 1904 in Noord-Brabant (zie gedeponeerd database-bestand LOW). Daarnaast worden in Engelse bronnen namen genoemd van dezelfde personen als in Brabant rondtrokken (Frans Weirauch, Adolph Friedrich en Carl CG. Hellberg: PRO, Home Office 45 - 10313 124855/6, brief van de Metropolitan police d .d. 2-1-1905). 55. In GARot bevinden zich geen stukken meer over de groep Ficker ofHellberg. Wel wordt er in de zakenindex (Politie 1845-1949, no. 1488) naar verwezen. Deze zijn waarschijnlijk doorgestuurd naar de PG te Den Haag, wiens archief over die periode m.b.t. deze kwestie geen informatie meer bevat. In de index wordt de groep overigens 'eene bende landverhuizers' genoemd. 56. Briefvan de consul-generaal (H.S.]. Maas) d.d . 25-1-1905 no. 481 aan de commissaris van politie Van de metropool (pRO, Home Office, 45 - 10313 - 124855/14). 57. Zie hierover ook nog enige correspondentie in januari 1905 tussen de PG te Den Haag en Justitie (B:1738/1740). 58. B:2399. 59. De brieven die op deze zaak betrekking hebben, zijn: B:l/27, 36, 41, 43/44, 46/48, 50, 54, 57/58, 60/61 , 63, 66/68, 71 en 73. 60. Bedoeld wordt een (vernietigde) brief van Justitie van 22 mei 1909 aan Financiën, waarin wordt geklaagd over de veel te soepele houding van de commies te Baarle-Nassau en nadrukkelijk de circulaire van 1900 in herinnering wordt gebracht. 61. B :1. 62 . Deze beschrijving is gebaseerd op de indexboeken van het archiefvanJustitie (ARAJUST) over het jaar 1909, waarin heel in het kort de inhoud van een drietal brieven is samengevat (afd. 2a, vreemdelingen, no. 2 en 5281 , inv.no: 5957) . De originele brieven zijn helaas verloren gegaan. Het verloop is dan ook niet meer volledig na te gaan, aangezien behalve de eerste drie brieven, ook de zes daarop volgende zijn vernietigd. Zie hiervoor nummer 23 in de index van afd 2c (inv.no 6021) onder 'politie vreemdelingen'. De wel bewaarde brieven beginnen pas op 26 juni. 63. B :3. 64. In het op 26 maart 1867 tussen Nederland en Oostenrijk gesloten verdrag werd namelijk bepaald dat Oostenrijkse onderdanen vrij in Nederland mochten reizen en hun beroep uitoefenen. Bovendien, zo stelde de consul in zijn brief van 10 juli aan Buza, hebben de ketellappers geldige passen en voldoende middelen van bestaan. Om zijn argumenten kracht bij te zetten, besloot hij zijn brief met de opmerking dat "les personnes d'ont il s'agit ont exercé leur métier en Belgique pendant les derniers mois sans avoir donné lieu à aucune plainte et y ont déposé un cautionnement ( = borg, 6 LL) de 5000 francs de sorte qui elles ne paraissent en aucun cas être en état d'indigence" (B:4). 5. Zie B:7,19 en 21. 66. Toen dezelfde groep in augustus naar België werd uitgeleid , werd deze nauwelijks verholen negatieve houding ten opzichte van de zigeuners in kwestie nog onderstreept door de reactie van beide Justitiële autoriteiten. Zo prees de PG te Den Bosch de burgemeester van Roosendaal voor het niet toelaten van de zigeuners in Nederland, waarna ook de minister zijn dank liet overbrengen (B:26) .
262
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 106-111
67. B:23. 68. Zie bv. B:13 en 36. 69. Hoewel men er aanvankelijk van uitging dat het Russische onderdanen waren (zelfs het Russische gezantschap duidde hen aan als "des bohémiens russes"), bleek later uit een brief van de PG te Den Haag dat van de zeven gezinshoofden er 1 was geboren in Hongarije, 1 in Frankrijk, 3 in Servië, 1 in Siberië en tenslotte 1 in Warschau (B:63). Uit het AP van 13 januari 1910 blijkt dat er negen gezinshoofden zijn geweest; zie voor de volledige persoonsgegevens bijlage III, schema 11 (groep 092). 70. B:41. 71. De toedracht is onduidelijk. Volgens de PG zou de burgemeester in eerste instantie geaarzeld hebben de zigeuners toegang te verlenen. Na echter door de PG op de daaraan verbonden bezwaren te zijn gewezen, zou hij hun de toegang hebben geweigerd. Evenwel zou hij later - zonder daarvan mededeling te doen - de groep toch hebben doorgelaten (B:57). 72. Te weten: de DC1, de DsC te Middelburg en de BC te Sluis. 73. B:44. De exacte datum van het telegram is onbekend, maar het moet tussen 15 en 19 oktober 1909 zijn verstuurd. 74. B:46. 75. Zo zag de burgemeester van Den Haag in november geen termen aanwezig om de verleende vergunning in te trekken (B:48) en moest zelfs Justitie later toegeven dat hun verblijf niet tot klachten aanleiding gaf en dat zij in staat waren in hun onderhoud te voorzien (B:61) . 76. Mogelijk heeft in deze kwestie het feit dat de zigeuners onder de rook van het departement waren gelegerd nog een bijkomende rol gespeeld. Dit zou voor Justitie een extra stimulans geweest kunnen zijn om hen zo snel mogelijk kwijt te willen raken. 77. B:50. 78. Op grond van het feit dat zij geen reis- en verblijfpas hebben (art. 9 van de Vreemdelingenwet). 79. Blijkens B:3147. 80. B:3146. 81. B:3148. 82 . B:54. 83. Dit verzoek kwam overigens niet alleen voort uit humanitaire overwegingen; ook de relatie met het Russische consulaat was in het geding, zoals blijkt uit het slot van de brief, waarin de minister, A. L. de Marees van Swinderen, schreef: "Aangenaam zoude het mij zijn indien, zoo geen overwegende bezwaren zich daartegen verzetten in deze aangelegenheid welwillendheid jegens de Russische legatie zoude kunnen worden betoond." (B: 54). 84. Zie: B:58. In gelijke bewoordingen liet hij zich twee dagen later uit in een brief aan dezelfde PG (B:61). Justitie gaf hierin tevens toe, dat gebleken was dat de zigeuners in hun levensonderhoud konden voorzien. 85. B:60. 86. B:47. 87. B:66. Op grond van artikel 9 van de Vreemdelingenwet. Omdat de burgemeester van Sluis hun geen reis- en verblijfpas had afgegeven, had er geen formele toelating plaatsgevonden. 88. B:67. 89. B:68. 90. B:74/83. Om wat voor een groep het hier gaat, valt uit de briefwisseling niet op te maken. De pG te Den Bosch verklaarde dat de zigeuners geen nationaliteitsbewijzen hadden en vaststelling daarvan dus onmogelijk was (B:79). Naspeuringen in het AP hebben hier verder geen licht op kunnen werpen. Zeer waarschijnlijk waren het Franse eniofDuitse paardenkopers. 91. B:74. 92. B:75. 93. B:77. 94. B:78. 95. B:83. 96. B:80. 97. De eerste zaak speelde zich voornamelijk afinEijsden in de maanden april, mei enjuni (B: 87/103, 105/106,108,110,114, 1656, 1658/1665 en2317/2344). De plaats van handeling van de tweede zaak was Zundert (NB), in de maanden juli en augustus van 1912.
'-
II
he en ië, 'en ep
b-
en
an
)9
r-
~n
t).
et
:r,
i-
G Id
.n
n
3, k
--- -
._----~----
NOTEN BIJ BLADZIJDEN I1I-I17
263
98. Voor het merendeel waren het andere paardenkopers dan in 1902-1904, met uitzondering van: W. Friebenhauser en gezin; Frans Annies/ Weirauch met gezin en Gustaf Adolf Seefeldt. 99. B:87. Zie ook B:2504, waarin werd vermeld dat F. Corret ook al in 1909 in Willemstad was geweest. 100. B:91 en 92. 101. B:2321. 102. B:2318. 103. B:2319. 104. Zoals blijkt uit de brieven B: 95, 97/98 en 100. 105. B:95. 106. In Limburg op 3 mei 1912 (B:2323), daartoe aangezet door de PG te Den Bosch in B:2322. En in Noord-Brabant op 20 mei (B:1662). In die van de CdK van Noord-Brabant werd verwezen naar de provinciale circulaires van 12 december 1903 (B:1652) en die van 24 augustus 1910 (B:1655). 107. B:102. 108. B:105. Zie voor de volledige tekst bijlage 11,4. 109. B:114. 110. Namelijk die van Wamel, Geldermalsen en Buren. 111. Hiervoor had Justitie reeds herhaaldelijk gewaarschuwd. In de Staatscourant van 8 mei 1850 (no. 109) werd verboden om binnenlandse paspoorten (geldig voor een jaar) uit te reiken met de bedoeling deze als reis- en verblijfpassen te doen gelden (zie ook het Algemeen Politieblad van 1852 (p. 181-182 en 241) en 1863 (p. 524-525)). Voorts in circulaires van de minister van Justitie: 26-3-1850 (no. 101); 19-3-1852 (no. 151); 19-4-1852 (no. 164) en 22-7-1863 (no. 122). De PG te Den Bosch vermoedde dat dit oneigenlijk gebruik op grotere schaal voorkwam (B:2341) . 112. B:2342. 113. Naast de houding van de burgemeester van Eijsden was die van de burgemeester van Zevenbergen duidelijk negatief. Hij adviseerde de inwoners van zijn gemeente op 1juni 1912 aan zigeuners niets te verkopen of van hen te kopen (B: 106). 114. B:47, 88/90, 107, 125/128, 130, 144, 1610, 1658/1660 en 3065/3066. 115. B:87. 116. Ibidem. 117. Hij gaf op 22 mei 1911 een binnenlands paspoort af aan Frans Annies met zijn vrouwen vijfkinderen en aan Karel Kaskowie met vrouwen 3 kinderen (B:88). 118. B:99. 119. B:1665. 120. B:1664. 121. B:92. 122. In totaal werden voor de reconstructie van deze zaak 104 brieven gebruikt. Bijna driekwart werd gevonden in het archief van de DsC Breda, aanwezig in het dossier 'Zigeuners' van het Museum van de KM te Buren, de rest in ARAJUST. Voor een volledige verwijzing raadplege men het gedeponeerde database-bestand BRIE, door te selecteren op zaakjaar = 1912 en zaaknum = 3. 123. B:2472. 124. B:2481. 125. Zoals al het geval was in Dinteloord. 126. B:2479. 127. B:139. 128. B:124. 129. B:lll. 130. B:123 en 2501. 131. Zie B:2532/2533. 132. B:138. 133 13 ' Zo. als de burgemeesters van Rucphen en Hoeven (B:2480). 4. ZIe respectievelijk B:2498; 118 en B:2477; 2478. 135. B:116 136. Peel- ~n Kempenbode, 8-10-1904 .
264
NarEN BIJ BLADZIJDEN 117-121
137. Waarbij moet worden aangetekend dat zowel in 1914 (ARAJUST, Verbalen, index afdeling 2C, no. 6062, Varia no. 31) als in 1917 (ARA]UST, index 2A, no. 14788, Varia no. 814) stukken over zigeuners zijn vernietigd. 138. Zie respectievelijk de foto's van Lowara met bijschrift in het geillustreerd weekblad 'Pak me mee' (no. 48, 27 februari 1915) en het artikel in De Avondpost (avondeditie, eerste blad, maandag 27 augustus 1917, no. 9938) . 139. Zie B:180/181. 140. 1910: B:74 en 1654; 1912: B :106 en 149; 1914: B:174, 176, 179 en 165; 1916: B:182 ; 1917: B:190 en 192; 1918: B:l93/194, 198,2011205,1667,1684,1687 en 1707; 1920: B:215, 217 en 219; 1921: B:222; 1922: B:226. 141. De 'Vereeniging tot Behartiging van Gemeentebelangen' gevestigd te Geldermalsen (B:149). 142. B:149. Het betreft hier zeer waarschijnlijk de verandering in de politieverordeningen in Pruisen, die vanafl juli 1912 het in 'benden rondtrekken' (meer dan een gezin) van zigeuners en naar zigeuneraard rondtrekkende personen verboden (zie Höhne, Vereinbarkeit, 116-119). 143. Dit is vergelijkbaar met het onderzoek dat in 1901 werd ingesteld naar aanleiding van de klachten van een aantal inwoners van Duivendrecht over de overlast van 'kermiswagens'. 144. B:152. 145. B:150. 146. Te weten: de DsC Rijksveldwacht (B:153) en de PG te Arnhem (B:154). 147. Met informatie over de beschuldigde groepen is men evenmin erg scheutig: namen of nationaliteit worden in geen enkele brief genoemd, terwijl ook de groepsaanduiding ('woonwagenbewoners' (17x), 'zigeuners' (13x)) niet veel opheldering verschaft. 148. B:205. 149. P.226. 150. Zie voor hun herkomst en verblijf in Nederland paragraaf3 van het vorige hoofdstuk. In totaal ging het hier om 2 mannen, 2 vrouwen en 4 kinderen, benevens 1 woonwagen, 2 paarden, 3 beren en 2 apen (B:553). 151. Zie B:3063 en 3064. 152. Respectievelijk B:554 (28 juli) en B:1736 (7 augustus). 153. Op 29 september 1923 (B:2307). Bij zijn brief voegde de BC een lijst van door 42 Nederlandse burgemeesters afgegeven vergunningen aan Sariche en Sodorowitch, nu Teodorowitsch genoemd, om met hun beren en apen op te treden. 154. B:2308. 155. B:2309. De circulaire van de CdK van Noord-Brabant aan de burgemeesters werd niet aangetroffen, maar deze moet tussen 1 en 20 oktober 1923 zijn uitgegaan. Dit blijkt uit de brief van 20 oktober 1923 van de DsC Breda aan de DCL In deze brief vroeg deDsC bovendien om een landelijke circulaire. 156. Voor Italianen werd het visum in 1923, voor Duitsers in 1926 afgeschaft: 1. DeJong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog 1 ('s-Gravenhage 1969) 493. 157. B:553. Hij beriep zich op artikelS van de Vreemdelingenwet van 1849, waarin werd bepaald dat "de toelating van vreemdelingen geschiedt met uitreiking van een reis- en verblijfpas door het hoofd van politie." Een voorschrift dat door de praktijk allang was achterhaald en vrijwel niet meer werd toegepast. 158. B:556. 159. De brief vanjustitie waarin Biza werd gevraagd de CdK's aan te schrijven, d.d. 7 maart 1924, nO. 744, is vernietigd in het archief van Justitie op het ARA, maar wordt wel vermeld door Sijes e.a., Vervolging, 15 noot 3. In dit schrijven aan Biza merkte Heemskerk op "dat Italianen weliswaar geeo visum nodig hadden, maar dat zij, wanneer zij uit hoofde van de openbare orde ofveiligheid ongewenst waren, wel uitgeleid konden worden". 160. Groningen, Drente, Overijssel, Gelderland en Limburg (B:551, zie bijlage 11 voor de volledige tekst). Later, op 16 oktober, werd deze circulaire aan alle CdK's gestuurd en in zoverre gewijzigd dat niet alleen meer gesproken werd van zigeuners die vanuit Duitsland Nederland binnenkwamen, maar over alle vreemdelingen die in troepen reisden (B:1649). De laatste circulaire werd ook afgedrukt op de voorpagina van De Gemeente-SLem van zaterdag a november 1924 (no. 3815). 161. Door de meeste CdK's op 21 augustus 1924 (zie bv. B:1645 en 2345). In de N.R.C. werd de tekst op 27 augustus 1924 afgedrukt.
------
-
-
-
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 121-126
265
162. B:2305. 163. B:2312. BC Papendrecht op 29 augustus 1924 aan de DsC te Breda. 164. 8:2304. 165. B:2306. 166. B:1462 en 1463. 167. Volgens verklaring van de aangehoudenen. Van de negen in Nederland geborenen konden zij van vier kinderen de geboortebewijzen tonen. Alle ouders, behalve Van der Meulen, waren in het buitenland (Frankrijk, Duitsland, Zweden) geboren. 168. B:585. 169. B:586. 170. Zie A. Dercksen en 1. Verplanke, Geschiedenis van de onmaatschappelijkheidsbestrijding in Nederland 1914-1970 (Amsterdam 1987) 14 en 19. 171. Ibidem en A. de Regt, Arbeidersgezinnen en beschavingsarbeid. Ontwikkelingen in Nederland 1870-1940 (Meppel 1984). 172. De Gemeente-Stem, 1902, nummers: 2623, 2625, 2627, 2652, 2655 en 2666. 173. Overigens zien we niet alleen in de gemeenten en bij Justitie een toenemende aandacht voor het nieuwe fenomeen der woonwagenbewoners, ook in tijdschriften en andere publikaties worden vanaf 1900 regelmatig artikelen aan deze 'nomaden' gewijd. Zie bijvoorbeeld E. van Gendt, 'Woon- ofkermiswagens', Eigen Haard 34 (23 augustus 1902) 536-537; H. Tiesing, 'Iets over den scheper en de schapenhouderij', Vragen van den dag 16 (1901) 127-144 en idem, 'Reizende lieden of scharenslijpers in Drenthe' Vragen van den dag 17 (1902) 191-207 en A.F. van Beurden, 'Zwervers', Buiten (21 maart 1908) 142-143. Ook de bevolking van de vele volkslogementen die Nederland rijk was, kreeg (negatieve) aandacht: A. van Nancy, De nomaden van Nederland; onthullingen uit het leven der rondreizende kooplieden alias venters en bedelaars (Geertruidenberg 1902). 174. Zie hiervoor de brieven B:2183/2184 en 2186. 175. B:2183. Zie hiervoor ook De Gemeente-Stem van 17-1-1903 (no. 2677) en 14-2-1903 (no. 2681). 176. Geciteerd in De Gemeente-Stem van 17-1-1903 (no. 2677). 177. Zie hoofdstuk 3. 178. De Gemeente-Stem, 14-2-1903 (no. 2681). 179. De reconstructie van de totstandkoming van de wet van 1918 en de bemoeienis van de diverse verenigingen van burgemeesters en secretarissen is, tenzij aangegeven, gebaseerd op: Verslag der staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 22 september 1903, no. 51. Bedelarij en landlooperij, Woonwagens en woonschepen, habitueeIe dronkenschap ('s-Gravenhage 1913) p. 93 e.v. Voor een globale beschrijving zie 1. de Goei, 'Lau Mazirel en de woonwagenwet van 1968', in: P. Hovens en R. Dahler (eds.), Zigeuners in Nederland: cultuur, geschiedenis en beleid (Nijmegen/Rijswijk 1988) 145194, hier 147-150. 180. Mededeelingen van de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen, 1903,25. 181. Verslag Staatscommissie, p. 93. 182. Dat overigens pas in 1913 werd gepubliceerd. 183. Zie de Memorie van Toelichting op het ontwerp van wet, 22 nov 1912, in: Handelingen van de beide kamers der Staten-Generaal, zitting 1912-1913, deel 6, bijlagen Tweede Kamer, p. 1-199; no 3 van 194, p. 1-2. 184. In 1914 vluchtten zo'n 900.000 Belgen. De meesten keerden na korte tijd weer terug, maar een niet onaanzienlijk deel (50 à 100.000 burgers en 35.000 geïnterneerde militairen) bleef tot na de 1 oorlog in Nederland (Lucassen en Penninx, Nieuwkomers, 38). 85. De Wet Toezicht Vreemdelingen van 17 juni 1918 (Staatsblad, no. 410) en het bijbehorende Vreemdelingenreglement (Staatsblad, no. 521) en de Wet op de Grensbewaking van 10 januari 1920 (Staatsblad, no. 11). 186. Het bureau stond los van het departement (gehuisvest op het Plein 2) en was te Den Haag te vinden op de volgende adressen: 1920-1927: Van Irnhoffplein 12 (bureau vreemdelingendienst) en Joan van Hoornstraat 1 (bureau grensbewaking); 1927-1929: Joan van Hoornstraat 1 (grensbewaking en vreemdelingendienst); 1929-1932: Binnenhof 4; 1932-1935: Binnenhof 20; 1936-1939: Nassau van Zuilenstraat 11 (Staatsalmanak, 1920-1939). Bij deze bureau's werkten in de jaren twintig 4 à 6 ambtenaren (zie de Staatsalmanak, onder Rijkspolitie). 187 B··h • l:J et verlaten van Nederland moest deze kaart weer worden ingeleverd en opgestuurd naar de IKM. Deze kon zo een Centraal Register van identiteitskaarten opbouwen.
266
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 128-132
188. Na zijn verkiezingsnederlaag in 1905 trad Kuyper af als minister-president en ondernam hij een reis van negen maanden rond de Middellandse Zee. Behalve over zigeuners is in dit werk ook een antisemitisch getint hoofdstuk over 'Het Joodsche probleem' te vinden. Zie hiervoor I. Schöffer, 'Abraham Kuyper and theJews', in: I. Schöffer, Veelvormig verleden, zeventien studies in de vaderlandse geschiedenis (Amsterdam 1987) 159-170. 189. Zijn visie kleurde tot in dejaren vijftig de lemma's over zigeuners in de christelijke en katholieke encyclopedieën (Willems en Lucassen, 'Beeldvorming', 15). Ook de belangrijkste marechausseeauteur die over zigeuners schreef (Van Alphen, Zigeunerprobleem) baseerde zich o.a. op Kuyper. 190. p. 168-169. 191. Respectievelijk p. 221 en 235. 192. P. 238. Zie ook de opmerking van Schöffer ('Abraham Kuyper', noot 6). 193. ARAJUST, Wettendossier 262, 1911-1913, stuk gedateerd 11 oktober 1913. 194. Zie Arnold, Die Zigeuner, 84-86; Vossen, Zigeuner, 143;]. Yoors, 'A Lowari tale',JGLS 25 (1946) 3-22, idem, 'Lowari law andjurisdiction',JGLS 26 (1947) 1-17, idem, Wij zigeuners en WeltzeI, 'Gypsies ofCentral Germany'. De laatste noemt hen ook wel 'Ungri', naar het vermeende land van herkomst, Hongarije. Ook in Nederland werden (en worden) ze wel 'Hongaren' genoemd. Zie bv. H. van Aalst, Onder martieners en bietsers. Een zwerversleven (Amsterdam 1975) 192-193, die er zowel de vertinners als de paardenhandelaren onder rekende. 195. Uitleidingen van paardenkopers werden op de volgende twee data aangetroffen: 10 juli 1912 te Ginneken (B:I13) en 29 januari 1919 te Groningen (AP,B21). Ná 1928 werden het er meer: 4 februari 1929 te Baarle-Nassau (B:287); 25 februari 1929 te Achtmaal (B:781); 4 maart 1929 (B:781); 25 maart 1929 te Zundert (B:776); 19 april 1929 te Eersel-Postel(B:816); 24 augustuS 1931 te Philippine (B:1129); 11 januari 1932 te Venlo (B:1160). 196. Aan de hand van deze correspondentie is het mogelijk meer inzicht te krijgen in deze groep. In de periode 1902-1940 werden in totaal 1103 namen gevonden, waarvan na eliminering van de doublures (sommige personen komen wel twintig keer voor) 394 individuen overbleven (zie het gedeponeerd database-bestand LOW). 197. Zie voor de belangrijkste geboortelanden van Lowara bijlage IV:2, grafiek 2 . 198. Josef, Erzherzog, 'Mitteilungen über die in Alcsuth angesiedelten Zelt-Zigeuner', Ethnologische Mitteilungen aus Ungarn III (Budapest 1893) 3-8, hier 4; EG. Ackerley, 'A Lovari vocabulary',jGLS 11 (1932) 124-186, hier 126; K. Erdös, 'A classification of gypsies in Hungary', Acta Ethnographica Academiae Scientiarum Hungaricae VI (1958) 449-457 en C. Mayerhofer, Dorfzigeuner. Kultur und Geschichte der Burgenland-Roma von der ersten Republik bis zur Gegenwart (Wien 1987). 199. Ficowski, Cyganie, 69-70 en Kaminski, State qf ambiguity. 200. Mayerhofer, Dorfzigeuner, 119. Volgens haar spraken de Lowara die aan het einde van de 1ge eeuw in het Hongaarse deel van Burgenland verschenen, zeer goed Duits. H.T. Crofton ('Affairs of Egypt, 1892-1906',jGLS 1 (1908) 4, 358-384, hier 378) zegt over de Lowara-groep die in 1906 in Groot-Brittannië verbleef dat de ouderen Hongaars spraken, maar de jongeren alleen Duits. Ook volgens Yoors ('Lowari law', 1-2) moeten de Lowara geruime tijd in Duitsland hebben vertoefd. 201. Kaminski, State qfambiguity, 156-157. Deze auteur noemt helaas geen bron. Dit komt overeen met de informatie van Heymowski, volgens wie het 'zigeunerprobleem' in Zweden, net als in Nederland, pas aan het einde van de 1ge eeuw werd herontdekt (Swedish "travelIers', 19 e.v.). 202. B:2388. 203. Zie Arnold, Die Zigeuner, 86 en WeltzeI, 'Gypsies ofCentral Germany', 105. De eerste noemt de namen Trollmann, Winter, Laubinger, Krause, Lottmann, Rose, Franz, Schütt en Strauss. Toen dit in 1939 aan het licht kwam, werden zij in het Duitse Rijk allen statenloos verklaard (ArnoJd). 204. Reichs-Gesetzblatt, 1896, p. 746, II A4 ('Ausfuhrungsbestimmungen zur Gewerbeordnung fur das Deutsche Reich' van 27 november 1896). Zie ook Höhne, Vereinbarkeit, 104; Strauss, 'Zigeunerverfolgung' (Magisterarbeit) 43-44 en Hehemann, Bekämpfung, 260. 205. Ackerley, 'Lovari vocabulary'. Daar komt nog bij dat de onderling gebruikte voornamen van deze 'verduitste' Lowara duidelijk afwijken van die van autochtone Duitse zigeuners en als typisch 'Lowara' worden beschouwd. Zie hierover]. Yoors, Een volk op doortocht. Zigeuners tijdens de 2e wereldoorlog (Amsterdam 1981). 206. De enige aanwijzing dat er ook al vóór 1900 Lowara in Nederland waren, vormt de uitwijzing van de paardenhandelaren Deickon (waarschijnlijk een verbastering van de veel voorkomende
--
- -----
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 132-138
267
Lowara-naam Taikon) , Jörinke en Pombola in 1886 en 1888 (AP 1886, pp. 1667 en 1976 en AP 1888, p. 618). Bovendien gaf een rwaalftal personen op vóór 1900 in Nederland te zijn geboren, hoewel daar in geen van de gevallen zekerheid over bestaat. 207. De belangijkste familie zijn de PetaIo's ('hoefijzer', Yoors, Wij zigeuners, 54). Na de Tweede Wereldoorlog werden zij door welzijnswerkers ook wel de 'Hongaren' genoemd. Zie hiervoor stukken van de 'Werkgroep Zigeunerzorg' van het Landelijk Woonwagenwerk (LWW), die de Nederlandse zigeuners in drie groepen verdeelde: 1) de Basili's, 2) de Hongaren (petalo en Westhiner) en 3) de Steinbachers (alle overige families). Bron: Archiif van het LWW in het KDC te Nijmegen (Doos : O.v. Zig.l). 208. G.H. Tillhagen, 'Gypsy clans in Sweden',jGLS 28 (1949) 1-16; 119-134, hier 119-128 en]. Miskow, 'Tent-Gypsies in Denmark',]GLS 6 (1912) 61-62. 209. Tillhagen, 'Gypsy clans', 4-5. 210. B :2530. 211. De enige door mij geverifieerde inschrijvingen zijn die vanjan Petalo op 11 april 1910 in Zuilen (B:756) en die van Punca en Zurka Plato op 4 november 1913 in Apeldoorn. 212 . Zie respectievelijk Tillhagen, 'Gypsy clans', 3-4 en]. Miskow, 'Gypsies in Sweden and Denmark', ]GLS 8 (1929) 132-140, hier 137. 213. De Westhiners. Worden ook beschreven in de romans van Yoors (Wij zigeuners en Volk op doortocht) . 214. Zie bijlage IV:1. 215. Zie Gotovitch, 'Quelques données'. Hij noemt de familienamen Peterbost (Boudin), Taicon, Annies, Modeste, Toloche, Maitre, Vadoche, Karoly, Gorgan, Modis, Galut, Gzardas, Bourquin en Keck (p. 165 noot 24). Het zijn deze namen die tussen 1928 en 1940 steevast worden genoemd in de brieven, wanneer het gaat om door de Nederlandse marechaussee aan de Belgische grens geweigerde zigeuners. Zij hebben zich nooit in Nederland gevestigd en zijn in de Tweede Wereldoorlog via het Belgische verzamelkamp Malines (Mechelen) naar Auschwitz gedeporteerd (Ibidem, 175 e.v.). Zie voor de Belgische situatie ook de interviews met Alfred Grünholz en de heer Modest: E. van Thiel, 'Familie Grünholz dook met wagen en al onder op boerderij', 0 Drom 1 (maart 1989) 5-8 en]. Tanja en F. Mols, 'België is woonwagenbewoners liever kwijt dan rijk', O'Drom 1 (maart 1989) 28-29, hier 29. Op deze kwestie wordt in hoofdstuk 6 uitgebreider ingegaan. 216. Maas en Roerbode, 24-12- 1902. 217. Zie eenzelfde ansichtkaart in B.]. Gramer von Baumgarten, Drachten in oude ansichten (Zaltbommel 1971) 54; daar getiteld: "Zigeunerkamp te Drachten, op 20 september 1904." 218. Een aantal hiervan is reeds gepubliceerd, maar daar onjuist gedateerd als '1917': K. Nieuwenhuizen, Henri Berssenbrugge. Straat- en landleven 1900-1930 (Amsterdam 1976) 148- 159. Veertien foto's van deze groep zijn te vinden in het foto-archief van het Nationaal museum voor volkskunde te Arnhem (NMVA): AA 45638 tot en met AA 45651. Alle zijn gedateerd 'ca. 1900 bij Tilburg'. Een ander gedeelte, 18 foto's, bevindt zich in het Prentenkabinet Leiden (Bers. 190). Hier zijn de meeste 1903 of 1904 gedateerd, met als plaatsaanduiding 'Zigeunerkamp te Tilburg'. Het laatste jaar komt overeen met de informatie over de groep paardenhandelaren die in het najaar van 1904 door Noord-Brabant trok. Van rwee van deze achttien (Zie I Bers 190,2665.1005 en I Bers 19027 65.1006) bevindt het origineel zich in het NMVA, onder de respectieve nummers AA 45647 en AA 45638). 219. Pas in dejaren dertig, toen de Lowara definitief het zigeunerstempel kregen opgedrukt, herleefde de belangstelling enigszins (zie artikelen in Het Leven van 15 december 1928, no. 50 en foto's in Het Nieuws van de Dag van 8 december 1936). 220. B :2573. 221. Zie in chronologische volgorde AP,B21, B:2584, 591 , 1466,650,289, 816,819,1130, 1140, 1160, 2 1165 en 1227. Zie ook Beckers, Me hum Sinthu, 35 en 58. 222. In 1932 (B:1160). 23. Runa Petalo in 1928 (B :630). 224. Zie B:87, 2472, 2480, 1162 en 1213. 225. B:2135. 226. 1904: B:2185, 2202, 2203, 2381 en 2404. De Leeuwarder Courant van 22 september 1904 schrijft 22 dat de vier zigeunergezinnen in Drachten een bedrag vanf1500, - toonden. 7. B:99. Zie ook B :87, 2472 en 1754.
