34
Een designbenadering voor sociale innovaties
het Tijdschrift voor de Politie – jg.77/nr.6/15
Imagineering als motor voor sociale innovaties Marcel Lieskamp MM werkte als politiecommissaris Publiek Private Samenwerking (PPS) in Arnhem en is momenteel partner bij Adviesbureau Etredavis. Dr. Bernd Wondergem MMO is partner bij Adviesbureau Lentenaer.
De samenleving verandert sterk naar een zogenaamde ‘networked society’, waarin complexe vraagstukken met betrekking tot veiligheid, criminaliteit, milieubeleid en armoedebestrijding niet meer ‘van achter de tekentafel’ opgelost kunnen worden. Traditionele aanpakken lijken slechts beperkt en tijdelijk effect te sorteren. Een designbenadering biedt mogelijk soelaas: imagineering als motor voor sociale innovaties. Dit artikel beschrijft wat er onder dit begrip wordt verstaan, waar het vandaan komt, waar het eerder is toegepast en hoe Imagineering werkt. De politiepraktijk van het project ‘Alleen samen werkt’ in Noord-Brabant laat zien dat imagineering een serieus instrument kan zijn in het veiligheidsdomein.
D
e samenleving wordt complexer. Dat manifesteert in verschillende trends en ontwikkelingen. Zo heeft het toenemende gebruik van ICT er bijvoorbeeld voor gezorgd dat we veel makkelijker en breder contacten kunnen leggen en onderhouden. Ook wordt nieuws en informatie letterlijk met een muisklik beschikbaar gemaakt voor de hele wereld. Het is eenvoudiger om je als groep burgers of ondernemers te organiseren en een gezamenlijke stem te laten horen. Ook de toegenomen mondigheid van burgers en de terugtredende overheid zorgen ervoor dat meerdere partijen een actieve inbreng hebben of eisen in vraagstukken zoals veiligheid. Deze toenemende complexiteit is van invloed op hoe we samen kunnen bouwen aan een spannender, leuker, mooier, energieker en bovenal socialer Nederland. Een maatschappij waarin we gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor onder andere duurzame energie, gezond voedsel, mensgerichte zorg en veiligheid. Niet omdat het moet van de gemeente, de Belastingdienst, de politie of de leraar, maar omdat mensen voelen dat ze zo willen leven. Steeds meer wijken en buurten willen met elkaar en voor elkaar hun leefomge-
‘Bob’ en ‘ritsen’ zijn voorbeelden van imagineering in het verkeer
ving verbeteren met regie in eigen hand. De wijkagent doet hierin mee. We hebben het hier eigenlijk over een kanteling van de samenleving, een sociale innovatie van complexe proporties.
Een nieuwe aanpak is gewenst Het is bij ingewikkelde vraagstukken zoals veiligheid belangrijk om de gehanteerde aanpak in lijn te brengen met de consequenties van deze networked society. Voor dit soort complexe problemen zal een traditionele ontwerpbenadering geen blijvende oplossing bieden. In de praktijk domineert (nog steeds) de top-down stijl van ‘verplichten en sanctioneren’ ons conventionele handelen. Maar steeds vaker ontdekken we dat ‘inspireren en orkestreren’ tot betere resultaten leidt, ofwel: een collectieve ontwerpbenadering. Mensen houden er niet van veranderd te worden, maar zijn wel degelijk bereid tot gedragsverandering als dat door hen zelf als zinvol wordt ervaren. Deze beweging sluit aan bij een observatie in studies naar creativiteit. Lange tijd hebben psychologen creativiteit bestudeerd als een eigenschap van het individu, van het genie. Tegenwoordig stelt men steeds vaker vast dat creativiteit vooral een zaak is van het collectief: het zijn vooral groepen van mensen met de nodige diversiteit die tot nieuwe ontdekkingen en oplossingen komen. Zo hebben we ook tot voor kort innovaties gedefinieerd en bestudeerd als nieuwe oplossingen voor bestaande situaties. Steeds vaker worden we echter geconfronteerd met complexe problemen waarvoor blauwdrukken voor oplossingen ondenkbaar zijn: klimaatverandering, veiligheid, eenzaamheid enzovoort. ‘Materiële’ oplossingen zijn er niet, gedragsverandering is bij dit soort issues aan de orde van de dag. We moeten toe naar een nieuwe aanpak die ruimte biedt aan alle belanghebbenden en die gezamenlijkheid benut om tot gedragen en blijvende oplossingen en
het Tijdschrift voor de Politie – jg.77/nr.6/15
Een designbenadering voor sociale innovaties
35
Een vrije interpretatie door de auteurs van de ‘networked society’.
gedragsverandering te komen. Imagineering zou zo’n aanpak kunnen zijn.
