Het Nutritioneel Beleid van de Belgische Voedingsindustrie
♦♦♦
Het zesde rapport van de initiatieven van de voedingsindustrie
2011
Met bijzondere dank aan alle ondernemingen van de voedingsindustrie die hebben meegewerkt door het bijeenbrengen van hun gegevens. Zonder hun inzet was dit zesde Rapport niet tot stand gekomen.
Dit rapport werd opgesteld door David Marquenie, adviseur van het Departement Voedingsbeleid van FEVIA in samenwerking met Johan Hallaert, directeur van het Departement Voedingsbeleid van FEVIA en Chris Moris, directeur-generaal van FEVIA. Wij wensen eveneens de leden van de Werkgroep “Nutrition” en de leden van het Wetenschappelijk Comité van FEVIA te danken voor hun bijdrage aan de zesde editie van dit Rapport van het Nutritioneel Beleid in de Belgische Voedingsindustrie.
Verantwoordelijke uitgever: FEVIA Chris Moris Directeur Generaal Kunstlaan 43 1040 Brussel
Ce rapport existe également en Français et peut être obtenu sur simple demande.
2
Inhoudstafel Inhoudstafel ________________________________________________________________________ 3 Voorwoord__________________________________________________________________________ 4 Het Nutritioneel Beleid van de Voedingsindustrie _________________________________________ 5 Kennis van nutritionele aspecten_______________________________________________________ 8 Informeren van de consument ________________________________________________________13 Nutritionele samenstelling van producten ______________________________________________19 Naleven van de zelfregulerende reclamecode ___________________________________________24 Educatieve programma’s op de werkplek_______________________________________________29 Open staan voor dialoog _____________________________________________________________33 Conclusie __________________________________________________________________________39
3
Voorwoord 72 bedrijven hebben er dit jaar voor gekozen mee te werken aan de enquête nutritioneel beleid en hebben allerlei gegevens verzameld over het jaar 2010. Het is aan de hand van deze actuele gegevens dat FEVIA het voorliggend rapport heeft samengesteld. Voor ongeveer 75% van de respondenten begint deze nutritionele enquête stilaan een traditie te worden. De overige 25% zijn nieuwe bedrijven, dit voor het eerst deelgenomen hebben. Dit aandeel blijft min of meer constant over de jaren, en bevat zowel leden als niet-leden, kmo’s als multinationale ondernemingen. Voor het eerst werden een aantal specifieke inlichtingen opgevraagd met het oog op de redactie van het eerste Duurzaamheidrapport van de voedingsindustrie. Hiervoor werden enkele minimale wijzigingen aangebracht aan de enquête. Het streven naar vergelijkbaarheid bij het opstellen van de enquêtes sinds 2004 begint stilaan resultaten op te leveren: in een aantal gevallen is het immers mogelijk om de evolutie aan te geven sinds de eerste editie van de enquête. We gaan in dit rapport niet zover om grote statistische analyses te gaan uitvoeren, daarvoor zijn de gegevens nog te beperkt. Toch is het mogelijk om al een aantal trends te identificeren. De acties op vlak van voeding en gezondheid worden onverminderd verder gezet, zowel op niveau van de individuele bedrijven als op niveau van de federaties. Onder deze acties vallen zowel de promotie van een evenwichtige levensstijl bij de consument als bij de eigen werknemers. Aangezien dit domein zich niet beperkt tot de bedrijven uit de voedingssector wordt in het kader van de Stichting Happy Body volop gezocht naar partners uit andere sectoren die actief zijn rond dezelfde onderwerpen. De bedrijven zelf aarzelen ook niet om over de sectorgrenzen heen te zoeken naar partners voor acties die zowel gericht zijn op de algemene bevolking als op specifieke doelgroepen. De sector blijft ook streven naar de realisatie van publiek-private samenwerking. Deze vorm van samenwerking wordt immers door verschillende internationale organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie aangehaald als efficiënte strategie om op relatief korte termijn concrete resultaten te boeken. Bovendien worden op deze manier de relevante actoren van bij het begin betrokken bij het beleid, waardoor de kansen op succes stijgen. Er blijft echter nog werk aan de winkel om alle overheden te overtuigen dat samenwerken met de voedingssector wel degelijk een plaats heeft in het gezondheidsbeleid.
4
Het Nutritioneel Beleid van de Voedingsindustrie De 10 Pijlers van het voedingbeleid (bijlage 2) Sinds enkele jaren vormen de 10 pijlers de grote principes die FEVIA en haar leden verdedigen in hun nutritioneel beleid. FEVIA verdedigt een gezonde levensstijl die zich vertaalt in een evenwichtige voeding en in regelmatige lichaamsbeweging. Met de productie van een zeer gevarieerd gamma voedingsmiddelen zorgt de voedingsindustrie ervoor dat de consument de keuze heeft om te komen tot een evenwichtige voeding. Innovatie in de voedingssector laat toe om steeds beter te beantwoorden aan de noden en de wensen van de consument, ook op nutritioneel vlak.
1. 2. 3. 4.
De voedingsindustrie komt op voor een gezonde levensstijl De voedingsindustrie produceert een zeer gevarieerd gamma voedingsmiddelen Alle voedingsmiddelen hebben hun plaats binnen een evenwichtig voedingspatroon De voedingsindustrie wendt haar expertise aan producten te ontwikkelen die steeds beter voldoen aan de behoeften en de wensen van de consument 5. Bij productsamenstelling wordt zowel rekening gehouden met macro- als micronutriënten 6. De voedingsindustrie informeert de consument zodat die een bewuste keuze kan maken 7. De voedingsindustrie wenst op een verantwoordelijke manier reclame te voeren 8. Het fenomeen van ongezonde levensstijl en van overgewicht vergt een fundamentele aanpak. 9. De voedingsindustrie engageert zich om samen te werken met andere betrokken actoren. 10. Voeding moet gezien worden in het breder maatschappelijk kader.
Het Nutritioneel Handvest 1. Beschikken over voldoende kennis van de voedings- en gezondheidsaspecten 2. De consument op een gepaste manier informeren over de nutritionele aspecten van producten 3. Op het vlak van onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten moet specifieke aandacht besteed worden aan de complementariteit tussen het nutritionele aspect en de smaak, het plezier en het gebruiksgemak 4. Naleven van de zelfregulerende reclamecode 5. meewerken aan educatieve programma’s die mensen, specifiek op collectief vlak, aanzetten tot een gezonde levensstijl 6. Open staan voor een dialoog met alle betrokken partijen omtrent het nutritioneel beleid
5
Representativiteit van de antwoorden
72 antwoorden 39% van de totale omzet van de sector 64% van de omzet van de merkproducenten
De resultaten Met een totaal van 72 antwoorden op de enquête stellen we vast dat het aantal bedrijven dat deelgenomen heeft, is gedaald ten opzichte van de vorige editie (89 antwoorden). Hoewel het aantal bedrijven dat geantwoord heeft beduidend lager ligt dan 2 jaar geleden, vertegenwoordigen de respondenten van deze editie echter 38,8% van de omzet van de totale voedingsindustrie, een stijging met 2,5% ten opzichte van 2008 (zie Tabel 1). Hieruit kunnen we afleiden dat de bedrijven die geantwoord hebben gemiddeld genomen groter zijn dan bij de vorige editie. Aangezien deze grote bedrijven ook verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel van het aanbod aan consumentenproducten, is hun representativiteit voor wat betreft de voedingsmiddelen op de markt wel degelijk groot. Bij de respondenten zijn er opnieuw 24 % van de bedrijven die niet hebben meegedaan aan de vorige enquête. Dit is vergelijkbaar met de 25% nieuwe respondenten in 2009. Tabel 1 Representativiteit van de respondenten aan de enquête ten opzichte van de volledige voedingsindustrie (dus met inbegrip van o.a. de artisanale bakkers en de veevoederp roducenten) voor de jaren 2004, 2006, 2008 en 2010.
Aantal bedrijven Omzet Tewerkstelling
2004 1,6 % 30,4 % 27,1 %
2006 1,7 % 33,3 % 27,5 %
2008 1,6 % 36,2 % 27,1 %
2010 1,4 % 38,8 % 26,7 %
Wanneer enkel gekeken wordt naar bedrijven die reclame maken voor hun producten, dan stijgt de representativiteit van de respondenten tot 64.4%. Dit bevestigt de belangrijke impact van de bedrijven die meegewerkt hebben aan de enquête en van hun acties voor de Belgische consument.
6
Kennis van nutritionele aspecten Beschikken over een goede kennis omtrent de nutritionele en gezondheidsaspecten van de producten enerzijds en van de consumenten anderzijds
7
Kennis van nutritionele aspecten De wetenschap staat niet stil, dat geldt zeker ook voor de inzichten met betrekking tot menselijke voeding. Daarom is het belangrijk dat bedrijven op de hoogte blijven van deze ontwikkelingen, zodat ze hiermee rekening kunnen houden bij de samenstelling van hun voedingsmiddelen.
87% volgt vakliteratuur 83% volgt opleidingen
De resultaten Wat een evidentie lijkt, wordt ook bevestigd door de antwoorden: alle deelnemende bedrijven kennen de nutritionele samenstelling van hun producten. Verder volgt 87% van de betrokken personeelsleden de vakliteratuur met betrekking tot voeding en ontwikkelingen op nutritioneel vlak. De gevolgde literatuur varieert van de nieuwsbrieven van verenigingen en federaties (FEVIA, Choprabisco, Flanders’ Food…) over vakliteratuur (VMT magazine, Voeding Nu…) tot wetenschappelijke tijdschriften (Journal of Nutrition, British Journal of Nutrition…) 83% zegt bovendien nog bijkomende vorming te volgen. In de helft van de gevallen gaat het om vormingen en opleidingen georganiseerd door de sector zelf (FEVIA in samenwerking met IPV, Flanders’ Food of Wagralim). Ook de vormingen die georganiseerd worden door de diëtistenverenigingen VBVD en UPDLF worden regelmatig vermeld. Bij een aantal (grotere) bedrijven worden intern opleidingen georganiseerd door de eigen internationale R&D afdeling. = 100 VTE
¦ voedingskundige / diëtist ¦ productmanager ¦ andere
> 100 VTE
¦ kwaliteitmanager ¦ R&D afdeling
Figuur 1 Verantwoordelijke voor de opvolging van de kennis m.b.t. het aspect ‘voeding en gezondheid’ weergegeven in functie van de bedrijfsgrootte (weergegeven als # VTE).
8
Als men kijkt naar de verantwoordelijke voor het opvolgen van de kennis met betrekking tot het aspect ‘voeding en welzijn’ (Fig. 1), kan men zien dat grote bedrijven meer beroep doen op speci alisten (voedingskundigen, diëtisten, al dan niet actief in de eigen R&D afdeling van het bedrijf). In kleinere bedrijven (met minder dan 100 VTE) is het vaker de kwaliteitsmanager die deze materie opvolgt. De rol van de productiemanager blijft in dit domein eerder beperkt.
Figuur 2 Weergave (in %) van de bedrijven met een eigen R&D afdeling in functie van de tewerkstelling voor de jaren 2004 (¦ ), 2006 (¦ ), 2008 (¦ ) en 2010 (¦ ).
Steeds meer bedrijven geven aan te beschikken over een eigen R&D afdeling (Fig. 2): deze trend zet zich sinds 2004 jaar na jaar verder ongeacht de grootte van het bedrijf. Het inhaalmanoeuvre van de kleinere bedrijven (= 50 werknemers) zet zich verder. In de vorige edities van dit nutritioneel rapport werd nog een verdere opsplitsing gemaakt tussen bedrijven tot 10 werknemers en bedrijven met 1050 werknemers. Beide categorieën zijn nu samengenomen: in deze 2 groepen is het verloop van de respondenten het grootst. Door te werken met 1 grotere groep, wordt deze variabiliteit gedeeltelijk opgevangen. Naast de projecten binnen de eigen onderneming, doet 18% van de ondernemingen mee aan projecten van Flanders’ Food en/of Wagralim en doet 24% beroep op externe deskundigen.
