Discriminatie in Rotterdam: de resultaten van de Omnibusenquête 2014 In het kort: de uitkomsten De Omnibusenquête 2014 die jaarlijks door de gemeente Rotterdam wordt uitgevoerd, bevat een aantal vragen over discriminatie. In deze notitie leest u meer over de resultaten van de enquête, in combinatie met de klachten en meldingen die in 2014 bij het meldpunt van RADAR zijn binnengekomen. Enkele conclusies op een rij: In 2014 heeft 22 procent van de Rotterdammers zich gediscrimineerd gevoeld. In 2013 was dat nog veertien procent. Allochtone Rotterdammers voelen zich vaker gediscrimineerd dan autochtone Rotterdammers. De verhouding autochtoon/allochtoon blijft ongeveer gelijk. De leeftijdsverdeling is ten opzichte van 2013 veranderd. Meer jongeren (16-24) voelen zich gediscrimineerd, ook de stijging van ervaren discriminatie bij mensen tussen 45 en 64 jaar is opvallend. In 2014 hebben meer vrouwen zich gediscrimineerd gevoeld dan mannen, in 2013 voelden mannen zich vaker gediscrimineerd. Er is een grote stijging te zien bij de discriminatiegrond ‘godsdienst of levensovertuiging’; van veertien naar 29 procent van de gediscrimineerden. ‘Ras/huidskleur’ en ‘nationaliteit’ blijven de grootste discriminatiegronden, zij worden door respectievelijk 43 en 33 procent van de gediscrimineerden genoemd. Het algemene beeld van de context waarin men zich gediscrimineerd voelt verschilt nauwelijks van voorgaande jaren. ‘Op straat’ en ‘tijdens het winkelen’ worden het vaakst genoemd. Wel opvallend is de nummer drie: ‘negatief beeld/stigmatisering’, waarschijnlijk valt de stijging van ervaren discriminatie in deze context (deels) samen met de grote stijging bij de grond ‘godsdienst en levensovertuiging.’ Hoewel landelijk onderzoek anders doet vermoeden, is er geen verschil te zien tussen allochtone Rotterdammers en autochtone Rotterdammers als het gaat om discriminatie tijdens het uitgaan. Discriminatie op de arbeidsmarkt (contexten ‘bij een sollicitatie’ en ‘op de werkvloer’) is terug te zien in de antwoorden die gegeven zijn op de vraag door wie men zich gediscrimineerd voelde: door een sollicitatiecommissie, collega’s, klanten, leidinggevenden en leerlingen. De resultaten van de Omnibusenquête bevestigen het beeld dat ook uit de meldingen en klachten bij RADAR naar voren komt. In 2014 heeft RADAR in Rotterdam in totaal 787 klachten en meldingen over discriminatie ontvangen en afgehandeld. Hoewel dat al een forse stijging ten opzichte van 2013 was, maakt deze enquête weer eens duidelijk dat Rotterdammers veel meer meemaken dan ze melden. Zowel de meldingen bij RADAR als de antwoorden op de vragen in de enquête gaan over gevoelens van discriminatie. Uiteraard is discriminatie meer dan een gevoel. Toch is dit soort ervaringsonderzoek een van de belangrijkste bronnen van informatie over discriminatie. Het vertelt ons wat mensen dagelijks meemaken, waar ze tegenaan lopen en hoe zij daarmee omgaan.
22 procent van Rotterdammers maakt discriminatie mee In 2014 heeft 22 procent van de Rotterdammers (16 – 85 jaar) zich wel eens gediscrimineerd gevoeld, in 2013 1 2 was dat nog veertien procent. Op 1 januari 2014 telde Rotterdam 618.357 inwoners, dat betekent dat meer dan 136.000 Rotterdammers tussen de 16 en 85 jaar zich in 2014 gediscrimineerd hebben gevoeld. Dat blijkt uit de cijfers van de Omnibusenquête 2014. Op verzoek van RADAR is een extra analyse gedaan, waarvoor er een uitsplitsing is gemaakt naar enkele relevant geachte achtergrondkenmerken: allochtone/autochtone 3 achtergrond, leeftijd en geslacht. In deze extra analyse vallen enkele dingen op. Dit rapport vat de belangrijkste conclusies samen en geeft enkele aanbevelingen die daarbij aansluiten. Ter illustratie zijn casusomschrijvingen toegevoegd, dit zijn verkorte (en geanonimiseerde) weergaven van meldingen die in 2014 bij RADAR zijn binnengekomen. Figuur 1: De lange termijn. Percentage Rotterdammers dat zich in het desbetreffende jaar gediscrimineerd voelden
25 20 15 10 5 0
22
21 18
16
19
18
16
14
13