268
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
138-144
228. B :193. Dit komt overeen met overigens fragmentarische informatie over 'zigeunerpaardenhandelaren' in Ostwestfalen- Lippe, die rond 1910 als 'rijk' werden getypeerd: K . Bott-Bodenhausen en H . Tamrnen, Erinnerungen an UZigeuner ~ Menschen aus Ostwesifalen-Lippe erzählen VOn Sinti und Roma (Düsseldorf 1988) 12. Zie ook Hehemann over Lowara rond 1904 (Bekämpfung, 158). 229. W.H. ten Hoet Parson, 'Bij de zigeuners', Brabantse Folklore 19 (1939-1940) 108-113, hier 108. 230. Zie T.c. Barker, 'The delayed decline of the horse in the 20th century', in: EM.L. Thompson (ed.), Horses in European economic history. A preliminary canter (Leeds 1983) 101-112 en W. Slob, Het
paard in de landbouw. Geschiedkundige beschouwing van de rol, welke het paard in de landbouw tot dusverre vervulde (Doetinchem 1967) 110-111. 231. Het aantal door paarden getrokken voertuigen in Engeland bedroeg in 1922 nog 237.000, maar zakte in 1929 naar 66.000 en in 1937 was dat nog maar 12.000 (Barker, 'Delayed decline', 109).
232. Ibidem, 110. 233. Historisch onderzoek naar de paardenhandel in Nederland in de 1ge en 20e eeuw staat nog in de kinderschoenen. Er zijn alleen enkele korte monografieën en spaarzame mededelingen voorhanden: J. L. Postema, Geschiedenis en ontwikkeling der Purmerender markt (purmerend 1940); K . Brok, 'De Norger en Rolder paardenmarkten', De Nieuwe Drentse Volksalmanak (1940) 100-106; H . Bulten, 'Over de paardenmarkt te Beusichem', Neerlands Volksleven 28 (1978) 192-196; W. H. Vermooten, 'Schets van de geschiedenis van het Utrechtse marktwezen in de 1ge eeuw',Jaarboekje van OudUtrecht (1933) 157-194, hier 179; R. Smit, Dejaarmarkten van Dwingelo (Meppel 1975) en Slob, Het paard in de landbouw, 168 e.v. 234. Bijlage IV:4, tabel 8. 235. Zoals de beroemde markten in Valkenburg aan de Rijn, Goor en Voorschoten. 236. Tenzij anders vermeld, is voor informatie over specifieke paardenmarkten in Nederland geput uit: 'De Nederlandse paardenmarkten', Het Paard (1910) no's. 71, 72 en 73. 237. Gebaseerd op gedeponeerd database-bestand Paard. 238. Volgens de Veenman's Agrarische Winkier Prins (Wageningen 1954) is de hit "een klein soort paard met een schofthoogte van 130-150 cm", oorspronkelijk afkomstig van Hitland, een van de Schotse eilanden, waar vroeger kleine paarden werden gefokt. In Nederland werden ze niet gefokt, maar ingevoerd, vooral uit Polen, Litouwen en Rusland. 239. Zie bv. Het Paard, 14-3-1919 onder de rubriek 'Handelsgedeelte'. 240. Afgezien van de in bijlageIV:4 (tabel 7) genoemde steekjaren heb ik alle jaren tussen 1910 en 1920 doorgenomen. In dertien gevallen werd over zigeuners gesproken: 21-2-1913 no. 8; 28-3-1913 no. 13; 31-10-1913, no. 44; 18-9-1914, no. 38; 2-10-1914, no. 40; 22-1-1915, no. 4; 5-3-1915, no. 10; 2-3-1917, no. 9; 25-5-1917, no. 21; 6-7-1917, no. 27; 14-12-1917, no. 50; 22-2-1918, no. 8; 24-1-1919, no. 4. In het Paard van 18-6-1925 wordt gesproken over 'Hongaarse kooplieden', maar het is niet duidelijk of het hier om Lowara gaat. 241. Specifieke gegevens over soorten en aantallen zijn uitermate schaars. Alleen op de markt van 6 en 20 april 1925 werd het aantal hitten genoemd (resp. 300 van de 700 en 300 van de 750) . Voor het overige moeten we het doen met vage aanduidingen als "ruime handel" en "veel hitten". 242. Namen van handelaren werden niet genoemd. Op grond van de eerste onderzoeksresultaten van het promotie-onderzoek naar de geschiedenis van woonwagenbewoners in Nederland (door Annemarie Cottaar, werkzaam bij het Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen te Leiden en gefinancierd door NWO) lijkt het erop dat zij zelden in paarden handelden. Hoewel deze gegevens alleen op Overijssel betrekking hebben, en in andere provincies (zoals in ZuidHolland) wellicht meer woonwagenbewoners in paarden handelden, is het waarschijnlijk een minderheid geweest. Vandaar dat wij aannemen dat het bij de in Het Paard genoemde zigeuners niet om Nederlandse woonwagenbewoners, maar voor het merendeel om Lowara ging. 243. B:194. 244. Het Paard, 14-12- 1917, no. 50. 245. Zie B :2573. 246. Het Paard, 22-2-1918, no. 8. 247. B:87. Zie ook B:2318. 248. Op afbeelding 9 is er links één te zien en ze worden ook beschreven in het bericht uit de Leeuwarder Courant van 22 september 1904. 249. Beckers, Me hum Sin/hu, 34-35. Dit fragment slaat op de jaren dertig (± 1935/1936). Zie voor de dagelijkse praktijk ook B:1473 (1928).
-
-._---
NorEN BIJ BLADZIJDEN 144- 147
269
250. Zie bijlage IV3. 251. Zie Crofton ('Affairs of Egypt, 1907', 133). Hij noemt hier i.v.m. paardenmarkten in NoordFrankrijk in 1907 de Lowara- namen Miloche en Gorgan. 252. Deze gegevens komen overeen met de bewering van Gotovitch ('Quelques données', 164-165) dat de belangrijkste markten naast Brussel (in de Nederlandse bronnen niet genoemd), Hasselt en Antwerpen waren. Zie ook Van Thiel, 'Familie Grünholz' en Tanja en Mols, 'België'. Onderzoek in die landen zou meer licht kunnen werpen op de handelsactiviteiten van de Lowara, maar vooralsnog vallen deze buiten ons gezichtsveld. 253. Zie bijlage rvs, tabel 12. Volgens Mayerhofer, die het functioneren van Lowara inhet Oostenrijkse Burgenland heeft beschreven, bezaten de handelaren zelfs tussen de drie en twaalf paarden (Dorfzigeuner, 119). 254. Zie bijlage rV:5, schema 23. 255. Met name de Duitse literatuur vanaf het einde van de 18e eeuw benadrukte dit keer op keer (zie Willems en Lucassen, 'Beeldvorming', 28-29). 256. Zie hiervoor Günther (Zigeunerpolitik, 31-32), die een conflict beschrijft tussen zigeuners en de organisatie van Hannoveraanse paardenhandelaren in 1911. Deze drongen er bij de overheid (de 'Regierungspresident') op aan de concurrentie van zigeuners aan banden te leggen, aangezien deze er alleen maar op uit zouden zijn de kopers te bedriegen. Hoewel de autoriteiten het erover eens waren dat zigeuners alom als 'oplichters' bekend stonden, gingen zij toch niet over tot een verbod, maar beperkten zij zich tot voorlichting aan het publiek. Ook Hehemann (Bekämpfung, 203) maakt gewag van de (onsuccesvolle) pogingen injuli 1925 van de "VereinRheinisch-Westfàlischer Pferdehändler" om zigeuners uit te sluiten. 257. Het enige artikel dat hierop betrekking had, werd aangetroffen in de Katholieke Illustratie; een zigeuner (cigo) probeerde daarin eenjood een paard aan te smeren. Het ging hier echter om een oorspronkelijk Hongaars verhaal van de humorist Maurus Jokai. Overigens begon het artikel met de algemene stelling dat "volgens menschen die het weten kunnen er bijna nergens zooveel bedrog wordt gepleegd als bij den paardenhandel": 'Slimme paardenkoopers', Katholieke Illustratie 32 (1898-99) 271. 258. Zie zijn eigen verklaring, gedateerd 25 juli 1912 (B:2505). 259. Zie B:1213 (1933). 260. B:1466 (1928). Dit werd bevestigd door Oemai Demestre, echtgenote van een paardenhandelaar (Interview op 12-9-1988 op het Hoppeven te Veldhoven). Ook 'kaartleggen' werd als beroep genoemd (B:634). 261. Van Aalst, Martieners, 195. 262. Yoors, Wij zigeuners; idem, Volk op doortocht en M. Lakatos, Bitterer Rauch (Stuttgart 1979). 263. Zie bv. Miskow, 'Tent gypsies', 62 en Tillhagen, 'Gypsy clans', 121. 264. Zie hiervoor M . Emerit, Les paysans roumains depuis Ie traité d'Andrinople jusqu'à la libération des terres (1829-1864). Etude d'histoire sociale (paris 1937) 354-355 en E. Thouvenel, 'La valachie en 1839', Revue des deux mondes 6 (Bruxelles 1839) 474-500, hier 483 en 492. 265. M. von Kogalnitchan, Skizze einer Geschichte der Zigeuner (Stuttgart 1840, Ie druk Berlin 1837) 17-19 en G. Potra, Contributiuni la istoricul tiganilor din Romania (Bucuresti 1939) 360. 266. Ficowski, Cyganie, 69-70. Dit komt overeen met de bewering van Mayerhofer (Dorfzigeuner, 3435) dat bij een Hongaarse conscriptie in 1873 reeds sprake was van Lowara-paardenhandelaren. Zij baseert zich hierbij (noot 48) op twee delen van de Ethnologische Mitteilungen aus Ungarn (deel rn uit 1893 en V uit 1896). Hierin is over de genoemde conscriptie echter niets te vinden. ;67. Karninski, State of ambiguity, 149-150; helaas zonder bronvermelding. 2 68 . Zie B:342, 650, 720, 762, 1103, 1140,2376 en 2561. 269 . Zie AP,B212 van 1901 en B:2160. /0. Op Johann Anton na. 71. Beiden zijn in Oslo geboren, in het midden van de jaren vijftig, en beiden hebben een vrouw, genaamd Maria, eveneens geboren in Noorwegen rond 1860. Verder komt het aantal kinderen van Andreas in 1902, namelijk drie, exact overeen met de gezinsopbouw vanJoseph Petalo. Vergelijk de gegevens vanJoseph Andreas (gedeponeerd database- bestand KU, codenummer 3) met die van Frans Joseph Petalo (gedeponeerd database- bestand LOW, codenummer 41) en die van Maria Catherina Vane (KU, codenummer 72) met die van Rosa Maria Ferkina (LOW, codenummer 9).
270
NOTEN BIJ BLADZIJDEN
149-157
272. Men zou kunnen denken dat de onderzoeker op dit punt wordt misleid door een selectiviteit in de bronnen. Hier zijn echter geen aanwijzingen voor. De indexboeken op het archief van)ustitie op het ARA maken duidelijk dat in de tussenliggende jaren geen 'zigeunerzaken' speelden en ook het archief van de AGVD, alsmede dat van de DsC te Breda, maken een complete indruk. Tekenend voor de laatste twee was dat de marechaussee er vanuit ging dat er in de tussenliggende jaren geen zigeuners in Nederland waren. De reactie van de AGVD in 1928 op de voor hem 'nieuwe zigeuners' spreekt hier boekdelen. Zie bijvoorbeeld G. Seppen en W. A.C. Walraven, Vreemdelingen en grensbewaking. Handleiding tot de kennis van het vreemdelingenvraagstuk en de grensbewakingsvoorschriften (Alphen aan den Rijn 1950) 226.
Noten bij hoofdstuk 5 1. B:282. Hierna volgt een opgave van de namen van de zigeuners, waaruit blijkt dat deze grotendeels overeenkomen met de in 1924 te Eijsden aangehouden groep. 2. In eerste instantie met B:592 (Apeldoorn, Delft, Den Haag, Eindhoven, Overschie, Ridderkerk, Rotterdam, Utrecht, Valkenburg, Zuid-Laren). Daarna volgden B:593 (Goes); 623 (Axel); 624 (Bergen op Zoom); 625 (Willemstad); 634 (Gorinchem); 664 Cs-Gravenzande, Leidschendam, Monster, Naaldwijk, Voorschoten, Wateringen, Wassenaar, Voorburg); 665 (Biervliet); 687 (Amsterdam, Haarlem); 713 (Vianen); 716 (Maurik); 749 (Assen, Nieuwer-Amstel, Zuylen); 852 (Zaandam) en 933 (Heinkeszand). 3. B:592. 4. Klachten inB:282 (stelen, brutaal optreden, bedelen); 1472 (stelen, dronkenschap en brutaal optreden); 608 (schrik voor het platteland); 1483 (lastig) en 649 (schrik voor het platteland en brutaal optreden). Zie voor de overige brieven: B: 593/594, 600, 613, 630, 634, 637, 641, 668, 674, 676/677, 704, 1466/1467 en 1474. 5. B:1466. 6. B:600. 7. B:1472. 8. B:608. 9. B:649. 10. Zie in chronologische volgorde: B:1482, 1480, 1485, 1488, 1486, 1478, 1468, 1469, 1487, 1479, 1545, 1470/1471, 1484, 1477, 1481, 1529 en 1531. 11. B:546. 12. B:632. 13. B:648. 14. B:284. 15. De geheime brief aan de PG te Den Haag is 'vervallen' en dus nooit verstuurd (B:246). 16. B:686. 17. B:682. 18. B:684 en 262. Deze was bang dat de Belgische autoriteiten de zigeuners niet zouden toelaten. Bovendien zou het een grote belasting voor de politie betekenen, omdat de zigeuners "volgens hunne gewoonte stelen wat zij kunnen, en den bewoners grooten overlast en schrik zullen aandoen" (B:262). 19. Zie over deze groep ook De Grondwet van 8-1-1929 en de Telegraaf van 24-1-1929, avondblad. 20. B:271. Een brief van vrijwel identieke inhoud werd op dezelfde datum aan de minister van)ustitie gestuurd (B:270) . Zie ook B:258. 21. B:278. 22. B:687. 23. Respectievelijk B: 571 en 755. 24. Zie B:246, 253, 256 en 286. 25. B:688 (integrale tekst in bijlage lI). Zie voor de totstandkoming: B:253, 256 en 286. Deze circulaire werd in de dagbladen afgedrukt (zie bv. de Haagsche Courant en De Telegraafl-2-1929; De Grondwet van 4-2-1929). 26. "Bij gebleken niet voldoende gegronde afgifte van dergelijke stukken, zal worden overwogen, of er termen bestaan tot toepassing van artikel 19 van het Vreemdelingenreglement. Alsdan wordt aan
~ -
----- ----------~
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 157-162
271
de zigeuners als verblijfplaats aangewezen de gemeente, welker burgemeester het desbetreffend bewijs of stuk ten onrechte mocht hebben afgegeven." Het ging hier overigens om een nogal oneigenlijk gebruik van artikel 19. Bovendien kon de IKM dit alleen bevelen ten aanzien van vreemdelingen (Staatsblad, 521, 16-8-1918). 27. B:1484. 28. Zie B:259 en B:264. 29. Zo werd Kori Petalo met zijn zonen Peter en]oseph op basis van de wet op het Nederlanderschap van 12 december 1892, waarover verderop in deze paragraaf meer, in het staatsblad van 25 mei 1927 (no. 150) tot Nederlander genaturaliseerd. In de toelichting staat: "Zijn vrouw rookt sigaren, maar zwijgt als de man spreekt. Hij is een braaf man en eene fatsoenlijke relatie, beter dan de gewezen Portugese gezant [...l minister Schokking heeft destijds voor de man bij den PG gepleit en minister Heemskerk interesseert zich ook voor hem." (SSA]UST, Directie Vreemdelingenzaken, AJZ-dossier 809/E-347, doos I1, map 6, bij de brief van Buza d.d. 3-9-1926 no. 26320 aan]ustitie). 30. Zie voor de volgende reconstructie B:660 en 666. 31. Te weten die van Kerkrade; Venlo; Schaesberg (allen inB:685), Nijmegen; Gennep; Roermond; Sittard; Echt; Heerlen; Vaals; Valkenburg; Maastricht (allen in B:1493). 32. B:685. 33. Twee gezagsdragers schreven ieder twee brieven. 34. ZieB: 690, 692, 698 (bedelen en waarzeggen), 703, 710, 718, 728/729 (lastig en bedelen), 737 (diefachtig en lastig), 754, 774, 817, 1501 en 1519. 35. Dat grotendeels uit een uitputtende opsomming van namen, geboortedata, woonplaatsen, (eventuele) overtredingen, beroepen etc. bestaat. 36. B :817. 37. Dat wil zeggen tot aan 23 februari 1929. De berichten uit Heerlen (23 april) had hij toen nog niet ontvangen. 38. B:738. 39. Zie B:1552 en 1205. 40. Op vergelijkbare wijze werden de uit Duitsland afkomstige families Weiss en Grünholz 'ontdekt'. 41. Uit de in het archief van de AGVD aangetroffen documenten blijkt dat zij in ieder geval al vanaf 1925 in de gemeente Eindhoven stonden ingeschreven (B:1537/1542). 42. B:796. 43. B:804. 44. B:938. 45. B:940. Alle personen hadden een verblijfsvergunning, geldig tot 1 maart 1930, en afgegeven door de commissaris van politie te Eindhoven. 46. B:944. 47. De 101 brieven die betrekking hebben op de zaak 'Basili' zijn te vinden in Gedeponeerd databasebestand BRIE (selecteren op zaakjaar = 1930 en zaaknum = 1). 48. B:2754. 49. B:2786. 50. B:2785. 51. Zie voor de surveillance van dit gezin met name de brieven B:2763, 2765/2766, 2768/2769, 277112773 en 2784/2787. 52. Zo adviseerde hij op 28 april 1930 het departement van]ustitie de woonwagenvergunning van Carlo Basili (een zoon van Dominique) niet te verlengen (B: 1011 en 1013) en werd de burgemeester 5 van Eindhoven met klem gevraagd hun verblijfsvergunning niet te verlengen (B:979). 3. B:463,465,565 en 1033. 54. B:487. 55. B:338. 56. Op 17 augustus 1935 werd Paul Basili, als gevolg van een vete, in het woonwagenkamp te Borne door een kogel in de rechterarm getroffen. De kranten die hier melding van maken (Het nieuws van de dag en de Haagsche Courant, beide van 19-8-35;) noemden de naam Basili, waardoor de AGVD op hen opmerkzaam werd gemaakt en de DsC te Zutphen om inlichtingen vroeg. Uit het rapport Van de BC te Hengelo bleek niets negatiefs over de Basili's, terwijl uit dat van de Be te Almelo evenals uit inlichtingen van de politie te Voorburg, waar de familie in de wintermaanden verbleef, zelfs een gunstig beeld naar voren kwam (zie B:1361 en 1364/1366).
272
NarEN BIJ BLADZIJDEN 162-167
57. Alsmede B:1539 en 1541. 58. De meesten werden geboren in de plaatsen Benkowitz (Benkowice) en Kattowitz (Katowice). die enige kilometers ten zuiden van Ratibor (Raciborz) liggen. niet ver van Breslau (Wroclaw). De streek Silezië (Slaska) behoorde al vanaf 1740 bij Pruisen. 59. B:644 (deze op zijn beurt door de Be Papendrecht). 60. B:771. Zie ook B:785. 61. B:798. 62. B:799. 63. In de kladversie stond achter het woord 'vreemdelingen' tussen haakjes 'zigeuners'. later is dit met potlood doorgestreept en zeer waarschijnlijk in het origineel dus niet opgenomen. De circulaire van 8 juni 1912 spreekt echter wel over zigeuners. 64. B:797. 65. B:806. 66. Hij schreef een brief om inlichtingen aan de politie van Beverwijk en deze werd steeds doorgestuurd naar het hoofd van politie van de gemeente in de richting waarvan de ketellappers waren vertrokken. 67. Bakkersbondscourant van 20 maart 1929 (p. 227) en 16 oktober 1929 (p. 865-866). 68. Zie voor de brieven van gemeentelijke overheden: B:799; 806. 1509/1514. 820, 823/824 en 832. Zij zijn een reactie op brieven van de AGVD (B:798, 797 en 808). 69. Zie hiervoor ook het uitgebreide citaat uit zijn brief in paragraaf 3 van hoofdstuk 3. 70. B:832. 71. B:841. 72. De groep Biella reisde met 3. de groep Demeter met 6 à 7 woonwagens. 73. Volgens de politie in Roermond ging het om vier mannen. vier vrouwen en vijfkinderen : 1) Adam Demeter (Koblenz) x Sophie Gomann (Benkowitz) met 4 kinderen; 2) Jozef Demeter (Kattowitz) x Julie Demeter (Kattowitz) met 1 kind en; 3) Georg Demeter (Kattowitz) en 4) Michael Biella (Benkowitz). (B: 854). De politie te Den Haag noemde ook nog Johann Demeter (Kattowitz) (B:846). 74. Zie bijlage III. schema 11. Hierin de groepen met nummer 681.682.683.684,731.791,792.793. 795. 796. 803. 804. 823. 833. 842. 844. 861. 862. 864. 866. 8611. 873. 874 en 941. 75. Zie B:590. Het betrof hier een aanslagbiljet Rijksinkomstenbelasting. verdedigingsbelasting IJ en gemeentelijke inkomstenbelasting over twee maanden. gedateerd 25 februari 1927 en afgegeven in Maastricht aan G. Demeter. 76. GARoe. Gemeentepolitie 1841-1945. dag en nachtrapport 8/9 augustus 1929. no 688. Deze groep (o.l.v. Michael Bierlo. Adam. George en Joseph Demeter) bracht de nacht van 8 op 9 augustus in Roermond door. De volgende dag gingen zij met woonwagens per spoor naar Schiedam. Voor de woonwagenvergunningen zie B:846 en 906. De wagens droegen de kenmerken 's-Gravenhage 717 en 718. 77. B:862 . 78. B:879. 79. Zie B:882 en 884. 80. B:408. 81. B:411. 82. Zie B:914. In B:904 gaf de burgemeester van Nieuwe-Schans een opgave van de uitgeleide ketellappers: G. Demeter (1877); G. Demeter (1913);]. Demeter (1911);]. Korpatsch (1879); M. Franz (1889);]. Demeter (1905); A. Demeter (1898) en M. Bierla (1903). de meesten met vrouw en kinderen. In totaal betrof het 25 personen. 83. B :871. 84. B:869 en 876. 85. B:876. 86. B:950. 87. B :952. 88. Zie B:921. 943. 946. 951. 955/959. 965. 1752.2752/2753.2757.2764 en 2774/2775. 89. Zie B:935 en 941. 90. B:305. 91. B :2764 . Zie ook paragraaf 3 van hoofdstuk 3.
~--
--
-
--
----
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 167-172 92. 93. 94. 95. 96.
97. 98. 99.
100. 101. 102.
