De sensoriele beweging en de meerwaarde voor de atletieksport
VAT-studiedag Leuven, 5 oktober 2013
Veva De Samblanx Johan Vanwelden Els Van den Noortgate Movendo- Sensoriële bewegingsschool Gediplomeerde fasciatherapeuten Methode Danis Bois
1
1.
De sensorie le beweging
Waarom sporten/bewegen? Algemeen geweten is dat beweging heilzame effecten heeft op verschillende gebieden. Zo heeft het voordelen op fysisch vlak zoals: een verbetering van de algemene conditie, een vermindering van overgewicht, minder kans op diabetes, een bloeddrukdaling, een goed effect op de spijsvertering, het belang in de kankerpreventie… Ook op psychisch vlak is reeds meerdere malen bevestigd dat beweging positieve effecten heeft. Het kan een opgewekt gevoel geven, angstgevoelens kunnen verminderen, het slaapwaakritme wordt hersteld, de concentratie en creativiteit worden gestimuleerd…
Waarom sensoriële beweging? Via de sensoriële beweging proberen we de fysieke effecten te verbeteren èn de impact op psychisch vlak zo groot mogelijk te maken, zodat deze mekaar gaan beïnvloeden in beide richtingen en mekaar zelfs onophoudelijk gaan versterken. In plaats van te bewegen en achteraf te corrigeren waar iets beter kan, gaan we op een bewuste manier (via onze aandacht en waarneming) onszelf observeren terwijl we aan het bewegen zijn. Hiervoor vertrekken we steeds vanuit lichamelijke ervaringen.
2.
Enkele pijlers van de sensorie le beweging
Aandacht en perceptie We leren gebruik te maken van onze aandacht en onze waarneming op een bepaalde manier. We gebruiken een aandacht die panoramisch is, die naar binnen gericht is en waarbij we niet op zoek gaan naar informatie, maar de informatie op ons laten afkomen. We gebruiken onze waarneming in de ‘diepste’ zin van het woord. Onze interoceptoren, die ons normaal onbewuste informatie geven, gaan we heel bewust leren inzetten. Op die 2
manier verrijken en trainen we onze perceptie en nemen we zaken waar die we anders niet zouden waarnemen. Met deze kwaliteit van aandacht en perceptie kunnen we onszelf observeren tijdens een beweging. We leren ons potentieel kennen, maar ook onze dode hoeken. We voelen waar we kracht kunnen uitputten en waar er hier en daar wat kan bijgestuurd worden om beter te functioneren op fysisch en psychisch vlak of beter… als geheel. Hoe trainen we dit? We leren dit aan in een “extradagelijks kader”, een setting die anders is dan ons dagelijks leven: We creëren een stille ruimte waar externe prikkels minimaal worden gehouden. We maken gebruik van eenvoudige bewegingen. We bewegen traag, want de proprioceptieve input gebeurt zo op een efficiëntere manier. De linken tussen de sensorische en motorische cortex worden dieper ingeschreven in ons lichaamsgeheugen, zodat we ook juistere bewegingskettingen gaan gebruiken als we moeten terugvallen op “onze automatische piloot”.
Figuur 1: De sensorimotorische cirkel met het perceptief bewustzijn van de voorbereidende beweging (Vanwelden J., Eindverhandeling 2005)
3
Intentie Vooraleer een beweging wordt uitgevoerd, wordt alles nauwgezet voorbereid in de hersenen. Dit noemen we de voorbereidende beweging. De tonus wordt aangepast, de stabiliteit berekend, de terugkeer van de beweging wordt geanalyseerd… Dit alles gebeurt op enkele milliseconden en ontstaat vanuit een intentie. De intentie stuurt de beweging en is altijd lineair. Bewust worden van de intentionele beweging, maakt onze beweging beter gecoördineerd, met een aangepaste tonus en stabiel.