Wat verstaan we onder imagineering? Het woord Imagineering is een samentrekking van de Engelse woorden imagination (verbeelding) en engineering (techniek). Imagineering is een design-benadering voor sociale innovatie om een groep van mensen samen een nieuwe toekomst te laten uitvinden. Door het ‘designen’ van een concept worden deze mensen zich bewust dat zij wel degelijk een gemeenschappelijk perspectief hebben dat de samenleving ten goede kan komen. En door het ontwikkelen van een aantrekkelijk ‘strategisch generatief image’ wordt de creativiteit van belanghebbenden geprikkeld in een collectief wenselijke richting. In het verkeer werken concepten als ‘Bob’ en ‘ritsen’ op die manier: ze openen de ogen van individuele actoren voor gedragsverandering die ‘systemisch’ wenselijk is. Het concept beïnvloedt de dialoog tussen de belanghebbenden en laat vervolgens toe dat actoren in het systeem overgaan tot actie, wetende dat ze daarmee niet alleen staan, maar dat het hele systeem zich in deze richting ontvouwt. Daardoor kunnen nieuwe ontwikkelingen sneller en blijvend vorm krijgen. Imagineering verlegt de focus van problemen en oplossingen naar betekenis, collectieve creativiteit, engagement en ondernemerschap. Als voorbeeld: je kunt – in de traditionele aanpak – eenzaamheid en sociaal isolement in relatie tot veiligheid als probleem benoemen en hier veel aandacht aan schenken. Het resultaat wordt dan doorgaans een nog groter probleem, want het krijgt een negatieve lading: afwezigheid van dreiging, bedreiging of van daadwerkelijke aantasting van materieel eigendom of van de fysieke of psychische integriteit van buitenaf.
Positiever gesteld kun je (in de design-benadering) ook de nadruk leggen op een zekere mate van ordening en rust in het publieke domein en bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen aantasting. Dat kan leiden tot de observatie dat veiligheid op het niveau van beleving óók de betekenis heeft van geborgenheid, vertrouwdheid, zekerheid en je op je gemak voelen. Kort gezegd: veiligheid heeft in die visie op een positieve manier te maken met het je veilig voelen in de ruimte waarin je bent. Die visie opent deuren naar nieuwe gezamenlijke oplossingen voor het vergroten van sociale veiligheid.
Waar komt imagineering vandaan? Het begrip werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geïntroduceerd door Alcoa, Aluminum Corporation America. Het management van het bedrijf realiseerde zich dat na de oorlog de vraag naar aluminium en daaraan gerelateerde (oorlogs)producten zou veranderen. Daarom werd een ‘imagineering-project’ gelanceerd om iedereen van het ‘engineering-bedrijf’ ervan te doordringen dat de toekomst van het bedrijf in grote mate afhing van de verbeeldingskracht van alle medewerkers. Als één van de eerste klanten was Disney niet alleen geïnteresseerd in de aluminium voor hun nieuw te bouwen parken, maar de Disney-top herkende in het woord imagineering de core-competence van het eigen (film)bedrijf: generatieve images designen (bv. Belle en het Beest) om daarmee het hele huis in een creatieve modus te brengen en gelijktijdig ook tot de verbeelding van potentiële kijkers, gasten en participanten te spreken. De term imagineering kreeg grotere bekendheid door de oprichting van Walt Disney Imagineering, de bedrijfstak van Walt Disney die verantwoordelijk is voor het ontwerp en de bouw van hun pretparken.