273
B:966. Zie B :306/313. Stoffels, Beknopt overzicht, 66. B:426 en 980. Zelfs de dierenbescherming, bij monde van de heer Cannegieter, protesteerde bij Justitie tegen de behandeling van de groep, waarbij ze zich overigens beperkte tot de paarden, die zonder onderdak en voeding waren. (B:430). B:431. B:433. Volgens de DC2 zou Nedilk, samen met ene Aubert, in de jaren 1928-1929 65 voorstellingen hebben gegeven. In 1926-1927 schijnt dit aantal nog hoger te hebben gelegen. Zie hiervoor ook paragraaf 3 van hoofdstuk 3. Zie B:821, 962, 983, 985, 992, 1017 en 1522/1523. B:1020. Zie de foto in de Telegraafvan 5 augustus 1930. Deze toont veel gelijkenis met de foto in Sander,
Portraitphotographien, 364. 103. Zo gaf de BC te Moerdijk op 13 november 1929 aan Navickis een vergunning af (B: 1555). 104. B:1038. lOS. Het is onduidelijk waarom hij die van 1912 noemde en niet de juist op het afgeven van vergunningen (aan bereleiders) toegesneden circulaire van 1924. 106. De burgemeester van Houten, die overigens weigerde een vergunning afte geven, schreef(n.a.v. een telefonisch verzoek daartoe van de AGVD) hierover op 9 augustus 1930: "Op 25 juli ll., toen Baeger (met wie Navickis toen reisde, LL) zou vertrekken, heeft Navickis zyn beer zonder onmiddellyk toezicht vastgebonden aan een paal op den berm van den openbaren weg HoutenBeusichemse veer in deze gemeente. Onderwyl is een zesjarig kind van G. de Korte alhier door het beest gegrepen en aan het hoofdje door de klauwen van het dier gewond. Deze verwondingen zyn inmiddels weder nagenoeg geheel hersteld." (B:I051). 107. B:331. 108. Dit gebeurde te Joure in oktober 1928. De beer zou toen een 13-jarigjongetje in het dijbeen hebben gebeten. Dit voorval werd door de BC te Heerenveen pas twee jaar later aan de AGVD gemeld (zie B:I065). 109. Deze term gebruikte de AGVD in een dankbrief(B:I090) aan ene Ir. Meischke te Hilversum, die naar aanleiding van de oproep in de NRC meldde dat hij in Duitsland ook een bereleider had gezien (B:I075). 110. In ieder geval staat vast dat Navickis zijn beer heeft verkocht aan ene Charl Louis Hart en op 20 september naar België is vertrokken. Hart op zijn beurt deed de beer weer over aan Jean Isidore Courtial. Zie hiervoor B:I072, 1074, 1077 en 1079/1087. 111. Zie B:I041. Zijn opstelling blijkt het best uit de brief die hij op 28 januari 1930, toen nog niets Over de 'gevaarlijkheid' van de beer bekend was, aan de DC2 stuurde (B:1543). Daarin deed hij zijn beklag over het gedrag van de burgemeesters die voor de zoveelste keer een goed vreemdelingenbeleid onmogelijk maakten. 112. Over deze naam werd in de literatuur geen informatie aangetroffen. De naam van zijn echtgenote, Mirosch, bood meer aanknopingspunten en wijst in de richting van een Kaldarasch-groep. Zo Was zijn vrouw eerder gehuwd met ene Michael Keldras (B:1010 en 1040). 113. De veertien brieven over deze kwestie zijn in chronologische volgorde: B:I008, 1010, 1026, 1028, 1554, 1031/1032, 1040, 1556, 1046/1047, 1050, 1052, 1058, 1103 en 1117. 114. B:I008. 11S. B:I010. 116. B:I047. 117. B:I031. 118. B:I050. 119. Dercksen en Verplanke, Onmaatschappelijkheidsbestrijding, 11-49. Nog een stap verder ging de (eugenetische) roep in kringen van Nederlandse criminologen om sterilisatie van paupers, criminelen en alcoholisten in de jaren dertig: J. Noordman, Om de kwaliteit van het nageslacht. Eugenetici in Ne12 derland 1900-1950 (Nijmegen 1989) 204- 205. O. De Goei, 'Lau Mazirel', 150.
274
NOTEN BI] BLADZIJDEN 172-176
121. Zie hiervoor o.a. B:294, 767, 773, 777, 812, 861, 914, 917, 945, 989/990, 1010, 1040 en 1250. 122. De wet schreef voor dat voor de woonwagen eerst bij de commissaris van de Koningin een vergunning moest worden aangevraagd, waarna de wagen technisch moest worden gekeurd (schouw). De wet bepaalde voorts dat buitenlandse woonwagenbewoners die de grens overschreden en in een grensgemeente een vergunning aanvroegen, deze centraal bij de CdK van Utrecht moesten indienen. Hoewel een aantal van de buitenlandse aanvragen inderdaad bij hem terechtkwam (SSAPU, Woonwagens en woonschepen: aanvragen door in het buitenland wonenden) kwam het veelvuldig voor dat ook andere CdK's aanvragen van buitenlanders behandelden. De uiteindelijke beslissing voor toekenning berustte bij het departement van]ustitie (afdeling 3D), dat in sommige gevallen, zoals bij Pierre Stangus, het advies van de AGVD inwon. In verreweg de meeste gevallen werd deze er echter niet bij betrokken, met als gevolg dat de meeste zigeuners tot aan de Tweede Wereldoorlog zonder veel problemen iedere drie jaar hun woonwagenvergunning konden verlengen. 123. B:294. 124. B:861. 125. B:I0I0. 126. Net als met de circulaire van 1900, toen de douane werd ingeschakeld bij het signaleren van zigeuners aan de grens (zie hoofdstuk 3). 127. Geciteerd in B:322. 128. B:1550. Op zijn beurt speelde deze de tip weer door aan de AGVD, IKM en procureur-generaal (B:995), die tenslotte beiden]ustitie op de hoogte stelden (B:322 en 449). 129. B:562. 130. B:323. 131. Dit was mogelijk voor goederen die duurzaam in Nederland bleven (art. 28 van het Vrijdommenbesluit 1925, Staatsblad 103, verzameling 2542). Omdat aangenomen mocht worden dat het deze personen inderdaad hierom te doen was, kon men op die gronden invoerrechten heffen. 132. B:1001 (zie voor de volledige tekst bijlage 11). 133. Ressorterend onder het ministerie van Oorlog. Het ging om vier compagnieën, terwijl de inspectie werd uitgevoerd door de IKM (Staatsalmanak, 1935, p. 612). 134. Zie hiervoor Swart, Toelating, 12. Het betrof de Wet op het verrichten van arbeid door vreemdelingen uit 1934 (Staatsblad 257) en de Wet op het zelfstandig uitoefenen val1 beroepen en bedrijven door vreemdelingen van 1937 (Staatsblad 628). 135. Zie gedeponeerd database-bestand BRIE. Het betreft vooral brieven aangetroffen in het archief van de AGVD: 1928: 154; 1929: 505; 1930: 392; 1931: 134; 1932: 130; 1933: 80; 1934: 97; 1935: 103; 1936: 109; 1937: 22; 1938: 13 en in 1939: 26. 136. Zie hierover ook B.G.]. Graaff, •'Strijdig met de tradities van ons volk'. Het Nederlandse beleid ten aanzien van vluchtelingen in de jaren dertig', Jaarboek van Buitenlandse Zaken (1987-1988) 169-187. 137. L. Kreukels, 'Vreemd gespuis en onbedorven mannen enjongens. Buitenlanders in de Limburgse mijnen', in: ].E. Dubbelman en]. Tanja (eds.), Vreemd gespuis (Amsterdam 1987) 66-76, hier 74. Uitgebreider, idem, Mijnarbeid: volgzaamheid en strijdbaarheid. Geschiedenis van de arbeidsverhoudingen in de Nederlandse steenkolenmijnen, 1900-1940 (Assen 1986) 413-419. 138. H.].]. Wubben, Lotgevallen van Chinese immigranten in Nederland 1911-1940 (Amsterdam 1986) 168-174. 139. Zie hiervoor De]ong, Koninkrijk (deel 1) 455-462. Uitvoeriger is B. Moore, ReJugeesfrom Nazi Germany in the Netherlands 1933-1940 (Dordrecht 1986). 140. Met name bij de zuidelijke divisies (Ie en 2e) was de 'zigeunergevoeligheid' door de steeds terugkerende grensmoeilijkheden vanaf het einde van de 1ge eeuw groot. 141. B:368. Zie voor de tekst bijlage 11. 142. Artikel 1 sub d (Staatsblad 268). 143. B:294. 144. Van de topambtenaar Simons, chef van de 1e afdeling. 145. B:391. 146. B:861. Zie ook de brief aan de PG te Den Bosch, twee jaar later (B:1124). 147. Verslag van de Handelingen der Staten Generaal, 1928-1929, Ie kamer, vel 106, p. 402. 148. Ibidem, vel 131, p. 498. 149. B:1300.
'6
1-
).
.n ;n
n .g .g
l,
'd 1-
1-
al
-
.
:e
n
if
j
)
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 177-181
275
150. Zie voor deze kwestie B: 1599/1600, 1300, 1323,387, 1326/1327, 1329, 1341, 1343 en 389. 151. Van de 622 brieven die in de periode 1928-1940 over 'zigeuners aan de grens' werden geschreven, hadden er 570 (92%) betrekking op de Zuidgrens (gedeponeerd database-bestand BRIE). Deze praktijk werd ook bevestigd door een mededeling van de AGVD aan Justitie op 21 maart 1932: "De ervaring heeft getoond, dat de meeste zigeuners vanuit België, en niet dan in geringe getale uit Duitschland in ons land kwamen" (B:356). 152. Paardenmarkten in Duitsland werden nauwelijks bezocht. Zie paragraaf 3 van hoofdstuk 4 . 153. Zie voor 1928 B:251, 240/245, 254/257, 260, 263, 285, 557, 559, 561, 650, 2580, 2611/2612, 2614/2615,2617/2620,2623/2625,2627,2986/2991 en 3134. 154. B:251. 155. Op dezelfde datum diende een vierde ontvanger bij de inspecteur der Directe Belastingen te Tilburg een verzoek in om twee revolvers, teneinde meer ontzag te kunnen inboezemen (B:252). 156. B:255. 157, De Telegraaf, 23-10-1936. 158, Zie voor de jaren 1928/1931: De Grondwet, 21-11-1928; De Maasbode, 22-11-1928; De Grondwet, 4-2-1929; Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant (pNHC), 6-2-1929; Dagblad van Noord Brabant, 30-9-1929 en 27-2-1930; Het Nieuws Van Den Dag, 9-12-1929; Bredasche Courant, 24-2-1930 en27-3-1930;HetLaatste Nieuws (Brussel), 24-3-1931 en 19-12-1931 en ten slotte Dagblad van Noord Brabant, 24-12-1931. 159. Museum Koninklijke Marechausee Buren, Dossier Brigade Vaals, "bijzondere gebeurtenissen, geschiedenis van de brigade opgeschreven 16 october 1937". 160. Dit waren B:241/242, 248/249, 251, 254/255 en 285. 161. B:256. 162. Deze kwestie kwam slechts zeer terloops in de Tweede Kamer ter sprake. De enige verwijzing hierover werd aangetroffen in de Bijlagen van het verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 1929-1930 (Bijlage A: 2. 111. 5, §24, p. 5 en 2. 111. 7" §24, p. 46). 163. B:245. 164. Internationale Krirninalpolizeiliche Komrnission. 165. B:559. 166. B:257. Tevens werd gewezen op het bestaan van een regeling die zou zijn getroffen tussen België en Engeland in verband met het uitleiden van bedelende vagebonden. In deze brief werd verwezen naar een artikel van prof De Boeck. Dat bleek een verdrag uit 1897 te betreffen, waarbij België beloofde geen 'vagebonden' (tenzij van Engelse nationaliteit) naar Groot-Brittannië te sturen: C. de Boeck, 'L'expulsion et les difficultés internationales qu'en soulève la pratique', Recueil des cours (Académie de droit international) 1927 (III) 447-647, hier 581. 167. B:260. 168. Zie voor 1932 B:261, 291, 351/358, 361/362, 501 , 503, 505/506, 508/510, 513/514, 784, 860, 1168/1169, 1176/1182, 1195, 1500, 1519, 1573,2551,3125 en 3127/3128. 169. B:350. 170. B:351. Volgens Sijes e.a. sloten België en Frankrijk op 13 november 1931 een verdrag over zigeuners (Vervolging, 21 noot 2), Volgens F. de Ville ('Les tsiganes en Belgique', Etudes Tsiganes 1 (1955) 17 6-10, hier 9) gebeurde dat op 13 maart 1931. 1. B:353. 172. Deze was dezelfde mening toegedaan als de AGVD; de regeling was voor teveel interpretaties vatbaar en door de getalssterkte van de Belgische gendarmerie (ten opzichte van Nederland) zou al17 leen België bij de regeling winnen. 3. B:356. 174. B:506. 175. Zo werd de gemeentesecretaris van Naarden, die de AGVD in 1935 om meer informatie over zigeuners had gevraagd (o.a. "bevinden zich in Nederland momenteel nog zigeuners?", B:1337) 17 naar Van Alphen verwezen, die op dat moment juist zijn lezing had gehouden (B:1339). 6. B:1179 177. B:3125' 178. B:1182 '
~~90' B:362. 'Geciteerd in Sijes e.a., . B:356.
Vervolging, 23 .
--
276
--
--~
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 181-187
181. Zie voor 1936 B:542, 1410, 1416/1417, 1423/1424,2968,2972/2973 en 2977. 182. O.a. De Telegraaf(5 november 1936). Zie voor 1935-1937 verder nog: De grondwet, 13-1-1935; NRC, 19-1-1936; Telegraaf, 23-10-1936; NRC, 23-1-1937. 183. Het ging om vier berichten van 7 (2x), 8 en 9 december 1936. 184. B:1416. 185. B:1417. 186. B:1423. 187. In dejaren 1934-1938 werden er 80 brieven over deze kwestie geschreven. Zie hiervoor het gedeponeerd database-bestand BRIE (selecteren op zaakjaar = 1934 en zaaknum = 1). 188. 1926 B:237, 239 en 280/281. 1929 B:296/297, 392, 398, 400 en 405. 189. Van der Minne overleed op 7 juni 1934, in actieve dienst. 190. B:383. 191. Om aldaar een woonwagenvergunning bij de CdK aan te vragen (B:1311). 192. B:371 en 1303. 193. B:376. 194. B:1299. 195. B:382. 196. Tylor werd wel degelijk op 5 december uitgeleid, echter "...daar de gendarmes dreigden Tylor aan te houden als hij over de grens kwam, verzocht hij op een ander punt te worden uitgeleid teneinde zich te Antwerpen bij zijn gezin te voegen. Hieraan is voldaan." (B:1299). 197. In de bronnen werden ze vaak nog Turken genoemd. Wellicht waren zij nog in het bezit van oude (Turkse) passen. De genoemde namen zijn grotendeels dezelfde als die van de Ursari in de 1ge eeuw: Radosaolovic (B:1320); Mitrowich (B:1409); Staganos (B:1286 en 1287) ofTodorovitsch (B:1446). Zie verder B:327, 1142/1143, 1172, 1256, 1276, 1278, 1281, 1285, 1291, 1428 en 1592. 198. Zie B:1160, 1165, 1173/1174, 1204, 1222, 1355, 1357, 1379, 1394 en 1408. 199. Zie hiervoor Günther, Zigeunerpolitik; Strauss, 'Zigeunerverfolgung' (Hefte); Hehemann, Bekämpfung en Gilsenbach, 'Verfolgung der Sinti'. 200. Dillmann, Zigeunerbuch, 5. 201. Gilsenbach, 'Verfolgung der Sinti', 19. 202. Hehemann, Bekämpfung, 403. 203. Dorsch, Die Bekämpfung der Zigeuner und Vaganten, eine Sammlung von Vorschriftenfür den Handgebrauch des Polizeibeamten (Stuttgart 1931, 2e druk 1935). 204. Het 'Rassenhygienische und Bevölkerungsbiologische Forschungsstelle am Reichsgesundheitsamt'. 205. Zie voor deze ideeën Ritter, Menschenschlag en idem, 'Zigeuner'. Zij waren nog tot ver na de Tweede Wereldoorlog gemeengoed. Zie met name het werk van Arnold: Vaganten; Die Zigeuner en Fahrendes Volk. Voor een kritische bespreking, zie Winter, 'Kontinuitäten'. 206. Zie voor dit probleem Gilsenbach, 'Verfolgung der Sinti', 34-36. 207. Voor de reconstructie van de IKPK en de Nederlandse inbreng daarin is gebruik gemaakt van het archief van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) te Den Haag. Dit bevat, naast correspondentie van Kolonel M.e. Van Houten, een goed overzicht van hetgeen op de vergaderingen en congressen tussen 1923 en 1939 is besproken. 208. Van Houten bleef tot aan de Tweede Wereldoorlog actief. In 1938 bekleedde hij zelfs de functie van vice-president. Behalve door Van Houten, die (uitgezonderd in 1934, toen hij ziek was) alle bijeenkomsten bijwoonde, was Nederland vertegenwoordigd door een rweetal hoofdcommissarissen van politie. In de jaren dertig waren dit H.J. Versteeg, hoofdcommissaris te Amsterdam en K. H . Broekhoff, commissaris te Amsterdam en hoofd van de Nederlandse Centrale inzake Falsificaten. 209. Zie de gedrukte verslagen van de congressen van de Internationale Krirninalpolizeiliche Komrnission in Parijs (1931), Rome (1932), Wenen (1934) en Kopenhagen (1935): B. Schultz, Die Bekämpfung der Zigeunerplage (parijs 1931); M . Dobrica, Die Bekämpfung der Zigeunerplage (Rome 1932);]. Vanasec, Kampfgegen die Zigeuner (Wenen 1934); Dr. Bader, Bekämpfung des Zigeuneru nwesens (Kopenhagen 1935) en B. Schultz, Errichtung einer "Internationalen Zentrale zur Bekämpfung deS Zigeunerunwesens" im "Internationalen Bureau am Sitze der Bundes-Polizeidirektion in Wien" (Kopenhagen 1935). 210. Bader, Bekämpfung.
7
n
e
e e
l
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 187-190
277
211. Al eerder waren dergelijke ideeën opgekomen, te weten bij de marechausseebrigades in het district Breda (Zie B:2628 en 2631/2632), naar aanleiding van de affaire Petalo. 212. Officieel werd in België pas op 14 augustus 1933 besloten aan alle buitenlandse 'nomades' een aparte pas te verstrekken (vergelijkbaar met het 'carnet anthropométrique' dat in 1912 in Frankrijk werd ingevoerd) en hen daarvoor te fotograferen en vingerafdrukken afte nemen (Reyniers, 'Pauvreté et exclusion', 30- 32) . Zie ook De Ville ('Tsiganes en Belgique', 8) en Korte historischeJolkloristische en judiciaire bijdrage nopens de zigeuners (z. p. ,z.j. ± 1950). Aangetroffen in het Archief van het Landelijk Woonwagenwerk, ondergebracht in het Katholiek Dokumentatie Centrum Nijmegen, 36-37. Het is echter niet onmogelijk dat deze praktijk in incidentele gevallen al eerder werd toegepast. Zo noemt Van Alphen (Zigeunerprobleem, 14-15) het jaartal 1932. 213. B:324. 214. B:I006. 215. Dit Heerlense initiatief hing nauw samen met het algemene vreemdelingenvraagstuk, dat in de oostelijke mijnstreek door de toevloed van buitenlandse mijnwerkers veel grotere proporties had aangenomen dan elders (zie hiervoor Kreukels, Mijnarbeid, 66-80). 216. B:1006. 217. De aanleiding hiertoe was het grote aantal vreemdelingen dat maandelijks werd geweerd, soms wel zo'n 6 à 7000 (B:489). 218. Zie hiervoor B:493, 496 en 566. 219. B:498. 220. B:1330. 221. B:1331. 222. Kapitein).G.O.S. von Schmidt auf Altenstadt. 223. B:1333. Bij de registratie moest onder andere een onderscheid worden gemaakt tussen Nederlanders en buitenlanders (B:1336). 224. B :1338. 225. Het hierna volgende is, tenzij anders vermeld, op Sijes e.a. (Vervolging, 54-67) gebaseerd. Voor het onderhavige onderzoek werd gebruik gemaakt van B:1449/1460, 2978/2980, 2994/3016 en 3117. 226. Zie hiervoor Wubben, Lotgevallen, 177; Sijes e.a., Vervolging, 61 noot 1 en B. Zeven, 'Balancerend op de rand van Nederland: de Chinese minderheid in de jaren 1910-1940', in: G. Benton en H. Vermeulen (eds.), De Chinezen (Muiderberg 1987) 40-64, hier 59. 227. B:2994. ;28. B:2997. Deze aan Justitie gerichte brief stuurde ~j ook aan de AGVD (B:2996) en IKM. 29. B:2998. Mr. W. A. Pannenborg (hoofd van de afdeling 2A, die Zich onder andere met de Vreemdelingenwet bezighield, zie ook schema 4), Mr. j.C. Tenkinck (hoofdcommies van 2A) en Mr. I.R.M. van Angeren (hoofd van de 5e afdeling, rijkspolitie, waaronder de AGVD ressorteerde). 2 Staatsalmanak, 1936, Justitie. 30. Waarbij alle hoofden van politie werden aangeschreven met de vraag of zij in staat waren zigeuners te fotograferen en vingerafdrukken af te nemen; het resultaat was overigens maar mager (zie B:1449/1456). 231. B:1457. 232. Oproep in het Algemeen Politieblad van 3 februari 1938. In hetzelfde blad was al op 30 december 23 1937 aangekondigd dat de centrale een feit was. 3. Hierbij zal waarschijnlijk ook het nogal kritische rapport over het functioneren van het bureau van de AGVD een rol hebben gespeeld (SSAJUST, Politie Kabinet 1945-1952, doos P. 84, map Grensbewaking en RVD 1939, 'Rapport betreffende het onderzoek, ingesteld naar de personeelsbezetting van en de werkwijze op het Bureau der grensbewaking en Rijksvreemdelingendienst 23 te .'s-Gravenhage', op 4- 8- 1938). 4. IbIdem, 'Verslag van het werk, door ieder van het personeel verricht, alsmede van de wyze, waarop dit geschiedt' (m.b.t. het bureau van de AGVD, ± augustus 1938). Dat er vanaf1937 aan een registratie werd gewerkt, kan voorts worden opgemaakt uit het feit dat in de meeste brieven uit het archief van de AGVD de namen van 'zigeuners' met rood waren onderstreept, met in de kantlijn de mededeling 'op kaart gebracht'. Deze brieven zijn allemaal voorzien van een (rood) stempel van de Rijksvreemdelingendienst (hoewel de officiële naam Rijksvreemdelingendienst pas in 1939 werd Ingevoerd, werd gezien de stempels reeds vanaf april 1937 met de nieuwe aanduiding 'Rijks' gewerkt).
278
NarEN BIJ BLADZIJDEN 191-194
235. Hij baseerde zich op: Kuiper, Wereldzee; Höhne, Vereinbarkeit; encyclopedieën, gegevens van de Franse en Belgische Sureté en op 'enige lezingen der IKPK' (waarschijnlijk die van Schultz, Bekämpfung; Dobrica, Bekämpfung en Vanasec, Kamp!). 236. Illustratief voor de ontwikkeling van het zigeuner-stereotype bij de marechaussee. Zo werden zigeuners in het Handboek van C. A. Prins (Handboek ten dienste van het wapen der Koninklijke Marechaussee ('s-Hertogenbosch 1897, le druk, herdrukken in 1900, 1904, 1907 en 1910)) slechts in een voetnoot genoemd (1897, 438; 1904, 564; 1907, 720 noot 3) en wel de tegen hen gerichte circulaires van 1887 en 1900. Pas bij Van Alphen zien we voor het eerst een in voorlichtings-vor rn gegoten, uitgesproken negatief en criminologisch getint zigeunerbeeld. Dit kreeg in 1950 een verdere uitwerking in de opvolger van Prins' handboek door Seppen en Waltaven, Vreemdelingen en grensbewaking. 237. Zie: D.J. H. N. den Beer Poortugael, De Marechaussee grijpt in (Utrecht 1954) 30-42 en 130-133; Van den Hoek, Geschiedenis, 282-284 en 352-353; idem, De Koninklijke Marechaussee in de Nederlandse samenleving (Soest 1975) 82-83 en 240-242 en A.]. Oele, Een eeuw koninklijk gezag. De geschiedenis van de brigade Koninklijke Marechaussee Ossendrecht-Putte (Willemstad 1981) 34-35, 41-42, 45, 73-74, 100-101 en 116. 238. Deze'" term wordt doorgaans (op zeer speculatieve gronden) afgeleid van 'Sindhu' = Indus, het vermeende herkomstgebied van zigeuners in Noord-India. Deze groep wordt meestal in drie subgroepen onderverdeeld: Gatschkine Sinti (Duitse Sinti), Gatskené Manus (Franse Sinti) en SinO Piemontési (Italiaanse Sinti) (Vossen, Zigeuner, 150). 239. Dit betekent 'mens' (oud-indisch 'manusya'):]. Lang, 'Tsiganes, gitans, romanichels et autre distinctions. Cent noms difïerents. Un seul peuple?', Etudes Tsiganes 12 (1966) 11-22; E. Falque, Voyage et tradition (paris 1971) en M. P. Dollé, Les tsiganes manouches (paris 1980). Hier wordt hetzelfde mee bedoeld als met Gatskené Manus. 240. Liégeois, Tsiganes; Vossen, Zigeuner; Krausnick, Sinti Familie en Gronemeyer en Rakelmann, Zigeuner. 241. Een uitzondering hierop vormen de Zweedse onderzoeker Heymowski (Swedish trave/lers), de Britse socioloog Acton (Gypsy polities) en de Britse antropologe Okely (Trave/ler gypsies) . Geen van hen heeft dit probleem echter historisch onderzocht. 242 . Voor Duitsland is er het 'Zigeunerbuch' van Dillmann uit 1905, waarin op dat moment de Sinti reeds als zigeuners werden beschouwd. Over Frankrijk is minder bekend, maar kon een en ander worden ontleend aan Vaux de Foletier (Bohémiens) . 243. Kermisachtige beroepen, muzikant, bloemenmaker, marionettenspeler, etc. 244. Bijlage V:l, schema 22. 245. Zie hierover: C. von Heister, Ethnographische undgeschichtliche Notizen über die Zigeuner (Königsberg 1842) 114 en Mode en Wölffiing, Zigeuner, 164. Het initiatief van Frederik van Pruisen wordt meestal in verband gebracht met de initiatieven van de Oostenrijks-Hongaarse keizerin MariaTheresia en haar zoon en opvolger ]oseph Il, die vanaf 1758 trachtten zigeuners te dwingen een sedentaire levenswijze aan te nemen (zie hierover Mayerhofer, Dorfzigeuner, 24-33). 246. In 1828 liet de 'Barmer Missions-gesellschaft' een inventarisatie van de problemen maken, rnaar het eigenlijke werk werd vanaf 1830 overgelaten aan de 'Naumburger Missions-Gesellschaft' (Von Heister, Notizen, 114). 247. Het vroegste ons bekende bericht is van]. P. KindIer, Intressante Mittheilungen über die Zigeuner. Zu r Untersuchung der unter den Zigeunern bei Nordhausen errichteten Rettungs-Anstalt (Nürnberg 1831) 11 e.v. Na hem berichtten de volgende auteurs over deze kolonie: A. Graffunder, Ueber die Sprache der Ziegeuner (Erfurt 1835); T. Tetzner, Geschichte der Zigeuner; ihre Herkunfi, Natur und Art (WeimarlIlmenau 1835) 117-118 en Von Heister, Notizen, 114-118. Ook bij latere auteurs vinden we informatie hierover: E. Reinbeck, Die Zigeuner (Salzkotten und Leipzig 1861) 38; R. Pischel, 'Beiträge zur Kenntnis der deutschen Zigeuner', Festschriften der vier Fakultäten zum zweihundertjährigenJubiläum der vereinigten Friedrichs-Universität (Halle-Wittenberg 1894) 115-160, hier 119129; L. ]ochimsen, Zigeuner Heute: Untersuchung einer Aussenseitegruppe in einer deutschen MiUels tadt (Stuttgart 1963) 7; Mode en Wölffiing, Zigeuner, 162-165 en Hohmann, Zigeunerwissenschajt, 48-55. In dezelfde tijd begonnen in Engeland met name protestantse geestelijken zich voor zigeuners te interesseren. Zie hiervoor Arnold, Die Zigeuner, 170 e.v. en Acton, Gypsy polities, 104-105. 248. In het begin van de 20e eeuw (1910) werd het missiewerk in Berlijn door de 'Berliner Stadtrnis-
14
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 194-200
k
sion' weer voortgezet: 'Die Zigeunermission', in: 50 Arbeits-:fahre im Dienste des Glaubens und der Liebe, 1877-1927.jubiläumschrift der Berliner Stadtmission (Berlin 1927). Terzelfder tijd werden initiatieven ontplooid door de 'Missionsbund fUr Südosteuropa': R. Urban, Die Zigeuner und das Evangelium (Striegau, z.j. ± 1906). 249. Klingender, 'Nachrichten über die Zigeunerkolonie Sassmanshausen',jGLS V (1911) 107-109 en R. Krämer, 'Rassische Untersuchungen an den "Zigeuner'!.Kolonien Lause und Altgraben bei Berleburg', Archivfür Rassen- und Geseilschaftsbiologie 31 (1937) 33. Ook hier is echter niet duidelijk sinds wanneer de kolonisten 'zigeuners' werden genoemd. 250. Zie voor Sulz en Rothenburg: Arnold, Die Zigeuner, 63; voor RadeweIl: Pischel, 'Beiträge', 128 en voor Labagienen: Von Heister, Notizen, 147-152. Het bestaan van deze kolonies was overigens in Nederland bekend. Zie het lemma 'Zigeuners, Heidenen of Ciganen' in het Aanhangsel op het Algemeen Woordenboek van Kunsten en Wetenschappen (8 delen, bewerkt door Gt. Nieuwenhuis, Nijmegen 1844) p. 574-587, hier p. 584-587. 251. Reinbeck, Zigeuner, 2 en 39. Dit geringe 'zigeunerbewustzijn' wordt bevestigd door het onderzoek van de historici Strauss en Hehemann, die voor de periode 1800-1850 in de overheidsarchieven van de diverse deelstaten nauwelijks iets over 'Zigeuner' aantroffen. Net als in Nederland vormde ook daar de trek van de Kaldarasch vanaf 1865 een belangrijke aanzet tot het nemen van maatregelen, zie: Günther, Zigeunerpolitik; Strauss, 'Zigeunerverfolgung' (Hefte) en Hehemann, Bekämpfung. 252. Vaux de Foletier, I:ancienne France, 161 e.v. 253. Het vervolg van de 1ge-eeuwse Franse situatie is, tenzij anders vermeld, gebaseerd op Vaux de Foletier, Bohémiens. 254. Zie ook de studie van M .R. Brown, Gypsies and other bohemians. The myth of the artist in nineteenthcentury France (Ann Arbor 1985). Deze laat zien dat tussen 1830 en 1870 zigeuners in Frankrijk ('bohémiens'), waaronder de Manush, een gewild object van kunstenaars waren. 255. Zie I:Iilustration: 1847-1848, p. 324; 1852, p. 23-26; 1858, p. 360 en Magasin PiUoresque: 1842, p. 137-138. Latere vermeldingen in Illustrierte Zeitung: 21-9-1872, p. 211; G. Mühl, 'Die Zigeuner im Elsass und in Deutschlothringen', Der Salonfür Literatur (1874) 90-104 en P.E . Glath, 'Les bohémiens au Baerenthal', Builetin de la société Niederbronnoise d'histoire et d'archéologie 6 (1957) 40-63. 256. Woonplaatsen worden minder frequent genoemd. Bovendien zijn deze meestal gelijk aan de geboorteplaats. 257. In Friedrichslohra, een van de bekendste kolonies, zouden rond 1830 hooguit honderd zigeuners hebben gewoond (Von Heister, Notizen, 114). Wanneer we van eenzelfde aantal uitgaan voor de andere dorpen - waarover vrijwel geen aantallen bekend zijn - , dan komen we op een totaal van 900 zigeuners (9 x 100) rond het midden van de negentiende eeuw. Met een gemiddeld Europees groeicijfer van zo'n 50 % per halve eeuw kon dit aantal rond 1900 op zijn hoogst zijn aangegroeid tot zo'n 2000: H. A. Diederiks, D.). Noordam, G.c. Quispel en P. H . H . Vries, Van agrarische samen2 leving naar verzorgingsstaat (Groningen 1987) 211, tabel 6.2. 58. Zie het overzicht van de specialisering in Duitsland vanaf 1899 in de vorige paragraaE ~59. Vaux de Foletier, Bohémiens, 180. 260. Von Heister (Notizen, 147) over de kolonie Labagienen. 2 61. Graffunder, Ueber die Sprache. 62. B. Gilliat-Smith, 'The Gypsies ofthe Rhine Province in 1902-3 ',jGLS 2 (1907) 125-145, hier 133 2 en WeltzeI, 'Gypsies of Central Germany', 13. 63. A. Rao, 'Some Manus conceptions and attitudes', in: F. Rehfisch (ed.), Gypsies, tinkers and other tra2 veilers (London 1975) 139-168, hier 140. 264 . Zie Voor een kort overzicht van deze problematiek Vossen, Zigeuner, 192-193. 65. ZIe K. Otter, 'Viennese gypsies',jGLS X (1931) 105-133, hier 106 en WeltzeI, 'Gypsies ofCentral 2 Germany', 10. 266. Zie bijlage V:3, schema 23. 67 2 . Zie ook Anspach, 'Hedendaagsche zigeuners' (1887), 345-346. 68. Jaargang 109, 4e blad, 2e kolom. Dit bericht werd vrijwel in zijn geheel overgenomen door de 26 N.R.c. van 13 december 1850. 9. Jammer genoeg is het politie-archief van de stad Groningen voor de 1ge eeuw in zijn geheel ver27 nietigd, zodat deze zaak niet nader te reconstrueren viel. O. Het is overigens niet duidelijk of het daarbij altijd om woonwagens ging.
