De schimmelinfectie van de multinational Had onze Geurt de leeftijd bereikt dat het cynisme onverbiddelijk en zonder enig erbarmen toesloeg? Het had er verdomd alle schijn van! In zijn kantoor in de buurtschap Henxel zat de zelfstandig gevestigde journalist met een brede interesse dankzij een soepele geest maar een weinig flexibel lichaam al minutenlang te turen naar de knipperende cursor op zijn beeldscherm. De zinnen die hij zojuist had ingetikt en die stokten na één alinea bezorgden de geboren Groninger niet bepaald een gelukzalige glimlach op zijn van nature toch al nukkig gelaat. Eerlijk gezegd, elke keer dat hij de strofe las, schrok onze Geurt opnieuw, van zichzelf en dus van de vrije loop die hij zijn eigen gedachten op een kortstondig onbewaakt ogenblik had laten nemen. Hij moest zich minder laten gaan, dacht onze Geurt, want het ergste was wel dat hij met geen mogelijkheid kon bedenken wat hij nog diende toe te voegen aan de weinig verheffende tekst, de tekst die verried dat hij elk geloof in idealen en een goede afloop van wat dan ook leek te zijn verloren. Het cynisme van een man wiens dromen en idealen waren verloochend door het leven zelf droop af van elk woord… Wat had onze Geurt deze ochtend van weer een nieuwe werkdag aan de virtuele vluchtigheid toegevoegd dat hem zelf zo versteld deed staan en bijkans verlamde? Nou, deze tekst om precies te zijn: “Men wordt geboren en men gaat dood. De gebeurtenissen hier
tussenin laten zich in een paar zinnen samen vatten. En wel deze… Nadat de mens zich zonder enig besef van een vrije wil heeft laten bevallen en voldoende luiers heeft bevuild om zelfstandig te kunnen poepen en plassen, ondergaat hij een zekere vorm van opvoeding, opleiding en wordt enig normbesef bijgebracht. Zulks brengt de mens vervolgens conform een voornamelijk door derden bepaald patroon in de praktijk. Volgend op zijn jaren van wasdom levert de mens namelijk elke dag gedurende zeker veertig jaar prestaties die beloond worden met een maandelijkse donatie die net voldoende is om Albert Heijn en de Rabobank tevreden te stellen. Heeft hij, de mens, zich naar behoren al deze decennia bewogen volgens de geringe speelruimte die zijn keurslijf hem verschaft, dan is hij verweerd en verteerd, en dwingt de terminale fase zich op met gezwinde spoed. Ach, men kan het leven dat ons allen overkomt met een tenenkrommende kernachtigheid samenvatten… Heeft men geluk in het leven, dan bereikt het Nederlands elftal gedurende het bestaan op aarde drie keer de finale van de wereldkampioenschappen voetbal. Heeft men pech, dan verliezen onze jongens alle drie deze wedstrijden. Het leven is een dubieuze eer die ons ten deel valt, waarbij men er goed aan doet zich tussendoor nu en dan maar wis en waarachtig met enige regelmaat zonder enige terughoudendheid te bezatten….” Daar stokte de cursor… Laten we eerlijk zijn, of liever gezegd, laat ik eerlijk zijn, dacht onze Geurt, cynischer kan een mens de essentie van het aardse bestaan toch niet beschrijven? De woorden vloeiden zonder enige belemmering over het scherm van zijn laptop. Als een geestelijke diarree waartegen geen verzet mogelijk was. Onze Geurt stelde vast dat de
alinea ieder spoor van liefde, hoop en perspectief ontbeerde. Het was zwarter dan zwart, cynischer dan cynisch. Enfin, gedachten van weleer namen nu eenmaal geen keer en onze Geurt moest aan zichzelf bekennen dat hij maar al te goed wist waar deze zwaar deprimerende tekst vandaan kwam. De zinnen waren ingegeven door de inhoud van het Radio 1 Journaal die hij deze ochtend tot zich had genomen via de radio in zijn robuuste Citroën XM. De wereld en in het bijzonder het Europese continent werden geteisterd door een economische crisis die ook onze Geurt rechtstreeks raakte. Steeds