Trimestrieel contactblad, december, januari, februari Jaargang 10, nummer 4 Afgiftekantoor: 3300 Tienen 1 Ver. Uitg. Lucrèce Roegiers Vissenakenstraat 381, 3300 Vissenaken-TIENEN Tel. /fax (016) 82 45 37 email:
[email protected] Website : www.yggdra.be
België-Belgique P.B. 3300 Tienen 1 2/3294
De Sapstroom van
een didactisch-ecologische ontmoetingsplaats voor permacultuur
Winter 2008 24 december 2008
Permacultuur verzoening van eeuwenoude werkwijzen en nieuwe technieken oog voor de rijkdom van diversiteit kader voor verscheidene alternatieve invalshoeken zorg voor de vier elementen intens gebruik van het invallend zonlicht zorg voor de mens oeroud gevoel van eenheid dans met de natuur levensfilosofie P 702098 1
d
rtij winte
Wintertijd is tijd om het vuur aan te steken. Het is altijd een heerlijk moment om onze speksteenkachel hard op te stoken tot er witte vlammen ontstaan. Dan begint het hout te schitteren als waren het allemaal stukjes glinsterende juwelen. Ik kan enorm genieten van het wonder van het vuur dat warmte en licht geeft en tegelijk zo’n deugd doet. Maar zoals vele dingen draagt ook vuur het tegendeel in zich. Want terwijl ik zit te genieten van het schouwspel, is het tegelijk één en al vernietigende kracht die het langzaam opgebouwde hout in een mum van tijd herleidt tot enkele asresten. Het is een veranderingsproces waarin materie wordt omgezet in hitte. De vernietiging van het hout schept precies de warmte en het licht. Verandering is een constante in de natuur. Heraclitus, een Grieks wijsgeer, die leefde omstreeks 500 voor Christus, stelde het reeds: alles is in beweging. Dat zien we heel goed in de tuin. Maar momenteel is er ook in de maatschappij heel wat in beweging. Er is de financiële crisis die een reeks andere veranderingen met zich meebrengt, er is de opwarming van de aarde, de wellicht nakende periode dat er minder goede en goedkope olie beschikbaar zal zijn. Het kan je mismoedig maken maar tegelijk zijn het ook nieuwe mogelijkheden. Bij de overheid is er niet zoveel te merken van nieuw elan en nieuwe ideeën maar aan de basis is het volop aan het borrelen. Mensen zijn intens bezig oplossingen te zoeken die een antwoord bieden aan het geheel van de problematiek. Het gaat hem niet om hier en daar wat schoonheidsingreepjes te doen. Maar er is een zoektocht naar nieuwe vormen van maatschappij en economie.
2
De Transition Towns beweging is sterk aan het uitdijen, er is een fel stijgende belangstelling voor natuurlijke landbouw en permacultuur in al zijn facetten, nieuwe vormen van relatie tussen tuinbouwer en consument o.a. in de vorm van CSA en zelfpluktuinen. CSA staat voor Community Supported Agriculture, waarbij de klanten een eerlijk en vast loon betalen aan de tuinbouwer waar ze dan een jaar lang hun groenten kunnen halen. Zelfpluktuinen, waar mensen zelf gaan oogsten, ontstaan hier en daar. Men wil meer vat krijgen op het eigen leven, meer betrokken zijn. Rechtsteeeks contact tussen producent en consument is een winsituatie aan beide zijden. En alles lijkt ons in de richting van meer kleinschaligheid, kwaliteit en lokaliteit te sturen. Ik las deze week in Vacature een interview met Alain Botton, een schrijver-filosoof, naar aanleiding van een nieuw boek van hem dat zal verschijnen begin januari met als titel ’Ode aan de arbeid’. Hierin stelt hij dat ‘zodra we niet meer kunnen zien hoe ons werk het bestaan van anderen verbetert, we depressief worden. Dat is een van dé grote problemen van onze moderne samenleving.’ In verband met voedsel zegt hij daarin ook: ‘We leven in een rare wereld waarin massa’s geld in fabrieken worden geïnvesteerd om minderwaardige producten aan de man te brengen.’ ‘ In de pre-industriële samenleving kon de kleine, ambachtelijke koekjesmaker die zijn klanten persoonlijk kende, wel overleven. De globalisering heeft veel kleinschalige, kwaliteitsvolle ambachtslui de das omgedaan. Onze geglobaliseerde economie wordt vooral gedreven door geld.’ Hopelijk brengen de nieuwe impulsen een meer vreedzame en gezonde wereld voort en kunnen we op die manier de uitdagingen van de komende jaren aan. We wensen jullie ontspannende eindejaarsdagen en voor het komende jaar enthousiasme en energie om aan een betere wereld te werken. 3
tuinbezoek
Een rondleiding in de tuin van Yggdrasil kan op afspraak, alle dagen behalve op vrijdag, zondag en op zaterdagvoormiddag. U wordt verwelkomd met een gratis drankje. Een rondleiding duurt ongeveer twee uur. Nadien is er gelegenheid om iets te drinken. Op afspraak zijn er ook hapjes of een maaltijd te verkrijgen, alles biologisch én vegetarisch. Het thema van de rondleiding wordt vooraf afgesproken: * natuurbeleving zintuigenoefening en kennismaking met natuurlijke patronen. * permacultuur ontstaan, betekenis, principes, praktische toepassing in de tuin. * kruiden herkennen, teelt, standplaats, gebruik,… Tijdens het winterseizoen worden de rondleidingen aangepast aan het weer. Wie graag met een groep een geleid tuinbezoek wil brengen aan Yggdrasil kan hiervoor een afspraak maken. Prijs: 75,00 euro. Tel./fax (016) 82 45 37. 4
Voeding: echt eten
In ons vorig nummer waren enkele uittreksels opgenomen uit het boek “Pleidooi voor echt eten” van Michael Pollan. Het laatste advies dat hij geeft in zijn boek luidt: ‘Kook, en zorg, als dat mogelijk is, voor een moestuin.’ (p. 166—169) In zijn tekst breekt hij een lans voor het zelf telen van je voedsel in je eigen tuin, ook al is die maar een postzegel groot. De tijd die je aan je tuin en in je keuken besteedt, verandert je relatie tot voedsel en eten. Je krijgt terug contact met de natuur en de vele netwerken die er aanwezig zijn. Vaak kijk je verrast op wanneer je aandachtig en observerend in de tuin bezig bent: het is allemaal zo logisch en steekt zo ingenieus in mekaar dat je er soms stil van wordt. Je krijgt ook meer respect voor wat er groeit en bloeit en vooral voor hetgeen nadien op je bord komt. Het heerlijkste moment is misschien wel wanneer je je tuintje inwandelt met een mand om je avond - of middagmaal te verzamelen. Je kiest al wandelend, kijkend en ruikend. Wat rijp is of klaar om te plukken laat jou dat merken door geur en kleur. Nadien is het een plezier om het klaar te maken: niet te veel weggooien van de vitamine– en mineralenrijke delen: groen van de prei, worteltjes van de prei, de schil van de meeste groenten, het is allemaal eetbaar en geeft een speciaal accent aan je gerechten. Zelf je eigengeteelde eten klaarmaken is een creatief en ontspannend proces. Als je op die manier met je voedsel bezig bent, hoef je je helemaal geen zorgen te maken over de diverse bestanddelen: eet gevarieerd en eet basisvoedsel zoals het groeit. Je keuken is geen labo scheikunde!