Acties van FEVIA FEVIA Vlaanderen: Flanders’ Food Op basis van de projectoproep 2009 en na evaluatie en beoordeling door onafhankelijke deskundigen werden 10 projecten weerhouden voor opstart begin 2010. Projecten die betrekking hebben op de nutritionele eigenschappen van voedingsmiddelen zijn de volgende: • Innocereal: Innoverende fermentatiestrategieën van granen met het oog op nieuwe productieprocessen en producten (11 deelnemende bedrijven) • Bloemfunctionaliteit: Invloed van bloemconstituenten en tarwe/bloemveroudering op de bloemfunctionaliteit (8 deelnemende bedrijven)
9
• • •
RedProtex: Technologisch en innovatief onderzoek voor een natuurlijke aanrijking van polyonverzadigde vetzuren in de melk door exploitatie van PPO activiteit (10 deelnemende bedrijven) Claimmeat: Vet- én zoutreductie in geëmulgeerde vleessystemen (9 deelnemende bedrijven) Allmod: Risico-evaluatie van allergenen in functie van proces-, product- en installatieeigenschappen tijdens verdringing en na reiniging (9 deelnemende bedrijven)
In 2010 werden de vijf lopende IWT-VIS/TD/CO/collectieve infrastructuur projecten verder uitgewerkt. 2 ervan hebben betrekking op de nutritionele eigenschappen van voedingsproducten: • VIS-CO project: “Het gebruik van Stevia en steviolglycosiden in de bereiding van levensmiddelen” • VIS-grote collectieve infrastructuur: “De uitbouw van een pilootinfrastructuur voor de stimulering van innovatie in de Vlaamse agro-food industrie” Flanders’ Food organiseert ook seminaries en opleidingen voor de bedrijven uit de sector. In 2010 werden 15 Flanders’ Food seminaries (971 deelnemers) en 1 opleiding (27 deelnemers) georganiseerd. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: • Novel Food Processing and Preservation Technologies (52 deelnemers) • Innovatielunch “Een nieuwe stimulans voor de innovatie van voedingsproducten (42 deelnemers) • Where Industry and Science meet: het gebruik van algen in voeding (64 deelnemers) • Aroma's: wet versus praktijk (98 deelnemers) • De smaak nader bekeken: smaakt het nog? (34 deelnemers) Het volledige activiteitenverslag is beschikbaar op de website van Flanders’ Food: www.flandersfood.com. FEVIA Wallonie : Wagralim Ook Wagralim heeft in 2010 een hele reeks opleidingen en seminaries ingericht. De seminaries die betrekking hadden op voeding en welzijn, zijn de volgende : • Mise en place d'études cliniques en nutrition (11 deelnemers) • Tendance santé dans l'agro-alimentaire (53 deelnemers) Verder worden ook 16 onderzoeksprojecten gecoördineerd, waarvan 7 met nutritionele eigenschappen van voedingsmiddelen te maken hebben. Enkele voorbeelden zijn: • Fibersol: productie van een nieuwe oplosbare en fermenteerbare voedingsvezel (2 deelnemers) • Proflax: met nieuwe extractietechnieken zoeken naar functionele ingrediënten in lijnzaad (2 deelnemers) • Nutrivert: ontwikkelen van piscicultuurproducten met specifieke nutritionele eigenschappen (2 deelnemers) De volledige lijst van projecten kan worden geraadpleegd op de website www.wagralim.be.
Acties van bedrijven Alpro Foundation is een onafhankelijke vzw met als doel de kennis en het wetenschappelijk onderzoek op het vlak van voeding en gezondheid te ondersteunen en te bevorderen. De focus ligt daarbij op plantaardige voeding. De foundation wil gezondheidsexperts en het grote publiek nog bewuster maken van de impact van ‘plantaardige voeding op de gezondheid van de mens’. Ze organiseert verschillende activiteiten om deze doelstellingen te helpen bereiken, zoals symposia, de
10
verspreiding van een educatieve nieuwsbrief, onderzoekssubsidies, Award-uitreikingen voor Masters en Bachelors, … www.alprofoundation.org De groep BEL heeft zich geëngageerd om 100% van de marketingteams op te leiden op het vlak van de nutritionele eigenschappen tegen het einde van 2013. De groep Bel heeft beroep gedaan op specialisten in nutritionele opleiding om een 2 daagse vorming uit te werken. Het Instituut Danone is een vzw die bestaat uit een team van voedingskundigen, onderzoekers, geneesheren… Het heeft als missie de aanmoediging van onderzoek in het domein van de nutritie, het informeren en het vormen van gezondheidsprofessionelen met betrekkingn tot voedingsgebonden onderwerpen. Om aan deze objectieven te beantwoorden, organiseert het Instituut verschillende activiteiten, zoalseen universitaire leerstoel, ondersteuningstoelagen, doctoraatsbeurzen en een jaarlijks symposium over nutritionele onderwerpen. www.danoneinstitute.be Kellogg’s zorgt ervoor dat al haar medewerkers een basiskennis verwerven over wat gezonde voeding en een gezonde levensstijl inhouden. Voor werknemers die binnen de sales & marketing afdelingen werken worden jaarlijks meer uitgebreide en gedetailleerd trainingssessies georganiseerd met betrekking tot de voedingskundige aspecten van de Kellogg’s producten en van productinnovaties. Om de voordelen van granen beter te onderzoeken, stelt Kellogg’s financiële middelen ter beschikking van universiteiten en wetenschappers die onderzoek voeren naar de voordelen van granen in de voeding op de gezondheid. In dit kader is in samenwerking met de Universiteit van Leuven de W.K. Kellogg Chair in Cereal Science and Nutrition opgericht als deel van de innovatiestrategie. Niet alleen de resultaten van een dergelijk onderzoek zijn belangrijk voor Kellogg’s, ook het ondersteunen van onderwijs en onderzoek in het domein van graangewassen en voeding is een belangrijk aspect om een dergelijk 5 jarig wetenschappelijk project te ondersteunen. Nestlé organiseert voor alle medewerkers de interne opleiding ‘NQ = Nutritional Quotient’. Deze opleiding verschaft hen basisinformatie over een evenwichtige voeding. De afdelingen marketing en verkoop krijgen een meer uitgebreide opleiding gericht op het verwerven van kennis inzake nutritionele eigenschappen specifiek voor elk productengamma. Unilever beroept zich voor haar wetenschappelijke en voedingskundige kennis op een uitgebreide, internationale R&D organisatie, waarbinnen de locale Nutrition & Health managers, technical en regulatory managers de kennis en regelgeving op vlak van Voeding en Gezondheid in de locale vestingen garanderen. De Nutrition & Health manager is verantwoordelijk voor zowel de interne als de externe communicatie met betrekking tot voeding- en gezondheidsaspecten van de Unilever producten en houdt zijn/haar kennis op peil door het opvolgen van de wetenschappelijke literatuur en het regelmatig volgen van training, bijscholingen en congressen. Via het Unilever Health Institute Belgium (UHI, www.unileverhealthinstitute.be), een nationaal platform voor de promotie van de volksgezondheid met betrekking tot voeding en hygiëne, informeert Unilever gezondheidsprofessionals en wetenschappers rond diverse thema’s binnen het domein van voeding en gezondheid. Zo organiseert UHI jaarlijks een wetenschappelijk symposium en sponsort het VIASANO, een volksgezondheidsprogramma dat wil bijdragen aan de preventie van obesitas bij kindere n en cardiovasculaire ziektes bij volwassenen. Het Vandemoortele Lipids Nutrition & Science Belux departement (waaronder ook het Vitelma Nutrition Center ressorteert) volgt de stand van de voedingswetenschap en het nutritioneel overheidsbeleid op de voet, in samenwerking met andere departementen binnen de groep (R&D en Legal & Regulatory Affairs).
11
Informeren van de consument De consument op een gepaste manier informeren over de nutritionele aspecten van producten (inz. omtrent de samenstelling ervan)
12
Informeren van de consument De voedingsindustrie heeft volop de kaart getrokken van de geïnformeerde keuze. Door op een duidelijke manier nutritionele en andere informatie ter beschikking te stellen aan de consument, is deze in staat om te kiezen voor een evenwichtige voeding die het best aansluit bij zijn/haar levenswijze.
90% geeft nutritionele informatie 66% vermeldt de Big 8 65% gebruikte de GDA eind 2010
De resultaten 45% van de respondenten heeft aangegeven dat de nutritionele etikettering de eerste priori teit is binnen hun nutritioneel beleid. Hoewel het aanbrengen van nutritionele informatie op de productverpakking slechts in bepaalde gevallen door de wetgever verplicht is, tonen de cijfers aan dat het aandeel producenten dat deze informatie vermeldt op het etiket blijft stijgen: van 83% in 2008 naar 90% in 2010. Een van de redenen ligt in het vrijwillige systeem van de GDA (Guideline Daily Amounts – Dagelijkse Voedingsrichtlijn): wie ervoor kiest om de GDA op de verpakking aan te brengen, engageert zich immers ook automatisch om de nutritionele informatie te verschaffen. Ook het aandeel bedrijven dat ervoor kiest de nutritionele informatie op alle producten uit het portfolio aan te brengen, blijft jaar na jaar toenemen (Fig. 3)
Figuur 3 Weergave (in %) van de bedrijven die nutritionele informatie geven in functie van het aandeel productverpakkingen met deze informatie voor de jaren 2006 (¦ ), 2008 (¦ ) en 2010 (¦ ).
In 2006 gaf 65% van de producenten nutritionele informatie voor minstens 80% van hun SKU (stock keeping units). Dit aandeel was in 2008 al toegenomen tot 70% en is blijven klimmen tot 76% in 2010. Het aantal bedrijven dat slechts informatie geeft wanneer het wettelijk verplicht is blijft min of meer constant, met 4% in 2010. Deze cijfers illustreren mooi dat zelfregulering binnen een vrij korte termijn kan aanleiding geven tot concrete evoluties die onder andere de consument ten goede komen. De sector heeft duidelijk niet gewacht op de wetgever om tot actie over te gaan. 13
Naast nutritionele informatie gebruiken de producenten het etiket van hun producten om de consument in te lichten over andere aspecten van de betrokken producten: nutritionele en gezondheidsbeweringen zijn het meest voorkomend (resp. 32 en 12%), gevolgd door bereidingtips (26%) en tips met betrekking tot evenwichtige voeding en levensstijl ( 20%). Bedrijven maken steeds meer gebruik van de zgn. nieuwe media (bvb. internet). Dit heeft ook gevolgen voor de manier waarop zij te werk gaan om de consument te bereiken. Het gebruik van de klassieke consumentenlijn wordt stilaan verlaten ten voordele van communicatie via specifieke websites (Fig. 4).
Figuur 4 Gebruik van andere verspreidingskanalen voor productinformatie (in % van de gevallen) voor de jaren 2004 (¦ ), 2006 (¦ ), 2008 (¦ ) en 2010 (¦ ).
Ook het aantal bedrijven dat nutritionele informatie doorgeeft aan NUBEL blijft een licht stijgende trend vertonen. Dit is belangrijk omdat de representativiteit van de levensmiddelentabel staat of valt met het aantal producten dat erin opgenomen is.
Acties van FEVIA GDA labelling Het systeem van de GDA (Guideline Daily Amounts – Dagelijkse Voedingsrichtlijn) is een vrijwillig initiatief dat openstaat voor elk voedingsbedrijf. Na jaren debatteren zal er op Europees niveau een verplichte nutritionele etikettering komen. Bij het uitwerken van deze wetgeving werd tot op zekere hoogte rekening gehouden met het bestaande GDA systeem uitgewerkt door de voedingsindustrie. FEVIA helpt de bedrijven bij het invoeren van de GDA labelling op hun verpakkingen. 65% van de bedrijven geeft aan de GDA volledig ingevoerd te hebben eind 2010. Nog eens 8% sluit niet uit dit in de toekomst nog te doen. Verder blijkt ook dat de bedrijven die beslissen om het systeem in te voeren, dit ook doen op al hun producten: een derde van de bedrijven die de GDA gebruiken, doen dit voor 90% of meer van hun producten, dat het nu gaat enkel om de GDA voor energie (33%) of de GDA voor energie + suikers, vetten, verzadigde vetten en natrium (36%).
14
Maar er wordt niet enkel gekeken naar de eigen sector. Aangezien het de bedoeling is dat de consument aan de hand van de GDA een evenwichtige voeding kan samenstelling, heeft FEVIA samen met de diëtistenverenigingen UPDLF en VBVD een campagne uitgewerkt om de GDA bekend te maken bij de diëtisten. Aan de hand van een kit kunnen de diëtisten aan hun cliënten uitleggen hoe ze de GDA in de praktijk moeten gebruiken. De kit bevat ook een eenvoudige brochure die gericht is op de consument. Naast de kit is ook een specifieke website uitgewerkt met alle nodige informatie.