beter drong het besef door dat iedereen niet alleen leefde in geleende tijd maar ook op geleend geld. Ook bij onze Geurt hielden zijn verdiensten al enige tijd geen gelijke tred meer met zijn uitgavenpatroon. Hij kon zich weliswaar troosten met de gedachte dat hij niet de enige was, maar wat kocht je daarvoor? Maar het was wel een feit; de hele middenklasse was het slachtoffer van de criminele graaicultuur van banken, verzekeringsmaatschappijen en multinationals. Feitelijk hadden ze al vijftien jaar lang niets anders gedaan dan het plunderen van hun klanten, medewerkers en kleine aandeelhouders tot voor velen het bankroet erop volgde. Hoewel velen door het langdurige gebrek aan ethiek verrast leken, had onze Geurt al lang voorvoeld wat er aan de hand was en waartoe het uiteindelijk zou leiden. Hij wist al sinds het midden van de jaren negentig van de twintigste eeuw dat er een heel diepe crisis zat aan te komen. Dankzij zijn aangeboren analytisch vermogen – of was het gewoon nuchtere noordelijke intuïtie? – kon onze Geurt al heel lang geleden precies uittekenen wat er zou gebeuren. De bevestiging dat het mis zou gaan met het ongebreideld
kapitalistische marktdenken had al postgevat gedurende zijn loopbaan als journalist bij de multinationale uitgeverij De Vier Elsjes. Tien jaar had Geurt er gewerkt als hoofdredacteur van de Snack Revue, vakblad voor friturende ondernemers, en in dat decennium was elke werknemer voortdurend heen en weer geslingerd tussen tig verschillende managementculturen. Elke nieuwe directeur bracht zijn eigen waanzinnige doctrine met zich mee, waarbij steevast niet de klant, de kwaliteit van het product of de werknemers centraal werden gesteld, maar enkel en alleen de aandeelhouders werden gediend. Onze Geurt zag al heel snel in dat het een doodlopende weg was, niet alleen voor de uitgever waarvoor hij werkte, maar, omdat iedereen als lemmingen hetzelfde spoor volgde, voor de hele kapitalistische wereld. Nee, onze Geurt moest in alle opzichten niets hebben van modieuze managers met hun vreemde fratsen. Hoewel hij gespeend was van enige religieus genot, was onze Geurt stellig een calvinistische oerdoctrine toegedaan. Volgens hem stak de wereld – en dus de mens - al sinds de vroege ijzertijd heel simpel in elkaar en was er nooit veel veranderd. Wie hard werkte in het zweet zijns aanschijns, een goed product maakte en dit met overtuiging aan de man wist te brengen, zou altijd winnen. Zo was het en zo zou het altijd zijn, luidde de simpele managementfilosofie van onze Geurt. De uitgeverij waar hij werkte, was deze mening kennelijk niet toegedaan. Elke manager verkondigde zijn nieuwe waarheid en telkenmale volgde de hele organisatie van onder tot boven met tijdrovende en geldverslindende interne operaties, waarbij steevast de inzet was dat de gehele organisatie mee diende te bewegen. Elke ommezwaai ging
gepaard met modernistische woorden of kreten, zoals “Wij zijn top”, “Kwaliteit eerst!”, “Focus” en “Jij bent ons kapitaal”. Vooral de laatste managementgolf had bij onze Geurt een meewarige glimlach op zijn nukkige gezicht getoverd. Terwijl op allerlei manieren voorkomen werd dat medewerkers hogere bonussen kregen of loonschalen overstegen, en zelfs toegangspoortjes en toegangspasjes werden geïntroduceerd, werd “het kapitaal” gekoesterd door lachwekkende campagnes waarbij centraal stond dat elke medewerker in zijn eigenheid werd gewaardeerd. De nieuwe wind resulteerde in tientallen sessies met duurbetaalde docenten die alle werknemers moesten overtuigen van hun eigen nut, of ze nu werkten in de schoonmaak of in de directie. Onze Geurt deed gewoon zijn werk zoals hij het altijd had gedaan. Maar menigeen eerbiedigde de campagne “Jij bent ons kapitaal” alsof het een heilige graal was.