:eJ-
'e-
in
r-
m
:n
3;
r'e-
5,
et
)-
.ti
~
Ie
Ie
n
ti
:r
g
It
n
If
t'
Ir
.)
!-
n
I,
'-
/t
279
--
~--
280
-
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 200-204
271. In 1880 werd over 'huiswagens', in 1883 over 'kermiswagens' en in 1885 (AP, p. 912) over 'reiswagens' gesproken. 272. De eerste keer dat er werd gesproken over Sinti in tenten was in 1918, toen in de Limburgse gemeente Schinnen een drietal gezinnen in evenzoveel tenten leefde en zijn bezittingen met kinderwagens vervoerde (RAL, Kabinet Gouverneur 1914-1918, woonwagens en woonschepen 1 E 238). Maar ook in de jaren dertig werd soms nog over in tenten levende Sinti bericht: B:1260 (1934) en B:1357 (1935). Zie voor logementen: AP, 23 mei 1901, p. 209 (bekendmakingen); B:1500 (1929); 703 (1929) en 2827 (1930) en huizen: B:1445 (1930). 273. Zie bv. AP, 23 mei 1901, bekendmakingen, p. 209. Net als in de Duitse Rijnprovincie in het begin van de 20e eeuw, zoals uit een verslag van een Britse medewerker van de JGLS viel op te maken: "The majority of the German gypsies I met did not possess vans, but carried all their goods and chattels in perambulators (kinderwagens, LL), and frequently in light carts drawn by themselves." (Gilliat-Smith, 'Gypsies', 132). 274. Zie voor het uiterlijk van Sinti, bijlage V:6, schema 25. 275. Zie voor berichten hierover bijlage V:4, schema 24. Zie ook schema 6, waarin van de 7 gevallen waarin sprake was van 'zigeuners' dit in 5 gevallen samenviel met deze vorm van oplichting. 276. AP, 1882, p. 1224 (bekendmakingen). 277. GAMa, archief commissaris van politie 1ge eeuw, Registers opgemaakte proces-verbalen, invoernurnmer 86 (1865): no. 80 p. 128. Zie ook 'Aanteekeningens', later 'Dagboek', invoernummer 29 (1865). Beide zijn chronologisch, zie 6/7 maart 1865. Dit geval werd tevens in het AP gemeld (1865, p. 202-203). 278. B:2827 (1930). 279. Ibidem en B:1567 (1931). 280. Zo ging het tussen 1928 en 1931 in zes van de acht gevallen om dezelfde personen en in de twee overige om andere vrouwen. 281. Zie hiervoor Lucassen, Kusten. 282. Van de 203 uitleidingen was de verdeling als volgt: jan: 20, feb: 13, mrt: 14, apr: 28, mei: 19,jun: 21,jul: 24, aug: 10, sep: 11, okt: 18, nov: 17 en dec: 6 (bron: bijlage V:1, schema 22). 283. Een van de karakteristieke bezigheden van Sin ti uit de Elzas (Vaux de Foletier, Bohémiens, 95) . 284. Zie de vreemdelingencirculaires van 1851, waarin aan de hoofden van politie werd geadviseerd geen reis- en verblijfpas afte geven aan reizende muzikanten. Dit advies werd in een tweede circulaire in 1852 uitgebreid tot alle kermisreizigers (zie hoofdstuk 2). 285. Zie voor deze categorie G.H.Jansen, Een roes van vrijheid. Kermis in Nederland (Meppel 1987) 42, 44, 52, 61, 139 en 152. 286. Jansen, Roes van vrijheid, 91 en M. Keyser, Komt dat zien! De Amsterdamse Kermis in de negentiende eeuw (Amsterdam 1976) 212 e.v. 287. P.]. van der Baan en P. A. M. Nijkamp, 'Kermisvolk in Roermond (1870-1930)'. Kandidaatsscriptie sociaal-economische geschiedenis (Utrecht 1982) 71-75 en P. Nijkamp, 'Stoomcarrouselhouders in Roermond (1870-1930)', Industriële archeologie 27 (1988) 76-85. 288. "De in dit milieu (de enkele we/ingerichte, niet overbevolkte kermiswagens zijn thans buiten bespreking mijn cursivering, LL -) verkeerende bevolking, die tot de onderste lagen van de maatschappij behoort, kan niet anders dan een sociale hinder, eene ware plaag zijn" (Verslag staatscommissie, p. 96). Zie voor deze tweedeling ook De Goei, 'Lau Mazirel', 146-150. 289. Jansen, Roes van vrijheid, 108- 109. 290. GARoe, Gemeentebestuur 1796-1933, Chronologisch archiefgemeentebestuur, invoernummer 1364, 24 mei 1904 no. 5315. 291. Zie bijlage V:5. 292 . Vergelijk deze met de groepsfoto's van Duitse Sinti-muzikanten bij Geigges en Wette, Zigeuner Heute, 291 en 303. 293. Zie Beckers, Me hum Sinthu, 76 en C. Kijne, 'Tata Mirando. Armando's nieuwe oude liefde', VPRO-gids 49 (9-15 december 1989) 3-6. Ook in Duitsland waren vóór de Tweede Wereldoor1o~ diverse bekende zigeunerorkesten van Sinti actief, zoals de familie Lagrene (Krausnick, Sinti Faffl l /ie, 82-84) en het zestienkoppig orkest van de familie Franz (H. Cuppen en P. Öfner, 'Hugo FranZ: we moeten met onze tijd meegaan', O'Drom 1 (1986) 23-24). . 294. Helaas is het archief van het Kurhaus in de woelige periode Zwolsman (in de jaren zeventig) In zijn geheel verloren gegaan, zodat niet kan worden nagegaan wie er precies optraden en wanneer. <
281
>4
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 204-212
a-
Navraag bij oud-directeuren van de Exploitatie Maatschappij Scheveningen, Van Dusseldorp en Van Luik leverde niets op. 295. E. van Thiel, 'Muziek van Django om de mensen blij te maken', O'Drom 1 (1986) 17- 19. 296. Zie P. Hovens, 'Wouter van Wijk en de Nederlandse tsiganologie', in: P. Hovens en R. Dahler (eds.), Zigeuners in Nederland. Cultuur, geschiedenis en beleid (NijmegenJ Rijswijk 1988) 93-112, hier 94-95. In een bespreking over de Nederlandse tsiganoloog Van Wijk vermeldt hij dat deze in 1936 in aanraking kwam met een dergelijk orkest dat destijds in Amsterdam speelde en later in Groningen voorstellingen gaf. 297. B:1247 (1933) en B:1365 (1935). 298. Zie hierover: WeltzeI, 'Gypsies ofCentral Germany', 37; Otter, 'Viennese Gypsies', 108 en Vossen, Zigeuner, 150-151. 299. Wij kwamen hem op het spoor door een interview van Henk Strabbing in de Volkskrant (rubriek Tijdgeesten) van dinsdag 4 augustus 1987. Op 4 september 1987 namen wij de heer van Zalinge een aanvullend interview af in Naarden. Een gedeelte van dit interview werd gepubliceerd in het tijdschrift '0 Drom': L. Lucassen, 'Henk van Zalinge over de oorlogstijd: 'De zigeuners in Bussum waren geïnterneerd", O'Drom 1 (maart 1989) 22. 300. Zie voor de muziek, B:718, 1501, 2827 en 1095. De paardenhandel kwam maar een enkele keer voor en vrijwel nooit full- time (zie B:634; 1445 en ook AP, 1915, no. 219, afdeling F, p. 240-241). 301. Zie bijlage V:5. En ook Beckers, Me hum Sinthu, 76 en G. Meijs, 'Maar we blijven een ander ras', Kruispunt 13 (januari 1977) 3-6, hier 4. 302. B: 1500.
rI). 4) )0
in
n:
lcl
:n
).
p.
;e
cl
!,
re
Noten bij hoofdstuk 6 1. Nu zou dit aan de selectiviteit van de bronnen kunnen liggen. Zo kwam het vreemdelingenbeleid in 1939 in handen van de rijksvreemdelingendienst, waardoor de marechaussee en de AGVD hun dOminerende rol op het terrein van de 'zigeunerbestrijding' verloren. Waarschijnlijk is dit echter niet. Het archief van deze centrale is weliswaar nog nauwelijks ontsloten, maar er bestaan niet veel aanwijzingen dat deze zich in de eerste oorlogsjaren veel met het 'zigeunerprobleem' heeft beziggehouden. In de zeer uitgebreide trefwoordenlijst die bij de centralisatie van het directoraat-generaal van politie in november 1943 werd opgesteld, komt het woord 'zigeuners' (i.t.t. 'woonwagenbeWoners') niet eens voor (SSAJUST, Centraal Archief, Directoraat-Generaal van Politie, Organisatie Algemeen I, 1.870.55, circulaire no. 4 van de directeur-generaal van politie aan de politiepresidenten, d.d. 1 november 1943, no. RC I-a-2, ap No. 69). 2. B: 3098/3100. 3. Deze registratie is niet teruggevonden en werd waarschijnlijk na de oorlog voortgezet, totdat door kamervragen van de PSP-er Van Es in 1983 besloten werd de gehele registratie te vernietigen (Handelingen, Aanhangsel 1982-83, 29-4 - 1983). 4. KaJdarasch en Ursari vestigden zich in die tijd niet in Nederland. S. Aangezien dit beleid al in detail door Sijes e.a. (Vervolging, 71-96) is beschreven, zullen wij ons in deze paragraaf tot de hoofdlijnen beperken. 6. Ibidem, 71 noot 3. Zij baseren zich op het blad 'De bevolkingsboekhouding' uit 1938 en noemen de cijfers van 2700 wagens en 12.000 bewoners. 7. Naar aanleiding van het probleem van woonwagenkampen langs de rijkswegen schreef de secretaris-generaal van Justitie op 8 oktober 1938 (afd. 3D, no. 1138) aan Binnenlandse Zaken dat "de uitvoering van de Wet op Woonwagens en Woonschepen gevoegelijk ware over te brengen naar Uw Departement." (ARA,BIZA, Binnenlands Bestuur 1878-1950, Woonwagenkampen 1936-1939, doos 254). Bij BiZa werden woonwagenzaken behandeld door de afdelingen Armwezen en Binnenlands Bestuur. 8. Idem, Wetsontwerp met daarover uitgebreide adviezen betreffende maatregelen m.b.t. de varende en rijdende bevolking, 1936-1938, doos 489. ~O Ib~dem, brief d.d. 12 februari 1936, no. 298. 1 . Circulaire van Biza d.d. 23 juni 1936 no. 15690. (Idem, Woonwagenkampen 1936-1939, doos 254) . Ib~dem, GS v~n Noord-Brabant, 24 augustus 1938 nummer G 48 aan Binnenlandse Zaken. . . . Ibldem,justltle (SG Van Angeren), 6 augustus 1938, 3D no. 1124 aan Bmnenlandse Zaken. Justitie
1;'
-
282
~-~---------
-
--
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 213-216
verwees hierbij naar artikel 31, 2e lid van de Woonwagenwet van 1918. 13. Zie hierover Noordman, Om de kwaliteit, en Dercksen en Verplanke, Onmaatschappelijkheidsbestrijding. 14. J.E. de Quay was tussen mei en juli 1940 "Algemeen gemachtigde voor de organisatie van de arbeid", in welke hoedanigheid hij het inzetten van Nederlandse werklozen in Duitsland propageerde. Later werd hij een van de drie voormannen van de Nederlandsche Unie die op Nederlandse wijze een aanpassing aan de gewijzigde verhoudingen tot stand wilden brengen: 1. de jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog 4, le helft Cs-Gravenhage 1972) 36 en 207. 15. Beleidsnotitie d.d. 4 september 1940 naar aanleiding van het artikel van Van Doorn (ARA, BIZA, Afdeling Armwezen 1918-1947, Stukken betreffende instelling van onderzoeken naar asociale elementen die op grond van de Armenwet worden ondersteund, 1940-1943, doos 409). 16. Ibidem, circulaire van Biza, d.d. 22 oktober 1942 no. 6172A aan de burgemeesters. In 1015 gemeenten werden in totaal 3030 (volwassen) asociale elementen geteld, waarvan 318 woonwagenbewoners. 17. Sijes e.a., Vervolging, 74-75. Deze registratie bevond zich in het gebouw Kleykamp te Den Haag en is bij een bombardement op 11 april 1944 verloren gegaan (Ibidem, 109 noot 3) . 18. 1. A. van Doorn, 'De woonwagens moeten verdwijnen. Een plan voor de maatschappelijke verheffing van de zwervende woonwagenbevolking', Sociale Zaken 29 (24 juli 1940) 453-456; 30 (31 juli 1940) 469-472; 31 (7 augustus 1940) 485-488) en 32 (14 augustus 1940) 501-504, hier 453. 19. Op 4 september 1941. Door de directeur van de RID (Regenboog), de inspecteur-generaal der Nederlandse politie (Croiset van Uchelen), de secretaris-generaal van justitie (NSB-er Schrieke) en de procureurs-generaal (Sijes e.a., Vervolging, 79) . 20. Door de reorganisatie van de Nederlandse politie begin 1943 werd o.a. de functie van procureurgeneraal opgeheven en Nederland verdeeld in vijf politiegewesten. 21. De grootste (meer dan 50 wagens) waren Apeldoorn, Utrecht, 's-Hertogenbosch, Tilburg, Groningen, Amersfoort en Westerbork. 22. Sijes e.a., Vervolging, 87-90. 23. Zie ook F. Brummer, Frederika. Het leven van een woonwagengeneratie tussen 1900 en 1945 (i\msterdarn 1984) 115. 24. RIOD, Onderzoek zigeunervervolging (6 dozen), doos 1, map 'interviews'. Het grootste deel werd afgenomen in het kader van het onderzoek van Sijes e.a. Het betreft een dertigtal interviews, die in dejaren 1969-1971 o.a. door de toenmalige Leidse studenten culturele antropologie, Marten de Boer en Anton van Winden, werden afgenomen aan Nederlandse zigeuners die de oorlog hadden overleefd. De, overigens vrij summiere, verslagen hiervan bevinden zich bij het RIOD. Daarnaast zijn interviews te vinden in: Beckers, Me hum Sinthu en in het themanummer over zigeuners in de oorlog van het tijdschrift over zigeuners, O'Drom (no. 1, maart 1989). 25. De enige ons bekende speciaal tegen zigeuners gerichte maatregel betrof de internering van een aantal Sinti- families in Bussum, waar volgens een toenmalige inwoner (Henk van Zalinge) de Duitsers bevel hadden gegeven deze zigeuners in onbewoonbaar verklaarde huizen te bewaken. Zie Lucassen, 'Henk van Zalinge'. In welk kader deze verklaring moet worden geplaatst, is onduidelijk; van de commissaris van politie te Bussum werd geen toestemming verkregen het politie-archief te raadplegen. Mogelijk hing de maatregel samen met het verwijderen van woonwagens uit de omgeving van Hilversum in mei 1943 (Sijes e.a., Vervolging, 87). 26. Sijes e.a., Vervolging, 72 noot 5. 27. Zie bijvoorbeeld B:3086. 28. Op 6 september 1940 (Sijes e.a., Vervolging, 97). 29. Zie B: 3074/3082 en 3085/309l. 30. Hoewel in de twee wetten (het 'Reichsbürgergesetz' en het 'Gesetz zum Schutze des deutschen Blutes und der deutschen Ehre') zigeuners - in tegenstelling tot de joden - niet als zodanig word~n genoemd, waren volgens een commentaar op deze wetten uit 1936 zowel joden als zigeuners In Europa de enige rassen met 'artfremdes Blut' (Stuckart en Globke, Kommentare zur deutschen RassetJgesetzgebung, Band 1, München-Berlin 1936, geciteerd door Döring, Zigeuner, 35-38) . 31. Zie voor deze geschiedenis Sijes e.a., Vervolging, 40-47. 32. Zie hiervoor Döring, Zigeuner, 125-140. 33. Döring, Zigeuner, 215. 1. de jong (Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog 7, 2e hel[c
[6
ij-
ie
l-
r-
ie
,6
\, 'ie
1-
fli
n
NorEN BIJ BLADZIJDEN 217-218
283
('s-Gravenhage 1976) 1347) vermeldt abusievelijk december 1938 als datum van het AuschwitzErlass. 34. Afgedrukt bij Döring, Zigeuner, 215. In dit bevel werd voorts bepaald dat het niet van toepassing was op "reinrassigen Sinte- und der als reinrassigen Lalleri-Zigeuner-Sippen." Zij zouden als 'wetenschappelijk studieobject' in een bepaald gebied mogen rondtrekken. Uiteindelijk zouden ook zij hetzelfde lot ondergaan. Zie voor de vervolging in Duitsland voorts Kenrick en Puxon, Destiny; Hohmann, Zigeunerverfolgung en Gilsenbach, Verfolgung der Sinti. 35. B:3017. 36. Het zogenaamde 'Starnmlager' werd aangeduid als Auschwitz I. 37. Sijes e.a., Vervolging, 128-129. 38. Op 29 maart 1943 (Döring, Zigeuner, 218). Hoewel Elzas-Lotharingen wel de status van 'Angegliedertes Gebiet' had en het de bedoeling was dit gebied uiteindelijk bij het 'Reich' in te lijven, is het daar nooit van gekomen. 39. Waar vanaf 1943 het directoraat-generaal van politie was gevestigd (zie voor de organisatie van de politie gedurende de oorlog Sijes e.a., Vervolging, 157 e.v.). 40. B:3020. 41. Zie het postscriptum bij B:3023 en B:3025. 42. Sijes e.a., Vervolging, 109. 43. Deze geheime instructie ging uit op 15 mei en werd aan alle hoofden van politie (zowel burgemeesters als politiegezagsdragers) en marechaussee verstuurd. Zie B:3023. 44. In Sijes e.a. (Vervolging) worden m.b.t. het totale aantal aangehoudenen tussen 16 en 18 mei 1944 verschillende getallen genoemd (vergelijk p. 117 en 120). Nemen we het rapport van de kampleiding als uitgangspunt, dan blijken er tussen 16 en 18 mei 1944 in totaal 578 mensen te zijn aangehouden, waarvan er uiteindelijk 245 als 'Zigeuner' naar Auschwitz werden gebracht (pagina's 3234 van 'Rapporte IV C (64) 193.1', in: RIOD, Archief Westerbork, trein 19-5-1944). Van die 578 werden 6 'Wohnwagenbewohner' op 18 mei alweer vrijgelaten en de resterende 327 'Wohnwagenbewohner' op 20 mei. Bij die laatste groep zaten waarschijnlijk ook de 54 op grond van hun nationaliteit vrijgelaten zigeuners. Dit betekent dat de verdeling 'zigeuners' - 'asocialen' die Sijes op p. 117 geeft (305 'zigeuners' en 260 'asocialen') niet klopt. Wat de 305 zigeuners betreft: in de lijst van niet weggevoerde zigeuners worden weliswaar 61 namen genoemd, maar daarvan zijn er 7 (no's 265 tot en met 271) dubbel (RIOD, Archief Westerbork, Trein 16-5-1944, map 1 19.2). Het aantal van 260 'asocialen' is daarentegen iets te laag: volgens de reeds genoemde Rapporte IV C (64) 193.1, werden tussen 16 en 18 mei 1944 naast de zigeuners in totaal 279 'asocialen' (lees woonwagenbewoners) aangehouden en later weer vrijgelaten. 45. RIOD, interview 23-8-1971 (Deventer). 46. Sijes e.a. Vervolging, 120. Een deel van de vrijgelatenen werd een week later al weer opgepakt om in Zeeland te gaan "spitten" (De Jong, Koninkrijk (deel 7) 1353). 47. Waarvan 45 personen de Nederlandse nationaliteit bezaten, 190 staatloos waren en 10 van diverse nationaliteit (Spaans, Duits en Zwitsers): Sijes e.a., Vervolging, 12l. 48. 72 mannelijke Nederlandse zigeuners werden naar Buchenwald gestuurd en vermoedelijk 35 vrouWen naar Ravensbrück. De overgebleven zigeuners in Birkenau (± 3000) werden allen in de nacht van 31juli op 1 augustus 1944 vergast (Ibidem, 130). Zie ookL. deJong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog 8, 2e helft ('s-Gravenhage 1978) 840-842 . 549. S·· !Jes e.a., Vervolging, 134 noot 3. O. De vertaling van de in de Auschwitz-Erlass genoemde "zigeunerische Personen". In de Duitse cir5 c~laire was echter wel aangegeven wat onder die term moest worden verstaan. 51. Zl~ Sijes e.a., Vervolging, 109-116. 2. IbIdem, 115. Zie ook het interview gehouden te Den Bosch op 25-11-1970 (RIOD). In Zutphen werden (behalve een zigeunergezin, bestaande uit 5 personen) 100 à 150 woonwagenbewoners aangehouden, terwijl in IJsselstein naast 3 zigeunergezinnen ook 17 gezinnen van woonwagenbewoners werden opgepakt (zie voor IJsselstein, DeJong Koninkrijk (deel 7) 1353). Of er ook op andere plaatS sen woonwagenbewoners werden aangehouden, is niet bekend. 3. Dat dit het geval was, maken we ook op uit de volgende interessante beschrijving van de verhouding tussen woonwagenbewoners en zigeuners: "Wij noemden de zigeuners manies en. De zigeuners zichzelf' Sinties'" (ontleend aan Brummer, Prederika, 85; zie voor soortgelijke uitlatingen ook Van Aalst, Martieners, 180 en 192).