De campagne werd officieel gelanceerd in maart 2010. www.gdainfo.be
NUBEL (Nutriënten België) De v.z.w. Nubel (Nutriënten België) werd op 9 maart 1990 opgericht en beheert de nutritionele, wetenschappelijke informatie over de voedingsmiddelen die in het normale Belgische voedingspatroon voorkomen. NUBEL heeft tot doel: • het beheren, het samenstellen en het op peil houden van een wetenschappelijke databank van nutriënten in voedingsmiddelen; • het uitwisselen van informatie met instituten en organisaties die hetzelfde doel nastreven op nationaal en internationaal niveau; • het beschikbaar stellen van gegevens uit deze databank aan derden (medisch- en paramedisch korps, onderwijs, distributiesector, producent, wetenschappelijke instellingen, patiëntenverenigingen en de consument in het algemeen); • het ontwikkelen van projecten in samenwerking met onder andere het Nationaal Voedingsen Gezondheidsplan, de Voedselconsumptiepeiling, de Wetenschappelijke Raad Nubel, de Voedingsindustrie en de Voedingsdistributie.
15
Naast de constante update van de merknamendatabank en de zoektocht naar steeds meer bedrijven die bereid zijn hun informatie door te sturen, werd de volledige website www.nubel.com in 2010 vernieuwd. Nu worden alle producten van NUBEL duidelijk vermeld en zijn demo-versies beschikbaar. De 5de uitgave van de Belgische Voedingsmiddelentabel is aan de 5de herdruk toe in het Nederlands en aan de 2de herdruk voor de Franstalige versie. De voedingsplanner van NUBEL is uitgebreid met een professionele versie. Deze professionele versie, die zich richt tot diëtisten in ziekenhuizen bevat o.a. een module voor de screening op ondervoeding en een module voor het patiëntenbeheer. De diëtistenscholen kunnen deze professionele versie eveneens aanschaffen, zodat de studenten er reeds tijdens hun opleiding en stage mee vertrouwd geraken. Project NUBEL-GS1 De discussies tussen NUBEL en GS1 over de uitbouw van een automatische data-uitwisseling tussen de Centrale Database van GS1 en de databank van NUBEL worden verder gezet. Gezien het toenemende belang van mobiele communicatie, moet deze vorm van gestandaardiseerde uitwisseling van nutritionele informatie grondig onderzocht worden.
Acties van sectorgroeperingen Belgische Brouwers Het Beer & Society Information Center werd opgericht op initiatief van de Belgische Brouwers en stelt zich tot doel de consument, media en wetenschappers beter te informeren over de positieve maatschappelijke en gezondheidsaspecten van een verstandig biergebruik. Daarnaast wil het Beer & Society Information Center informeren over de veelzijdigheid van bier op het vlak van smaken, aroma's en drinkmomenten. Het Beer & Society Information Center verstrekt informatie over bier conform met de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het Convenant inzake gedrag en reclame met betrekking tot alcoholhoudende dranken. De ‘Belgische Brouwers’ hebben een brochure (‘De effecten van matige bierconsumptie, een overzicht van de actuele wetenschappelijke literatuur’) uitgebracht waarin de effecten van een matige bierconsumptie op basis van een overzicht van de actuele wetenschappelijke literatuur, staan beschreven. Deze informatie is niet bedoeld om mensen die nooit drinken, om welke reden dan ook, aan te zetten om bier te beginnen drinken voor hun gezondheid. Ze wil enkel een beeld geven van wat we op dit moment weten over de eventuele gezondheidsvoordelen van matig bierdrinken. www.beerparadise.be ENSA (European Natural Soyfoods Manufacturers Association) In samenwerking met ENSA organiseert Alpro jaarlijks ‘De European week of Soya’. Doel van deze ‘European Week of Soya’ is zowel bij de consumenten als bij de autoriteiten de bekendheid rond de gezondheids- en milieuvoordelen van sojaproducten en plantaardige voeding in het algemeen te doen toenemen. Hiertoe worden mailings gestuurd naar gezondheidswerkers, folders verspreid, debatten georganiseerd, advertenties en redactionelen gepubliceerd Ceereal (European Breakfast Cereal Association) Samen met de Europese federatie van de ontbijtgranenfabrikanten organiseren Kellogg’s en Nestlé de ‘Breakfast week’
16
Acties van bedrijven Het Alpro Science & Nutrition Department biedt zowel naar professionals als naar de consument alle informatie rond samenstelling en nutritionele analyses aan de geïnteresseerden zowel via consumentenlijn als folders. Via website zijn de productsamenstelling en GDA steeds te raadplegen. Coca-Cola trekt de kaart van de geïnformeerde keuze: in 2010 droeg 97% van al de verpakkingen de GDA vermelding (Guideline Daily Amounts) Kellogg’s integreert reeds sinds 2007 GDA op haar verpakkingen. Vandaag zijn de GDA op alle producten aanwezig met als doel ervoor te zorgen dat de consument een geïnformeerde keuze kan maken. Bovendien wordt op de verpakkingen ook productverbetering (minder suikers, minder zout, …) gecommuniceerd via het logo ‘De Kellogg’s Belofte’. Op de website www.kelloggs.be worden heel wat voedingskundige aspecte n van de producten gepresenteerd en kunnen eveneens ontbijtvergelijkingen worden gedownload . Via de website www.hoeveelzoetisgoed.be biedt Mars Belgium gedetailleerde informatie over alle Mars-chocoladeproducten, de plaats van snoepgoed in een evenwichtige voeding en het belang om elke dag voldoende te bewegen. Naast de ingrediënten van deze chocoladeproducten geeft de website ook informatie om de nutritionele informatie op de verpakkingen te begrijpen of kennis te maken met de jongste innovaties. Het grootste deel van de Mars producten draagt tevens de GDA vermelding. Nestlé gebruikt het Nutritioneel Kompas en de Dagelijkse Voedingsrichtlijn (GDA) om de consumenten te helpen bij het maken van gezondere keuzes. In de EU zijn de GDA aangebracht op 98,7% van de producten. Het Nutritioneel Kompas is ingevoerd op 97,1% van de productverpakkingen wereldwijd. Alle informatie i.v.m. de voedingswaarde van de producten in België is online beschikbaar: http://www.nestle.be/nl/nhw/Voedingswaarden%20van%20de%20producten/Pages/Voedingswaard envandeproducten.aspx Nutricia heeft een website voor de professionals met de meest recente wetenschappelijke informatie. Verder beschikt Nutricia ook over een consumentenlijn die erkend wordt als gespecialiseerd in nutrition. Unilever informeert via verschillende kanalen over de specifieke gezondheidsaspecten van haar producten naar zowel gezondheidsprofessionals als naar consumenten. De consument vindt uitgebreide voedingkundige informatie op de productverpakking en op de individuele merken websites. 95% van de Unilever producten draagt een GDA-label voor energie, suikers, vetten, verzadigde vetten en natrium, 4% voor energie en totaal vetgehalte . Unilever neemt ook initiatieven ter verhoging van het bewustzijn van de consument rond specifieke gezondheidsaspecten en gezondheidsgedrag: www.hartleeftijd.be en www.zouttest.be zijn hier van goede voorbeelden. Verder kan de consument ook terecht met specifieke product vragen bij onze Consumer Service. 95% van de merkverpakkingen van Vandemoortele Lipids Retail Belux droegen in 2010 de GDA vermelding.
17
Nutritionele samenstelling van producten Op het vlak van onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten moet specifieke aandacht besteed worden aan de complementariteit tussen het nutritionele aspect en de smaak, het plezier en het gebruiksgemak
18
Nutritionele samenstelling van producten Voedingsproducenten houden rekening met de meest recente nutritionele inzichten bij de samenstelling van hun voedingsproducten. De invloed op de volksgezondheid wordt hierbij ook niet uit het oog verloren.
49% heeft de samenstelling van producten gewijzigd 74% heeft nieuwe producten gelanceerd
De resultaten Ook op het vlak van productsamenstelling kan men zien dat zelfregulering aanleiding geeft tot concrete acties van de bedrijven. Bijna één bedrijf op 2 heeft de formulering van bestaande producten aangepast met het oog op een wijziging van de nutritionele eigenschappen. Ook nu weer blijkt dat productherformulering een werk van lange adem is, dat in de meeste gevallen stap voor stap wordt doorgevoerd in het productenportfolio. Een wijziging aan de vertrouwde samenstelling van een product houdt immers altijd bepaalde risico’s in, zowel voor de producent (nieuwe technologische uitdagingen) als voor de consument (gewijzigde smaak, textuur…).
Figuur 5 Verdeling van de bedrijven (in %) volgens het aantal producten (in % van de SKU) waarvan de samenstelling werd aangepast met het oog op de nutritionele eigenschappen ervan.
Slechts in 11% van de gevallen werd meer dan 80% van de SKU gewijzigd, de grote meerderheid van de bedrijven (68%) houdt het bij een wijziging van maximaal 20% van de SKU (Fig. 5). De prioriteiten van de bedrijven op vlak van productherformulering blijven vrij constant over de jaren heen, wat nogmaals bevestigt dat de wijziging van een productsamenstelling een werk van lange adem is. De nutriënten waaraan de bedrijven de meeste aandacht schenken zijn niet toevallig ook die nutriënten die op nationaal en internationaal niveau door de overheden in het vizier worden genomen: vetten (44%), zout (20%) en suiker (9%).
19
30% van de bedrijven geeft aan gebruik te maken van functionele ingrediënten. Onder deze noemer vallen zeer diverse stoffen zoals vitaminen en mineralen, pre - en probiotica, antioxidantia, omega-3 vetzuren, fytosterolen en –stanolen… Onder innovatie wordt enerzijds verstaan het vinden van nieuwe productiemethoden om bestaande producten aan te passen en anderzijds het uitwerken van volledig nieuwe producten. 74% van de bedrijven die aan de enquête hebben meege werkt, hebben minstens 1 nieuw product op de markt gebracht. In de helft van de gevallen (53%) ging het zelfs om 5 of meer nieuwigheden.
Acties van FEVIA Zoutreductie Naar aanleiding van het Zoutconvenant dat met Minister Onkelinx in 2009 is ondertekend, werkt FEVIA samen met de betrokken sectorfederaties aan het verzamelen van de nodige monitoringgegevens zodat de geleverde inspanningen kunnen worden geïllustreerd in 2012. NUBEL Om de evoluties in de samenstelling van producten te kunnen volgen in de tijd heeft FEVIA aan NUBEL gevraagd om de nodige aanpassingen door te voeren aan de software van de database. Vanaf nu is het mogelijk om oude productgegevens terug op te roepen en zo de wijzigingen in productsamenstelling te volgen. Hiervoor is het natuurlijk nodig om te beschikken over voldoende gegevens. Daarom is ook afgesproken om het analyseprogramma gericht uit te werken zodat op de eerste plaats lacunes en verouderde gegevens worden aangepakt. FEVIA Vlaanderen: Flanders’ Food In 2009 is Flanders’ Food gestart met de concrete uitwerking van de VRWB cluster “Nutri -tech” – de relatie tussen voeding en gezondheid. Samen met bedrijven en onderzoekspartners werd tijdens verschillende overlegvergaderingen nagegaan hoe dit initiatief concreet kon ingevuld worden en wat de meest effectieve strategie kon zijn om Nutri-tech daadwerkelijk gestalte te geven. FEVIA Wallonie: Wagralim Wagralim heeft met het ‘projet socle’ WalNut-20 een onderzoeksproject dat gericht is op enerzijds de bepaling van de functionele eigenschappen van ingrediënten en anderzijds de zoektocht naar nieuwe ingrediënten of mengsels ervan. Hierbij wordt specifiek gekeken naar de groep van polyonverzadigde vetzuren, voedingsvezels en polyfenolen). • Stratégies de réduction/substitution du sucre dans les produits alimentaires (59 deelnemers) • Stratégies de réduction/substitution des graisses dans les produits alimentaires (48 deelnemers)
Acties van sectorgroeperingen FGBB (de Federatie van Grote Bakkerijen van België vzw) In 2010 is de FGBB, samen met de federaties van artisanale bakkers en grondstofleveranciers, verder blijven werken aan een sensibilisering tot een “correct zoutgebruik” in bakkerijen. Doelstelling hiervan is een verdere reductie van het zoutgebruik in broodproducten te verwezenlijken en dit binnen de engagementen in het kader van het Nationaal Voedings- en gezondheidsplan. De toegenomen controles van het FAVV laten in 2010 een positieve evolutie zien met een verdere daling van het gemiddeld zoutgebruik in broodproducten. De FGBB blijft evenwel haar leden-bakkers
20
sensibiliseren om deze inspanningen naar een verdere zoutreductie, daar waar mogelijk, verder te zetten. Daarnaast blijft de FGBB haar leden en alle Belgische bakkers aansporen om overeenkomstig het jodiumconvenant ‘jodium verrijkt zout’ te gebruiken. Hierdoor zou het mild jodiumtekort onder de Belgische bevolking stelselmatig (moeten) worden afgebouwd. De Belgische bakkerijsector erkent hierbij dat het gebruik van gejodeerd zout niet mag leiden tot een meer gebruik van zout.