36
Een designbenadering voor sociale innovaties
het Tijdschrift voor de Politie – jg.77/nr.6/15
Waar is en wordt imagineering toegepast? Vandaag de dag wordt imagineering in meerdere sectoren toegepast. Kernpunt blijft dat organisaties en bedrijven naar nieuwe vormen van beleving zoeken om hun doelgroep te bereiken en om gezamenlijk complexe problemen op te lossen. Imagineering is een aantal jaren geleden bijvoorbeeld succesvol toegepast bij ‘Antwerpen: ’t Stad is van iedereen’. Een project om de stad als perspectief aantrekkelijker te maken voor bewoners en toeristen. Ook is imagineering gebruikt door IKEA, wat heeft geleid tot een reclamecampagne waarbij emotionele momenten in het leven van individuen verbeeld worden (zoals zelfstandig wonen, samenwonen, kinderen krijgen en scheiding) en waarbij deze alledaagse momenten worden verweven met belangrijke keuzes. De Nederlandse bibliotheken bedienden zich van imagineering om te zoeken naar andere bibliotheekdiensten die een antwoord geven op het verminderende gebruik van de bibliotheek door ontwikkelingen zoals ontlezing en e-books. Later in dit artikel wordt ook de toepassing van imagineering door de politie Brabant beschreven.
Imagineering: hoe werkt dat? Imagineering is een kwestie van ‘framing and reframing minds’ in een collectieve setting. Door te spreken van ‘mensen die een (t)huis zoeken’ in plaats van ‘daklozen’, worden de gedachten opnieuw ingekaderd. Hierdoor komen andere oplossingsrichtingen in beeld waardoor de betrokkenen tot andere dan de verwachte acties kunnen komen. Nieuwe images kunnen leiden tot nieuwe systemische perspectieven die zich op hun beurt kunnen vertalen in nieuwe engagementen, nieuwe acties en nieuwe initiatieven die ook collectief kunnen opgevolgd en begeleid worden.
Imagineering is een kwestie van ‘framing and reframing minds’ in een collectieve setting
Imagineering inspireert mensen tot gedragsverandering. Dat kan zich uiten in participatie of creatieve actie, maar het betreft altijd gedragsverandering in functie van een wenselijk collectief perspectief. Die gedragsverandering gebeurt altijd op basis van betekenis voor het individu in de collectieve setting. Een imagineering traject volgt een A-B-C-D-E-F-aanpak: A Appreciative analysis; B Brooding on the systemic meaning; C Creating a vision and articulating core values; D Design a generative image that reframes the minds of stakeholders; E Experience Platform: articulate core experiences and enable people to experience them; F Follow-up: manage the emerging processes in a dynamic way. Het begint met een analyse die waarderend van aard is. Meestal begint een kernteam zich af te vragen wat de generatieve kracht is in het systeem. Deze eerste stap leidt vaak tot veel energie. Met deze energie en de antwoorden op de genoemde vragen wordt er vervolgens gebroed op de betekenis van de organisatie in het bredere systeem. In deze fase wordt de innovatie-horizon voor het eerst verkend. Van daaruit wordt een visie gecreëerd (stap C) van wat de organisatie wil doen en op welke manier ze dit wil doen. Op basis van de visie wordt een generatief beeld, een image, ontwikkeld en gearticuleerd (stap D) in de identiteit van het systeem, zodat ook externe stakeholders geïnformeerd worden over de systeeminnovatie die de organisatie voor ogen staat. Het generatieve (action-)image wordt geïntegreerd in het logo, in werkprocessen en er wordt een ervaringsplatform gecreëerd: een platform dat het mogelijk maakt voor externe stakeholders om te co-creëren (stap E). De verandering die zo op gang komt wordt dynamisch
het Tijdschrift voor de Politie – jg.77/nr.6/15
Een designbenadering voor sociale innovaties
37
hadden gedaan. Dit resulteerde in het statement ‘veiligheid doe je samen’, met het besef dat niet (alleen) de politie verantwoordelijk is voor de veiligheid, maar dat alle betrokkenen samen er een waardevolle rol in kunnen hebben. Door de gezamenlijke verkenning van het probleem werd zeer duidelijk dat alle betrokkenen van elkaar afhankelijk zijn bij een goede oplossing van de vernielingen (stap B). Als belangrijk effect werd hierdoor ook bereikt dat alle betrokken partijen veel energie kregen om bij te dragen aan te aanpak. Om de aanpak verder vorm te geven, werd stilgestaan bij de kernwaarden die alle betrokkenen deelden (stap C en D). Dit werd verwoord in het motto ‘ik woon hier ook’, wat aangeeft dat burgers en professionals (die ook burger zijn) hun leefomgeving delen en vanuit de betrokkenheid die je kent bij je eigen buurt of wijk een bijdrage willen leveren. De beweging om tot een aanpak te komen van de vernielingen werd hierdoor ook gevoed met meer energie.
