Keurmerk Veilig Ondernemen Veiligheidsanalyse 1-meting Plaats
: Bergen op Zoom
Winkelgebied
: Centrum
Adviseur
: H.H.J. (Helga) van de Mortel
Startdatum project
: 26 september 2012
Versie, datum
: 2, 13 januari 2015
Inleiding In oktober 2014 is voor het centrum/kernwinkelgebied van Bergen op Zoom een zogenaamde 1-meting uitgevoerd in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Deze veiligheidsanalyse bevat een samenvatting van de resultaten van deze 1-meting, waarbij één en ander is afgezet tegen de resultaten van de 0-meting uit 2012. Deze veiligheidsanalyse bestaat uit: -
Algemene informatie over het winkelgebied;
-
Respons;
-
Resultaten CCV-ondernemersenquête c.q. 1-meting;
-
Conclusie/samenvatting.
De resultaten van de enquête zijn in de werkgroep besproken op 3 december 2014. Deze analyse maakt onderdeel uit van een algehele evaluatie, voor een certificering (t.w. certificaat ‘KVO Continu Samenwerken’). Het CCV verleent daarop de 2e ster van het KVO. De werkgroep heeft voor de audit drie maanden uitstel aangevraagd bij Kiwa (geldigheid certificaat is tot 1 november 2014) en dit is ook verleend. De KVO-werkgroep stelt zelf de volgende documenten op: -
Evaluatieverslag van de samenwerking, maatregelen, resultaten en behaalde doelstellingen;
-
Politie- en brandweercijfers 2012-2014, met toelichting op trends/ontwikkelingen (deels ook meegenomen in dit verslag);
1
-
Schouwverslag;
-
Deelnemersoverzicht met taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden (i.c. geactualiseerde deelnemerslijst, voorheen bij quick-scan);
-
Nieuwe maatregelmatrix met doelstellingen voor de periode 2015-2017.
Algemene informatie winkelgebied De binnenstad van Bergen op Zoom heeft een historisch karakter. De bestrating is een aantal jaren geleden vernieuwd. Daarnaast is voor het realiseren en verbeteren van de winkel- en woonfunctie van de binnenstad het zogenaamde Paradeproject in 2007 afgerond. Er zijn diverse parkeerterreinen/-gelegenheid (betaald) rond het centrum en een parkeergarage. De leegstand neemt de afgelopen jaren flink toe, ook in de Parade. Respons Aan 247 winkels/ondernemingen is een enquête uitgereikt (iets kleiner gebied dan in 2012) Daarvan hebben er 108 de enquête ingevuld. Hiermee komt het responspercentage op 44% en dit valt vrij goed te noemen voor een groot (centrum) gebied. Een woord van dank is op zijn plaats voor Jan Langenberg (vrijwilliger) die de enquêtes persoonlijk heeft uitgedeeld en in meerdere rondes weer heeft opgehaald. Deze respons is ruim voldoende (de minimum respons eis van het KVO is 20% bij hercertificering in een gebied van meer dan 100 winkels). Bij de 0-meting was de respons 58%. Het aandeel zelfstandige ondernemingen in de respons versus vestigingen van filiaalbedrijven is bij de 1-meting wel ongeveer gelijk gebleven aan de 0-meting. (Tussen haken staan de percentages van de 0-meting.) In 2014 was 58%1 een zelfstandige onderneming (61%), en 42% vestiging van een filiaalbedrijf (39%). Veiligheidsgevoelens De veiligheidsgevoelens in het eigen bedrijf zijn iets verbeterd. In 2014 voelt 28% zich (soms of regelmatig) onveilig in het eigen bedrijf (2012=31%). Dit kwam – net als in 2012 - vooral voor ‘als er personen aanwezig waren waar dreiging van uitging. Omgekeerd voelt 74%1 zich veilig (2012=69%). De doelstelling was 80% voelt zich veilig, dat is niet gehaald. In de directe omgeving is het veiligheidsgevoel ook iets verbeterd. In 2014 voelt 20% voelt zich soms/regelmatig onveilig (2012=23%). Omgekeerd voelt in 2014 dus 82% zich veilig (2012=77%). De doelstelling was 85%, dat is (net) niet gehaald. Bespreking in werkgroep: Er is veel geïnvesteerd de afgelopen jaren om onder andere de overlast van hangjongeren en zwervers integraal aan te pakken, door zowel politie, 1
Het kan voorkomen dat de percentages optellen tot meer dan 100%. Dit is het geval als bij een vraag waar slechts een antwoord werd gevraagd, toch meerdere antwoorden zijn ingevuld. Beide antwoorden zijn dan opgenomen in de aantallen/percentages.