Acties van bedrijven Zoutverlaging Alpro, Ardo, Campbell Foods Belgium, Crop’s, Culinor, Detry, FreshMeals, Hamal Signature, Imperial Meat Products, Kellogg’s, Kraft Foods – Lu, Mars, McCain Foods Belgium, Nestlé, Noyen, Nutricia, PepsiCo, Q-Bakeries, Scana Noliko, TerBeke-Pluma, Tops Foods, Unilever, Unifrost-Dujardin, Vandemoortele Energieverlaging Imperial Meat Products, INZA, Mars, McCain Foods Belgium, Nestlé Coca-Cola is actief in de sector van de niet-alcoholische dranken, en biedt consumenten een ruime keuze uit zowel gesuikerde als suikervrije dranken, al dan niet bruisend en in verschillende verpakkingsgroottes. In 2010 was 41,4% van het totale verkoopsvolume suikervrij. Kellogg’s engageert zich om de voedingswaarden van haar ontbijtgranen blijvend te verbeteren onder de noemer de ‘Kellogg’s belofte’. Zo is het zoutgehalte in ontbijtgranen inmiddels met meer dan 40% verlaagd, is het suikergehalte in een aantal producten voor kinderen verlaagd en worden extra vezels toegevoegd aan producten zoals bijvoorbeeld de Coco Pops Croc’n Roll en de Special K Mini Breaks. Ook wordt nu naast de verrijking met de vitaminen B en C, en de mineralen ijzer en calcium, vitamine D toegevoegd aan een aantal ontbijtgranen. Mars engageerde zich in 2010 om het gehalte verzadigde vetten in haar chocoladerepen te verminderen. In België geldt dit in een eerste fase voor Mars®, Snickers® en Milky Way®. Mars Inc. spendeerde 5 jaar intensieve research en 10 miljoen euro om de nieuwe recepten op punt te stellen. Vandaag bevatten ze gemiddeld 15 à 20% minder verzadigde vetten dan vroeger. Mars blijft alles in het werk stellen om haar productgamma verder te optimaliseren. Mars Food verlaagde het zoutgehalte van haar sauzen en kant-en-klaar producten, zonder toegevingen op de smaak. Wereldwijd is het de ambitie om het zoutgehalte in de Mars Food producten te verlagen met 25% tegen 2015 (vs. 2007 ). Nestlé doet reeds jarenlang inspanningen om tot een evenwichtige samenstelling van zijn producten te komen. Daartoe worden verschillende aspecten afgewogen zoals technische beperkingen, sensorische eigenschappen of economische implicaties. In 2005 werd onder impuls van de Wellness Unit wereldwijd gestart met de implementatie van het 60/40+ programma. Dit is een uitbreiding van het reeds bestaande 60/40 programma. Het vernieuwde programma houdt in dat nieuwe, maar ook bestaande producten door consumentenpanels in minstens 60% van de gevallen moeten verkozen worden en bovendien over een nutritionele ‘plus’ moeten beschikken t.o.v. vergelijkbare producten op de markt. Voor elke productcategorie zijn bedrijfsinterne criteria (=nutrition foundation criteria) opgelegd die voor elke nieuwe receptuur opnieuw worden gevalideerd door voedingsdeskundigen. Dit betekent dat indien er eisen zijn vastgesteld voor een bepaald criterium dit steeds voor alle relevante SKU’s van toepassing is. Het gaat dus om een stapsgewijze aanpassing van alle producten. In 2010 voldeden 73.2% van onze omzet aan de Nutrition Foundation (71% in 2009).
21
Daarbovenop heeft Nestlé nog specifieke policies m.b.t. TFA, totale vetten, suikers, zout en portiegrootte. In 2010 werden wereldwijd 6.502 recepturen aangepast uit nutritionele overwegingen. 3.847 recepturen voegden nutritionele ingrediënten of essentiële nutriënten toe. In 2.655 recepturen werd zout, suiker, TFA of totale vetten gereduceerd. De producten van Nutricia beantwoorden aan de meest actuele aanbevelingen van het ESPGHAN Unilever heeft eind 2010 het Unilever Sustainable Living Plan gelanceerd. Met dit Plan wil Unilever groeien op een manier die helpt: - de gezondheid en welzijn van de mensen te verbeteren - de milieu-impact te verkleinen - de levensstandaard te verhogen. In dit plan zijn gekwantificeerde en tijdsgebonden doelen vastgesteld voor deze drie pijlers. Zo zal Unilever continu werken aan verbetering van de smaak en voedingswaarde van de producten. Tegen 2020 voorziet Unilever om het deel van haar portfolio te verdubbelen dat voldoet aan de hoogste voedingskundige normen, gebaseerd op wereldwijd erkende voedingsrichtlijnen. Concrete initiatieven in de Benelux waarmee we willen bijdragen aan deze doelstellingen zijn: - Het verlagen van het zoutgehalte: in het streven van Unilever naar een tussentijds doel van 6g per dag eind 2010 zijn al wereldwijd reducties behaald oplopend tot 25%. Unilever heeft als ambitie het zoutgehalte met nog eens gemiddeld 15-20% te verlagen om zo tussen 2015 en 2020 –afhankelijk van het land- bij te dragen om uiteindelijk een zoutinname mogelijk te maken van 5g zout per dag, zoals aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie. - Het continu verbeteren van de vetkwaliteit van onze producten door de hoeveelheid verzadigd vet zoveel mogelijk te verlagen en het gehalte essentiële vetten te verhogen. - Het verbeteren van de gezondheid van het hart met initiatieven zoals de Hartleeftijdstest (www.hartleeftijd.be) waaraan reeds meer dan 770.000 Belgen deelnamen. Vandemoortele Lipids houdt zowel bij productontwikkeling als bij productherformulering rekening met nationale en internationale voedingsaanbevelingen, wetenschappelijk onderbouwde studies en de Europese wetgeving. De communicatie naar consumenten en naar beoefenaars van gezondheidsberoepen (health care professionals) i.v.m. de merkproducten en gerelateerde topics gebeurt in lijn met de marketingstrategie, Europese en nationale wetgeving en de huidige stand van de voedingswetenschap. In 2010 werd van een aantal referenties het zout en verzadigd vetzuurgehalte verlaagd.
22
Naleven van de zelfregulerende reclamecode Naleven van de zelfregulerende reclamecode die ontwikkeld werd door FEVIA en de Unie van Belgische Adverteerders
23
Naleven van de zelfregulerende reclamecode De reclamecode is een goed voorbeeld van een vrijwillig initiatief waarbij de sector met zelfregulering een aantal duidelijke afspraken heeft ingevoerd. Het beperken van reclame gericht op kinderen is een belangrijk onderdeel van deze Code.
24 klachten In 13 gevallen geen opmerkingen 2 adviezen tot stopzetting
FEVIA en UBA (de Unie der Belgische Adverteerders) gingen reeds in 2004 van start met de uitwerking van een reclamecode voor voedingsmiddelen (bijlage 3). Deze code werd opgesteld rekening houdend met het ICC Framework for responsible food and beverage communications (Internationale Kamer van Koophandel) en bevat specifieke bepalingen ter bescherming van kinderen en/of jongeren. Op 23 maart 2005 hebben de vertegenwoordigers van de Federatie van de Voedingsindustrie (FEVIA), de Unie der Belgische Adverteerders (UBA), de Association of Communication Companies (ACC) en van de Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame (JEP), deze nieuwe reclamecode voor Voedingsmiddelen toegelicht aan de producenten en hun communicatiebureaus, dit teneinde de sector alvast te sensibiliseren omtrent deze nieuwe zelfdisciplinaire regels. Deze reclamecode werd vervolgens van kracht op 1 mei 2005 en de controle op de naleving van deze reclamecode werd toevertrouwd aan de JEP. De code is van toepassing op alle specifiek voor België bedoelde reclame voor voedingsmiddelen die in de detailhandel kunnen gekocht worden en direct voor de consument bestemd zijn. De code is ook van toepassing voor alle horecazaken die hun voedingsmiddelen op nationaal niveau vermarkten. Voor elk volledig kalenderjaar maakt de JEP een evaluatieverslag op. De evaluatieverslagen van de voorgaande jaren (2006 - 2009) kunnen geraadpleegd worden op de website www.jep.be (rubriek “extra info”).
De resultaten van de zelfregulerende code Voorafgaand onderzoek In 2010 hebben minder voedingsbedrijven gebruik gemaakt van de mogelijkheid om voor het lanceren van een campagne advies in te winnen bij de JEP. Er werden slechts 11 reclameboodschappen onderzocht: 3 reclameboodschappen inzake voeding, 1 inzake nietalcoholhoudende dranken en 7 voor alcoholhoudende dranken. In 2 gevallen waren er geen opmerkingen, in 8 gevallen heeft de JEP op basis van de wetgeving en de Code advies gegeven voor de wijziging van de reclameboodschap. Voor 1 TV spot heeft de JEP geadviseerd om de campagne niet te verspreiden. Klachten De JEP heeft ingevolge klachten 24 reclameboodschappen onderzocht (21 dossiers): er waren 12 reclameboodschappen inzake voeding (9 dossiers), 2 reclameboodschappen inzake nietalcoholhoudende dranken (2 dossiers) en 10 reclameboodschappen inzake alcoholhoudende dranken (10 dossiers). In 13 van de 24 dossiers (54,5%) werden er geen overtredingen vastgesteld van de Code of de wetgeving en waren er bijgevolg geen opmerkingen. In 8 gevallen (33,5%) heeft de JEP geadviseerd
24
om de campagne te wijzigen. In 2 gevallen (waarvan 1 eigenlijk de sector van de Horeca betrof en de JEP is overgegaan tot een schorsingsaanbeveling) werd overgegaan tot de stopzetting van de campagne (8%). Het aantal adviesaanvragen in 2010 (11) is globaal gezien gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar (25 in 2009). Het aantal adviesaanvragen inzake voeding (3) is op peil gebleven maar het aantal adviesaanvragen inzake dranken (8) is gedaald in vergelijking met het voorgaande jaar (22). Het aantal reclameboodschappen dat onderzocht werd ingevolge klachten in 2010 (24) is eveneens gedaald in vergelijking met 2009 (28). Slechts in 1 geval diende de Jury een schorsingsaanbeveling aan de federaties te richten. Voor het overige werden alle Jurybeslissingen door de adverteerders op vrijwillige basis nageleefd. Alle resultaten van de monitoring door de JEP kunnen teruggevonden worden op de website www.jep.be.