Effect gemanaged (stap F): zo wordt de spotlight gezet op de acties die helemaal in het verlengde van de gekozen betekenis liggen en worden de acties die minder in dat verlengde liggen, onderbelicht. Daarnaast zullen nieuwe ideeën en initiatieven ‘gedoseerd’ geïntroduceerd worden. Pas als de beweging minder sterk begint te groeien zal ‘een nieuw hoofdstuk’ gelanceerd worden om de beweging opnieuw te intensiveren. De groei van de beweging wordt zo bewust ‘gebouwd’ in de gewenste richting. Door de positieve feedback vanuit de eigen organisatie, maar ook vanuit de buitenwereld, wordt de betrokkenheid vastgehouden, waardoor nieuwe initiatieven en acties de positieve groei wederom kunnen bestendigen.
Vanuit die energie pakten een aantal burgers het initiatief op om actief te twitteren over de vernielingen. Dat leidde tot meer dan 100 tweets. De belangrijkste participant in het veiligheidsdomein, de burger, zette het probleem op de kaart en stimuleerde op deze manier andere actoren: College B&W, gemeenteraad, pers, NS. Dit had – vanuit het ‘vlindereffect’ dat bij een ‘emergent’ groeiproces hoort (stap F) – als impact dat de gemeentelijke politiek de tweets oppakte en het ambtelijk deel ging bevragen op welke acties waren uitgezet. Het werd ook bij de gemeente duidelijk dat er iets moest gebeuren. Daardoor ontstond draagvlak voor een aantal maatregelen, waaronder het plaatsen van camera’s. Dit draagvlak was met name bij de gemeente nodig, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor Betekenisvolle beweging in Noord-Brabant het plaatsen van de camera’s. Het collectieve traject met Veiligheid is een belangrijk aspect van leefbaarheid. Dat sterke input van de betrokken burgers had bij de gemeente was het startpunt voor een imagineeringsproject in Noordgeleid tot het inzicht dat er echt iets gedaan moest worden. Brabant, waarbij wijkagent Henk van de Berg van MaarEen impasse was doorbroken. De hernieuwde ‘connected heeze betrokken was. Het project had tot doel om een serie society’ bracht binnen zes weken een door iedereen gedravan vernielingen rondom het treinstation te stoppen. Daar gen oplossing voor het probleem. waren al verschillende aangiftes en meldingen vanuit Dit voorbeeld heeft navolging en borging gekregen in de burgers over binnengekomen, maar de ketenpartners gemeente Cranendonck en Leende. Hier zijn thans zogehadden nog geen werkende aanpak gevonden. Dit ondanks naamde ‘experience platforms’ gecreëerd in de vorm van dat de wijkagent het probleem ook op gemeentelijk niveau virtuele dorpspleinen. Op deze ‘pleinen’ wordt door de had aangekaart. Imagineering werkt goed in dergelijke com- bevolking en alle relevante netwerkpartners intensief en plexe contexten, in situaties waar het succes van een veran- creatief gewerkt aan oplossingen voor een leefbare en dering of vernieuwing afhangt van de actieve betrokkenveilige samenleving. De wijkagenten maken actief deel uit heid, de collectieve creativiteit en de inzet van mensen ook van deze platforms. In Leende heeft dit met wijkagent Jos de op de langere termijn. Visser inmiddels geleid tot een ‘openbare huiskamer’. Het imagineering project startte (stap A) met het refraConclusies en vooruitblik men van het probleem. Vanuit de gangbare gedachte ‘we De frames ‘Veiligheid doe je samen’ en ‘Ik woon hier ook’ gaan vanuit de politie een melding of aangifte oppakken’ werd nu gestart met omdenken. Dit om een blijvende oplos- zijn in Leende en Maarheeze in het kader van dit project geïntroduceerd. In Leende is dit gebeurd binnen de vorig sing te bereiken. Het reframen (omdenken) werd gedaan jaar opgerichte zorgcoöperatie en in Maarheeze is ‘Ik woon met vertegenwoordigers van alle belanghebbenden en met hier ook’ een reframing van het Virtuele plein. Meer dan 70 name met een aantal burgers die een melding of aangifte
38
Een designbenadering voor sociale innovaties
het Tijdschrift voor de Politie – jg.77/nr.6/15
Wijkagent Jos de Visser bij de opening van de Ϋopenbare huiskamerά in Leende.