5
Je hoeft je ook niet voortdurend af te vragen of je eten ‘gezond’ is. Er gaan stilaan stemmen op om te zeggen dat niet één element of enkele elementen bepalen of een voedingsmiddel gezond is: het gehele voedingspatroon, gelinkt aan de streek en het seizoen of de cultuur en de levenswijze, bepaalt je gezondheid.
Maar je moet het boek vast eens lezen, hij schrijft dat zelf nog veel duidelijker en boeiender. Heb jij de weg naar het eten klaarmaken op een gezonde manier nooit geleerd of ben je die kwijt gespeeld? Dan kan je in de workshop ‘gezonde voeding anno 2009’ leren hoe je je dagelijks eten met plezier klaar kan maken. Wil je je eten zelf telen in je eigen tuin, ook dat kan je leren in de workshop ‘voedsel kweken’.
6
Groente: zwarte rammenas
De zwarte rammenas of Raphanus sativus niger, van de familie van de kruisbloemigen, behoort tot de vergeten groenten. Als we een oud handboek (1923) van groententeelt inkijken, dan zien we dat er naast de radijsjes nog veel meer groenten tot de soort Raphanus sativus behoren nl. de zomerradijzen en de winterradijzen of rammenassen. Bij de rammenassen vinden we er 6 variëteiten: van lang tot rond en van wit over violet en grijs tot zwart. De best gekende winterradijs is de zwarte rammenas, lang of rond. De ronde is vooral interessant op zware gronden omdat de lange rammenas gaat splitsen. Radijzen zijn éénjarige planten, maar ramenassen zijn tweejarig. Over de herkomst is geen eensgezindheid: Zuid-Azië of het oostelijk gedeelte van de Middellandse Zee. De bladeren zijn langwerpig, ingesneden en ruw. Het blad van de rammenas is een stuk groter dan dat van de radijs. De stengels zijn vertakt en dragen witte of violetachtige bloemen. De hauwtjes zijn éénhokkig en bevatten roodachtige, ronde, onregelmatige zaden. Het zaad behoudt gedurende 5 jaar zijn kiemkracht. De zwarte rammenas was in 2000 v. Chr. een belangrijke voedselbron in Egypte. Ook in het klassieke Griekenland was ze bekend, zo herinner ik me uit een Griekse komedie. De zwarte rammenas zaait men ter plaatse in de loop van juli om te oogsten in oktober en november.
7
De rammenas houdt van grond waarin de wortel diep kan doordringen. Voor zware gronden is daarom de ronde rammenas beter geschikt. Rammenas wordt gezaaid na 20 juni en ten laatste tegen 20 juli. Vroeger zaaien geeft kans op doorschieten. De groei duurt ongeveer 3 maanden. Ofwel kan je ze op een 15-tal cm van elkaar zaaien ofwel moet je ze later op die afstand uitdunnen. Rammenas kan tegen de kou maar als het begint te vriezen is het nodig de nog resterende exemplaren te oogsten en eventueel in te kuilen of in zand of compost te bewaren. De wortel is zwart langs buiten maar het vlees is wit. De wortel schoonborstelen is voldoende, hij hoeft niet geschild te worden. Rammenas smaakt veel feller dan radijs. Hij wordt rauw gegeten: fijn geraspt geeft hij een pittig aroma aan rauwkost, nog meer als je de schil meeraspt. Bovendien geeft dat een mooi effect door de combinatie van het wittte vlees met de zwarte schil. Je kan hem ook rauw in stamppotten verwerken of als garnering toevoegen aan soepen. Het is een vitamine C-rijke groente met een heilzame werking. De wortel wordt in kruidenboeken geprezen om talrijke eigenschappen: goede werking op lever en galblaas, urinedrijvend, eetlustopwekkend. Maar het best bekend is wel het gebruik bij hoest en zijn slijmafdrijvende werking. Aangezien de rammenas een scherpe smaak heeft, gebruik je er best niet teveel van. Maurice Mességué, een bekende kruidendokter uit Zuid-Frankrijk, zegt dat rammenas ‘vuur en dynamiet’ tegelijk is en dat hij enkel bij matig gebruik heilzaam is. Een gulden regel: overdrijf niet, het is niet omdat iets goed is, dat meer van hetzelfde beter is. Luister naar je lichaam, wat je moeilijk verteert, gebruik je minder of niet.
8
Gezond eten anno 2009: voedselcombinaties
recept
Rammenas smaakt heel lekker, fijn geraspt met de schil, als onderdeel van een rauwkostje of als toemaatje bij een stuk warme groentetaart.