De EU Pledge De EU Pledge is een vrijwillig initiatief van een aantal internationale bedrijven met als doel de reclamepraktijken voor voeding en dranken gericht op kinderen jonger dan 12 jaar in de media (TV, print, internet) te veranderen. De EU Pledge werd in 2007 gelanceerd in het kader van het EU Platform over Voeding, Lichaamsactiviteit en Gezondheid. In 2010 heeft ESA, de European Snack Association, zich bij de initiatiefnemers aangesloten, wat het totaal aantal deelnemende bedrijven brengt op 17. Deze bedrijven vertegenwoordigen samen ongeveer 2/3 van de marketing uitgaven voor voedingsmiddelen in de EU. Kort samengevat zijn de engagementen van de aangesloten bedrijven de volgende: • geen reclame voor voedingsmiddelen gericht op kinderen jonger dan 12 jaar, tenzij de producten voldoen aan specifieke nutritionele criteria (gepubliceerd op de website); • geen communicatie over producten in lagere scholen tenzij met toestemming van de school en met educatieve doeleinden. Elk jaar is er een onafhankelijke monitoring voorzien om na te gaan of de bedrijven zich houden aan de engagementen. Uit deze monitoring blijkt dat: • 98,87% van de TV advertenties in overeenstemming zijn met de EU Pledge (op basis van 586.809 onderzochte TV advertenties in Griekenland, Hongarije, Nederland, Polen, Portugal en Spanje); • 100% van de p ‘ rint’ aan de EU Pledge voldoet (op basis van 100 publicaties gericht op kinderen jonger dan 12 jaar in Frankrijk, Spanje, Portugal en de UK); • 100% van de o ‘ nline’ media aan de EU Pledge voldoet (op basis van onderzoek van 50 websites gericht op kinderen jonger dan 12 jaar); • in 92% van de gevallen, de aanwezigheid van communicatie rond voedingsmiddelen in scholen conform de EU Pledge is (op basis van 400 onderzochte scholen in België, Italië, Slowakije en de UK). Sinds 2005 is de blootstelling van kinderen < 12 jaar aan reclame voor voedingsmiddelen die niet aan de nutritionele criteria voldoen, gedaald met 83%. De deelnemende bedrijven zijn o.a. Coca-Cola, Danone, Ferrero, Kellogg, Kraft Foods, Mars Inc., Nestlé, PepsiCo en Unilever. Het volledige monitoringverslag kan worden geraadpleegd op de website www.eu-pledge.eu.
25
Acties van sectorgroeperingen Belgische Brouwers De Belgische Brouwers hebben in 1992 de Arnoldusgroep opgericht om een verantwoord bierverbruik te sti muleren door middel van informatie, preventie en promotie. Het initiatief heeft geleid tot een ethische code voor bierreclame, waaraan alle brouwers zich hielden en nog steeds houden. In 2005 werd de Arnolduscode omgezet in een "Convenant inzake gedrag en reclame met betrekking tot alcoholhoudende dranken" dat geldt voor alle producenten van alcoholische dranken en werd ondertekend samen met Minister van Volksgezondheid en de consumentenorganisaties OIVO en Test Aankoop. Dit initiatief geeft aan dat de Federatie ‘Belgische Brouwers’ haar sociale verantwoordelijkheid opneemt en hiermee zelfs een pioniersrol heeft vervuld. Samen met de overheid komt men tot een efficiënte zelfregulering, die afdwingbaar en sanctioneerbaar is en waarbij alle consumenten, vooral de jongeren, op een doeltreffende manier beschermd worden. De vorm en het toepassingsgebied van dit convenant zijn uniek en bieden een grotere effectiviteit dan een klassiek wettelijk kader. In die periode is ook de beroemde slagzin ontstaan die op elke bierreclame prijkt: "Bier met liefde gebrouwen, drink je met verstand". VIWF (Koninklijke vereniging van de Industrie van Waters en Frisdranken) Als lid van UNESDA (Union of European Beverages Associations) past VIWF de UNESDA commitments toe. Deze commitments zijn voor het eerst in 2006 voorgesteld. Ze werden nadien een aantal keren uitgebreid en aangepast aan de evoluerende maatschappij en communicatie (in 2007: GDA, in 2008: cinema commitment en in 2009: digisfeer). De laatste uitbreiding werd in 2010 aangekondigd. In 2010 heeft UNESDA ook een Code voor Energiedranken aangenomen. In die code engageert de sector zich om vrijwillig bepaalde statements op het etiket te vermelden en ook naar het marketen van energiedranken leggen zij zich bepaalde beperkingen op. www.fieb-viwf.be www.unesda.org
Acties van bedrijven Verschillende bedrijven hebben eigen richtlijnen met betrekking tot marketing en communicatie: De groep Bel heeft een eigen interne code met betrekking tot verantwoorde communicatie. Campbell heeft een eigen Code m.b.t. visualisatie van producten en reclame naar kinderen. Coca-Cola past sinds 2002 een vrijwillige Gedragscode toe – ze laat toe om de dranken op een verantwoorde manier aan te bieden binnen de schoolmuren. Verder voert Coca-Cola geen promoties of marketingactiviteiten die zich rechtstreeks richten tot kinderen jonger dan 12 jaar. Coca-Cola onderschrijft ook de Code voor Energiedranken van Unesda (de Europese federatie van Drankenproducenten) die zich o.m. engageert om op het etiket van energiedranken duidelijk aan te geven dat deze niet geschikt zijn voor bepaalde doelgroepen Danone heeft een communicatiecode per merk. Kellogg’s heeft Worldwide Marketi ng & Communciation Guidelines om ervoor te zorgen dat de communicatie richting kinderen jonger dan 12 jaar op een verantwoorde manier gebeurt. In dit documenten zijn op een duidelijke en praktische manier regels uitgewerkt over ‘wat’ en ‘hoe’ er gecommuniceerd kan worden richting deze doelgroep en wordt er onder andere gebruik gemaakt van voedingskundige criteria’s waar producten aan moeten voldoen.
26
Mars hanteert een eigen Marketing Code en beschikt daarnaast ook over een vending code (Smart Choice Programma). Nestlé past de eigen ‘consumer communications principles’ toe alsook de Code ‘Nestlé marketing communication to children’ Unilever hanteert de Unilever Marketing Principles waarbinnen strikte voorwaarden voor marketing naar kinderen van kracht zijn. United Biscuits volgt de bepalingen van het deontologisch Charter van Alliance7 en heeft ook een eigen beleid.
27
Educatieve programma’s op de werkplek Direct of indirect meewerken aan educatieve programma’s die mensen, specifiek op collectief vlak, aanzetten tot een gezonde levensstijl
28
Educatieve programma’s op de werkplek Als werkgever kan een voedingsbedrijf ook een rol spelen in de promotie van een evenwichtige levensstijl. Zo is het aanmoedigen van het gebruik van de fiets voor het woonwerk verkeer een belangrijke maatregel om te komen tot 30 minuten beweging per dag.
77% promoot gezonde levensstijl 44% steunt actief fietsgebruik 12,5% biedt fruit/soep
De resultaten Naast de acties van FEVIA en/of de verschillende sectorfederatie, organiseren de bedrijven zelf ook nog tal van acties. 77% van de bedrijven neemt op een of andere manier acties met het oog op een verbetering van de levensstijl van de eigen werknemers. 32% van de bedrijven onderneemt eigen initiatieven om een evenwichtige levensstijl te promoten bij de werknemers en 10% sluit zich aan bij initiatieven van derden (zie bespreking in volgend deel). Het is opvallend dat de bedrijven kiezen voor die acties die omwille van hun grote impact op de volksgezondheid worden aangemoedigd door de nationale en internationale overheden: verhogen van de consumptie van fruit en groenten en minstens 30 minuten per dag bewegen. Het aanmoedigen van het gebruik van de fiets voor het woon-werk verkeer met de bijhorende infrastructuur (fietsenstallingen, douches) staat nog steeds met voorsprong op nummer één met 44% van de acties. De bedrijven moedigen ook het oprichten van bedrijfteams aan (9,5%) en steunen hun werknemers die deelnemen aan sportactiviteiten (bvb. de 20 km van Brussel). Het goedkoop of zelfs gratis aanbieden van fruit of soep aan de werknemers heeft ook duidelijk ingang gevonden in de bedrijven (12,5%). Hierbij moeten nog 8,5% van de bedrijven bijgeteld worden die inspanningen leveren voor een evenwichtig aanbod in hun kantine. Dit zijn acties die niet noodzakelijk een grote investering vereisen maar wel een belangrijk gezondheidseffect hebben. Tenslotte is er nog het verstrekken van informatie met betrekking tot een evenwichtige levensstijl: door het bedrijf zelf (6%) of in samenwerking met de bedrijfsgeneeskundige dienst (5,5%).
Acties van FEVIA Gezondheidsbeleid op de werkplek In het kader van de Staten-Generaal van de Voedingsindustrie heeft FEVIA Vlaanderen een projectvoorstel ingediend om na te gaan op welke manier bedrijven ertoe aangezet kunnen worden om een gezondheidsbeleid te voeren gericht op de eigen werknemers. Het project werd na beoordeling door de Vlaamse Werkgroep Voeding en Beweging weerhouden door de Minister in het kader van de uitvoering van het Vlaams Actieplan Voeding en Beweging. Bedoeling is om in samenwerking met VIGeZ als projecthouder in 2011 van start te gaan. FEVIA geeft aan alle eigen werknemers de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij Yorbody. Deze online coach geeft bewegings- en indien gewenst ook voedingsadvies op basis van de individuele input van elke deelnemer. Voor de registratie van de activiteit wordt gewerkt met stappentellers. De bewegingsobjectieven worden voor elke deelnemer bepaald in functie van de vooropgestelde objectieven (de conditie op peil houden, vermageren…). Ook de HappyBodyCoach staat ter beschikking van iedereen.
29
Verder voorziet FEVIA ook gratis fruit voor alle werknemers.
Acties van bedrijven Sponsoring sportclubs Alpro, Ardo, Barry-Callebaut, Bellona Patis, Biofresh, Campbell Foods Belgium, Cargill, Coca-Cola, Crop’s, Danone, Detry, Ferrero, FreshMeals, Huilerie Vandeputte, Imperial Meat Products, INZA, Lotus Bakeries, Marine Harvest Pieters, Mars Belgium, Nestlé, PepsiCo, Scana Noliko, Nutricia, TerBeke-Pluma, Unilever 20 km van Brussel Cargill, Crop’s, Kellogg, Mars Belgium, Nestlé, PinguinLutosa Foods, Puratos, UNILEVER Gratis fruit/soep Bellona Patis, Biofresh, Brouwerij der Trappisten van Westmalle, Campbell Foods Belgium, Cargill, Coca-Cola, Crop’s, Culinor, Danone, Ferrero, FreshMeals, Fromunion – Kaasmakerij Passendale, Kellogg, Hamal Signature, Iglo Belgium, Kellogg’s, Kraft Foods – Lu, Mars, McCain Foods Belgium, Nestlé, Nutricia, PepsiCo, Puratos, Rabbit, Scana Noliko, Spadel, TerBeke-Pluma Voorzien van fietsstandplaatsen Alpro, Ardo, Barry-Callebaut, Belgosuc, Biofresh, Brouwerij der Trappisten van Westmalle, Campbell Foods Belgium, Cargill, Coca-Cola, Crop’s, Culinor, Danone, Detry, EDEL, Fuji Oil Europe, Ferrero, FreshMeals, Fromunion – Kaasmakerij Passendale, Gold Meat, Hamal Signature, Huilerie Vandeputte, Imperial Meat Products, Inex, INZA, Kaasimport Jan Dupont, Kraft Foods – Lu, Lotus Bakeries, Marine Harvest Pieters, McCain Foods Belgium, Nestlé, Nutricia, Portion Packs Belgium, Puratos, Rabbit, Scana Noliko, Suikerbakkerij Joris, PinguinLutosa Foods, Siroperie Meurrens, Spadel, TerBeke-Pluma, Tops Foods, Unilever, Vaco-Bakkavör, Vandemoortele Bedrijfsteams Alpro, Ardo, Campbell Foods Belgium, Cargill, Coca-Cola, Culinor, Danone, Ferrero, Fromunion – kaasmakerij Passendale, Huilerie Vandeputte, Kaasimport Jan Dupont, Kellogg’s, Lotus Bakeries, Mars Belgium, McCain Foods Belgium, Nestlé, Nutricia, PepsiCo, PinguinLutosa Foods, Puratos Project Healthy Alpro met o.a. sportmiddag (lopen, wandelen, zwemmen, Nordic walking), wellpoint check-up, aanbod Healthy Alpro broodje, interne promotie Donderdag Veggiedag (EVA)… De groep Bel organiseert voor de eigen werknemers en hun gezin informatiecampagnes met betrekking tot een gezonde levensstijl (vanaf 2012 ook in België, momenteel enkel in Frankrijk). ‘Fit For Campbell’ actiegroep die sportieve activiteiten organiseert voor de werknemers: bvb. badminton, joggen, fietsen… Coca-Cola organiseert een sportdag voor eigen werknemers en hun familieleden (met ongeveer 1000 deelnemers/jaar). In het kader van het gezondheidsbeleid voor zijn werknemers, heeft Danone "feel good @ work" georganiseerd. Tijdens deze gezondheidsweek wordt er informatie gegeven over voeding, tips i.v.m. ergonomie, een cholesteroltest, een hydratatietest…,Er worden andere initiatieven genomen in het kader van dit beleid: gratis fruit en groenten, nutrition workshops met de hulp van externe experten,
30
gezonde lunchleveranciers, het Weight Watcher programma aan voordelige prijs, fysieke activiteit (vb. bike to work) en welzijn (vb. massage) bevorderen, programma om te stoppen met roken FreshMeals / TerBeke -Pluma organiseert outdoor gezinshappeningen voor personeelsleden. Bij Hamal Signature organiseert de personeelsvereniging diverse activiteiten, onder andere op sportief vlak. Intern organiseert Kellogg’s jaarlijks ‘Nutrition trainingen’ voor alle werknemers waarin de basisprincipes van een gezonde voeding worden togelicht en waarin wordt besproken hoe men dit ook in het dagdagelijks leven kan toepassen. Er is ook een vergoeding voorzien voor werknemers die zich inschrijven in een sportclub. Lotus Bakeries organiseert diverse sportactiviteiten voor de personeelsleden (bvb. nordic walking, start to run…) In 2010 richtte Mars Belgium een 'Duurzaamheidsraad' (Sustainability board) op die is samengesteld uit medewerkers van het bedrijf die zich hier vrijwillig voor hebben kandidaat gesteld. Een van de werkgroepen binnen deze board werkt rond Voeding en Gezondheid, met projecten zoals nutritionele opvoeding/informatie voor onze medewerkers, extra break-out facilities, sportinitiatieven, optimaliseren van het cafetaria aanbod,... Elke week stelt Nestlé ‘wellness tips’ voor die gemakkelijk toe te passen zijn in het dagelijks leven. Wellness week : 2 keer per jaar organiseert Nestlé een ‘wellness week’. Hier wordt de basisinformatie over voeding en beweging herhaald (workshop cooking, wandelingen 's middags, sprekers…). Nutricia organiseert verschillende acties voor de eigen personeelsleden, zoals bvb. B-zen en B-fit. Nutricia is als 2de geëindigd in het klassement van gezondste bedrijf (www.gezondstebedrijf.be). PepsiCo organiseert tweemaal per jaar workshops voor de eigen werknemers over health & wellness. Met de Live Life Well campagne voor werknemers promoot het bedrijf ook een betere work-life balance. Op de interne wereldwijde website VieLife kunnen werknemers veel informatie vinden over gezond leven. Unilever organiseert jaarlijks kleine en grotere gezondheidsinitiatieven voor haar werknemers waaronder merkspecifieke en algemene voedingskundige trainingen en een “Nutrition Day” met ondersteuning van de bedrijfsgeneeskundige dienst. De medewerkers worden sterk aangemoedigd hieraan deel te nemen.