284
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 218-223
54. RIOD, interview 5-11-1970 (Roermond). 55. Ibidem, 22-10-1970 (Den Haag). 56. Ibidem, 4-11-1970 (Heerlen en Valkenburg). 57. De Veenkade, de Bildenlijkstraat en de Kemperstraat. Zie over Den Haag ook nog Wuite, Den Haag, zijn zigeuners, 46-47 en Beckers, Me hum Sinthu , 38-39. 58. Beckers, Me hum Sinthu , 21. Deze 10 wagens stonden bij het slachthuis achter de Veenkade. 59. RIOD, interview 19-10-1970 (Zoetermeer). 60. Ibidem, 16-4-1969 (Venlo). 61. Ibidem, 5-11-1970 (Roermond). 62. In een brief d.d. 29-10-1943 aan de gewestelijk politiepresident te Groningen gebruikte de burgemeester de term zigeuner (B:3084). 63. B:3018. 64. RIOD, interviews: 22-10-1970 (Den Haag) en 4-11-1970 (Berg en Terblijt). 65. Ibidem, 28-10-1970 (Best). 66. Ibidem, 10-8-1971 (Helmond) en Van Thiel, 'Familie Grünholz', 5-7. Hierin vertelt Alfred Grünholz hoe hij met wagen en al bij een Vlaams boerengezin kon onderduiken. 67. RIOD interview 11-8-1971 (Nuenen). Door tussenkomst van een Nederlandse arts. 68. Ibidem: 28-10-1970 (Gerwen) en28-10-1970 (Best) . Zie ook Sijes e.a., Vervolging, 115. Hij geeft echter een iets andere lezing van het gebeurde. 69. Behalve zijn twee zoons, die door hun engagement bij circus Boltini ontkomen zijn (RIOD, interview 27- 4-1965) . 70. Ibidem, 23-8-1971 (Arnhem). Zie ook Kijne, 'Tata Mirando', 4. 71. Kenrick en Puxon, Destiny, 112. 72. Ibidem, 140. Zie ook A. Ramati, En de violen zwegen. Een verhaal over de holocaust van de zigeuners (Amsterdam 1988, oorspronkelijk 1985) 100. 73. Zie voor Hongarije en Roemenië: Kenrick en Puxon, Destiny, 124-131. 74. Maine-et-Loire; Indre-et-Loire; Vienne; Deux-Sèvres: J. Sigot, Un camp pour les tsiganes... et les autres. Montreuil-Bellay 1940-1945 (Bordeaux 1983) 53. Het is onduidelijk of deze maatregel ook in andere regio's van kracht werd. 75. Gedefinieerd als "individus errants, généralement sans domicile, ni patrie, ni profession effective". Afgedrukt in Ibidem, 54-55. Deze omschrijving was afgeleid van de wet van 16 juli 1912, waarin nomades werden gedefinieerd als mensen zonder een vaste woonplaats (zie hoofdstuk 5, noot 212). 76. R. Bazin, 'Les Camps de Montreuil-Bellay (Maine-et-Loire)' (Angers, september 1952). 77. Sigot, Un camp, 55. 78. Zoals bij de Renault-fabrieken in Le Mans. In totaal waren er ongeveer 20 kampen. De grootste kampen waren Arc et Senans, Compiègne, Coudrecieux, Mulsanne, Montreuil-Bellay, Poitiers, Angoulême en Rennes (Ibidem). 79. In een circulaire d.d. 23 januari 1941 aan de prefecten (Bazin, 'Les camps', 4). 80. Aan deze verwarring werd uitdrukking gegeven door de Ortskommandant van de Franse plaats Tours, die de prefect van Maine-et-Loire over de razzia als volgt inlichtte: "Il apparaît qu'étaient visés tous les nomades et parmi les ambulants, uniquement ceux qui sont considérés au point de vue de la race comme étant des tziganes.", C. Bernadac, I:H%caust oublié. Le massacre des tsiganes (paris 1979) 108-109. 81. Over de vervolging van zigeuners in Frankrijk is nog weinig bekend. De enige studies die hier licht op werpen zijn Bernadac (I:Holocaust oublié) en Sigot (Un camp). De archieven met gegevens over de uiteindelijke deportatie zouden zijn vernietigd (Bernadac, I:Holocaust oublié, 128). 82. Zo berichtte de prefect van Finistère dat hij alleen 'nomades' en 'forains' zonder een vaste woonplaats had laten oppakken die van het 'romani-type' waren (Bazin, 'Les camps', 7; een datum wordt hier niet genoemd). 83. Kenrick en Puxon, Destiny, 101 e.v. De transportdata zijn niet bekend, maar in ieder geval bevond zich reeds in november 1943 een groep Franse 'nomades' in Auschwitz-Birkenau. zie ook B. Michalewicz, 'L'Holocaust des tsiganes en Pologne', in: P. Williams (ed.), Tsiganes (paris 1989) 129139, hier 13l. 84. Reyniers, 'Pauvreté et exclusion', 32. Zie hierover ook Van Thiel, 'Familie Grünholz', 6. 85. 'Convoi Z , 15-1-1944 de Malines vers Auschwitz' (bewaard bij het Belgische archief van het MSPF, administration des victimes de guerre, zonder nummer). Zie ook interviews met zigeuners die bij
-
-
--------------~---
NOTEN BIJ BLADZIJDEN 223-236
)en
-
285
het RIOD worden bewaard (interviews in Partij - gemeente Wittem - op 4-11-1970 en te Helmond 28-10-1970). 86. Gotovitch, 'Quelques dormées'. 87. Zie o.a. E.D. Bartels en G. Brun, Gypsies in Denmark: a social-biological study (Copenhagen 1943). 88. Kenrick en Puxon, Destiny, 100. 89. Ibidem, 120-121. 90. I. Schöffer, 'Zigeuners in bezet Nederland', boekbespreking van B. A. Sijes e.a., Vervolging van zigeuners in Nederland 1940-1945, Tijdschrift voor geschiedenis (1981) 4, 669-670.
~e-
Noten bij hoofdstuk 7
.n-
:h-
n-
ru-
in
e".
'm
2).
;te rs,
lts
nt :ie a-
h.t er 1-
dt
F, ,ij
1. Nog afgezien van werkelijke gewelds-terrorisering in de gewesten Gelderland en Overijssel gedurende de 18e eeuwen tijdens de Tweede Wereldoorlog. 2. G. Hekma, 'Racisme en discriminatie van homoseksualiteit. Enkele kanttekeningen', in: H . Diederiks en C. Quispel (eds.), Onderscheid en minderheid. Sociaal-historische opstellen over discriminatie en vooroordeel aangeboden aan professor Dik van Arkel bij zijn afscheid als hoogleraar in de sociale geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden (Hilversum 1987) 124-137, hier 125. 3. De getuigenverklaringen i.v.m. het schietincident te Elsloo. 4. Zie voor uirwerking van de kenmerken van deze drie groepen bijlage VI. 5. Zie Huonker, Fahrendes Volk en C. Meyer, 'Unkraut der Landstrasse~ Industriegesel/schaft und Nichtsesshaftigkeit. Am Beispiel der Wandersippen und der schweizerischen Politik an den Bündnerjenischen (Disentis 1988). 6. In dit opzicht worden de voorzichtige conclusies van Lucassen en Penninx over de rol van de overheid bij de stigmatisering en etnisering van van zigeuners en joden onderschreven (Nieuwkomers, 148-149).
BIJLAGE I: Brievenbestand BRIE Voor de analyse van het overheidsbeleid werd gezocht naar brieven en documenten van of aan autoriteiten over 'zigeuners'. Zoals uit het bronnenoverzicht blijkt, werden zowel gemeente-, provinciale- als ministerie-archieven geraadpleegd. In totaal leverde dit 3191 brieven en documenten op. Gezien dit grote aantal, werden ze in een apart database-bestand (BRIE) ondergebracht, waarbij het recordnummer tevens als verwijzing in de tekst en voetnoten geldt (B:1 tot en met B:3191). In deze bijlage zijn alleen de in het boek genoemde codenummers afgedrukt (1222) . De in het buitenland (België, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië) geraadpleegde archieven zijn niet in BRIE opgenomen, maar worden in de voetnoten apart genoemd. 'Naast de in archieven werkelijk aangetroffen brieven en documenten van of aan autoriteiten, zijn in BRIE ook brieven en documenten opgenomen waarvan bekend is dat ze geschreven zijn, maar waarvan alleen de (globale) inhoud overgeleverd is, doordat ze niet konden worden achterhaald (meestal inmiddels vernietigd). In die gevallen is voorafgaand aan de schrijver of opsteller het voorvoegsel ABB (voor brieven) of ABD (voor documenten) geplaatst. Een verdere uitwerking van dit systeem treft men aan in de legende onder 'briefvan'.
Legende 1) Briefno Verwijst naar het recordnummer in BRIE en naar de gebruikte codes in de tekst (B: .. .) 2) Bron (Archief waar de brief werd aangetroffen) Algemeen Rijksarchief, afd. Justitie (1868-1939) A]VD = Algemeen Rijksarchief, afd. Justitie, Vreemdelingendienst 1918-1939 (Archiefvan de AGVD) ABIZ = Algemeen Rijksarchief, afd. Binnenlandse Zaken (1850-1950) ABUZ = Algemeen Rijksarchief, afd. Buitenlandse Zaken ADEF = Algemeen Rijksarchief, Defensie, archief IKM DlVE = Brieven die in de Nederlandse literatuur werden genoemd, maar niet in de archieven werden aangetroffen. De overige afkortingen komen overeen met die in het bronnenoverzicht.
AJus =
3) Briefvan (de schrijver van de brief, of opsteller van het document) Voor afkortingen raadplege men de lijst van afkortingen. ABB = afgeleid bericht brieE In een bepaalde brief wordt een andere brief aangehaald of wordt de inhoud anderszins weergegeven. In zo'n geval krijgt de aangehaalde of weergegeven brief een eigen record. Vóór de schrijver worden dan de hoofdletters AB getypt. Om te weten van welke brief dit AB is afgeleid, zie veld ZIB. ABD = afgeleid bericht document. In een bepaalde brief wordt vermeld dat een autoriteit een document (zoals binnenlands paspoort, reis- en verblijfpas, vergunning om een beroep uit te oefenen etc) heeft afgegeven. ABR = afgeleid bericht requisitoir. ABT= afgeleid bericht telefonisch. In een brief wordt gerefereerd aan een telefoongesprek, ofhet telefoongesprek zelfs helemaal uitgeschreven. ABV = afgeleid bericht verhoor. Wanneer een verhoor met een zigeuner is opgetekend. B = bericht. Bijvoorbeeld in het Algemeen Politieblad. (C) = circulaire. Komt achter de briefschrijver. D = (gevolgd door titelatuur) het betreft hier geen brief, maar een afgegeven document (zie bij ABD). DK = idem, kwitantie. R = requisitoir, uitleidingsbevel. Na de R volgt de betreffende autoriteit. (T) = telegram: dit teken staat achter de vermelde briefschrijver. (V) = vervallen: de brief is uiteindelijk niet verstuurd. (kwo) = kwartaaloverzicht over de werking van de Vreemdelingenwet, ieder kwartaal door de procureurs-generaal op te sturen aan Justitie.
288
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
(DR) = dagrapport. Komt achter de briefschrijver. (ZN) = zigeunernota. Een voorgedrukte brief van de districtscommandant te Breda aan zijn brigadecommandanten met de vraag of er •zigeuners , zijn geweest, zo ja wie. Of ze passen hebben en door wie die zijn afgegeven. Ten slotte waar zij naar toe zijn gegaan. Komt achter de briefschrijver. 4) nummer (nummer of kenmerk dat aan de brief is gegeven door de briefschrijver) A = Armwezen (afdeling van Biza). Deze vermelding komt voor het nummer. BB = Binnenlands Bestuur (afdeling van Binnenlandse Zaken). Deze vermelding komt voor het nummer. G = Geheim: wanneer dit achter een nummer staat. JZ = Juridische Zaken (afdeling van Buitenlandse Zaken). Deze vermelding komt voor het nummer. 5) Briefaan (aan wie de brief is gericht) Voor afkortingen raadplege men de lijst van afkortingen. 6) Datum (Dagtekening van de brief ofhet document) 7) doos (komt meestal overeen met het inventarisnummer) GC = Geheim Chronologisch (bij semi-statisch archief van Justitie). - Geen aanduiding: Aangezien in het archief van het Museum van de Koninklijke Marechaussee te Buren (MKMB) de dozen niet zijn genummerd (slechts de aanduiding 'zigeuners') is hier geen doosnummer vermeld. - Aanduidingen bij AJVD: Het archief van de AGVD werd in semi-statische toestand geraadpleegd, dat wil zeggen, op het ministerie van Justitie. Onlangs werd dit archief overgebracht naar het ARA. Hierbij werden niet alleen de inventarisnummers gewijzigd, maar werd ongelukkigerwijs ook de inhoud van de vier 'zigeunerdozen' gedeeltelijk anders geordend, zodat de doosnummers die in BRIE voorkomen niet meer overeenkomen met de doosnummers van AJVD in het ARA. Door de late ontdekking van deze omzetting en de grote omvang van het archief ( ± 1100 brieven), ontbrak de tijd om deze van de nieuwe doosnummers te voorzien. 8) EXH (exhibitum, stempel met datum van de aangeschreven instantie als bewijs van ontvangst) Dit is vooral van belang voor het chronologische Justitie-archief(1868-1939). De brieven zijn hier namelijk gerangschikt op de datum van ontvangst, en niet op de dagtekening. 9) NummerEXH (nummer behorend bij de exhibitum-datum) 10) ZIB (zit in bij: datum van de brief waar de betreffende brief bij is opgeborgen) In sommige gevallen is de brief niet opgeborgen volgens de exhibitum-datum, maar bij een andere brief In dat geval is ook de datum en het nummer van deze brief vermeld (zie nummerZIB) . 11) NummerZIB (nummer behorend bij ZIB)
BIJLAGE I
B:
289
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
2
AJUS AJUS
3
AJUS
4
AJUS
5
AJUS
6 7 8 9 10 11
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
12 13 14
AJUS AjUS AJUS
15 16
AJUS AJUS
17 18 19 20
AJUS AJUS AJUS AjUS
21 22 23 24 25 26 27 36
AjUS AJUS AjUS AJUS AjUS AJUS AJUS AJUS
38 39 41 43 44 46 47 48
AJUS AjUS AJUS AJUS AjUS AJUS AJUS AJUS
50 54 57 58 60 61 63 66
AJUS AJUS AJUS AjUS AJUS AJUS AjUS AjUS
67
AJUS
68
AjUS
71
AJUS
80 06/26/09 5339 Financiën Just Burg Roosendaal 317 Buza? 07/09/09 5327 (I) Ciorurn, Nikoly 215 Consul OH Den 07/09/09 5327 Haag (I) Buza 07/10/09 5327 Gezanr OH Den 597 Haag Ciorurn, Nicolas 13 07/10/09 5327 Just (I) 543 PGDh 07/10/09 5326 Just Buza 14244 Just 07/10/09 5326 PGDb 603 07110/09 5326 Just (I) 609 PGDb 07/10/09 5326 Just (I) Buza (SG) ju st (I) 68 / / 5326 PGDb (Serraris) ·62 07/10/09 5326 Just (I) PGDb 80008 Just 07/11109 5328 Burg Roosendaal 457 PGDb 07/11109 5328 PGDb (I) (Serra- 25 Just 07/11/09 5327 ris) 14325 Just Buza 07/12/09 5327 Ciorurn, Nicolas Gezant OH Den 07/12/09 5327 Haag (I) 567 Buza 07113/09 5327 Just 535 PGDb just 07/14/09 5328 14457 Just 07/14/09 5331 Buza Gezant OH Den 617 Buza 07/14/09 5331 Haag Buza 14628 I just 07/15/09 5331 88140 Just PGDb 07/19/09 5331 584 Buza 07/19/09 5331 Just 88282 just PGDb 07/28/09 5342 PGDb 88290 Just / / 5339 511 PGDb 08/05/09 5342 Just 511 Buza 08/05/09 5342 Just PGDb / / ABB Burg Roosendaal 603 PGAr 10/01109 5381 Just PGAr 1500 just 07/10/09 5387 616 PGDh 10/15/09 5392 Just PGDh 2639 10/19/09 5433 Just ABB DCI . PGDh / / just 524 Biza 11/03/09 5404 Burg DenHaag 19133 CdK Zuid-Holland 11/13/09 5433 CdK Zuid2381 Biza 11117/09 5433 Holland just 537 PGDh 12110/09 5433 Buza 25937 Just 12/15/09 5436 PGDh 3185 just 12/16/09 5447 607 PGDh 12/16/09 5436 Just PGDb (I) 74 PGDh 12/17/09 5437 579 PGDh 12/18/09 5437 Just PGDh 3201 just 12/18/09 5437 Burg Teterin177 ju st 12/22/09 5439 gen(I) Chibalko com- 323 12/25/09 5442 just pagnie (I) just (I) 599 Chibalko com- 12/27/09 5442 pagnie just 521 Buz. 01105/10 5447
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
zm
06/29/09 133 / /
07/30/0987 07/13/09 567 07/13/09 567 07113/09 567
07/10/09 128d
07/13/09 567
/ / 07/1 0/09 603 / / / / / / 07/10/09 608 / / / 07/11109 1
07/14/09 535 07/14/09 535 07/13/09 567
07/12/09 133a / /
07/13/09 567 07/13/09 567 / / / / 07/19/09 584 07/19/09 584
/ / / / 07/30/0986 07/30/0987 / / / / zie B :22
07/19/09 584 07/19/09 584 / / 08/05/09 511 / / / / / /
/ / 10/09/09 118 / / 10/21/09 107 zie B:43 / / / / / /
/ / / 12/10/09 537
12/15/09 12/17/09 / / / / / / 12/18/09 12/22/09
113a 103
130 103
12/27/09 138
/ / 12/10/09 537 12/10/09 537 / / 12/16/09 607 01/05/10 521 / / 12/18/09 3201 / / 12/18/09 579 12/22/09631 12/27/09 599
290 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRlEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATIJM
DOOS
EXH
BRON
73 74 75 76 77 78 79 80 81 82
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
83 87 88
AJUS AJUS AJUS
89 90
AJUS AJUS
91
AJUS
92
AJUS
93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 105 106
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS A]US A]US A]US Dive
107 108 lID lil 113 114 116 117
A]US A]US A]US A]US A]US AJUS A]US A]US
118 123 124 125
A]US A]US A]US AJUS
126
AJUS
127 128
A]US AJUS
129 130
A]US A]US
138 139
A]US A]US
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
ABB PGDh (I) Joseph Colombar 10/07/09 zie B:43 Burg Eijsden 04/29/10 5487 05/02110 109 05/07/10 598 Just 598 Burg Eijsden 05/07/10 5487 / / / / Just Burg Eijsden 05/13/10 5492 05/17/10 128 OS/20110 577 Just Burg Eijsden OS/20110 5492 / / / / 577 Just Burg Eijsden Biza OS/27110 5500 / / 06/07/10844 PGDb 94148 Just OS/27/10 5497 / / 06/06/1 0 569 569 PGDb 06/06/10 5497 Just / / / / Biza BB 1844Just 06/07/10 5500 06/08/1096 06/18/10 539 kladaantekenin- 06/13/10 5500 / / 06/18/10 539 Just gen Burg Eijsden 06/18/10 5500 539 / / Just BC Eijsden 26 DsC Maastricht 04/03/12 5665 04/27/12 520 ABD Burg BreuOS/22/11 zieB:87 kelen ABD Burg Strijen 01/30/11 zie B:87 ABD Burg St03/12/12 zie B:87 Maartensdijk DC2 235 OffJust Maas04/06/12 5665 04/27/12 520 tricht PGDb 04/09/12 5665 04/27/12 520 OffJust Maas1304 tricht PGDb 106985 Just 04/1 0/12 5665 04/11/12 115 04/27/12 520 Just concept Buza 04/27/12 5665 / / 04/27/12 520 04/27/12 5665 520 PGDb / / / / Just 8141 Buza 04/27/12 5667 04/29/1293 Just 05/01/12 595 595 Buza 05/01112 5667 / / Just / / 595 PGAm 05/01/12 5667 Just / / / Burg Breukelen 156 / 08/06/12 576 PGAm 05/06/12 5674 511 Buza 05/11/12 5669 / / Just / / PGDb 107533 Just 05/13/12 5674 05/14/12 99 06/08/12 576 PGAm 401-576 lust OS/20/12 5674 OS/21/12 101 06/08/12 567 PGDb 107708 Just OS/26/12 5674 OS/28/1277 06/08/12576 576 PGs Just 06/08/12 5674 / / / / ABB Burg ZeInwoners ge06/01/12 Seppen en Wal raven, Handleiding, 225 venbergen meente D Burg Buren 06/19/12 5684 / / 07/21/12 110 17-44 CdK Gelderland 06/26/12 5681 Burg Aalten / / 07/05/12 100 CdK Gelderland 100 07/05/12 5681 07/06/12 73 07/15/12 640 lust BC Zundert DsC Breda 07/13/12 5734 / / 04/19/13 524 39 DsC Breda 110 DCI 07/15/12 5734 / / 04/19/13 524 lust 640 CdK Gelderland 07/15/12 5681 / / / / DsC Breda 110 DCI 07/16/12 5682 07/23/12 616 / / ABD Burg Ga06/07/12 zie B:124 meren
PGDb 108541 PGDb (I) 21 DsC Breda IlO ABD Burg Breukelen ABD Burg Heukelum ABD Burg WameJ D Burg Geldermalsen PGDb 108594 ABD Burg Munstergeleen 600 lust 600 lust
lust lust DCI
09/17/12 5682 07/18/12 97a 07/20/12 5682 07/20/12 07/21/12 5684 / / 12/14/11 zie B:124 06/12/12
07/23/12 616 07/23/12 616 08/01/12 600
zie B:124
zie B:124 / / 06/10/12 5684 zie B:129 lust
07/22/12 5684 04/21/12 zie B:129
PGs PGAr
08/01/12 5684 08/01/12 56d4
08/01/12 600
BIJLAGE I B:
291
BRIEVENBESTAND
HOOFO- BRlEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DA11JM
DOOS
EXH
BRON
143 144
AJUS AJUS
149
AJUS
150
AJUS
152
AJUS
153
AJUS
154 165
AJUS AJUS
166
AJUS
PGDb 108935 ABD Burg Aardenburg VBGB Geldermalsen BC Rijksvldw 92 Tiel BC Rijksvldw 180 Eist DsC Rijksvldw 1527 Arnhem PGAr 1576 Burg Zwoller9 kerspel ABD Burg Mon-
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
Just
08/12/12 5688 07/20/12 zie B:143
08/23/12 539
Just
121? /12 5711
01/08/13 523
DsC Rijskvldw Arnhem DsC Rijksvldw Arnhem PGAr
12/20/12 5711
01108/13 523
12/24/12 5711
01108/13 523
12/28/12 5711
01/08/13 523
Just CdK Overijssel
12/30/12 5711 01102/13 104 03/02/14 5827 / /
01/08/13 523 06/29/14 506
12/12/12 83a
12/31/13
zie B:165
05/12/13
zie B:165
09/29/13
zie B:165
12/29/13
zie B:165
01/10/13
zie B:165
12/04/13
zie B :165
ster
167
AJUS
168
AJUS
169
AJUS
170
AJUS
171
AJUS
173 174 175 176 178 179 180
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
181 182 189 190
AJUS AJUS AJUS AJUS
191 192
AJUS AJUS
193
AJUS
194 198 201 202
AJUS AJUS AJUS AJUS
203 204 205 215 216 217
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
219 222 226 237
AJUS AJUS AJUS AJUS
ABD Burg EIburg ABDBurg Nieuwkoop ABDBurg Stompwijk ABD Burg Den Haag ABD Burg Muiden PGAr ABB Burg Epe Biza ABB Burg Soest Just ABB Burg Epe Just
239D
Just OfiJust Zutphen VA 3950Just Biza 507 PGAr 5 Just PGAr,PGDh en 506 PGAm CdK Overijssel 506 Just Burg Wateringen 286 Just PGDh 1935 Just PGDh ABB Burg Was- 121
02/11114 5817 / / zie B:173 04/15/14 5816 / / zie B:175 5817 02/09/14 zie B:178 06/29/14 5827 / / / / 06/29/14 5827 11/09/16 6815 11/11116 80 12/04/17 6896 09/08/17 zie B:189
04/25/14 507 04/23/14 694
/ / 12/18/16 506 03/11118 611
sen aar
Just ABB Burg Den Dungen Burg Zwollerkerspel Burg Diepenveen Burg Heerde Burg Gorssel Burg Hengelo (G) Burg Lochem Burg Zelhem Burg Warnsveld Burg Houten OfiJust ABB Burg StMaartensdijk Burg Houten Burg Houten Burg Houten Just
614 2
Biza
01/28/18 6890 12/20/17 zie B:191
86
Just
02/04/18 6892 02/09/18 77c
02/16/18 549
174 1-4 Just Just Just
02/11/18 6892 02/12/18 177 03/04/18 6922 03/06/1887 03/13/18 6922 03/15/1895
02/16/18 549 07/27/18 533 07/27/18 533
49-16 Just 39848-2Just 17 Just 181 Just 498 OfiJust Utrecht 43a PGAm OfiJust Utrecht
03/15/18 6922 03/20/18 6922 03/28/18 6922 03/30/18 6922 03/09/207161 04/19/207161 / /
07/27/18 07/27/18 07/27/18 07/27/18 04/26/21 04/26/21
882 386 93
OfiJust Utrecht 05/07/20 7161 OfiJust Utrecht 03/04/21 7161 OfiJust Utrecht 01/13/22 7238 ? 09/18/26 10287