Een ouderwetse hoestsiroop: Een ronde rammenas - een lepel honing of rietsuiker Dit gaat het best met een ronde rammenas. Je holt een ronde rammenas van bovenaf een beetje uit. Dit kan het gemakkelijkst met een speciaal mesje waarmee je meloenbolletjes of aardappelnootjes maakt. Je prikt in de bodem enkele gaatjes met een breinaald. Dan zet je de rammenas bovenop een glas. In de rammenas doe je een lepel rietsuiker of honing. Laat het geheel in de keuken staan. Het sap van de rammenas vermengt zich met de suiker of de honing en gaat langzaam uit de rammenas in het glas druppelen. Wat in het glas terechtkomt is een goede hoestsiroop. Vroeger stond in heel wat gezinnen in de winter een glas met rammenas steeds klaar als hoestsiroop.
Als vervolg op de kennismakingsles van november rees de vraag naar het thema: voedselcombinaties. Zoals steeds gaat het om theorie gevolgd door praktijk. De bereidingen gebeuren altijd ecologisch, biologisch, vegetarisch met aandacht voor het gezellig samen proeven. Het thema ‘voedselcombinaties’ omvat zowel de visie van Jan Dries alsook de aandacht bij het samenstellen van het menu voor kleur en evenwicht van de verschillende plantendelen. Het is nodig om een groentenmes en een schort mee te brengen. Wanneer: maandag 23 februari 2009 van 19.30 u. tot 22.00 u. Prijs : € 10,00 Abonnees van de Sapstroom: € 9,00 Waar:
Yggdrasil, Trefpunt Vissenakenstraat 381, 3300 Tienen
Vooraf inschrijven is noodzakelijk. Het aantal deelnemers is beperkt tot 12. Bankrekening: 979-6533093-51 9
10
Workshop Voedsel kweken
natuurlijke landbouw Anastasia
Zaterdag 4 april 2009 van 10.00 u tot 17.00 u. Workshop voedsel kweken Zelf (gedeeltelijk) je voedsel kweken heeft vele voordelen: het biedt gezonde ontspanning, je hebt echt voedsel, steeds vers en bij de hand. Het hoeft ook niet moeilijk te zijn en het kan met veel minder werk dan velen je laten geloven. Dat kan met permacultuur: minder arbeid, minder kosten, rugbesparend, een prachtige opbrengst en met enthousiaste medewerking van de natuur. Wil je weten hoe je dat doet? Kom dan mee luisteren en werken op zaterdag 4 april. We beginnen met enige theorie maar we proberen het ook uit. Daarom wordt een groot deel van de tijd besteed aan het aanleggen en bijwerken van groentebedden voor het nieuwe seizoen. Plant– en zaaischema’s worden opgemaakt en besproken. Tenslotte wordt ook een deel van de planning uitgevoerd. Prijs : 20,00 euro abonnees: 18,00 euro Gelieve picknick mee te brengen voor ‘s middags. Drank, ook soep, is voorzien. Voorzie ook werkkledij en eventueel regenkledij. Vooraf inschrijven is noodzakelijk. Rekeningnummer: 979-6533093-51
11
Er is steeds meer te horen over Anastasia-landbouw. Vooral in Nederland lijkt er veel om te doen maar ook in Vlaanderen hoor je er af en toe iets van. Daarom even iets meer hierover. Anastasia is de hoofdfiguur uit de romanreeks van Vladimir Megre. Hij is een Russisch zakenman wiens leven compleet verandert na zijn ontmoeting met Anastasia. Hij heeft van haar de opdracht gekregen alles op te schrijven en uit te geven zoals zij het vertelt. Ze beschikt over een speciale kracht, energie, waarmee ze mensen ertoe wil brengen zich in te zetten voor een betere toekomst in samenwerking met de natuur. Aanvankelijk beweerde hij dat het allemaal echt gebeurd was maar ondertussen heeft hij toegegeven dat hij het verhaal verzonnen heeft. Er is nog steeds discussie over. Maar het doet niets af aan de inhoud. Anastasia wil vooral de Russische volkstuinders ertoe brengen terug met de natuur samen te werken en van daaruit zal de natuurlijke landbouw zich verspreiden over de gehele wereld. Haar visie op natuurlijke landbouw vormt slechts een klein deel van de romans maar het heeft toch al heel wat teweeggebracht. Haar richtlijnen doen vaak denken aan permacultuur, logisch vermits permacultuur vertrekt van samenwerking met de natuur. Een groot verschil is echter dat zij ervan uitgaat dat de gehele schepping er is voor en in dienst van de mens, terwijl in permacultuur de mens een deel is van het grote geheel noch min noch meer. Daar frons ik toch wel de wenkbrauwen. Kunnen we het niet afleren onszelf in het middelpunt te zetten? Waar leidt die visie naartoe? Ze gaat ook uitvoerig in op het feit dat het heel belangrijk is dat de tuinder innig contact maakt met de plant, het zaad en de grond waarin geteeld wordt zodat bodem en plant maximale informatie 12
kunnen opnemen over de persoon in kwestie, vooral over zijn gezondheidstoestand zodat de plant precies die stoffen kan aanmaken die de gezondheid van de teler zullen bevorderen. Bij het ontwerp dat ze voorstelt gaat het in de richting van permacultuur. Voor de omheining gaan ze op zoek naar een duurzame omheining, die goed afsluit zonder dat je er prikkeldraad of iets dergelijks moet aan vastspijkeren en die niet na enkele jaren kapotgaat. Tenslotte komen ze terecht bij het planten van bomen. ‘Je kan er dichte struiken tussen planten, waar je niet doorheen kunt. Kijk eens goed, denk je eens in wat voor een prachtige schutting je kunt maken! Bij iedereen zal het er net een beetje anders uitzien, het zal een lust voor het oog zijn. *** Weer een ander zal in een moment van creatieve bezieling een kleurrijke, sprookjesachtige omheining maken.’ ‘ Hoezo kleurrijk?’ ‘ Door bomen met verschillende kleuren te planten, zoals berken, esdoorns, eiken en ceders. Je kunt er lijsterbessen tussen zetten, met bessen als vuur zo helder rood, en misschien nog een Gelderse roos. Je kunt nog een plek maken voor vogelkers, voor seringen. Je kunt immers vanaf het begin zelf ontwerpen. Daarbij moet je wel bedenken hoe hoog de struik wordt, hoe hij bloeit in het voorjaar, hoe hij ruikt en welke vogels erop af komen. Zo wordt je omheining een zingende, geurige creatie. En je zult nooit genoeg krijgen van haar betoverende tinten die iedere dag weer anders zijn, bloeiend in de kleurenpracht van de lente of in de vlammende schakeringen van de herfst.’ Of er aan die omheining nooit meer werk is, zoals ze vermeldt, lijkt me dan weer al te utopisch. ‘In de moestuin graven we een ondiepe vijver van ongever 200 m². Tussen de bomen in het bos planten we bessen– en frambozenstruiken en langs de rand aardbeien.’ Fantasie of niet, een en ander zet zeker aan het denken. 13
Interessante planten voor de tuin De kruisbes of Ribes uva-crispa is een eerder kleine, laagblijvende struik met doornige takken. Hij behoort tot het kleinfruit. Hij draagt groenblijvende of rode, ovale bessen van 1 cm tot 2 cm hoogte. De kruisbes is goed bestand tegen wind. Ze verdraagt schaduw maar toch verkiest ze een zonnige standplaats. Daar is ze ook beter bestand tegen meeldauw. Het best kan je rassen kiezen die goed meeldauwresistent zijn. Kruisbessen zijn zelfbestuivers. Vanaf juni tot augustus, afhankelijk van het ras, zijn de bessen plukrijp. Ze zijn heerlijk om zo uit de hand te eten maar je kan er ook confituur of sap van maken, ze verwerken in taarten of gebak. Voor verwerking in taart oogst men de bessen meestal voor ze rijp zijn, dan bevatten ze meer pectine. Hosta is een plant die afkomstig is uit Japan en China waar ze een goede reputatie heeft in de keuken. In het boek ‘De Smaak van Bloemen’ van E. De Lestrieux staan er diverse recepten met Hosta-bloemen. Naar haar idee zijn alle Hosta species en variëteiten te gebruiken maar omdat de Hosta’s uit de fortunei– en sieboldii-groep zoveel in Japan voorkomen worden die daar aanbevolen. Hostaknoppen en jonge Hostabloemen worden verwerkt in pickles, gefrituurd, gestoomd of rauw gebruikt als decoratie die je mag opeten. Het aangename is dat Hosta’s lang blijven bloeien, dat er een schier eindeloze keuze is en dat het planten zijn die het goed doen in de schaduw, op vochtige plaatsen maar ook onder bomen en in potten. Het blad wordt gebruikt in bloemstukken maar is ook eersteklas slakken -voer! Hosta groeit, als de slakken niet teveel snoepen, heel gemakkelijk. Ze sterft in de winter bovengronds af maar groeit snel aan is een goede bodembedekker. 14
Salie of Salvia officinalis, ook wel de koningin van de medicinale planten genoemd. Salie is een doorlevende, houtachtige plant die winterhard is. Ze vraagt een echt zonnige standplaats en een mineraalrijke, goed doorlaatbare bodem. Ze heeft langwerpige grijsgroene, viltige bladeren. In juni bloeit ze met blauw-paarse lipbloemen die veel bijen aantrekken. De bloemen en de blaadjes zijn in de keuken te gebruiken. We kennen salie echter vooral als natuurlijk antibioticum, goed bij verkoudheid, slijm, keelpijn en andere winterse kwaaltjes. Een blaadje meebakken als je vette gerechten klaarmaakt, laat ze ook beter verteren. Salie als mulch of bodembedekker onder druivelaars houdt ze gezond. Niet overdrijven met salie maar af en toe een tasje saliethee of bij verkoudheid saliedampen inhaleren zijn beproefde, winterse huismiddeltjes. Kauwen op salieblaadjes maakt de tanden sterk en gezond en voorkomt tandsteenvorming. Een oud versje zegt: ‘Wie wil leven voor altij, eet salie in de mei.’ Winterpostelein Claytonia perfoliata D. Het is een klein groen plantje met vlezige blaadjes. Elk blaadje staat op een fijne stengel en vormt samen met de andere stengels een rozet. De eerste blaadjes zijn vlak, maar de blaadjes waaraan bloemen groeien vormen een kelk waar de bloem als het ware uit te voorschijn komt. De kleine bloemetjes zijn wit en vormen later heel veel kleine zwarte zaadjes. De plant is éénjarig maar zaait zichzelf heel gul uit. Het is een zeer gemakkelijke plant die geen bijzondere eisen stelt aan de grond. In het Zwin is ze verwilderd terug te vinden. Winterpostelein is winterhard maar ziet er wel minder mooi uit na een erg koude periode. Het is een dankbare groente omdat ze er is als er weinig ander groen beschikbaar is. Ze is lekker rauw als sla of gemengd met rauw witloof. De blaadjes met pas ontloken bloemen zijn heel decoratief en lekker. Er is ook een heerlijke soep van te maken. In alle geval een aanrader voor de wintertuin en –keuken. 15
jaarprogramma Er kunnen op aanvraag van groepen ook lessen georganiseerd worden of het lokaal kan gehuurd worden voor workshops, vergaderingen of lezingen.
februari 2009 ma 23
workshop ‘gezonde voeding anno 2009’ ‘voedselcombinaties’: 19.30 u. - 22.00 u.
april 2009 zat 04
workshop ‘voedsel kweken’: 10.00 u. -17.00 u.
mei 2009 zo 10
kruidenverkoopdag 10.00 u. - 17. 00 u.
eind mei
juni 2009 zo 21
augustus 2009 za 22
16
workshop ‘gezonde voeding anno 2009’ ‘vleesvervangers’: 19.30 u. - 22.00 u.
workshop ‘aanleg van een kruidenspiraal’ 10.00 u. tot 16.00 u. in Heultje (Westerlo)
rondleiding op Yggdrasil 15.00 u. - 17.00 u. vooraf inschrijven is noodzakelijk
Kruidenweetjes Grote engelwortel
Voor wijzigingen en aanvullingen van het programma kan je altijd terecht op www.yggdra.be.