Op Geurts afdeling circuleerde een secretaresse die zich zo intensief van haar taak kweet, dat de privacy van geen enkele werknemer van uitgeverij De Vier Elsjes meer gewaarborgd was. Op een goede ochtend stond dankzij deze overijverige secretaresse, die luisterde naar de naam Mery Gebbink, de unieke eigenheid van Cors Nederhorst centraal. Als een lopend vuurtje ging diens acute schimmelinfectie over de burelen van de bovenste verdieping van het uitgeverskantoor op het troosteloze bedrijventerrein van een groeigemeente in het oosten van het land. Dat dit gebeurde, was in eerste instantie vanzelfsprekend te danken aan de schimmelinfectie zelf. Had
deze zich niet geopenbaard op het lichaam van Nederhorst, dan zouden zowel hij als zijn infectie immers geen onderwerp van gesprek zijn. Dat alle collega’s van de bladgroep food & fresh het onderwerp de bewuste ochtend tot het hunne konden maken, was echter helemaal en alleen te danken aan Mery Gebbink. Geheel in lijn met de geest van de “Jij bent ons kapitaal” gedachte had ze alle 34 medewerkers op de tweede verdieping kond gedaan van het leed dat de gewaardeerde collega Nederhorst was overkomen. Zodoende troffen zij allen, inclusief onze Geurt, op de nuchtere maag een onheilspellend bericht aan nadat ze nietsvermoedend hun mailbox openden. Mery schreef: “Cors heeft zich vanochtend ziek gemeld vanwege een acute schimmelinfectie die hem de hele nacht uit de slaap heeft gehouden.” Ter informatie verschafte Mery onder deze zakelijke mededeling een link naar de website Schimmelinfectie.nl. Hier valt te lezen dat een schimmelinfectie ook wel candida albicans genoemd wordt en dat de schimmel wordt veroorzaakt door gistachtige schimmels. Deze mededeling levert an sich weinig zicht op de aard van de zaak. De mededeling dat schimmels het gevolg zijn van schimmels is immers op z’n minst mistig. Zou men hiervoor een andere ziekte in de plaats nemen, bijvoorbeeld keelkanker, dan zou er staan: “Keelkanker wordt veroorzaakt door keelkanker.” Curieus en nauwelijks serieus te nemen derhalve. Toch las onze Geurt verder. “Deze gistachtige schimmels zijn bij iedere mens aanwezig en zorgen voor een bepaald evenwicht in het lichaam. Maar wanneer het evenwicht wordt verstoord, zullen er symptomen van schimmelinfectie te zien zijn. Schimmelinfectie kan op meerdere plekken op
het lichaam voorkomen, zoals schimmelinfecties van de vagina, schimmelinfecties op de huid, schimmelinfecties op de penis, schimmelinfecties van de mond en slokdarm en schimmelinfecties op de nagels. Je kan de schimmelinfectie herkennen door rode en/of witte plekken op de huid, jeuk, een brandend gevoel, afscheiding die wit en brokkelig is en (meestal bij vrouwen) een vreemde geur heeft.” Dit gelezen hebbende, werd Geurt nieuwsgierig op welke plek zijn gewaardeerde collega was getroffen door schimmelinfectie. Dat was trouwens niet het enige wat hem bezighield. Eerlijk gezegd, toen onze Geurt er dieper over nadacht, riep Mery’s emailbericht wel meer vragen bij hem op. Het enige dat hij feitelijk zeker wist, was dat Cors geen vreemde geur bij zich droeg, omdat dit symptoom immers enkel was voorbehouden aan vrouwen met schimmelinfectie. Verder wist hij echter te weinig om zich een goed oordeel te kunnen vormen over de aard van de klachten van zijn collega. Had hij ook witte brokkelige afscheiding? Werd hij overmand door jeuk? Trouwens, hoe kwam hij aan de schimmelinfectie? Nou ja, geen nood, dacht onze Geurt er achteraan, als hij straks koffie ging halen bij de Douwe Egberts fresh brew-machine aan het einde van de kantoorgang, was er ongetwijfeld een collega die hem dit allemaal haarfijn kon vertellen. Uit zijn tien jaren lange ervaring bij de uitgeverij wist hij dat plukjes collegaatjes zich soms onbetamelijk lang in de gangen ophielden om de wetenswaardigheden van de dag te bespreken. Het moest gezegd worden, de boodschap van Mery bood in veel gevallen een uitstekend aanknopingspunt voor zulke collegiale onderonsjes. Hoewel de vraag was of de aanpak van Mery Gebbink