03/19/18 88 03/22/1882 03/30/18 108 04/04/18 115 / /
533 533 533 533 849 849
zie B:216 04/26/21 849 04/26/21 849 05/06/22 718 09/08/34 855
292 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
239 240 241 242 243 244 245 246 248 249 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 270 271 272 273 278 280 281 282 284 285 286 287 289 291 294 296 297 305 306 307 308 309 310 311
6es 5422Just AJUS Just België 47745 Just AJUS PGDb 361 DsC Breda AJUS BC Alphen 19582 PGDb AJUS DCI DsC Breda 362 MKMB BC Alphen AJUS ABT DsC Eind- DCI hoven 49428 Just AJUS PGDb PGDh AJUS Just (V) zeer ge- 914 heim 379 DCl,DsC Breda AJUS BC Zundert 2163 AGVD AJUS DCI Insp.dirbel TilAJUS Ontvangers BaarIe Nassau burg Insp.dirbel TilAJUS Ontvanger BaarIe 866 Nassau burg 2797 Just AJUS IKM 1824-7 DCI AJUS DsC Breda 2269 IKM AJUS DCI 2863 AJUS IKM Just 920 Buza AJUS Just Just AJUS Petalo, Miegiel Leiden AJUS Burg Bergen op 76 Just ZoomfT) JZ 3085 Just AJUS Buza ABUZ Legatie Ned Buza Brussel 50890 Just AJUS PGDb 845 PGs AJUS Just AJUS Burg Bergen op 3-88a Just Zoom Just AJUS Petalo,familie Leiden Koningin AJUS Petalo,familie Leiden Kladaantekening AJUS Just AJUS ABD Buza Just AJUS Burg Leiden fT) 38 A]VD Compol Eindho- 968 Just ven Just AJVD Compol Utrecht 4784 AGVD AJVD Compol Bergen 973 op Zoom A]VD AGVD 507 Just DCI A]VD BC Sas van Gent 213 2a 906 Biza AJVD Just 46 DCI AJVD BC Alphen DC2 30 AJVD BC Weert ABUZ Buza JZ 8418 Just A]VD AGVD 190 Just A]VD DCI 628 IKM 662 IKM AJVD DCI 44 DCI AJVD AGVD PGDb AJVD Compol Venlo 469 DC2 AJVD Compol Venlo 560 467 AGVD AJVD DC2 353 DC2 AJVD IKM 478 Compol Venlo AJVD DC2 DC2 AJVD Compol Venlo 572
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZlB
07/05/27 10229 / / 06/18/28 8535 06/21/28 219 / / 10/22/28 8483 10/24/28 8535 / / 10/22/28 / / 10/23/28 zie B:242
06/25/34 883 03/22/29 903 01/26/29 920 03/22/29 930 / /
10/29/28 8535 10/31/28 216 11/12/28 8410 02/11/28 206
03/22/29 903
11/20/28 8483 11/22/28 8483 11/27/28 8483
01/26/29 920 01/26/29 920 01/26/29 920
11/27/28 8483
01/26/29 920
11/28/28 11/30/28 12/01/28 12/10/28 01/26/29 01/30/29
8504 8453 8483 8483 8483 8504
11/29/28 210 / / / / 12/14/28 220 / / /
/
/
/
02/16/29 01/26/29 01/26/29 01/26/29 /
923 920 920 920
/
02/16/29 923
02/04/298495 02/05/29 200
02/06/29 958
02/06/298535 01/22/29 204 12/19/33 1707 / /
03/22/29 903 / /
02/07/29 8501 02/08/29 222 02/07/29 8495 / / 02/08/29 8504 02/12/29 224
02/13/29 923 / / 02/16/29 923
02/14/298535 02/15/29 215
02/22/29 903
02/14/29 8535 02/19/29 II
03/22/29903
02/14/29 8504 12/24/12 8504 zie B:272 02/25/29 8535 / / 08/18/26 188,8 / /
03/22/29 903 06/11/34 19248
09/11/26 188,8 09/15/28 188,5
06/11/34 19248 09/17/28 409
11/02/28 188,5 11/28/28 188,6 12/31/28 188,21 02/04/29 188,6 02/06/29 188,21 04/18/33 1707 03/05/29 188,5 04/03/29 188,5 04/06/29 188,5 01/24/30 188,8 01/28/30 188,8 02/01/30 188,21 02/01/30 188,8 02/03/30188,21 02/03/30 188,21 02/04/30 188,21
/ / 12/04/28 / / 02/04/29616 / / / / / / 04/08/29 920 04/08/29 920 / / / / 02/06/30 527 / / 02/06/30 527 02/06/30 527 02/06/30 527
BIJLAGE I
B:
293
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
BRON
312 313
A]VD A]VD
322 323 324 327 331 338 342 350 351
AJVD AJVD A]VD AJVD AJVD A]VD AJVD AJVD A]VD
AGVD DC2
352 353
AGVD Just Just BC Oldenzaal Just AGVD BC Strijbeek Just Ned. gezant Brussel AJVD Just AJVD Buza België
354 355 356 357 358 361 362 368 371 376 382 383 387 389 391
A]VD A]VD AJVD A]VD A]VD A]VD AJVD AJVD AJVD A]VD AJVD A]VD A]VD A]VD AJUS
187 527 212 2a 968 2a 921 105 2a 881 119 325 2a 1008 110/53 2a 863 33816
PGDb PGDb,IKM, AGVD etc Just
EXH
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
02/05/30 188,8 02/06/30 188,21
AGVD AGVD AGVD Just AGVD Buza Buza
03/31/30 188,21 04/02/30 188,21 04/09/30 188,21 OS/24/30 188,21 08/26/30 188,6 03/04/31 188,6 11/30/31 188,8 12/23/31 188,21 01/11/32 188,21
03/15/30 608 04/09/30 136 11/10/36 2601 / / / / 02/26/31 822 / / / / 12/23/31 1008
AGVD NispentotSeve-
01/27/32 188,21 02/15/32 188,21
12/23/31 1008 03/10/32831
Financiën
naer Brus
392 398 400 405 408 411 426 430 431 433 449 463 465 487 489 491 492 493 496 498 501 503 505
Buza 6221 02/26/32188,21 AGVDJust 2a 831 AGVD 03/10/32 188,21 Just AGVD 133 03/21/32 188,21 Just 2a 917 AGVD 04/18/32 188,21 Just 04/21/32 188,21 AGVD 172 Just 06/06/32 188,21 2a 819 PGDb Just 2a 925 Buza 10/15/32 188,21 Just Biza BB 3103 Burgemeesters 03/10/33 188,21 Buza 06/11/34 188,8 JZ 19248Just 2a 855 Buza 09/08/34 188,8 Just AGVD 335 01/07/35 188,8 Just 2a 815 AGVD 01/07/35 188,8 Just 2a 811 AGVD 01/30/35 188,8 Just 2a 1117 AGVD 09/30/36 188,8 Just Just (Simons, le Kladaantekening 03/15/29 8554 afd) 04/01/298612 AJUS R Burg Leende 04/23/29 8612 AJUS Burg Leende Just 769 04/25/29 8612 04/27/29 213 Just AJUS DCl / / 818 IKM 06/18/29 8612 AJUS Just 802a Notificatie 11/02/29 8729 / / AJUS Just 1408 11/13/29 8744 11/16/29 222 AJUS PGL Just PGDb AJUS Daub,E mr,adv en 02/07/30 8870 / / proc 02/13/30 8870 AJUS Dierenbesch Den 562 Haag (I) 991 PGDb 02/13/30 8831 / AJUS Just (I) PGDb 02/17/30 8834 1010 AJUS Just / / 57147 Just 03/31/30 8882 04/02/30 226 AJUS PGDb 06/04/308950 06/16/30 202 AJUS Compol Bussum Just 06/13/30 8950 06/13/30 229 AJUS Compol Bussum 409 Just (I) AJVD Pol Federal Bern II 870R Legatie Neder- 01/28/31 188,6 / / (Zw) land Bern 319 02/23/31 9263 02/24/31 223 AJUS AGVD Just Compol Bussum 03/02/319233 / / AJUS Compol Leiden 55/3 Compol Bussum 03/05/31 9233 / / AJUS Compol Utrecht 936 1026 Buza 03/11/31 9218 / / AJUS Just AJUS Buza 04/01/31 9292 04/07/31 236 JZ 8372 Just 919 Biza en landbouw05119/31 9292 / AJUS Just 894 AJUS Just / Buza 05/03/32 9586 68413 Just 03119/32 9788 / AJUS PGDb A]VD Buza 06/09/32 188,21 JZ 18769Just /
03/10/32 831 / / 03/10/32831 / /
/ /
06/09/3269735 / / 02/11/33 926 / / / / 12/21/34 864 / / 12/10/34316 / / 04/13/29 944 06/18/29 818 06/18/29 818 06/18/29818 / /
/ /
11/18/29 1022 03/22/30 929 03/22/30 929 /
/ / 04/04/30 972 06/18/30 946 06/18/30 946 /
02/26/31 822 04/22/31 03/25/31 03/25/31 / / 05/19/31 / / / / 01/23/33 10117/32
815 988 988 919
889 3350
294 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
NUMMER
zm
NUMMER
zm
EXH
2492
506
AJVD
508 509 510 513 514 542 546 551
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
Legatie België Den Haag PGDb Buza Just Buza Just Just AGVD Biza (C)
553 554
AJUS AJUS
DsC Maastricht ABBDC2
556 557 559 561 562 565 566 571 584 585 586 590 591 592
AJUS AJUS AJUS AJUS AJVD AJUS AJUS AJUS AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
AGVD Just DsC Maastricht Just ABB DsC Breda Compol Bussum Just lKM BC Eijsden Burg Eijsden (T) PGDb D Bel Maastricht BC Hansweert AGVD 417
593 594 600 605 608 613
623 624
AJVD Compol Goes AJVD Compol Delft AJVD Compol Breda AJVD BC Valkenburg AJVD Burg Willemstad AJVD CompolDen Haag AJVD DCI AJVD Compol Rotterdam AJVD AGVD AJVD !KM
625 627 629
AJVD AJVD AJVD
630 632 634
AJVD AJVD AJVD
637 640 641 644 648 649
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
650 659
AJVD AJVD
Buza
70733 Just JZ 33851 Just 889 Buza JZ 43198Just 868 Buza 852 Buza 582 Just BB 3034CdK's G, D, 0, GeenL 253 DC2 Personeel (Dsc's 1647 enBC 597 !KM 2a 806 Buza 1187 DC2 2a 903 Buza DCI Just 2a 815 AGVD 595 AGVD lKM 54 700 IKM 26008 IKM DsC Vlissingen Compols Delft
06/03/32 188,21
/ /
08/01/32 9788 01/02/33 9788 01/23/33 9788 12/27/33 10076 01/04/34 10076 12/09/36 10937 09/29/28 8410 08/18/24 7405
08/02/32212 01/03/33 213 / / 12/30/33 215 / / / / 10/02/28221 / /
02/20/247417 07/28/23
zie B:553
10/17/32 3350 01/23/33 889 01/23/33 889 / / 01/04/34 868 / / / / 11/12/28 914 08/27/24 706 10/22/24 762
02/25/247417 07/25/28 8313 05/31/28 8535 03/22/298535 03/27/30 zie B:995 06/14/308950 06/16/30 202 / / 04/22/31 9263 02/28/29 8535 / / 03/17/24 188,5 / / 03/21/24 188,5 / / 03/24/24 188,5 / / 02/25/27 188,8 / / 09/21/28 188,6 / / 09/21/28 188,5 / /
10/22/24 762 / / 03/22/29 903 / / 06/18/30 946 / / 03/22/29 903 / / / / / / / /
e.a.
614 618
121 AGVD 177 IKM 20273400AGVD 481 DC2 476 AGVD 173IXVli AGVD
09/24/28 09/25/28 09/29/28 09/30/28 10/03/28 10/10/28
1847 AGVD 23201928 AGVD
10/10/28 188,5 10/18/28 188,5
496 Burg Axel 497VD Burg Bergen op Zoom AGVD 498 Burg Willemstad DC1 1990 AGVD Burg Bergen op 17/88 A AGVD Zoom Compol Breda 2294 AGVD AGVD 510 DsC Vlissingen Compol Gorin- 10801613 AGVD chem Burg Willemstad 569 AGVD BC Zevenbergen 372 DsC Breda BC Papendrecht 281 DsC Breda DC1 2208 AGVD AGVD 558 IKM Compol Bergen 275 AGVD op Zoom DsC Vlissingen DC1 Compol Rotter- 2746 AGVD dam
188,5 188,5 188,5 188,6 188,5 188,5
10/29/28 188,5 10/29/28 188,5 10/30/28 188,5 10/30/28 188,5 10/31/28 188,5
01/11128 506 / /
11/02/28 188,5 11/03/28 188,5 11/05/28 188,6 11/09/28 11/14/28 11/15/28 11/24/28 11/27/28 12/01/28
188,5 188,5 188,5 188,5 188,5 188,5
12/04/28 188,6 01/11/29 188,8
11/10/28 527 / / / / / / /
/
12/03/28 569
BIJLAGE I
B:
295
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
BRON
660
AJVD
664
AJVD
25
665 666
AJVD AJVD
AGVD AGVD
24 41
668 674
AJVD AJVD
676 677 682 684 685
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
Burg Stompwijk 8/29 B Veldw. Voorschoten Burg Naaldwijk Burg Wateringen 10 DC3 179 50721 PGDh AGVD 63
686 687
AJVD AJVD
AGVD AGVD
64 66
688
AJVD
690
AJVD
692
AJVD
698 703
AJVD AJVD
704 710 713 716 718
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
AGVD AGVD Burg Vianen 108 Burg Maurik 1743-11 AGVD
02/05/29 02/06/29 02/07/29 02/08/29 02/10/29
188,5 188,6 188,5 188,5 188,6
720 728 729 737 738
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
Biza en Landbouw (C) Compol Nijmegen Compol Maastricht Burg Vaals Compol Roermond Burg Vianen Burg Sittard AGVD AGVD Compol Kerkrade BC Zundert Burg Valkenburg Burg Schaesberg Burg Gennep AGVD
54 4848 13740 9-32 167
02/11129 02/14/29 02/14/29 02/23/29 02/25/29
188,6 188,6 188,6 188,6 188,6
749
AJVD
AGVD
409
754 755 756 762
AJVD Burg Echt AJVD Compol Leiden AJVD Burg Zuylen AJVD Compol Amersfoort AJVD AGVD
767 771 773 774 776 777 781 784
Pol Haarlem AGVD Compol Maastricht AJVD DsC Nijmegen AJVD AGVD AJVD DCI ABUZ Buza Duitsland
785
AJVD
AJVD AJVD AJVD
1743-3 AGVD
01/11129 188,6
Compol Kerkrade AGVD
01/15/29 188,5
BB 49
Burg's Wassenaar etc Burg Biervliet Compol Kerkrade AGVD Burg Voorschoten AGVD AGVD !KM AGVD Burg's Venlo, Kerkr, etc IKM Compol Amsterdam/Hlm Burgemeesters
298
AGVD
02/01/29 188,6
39
AGVD
02/02/29 188,6
149-51 81
AGVD AGVD
02/04/29 188,6 02/05/29188,6
246 71
64-2a 15 469
DCI AGVD AGVD AGVD Compol Kerkrade Burg's Zuylen, Assen, NA AGVD !KM AGVD AGVD
215VD Compol Amersfoort 23 AGVD 228 Burg Heemstede 39-1 AGVD 209 245 563 II,Ni179
Compol Haarlem 23
EXH
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
12/12/28 1332
01/15/29 188,5 01/16/29 188,6
/ / 12/12/28 1332
01/17/29 188,5 / / 188,5
01/18/29 438 01/19/29 18/412
01/19/29 01/21/29 01/26/29 01/29/29 01/29/29
01/21/29 45 / / / / /
188,5 188,5 188,5 188,21 188,6
/
01/29/29 188,5 01/29/29 188,5 01/30/29 188,21
03/05/29 652 /
/
07/18/29 39-3
03/04/29 188,5 03/06/29 03/06/29 03/06/29 03/12/29
188,6 188,5 188,5 188,5
/ / 03/07/29 200 03/04/29 409 / /
03/18/29 188,5 03/19/29 188,5 03/19/29 188,5 03/21/29 188,6
03/25/29 DC2 Compol Haarlem 03/25/29 03/27/29 AGVD Gezant Ned Ber- 03/07/33 lijn 03/29/29 AGVD
188,5 188,21 188,6 1707 188,5
03/20/29 233 / / / /
296 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRlEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
BRON
796 797 798 799 804 806 808 812 816 817 819
04/04/29 188,6 AGVD Pol Velsen 04/04/29 188,5 Compol Haarlem 04/04/29 188,5 AGVD 04/05/29 188,5 Burg Eindhoven 04/09/29 188,6 IKM 04110/29 188,5 Pol Beverwijk 04/15/29 188,5 lnsp.ctirbel M e.a. 04/18/29 188,5 IKM 04/22/29 188,5 AGVD 04/23/29 188,6 04/24/29 188,5 AGVD
820 821 823
AJVD Burg Eindhoven 6/88b 272 AJVD AGVD 273 AJVD AGVD AJVD Compol Haarlem 23 282 AJVD AGVD 363 AJVD Pol Velsen 299 AJVD AGVD 309 AJVD AGVD 752 AJVD DCI AJVD Compol Heerlen 55-7 AJVD Compol Zaan- 550 dam AJVD Burg Beemster AJVD ABT BC Almelo AJVD Pol Purmerend 74
824
AJVD
832
AJVD
841
AJVD
846
AJVD
852
Compol Zaandam 584 Compol Den AJVD AGVD Haag ABUZ Buza JZ 2754 Gezant Ned Berlijn Compol Zaan597 AJVD AGVD dam 1312 AGVD AJVD Burg Rhenen AGVD AJVD Compol Hilver- 4835 surn 620 DC3 AJVD AGVD AGVD AJVD Compol Bussum 2051 AJVD Compol Hilver- 49079784lKM sum AGVD AJVD Compol Bussum 2051 638 DC3 AJVD AGVD 658 Grenscom ArnAJVD AGVD hem AJVD Grenscom Zeve- 538 AGVD
854 860 861 862 865 866 869 871 876 879 882 884
AJVD
Compol Amster- 4814 dam Compol Rotter- 1154 dam AGVD 478 Compol Den Haag AGVD
2624
EXH
NUMMER ZlB
NUMMER
EXH
ZIB
/ / / / / 02/26/29 23-7 / /
Burg Purmerend AGVD Compol Amsterdam Compol Utrecht
04/24/29 188,5 04/26/29 188,21 04/27/29 188,5
OS/25/29 1154 / / OS/25/29 1154
04/29/29 188,5
OS/25/29 1154
AGVD
OS/25/29 188,5
Compol Den Haag Burg DenHaag
07/11/29 188,5
578
08/27/29 188,8 09/12/29 188,5 09/14/29 188,8 01127/33 1707 09/30/29 188,21 10/01129 188,8 10/02/29 188,8 10/03/29 188,21 10/05/29 188,8 10/07/29 188,21
11/26/29 715 / / / /
10/09/29 188,8 10/14/29 188,8 10/26/29 188,8 10/29/29 188,8
10/26/29 658
naar
886
AJVD
DC1
2103
906 907 914 917 921 933
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
PGL Compol Breda AGVD AGVD BC Beverwijk AGVD
1408 2600 715 718 180 775
935
AJVD
AGVD
777
938 940 941
AJVD AJVD AJVD
BC Etten DsC Breda AGVD
6 46-7 17
PGDb,lKM, AGVD AGVD AGVD PGAm Just AGVD Burg Heinkenszand Compol Rotterdam DsC Breda AGVD Compol Schiedam
11/01129 188,21 11/20/29 11/20/29 11126/29 1lI27/29 12/02/29 12/30/29
188,8 188,5 188,21 188,5 188,8 188,5
/
/
1lI19/29 1756 1lI21/29 706 / / / / / / / /
12/30/29 188,8 01/06/30 188,6 01/09/30 188,6 01113/30 188,8
01109/30 46-7 / / / /
~------. ---~-
BIJLAGE I
B:
297
BRIEVENBESTAND
HOOfD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
BRON
943
AJVD
944 945
AJVD AJVD
946 948 950 951
AJVD BC Zevenbergen AJVD DCI AJVD AGVD AJVD Compol Bergen op Zoom AJVD AGVD
952
Compol Schiedam AGVD AGVD
34
IKM
01/15/30 188,8
18 21
DsC Breda Compol Zaandam AGVD PGDb,AGVD DCI AGVD
01/16/30 188,6 01/16/30 188,6
27 150 24 37 30
EXH
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
01116/30 188,8
01/17/30 188,8 01/17/30 188,8 01/17/30 188,8
Pol Barendrecht 01/18/30 188,8 e.a.
955
AJVD
956 957
AJVD AJVD
958
AJVD
959
AJVD
961 962 963
AJVD AJVD AJVD
965 966 967 970 979
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
980
AJVD
983 985 989 990 992 995
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
1001 AJVD 1005 1006 1007 1008 1010 1011 1013 1017 1020 1026 1028
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
Compol Ridder- 261 kerk Burg Dubbeldam 18-4 Burg Ouden4418 bosch 144 Compol Dordrecht Compol Zwijn- 59 drecht BC Strijbeek 18 DsC Nijmegen 101-86 BC Bergen op 39 Zoom Compol Breda 242 156-7 DsC Breda DsC Breda 157 BC Etten 74 AGVD 92 Daub,E, Mr. adv. en proc. BC Venlo DsC Roermond Just Just DC2 DCI
71 169 3d 812 3d 812 914 743
Financiën (I. en 136 A.) AGVD (I) 258 AGVD 245 Compol Haarlem 2384 Burg Dokkum 15 AGVD 268 3d 914 Just AGVD 290 BC Maastricht 245 AGVD 334 3d 928 Just AGVD 363
1029 AJVD Burg Enkhuizen 295 1031 AJVD Pol Smallinger- 63 land 1032 AJVD AGVD 375
AGVD
01/20/30 188,8
AGVD AGVD
01/20/30 188,8 01/20/30 188,8
AGVD
01/20/30 188,8
AGVD
01/21/30 188,8
DsC Breda DC2 DsC Breda
01122/30 188,6
AGVD AGVD AGVD DsC Breda Burg Eindhoven, DCI DC2
01/23/30 188,8 01/23/30 188,5 01/25/30 01/27/30 01/28/30 03/10/30
188,8 188,8 188,6 188,6
02/11130 188,6
01/28/30 157 / / /
/
/
/ / /
03/31/30435/7 /
/
02/11/30 188,21
02/06/30 527
DsC Roermond DC2 AGVD CdK Utrecht AGVD PGDb,IKM, AGVD Dir dirbel
02/14/30 188,21 02/24/30 188,8 03/07/30 188,21 03/07/30 188,21 03/11/30 188,8 03/28/30 188,21
02/15/3076 02/25/30 126 / /
DsC Breda Just AGVD AGVD Burg Dokkum AGVD Just DsC Maastricht DC2 AGVD Burg Smallingerland IKM AGVD
04/15/30 04/17/30 04/17/30 04/19/30 04/24/30 04/24/30 04/28/30 05/09/30 05/19/30 05/30/30 05/31/30
Compol Leeuwarden
06/06/30 188,8
/
/
02/25/30 126 04/09/30 136
04/09/30 188,21 188,6 188,21 188,6 188,8 188,8 188,6 188,6 188,8 188,8 188,8 188,8
05/31/30 188,6 06/05/30 188,8
1 /
11/10/36 2601 / / / /
04/24/30 914 02/25/30 126 02/25/30 126 /
/
05/30/30 928 / / 05/30/30928 /
/
298 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRlEFAAN
DATUM
DOOS
BRON
1033 AJVD
Compol Bussum 378
AGVD
EXH
NUMMER
NUMMER ZIB EXH
ZIB
06/12/30 188,6
Cl)
1038 AJVD 1040 AJVD 1041 AJVD 1046 1047 1050 1051 1052 1058 1062
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
1065 1070 1072 1074 1075 1077 1079 1080 1081 1082
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
1083 1084 1085 1086
AJVD AJVD AJVD AJVD
1087 AJVD 1090 AJVD 1095 AJVD 1101 AJVD 1103 1117 1124 1129 1130
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
1132 1133 1140 1142 1143
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
1153 1157 1160 1162
AJVD AJVD AJVD AJVD
1163 AJVD 1165 AJVD 1168 AJVD 1169 AJVD 1171 AJVD
DsC Leeuwarden 477 AGVD 458 AGVD 462
AGVD 07/02/30 188,6 07/11/30 188,8 Just Compol Amster- 07/11/30 188,6 dam 3d 910 IKM 07/29/30 188,8 Just AGVD 494 07/31/30 188,8 Just BC Buitenpost 196 DsC Leeuwarden 08/09/30 188,8 Burg Houten 200 AGVD 08/09/30 188,6 AGVD 533 Burg Heerlen 08/18/30 188,8 08/26/30 188,8 AGVD 563 Just Compol Culem07/24/30 188,6 burg BC Heerenveen 331 AGVD 09/03/30 188,8 BC Zundert DsC Breda 09/12/30 188,6 313 AGVD 1186 09/16/30 188,6 Just Compol Tilburg 298 AGVD 09/19/30 188,6 Meischke, Ir. AGVD 09/19/30 188,8 BC Hilvarenbeek 208 IKM 09/21/30 188,6 Compol Tilburg 877 IKM 09/23/30 188,6 AGVD 643 !KM 09/23/30 188,6 09/24/30 188,6 Compol Leiden 370-30 !KM Compol Schie- 188 09/24/30 188,6 AGVD dam BC Bladel 09/25/30 188,6 DsC Breda 1460 AGVD 09/25/30 188,6 BC Hilvarenbeek !KM 09/26/30 188,6 agentpol NijmeCompol Nijme- 09/27/30 188,6 gen gen Compol Nijme- 3053 AGVD 09/28/30 188,6 gen AGVD 689 Meischke,Ir. 10/15/30 188,8 Compol Zaan- 147 10/31/30 188,6 AGVD dam Compol Nijme- 519 AGVD 02/20/31 188,6 gen Burg Dokkum 255 AGVD 02/28/31 188,8 Burg Dokkum 03/10/31 188,8 AGVD 123 AGVD 140 DC1 03/17/31 188,6 BC Philippine 134 DC1 08/24/31 188,5 BC Philippine 163 DC1, PGDh, 10/12/31 188,5 DsC Vlissingen DC1 1983 PGDh,AGVD 11/12/31 188,5 BC Zevenbergen 413 AGVD 11/16/31 188,8 Compol Breda 2702 AGVD 12/03/31 188,8 BC Brunssum 1580 DsC Maastricht 12/05/31 188,8 BC Nieuwenha- 359 DC2 12/06/31 188,21 gen BC Eijsden 313 AGVD 12/21/31 188,5 BC Weert DC2 01/04/32 188,5 4 BC Venlo 15 IKM 01/12/32 188,5 BCEcht 23 DC2, IKM, 01/15/32 188,5 AGVD BC Grathem 7 DC2 01/18/32 188,5 BC Siebengewald 53 DC2, DsC Nij- 02/22/32188,21 megen, AGVD AGVD 125 IKM 03/14/32 188,21 !KM 998 03/18/32 188,21 AGVD DCI 834 PGDh,AGVD 04/26/32 188,21
/
/ /
07/11/30 458 07/11130 46 / / / / 08/27/30 874 / / / / / / / / / / 09/23/30 877
09/26/30 / / / / 09/28/30 3053
/ / 11/03/30 720
/ / / 03/11/31 352-7 / / / /
/ / 11/19/31 2470 / / / / / /
03/10/32 831 03/10/32 831 / /
BIJLAGE I
B:
299
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRlEFAAN
DATUM
334 132 120 69735 248 9625 547-7 70213
05/06/32188,21 OS/26/32 188,21 OS/26/32 188,5 06/09/32 188,21 06/13/32 188,21 06/24/32 188,21 06/27/32 188,21 07/05/32 188,21 / / 188,21 07/12/32 188,21 10/17/32 188,21 02/03/33 188,21 03/01/33 188,6 05/15/33 188,5 OS/20/33 188,21 07/08/33 188,5 11/11/33 188,6 11/13/33 188,5
DOOS
BRON
1172 1173 1174 1176 1177 1178 1179 1180 1181 1182 1195 1204 1205 1213 1222 1227 1247 1250 1256 1259
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
1260 AJVD 1265 AJVD 1268 AJVD 1270 AJVD 1272 AJVD 1276 AJVD 1278 AJVD
Burg Lonneker BC Ootmarsum BC Almelo PGDb AGVD OfIjust Breda DsC Breda PGDb PGDb AGVD IKM BC Ootmarsum AGVD Compol Weesp BC Groesbeek Compol Delft Compol Weesp AGVD BC Brunssum BC Oud Vroenhoven BC Ijzendijke DCI Consul Ned. Leuven BC Glanerbrug DCI BC Nieuw-Namen BC Aalten
1281 AJVD BC Glanerbrug 1282 AJVD BC Oud Vroenhoven 1283 RAL ABD Burg Simpelveld 1284 AJVD BC Oud Vroenhoven 1285 AJVD BC Glanerbrug 1286 AJVD BCUlft 1287 AJVD BC Aalten
278 3350 31 110 143 200 19 307 274 35 156
AGVD AGVD AGVD AGVD PGDb DsC Breda OfIjust AGVD Just PGDb AGVD AGVD Burg Eindhoven AGVD DC2 !KM
80 1026 66