Figuur 2: De temporele sequentie van de ontwikkeling, programmatie en uitvoering van een beweging (Sercu P., Cursus Fasciatherapie MDB, 2002-2003)
4
Bewegingsanalyse In de sensoriële beweging bekijken we de beweging op een andere, meer functionele manier. Zo gaan we een beweging van een segment steeds bekijken in de ruimte, dus niet t.o.v. een gefixeerd segment. De intentionele beweging is lineair. Zij is de motor van een beweging. De uitvoerende beweging is circulair. Door de musculoskeletale bouw van ons lichaam worden bewegingen cirkelvormig uitgevoerd. Om het evenwicht ten allen tijde te kunnen bewaren, is er een compensatoire beweging. Deze is rechtlijnig en tegengesteld aan de uitvoerende beweging. We houden ook rekening met de parameters van de beweging: de snelheid, het amplitudo, het ritme en de richting. Deze parameters komen vooral aan bod als de sensoriële beweging al wat gekend is.
5
Biotensegriteit Het menselijk lichaam bestaat voor een zeer groot deel uit bindweefsel. Het bindweefsel doorloopt ons lichaam als een ‘spinnenweb’. Het zorgt voor de verbinding, ondersteuning, voeding en communicatie tussen de verschillende structuren. Het creëert ruimte en zorgt tegelijk ook voor een zekere spanning. Dit heet tensegriteit, integriteit door spanning. Dankzij dit systeem kunnen we veerkrachtig bewegen, winnen we het van de zwaartekracht en kunnen we wel wat schokken verdragen… De biotensegriteit leren we waarnemen en optimaal gebruiken in de sensoriële beweging.
Figuur 3: J.C. Guimberteau (www.endovivo.com)
6
Tonus/psychotonus Elke beweging of bewegingsonderdeel vraagt een bepaalde tonus. Deze tonus is niet louter fysiek van aard. Ze weerspiegelt evenzeer de psychische toestand van een persoon en in die zin beïnvloeden de fysieke en psychische tonus mekaar voortdurend. Dit kruispunt noemen we de psychotonus. Zowel een mentale spanning door een stresserende vergadering, als een verhoogde spierspanning ten gevolge van rugpijn kunnen dus een beweging minder efficiënt maken. Een aangepaste psychotonus tijdens het sporten heeft een groot belang in blessurepreventie en zal het aangenaam gevoel tijdens het sporten alleen maar ten goede komen.
3.
Toepassing op de atletiek
Welk nut kan de sensoriële beweging hebben voor de atletieker en de sporter in het algemeen?
Gebruik maken van de aandacht en waarneming: “Je kan contact maken met je lichaam en jezelf tijdens het sporten, zodat je jezelf kan bijsturen waar nodig”. Je maakt meer gebruik van gans je lichaam tijdens het sporten; hierdoor verminder je de kans op overbelastingen; je beleeft bewust plezier tijdens het sporten.
Gebruik maken van de intentie: “Je neemt gans je lichaam mee in een richting die je bewust gekozen hebt”. Het volgen van een spoor geeft je een ‘zeker’ gevoel; je zal een efficiëntere beweging hebben zonder meer energie te verbruiken, de intentie geeft je een ‘drive’, een motivatie.
Gebruik maken van de bewegingsanalyse: 7
“Je plaatst je aandacht op de coördinatie tussen de verschillende gewrichten”. Je coördinatie verbetert; je rendement verhoogt; de beweging is efficiënter.
Gebruik maken van de biotensegriteit: “Tijdens het lopen maak je gebruik van de elasticiteit van de weefsels zodat je veerkracht verhoogt”. Je vermijdt overbelasting; je vermindert de blessuregevoeligheid; je genereert ontspanning tijdens de inspanning; je hebt het gevoel van lichter en minder verkrampt te bewegen.
Gebruik maken van een aangepaste tonus/psychotonus: “Je neemt een continue wisselwerking tussen de fysieke en psychische tonus waar en kan hierop inspelen”. Je recupereert tíjdens het sporten; je verbetert je uithoudingsvermogen; je algemene spanningstoestand verbetert.
Deze 5 pijlers beïnvloeden mekaar voortdurend en zijn een onderdeel van een (sensoriële) beweging.
4.
Toegepast in de praktijk
De sensoriële beweging wordt gaandeweg geoefend:
Extradagelijkse situatie Sportspecifieke situatie Tijdens het sporten
8