Voor de workshops is inschrijving vooraf vereist. Dit gebeurt via telefoon/fax 016/ 82 45 37, via e-mail of per brief. De inschrijving is pas een feit door betaling of door het storten van het inschrijvingsgeld op rekeningnummer 979-6533093-51 van Yggdrasil. Wie een abonnement wil nemen op de Sapstroom, stort 10,00 euro op bovenstaand rekeningnummer. Dit tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Het abonnement loopt telkens van september tot juni. Wie zich abonneert krijgt 10% korting op onze eigen activiteiten.
17
Grote Engelwortel
Angelica archangelica L. familie van de schermbloemigen
De meeste mensen kennen, wellicht zonder het te weten, de Grote Engelwortel als de kleine, groene, geconfijte stukjes die je op koekjes en cakes vindt. Dit zijn geconfijte stukjes stengels. De Grote Engelwortel is een robuuste plant met een knolachtige wortelstok en veel bruine wortels. In het eerste jaar ontwikkelt de engelwortel alleen blad dat maximum 0,5 tot 1,5 m hoog wordt. In het tweede jaar groeit hij snel in de hoogte, soms tot 2,5 m met heel dikke, holle, geribde en onderaan roodachtige stengels, grote bladeren en ronde bloemschermen. De bloemschermen verschijnen in juli-augustus. De bloemen zijn tweeslachtig, straalvormig en groen tot geelachtig. De vrucht is een dubbele doos die zich in 2 geelachtige, gevleugelde zaaddozen splitst. Van nature groeit Engelwortel in heuvelachtige tot bergachtige gebieden in vochtig, niet te donker struikgewas, langs rivieren en in greppels. In ons land heeft de Grote Engelwortel zich pas sedert 1934 gevestigd, bijna uitsluitend langs de Samber, na zich spontaan uit de Europese bergen te hebben verspreid. Algemener is de Gewone Engelwortel, Angelica sylvestris L., veel bescheidener van uiterlijk, veel minder sterk geurend en minder medicinaal werkzaam.
18
De plant heeft graag een beetje schaduw of gefilterde zon, vochtige grond en ze geeft de sappigste stengels als ze in humusrijke grond groeit. Engelwortel laat zich niet zo gemakkelijk zaaien omdat de zaden heel snel hun kiemkracht verliezen als er geen contact is met de plant of de grond. Het gemakkelijkst kan je de plant zichzelf laten uitzaaien en nadien de overtollige planten uitplanten of weghalen. Na de zaadvorming sterft de plant af. In de Oudheid meende men dat de Engelwortel de pest kon verdrijven, vergif neutraliseerde en de levensduur verlengde. In onze tijd geldt hij als opwekkend voor de spijsvereringsorganen en als antiseptisch. Hij stimuleert de maag tot verhoogde productie van spijsverteringssappen. Men oogst de bladeren en bladstelen tijdens het voorjaar en de zomer als ze nog groen en sappig zijn. De wortels kan je het best oogsten in het najaar van het eerste jaar. Het rijpe zaad vang je ‘s morgens op als het nog vochtig is van de dauw. Je kan een aftreksel bereiden van de wortel of de zaadjes. De aromatische wortel wordt in allerhande likeuren en drankjes verwerkt, zo is het één van de ingrediënten van Benedictine en Chartreuse. Bij contact met de plant kan onder invloed van zonlicht huidirritatie ontstaan. Ook bij regelmatig inwendig gebruik van preparaten, niet van de thee, kan overgevoeligheid voor de zon en zelfs huidirritatie ontstaan. Door de cumarines die ze bevat is ze ook gevaarlijk voor het vee. In de tuin is het een opvallende verschijning met een prachtig silhouet. De schermen gonzen van de insecten en vooral de gestreepte wants is in grote aantallen te vinden op de schermen. Een plant die niet mag ontbreken in een iets grotere tuin. 19
De tuin van Yggdrasil
Zoals elk jaar is er ook op Yggdrasil één en ander gebeurd in eht voorbije jaar en hebben we plannen voor de toekomst. Vorig jaar hebben we de zitkuil nog wat bijgewerkt en aangeplant. Deze winter worden op de berm aan de parking nog enkele besdragende struiken aangeplant om vanaf de parking inkijk te vermijden. Er komen appelbessen die voor mooie herfsttinten zorgen. Zodra het gras is ingegroeid kunnen rondleidingen daar starten onder de ‘Yggdrasil’. Tijdens de workshop van 11 november hebben we het vlechtwerk aan de parking achter de schuur afgewerkt met o.a. bussels van fijne takken. Ook het vlechtwerk aan de poel, aan de kant van de weide, is afgewerkt. We zijn begonnen de houtkant van de wei te kappen. Dat levert ons hout voor de speksteenkachel voor de toekomst en mulchmateriaal. In zone 4 is de basisstructuur van de zintuigentuin klaar en we hopen in het voorjaar ook een groot deel van de kruidachtigen aan te planten. Aansluitend op het bos hebben we een kwart hectare bijgekocht waarop we een zelfpluktuin voor fruit willen aanplanten. Het grootste deel van de aanplant van het fruit is reeds gebeurd maar de bodembedekking moet nog gelegd worden en de aanplant van heel veel symphytum als mulchmateriaal en van een deel van de houtkant staat nog op het programma. Het terrein is aangelegd volgens een natuurlijk patroon, nl. de structuur van een boom of een blad, zodat alle delen van het terrein gemakkelijk en met de kortste weg kunnen bereikt worden. Er zijn enkele halfstam fruitbomen aangeplant zoals appelen, peren, kersen en pruimen met een notelaar als toeschouwer. We proberen het daar ook, met enkele vijgenbomen.