AGVD Compol Leiden DsC Maastricht DsC Maastricht, AGVD AGVD PGDh,AGVD AGVD
164 1159 123
AGVD PGDh, AGVD AGVD
138
DC3, DsC Am- 07/01/34 188,5 hem AGVD 07/09/34 188,21 DC2 07/26/34 188,5
207 285
12/10/02 7300 288
DC2,DsC Maastricht, AGV 232 DsC Zutphen 209 DC3 166 DC3,DsC Amhem 1289 AJVD DCl 1727 PGDh,AGVD 1291 AJVD BC Glanerbrug 266 DsC Zutphen 1299 AJVD DCI 2571 PGDb,AGVD 1300 AJVD AGVD 316 Just 1301 AJVD BC Heeze 460 DsC Eindhoven 1303 AJVD Buza 41077 Just 1311 AJVD Burg Putte 7 AGVD 1320 AJVD BC Brunssum 14 DsC Maastricht 1323 AJVD Buza JZ 1752 Just 1326 AJVD AGVD DsC Eindhoven 60 1327 AJVD BCBladel 32 DsC Eindhoven 1329 AJVD BC Eindhoven 51 DsC Eindhoven 1330 AJVD DC3 400 DsC Arnhem, Ztph, Zwl, Ad 1331 AJVD DC3 AGVD 1333 AJVD DsC Zwolle 134 DC3? 1336 AJVD DsC Zwolle 184 AGVD
EXH
NUMMER ZIB EXH
/
NUMMER ZIB
/ / / /
06/09/3269735 10/17/32 3350 10/17/32 3350 / / 07/05/32 70213 / /
01122/34 188,8
04/30/34 188,8 05/01/34 188,6 OS/24/34 188,21 OS/28/34 188,21
OS/25/34 119 / / / /
05/30/34 188,21 06/11/34 188,5 06/28/34 188,8
/
/
07/29/34 188,5 07/31/34 188,21 08/06/34 188,5 08/07/34 188,5 08/28/34 188,8 08/30/34 188,21 12/08/34 188,8 12/10/34 188,8 12/10/34 188,6 12/14/34 188,8 01/07/35 188,8 01/16/35 188,8 01/19/35 188,8 02/04/35188,8 02/07/35 188,8 02/14/35 188,8 02/20/35 188,21
/ / / 11/29/34 1634 / / / / 12/21/34 864 / / / / 12/10/34316 12/10/34316 12/10/34316 10/12/34 316 / /
02/21/35 188,21 02/26/35 188,21 04/03/35 188,21
12/31/28 A2 901 / / / /
300 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
1337 AJVD 1338 1339 1341 1343 1355 1357 1361 1364 1365 1366 1371 1379 1381 1384 1391 1394
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
Gemsecr. Naarden AGVD AGVD DsC Eindhoven AGVD BC Glanerbrug BC Glanerbrug AGVD BC Hengelo BC Almelo DsC Zutphen BC IJzendijke BC Glanerbrug BC IJzendijke DCI DCI BCBrunssum
1408 AJVD BC Weert 1409 AJVD BC Glanerbrug 1410 AJVD
IKM
1416 AJVD 1417 AJVD 1418 AJVD
BC Zundert AGVD DCI
1423 1424 1428 1432
AJVD DCI AJVD DCI AJVD BC Glanerbrug AJVD BC Grathem
1436 AJVD BC SIenaken 1442 AJVD
AGVD
1445 1446 1449 1450 1451 1452 1453 1454 1455 1456 1457 1458
DsC Maastricht BC Glanerbrug Just Just PGDh AGVD Just PGAr Just Just Just AP
AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD AJVD
68
AGVD
DsC Zwolle 04/10/35 188,21 DsC Breda 04/12/35 188,21 AGVD 04/17/35 188,8 04/25/35 188,8 Just AGVD 07/16/35 188,5 07/27/35 188,21 AGVD DsC Zutphen 08/29/35 188,6 DsC Zutphen 09/04/35 188,6 DsC Zutphen 09/04/35 188,6 09/07/35 188,6 AGVD DCI,AGVD 10/04/35 188,21 12/08/35 188,21 AGVD 01115/36 188,8 AGVD PGDb,AGVD 01123/36 188,21 PGDh,AGVD 02/24/36 188,21 DsC Maastricht, 03/16/36 188,21 DC2 AGVD 10/25/36 188,21 415 DC3, AGVD, 10/28/36 188,21 DsC Zutphen 2601 Korpscomm 11/10/36 188,21 K.M . 409 DsC Breda 12/10/36 188,21 DC1,DC2 12/10/36 188,21 865 3025Z1 PGDb, IKM, 12/12/36 188,21 AGVD 3026Z1 AGVD 12/18/36 188,21 895 AGVD 12/18/36 188,21 43 DC3,AGVD 01128/37 188,21 100 AGVD, DsC R., 03/02/37 188,21 DC2 314 DC2, DsC Maas-08/18/37 188,21 tricht, AGVD Kladaantekenin- 04/26/29 188,8 gen 529 AGVD 03/19/30 ? 39 AGVD 01/29/36 188,21 5G5698 PGs 10/22/36 GC 5G5826 PGs 10/29/36 GC 906G Just 12/23/36 GG 6CHlZ Just 01115/37 GC 5G353 AGVD 01/19/37 GC 1452G Just 01/23/37 GC 02/18/37 GC 5GI022 PGDb 5G1183 PGDb 02/26/37 GC 2a6941G? 12/23/37 GC 5H hoofden van poli-02/03/38 dep188 tie 5G1101 AGVD 02/23/38 GC 5G250 01113/39 depI88 12/21/12 zie B:584
Compol Breda
12/24/12
zie B:584
08/16/19 07/30/23
zie B:584 zie B:584
09/28/28 188,5
NUMMER
EXH
ZIB
/
04/09/35 188,21
127 132 266 161 231 239 410 284 296 703 332 375 17 214 453 90
1459 AJVD Just 1460 AJVD AGVD 1462 AJVD ABD Burg Den Haag 1463 AJVD ABD Burg Den Haag 1464 AJVD ABD KM Nispen 1465 AJVD ABD Burg Den Haag 1466 AJVD Agentpol Breda 88
NUMMER ZIB
/
/
/
04/03/35 184 04/09/3568 12/10/34 316 12/10/34 31 6 / / / /
/ / 08/29/35 410 08/29/35 410 08/29/35410 / / / / / / / / / /
03/24/30 196 / / / /
/
/
/
/ 01/19/37 353G 02/18/37 1022 / / 02/18/37 1022 / / / / 02/23/381101
09/29/28 20273400
BIJLAGE I B:
301
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRlEFVAN
NUMMER BRlEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
1467 MKMB BC Ossendrecht 216 1468 AJVD D Burg Valkenswaard 1469 AJVD D Burg Biervliet 1470 AJVD ABDBurgWillemstad 1471 AJVD D Burg Willemstad 1472 AJVD Agentpol Overschie 326 1473 MKMBBC Etten 1474 AJVD ABB DsC Vlis-
DCI
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
/ /
10/01/28 08/20/25 188,5
10/03/28 476
09/22/25 188,5 09/14/28 zie B:608
10/03/28476
09/14/28 188,21
03/21/33460
Burg Overschie 09/25/28 188,5 DsC Breda DC1
10/04/28 J 1/57
10/07/28 10/09/28
zie B:614
10/02/28
zie B:618
OS/27/25
zie B:618
01/02/28
zie B:618
06/18/18
zie B:618
/
/
singen
1477 AJVD 1478 AJVD 1479 AJVD 1480 AJVD 1481 1482 1483 1484
AJVD AJVD AJVD A]VD
1485 AJVD 1486 AJVD 1487 AJVD
ABD Burg 's-Heerenhoek ABD Burg Eindhoven ABD Burg Eindhoven ABD Burg Rijnsburg D Burg Axel DBuza 161 BC Ossendrecht ABD Burg Bergen op Zoom ABD Burg Eindhoven ABD Burg Eind- 423 hoven ABD Burg Eind-
10/13/28 188,5 12/28/12 188,5 10/24/28 188,5 09/17/28 zie B:624 09/19/24
zie B:629
12/29/24
zie B:629
09/18/27
zie B:627
12/19/24
zie B:640
09/27/26
zie B:650
10/27/28 19136 10/27/28 19136 10/27/28 19136
hoven
1488 AJVD 1490 AJVD 1493 AJVD 1500 ABUZ 1501 1509 1512 1513
AJVD AJVD AJVD AJVD
1514 AJVD 1519 ABUZ 1522 AJVD 1523 A]VD 1529 A]VD 1530 AJVD 1531 AJVD 1532 AJVD
ABD Burg Eindhoven ABD Burg Overasselt AGVD 63
Compols Nijme- 01/29/29 188,6 gen e.a. Gezant Ned Ber- 1108/300Buza 03/11/33 1707 lijn Burg Kerkrade 299/7-11 AGVD 02/23/29 188,6 Burg Beverwijk Burg Heemskerk 04/16/29 188,5 Burg Limmen Compol Alkmaar 04/20/29 188,5 Compol Alkmaar Burg Schermer- 04/22/29 188,5 horn Burg SchermerBurg Beemster 04/23/29 188,5 horn Gezant Ned Ber- 1440 Buza Duitsland 01/31/33 1707 lijn AB locoBurg Al04/26/29 melo ABTAGVD BC Almelo 04/27/29 ABDBurg Den 04/29/29 Haag ABB BC Zundert DCI 11/01/29 ABD gem Rot09/19/29 terdam ABD Burg Eind01/02/25 hoven
/ / 04/15/29 299 04/15/29 299 04/15/29 299
04/15/29 299 /
zie B:1442 zie B:1442 zie B:963 zie B:886 zie B:907 zie B:907
/
302 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
1537 AJVD 1538 AJVD 1539 AJVD
D Compol Eindhoven D Compol Eindhoven D Compol Eind-
NUMMER EXH
zm
NUMMER
zm
04/17/29 188,6
01/06/306
09/01129 188,6
01106/306
04/17/29 188,6
01/06/306
09/01129 188,6
01/06/306
04/17/29 188,6
01/06/306
09/01/29 188,6
01/06/306
01128/30 188,8 06/07/28 zie B:963
01123/30 101-86
hoven
1540 AJVD 1541 AJVD 1542 AJVD
D Compol Eindhoven D Compol Eindhoven D Compol Eindhoven
1543 AJVD 1545 AJVD
DC2
1550 1552 1554 1555
DsC Breda 03/26/30 DsC Maastricht 03/24/30 ? Burg Dokkum 05/31130 188,8 11/13/29 zie B:I038
/ / / / 05/30/30 928
07/11130 188,8 / / 11/09/31 zie B:1132
07/11/30 458
1556 1566 1567 1573 1575 1586 1588 1589 1590 1592 1593 1599
AGVD ABD Burg Den Haag MKMB BC Zundert (DR) 196 AJVD AGVD 363 AJVD AGVD AJVD ABDBC Moerdijk 458 AJVD AGVD AJVD ABB BC Ossendrecht AJVD Agentpol Deventer 125 AJVD AGVD AJVD ABB BC Aardenburg AJVD ABBBC Nieuw Namen AJVD ABDBurg Maastricht AJVD ABD Burg Roermond AJVD ABB BC Philippine AJVD ABT Burg Dinxperlo AJVD ABB BC Philippine AJVD ABD Consul
DC4 DCI
Compol Deventer02/25/31 188,6
03/04/31 53
PGDb DCI
03/11/32 188,21 04/23/32 zie B:1171
03/10/32 831
DCI
OS/21134
zie B:1265
02/16/29
zie B:1268
08/29/30
zie B:1268
DCI
06/08/34
zie B:1272
BC Ulft
08/06/34
zie B:1286
DCI
08/25/34
zie B:1289
04/16/31
zie B:BOI
06/06/33
zie B:1301
08/09/12
zie B:2343
DCI
02/22/36
zie B:1391
CdK Limburg CdK Limburg
12/10103 7300 12/16/03 7300
12/11/03 12491 12/18/03 12692
11/20/03
zie B:1626
11/19/03
zie B:1626
11/20/03
zie B:1626
11/17/02 02117/04
zie B:1626 zie B:1626
Leuven
1600 AJVD
ABD Consul Antwerpen 1610 RAL ABD Burg Nieuwerkerk Y 1613 AJVD ABB Nieuw Namen 1625 RAL Burg Valkenburg 293 1626 RAL Compol Roer- 5720 mond 1627 RAL ABD Burg Geleen 1628 RAL ABD Burg Geleen 1629 RAL ABD Burg Hulsberg 1630 RAL ABD Burg Stein 1631 RAL ABDBurg Heesch
02/27/06 2612/S 02/27/06 2612/S
BIJLAGE I
B:
303
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRJEFVAN
NUMMER BRJEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
1632 RAL 1635 1636 1637 1638 1639
RAL RAL RAL RAL RAL
1640 RAL 1641 1642 1643 1644 1645
RAL RAL RAL RAL RAO
ABD Burg Geleen CdK Limburg Burg Simpelveld Burg Wittem BC Simpelveld ABD Burg Capelle ABD Burg Wittem PGDb CdK Limburg CdK Limburg CdK Limburg CdK Overijssel
11119/03 11632/2 308 1606 212
Burgemeesters CdK Limburg CdK Limburg DsC Maastricht
01/09/03 12/29/02 12/29/02 12/11102 06/01/02
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZlB
zie B:1626 7300 / / 7300 12/30/02 11883 7300 12/30/02 11884 7300 / / zie B:1638
02/27/06 2612/S 12/27/02 4283 12/27/02 4283 /
/
09/18/02 7300 zie B:1638 47527 CdK Limburg 11632/10Burg Wittem 11632/10Burg Stein 11632/10Burg Simpelveld 3191 Burgemeesters
12117/02 7300 12/19/02 11632 12/22/02 7300 / / 12/22/02 7300 / / 12/22/02 7300 / / 08/21/24 445 / /
BB 10984 CdK's (C) 1 Burgemeesters
10/16/24 445 12/12/03 562
95351
08/13/10 722
(C)
1649 RAO Biza 1652 RANB CdK NoordBrabant 1653 RANB PGDb
CdK NoordBrabant PGDb
1654 RANB ABB Burg Die- 109 men 1655 RANB CdK NoordBurgemeesters Brabant 107532 CdK Noord1656 RANB PGDb Brabant 1657 RANB PGDb 107717 CdK NoordBrabant 1658 RANB ABD Burg Diemen 1659 RANB ABD Burg Maasdam 1660 RANB ABD Burg Best 1661 RANB CdK NoordPGDb 6 Brabant 1662 RANB CdK Noord5 Burgemeesters Brabant (C) 1663 RANB CdK Noord19 Burg Best Brabant 1664 RANB PGDb 107964 CdK NoordBrabant 1665 RANB Burg Best 84b CdK NoordBrabant 1667 ABIZ Burg Diepenveen 174 1-4 CdK Overijssel 1683 ABIZ Just 2a 612 Biza 1684 ABIZ ABB Burg Laren Just 1687 ABIZ ABB Burg Ede Just 1706 ABIZ Just 2a 639 Biza 1707 ABIZ ABB Burg Over- 388 Just schie 1736 GAVl CdK Limburg 6681/22 burgemeesters
07/13/10 722 08/24/10 722 05/13/12 753 OS/28/12 753
08/24/101 zie B:1653 /
/
05/14/12 1290 /
/
05/12/11 753
zie B:1657
02/20/09 753
zie B:1657
02/08/12 753 OS/20/12 753
zie B:1657 /
/
/
OS/20/12 5/6 06/03/12 19
/
OS/20/12 753 06/03/12 753 06/13/12 753
06/14/12 1655
06/19/12 19
06/06/12 753
06/07/12 1573
06/11/12 5
02/11118 05/10/18 / / / / 11/15/18 10/31/18
/ / / / zie B:1683 zie B:1683 / / zie B:1706
574 574 574 574 574 574
/ /
/
08/07/23 571
/
(C)
1738 1739 1740 1752 1754
AJUS PGDh AJUS Just AJUS PGDh MKMB BC Moerdijk AJUS ABB Burg Elburg 1780 AjVO BC Kerkrade
102 353 267 20
Just PGDh Just DsC Breda PGAr
01/20/05 3155 01121/05 3155 02/16/053157 01/17/30 / / 5817
233
DC2
07/30/30 188,21
/ / / 02/17/95 / / zie B:173 /
/
01/21/05 353 / / / / / /
/
/
304 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEfAAN
DATUM
DOOS
BRON
1782 1790 1816 1822 1823
225 AJVD BC Vlodrop AJVD BC Vlissingen 173 AJVD BCBudei 431 AJVD DCI AJVD ABB DsC Vlis-
EXH
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
DC2 DCI DsC Eindhoven AGVD,PGDb Del
12/01130 01128/31 01/20/32 02/23/32 02/23/32
188,21 188,21 188,21 188,21
434
AGVD,PGDb DCI
02/24/32 188,21 02/24/32 zie B:1824
645 656 660 267/312
Just Just Just lust
03/19/68 5194 / 03/20/68 5194 / 03/21/68 5194 / / 04/06/68 2306 04/07/6829
29490
lust
04/09/68 5194
351 lust 1392/682 PG NoordBrabant 29508 lust
04/11/68 5194 04/14/68 5194
zie B:1822
singen
1824 AJVD 1825 AJVD 1841 1842 1843 1846
AJUS AJUS AJUS AJUS
1847 A]US 1848 A]US 1849 A]US
DCI ABB DsC Vlissingen PG Overijssel PG Overijssel PG Overijssel PG NoordHolland PG NoordBrabant Biza Compol Breda
1850 A]US
PG NoordBrabant 1851 AJUS PG Gelderland 360 1852 AJUS PG Overijssel (Tl 1853 A]US Just 1046 1854 A]US PG Overijssel 267/492 1856 A]US PG NoordHolland 1857 A]US lust 55 1858 A]US 1859 A]US 1863 1864 1865 1866 1867 1868 1869 1870 1871 1872 1873 1874 1875 1876
A]US AJUS A]US AJUS A]US A]US AJUS AJUS AJUS A]US A]US A]US A]US A]US
PG NoordHolland PG NoordHolland PG Groningen Biza lust PG Groningen Buza Duitsland lust PG Limburg Just lust PG Limburg lust (Tl PG Limburg Buza lust België
AjUS PG Limburg A]US PG Limburg (Tl A]US lust A]US PG Limburg A]US lust A]US lust A]US Burg Groesbeek AjUS PG Limburg (Tl AJVD Consul Italië Heerlen 1886 AjUS PG Limburg
1877 1878 1879 1880 1881 1882 1883 1884 1885
lust Just PG Overijssel Just lust
04/15/685194 04/16/685188 04/20/6861 04/30/68 5194 / / 04/30/68 5194 05/05/68 5194 06/24/68 5194
PG NoordHolland 267/500 lust
07/03/68 5194
627/922 lust
11/03/68 5194
7603 323 136 7676
11/25/72 12/27/72 01/13/73 01114/73 01127/73
157 43 194 194 49 162 711 662 916 160 917 121 121 414
1012
lust Just PG Groningen Just Buza Biza lust PG Limburg PG Gelderland Just PG Limburg lust lust Gendarmerie Maastricht lust lust PG Groningen lust PG Gelderland PG Limburg lust lust Dokument lust
06/27/68 5194
5194 5194 5194 5194 5194
01127/73 5194
01131/73 5194 02/07/73 5194 02/07173 5194
02/04/73 5194 02/05/735194 02/05/735194 02/05/73 5194 02/07/73 5194 02/07/73 5194 / 02/07/73 5194 / 02/12/73 5194 / 02/08/73 5194 / 02/15/73 5194 / 02/15/73 5194 / / 02/10/73 5194 02/15/73 121 02/11/73 5194 / / 06/05/30 188,8 / / 08/30/73 5194
/
/ / /
04/09/68141
04/15/68 29508
BIJLAGE I
B:
305
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
1888 AJUS 1889 AJUS 1890 AJUS 1891 AJUS 1894 AJUS 1895 AJUS 1896 AJUS 1898 1899 1900 1901 1902 1903 1905
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
1906 1908 1909 1910 1911 1913 1914 1915 1916
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
1917 1918 1919 1921 1922 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929 1930
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
1931 AJUS 1934 1935 1936 1937 1938 1940 1942 1945 1946
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
1951 AJUS 1952 AJUS 1953 AJUS
Rijkspol MookMiddelaa D patent Nieuwe 221 Schans D patent Nieuwe 220 Schans PG Noord29888 Brabant PG Groningen 7669 PG Limburg 135 PG Noord40039 Brabant PGAr 161 PG Den Bosch 2331 89 Just Buza 6977 59 Just 2842 PGDb OH gezantschap 306 Den Haag 117 Just Jean Kaldaras PGDb 11757 PGDb 12369 PGAm 382 PGDb 13628 PGDb (kwo) 14692 DC Maastricht 210a ArrComKM 982a Maastricht PGDb (kwo) 15524 PGDb (kwo) 16360 PGAr 1370 PGL (kwo) PGDb (kwo) 21630 PGDb (kwo) 22444 PGL (kwo) 6165 PGDb (kwo) 23332 PGDb (kwo) PGDb (kwo) 26512 PGDb (kwo) PGDb (kwo) 268 Burg Heerjans- 129 dam OffJust Dor653 drecht PGDb (kwo) 5280 Burg Gorinchem 3/2054 Burg Sliedrecht 318 Burg Giessendam 16 Burg Papendrecht283 PGDb 5302 PGDb 5308 118 Just OffJust Dor1321 drecht PGDb 5394 Just (Sureté) Bel- 3933 gië PGDb 5474
PG Limburg
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
04/02/73 5190
05/03/73 135
Georgio Mik10s 11/11/72 5194
02/08/73 917
Votaria Miklos
11/11/72 5194
02/08/73 917
Just
07/17/68 5188
Just Just Just
01113/73 5190 01/17/73 50 05/03/73 5190 05/05/73 73 10/18/73 5190 10/20/7358
Just Just Buza Just Buza Just Just
01/27/765191 08/29/76 3389 09/12/76 3389 09/26/763389 09/28/763389 10/18/76 3391 09/13/78 3435
01/29/7652 09/01/7662 / / 09/28/7659 / / 10/23/7694 09/16/7872
PGDb Just Just Just Just Just Just PGDb DC Maastricht
09/18/78 3435 09/23/78 3435 02/27/79 3445 05/01/79 3448 07/07/79 3451 09/23/79 3456 01/18/80 3462 03/25/803467 03/25/803467
/ / 09/25/78 02/28/7958 05/03/7967 07/08/79 77a 09/25/7946 01/22/8054 / / / /
Just Just Just Just Just Just Just Just Just Just Just Just Just
04/22/803467 07/23/80 3472 11/03/81 3498 01/13/82 3504 02/13/82 3507 04/28/823512 07/13/82 3517 07/25/823519 04/28/83 3537 07/31/83 3543 10/30/833547 01129/853575 OS/26/86 3605
04/24/8076 07/27/8056 11/04/81 72 01/14/82 101 02/15/8253 05/02/8259 07/15/82 82 07/27/82 60 05/02/8363 08/04/8348 11/03/8343 01/31/85 60 OS/27/8652
PGDh
06/03/863605
Just Just Just Just Just Just Just PGDb PGDh
11/15/86 3615 11/10/86 3616 11/11/86 3616 11/11/86 3616 11/12/86 3616 11/19/86 3616 11/20/863616 12/06/863616 11/25/86 3616
11/20/86 41 11/12/86 80 11/12/86 8la 11/12/86 81 11/26/86 58434 11/22/8658 11/22/8659 / / / /
11/29/86 192 11/26/86 58434 11/26/86 58434 11/26/86 58434 / / 12/06/86 118 12/06/86 118 / / 11/26/86 58434
Just PGDb
12/01/86 3616 12/01/863616
12/03/8639 / /
12/06/86 118 12/06/86 118
Just
12/10/863616
12/13/8668
12/13/86 128
/
/
/
/
09/28/7659 / / 09/28/7659 / / / / 09/18/78 117
/ / 09/18/78 117 / / / / / /
/
/ / /
04/18/80 15524 04/22/80 15524 04/29/80 113 / / / / / /
/
/
/
/ 05/05/82115 08/02/82142 / / / / / / 02/06/85 122 06/11/86 119 06/11/86 119
306 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
1954 AjUS 1955 AjUS 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967
AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS
1968 1969 1970 1971
AjUS AjUS AjUS AjUS
1972 AjUS 1973 AjUS 1974 AjUS 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981
AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS AjUS
1983 AjUS 1984 AjUS 1985 AjUS 1986 AjUS 1987 AjUS 1988 AjUS 1989 AjUS 1990 AjUS 1991 AjUS 1992 AjUS 1993 AjUS 1994 AjUS 1995 1996 1997 1998 1999
AjUS AjUS AJUS AjUS AjUS
NUMMER
NUMMER ZIB EXH
BRON
ZtB
89
PGDb
12/11186 3616
12/11/86 10352
102
PGDb
12/11186 3616
12/11/86 5478
10352 5478 128 5505
just just Buza just just PGDb Buza BC Eijsden BC Eijsden just ju st Buza
12/11/86 3616 12/11/86 3616 12/13/863616 12/14/863616 12/15/86 3616 12/16/86 3616 12/16/86 3616 12/17/863616 12/18/863617 12/18/86 3617 12/18/86 3617 12/18/863617
Buza just PGDb Buza
12/20/86 3617 12/21/863617 12/27/86 3617 12/26/86 3618
/ / 12/27/86 130 / / 01/04/87 118
623-2a DC KM Maas- 12/31/86 3618 tricht 5661 just 01/03/87 3618 84 OH gezant Den 01/04/87 3619 Haag just 118 Buza 01/04/87 3618 Buza 84 ju st 01/06/87 3618 just 141 Buza 01/06/87 3618 just 107 Dirgen SS 01/07/87 3618 Buza 84 ju st 01/10/87 3619 128 just 01/11/87 3618 Dirgen SS OH gezant Den 29 just 01/15/87 3619 Haag 20388 just 01/16/87 3619 Dirgen SS Utrecht just 01/17/87 3619 Buza 474 Dir Stbrnij Am- 1184 just 01/17/87 3618 sterdam T Dir Spoorwegen 1247 01/18/87 3619 Dirgen SS Keulen Utrecht just (Tl 105 BC Eijsden 01/20/873619 Dirgen SS 20478a just 01/20/87 3619 Utrecht DC KM Limburg 11 01/20/87 3619 just just 115 Stbrnij Amster- 01/22/873619 dam just 114 Dirgen SS 01/22/873619 Utrecht 01/22/87 3619 just 116 Buza Giovanni CaldeConsul Hongarije 01/25/87 3620 ras Stbrnij Amster01/25/87 3619 just dam ju st (Tl 112 BC Eijsden 01/26/873619 just 92 Stbrnij 01/27/87 3619 93 Just PGDb 01/27/87 3619 SS Utrecht 20655 just 01127/87 3620 ju st 108 PGDb 01/28/873619
01/04/87 118
ArrcomKM Roermond (Tl just (Sureté) BelgiëT Buza PGDb just PGDb PGDb (Tl just just just (Tl just (Tl PGDb BC Eijsden OH gezant Den Haag just Buza just OH gezant Den Haag ArrcomKM Maastricht PGDb Buza
77 77 105 85 5547 60 5181II 116 10619 130
12/13/8670 12/13/8669 / / 12/16/86 41 12/16/8677 / / / / / / /
/
12/20/8663 12/20/8664 /
/
01/04/87 55a /
/ / / / /
/ 01/11/87 71 b /
/
12/13/86 128 12/13/86 128 / / 12/16/8677 12/16/8677 / / / /
/ 12/27/86 130 12/27/86 130 12/23/8665
01/04/87 118 01/10/87 84 /
/
01/06/87 141 / / / / 01/22/87 116 /
/
01/17/87 87b
01/17/87 474
01/17/87 87a
01/22/87 114
01/17/87 87b / /
01/22/87 116 01/17/87 140 01/22/87 114
01/21/87 55a
/ / 01/22/87 114
01/22/8763 / /
01/22/87 115 / /
02/05/87 107 01/27/87 55
01/27/87 92
/ / /
/ / /
/ 01/28/87 73 / /
/
02/03/87 106 /
/
BIJLAGE I
B:
307
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
1072 1096 106 107 141 20885 109 116 117 118 107 108 20929 1175 33
02/02/87 3620 02/03/87 3620 02/03/87 3620 02/03/87 3620 02/04/87 3620 02/04/87 3620 02/04/87 3620 02/04/87 3620 02/04/873620 02/04/87 3620 02/05/87 3620 02/05/87 3620 02/07/87 3620 02/08/87 3620 02/09/87 3621
EXH
NUMMER ZIB EXH
BRON
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2015 AJUS 2016 2017 2018 2019 2020
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2021 AJUS 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2029 AJUS 2030 AJUS 2031 AJUS 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2050 2051 2052 2053 2054 2055
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2056 AJUS 2057 AJUS
Buz. Buz. Just Just SS Utrecht SS Utrecht Just (1) Just Just Just (1) Just Just SS Utrecht Buz. Ned. consul Wenen Leg.tie Servië Wenen PGDb Just Buz. Just Stbmij
Just Just SS Utrecht PGDb Just Just SS Utrecht SS Utrecht PGDb SS Utrecht Buz. Buz. Just Just Buz.