leidde tot een grotere arbeidsproductiviteit, verstevigde hij zeker in sommige kringen het teamgevoel. De gezamenlijke wetenschap van de bewuste schimmelinfectie bijvoorbeeld, leverde onmiddellijk een gesprek op tussen de collega’s. Ja, het had er alle schijn van dat de afdelingsecretaresse bij haar laatste gesprek in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan, ook wel kortweg P.O.P. genoemd, de taakstelling kreeg toebedeeld dat ze de onderlinge communicatie binnen haar groep moest bevorderen. In elk geval viel het onze Geurt op dat de laatste maanden elke ziekmelding van collega’s bij de groep food & fresh en plein public breed werd uitgemeten. Bij aanvang van zijn arbeid op kantoor waren recentelijk vergrote prostaten, vernauwingen van vitale bloedvaten, zwangerschappen, al dan niet via een keizersnede en gevolgd door blakende baby’s, maar ook miskramen de revue gepasseerd. Hoewel Cors Nederhorst met zijn schimmelinfectie niet te benijden was en je zijn aandoening onder geen beding mocht bagatelliseren, spande collega Berndt Schoemaker de kroon. De hoofdredacteur van vakblad Bakkers Belangen, een vijftiger, was begin dit jaar opgenomen in het ziekenhuis voor een operatie aan een tumor in de darmen. Mery Gebbink was er vanzelfsprekend als de kippen bij geweest. Kennelijk was Berndt het eerste object sinds ze met haar baas haar nieuwe persoonlijke ontwikkelingsplan vastlegde. Ze leefde zich in elk geval behoorlijk uit op het medisch dossier van de grote man van Bakkers Belangen. Wellicht speelde hierbij mee dat Berndt Schoemaker zelf ook erg prijs stelde op een uitgebreide verslaglegging in de richting van zijn directe collega’s. De hoofdredacteur aller bakkers was vrijgezel. Hij had
geen heel directe naasten en beschouwde de afdeling food & fresh als zijn tweede huis en zijn familie. Hoewel onze Geurt professioneel niet of nauwelijks contact had met Schoemaker, was ook hij goed op de hoogte van diens constitutie. Ver voordat de formidabele tumor in zijn ondoorgrondelijke darmenstelsel was opgespoord, deed Schoemaker in de wandelgangen van de afdeling er regelmatig kond van dat hij niet lekker in zijn vel zat de laatste tijd. Het heette dat in het bijzonder zijn ontlasting al tijden lang niet je-van-het was geweest. Zijn poep, zo liet hij weten na een eerste onderzoek, was uitputtend onderzocht. “Geen pretje trouwens,” vertelde Berndt aan wie het horen wilde. “Ze gaan dan met een soort tuinslang zowel van onderen als van boven jouw lijf in en onderzoeken alle uithoeken en spelonken van je darmenstelsel. Her en der knippen ze een stukje weg met een klein schaartje dat aan die slang zit. Ze zeggen dat je daar niks van voelt. Nou, ik kan je verzekeren dat ik bij elk knipje rilde over mijn hele lijf.” Uiteindelijk was de boosdoener van Schoemakers onbehagen aangetroffen. Het was onze Geurt even ontschoten of het gezwel was gelokaliseerd in de dunne of de dikke darm, maar wel wist hij dat de tumor de omvang had van de in deze gevallen bijna spreekwoordelijke “flinke tennisbal”. Enfin, de hele afdeling hield zijn adem in nadat het Streekziekenhuis van Delden de tennisbal van Berndt op kweek had gezet. Een slaak van verzuchting ging door het gebouw toen Mery’s e-mail arriveerde met de aanhef “goedaardig”. De tennisbal waarmee Berndt flink in zijn maag zat bleek geen kwade bedoelingen te hebben. Geurt had het wel gedacht. Voor zover hij de hoofdredacteur van Bakkers Belangen kende school er geen kwaad