31
Open staan voor dialoog Open staan voor een dialoog met de betrokken partijen met betrekking tot het nutritioneel beleid
32
Open staan voor dialoog De voedingsindustrie wil haar verantwoordelijkheid opnemen op het vlak van voeding en welzijn. Bovendien wordt het zgn. Public-Private-Partnership steeds belangijker binnen de gezondheidspromotie. Daarom gaat ze de dialoog aan met de relevante actoren binnen dit domein op het niveau van het individuele bedrijf, van de sectorfederaties en van de volledige sector.
79% werkt mee aan initiatieven ter bevordering van gezonde levensstijlen 24% sponsort sportmanifestaties
De resultaten Vaak kiezen bedrijven ervoor op lokaal en/of nationaal vlak acties te steunen van andere organisaties. Zo worden lokale sportclubs en sportmanifestaties door 24% van de respondenten gesteund. Via hun respectievelijke federaties zijn de bedrijven ook betrokken bij de discussies die als sector worden gevoerd met de andere stakeholders (bvb. het Nationaal Voedings- en GezondheidsPlan, de adviesraad van de FOD Volksgezondheid, het Raadgevend Comité van het FAVV).
Acties van FEVIA NVGP-B FEVIA blijft de activiteiten van het Nationaal Voedings- en GezondheidsPlan (NVGP-B) van dichtbij opvolge n. In 2010 was het voornamelijk in het kader van Krachtlijn 3 (Engagementen van de privéactoren) dat FEVIA acties ondernomen heeft. Naast de WG Zoutreductie is een tweede WG opgericht die zich specifiek zal bezig houden met ‘selected nutrients’. De oorspronkelijke naam van deze WG was WG energiebalans, een benaming die volgens FEVIA beter overeenkomt met wat de activiteit van deze WG zou moeten zijn. FEVIA is en blijft de enige stakeholder die sinds het begin van de werkzaamheden van deze Krachtlijn elk jaar een activiteitenrapport heeft ingediend. Dit zal wellicht een van de redenen zijn waarom FEVIA een van de stakeholders was die uitgenodigd werden om deel te nemen aan de externe evaluatie van het NVGP -B. Deze onafhankelijke evaluatie werd uitgevoerd door de Université de Liège. Deze externe evaluatie werd door de stakeholders verwelkomd als essentieel element bij de globale evaluatie van het eerste luik van het NVGP-B en als noodzakelijke voorwaarde voor de uitwerking van een vervolg op dit Plan. www.mijnvoedingsplan.be
Collectieve Gezondheidsovereenkomst FEVIA en Vlaams Minister van Volksgezondheid Vandeurzen hebben op 8 maart 2010 een Collectieve Gezondheidsonverenkomst (CGO) ondertekend (bijlage 4). Deze CGO is een van de acties die opgenomen zijn in het Vlaams Actieplan. In de CGO engageert FEVIA Vlaanderen zich om mee te werken aan de realisatie van de Gezondheidsdoelstelling en het Vlaams Actieplan ‘Voeding en Beweging’. FEVIA Vlaanderen zal haar initiatieven rond productsamenstelling, productinformatie en publiciteit afstemmen op het Vlaams Actieplan. Verder moeten er acties ondernomen worden om het gezondheidsbeleid bij de eigen leden te ondersteunen. Ten slotte engageert FEVIA Vlaanderen zich om Happy Body verder te ondersteunen. Van zijn kant engageert de Minister zich o.a. om een vertegenwoordiger van FEVIA Vlaanderen op te nemen in de Vlaamse Werkgroep ‘Voeding en Beweging’ (zie verder) en om Happy Body principieel te ondersteunen.
33
Vlaamse Werkgroep Voeding en Beweging Deze Werkgroep moet de uitwerking van het Vlaams Actieplan opvolgen en de Minister hierbij adviseren. De Werkgroep bestaat uit 25 leden die verschillende organisaties vertegenwoordigen die actief zijn binnen het domein van gezondheidspromotie. De eerste bijeenkomst van de Werkgroep had plaats in april 2010. Tijdens het jaar komt de groep gemiddeld elke maand samen. Een van de taken van deze werkgroep is de Minister adviseren bij de beslissing om projecten met betrekking tot gezondheidspromotie te subsidiëren in het kader van het Vlaams Actieplan. Daarnaast volgt de Werkgroep de realisatie van de doelstellingen van het Actieplan op. www.zorg-en-gezondheid.be/Beleid/Gezondheidsdoelstellingen/Vlaams-actieplan-voeding-en-beweging-2009--2015/
EU Platform De werking van het EU Platform werd in 2010 extern geëvalueerd. De jaarlijkse monitoringrapporten van de acties van de platformleden was hierbij een element. Er werd ook gekeken naar concrete realisaties: de EU Pledge en een aantal bedrijfsvoorbeelden van productherformulering. Hieruit blijkt dat deze vorm van zelfregulering werkt en concrete resultaten oplevert. De keuze voor een partnerschap benadering in het Platform zal behouden blijven, en men zal streven naar een nauwere samenwerking met de lidstaten van de High Level Group on Physical Activity and Health. Een ander resultaat van de evaluatie is dat het systeem van scores die toegekend werden aan de monitoringgegevens van acties door de leden wordt verlaten. Het jaarlijks monitoringrapport blijft wel bestaan en de leden krijgen individueel feedback over hun monitoringgegevens. http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/nutrition/platform/platform_en.htm
NUBEL FEVIA is een van de stichtende leden van de v.z.w. NUBEL (Nutriënten België). NUBEL werd op 9 maart 1990 opgericht samen met COMEOS (de federatie van de distributie) en de Federale Overheid. NUBEL beheert de nutritionele, wetenschappelijke informatie over de voedingsmiddelen die in het normale Belgische voedingspatroon voorkomen. Deze informatie wordt op verschillende manieren ter beschikking gesteld aan de voedingsprofessionelen en het grote publiek: • de voedingsmiddelentabel is de gedrukte uitgave met de samenstelling van de voedingswaren in België; • de voedingsplanner is een eet-dagboek met elke dag opnieuw handige voedingstips. Het is een gebruiksvriendelijke Internettoepassing voor PC en Mac; • de professionele versie van de NUBEL Voedingsplanner. Uitgebreid met o.a. screening op ondervoeding en patiëntenbeheer; • de merknamendatabank is de elektronische databank die de nutritionele informatie bezit over een 2000-tal merkproducten, zoals doorgegeven door de producenten; • NUBEL in zakformaat: een handige bewaarkaart met voedings- en gezondheidstips, voorbeelden van activiteiten en energieverbruik, de voedingsdriehoek en een greep uit populaire voedingsproducten. www.nubel.com
De Campagne “Happy Body” Happy Body is een Stichting van openbaar nut, in het leven geroepen door FEVIA, NUBEL en het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC). Andere sleutelpersonen en organisaties hebben zich bij dit initiatief aangesloten: wetenschappers, overheden, ondernemingen en federaties, verenigingen die actief zijn op het vlak van gezondheid, de onderwijswereld, de media... Het partnership tussen Happy Body en de verschillende mutualiteiten werd in 2010 gefinaliseerd. In dat kader besliste het intermutualistisch overleg gezondheidspromotie om de Happy Body Coach te gaan promoten bij hun leden vanaf 2010. De Happy Body Coach werd gepromoot in de ledenbladen en/of nieuwsbrieven van volgende mutualiteiten: Partena, Omnimut, Socialistische Mutualiteiten en 34
de Christelijke Mutualiteiten. Ook met Bond Beter Leefmilieu werd in het kader van het Ikkyoto project afspraken gemaakt. Hiertoe werd een formeel samenwerkingsdocument opgemaakt en ondertekend. Eind 2009 werd op vraag van WHO Europe een Happy Body dossier ingediend in de testfase van de ontwikkeling van een Good Practice Assessment tool. Rekening houdende met de eigen bemerking van WHO Europe dat Happy Body eigenlijk enkel beoordeeld mocht worden op de twee eerste onderdelen van hun tool, scoort het Happy Body dossier aanvaardbaar tot goed. WHO Europe werkt hun Good Practice Appraisal Tool nu verder af. De Happy Body Project Coach werd gefinaliseerd begin 2010 en officieel voorgesteld op het Happy Body Networking Event. Samen met Koning Boudewijn Stichting werd nagegaan op welke wijze deze tool kan geïntegreerd worden in de aanvraagprocedure voor het Fevia-fonds. Op dit moment wordt de project coach aangeboden als apart hulpmiddel bij het indienen van een aanvraag voor het Feviafonds. Er wordt bekeken op welke manier deze integratie nog beter kan gebeuren. www.happybodytoyou.be
Het KBS Fonds voor Voeding en Welzijn van de Federatie Voedingsindustrie Zoals elk jaar sinds de oprichting van het Fonds bij de Koning Boudewijnstichting heeft FEVIA in 2010 opnieuw 50.000 Euro ter beschikking gesteld voor de ondersteuning van projecten gericht op de promotie van lichaamsactiviteit en evenwichtige voeding. De onafhankelijke jury heeft 11 laureaten aangeduid uit de meer dan 100 ingezonden projecten (bijlage 5). In Fig. 6 wordt een geografisch overzicht gegeven van alle 70 laureaten sinds 2006. Deze spreiding kan grotendeels verklaard worden door de demografische spreiding in België. www.frb-kbs.be
Figuur 6 Geografische spreiding van de laureaten van het FEVIA Fonds bij de Koning Boudewijnstichting, weergegeven per jaar (• 2006, • 2007, • 2008, • 2009, • 2010, • 2010).