Ned. consul We- 02/09/87 3621 nen 5989 02/09/87 3620 Just 112 PGDh 02/11/87 3620 1412 02/15/87 3621 Just 02/21/87 3621 Buz. 201 Hcompol Rotter- 02/22/87 3622 d.m Hcompol Rotter- 514 OffJust Rotter- 02/23/87 3622 d.m d.m PGDh 59934 Just 02/25/87 3622 02/27/87 3621 29 PGs Just 208 Buza 03102/873621 Just 95 SS Utrecht 03/03/87 3621 Just 95 PGDb 03/03/873621 Just SS Utrecht 21529 Just 03/08/87 3623 101-2. PGDb ArrcommKM 03/08/87 3622 Venlo PGDb 6197 03/08/87 3623 Just Buz. 2152 03/09/87 3622 Just ArrcommKM 21 03/09/87 3622 PGDb Venlo (1) PGDb 6215 03/09/87 3622 Just 119 Buz. 03/10/87 3622 Just Buz. 2272 03/11/87 3622 Just 03/11/87 3622 104 PGDb Just (1) 134 SS Utrecht 03/25/87 3623 Just SS Utrecht 22061 Just 03/28/87 3623 126 SS Utrecht 03/30/87 3623 Just 04/04/87 3623 165 Buz. Just SS Utrecht 22267 Just 04/05/87 3624 04/06/87 3624 129 SS Utrecht Just 08/17/87 3632 PGDb (1) 101 Just 02/15/88 3645 Buz. 1355 Just 03/01/88 3645 PGDh 65676 Just 177 03/13/88 3645 Buza Just Buz. 2588 04/03/88 3647 Just 122 Buz. 05/09/88 3649 Just Hcompol Rotter- 2322 07/21/88 3653 Just d.m 108 Hcompol Rotter- 07/23/88 3653 Just d.m Hcompol Rotter- 112 07/24/88 3653 Just dam
/ / 02/04/87 79. / / / / / / 02/05/8746 / / / / / / / / / / / / 02/09/8758 02/09/8757 / /
NUMMER ZIB
/ / 02/04/87 / / / / 02/04/87 02/05/87 / / / / / / / / / / / / / / / / 02/21/87
116
118 108
201
02/21/87 201 02/11/87 58 / / 02/17/87 56 / /
/ /
/
/ / / /
03/09/8776 03/09/8776
02/28/8784 / / / / / / / / 03/09/8753
03/09/8776 / /
/
/ / / / / / 03/25/87 134 03/11187 104
03/09/8752 03/11187 76 / /
04/04/87 165 / / 03/11/87 104
03/10/8783 / / 03/11/87 77. / / / / 03/29/8765 / / / / 04/06/8776 / / 08/17/87 86 12/16/8864 03/07/8884 / / 04/06/8854 / / 07/23/8855
03/11/87 / / / / / / / / / / / / / / 04/06/87 / / / / 03113/88 03/13/88
/
/ / /
104
129
177 177
/ / /
07/23/88 108 /
/
07/24/8879
308 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRlEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
2058 AJUS
Just
79
2059 AJUS
Hcampal Ratterdam OffJust Breda PGDb (kwa) ABBPGDb PGL
2322
2060 2061 2062 2063 2065
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2066 2067 2068 2072 2073 2075 2076 2077 2078 2081 2082 2083
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2084 2085 2086 2087 2088 2090 2091 2092 2093 2094 2095 2096 2097 2098 2099 2100 2101 2102 2103 2104 2105 2106 2107 2109 2111 2112 2113 2116 2117 2118 2120 2121 2122 2123 2124 2126 2127
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS Financiën AJUS Just
2041 11717 28473 3402
Financiën
DsC Maastricht PGDb PGL PGDb (kwa) PGAr (kwa) PGL (kwa) PGAr (kwa) PGDb (kwa) PGL (kwa) PGDb (kwo) PGAr (kwa) ABB VConsul Ned Keulen PGDb (kwa) PGDb (I) Just Just PGDb Just Just PGL (kwa) PGDb (kwo) PGL (kwa) PGDb (kwa) Burg Reusel Just Just Burg Reusel Just Just PGDb (I) Just PGDb (kwa) PGDb (kwa) PGDb (kwo) Just België PGAr (kwo) DsC Maastricht PGL (kwo) PGDb (kwa) Just Just Just Just PGL PGL PGL (kwa) PGL (kwo)
506 28790 3410 3663 1578 4702 1139 5960 7350 15374 631
17995 80 132 18135 174 174 8740 18891 8869 20547 689 136 136 690 119 120 116 21527 22463 23516 74c 122 368 9894 28121 197 197 149 181 273 321 426 6 175
NUMMER ZlB
NUMMER
EXH
ZIB
Hcampal Ratter- 07/24/88 3653 / / dam 07/26/88 3653 07/27/8865 Just PGDb 04/13/89 3673 04/30/89 3673 Just DsC Maastricht 12/01/98 03/03/91 2814 Just Ontwerp instruc-12/21/98 3031 tie PGDb 12/21/98 3031 12/29/983031 Just 03/06/91 2814 Just 10/23/91 2828 Just 11/04/91 2829 Just 04/13/92 2839 Just 07/27/92 2848 Just Just 07/20/92 2848 04/13/94 2896 Just 07/25/95 2927 Just 07/31/95 2928 Just Buza 05/15/96 Just Just PGDb Buza Just Buza PGDb Just Just Just Just Just Buza PGDb Just Buza Buza Just Burg Reusel Just Just Just Financiën België Just PGDb Just Just Kladnotitie Financiën
PGDb PGL Just Just Just Just Just Financiën
04/27/96 2945 05/02/96 2946 05/02/96 2946 05/06/96 2946 05/08/96 2946 05/30/96 2947 05/30/96 2947 07/11/96 2950 07/31/96 2952 10/13/96 2955 01/21/97 2962 04/05/97 2966 04/05/97 2966 04/05/97 2966 04/06/97 2966 04/06/97 2966 04/07/97 2966 04/07/97 2966 04/12/97 2966 04/21/97 2967 07/13/97 2975 10/28/97 2982 11/23/97 3031 02/05/982989 08/29/98 3007 10/14/98 3005 10/31/98 3006 11/16/98 3006 11/16/98 3006 11/16/98 3006 04/11/99 3016 04/22/99 3020 06/10/99 3020
/ / 05/03/8966 zie B:2066 03/05/91 54
/
/
/
/
/ / 01/10/00 175
/
/
01/10100 175
12/31/9872 03/07/91 72 10/18/91 78 11/06/91 56 04/19/9271 07/30/92 63 07/22/9278 04/16/94 117 07/27/95 67 08/13/9553 zie B:2090
01/10/00 175 /
/
/ / / / /
/ /
/
/
/ 07/25/92 165
/ /
/
/
04/07/9774 / /
/ /
04/08/9782 /
/
04/22/97 102a 07/15/97 96 11/01/97 88 / / 02/09/9866 / / 10/17/98 61 11/03/9887 / / / /
/ / / /
/
/
2
2
2
2
2 2
/ /
07/14/96 75 08/01/9618 10/14/96 82 01/23/9788 04/06/9752 / /
2
2
2
04/29/9696 05/02/9680 / / / / 05/11/9688
04/24/9964 06/13/9980 07114/99 3022 07/17/99 92 10/14/99 3027 10/16/9982 12/30/99 3031 01/03/0060 01/10100 3031
04/30/89 11717
2
08/13/96 141 / / 01/26/97 183 / / /
/ / /
04/12/97 116 / /
/ /
04/12/97 116 /
/
04/22/97 117 / /
/ /
01/10/00 175 /
/
11/26/98 139 10/21/98 147 /
/
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
11/16/98 197 / / /
/ /
2
/ 06/13/9980
2
/ / /
/ / /
01/10/00 175 / /
2 2 2 2 2
BIJLAGE I
B:
309
BRIEVENBESTAND
HOOf 0- BRIEFVAN
NUMMER BRlEFAAN
DAIUM
DOOS
EXH
BRON
2128 AJUS 2129 AJUS 2130 AJUS
Financiën
2131 2132 2133 2134 2135 2142 2143 2144
Just (C) Just PGL (kwo) PGL (kwo) PGL PGL (kwo) Just (I) Burg Enschede
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
PGL (kwo) Financiën (C)
539 40 40 57 57 681 82 813 917 116
Just Just Dirbel G, Z, A, M, Db, Ma PGs
NUMMER
ZIB
01/15/00 3031 01116/00 90 02/15/00 3034 02/20/0057 02/15/00 3034 / /
Just Just Just Just Burg Enschede Just
03/02/00 3034 03/02/00 3034 04/14/00 3037 07/14/00 3044 07/31/00 3045 10/13/00 3048 04/22/01 3059 04/22/01 3059
Burg Enschede Just PGAr Just Just
04/24/01 04/28/01 04/28/01 04/29/01 05/01/01
Financiën
NUMMER ZlB EXH
/ / 03/02/00 197 03/02/00 197
/ /
/ 04/17/00 106 07/16/00 108 08/01/0080 10117/00 64 / / / /
/
/ / / /
08/27/00 148 / /
/ /
04/24/01 100
(I)
2145 2146 2147 2148 2149
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2151 AJUS 2152 AJUS 2153 AJUS 2160 2164 2165 2166 2167 2168 2169 2170 2171 2172 2173 2174 2175 2176 2177 2178 2179 2180 2181 2183 2184 2185 2186 2187 2188
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2189 AJUS 2191 AJUS 2192 2193 2194 2195 2196
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
100 Just Burg Enschede 245 Burg Enschede 246 PGAr 454 19 inwoners Duivendrecht Burg OuderAmstel Rijksveldw. Amsterdam OffJust Amster- 15 dam PGAr (kwo) 1176 PGAr 1098 Andreas, Joseph 127 Just Burg Sluis 242 Burg Schoondijke74 DC1 1097 Buza 10164 PGDh 1375 PGDh 1376 DC1 (I) Buza 10746 142 Just Burg IJzendijke 123 121 Just Buza 10951 PGDh 123 Just Buza 11101 PGAr 1500 PGAr (kwo) 249 PGDb (kwo) 52918 PGAr (kwo) 238 Burg Vianen 529 Burg Lexmond,Hei en Bo 274 Burg Everdingen 221/211 en Hag Burg Schoonho- 220 ven Burg Bussum 201 Burg Culemborg 727 183 Just 183 Just Burg Vreeswijk 22
3059 / / 3059 04/30/01 85 3059 / / 3059 04/30/0186 3063 05/04/01 61
/ /
/ / 04/30/01 86 / / 07110/01 190
OffJust Amster- 05/16/01 3063 dam Proces verbaal 06/15/01 3063
07/10/01 190
PGAm
06/18/01 3063
07/10/01 190
Just Just Just PGDh PGDh PGDh PGDh Just Just Just PGDh Gezant België Buza Just Buza Just Just Buza Just Just Just Just Just Just
11/05/01 3070 07/29/02 3093 08/26/02 3098 08/28/023095 09/04/02 3098 09/12/02 3098 09/14/02 3098 09/16/02 3096 09/16/02 3098 09/16/02 3096 09/19/02 3098 09/24/02 3097 09/19/02 3096 09/26/02 3097 09/27/02 3097 10/01102 3097 10/01/02 3097 10/02/02 3097 10/09/02 3098 11/18/02 3101 02/21/03 3106 01/26/043129 02/29/04 3131 08/29/04 3145
/ 09/27/0280 / / 10/01/02 104 10/01/02 105 / / 10/10/02 78 11/20/0264 02/24/0398 01/29/0484 03/03/0472 09/01/04 124
10/10102 78 / / 10/10/02 78 10/10/02 78 10/10/02 78 09/19/02 142 10/10102 78 09/19/02 142 10/10/0278 10/02/02 123 / / 10/10/0278 / / 10/02/02 123 10/02/02 123 / / / / / / / / 02/02/04 268 / / 08/09/04 183
Just Just
09/01/043145 09/01/043145
09/03/0467 09/03/0468
08/09/04 183 09/08/04 183
Just
09/03/043145
09/06/0459
09/08/04 183
09/03/043145 Just 09/07/043145 Just PGs (L,A,Db,Dh) 09/08/04 3145 Biza 09/08/043145 09/16/043146 Just
09/06/0460 09/08/0474 / / / / 09/17/0472
09/08/04 183 09/08/04 183
07/10/01 190
11/08/01 84 07/31/02 81 08/27/0263 / / / / / / / / 09/17/0286 09/17/0288 09117/0289 / /
/ / /
/ /
/ / /
/ /
/ / /
310 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
BRON
2198 2201 2202 2203 2206 2207 2208 2209 2212 2236
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2237 AJUS 2238 AJUS
BC Heerenveen BC Wolvega DC4 1209 PGL 2980 PGL 3003 nv Just 56272 PGDb PGL (kwo) 3018 Biza 289 ABB Gezant Bel-1531 giëDH ABB Buza 10490 D Paspoort Li-
EXH
NUMMER EXH
DC4 DC4 PGL Just Just PGL Just Just CdK's Buza
09/21/043147 / 09/24/04 314 7 / 09/24/043147 / / 09/24/043147 09/26/04 103 10/01/04 3147 10/03/0483 10/05/043147 / / 10/05/04 3149 10/06/0471 10/10/04 3147 10/14/0468 10/23/043149 / / 12/11/86 zie B:1956
OH consul G Kalderas
12/18/86 03/09/80 3617
Just
01/25/87 3620 03/06/87 zie B:2028
Buza
02/12/88
zie B:1967 / /
zm
NUMMER
zm
09/24/04 1209 09/24/04 1209 09/24/04 2980 / / /
/
10/03/0483 11/08/04 154 / / 11108/04 154
12/20/86 116
vorno
2239 AJUS 2240 AJUS 2243 AJUS 2244 AJUS 2245 AJUS 2246 AJUS 2247 AJUS 2254 AJUS 2255 AJUS 2256 AJUS 2257 2258 2259 2260 2261
AJUS AJUS AJUS AJUS AJUS
2262 AJUS 2263 AJUS 2264 AJUS 2265 AJUS 2266 AJUS 2267 AJUS 2268 AJUS 2270 AJUS 2271 AJUS 2272 AJUS 2277 GADe 2282 GADe 2286 GANS 2287 GANS
DC KM Limburg ABRBurg MeerIo ABB Gezant België Buza Stbmij Rotterdam
zie B:2050 04/03/882588 04/02/88 2588
Gezant België 04/03/88 3647 hCompol Rotter- 03/13/88 3647 dam 104.1182PGDh 02/28/88 3547
OffJust Rotterdam hCompol Rotter- 522 dam 100 Just D VConsul Zweden-Noorwegen D Consul Ned Oostende D Burg Sluis 1324 ABB PGDh ABBPGDh 1354 ABB PGDh 1352 ABB Gezant Bel- 1294 gië Burg Giessendam312 Burg Bodegraven 561 ABD Burg Genemuiden ABD Burg Abcoude ABD Burg Smallingerland PG Groningen 7589 Dir Spoorwegen 799 Keulen ABDBurg Nieuwkoop ABD Burg Zevenhoven ABDBurg Weesperkarspel Burg Stad Delden 155/154 Burg Stad Delden 193/71 OffJust Winscho- 2023a ten PG Groningen 7594
OffJust Rotterdam PGAr
02/05/87 107
04/03/88 2588
02/25/88 3647
04/03/88 2588
04/24/01 3059 08/21/02 3098
/ / 10/10/02 78
08/31/02 3098
10/10102 78
2 2 2 2 2
2
08/22/02 3098 Burg Sluis 09/03/02 zie B:2167 zie B:2168 Burg Schoondijke 09/10/02 DC1 09/10/02 zie B:2169 Buza 09/05/02 zie B:2170 Just Just
Just Dirgen SS Utrecht
PG Zwolle PG Zwolle Burg NieuweSchans Burg NieuweSchans
09/02/043145 08/30/043145 09/01/04
09/05/04 101 / / zie B:2201
08/24/04
zie B:2201
09/20/04
zie B:2201
10/10/02 278
2 2
09/08/04 183 09/08/04 183
2 2 2 / / 01/16/87 20388
11/17/72 5194 01/13/87 3619 08/29/04
zie B:2208
08/29/04
zie B:2208
08/26/04
zie B:2208
2 2 2 2 2 2
2
2 2
2 2.
03/19/68 US 68 04/09/68 US 68 11/16/72 IS6398
/ / / / 11117/72 341
11/20/72 IS6398
11/20/72 344
2. 2.
2. 2. 2:
BIJLAGE I
8:
311
BRIEVENBESTAND
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
2289 2290 2291 2292 2293 2294 2295 2296
2307 2308 2309 2310 2312 2313
Burg Oldenzaal CdK Overijssel PGDb CdK Overijssel Burg Deventer Biza CdK Groningen Insp. Dirbel Tilburg AJUS Just AJUS Just AJUS BC Eijsden MKMB Burg Alblasserdam ABUZ Gezant Ned Brussel MKMB Burg Alblasserdam MKMB BC Alphen MKMB DsC Breda MKMB DsC Breda MKMB BC Roosendaal MKMB BC Papendrecht RAL CdK Limburg
2314 2317 2318 2319 2320 2321
RAL RAL RAL RAL RAL RAL
2299 2300 2302 2304 2305 2306
GAOI GAOI GASB ABIZ ABIZ ABIZ ABIZ ADEF
2322 RAL 2323 RAL 2324 2325 2326 2327 2328 2329
RAL RAL RAL RAL RAL RAL
2330 2331 2332 2333
RAL RAL RAL RAL
2334 RAL 2335 RAL 2336 RAL 2337 RAL 2338 RAL 2339 RAL 2340 RAL 2341 RAL 2342 RAL
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
ZIB
627 PGAr 1215 (K) Burg Oldenzaal 21372 Burg Reusel 1182/870Biza CdK Overijssel CdK Groningen 238 27 Biza 2.1945 IKM
09/16/04 AG 278 / / 09/16/04 AG 12509/20/04661 04/06/97 AA 970 / / 03/24/68 1009 03/26/6819 03/22/68 1009 / / 12/04/72 1135 / / 12/11/72 1136 12117/72 31 11/28/28 118 / /
182 170
01/07/99 3010 05/13/96 2946 / / 3617 09110/24
Financiën
PGDb Kladnotitie DsC Breda
2036/103Buza DsC Breda
258 DsC Breda 1426 DCI 1553-7 DCI DsC Breda DsC Breda 2420-5 Burg's Geleen! Vlkb/Hul Burg Geleen 962 CdK Limburg CdK Limburg 5158/12 DC2 BC Eijsden 35 DsC Maastricht DC2 286 CdK Limburg CdK Limburg 5270/5 Biza CdK Limburg ABB Burg Eijsden PGDb 107345 CdK Limburg CdK Limburg Burgemeesters (C) PGDb 107965 CdK Limburg 3142 CdK Limburg Biza CdK Limburg 6480/63 Biza Burg Vaals 1732 CdK Limburg Burg Weert 4882 CdK Limburg CdK Limburg 6927/35 Burg Munstergeleen Insp. Pol Weert 204 Burg Weert Burg Eijsden 1633 CdK Limburg Burg Weert 191 CdK Limburg Burg Munster- 1923 CdK Limburg geleen PGL 1312 CdK Drenthe CdK Limburg 7506/40 Burg Munstergeleen CdK Drenthe 3280/305 CdK Limburg Burg Munster- 1927 CdK Limburg geleen CdK Limburg 7901/5 PGDb CdK Limburg 7901/6 Burgemeesters (C) CdK Limburg 8392/2 CdK Drenthe PGDb 108783 CdK Limburg CdK Limburg 11316 Burgemeesters (C)
09/29/23 01/10/23 1426 10/01/23 / / 10/20/23 / / 06/21/24 / / 08/29/24 08/30/24 1164-7 12/08103 7300 / / 7300 7300 7300 7300 7300 zie B:2320
05/02/12 7300 05/03/12 7300 7300 7300 7300 7300 7300 7300
06/01/12 06/04/12 06/05/12 06/08/12
7300 7300 7300 7300
06/10/12 7300 06/12/12 7300 06/14/12 7300 06/17/12 7300 06/19/12 7300 06/19/12 7300 06/27/12 7300 08/03/12 7300 08/17/12 7300
/ / 03/24/6819 / / / / / / / /
12/20/86 116 / /
09/17/24
06/13/12 05/17/12 OS/23/12 OS/23/12 OS/25/12 OS/28/12
/ /
/
06/05/34 1707
12/09/03 04/24/12 04/22/12 04/25/12 04/29/12 04/20/12
/
/ / / Î
/ /
312 B:
'EN MEN NOEMDE HEN ZIGEUNERS'
HOOFD- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
BRON
2343 RAL Burg Eijsden PGDb 2344 RAL 2345 GAHe CdK Limburg
1700b CdK Limburg 109452 CdK Limburg 1163 Burgemeesters
08/27/12 7300 09/16/12 7300 08/21/24 21/40
36
09/02/04
(C)
2370 MKMB BC Breda (I)
2371 MKMB BC Breda (I) 2376 MKMB BC Wilemstad (DR) 2381 MKMB BC Roosendaal (DR) 2388 MKMB BC Roosendaal 2392 MKMB BC Strijbeek (Nota) 2399 MKMB DsC Breda 569 2404 MKMB BC Roosendaal (DR) 2405 MKMB BC Strijbeek (DR) 2422 MKMB DsC Breda 2428 MKMB BC Ossendrecht (DR) 2431 MKMB Burg Ginneken 2444 MKMB BC Zevenbergen (DR) 2450 MKMB BC Steenbergen (DR) 2454 MKMB BC Ossendrecht (DR) 2458 MKMB BC Roosendaal (DR) 2460 MKMB DsC Breda 2461 MKMB OsC Breda 2470 2471 2472 2477 2478 2479 2480 2481 2498 2501 2504 2505 2523 2530 2532 2533 2551
MKMB BC Moerdijk (I) MKMB BC Moerdijk (I) MKMB BC Zevenbergen MKMB BC Steenbergen MKMB BC Willemstad MKMB BC Steenbergen MKMB BC Rucphen MKMB BC Steenbergen (DR) MKMB DsC Breda MKMB BC Zundert MKMB BC Willemstad MKMB F. Annies Eijsden MKMB BC Bergen op Zoom MKMB BC Breda MKMB DC1 315 MKMB BC Steenbergen ABUZ Buza JZ 882
2557 MKMB BC Grave 158 2561 MKMB BC Zevenbergen 252 2573 MKMB BC Zundert?? Coolen
Burg Etten en Leur/KMS DsC Breda DsC Breda
09/03/04 09/08/04
DsC Breda
09/10/04
DsC Breda DsC Breda
09/13/04 09/14/04
DCl DsC Breda
09/15/04 09/15/04
DsC Breda
09/16/04
BC Roosendaal DsC Breda
10/20/04 10/27/04
DsC Breda DsC Breda
10/31/04 11/09/04
DsC Breda
11/13/04
DsC Breda
11/15/04
DsCBreda
11/25/04
BC's BoZ/Spr/ OssiOUdiS BC's Breda/Zun/ ZevnlMo DsC Breda DsC Breda DsC Breda BC Willemstad DsC Breda DsC Breda DsC Beda DsC Breda
11/24/04
DCl DsC Breda DsC Breda DsC Breda
EXH
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
zm
B
B
2
2 2, 2, 2 2,
2 2,
2 2 2,
2 2, 2, 2, 2, 2, 2' 2' 2' 2' 2' 2'
2' 2'
2' 2'
11/24/04 11/28/04 11/29/04 06/29/12 07/08/12 07/09/12 07/09/12 07/10/12 07/10/12 07/18/12 07/20/12 07/24/12 07/24/12 08/09/12
2", 2", 2', 2: 2", 2: 2: 2",
2: 2: 2: 21
2~
2~
DsC BredalDCl DsC Breda DsC Breda Gezant Ned Brussel DsC Breda DsC Breda DsC Breda
09/07/12 10/07/12 10/25/12 01115/34 1707
2~
2~
2~
2~
2~
07/25/25 09/08/25 12/21/25
2~
2e
2~
2~
BIJLAGE I B:
313
BRIEVENBESTAND
HOOFO- BRIEFVAN
NUMMER BRIEFAAN
DATUM
DOOS
EXH
BRON
2580 MKMB BC Bergen op Zoom 2584 MKMB AGVD 2611 MKMB BC Alphen 2612 MKMB DsC Breda 2614 MKMBDCI (C) 2615 MKMB DsC Breda (C)
294
DsC Breda
08/15/28
409 393 1747/7 2218 1792/7
DCI DsC Breda DCI DsC's BC's district Breda DsC Breda DsC Breda
09/19/28 11/17/28 11/17/28 11/26/28 11/26/28
DsC Breda DsC Breda DsC Breda
11/27/28 11/27/28 11/27/28
2617 MKMB BC Ossendrecht 2618 MKMB BC Bergen op Zoom 2619 MKMB BC Sprundel 2620 MKMB BC Zundert 2623 MKMB BC Bergen op Zoom 2624 MKMB DsC Breda 2625 MKMB DC2 (I) 2627 MKMB DsC Breda 2628 MKMB BC Sprundel 2631 MKMB BC Zevenbergen 2632 MKMB BC Zundert 2715 MKMB DsC Breda 2752 MKMB BC Oudenbosch 2753 MKMB BC Roosendaal 2754 MKME DsC Breda 2757 MKMB BC Oudenbosch 2762 MKMB Compol Bergen op Zoom 2763 MKMBBC Etten 2764 MKMB BC Bergen op Zoom 2765 MKMB DsC Breda 2766 MKMB BC Bergen op Zoom 2768 MKMB BC Zevenbergen 2769 MKMB BC Sprundel 2771 MKMB BC Roosendaal 2772 MKMB BC Alphen 2773 MKMB BC Breda 2774 MKMB BC Etten 2775 MKMB BC Zevenbergen 2784 MKMB DsC Breda 2785 2786 2787 2827 2968
49 57 268/7 100 423
2972 2973 2977 2978 2979 2980 2986 2987 2988 2989
MKMB BC Strijbeek MKMB BC Etten MKMB DsC Breda MKMB BC Strijbeek MKMB BC Bergen op Zoom MKMBBC Roosendaal MKMB DsC Breda MKMBDCI MKMBAGVD MKMBDCI
MKMB DsC Breda RIOD Buza (klad) RIOD DsC Breda RIOD DCI RIOD Buza
393 377 1792/7 124 1961/7 439 3a 6 1884/7 11 14 98/7
DCI DsC Breda DCI DsC Breda DsC Breda DsC Breda DCI DsC Breda DsC Breda BC's DsC Breda DsC Breda
11/27/28 11/26/28
11130/28 12/01128
12/21/28 12/24/28 01103/29
01/04/29 11/21129
01/17/30 01117/30 01117/30
01/25/30 01/18/30
23 36
DsC Breda DsC Breda
01122/30 01122/30
130/7
BC's DsC Breda
01/23/30 01/24/30
34 29 21 24 33 28 37 268/7
DsC Breda DsC Breda DsC Breda DsC Breda DsC Breda DsC Breda DsC Breda BC's Strijbeek/Etten DsC Breda DsC Breda DCI DsC Breda DsCBreda
632 DsC Breda 1509 DCI 3231 DsC's 75 DC's 268 G3 DsC's 156 BC's 23510]Z lust 1602 DCI 1987 IKM 35426]Z Interne nota
01/24/30 01123/30 01124/30 01124/30
01/25/30 01/26/30 01126/30
02/17/30 02/18/30 02/19/30 02/22/30 03/27/30 12/16/36 12/16/36 12/17/36 12/30/36 02/05/38 02/08/38 02/09/36 07/25/28 ]ZigI 10/29/28 DocIIZ 10/29/28 DocIIZ 12/07/28 ]ZigI
NUMMER ZIB
NUMMER
EXH
zm