in de man en was hij eigenlijk van teen tot kruin goedaardig. De dag dat Schoemaker terugkeerde op zijn werkplek, eerst op therapeutische basis vanzelfsprekend, was de hele afdeling versierd op een manier die deed vermoeden dat de plaatselijke Oranjevereniging was opgetrommeld om zich van haar beste kant te laten zien. Er hing zelfs een lijn door de hele gang van de bovenste verdieping die van de lift linea recta voerde naar het bureau van de hoofdredacteur van Bakkers Belangen. Als je de lijn oppervlakkig beschouwde, leek het net of er wedstrijden koekhappen op til waren, hetgeen gezien Schoemakers functie misschien niet vreemd zou zijn geweest, maar nadere inspectie leerde Geurt dat aan het gespannen touw kleine kaartjes hingen waarop collega’s iets aardigs hadden geschreven. Hoe de collega’s aan die kaartjes waren gekomen wist hij niet, want zelf kon hij zich niet heugen dat hem gevraagd was een bijdrage te leveren. Onze Geurt volstond de dag van de Oranjeviering dus met een kort knikje en de mompeling “Goed je weer te zien” toen hij Schoemaker trof op weg naar het koffieapparaat. Gelukkig stonden er al twee vrouwelijke collega’s met hem wetenswaardigheden uit te wisselen, zodat Geurt verder bijna ongezien kon passeren. Terwijl hij wachtte tot zijn koffiekopje vol was, bespiedde hij het tafereel op de gang, hoorde het woord ‘stoma’ en nam meteen daarop waar hoe Schoemaker zijn overhemd optilde en bijna goedkeurend kneep in een ondefinieerbaar zakje dat hij boven zijn middel droeg. Hij hoorde hem zelf nog godbetert tegen de twee vrouwen zeggen dat ze er best even aan mochten voelen en dat hij de stoma inmiddels als een nieuwe kameraad beschouwde. Ook Cors Nederhorst, wiens functieomschrijving
Geurt eerlijk gezegd niet kende, keerde levend en wel terug op de afdeling, al twee dagen nadat Mery Gebbink het schimmelalarm rond stuurde. Ondanks deze kortstondige afwezigheid, was de schimmelinfectie bij de fresh brew koffiemachine van Dowe Egberts vanzelfsprekend het dominante onderwerp van gesprek. Voor Cors zelf kwam van werken die dag niet veel, want menige collega hing aan zijn lippen om alle ins en outs te vernemen over zijn witte brokkelige afscheiding. Cors Nederhorst deed kond in geuren en kleuren. Terwijl hij genoeglijk aan zijn koffie lurkte – Cors had een eigen mok met Mickey Mouse en zijn naam erop - en zich nu en dan her en der op het lijf krabde, vloog de werkdag om. De ochtend na de terugkeer van Cors Nederhorst bleef iedereen op de afdeling food & fresh verstoken van medisch nieuws. Daaruit, zo bleek achteraf, mocht niet de conclusie worden getrokken dat geen van de 34 medewerkers wegens ziekte hoefde te verzuimen. Nee, de reden dat niemand een mededeling aantrof over ingegroeide teennagels, ingrijpende kaakoperaties en acute leukemie was een hele andere. Namelijk deze: afdelingssecretaresse Mery Gebbink was niet meer. Op de avond dat de schimmelinfectie van Cors Nederhorst de gemoederen bezighield, was Mary Gebbink om het leven gekomen bij een vervelend ongeval op de rotonde vlakbij haar huis. Op deze rotonde hadden fietsers voorrang. Dit was een Duitse vrachtwagenchauffeur met slachtvarkens aan boord kennelijk ontgaan. Hij verleende geen voorrang en verpulverde Mery en haar fiets onder de achterwielen van zijn truck. Mery’s collega’s vernamen het nieuws pas twee dagen later, toen plotsklaps een uitzendkracht met hele grote borsten haar plek op de afdeling had
ingenomen. Ze heette Lia Lippers en was niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk uit heel ander hout gesneden dan haar onfortuinlijke voorgangster. Zo communiceerde Lia niet met de afdeling maar vooral met zichzelf. Ze hield zich veelvuldig onledig met het veilen van haar lange rode nagels en het bijwerken van haar valse oogwimpers. Tussen neus en lippen door vertelde ze wel aan iedereen die het horen wilde dat ze tijden bij huis had gelopen met lichamelijke klachten vanwege haar lekkende borstimplantaten. Eén van Lia’s eerste opdrachten van hogerhand was dat ze alle “Jij bent ons kapitaal” posters van de gangen moest verwijderen. Daags daarna heerste er een gedrukte stemming in de bladgroep food & fresh. Een controller, feitelijk een veredelde boekhouder zonder