35
Acties van sectorgroeperingen Belgische Brouwers European Road Safety Charter In juli 2010 heeft de federatie het “European Road Safety Charter” van de Europese Commissie ondertekend. Hiermee wordt duidelijk blijk gegeven van het engagement van de sector om te blijven investeren in verkeersveiligheid. Respect 16 Voor de Belgische Brouwers is het duidelijk dat jongeren niet zomaar gelanceerd mogen worden in een ontdekkingstocht van bier en alcohol, ze moeten leren hoe bier verstandig te consumeren. De Belgische Brouwers pleitten daarom al langer voor duidelijke en toepasbare richtlijnen inzake de verkoop van alcohol aan -16 jarigen. De campagne “respect 16” werd in 2008 gelanceerd. Het is een sensibiliseringscampagne die erop gericht is de minimumleeftijd van 16 jaar voor de consumptie van bier te laten naleven. De campagne wil diegenen die bier serveren helpen kordaat te handelen en geen bier te schenken aan min 16-jarigen, zonder het goede contact met hen als klant in het gedrang te brengen. Choprabisco (De Koninklijke Belgische Vereniging van de Biscuit-, Chocolade-, Praline- en Suikergoedindustrie) SUBEL (de vereniging van Belgische suikerproducenten) VIWF (Koninklijke vereniging van de Industrie van Waters en Frisdranken) Actie Gezondetandengeheim. Actie i.s.m. LOGO's in Vlaanderen (Lokaal GezondheidsOverleg), gesteund door het Verbond der Vlaamse Tandartsen (VVT) en een kindertandpastaproducent (ELMEX). De inhoud werd nagelezen door VIGeZ, VVT en DIFFUSCIENCE (Institut Paul Lambin) Gezondetandengeheim is een educatief project voor de derde kleuterklas. Het project heeft als doel kleuters te overtuigen van het belang van gezonde tanden en hen op dit vlak kennis en vaardigheden bij te brengen. Een animator brengt aan de hand van het geïllustreerde verhaal ‘ Jaap de Krokodil de kleuters kennis bij over mondverzorging en gezonde voedingsgewoontes. Nadien kan de kleuterleid(st)er met een doeboekje verder werken rond het thema. De kleuters krijgen ook een poets-en eetklok en een poetskit mee naar huis. Tijdens het schooljaar 2010-2011 werden 400 klassen bezocht in Vlaanderen: in totaal werden ongeveer 8.000 kleuters bereikt. Niet alleen wat je eet, maar ook hoe en wanneer je eet, speelt een rol. Belangrijk is dat er vaste eetmomenten zijn, in het ideale geval niet meer dan 5 à 6 per dag (hoofdmaaltijden én tussendoortjes samen). Naast een tandvriendelijk voedingspatroon is ook mondhygiëne belangrijk. www.gezondetandengeheim.be FGBB (de Federatie van Grote Bakkerijen van België) In oktober 2010 vond de tweede “Dag van het Brood” plaats. Deze “Dag van het Brood” werd ondersteund door een ludieke actie “Smeer eens een boterham voor een ander”. De centrale boodschap is dat brood hip, trendy én gezond is en dit op elk moment van de dag. De campagne omvat ook een website www.alledagenbrood.be (www.dupainchaquejour.be). Hierop worden ondermeer tips en weetjes gegeven om op elk moment van de dag op een verantwoorde en gezonde manier te genieten van brood in al z’n variëteiten.
36
Actie van bedrijven Barry-Callebaut ondersteunt het Belgisch Olympisch Interfederaal Comité (BOIC). Cargill steunt sinds meer dan 5 jaar via zijn Cares Council het United Fund for Belgium (UFB). Het UFB is een Belgische non-profit organisatie die als missie heeft mensen in nood the helpen door privébedrijven te betrekken en te engageren in liefdadigheidsacties en steun aan maatschappelijke organisaties. Via dit partnerschap met UFB, steunt Cargill Fabota, een organisatie die steun en (naschoolse) opvang biedt aan kansarme kinderen tussen 2,5 en 14 jaar. Op Earth Day (Dag van de aarde) vorig jaar staken Cargill vrijwilligers de handen uit de mouwen om de tuin van Fabota een flinke make-over te geven en groenten en fruit te planten. Sohega is een non-profit organisatie die zomerkampen organiseert voor kansarme kinderen in België. De Cargill Cares Council steunt Sohega al een aantal jaren en heeft dit jaar 300 toiletzakjes geschonken, één voor elk kind dat deelnam aan een van de kampen. Ook zijn er heel wat werknemers van Cargill een handje gaan toesteken tijdens de zomerkampen. De deelnemers aan de kampen komen voornamelijk uit kansarme gezinnen die weinig budget kunnen besteden aan kleding en educatie. Tijdens de kampen kregen de kinderen de kans om te spelen, maar hebben ze ook geleerd over gezonde voeding en hygiëne. Op 25 september werkte Cargill samen met verschillende lokale sociale instellingen in Mechelen om een gezond ontbijt te serveren aan de kansarmen van de gemeenschap. Cargill zorgde voor gezonde producten zoals fruit, groenten en brood, in lijn met de Cargill filosofie om de wereldwijde leider te zijn in het voeden van mensen (“nourishing people”). Ter gelegenheid van Wereldvoedseldag (World Food Day), organiseerde de zetmeel- en zoetstoffen divisie van Cargill in oktober 2010 presentaties door de Belgische Federatie van Voedselbanken en de sociale kruidenier in Mechelen. De voorzitter van de voedselbanken lichtte toe waarom ze dagelijks strijden tegen honger en voedselverspilling: ongeveer 115.000 mensen in België leven onder de armoedegrens. Een vrijwilligster van de sociale kruidenier gaf de Cargill werknemers meer uitleg over hoe deze Mechelse sociale instelling een alternatief biedt voor voedselpakketen. Een keer per week opent de sociale kruidenier zijn deuren en kunnen mensen producten kopen aan verlaagde prijzen. Het concept stelt mensen in staat producten te kiezen zonder zich zorgen te moeten maken over een te hoge kostprijs. Aansluitend werd een gezonde lunch geserveerd voor alle Cargill werknemers in Mechelen. Coca-Cola tracht ook hier een positieve bijdrage te leveren door zoveel mogelijk mensen – zowel binnen als buiten het bedrijf – aan te zetten tot een evenwichtige voeding en voldoende lichaamsbeweging. Zo is Coca-Cola een van de pioniers van het “Ontbijtjefit”- project dat via de lokale afdelingen van De Gezinsbond en Vlaamse koepels van ouderverenigingen jaarlijks meer dan 20.000 ouders en kinderen bereikt. Danone heeft meegewerkt aan het ontwikkelen van «Spring in het rond, eet gezond!». Dit is een pedagogisch instrument dat werd ontwikkeld met experts in voedingsleer en opvoedkunde (European Club of Pediatric Dieticians, Het Danone Instituut en de Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde) om leerkrachten te helpen met kinderen in de tweede graad van het lager onderwijs te werken rond gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging, hygiëne en het milieu. De Danone Nation Cup is een educatief programma dat sportactiviteiten in het centrum van een gezonde levensstijl wil plaatsen. Elk jaar organiseert Danone, in samenwerking met de sportfederaties op school, een groot voetbaltoernooi met recreatieve dagen, provinciale finales, een nationale finale en een grote internationale finale met 40 landen uit te wereld. Naast sport legt het toernooi de klemtoon op waarden zoals openheid, toegankelijkheid, fair-play en enthousiasme. Ferrero steunt VIASANO.
37
Kellogg’s steunt de oprichting van ontbijtclubs op school. Kellogg’s is sponsor van de diëtistenverenigingen VBVD en UPDLF richt samen met deze verenigingen de prijs voor Dietetiek in. De Belgische vestiging van Mars steunt al meer dan 8 jaar de Bond voor Lichamelijke Opvoeding en de Association Francophone des Fédérations Sportives Scolaires. Samen zetten ze jongeren aan tot een gezonde levensstijl, door regelmatige lichaamsbeweging te koppelen aan een gevarieerde en evenwichtige voeding. La Siroperie Meurrens participe à l’organisation de petits-déjeuners dans les écoles. Rabbit heeft deelgenomen aan het evenement Life Eat in Tienen. Unilever : - is sponsor van het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité en BPC (Belgisch Paralympisch Comité) - is sponsor van VIASANO (door het Unilever Health Institute) - is sponsor van de VBVD en UPDLF (Vlaamse en Franstalige diëtistenvereniging) - is partner van de Belgische Cardiologische Liga (Becel pro.activ) en de BVK-Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde (Planta en Zwitsal) - steunt het World Food Program Vandemoortele Lipids retail Belux heeft in 2010 meegewerkt aan het ondersteunen van een literatuurstudie i.v.m. praktische voedingsadviezen m.b.t. risicobeperking van cardiovasculaire aandoeningen. Deze studie werd uitgevoerd door de Vlaamse (VBVD) en Waalse (UPDLF) diëtistenvereniging en ondersteund door de Belgische Cardiologische liga, waarvan Vandemoortele Lipids ook partner is. Op deze manier wil Vandemoortele Lipids haar steentje bijdragen tot een gezondere voeding en levensstijl.
38
Conclusie Hoewel de daling van het aantal deelnemers aan de enquête erop kan wijzen dat het enthousiasme van de bedrijven voor het onderwerp ‘Voeding en Welzijn’ daalt, tonen de resultaten die in dit rapport zijn samengebracht echter aan dat dit niet het geval is. Noch de representativiteit van dit rapport, noch de geloofwaardigheid van de sector komen in het gedrang. Zo zijn er misschien minder bedrijven die hebben geantwoord, maar de omzetcijfers illustreren dat er meer grote bedrijven bij zijn. Deze grotere bedrijven zijn vaak met meer producten en/of merken op de markt, zodat de consumenten meer in contact kunnen kome n met de acties die ze nemen op het vlak van voeding en welzijn. De bedrijven zetten enerzijds hun langlopende acties verder, maar blijven anderzijds ook nieuwe initiatieven nemen. Ook op vlak van productherformulering is men allerminst blijven stilstaan. In de overgrote meerderheid van de gevallen gaat het bovendien om vrijwillige acties. Zelfregulering is en blijft een belangrijk alternatief voor wetgeving in deze materie. De resultaten tonen ook aan dat deze meer flexibele aanpak wel degelijk leidt tot concrete resultaten. Er zijn ook verschillende positieve signalen voor de verdere ontwikkeling van publiek-private samenwerking op Europees, nationaal of regionaal niveau. Deze vorm van samenwerking met de verschillende actoren is volgens de sector noodzakelijk wil men komen tot duurzame oplossingen, onder andere voor de problematiek van overgewicht en obesitas.
♦♦♦
39
Bijlage 1 Voorstelling van de Belgische Voedingsindustrie jaar 2009 De voedingsindustrie stond in 2009 in voor 15,4% van de omzet en 14,5% van de toegevoegde waarde, 17.4% van de arbeidsplaatsen in de verwerkende nijverheid. Aldus draagt de voedingsindustrie in grote mate bij tot de economische ontwikkelingen in ons land. Jaarlijkse omzet: € 38,7 miljard (2009) De omzet van de voedingsindustrie bedroeg in 2009 bijna 38,7 miljard euro. Hiervan wordt er ongeveer 19,8 miljard euro in België verkocht. Na enkele jaren van forse en continue groei, is de omzet van de Belgische voedingsindustrie sinds 2009 beginnen dalen tengevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis. Toegevoegde waarde : € 6,2 miljard (2009) De toegevoegde waarde van de voedings- en genotsmiddelen industrie bedroeg in 2009 bijna 6,2 miljard euro, een daling met 4,6% ten opzichte van 2008. Dit is goed voor circa 14,5% van de verwerkende industrie. Vlaanderen genereert 69,3% van de toegevoegde waarde, Wallonië 23,2% en Brussel 7,5%. Tewerkstelling : 89.131 werknemers (2009) Het aantal arbeidsplaatsen in de voedingsindustrie bedroeg in het eerste kwartaal van 2010 88.639, goed voor 71.550 VTE’s. Zowel het aantal arbeidsplaatsen als het aantal VTE’s zijn, na een korte heropleving in 2009, opnieuw licht afgenomen met 0,6% ten opzichte van 2009. Hiermee stelt de voedingsindustrie 17,4% van de arbeidsplaatsen in de verwerkende industrie ter beschikking. Eind december 2009 groepeerde FEVIA 454 leden-bedrijven. Ze herbergt eveneens 27 ledengroeperingen. Dit zijn verenigingen op het niveau van de sub-sectoren of de branches.