2
gemeente als ondernemers (frequent melden). Ook zijn er coffeeshops gesloten. Wellicht dat deze verbeteringen nu zorgen voor het betere veiligheidsgevoel. Bedreiging Bij 7% leven angstgevoelens door bedreigingen (2012=5%). Verder zegt 14% dat hij/zij of het personeel wel eens daadwerkelijk bedreigd was in het afgelopen jaar (met geestelijk geweld, lichamelijk geweld, of zowel geestelijk als lichamelijk geweld). Dit is een verbetering ten opzichte van 2012 (2012=20%). Winkeldiefstal en aangiftebereidheid Het percentage ondernemers dat een winkeldief een of meerdere keren op heterdaad betrapte, is ongeveer gelijk gebleven. In 2014 is dit 19% (2012=20%). In totaal gaven 20 ondernemers aan 83 keer iemand op heterdaad te hebben betrapt. Van degenen die een dief op heterdaad betrapten, hield 16% (3 ondernemers) de dief vast en droeg hem over aan de politie (aangifte gedaan) (2012=30%, 14 ondernemers). De aangiftebereidheid lijkt daarmee gedaald. De meesten (68%) spraken de dief aan en lieten hem/haar betalen of het item teruggeven. 26% nam het signalement op. Niemand deed niets. Ook de politiecijfers lijken een daling te laten zien (bijlage wordt apart aangeleverd), hoewel het laatste kwartaal van 2014 (vanzelfsprekend) nog niet in die cijfers opgenomen is. De doelstelling was de 30% aangiftebereidheid te handhaven; dit is niet gehaald. Het percentage ondernemers dat achteraf constateerde dat er winkeldiefstal had plaatsgevonden, is ook ongeveer gelijk gebleven, en is 43% (2012=42%). Winkeldiefstal wordt nu door 25% als (zeer) ernstig probleem ervaren, namelijk 18% (2012=22%). Tot slot gaf een ondernemer (8%) aan dat wanneer een dief betrapt werd, deze in sommige gevallen dreigde met geweld. Interne criminaliteit Het percentage ondernemers dat te maken had met diefstal door eigen personeel, of daarvan ernstige vermoedens heeft, is ongeveer gelijk gebleven en is nu 8% (2012=10%). Uit landelijke onderzoeken naar de omvang van interne fraude blijkt dat 40% van de derving (i.c. het verlies dat de ondernemer lijdt als gevolg van diefstal door klanten, diefstal door personeel, verlies door interne fouten en fraude door leveranciers) het gevolg is van interne criminaliteit. Dit onderwerp verdient het daarom om onder de aandacht te blijven; om ondernemers te informeren op welke wijzen interne fraude zich kan voordoen, en wat men kan doen om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Overlast Een ongeveer even zo hoog percentage als in 2012, namelijk 29% ervaart (zeer) ernstige overlast van fout of verkeerd geparkeerde fietsen/bromfietsen/scooters bij het bedrijf.
3
(2012=32%). De meeste overlast wordt veroorzaakt door fietsen/bromfietsen/scooters die door de straten en passages rijden; 52% van de ondernemers ondervindt hiervan (erg) veel overlast (2012=54%). Dit was een belangrijk aandachtspunt voor de werkgroep, en daarom is in 2012 de doelstelling geformuleerd dat nog maar 35% in 2014 (erg) veel overlast ervaart; dit is niet gehaald. Veel borden in de binnenstad zijn op aandringen van de politie en KVO-werkgroep aangepast, verduidelijkt, maar dit heeft nog niet het gewenste effect gehad. Voor 27% van de ondernemers is vervuiling een ernstig of zeer ernstig probleem (2012=30%). In de (nieuwe) CCV-enquête is de vraag over de mate waarin overlast door personen/groepen wordt ervaren niet meer opgenomen. Een exacte vergelijking is dan ook niet meer te maken. Wel is er gevraagd welke vorm van overlast voorkomt en of er specifieke groepen zijn die deze overlast veroorzaken. De overlast door rondhangen lijkt gedaald, in 2014 geeft 31% aan daar overlast van te ervaren (2012=68%). De overlast wordt volgens 60% niet door een specifieke groep veroorzaakt. 24% meent dat met name jongeren/scholieren overlast veroorzaken (2012=45%). De overlast door zwervers/junks/alcoholisten/dealers/daklozen is gedaald, nog maar 12% ervaart hiervan overlast tegenover 25% in 2012. Graffiti en vernieling Graffiti is voor 18% een ernstig of zeer ernstig probleem geworden (2012=15%). Vernieling blijft wel een probleem voor 5% van de (2012=10%). Inbraak 4% had te maken met (4) geslaagde inbraken. (2012=6%) Daarnaast had 5% (2012=8%) te maken met in totaal in totaal 19 pogingen tot inbraak. Net als in 2012 waren inbraken voor 4% een (zeer) ernstig probleem voor het bedrijf. Beroving en roofovervallen 3 ondernemers (3%) gaven aan eenmaal beroofd of overvallen te zijn. Een ondernemer gaf aan dat dit acht maal was gebeurd. In de politiecijfers zijn wel straatroven opgenomen, maar een overval (met –dreiging van- geweld) is niet opgenomen. Onderhoud en beheer, verlichting De tevredenheid over het onderhoud en schoonmaak van de directe omgeving is licht gedaald. In 2014 is 56% tevreden (2012=63%). 