20
Maar er staan vooral bessen: rode, witte, zwarte, kruisbessen, honingbes, jostabes, bosbessen, Amerikaanse zwarte bes, frambozen, vroege en herfstframbozen, braambessen, Taybes en Japanse wijnbes. Her en der komen ook kruiden, vooral schermbloemigen. Die trekken immers insecten aan die de natuurlijke vijanden zijn van de schadelijke insecten. We gaan er ook eetbare bloemen zoals fuchsia’s, ééndagslelies, hosta’s en enkele doorlevende groenten tussenin planten. Het geheel wordt omzoomd met een houtkant waarin vooral vlier, linde en wilde kers geplant worden. Volgende zomer zal er nog niet veel te oogsten vallen maar vanaf het jaar nadien zal dat goed beginnen. Om in de zelfpluktuin te geraken hebben we een doorgang gemaakt tussen het bos en de houtkant aan de Vissenakenstraat. Zo wordt het bos niet teveel gestoord en langs dat pad staan reeds enkele hazelaars en bosbessen. Daarnaast proberen we deze winter ook een beetje te rusten en maken we toch ook weer plannen voor de iets verdere toekomst.
21
Tuinbewoners: graag gezien of niet? Op de grond en in de beplanting leven heel wat dieren, op en vlak boven de grond vinden we over het algemeen het meeste leven. Mieren zijn over het algemeen niet zo’n gegeerde tuinbewoners. Er zijn heel wat mierensoorten. De bruine wegmier is de enige soort die in alle tuinen te vinden is. De nesten zitten meestal in de grond onder stenen maar soms ook op andere plekken. Ook knoopmieren kunnen in de tuin aanwezig zijn. Deze mieren kunnen bijten. Zij bouwen hun nest onder stenen of in de grond. Op open plekken zijn de nesten te herkennen aan de grote nesthopen. Heinz Erven schrijft in zijn boek ‘Mijn Paradijs’ uitvoerig over zijn mieren. Hij schrijft o.a. ‘Vooral de bonte specht boort in de winter graag gaten in de mierenhoop om de zo begeerde poppen, larven en mieren op te pikken. In dat geval kan de mierenkolonie uitsterven door afkoeling. De mierenhoop dient nl. om de temperatuur binnenin het nest in evenwicht te houden. Afhankelijk van de weersomstandigheden zien we er grotere of kleinere gaten. In de winter worden alle openingen afgedicht en binnenin het nest ligt de temperatuur steeds zo’n 10°C hoger dan de temperatuur buiten.’ Op het einde van de zomer komen de mannetjes en nieuwe koninginnen massaal naar buiten voor de bruidsvlucht. Zo’n zwerm mieren trekt vogels aan die in de lucht gaan jagen op de mieren. Na de paring sterven de mannetjes snel en een bevruchte koningin gaat op zoek naar een plekje om te overwinteren. H. Erven schrijft dat alle mierensoorten bij hem welkom zijn. ‘Ze scheiden immers allemaal het zo waardevolle mierezuur af en bovendien zijn ze in staat de zwaarste leem in de loop der tijden te veranderen in fijn zandloperzand.’
22
Mieren zijn ook nuttig omdat ze vanalles eten: kleine, dode insecten, afval, suikerkorrels en honingdauw van luizen. Knoopmieren zijn vleeseters die andere insecten zoals vliegen en muggen eten. In de buurt van een mierennest zijn meestal weinig andere insecten te vinden. Bladluizen en mieren hebben een bijzondere relatie. Mieren houden van zoet en ze zijn dan ook dol op het zoete vocht dat de luizen afscheiden. De mieren eten deze honingdauw en gaan de bladluizen daarvoor melken. In ruil hiervoor verjagen ze bijna al de vijanden van de bladluizen. Maar mieren eten zelf ook soms bladluizen en vaak maken ze de grote omgeving van hun nest bladluizenvrij. Mieren staan er voor bekend harde werkers te zijn. Het zijn dan ook heel goede jagers en samen met de spinnen kunnen ze soms de helft van de aanwezige vliegen, muggen en cicaden vangen. Bovendien vormen ze een onderdeel van het voedsel van grotere dieren zoals muizen, vogels, vleermuizen, hagedissen en kikkers. Het is boeiend om de mieren te volgen die steeds maar druk bezig zijn. Langs de stam van een fruitboom kan je ze op en neer zien gaan op weg naar de bladluizen en terug naar hun nest. Mieren zorgen ook voor de verspreiding van bepaalde planten. Er zijn immers planten waarvan de zaden een zoet knobbeltje hebben zoals de stinkende gouwe, het maarts viooltje,... Omwille van het zoet sleuren de mieren het zaadje naar hun nest. Onderweg kunnen sommige mieren zich niet bedwingen en eten het zoete knobbeltje op. Dan is er ook geen enkele reden meer om het zware zaad te versjouwen en ze laten het dan onderweg achter waar het kan ontkiemen. Wil je toch de mieren buiten ergens weghouden, dan plant je daar lavendel, zo blijven ze daar weg. Maar ga ze niet bestrijden, ze vormen een belangrijk onderdeel van het gehele netwerk en uw planten en tuin kunnen er alleen maar wel bij varen. 23
Permacultuur leidraden en ideeën bij het ontwerp Principe 2 Vang en stockeer energie Droog het hooi terwijl de zon schijnt
Wij leven in een wereld van nooit eerder geziene rijkdom, die het resultaat is van het gebruik van enorme opgeslagen hoeveelheden fossiele brandstoffen die door de aarde zijn gemaakt over een periode van miljarden jaren. Wij hebben een stuk van deze rijkdom gebruikt om onze oogst van de hernieuwbare energiebronnen van de aarde op te voeren en dit tot in een graad die niet duurzaam is. De meest nadelige invloeden van dit overgebruik zullen zich manifesteren wanneer de fossiele brandstoffen in hoeveelheid zullen afnemen. Om het in financiële termen te zeggen: we leefden op de consumptie van kapitaal dat een globale verspreiding kent, op een roekeloze manier, die elke onderneming naar het bankroet leidt. Wij moeten leren hoe wij de meeste rijkdom die wij nu aan het consumeren zijn of verkwisten, kunnen sparen en herinvesteren, zodat onze kinderen en nakomelingen een behoorlijk leven kunnen leiden. De ethische basis voor dit principe kan onmogelijk duidelijker zijn. Jammer genoeg zijn hierbij de conventionele begrippen van waarde, kapitaal, investering en rijkdom niet erg nuttig. Minder geschikte begrippen van rijkdom hebben ertoe geleid dat wij de mogelijkheden niet zagen om de lokale stroom aan hernieuwbare en niet-hernieuwbare vormen van energie op te vangen. Deze kansen herkennen en ook benutten kan de energie leveren waarmee wij zowel kapitaal kunnen heropbouwen als ons voorzien van een ‘inkomen’ voor onze directe noden. Dit principe (nr. 2) behandelt de opvang en langdurige opslag van energie, dit wil zeggen, sparen en investeren om natuurlijke en menselijke rijkdom te creëren. 24