40
Bijlage 2 De 10 pijlers van het nutritioneel beleid 1. De voedingsindustrie komt op voor een gezonde levensstijl Een evenwichtige en gevarieerde voeding en regelmatige fysieke activiteit zijn noodzakelijke en complementaire onderdelen van een gezonde levensstijl. Een gezonde levensstijl bevordert het individueel welzijn. 2. De voedingsindustrie produceert een zeer gevarieerd gamma voedingsmiddelen De voedingsindustrie produceert een zeer gevarieerd gamma voedingsmiddelen die tegemoet komen aan de wensen en noden van de consument. Uit dit brede gamma kan de consument, in functie van zijn eigen levensstijl, voorkeur en smaak een evenwichtige en kwaliteitsvolle voeding samenstellen. 3. Alle voedingsmiddelen hebben hun plaats Binnen een evenwichtig voedingspatroon hebben alle voedingsmiddelen hun plaats (cfr. de voedingsdriehoek). 4. Productontwikkeling en innovatie De voedingsindustrie wendt haar wetenschappelijke en technologische expertise aan om producten te ontwikkelen die steeds beter voldoen aan de behoeften en de wensen van de consumenten. Bovenop het reeds brede gamma van producten worden bestaande producten aangepast volgens de nieuwe nutritionele inzichten en worden nieuwe producten ontwikkeld die de consument nog beter toelaten zijn energieopname te beheersen en zijn gezondheid te optimaliseren, steeds binnen het kader van zijn eigen voedingspatroon en levensstijl. 5. Productsamenstelling In de discussie m.b.t. productsamenstelling moet men niet enkel rekening houden met de macronutriënten (vetten, suikers en eiwitten) maar moet men ook de nodige aandacht besteden aan de micronutriënten (o.a. vitamines, mineralen, sporenelementen) en andere componenten (antioxidanten, pre - en probiotica, flavonoïden, …) die via de voedingsmiddelen aangebracht worden. 6. Informatie aan de consument De voedingsindustrie informeert de consument zodat die een bewuste keuze kan maken. De nodige informatie wordt ter beschikking gesteld over de nutritionele samenstelling van producten via het etiket, via folders met productinformatie, via marketingcommunicatie, via websites, via de voedingsmiddelentabel van NUBEL of via een consumenteninfolijn. 7. Reclame De voedingsindustrie wenst op een verantwoorde manier reclame te voeren over haar producten. Hiertoe heeft FEVIA in samenwerking met de UBA (Unie van de Belgische Adverteerders) een zelfregulerende reclamecode ontwikkeld. 8. Overgewicht en obesitas Het fenomeen van de ongezonde levensstijlen en van overgewicht en obesitas, vergt een fundamentele aanpak die berust op het aanleren van goede voedingsgewoontes in combinatie met het aanzetten tot voldoende lichaamsbeweging. Gezien de complexiteit en de omvang van het probleem, is educatie een belangrijke opdracht voor alle betrokken actoren: gezondheidswerkers, overheid, scholen, ouders, verbruikersorganisaties en de industrie zelf, en dit alles best op een coherente basis.
41
9. Samenwerking met alle betrokken stakeholders De voedingsindustrie engageert zich om samen te werken met andere betrokken stakeholders (overheid, gezondheidssector, onderwijs, wetenschappelijke wereld, media, horeca, distributie, consumenten- en andere organisaties) om evenwichtige voedingsgewoontes en gezonde levensstijlen met voldoende fysieke activiteit te promoten en zo obesitas te voorkomen en de bijhorende ziektes in te dijken. 10. Voeding in een breder maatschappelijk kader Voeding mag niet alleen in een ‘eng’ nutritioneel kader geplaatst worden, maar ook het breder maatschappelijk kader moet aan bod komen. Voeding heeft immers ook aangename, sociale en culturele aspecten.
42
Bijlage 3 Reclamecode voor voedingsmiddelen 1. De reclame dient zo opgesteld te worden dat ze de regels en de geest van de wetgeving, van de autodisciplinaire codes in het algemeen en van deze code in het bijzonder naleven om het vertrouwen in de reclame en in de zelfregulering te bewaren. Nutritionele of gezondheidsbeweringen 2. Elke bewering of iedere communicatie die redelijkerwijs door de consument geïnterpreteerd kan worden als een nutritionele of gezondheidsbewering, moet op gepaste wijze wetenschappelijk kunnen bewezen worden. Beweringen moeten overeenstemmen met de aard en de draagwijdte van de wetenschappelijke bewijzen en aan de consument verifieerbare informatie verstrekken. De beweringen moeten beoordeeld worden op de manier waarop de gemiddelde consumenten die waarschijnlijk begrijpen, in het bijzonder wanneer het kinderen en jongeren betreft. Elke vergelijking inzake voedingswaarde moet gesteund zijn op een objectieve en helder begrijpelijke basis. Gezonde levenswijze 3. De reclame voor voedingsmiddelen mag geen buitensporig verbruik aanmoedigen of vergoelijken, en de grootte van de porties moet aangepast zijn aan het weergegeven tafereel. De reclame voor voedingsmiddelen mag geen afbreuk doen aan de bevordering van gezonde en evenwichtige eetgewoonten en aan het belang van een gezond en actief leven. Niet misleidende reclame 4. De tekst, het geluid en het beeld van de reclame voor voedingsmiddelen moeten de kenmerken van het product die in de reclame voorgesteld worden, zoals de smaak, de grootte, de inhoud, het voedingsvoordeel of het gezondheidsvoordeel, correct weergeven en mogen consumenten niet misleiden omtrent een van die kenmerken. Tests over de smaak of voorkeur van consumenten mogen niet worden gebruikt op een wijze die een bepaalde statistische waarde ervan laat uitschijnen, als die onbestaande is. Voedingsmiddelen die niet bedoeld zijn om een maaltijd te vervangen, mogen ook niet als zodanig worden voorgesteld. Reclame bestemd voor kinderen 5. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten er in het bijzonder aandacht voor hebben dat in de reclame voor voedingsmiddelen bestemd voor kinderen geen gebruik gemaakt wordt van uit de media bekende (levende of getekende) figuren op een manier dat de grens vervaagt tussen redactionele inhoud en programma-inhoud, enerzijds, en de reclame met het oog op de verkoop van producten, premies of diensten, anderzijds. 6. De reclame voor voedingsmiddelen bestemd voor kinderen mag geen gevoel scheppen van hoogdringendheid of van een ongepaste minimalisering van de prijs. 7. De reclame voor voedingsmiddelen mag de rol van ouders en andere volwassenen die verantwoordelijk zijn voor het welzijn van het kind inzake de keuze van eetgewoonten en levensstijl niet ondermijnen. Reclame mag de kinderen er niet rechtstreeks toe aanzetten hun ouders of andere volwassenen te overreden om voor hen de producten aan te kopen waarvoor reclame wordt gemaakt.
43
8. Met respect voor de in deze materie geldende wetgeving, moeten bij aanbiedingen van promotionele verkopen bestemd voor kinderen de voorwaarden van het aanbod van de premie of van de wedstrijd in een voor de kinderen begrijpelijke taal worden aangekondigd. De adverteerders moeten er naar streven om zeker te zijn dat de kinderen een goed begrip hebben van de producten die desgevallend moeten worden aangekocht om een premie te ontvangen en wat betreft wedstrijden, van de voorwaarden tot deelname, het soort prijzen en de winstkansen. Reclame gericht naar kinderen en/of jongeren 9. Terwijl het gebruik van fantasie, inclusief animatie, geschikt is in de communicatie met kinderen en jongeren, moet er over gewaakt worden dat hun verbeelding niet wordt misbruikt op een manier die hen misleidt over de nutritionele voordelen van het betrokken product. 10. Reclame voor voedingsmiddelen mag consumenten niet misleiden over de potentiële gezondheidsvoordelen of andere voordelen door verbruik van het aangeprezen product. In de reclame gericht naar kinderen en jongeren omvat dit onder meer allusies op status of populariteit onder leeftijdsgenoten, succes op school of in de sport, of intelligentie.
44
Bijlage 4 Collectieve Gezondheidsovereenkomst
45
46
47
48
Bijlage 5 Fonds voor Voeding en Welzijn van de Federatie Voedingsindustrie Lijst van de geselecteerde projecten voor 2010 11 ondersteunde projecten in 2010 voor de oproep 'Fonds voor Voeding en Welzijn van de Federatie Voedingsindustrie' Promotie van een gezond voedingspatroon en van voldoende lichaamsbeweging Antwerpen Mechelen: Mechelse Hattrick vzw Een sportief ontbijt organiseren met voetbalvedetten, een educatief spelprogramma rond gezonde voeding en een bewegingstraining met een voetbalcoach voor de laatstejaarsklassen van het basisonderwijs. Bedrag € 5.000 Website(s) http://mechelsehattrick.be Ravels: Landelijke Kinderopvang vzw - IBO Ravels vzw Activiteiten organiseren om gezonde voeding en beweging bij de kinderen te promoten. Bedrag € 3.685 Website(s) www.landelijkekinderopvang.be Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vorst: Ecole Arc en Ciel - Association de parents Workshops rond voeding en sport organiseren voor de leerlingen. Bedrag € 4.500 Limburg Houthalen-Helchteren: De Schakel Gezonde kooksessies organiseren met ouders en kinderen en sportinitiatielessen geven op de speelplaats. Bedrag € 5.000 Website(s) www.schooldeschakel.be Luik Huy: IPES de Huy Elke maand een themadag organiseren rond gezondheid, gezonde voeding en beweging. Bedrag € 5.000 Website(s) www.provincedeliege.be/enseignement Seraing - Jemeppe-sur-Meuse: Ecole Communale fondamental de Jemeppe Activiteiten organiseren die een evenwichtig ontbijt promoten en de aandacht vestigen op het belang van een goede houding in de klas en beweging. Bedrag € 4.580 Seraing - Jemeppe-sur-Meuse: HE de la Province de Liège Activiteiten organiseren om een gezonde en actieve levensstijl te promoten. Bedrag € 4.000 Website(s) www.haute-ecole.prov-liege.be
49
Oost-Vlaanderen Beveren-Waas: Sancta Mariaschool Een gezondheidsveertiendaagse organiseren om de leerlingen bewust te maken van een gezonde levensstijl. Bedrag € 3.700 Website(s) www.sanctamariaschool.be Geraardsbergen: Freinetschool De Klaproos vzw Activiteiten organiseren om kinderen bewust te maken van hun levenswijze en de school bewegingsvriendelijker maken om een gezonde levensstijl te bevorderen. Bedrag € 5.000 Website(s) www.freinetschooldeklaproos.be Sint-Niklaas: BuSO VTS 3 vzw Een gezonde levensstijl promoten en leerlingen warm maken voor gezonde voeding, beweging en mentaal welzijn. Bedrag € 5.000 Website(s) www.vtssn.be Waals-Brabant Braine-l'Alleud: Centre d'Ecoute et d'Accompagnement pour Jeunes Activiteiten organiseren rond gezonde voeding en beweging in een sociale woonwijk. Bedrag € 5.000 Website(s) www.ceaj.be
50
Bijlage 6 Lijst van afkortingen CGO EU GDA NVGP-B PPO R&D SKU VTE
Collectieve Gezondheidsonverenkomst Europese Unie Guideline Daily Amounts Nationaal Voedings- en GezondheidsPlan - België polyfenol oxidase Research & Development stock keeping units voltijds equivalent
Lijst van organisaties / verenigingen ACC BOIC BVK Ceereal Choprabisco
Association of Communication Companies Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde
European Breakfast Cereal Association
Koninklijke Belgische Vereniging van de Biscuit-, Chocolade-, Suikergoedindustrie ENSA European Natural Soyfood Association FEVIA Federatie Voedingsindustrie FGBB Federatie van Grote Bakkerijen van België Flanders’ Food competentiepool van de Vlaamse Voedingsindustrie ICC International Chamber of Commerce IPV Initiatieven voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid IWT Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie JEP Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame KBS Koning Boudewijn Stichting LOGO Lokaal GezondheidsOverleg NUBEL Nutriënten België OIVO Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties SUBEL Vereniging van Belgische suikerproducenten UBA Unie der Belgische Adverteerders UFB United Fund for Belgium UNESDA Union of European Beverages Associations UPDLF Union Professionnelle des diplômés en Diététique de Langue Française VBVD Vlaamse Beroepsvereniging van Voedingsdeskundigen en Diëtisten VIGeZ Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie VIWF Koninklijke vereniging van de Industrie van Waters en Frisdranken VVT Verbond der Vlaamse Tandartsen Wagralim competentiepool van de Waalse Voedingsindustrie WHO World Health Organisation
Praline-
en
51