enige kennis van het uitgeversvak, had de plek ingenomen van de vorige manager. De controller was aangesteld door het hoofdkantoor in Londen om de winstcijfers flink op te peppen, teneinde piepende aandeelhouders tevreden te stellen. Onze Geurt kwalificeerde het beleid van de controller al spoedig als FECC ofwel “Fuck the Employees, Fuck the Customers en Fuck the Quality”. Tientallen collega’s moesten het veld ruimen of uren inleveren. Klanten van food & fresh, zoals abonnees die vooraf het lidmaatschapsgeld hadden betaald, kregen ineens veel minder waar voor hun geld, want er werden pagina’s en nummers geschrapt. Zelfs werd een aantal tijdschriften opgeheven omdat ze niet genoeg rendement opleverden. Er werd bezuinigd op de diensten van professionele fotografen en het aantal pagina’s met kleurenfoto’s werd drastisch ingekrompen. Bakkers Belangen, één van de slachtoffers van de saneringsoperatie, was al snel geen
schim meer van wat het vaktijdschrift ooit was. De darmtumor van Berndt Schoenmaker keerde terug en kreeg van de specialisten het predikaat “inoperabel”. Cors Nederhorst, voor wie krabben een tweede natuur leek te zijn geworden, werd verantwoordelijk gemaakt voor “speciale projecten”. Hij kreeg een eigen kantoor zonder telefoonaansluiting in de uiterste hoek van de afdeling. Lia verkaste enkele verdiepingen naar boven en werd één van de twee secretaresses van de controller. Maar het moet gezegd worden, het FECC-beleid wierp zijn vruchten af. In een mum van tijd steeg het rendement van uitgeverij De Vier Elsjes, ook al nam de omzet door vertrekkende abonnees en adverteerders zienderogen af. Zelf koos onze Geurt een half jaar na de intrede van de nieuwe managementdoctrine eieren voor zijn geld. Hij vestigde zich als zelfstandig journalist. Van tijd tot tijd sprak hij her en der nog weleens oud-collega’s. Bijna altijd keken ze somber en klagerig en bijna standaard vertelden ze dat er net weer een saneringsgolf was afgerond. Zo kon het gebeuren dat vakblad Snack Revue, inclusief de website, nog door één journalist werd gemaakt. Ten tijde van zijn hoofdredacteurschap beschikte onze Geurt over vier journalisten in vaste dienst….
Enfin, gedane zaken van weleer nemen geen keer. Onze Geurt activeerde het beeldscherm van zijn laptop en las de zwartgallige tekst die hij deze ochtend schreef nog eens aandachtig door. “…….Het leven is een dubieuze eer die ons ten deel valt, waarbij men er goed aan doet zich tussendoor nu en dan maar wis en waarachtig met enige
regelmaat zonder enige terughoudendheid te bezatten….” Was hij, onze Geurt, niet een beetje al te negatief? Nee, het ging niet echt goed met de wereld en de mensen om hem heen. Ja, ook hij had moeite om de touwtjes aan elkaar te knopen en keek aan tegen een stapeltje ongeopende blauwe enveloppen…. Maar onze Geurt deed er goed aan ook alles eens van de positieve kant te bekijken. Met zijn onverzettelijke karakter en calvinistisch arbeidsethos moest hij zich toch gewoon goed kunnen redden? Hij had per slot van rekening, nu al weer vele jaren geleden, eigenstandig afscheid genomen van uitgeverij De Vier Elsjes - die tegenwoordig nota bene de internationale naam Reet Business droeg. Ja, onze Geurt had zijn lot in eigen hand genomen…. Zijn oudcollega’s restte niets anders dan maar voortdurend met angst en beven af te wachten hoe het lot over hun toekomst besliste. Hij moest er niet aan denken…. Het gemoed van onze Geurt kantelde. Hij stak een ambachtelijk gedraaid vers sigaretje op en logde in op zijn account bij de Rabobank. Een grote opdrachtgever had een formidabele factuur voldaan…. Tien minuten later was het geld al weer weg, maar het stapeltje blauwe enveloppen op Geurts bureau wel aanmerkelijk geslonken. Op de een of andere manier gaf dat grosso modo toch een prettig gevoel. Trouwens, gisteravond had het Nederlands voetbalelftal zich geplaatst voor het volgende WK.
- Ubel Zuiderveld