procent van de gemeenschap maakt gebruik van dit digitale platform. Elke maand zijn er meer dan 3500 unieke bezoekers. Ook in Leende heeft reframing tot grote betrokkenheid van de gemeenschap geleid. Tijdens een bewonersbijeenkomst rond dit thema hebben zich 140 mensen gemeld die als vrijwilliger een bijdrage willen leveren aan een meer veilig en leefbaar Leende. Het genoemde huiskamer-project was in minder dan een half jaar tijd opgezet. Dit zijn voorbeelden van de stappen E en F (In experimentele zin ervaringen opdoen en follow-up) In de ‘networked society’ wordt bij voorkeur een ontwikkelingsbenadering als oplossing gekozen, waarbij actief wordt samengewerkt en problemen worden ‘gereframed’ tot beelden die inspireren. Imagineering is zo’n benadering. ‘Ik woon hier ook’ is een frame dat langer dienst moet doen om ook een structureel effect te laten zien. Deze design-benadering zou het verder uitproberen waard zijn om lokale gemeenschappen samen een nieuwe toekomst te laten uitvinden. Door de toenemende connectiviteit in de samenleving wordt het ook steeds makkelijker om deze designbenadering effectief te hanteren. Imagineering als motor
Het zal steeds makkelijker worden deze benadering te hanteren
voor sociale innovaties en kan zeker als serieuze mogelijkheid worden gezien die in het veiligheidsdomein zou kunnen werken.
«
De auteurs zijn bereikbaar voor suggesties en overleg. Marcel Lieskamp: 06-12863532 en marcel.lieskamp@ gmail.com. Bernd Wondergem: 06-23369542 en bernd.
[email protected]. Dit artikel is tot stand gekomen naar aanleiding van het project ‘ALLEEN SAMEN WERKT’ in het kader van Leefbaarheid@Brabant en met bijdragen van: • Dr. Diane Nijs, Professor Imagineering at NHTV Breda University of Applied Sciences • Hidde de Blouw, programmamanager Kennis Onderzoek en Ontwikkeling Politieacademie Geraadpleegde literatuur Bogaart, A., Broenink, N. (2011) – Samen sterk, eenzaamheid en sociaal isolement en de rol van gemeenten, DSP groep, Amsterdam. Boutellier, H. (2005). Meer dan veilig; over bestuur, bescherming en burgerschap. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Schoonenberg, K. (2014) – De kracht van de wijkagent in Haaglanden; Haagse Hogeschool, Lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling. Versteegh, P., Plas, Th. van der, Nieuwstraten, H. (2010) – The best of three worlds, effectiever politiewerk door een probleemgerichte aanpak van hot crimes, hot spots, hot shots en hot groups, Politieacademie. Masterclass Imagineering NHTV Breda (2014/2015). Lieskamp, M., Wondergem, B. (2008) - Burgertevredenheid Vergroten, Het Tijdschrift voor de Politie. Lieskamp, M., Wondergem, B. (2015) – Over de drempel; gastvrij onthaal voor alleengaanden. Nijs, D. (2014) – ‘Imagineering the Butterfly Effect: Complexity and Collective Creativity in Business and Policy Designing for Organizational Emergence’.