Het icoontje van de zon in een fles wekt de suggestie dat het seizoensoverschot bewaard wordt en verwijst verder nog naar een veelvoud van andere traditionele en nieuwe manieren om energie op te vangen en op te slaan. Het verwijst ook naar een basisles in de biologische wetenschap: dat alle levensvormen direct of indirect afhankelijk zijn van de zonneënergie, die vastgehouden wordt door groene planten. Het spreekwoord "het ijzer smeden terwijl het heet is", herinnert er ons aan dat ons slechts een beperkte tijd is gegeven om energie op te vangen en op te slaan vooraleer de seizoensgebonden of periodieke overvloed verdwijnt. Energiewetten Om de metaforen van kapitalisme en financiële planning te overstijgen, hebben we een basiskennis nodig over de energiewetten, die de basis vormen van van al wat er mogelijk is in de natuur en menselijke aangelegenheden. Het begrip van deze energiewetten was fundamenteel bij de ontwikkeling van het concept permacultuur. Wij zijn gewoon om energiebronnen te zien als brandstof die ons ter beschikking staat door het economisch systeem, maar energie (in diverse vormen) is de drijvende kracht achter alle natuurlijke en menselijke systemen. Onze voeding, die wij zien als brandstof voor het lichaam, is de belangrijkste energiebron die mensen (net als alle dieren) uit hun omgeving halen. Doorheen het universum zal energie altijd bewegen van grote concentratie naar lege gebieden, waar zij dan in verspreide en verdunde vorm voorkomt. Verder is het zo dat hoogwaardige energie zal degraderen naar lagere vormen van kwaliteit, zodat meteen de kracht om verandering te bewerkstelligen of te werken, afneemt, in de betekenis die ingenieurs en fysici eraan geven. Deze neiging naar wanorde en tenslotte dood noemen we entropie, iets wat elke levende en niet-levende structuur beïnvloedt. Toch is het zo dat zelf-regulerende structuren (vooral de levende) ook in staat zijn een kleine hoeveelheid energie die zij absorberen, vast te 25
houden en te transformeren. Deze energie wordt dan vastgehouden onder verschillende vormen van opslag en van duur, precies voor het gebruik bij het eigen onderhoud, de groei en het aanboren van nog meer energie. De opgeslagen energie is van grotere kwaliteit dan de bron waar ze uit voortkwam en zo is ze in staat een breder aantal processen aan te sturen dan de originele bron van energie. Voor levende structuren (van eencelligen over de homo sapiens naar de hele planeet) zijn de aanwezige energiestromen meestal onregelmatig en beperkt in kwantiteit en kwaliteit. Levende systemen die "ontworpen" zijn om de efficiëntie van het transformeren en opslaan van energie te optimaliseren, zullen vaker blijven bestaan doorheen de evolutie. *** Een eenvoudig Australisch voorbeeld van een voedselketen ter illustratie: Tuiniers en landbouwers hebben gedurende eeuwen de voedselenergie vastgehouden in seizoensgebonden landbouwgewassen, die dan nog eens werden gestockeerd en bewaard voor latere consumptie. Het bewaarde zaad was een bijzonder krachtige manier voor de opslag van energie en essentieel voor de oogst van het volgend seizoen. Door energie vast te houden en te bewaren in het zaad, kunnen telers zorgen voor een genetische en culturele verbinding tussen het voorgaande en het toekomstige. Alle biologische en minerale energiebronnen kunnen gezien worden (en aldus gemeten) als vormgegeven energie. Het gereedschap, de infrastructuur en de technologie die wij nodig hebben om een menselijke beschaving te ondersteunen, of deze nu eenvoudig is of complex, komen alle voort uit deze primaire energiebronnen die wij uit de natuurlijke wereld halen. De meer nuttige en langdurige vormen, het resultaat van het omvormen van energiebronnen, zijn voorraden van hoogwaardige energie of in gewone taal, van "echte rijkdom". De fundamentele inzichten over dit beeld van energie in de wereld waren dus afkomstig van de wetenschap. Maar omdat er tussen de biofysische en de sociale wetenschappen, vooral dan de economie, gebrek aan contact bestaat, heeft dit energiebeeld maar weinig invloed op ons gewone beeld van waarde en rijkdom. 26
Het moderne patroon. In moderne, rijke beschavingen is de toevloed van energie in vormen die van nut zijn voor de mens (voeding, materialen en diensten) op zo'n betrouwbare wijze beschikbaar geworden, dat het vasthouden van energie en meer zelfs, het stockeren ervan niet langer een probleem is. Zolang mensen een toevloed aan geld bezitten om dingen te kopen, wordt het zorgen voor de basisbehoeften overgelaten aan landbouwers, mijningenieurs, enzovoort. Eigen aan de extreme ontwikkeling van het moderne stedelijke leven is dat voedsel en brandstof niet worden opgeslagen in huis en dat koopkracht afhangt van krediet, die dan weer afhankelijk is van een permanente job. Tegelijkertijd leidde economisch rationalisme in de zakenwereld en de overheid tot een afname van grootschalige opslag van voedsel, brandstof, materialen, essentiële onderdelen en permanente tewerkstelling en dit in dienst van economische efficiëntie, die