29% is niet helemaal tevreden (2012=26%), en 15% is ontevreden (2012=15%). Men vindt vooral dat ‘er te weinig schoonmaakbeurten zijn’(64%). 27% vindt dat het ‘herstel van kapotte dingen te lang duurt’ en 32% vindt de kwaliteit van de schoonmaakbeurten onvoldoende. De doelstelling was 70% is tevreden; dat
4
is niet gehaald. De algemene tevredenheid over de verlichting is ongeveer gelijk gebleven: 75% is tevreden, 10% is wel tevreden over de voorzijde, niet over de achterzijde, en 16% is niet tevreden. (2012= resp. 76%, 9%, 15%). Toezicht De tevredenheid over het toezicht is ongeveer gelijk gebleven. 34% is tevreden (2012=33%), 43% vindt het onvoldoende (2012=41%), en 25% weet het niet (2012=27%). De werkgroep geeft aan dat ondernemers het liefst continu blauw op straat zouden willen zien, dus deze uitkomst wordt niet als heel relevant gezien. Tegen daadwerkelijke overlast wordt direct en structureel (indien nodig) opgetreden, en dat wijzen de cijfers ook uit, zowel de enquêteresultaten als de politiecijfers (aantal meldingen van overlast) laten verbeteringen zien. Zowel op overlast van hangjeugd, als op overlast van zwervers is veel gedaan, zoals eerder beschreven. Brandveiligheid Bij 1% kwamen soms of vaak brandgevaarlijke situaties voor. (2012=8%). 5% (idem 2012) geeft aan dat nooduitgangen niet altijd direct bereikbaar waren doordat er goederen voor stonden. Bij 95% (2012=88%) worden de technische installaties en brandveiligheidsvoorzieningen minimaal jaarlijks gecontroleerd en zo nodig gerepareerd of vervangen. Derving De derving is voor 70% van de ondernemers de afgelopen twee jaar gelijk gebleven. Voor 23% is de derving toegenomen, voor 9% is de derving afgenomen. 35% geeft aan dat de (externe) criminele derving (door klanten of personeel) het grootst is. De meeste derving hebben ondernemers opgelopen door: -
Diefstal (44% noemt dit)
-
Parkeerbeleid (te weinig parkeerplekken, te duur) (34%)
-
Bederving/verkleuring en veroudering koopwaar (24%)
Dit is in lijn met het beeld dat winkeldiefstal door een op de vier ondernemers als (zeer) ernstig probleem wordt ervaren. Conclusie/samenvatting Als we de 1-meting vergelijken met de 0-meting, zijn de volgende resultaten geboekt: -
De veiligheidsgevoelens van de ondernemers in zowel de eigen winkel als in de directe omgeving zijn licht gestegen, verbeterd. Dit geldt ook voor veel andere onderwerpen; over het geheel genomen scoort het centrum van Bergen op Zoom
5
(lichte) ‘plussen’. De doelstellingen zijn in 2012 echter nog iets scherper geformuleerd, waardoor deze in de meeste gevallen (net) niet zijn behaald. -
De overlast die door hangjongeren en zwervers werd veroorzaakt lijkt behoorlijk verminderd.
-
Aandachtpunt blijft winkeldiefstal en de aangiftebereidheid. De alertheid is volgens de werkgroep wel toegenomen, of aan het toenemen, dankzij de whatsapp-groepen waarin informatie over verdachte personen/groepen wordt gedeeld, en door acties als de inzet van een mystery shoplifter met aansluitend een informatieavond.
-
Het fietsverkeer blijft op nummer 1 staan wat overlast betreft.
-
Fietsparkeren is een zaak die aandacht nodig heeft.
-
Brandgevaarlijke situaties lijken minder voor te komen, de meeste nooduitgangen zijn bereikbaar en de veruit de meesten laten hun technische installaties en/of brandveiligheidsvoorzieningen jaarlijks controleren en zo nodig vervangen.
De politiecijfers zijn ook besproken, daaruit blijkt dat fietsdiefstallen een ernstig probleem blijven. Dit komt ook omdat de diefstallen bij het station in de cijfers zijn opgenomen. De politie probeert dit probleem wel op diverse manieren aan te pakken onder andere door de inzet van een lokfiets. Uit de cijfers blijkt ook dat het aantal overlastmeldingen (jeugd) is gedaald. In de nieuwe maatregelmatrix blijven het fietsverkeer, winkeldiefstallen, en het op peil houden van het niveau van onderhoud en beheer belangrijke aandachtspunten.
6