dan zelf weer aanleiding geeft tot breuken en zelfs catastrofes. Hoe kwetsbaar moderne systemen zijn voor zelfs maar een lichte storing werd duidelijk op het eind van de jaren 90, toen men de impact vreesde van het Y2K computervirus en dit heeft geleid tot enorme kosten, omdat men strategieën bedacht om zulke problemen te vermijden. (Ook nu zien we de enorme impact op wereldschaal van de kredietcrisis, het dreigend failliet van volledige naties, zoals IJsland, van bank en verzekeraars en de gevolgen hiervan op de geldtoevoer met alle gevolgen voor het zo kwetsbare systeem. n.v.d.r.) In een wereld die onvermijdelijk zal kampen met lagere hoeveelheden energie zullen wij mogelijkheden herontdekken om direct beschikbare, hernieuwbare energie en gebruikte middelen (ter plaatse) te verzamelen en te stockeren in onze landelijke en stedelijke omgevingen, in onze huishoudens en lokale economieën. Deze strategie zal essentieel zijn om catastrofes te vermijden die het gevolg zijn van onderbrekingen in de aanvoerlijnen van energie en middelen. Vertaling: Aagje van Cauwelaert Uit: Permaculture. Principles & Pathways Beyond Sustainability’ David Holmgren, Co-Originator of the Permacuture Concept, ISBN 0 646 41844 0 27
Activiteiten Comité Jean Pain
Comité Jean Pain Het Hof ter Winkelen is het bezoekerscentrum van het Comité Jean Pain vzw en heeft een lange traditie van uitleg geven over compost. Je kan er iedere eerste zaterdag van de maand terecht voor een rondleiding. Een geschoolde gids geeft je talloze tips voor een milieuvriendelijk en afvalarm tuinbeheer. Het terrein is een hectare groot en beschikt behalve over heel wat compostdemonstraties, ook over een modelkippenhok en – ren, een kleinschalige waterzuivering, een uitgebreide boomgaard, creatieve toepassingen met snoeihout enz. Een bezoek aan het Hof ter Winkelen kost € 5,00. Daarvoor krijg je een drankje, een rondleiding met gids (om 10u en om 14u) en een boekje met extra uitleg. Tijdens de maandelijkse bezoekdagen op de eerste zaterdag vindt ook telkens om 10u een werkatelier plaats. Dan kan je heel actief rond een welbepaald thema de handen uit de mouwen steken en de knepen van het vak leren zodat je thuis meteen met kennis van zaken aan de slag kan. Om de ateliers werkbaar te maken, wordt het aantal deelnemers beperkt. Schrijf je dus tijdig in bij het Comité Jean Pain vzw Holle Eikstraat 34 1840 Londerzeel tel: 052/30 53 65
[email protected] Los van de ateliers vertrekt om 10u en 14u een rondleiding met gids doorheen het bezoekerscentrum Op zaterdag 3 januari en 7 februari 2009 alleen rondleiding om 10u en 14u
28
Werkateliers:
een stukje poëzie
7 maart: Losstaande vlechtwerken, gids : Sonia Hannon Niet alleen het gewone vlechten met wilgentakken komt aan bod. Ook allerlei andere creatieve mogelijkheden om afsluitingen met snoeihout van o.a. hazelaar worden uitgeprobeerd. Het maken van decoratieve poortjes is één van de uitdagingen. Breng je snoeischaar en takkenschaar mee! 4 april: Groenten in potten, gids: Marc Smeyers Als je op je terras of balkon of op een miniperceel toch wat gezonde groenten wil kweken moet je dit werkatelier zeker volgen. Zowel gevorderden als beginnende tuinders leren hier: hoe je potten en bakken kan vullen met zelfbereide potgrond. Hoe en wat kweken? Hoe verzorgen en aan gewasbescherming doen? Een workshop doorweven met praktische tips waarin we een drietal potten vullen met zelfgemaakte potgrond en deze ook beplanten. we starten met eenvoudige dingen zoals aardbeien, erwten en sla. Breng mee: een paar tuinhandschoenen, een schopje, twee grote plastiek zakken, een aarden of plastiek pot van 6 à 10 Lr, één van 15 à 20 Lr en een houten fruitkistje of isomo-bakje ... vzw Comité Jean Pain - Hof ter Winkelen Holle Eikstraat 34 1840 Londerzeel Tel: +32 (0)52 30 53 65 Fax: +32 (0)52 31 04 15 E-mail :
[email protected] http: www.comitejeanpain.be
Vuur Ik ben de zon Ik ben een stroom Ik ben Eros
heet en verzengend van energie de oerkracht
Ik ben gloed Ik ben rood Ik ben kampvuur
die verwarmt als bloed beeld van vriendschap
Ik ben brand Ik ben bliksem Ik ben warmte
alles verassend verbinding tussen hemel en aarde overweldigend
Ik ben de ster Ik ben de tinteling Ik ben een golf
in de avond van je lichaam van licht
Ik ben hartstocht Ik ben kleur Ik ben ochtendrood
ontembaar gebroken in een prisma fris en uitnodigend
Ik ben wit Ik ben lentekracht Ik ben de kracht
fel en verblindend onstuitbaar van de geest
Lucrèce, juni 1995
29
30
De Sapstroom is de op- en neergaande stroom van een boom water uit de aarde gaat omhoog energie uit de kosmos gaat omlaag samen laten ze de boom groeien wisselwerking draagt vruchten samenwerking geeft leven
inhoudstafel
p. 2 p. 4 p. 5 p. 7 p. 9 p. 10 p. 11 p. 12 p. 14 p. 16 p. 18 p. 20 p. 22 p. 24 p. 28 p. 30
wintertijd tuinbezoek voeding: echt eten groente: zwarte rammenas recept: rammenas, een ouderwetse hoestsiroop workshop: gezond eten anno 2009 workshop: voedsel kweken natuurlijke landbouw: Anastasia interessante planten voor de tuin jaarprogramma kruidenweetjes: grote engelwortel de tuin van Yggdrasil tuinbewoners: graag gezien of niet? permacultuur: leidraden en ideeën bij het ontwerp. principe 2 activiteiten Comité Jean Pain een stukje poëzie: vuur
naar het voorbeeld van de natuur is de Sapstroom een tijdschrift, verbinding tussen Yggdrasil en iedereen met interesse voor permacultuur uitwisseling van ideeën is verrijkend een sapstroom in één richting is uitputtend, energieopslorpend ideeën, verwoording van ervaring, zijn altijd welkom want verrijkend en levengevend
De wegbeschrijving naar Yggdrasil vindt u op onze website of kan u telefonisch aanvragen. Wij danken u voor uw steun
31
32