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Wie voelden zich gediscrimineerd? De stijging is in alle groepen terug te zien, maar de groep Rotterdammers van 45 t/m 64 jaar en vrouwelijke Rotterdammers vallen extra op. Waar we vorig jaar nog konden concluderen dat naarmate de leeftijd van een Rotterdammer toeneemt, gevoelens van discriminatie afnemen, kunnen we dat nu niet meer. Het verschil tussen 25- t/m 44-jarigen en 45- t/m 64-jarigen is verdampt. Het percentage vrouwen in Rotterdam dat zich gediscrimineerd heeft gevoeld is bijna verdubbeld. Dat kan samenhangen met de sterke stijging van Rotterdammers die zich gediscrimineerd voelen op grond van hun geloof, we weten dat vooral moslima’s een grote kans maken gediscrimineerd te worden op grond van hun geloof door hun hoofddoek. Figuur 2 t/m 4: Percentage Rotterdammers dat zich gediscrimineerd heeft gevoeld gedurende 2013 en 2014, naar kenmerken herkomst, leeftijd en geslacht
40
40
25
30
30
20
20
20 22
10 10
30 16
17 13 8
2013
2014
Autochtoon
Allochtoon
22 23
0 2013
0
1
10
15
34 22
2014
16-24 jaar
25-44 jaar
45-64 jaar
65-85 jaar
13
10 5
16
21 22 12
0 2013 Mannen
2014 Vrouwen
Dat de laatste meting wat hoger uitvalt deels het gevolg van een gewijzigde berekeningsmethode (weging). Volgens de voorheen gebruikte methode zou het percentage over 2014 geen 22, maar negentien procent bedragen. Bij de nieuwe analysemethode is voor het eerst gebruik is gemaakt van een correctie om een zo zuiver mogelijke afspiegeling van de Rotterdamse burgers tussen 16 en 85 te krijgen. 2 CBS Statline: http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=70748NED&D1=0&D2=0&D3=0&D4=23&D5=0,(l-2)-l&VW=T 3 NB Hierbij gaat het om zelfdefinities. Hoewel de termen omstreden zijn, zal in deze analyse gebruik worden gemaakt van de termen autochtoon en allochtoon omwille van de leesbaarheid.
40.000 Rotterdammers voelden zich in 2014 gediscrimineerd op grond van hun geloof Waar in 2013 nog veertien procent van de gediscrimineerden zich gediscrimineerd voelde op grond van hun godsdienst of levensovertuiging, is dat nu maarliefst 29 procent, ofwel 40.000 Rotterdammers; een ruime 4 verdubbeling. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar ervaren discriminatie blijkt dat 5 discriminatie op grond van godsdienst en levensovertuiging in Nederland vooral wordt ervaren door moslims. Drie procent van de ondervraagde christenen ervoer in het jaar voorafgaand aan het onderzoek discriminatie op grond van zijn of haar godsdienst, tegenover 46 procent van de ondervraagde moslims. Maar liefst een op de drie moslims zegt te maken hebben gehad met discriminatie in hun zoektocht naar werk of op de werkvloer. Figuur 5: Percentages van alle Rotterdammers in betreffende groepen (ook de niet-gediscrimineerden tellen mee) die zich gediscrimineerd voelde op grond van godsdienst gedurende 2014
20 10
15
3
16
8
8
7
7
11
25-44 jaar
45-64 jaar
65-85 jaar
Mannen
Vrouwen
0 Allochtoon
Autochtoon
16-24 jaar
Ik ben vandaag naar huis gestuurd door mijn leidinggevende bij de stichting waar ik al meer dan een jaar vrijwilligerswerk doe. Dit was de eerste dag dat ik daar mijn hoofddoek droeg. Hij had al eerder aangegeven dat als ik een hoofddoek om zou doen ik niet meer terug hoefde te komen.
De uitkomsten van de Omnibusenquete doen tevens vermoeden dat de meeste discriminatie op grond van geloof wordt ervaren door moslims. Dat discriminatie op deze grond vooral door allochtone Rotterdammers en vrouwen wordt ervaren, wijzen in die richting. Ook in de meldingen die bij RADAR binnenkomen zien we een dergelijk patroon. In 2014 is er een flinke stijging van het aantal meldingen over discriminatie van moslims ten opzichte van voorgaande jaren. De meldingen hebben vooral betrekking op discriminatie op de arbeidsmarkt.
Bijna de helft van de meldingen over discriminatie op grond van het islamitische geloof hebben te maken met het dragen van een hoofddoek. Vrouwen krijgen tijdens een sollicitatie te horen dat zij niet bij het bedrijf kunnen werken als zij hun hoofddoek dragen of mogen met een hoofddoek niet sporten. Andere meldingen hebben te maken met ongelijke behandeling of onheuse bejegening in relatie tot andere islamitische gebruiken, zoals het niet schudden van handen, het niet eten van varkensvlees en het dragen van een baard. Ook zijn er meldingen over negatieve bejegening, uitsluiting en stigmatisering van moslims in het algemeen. Figuur 6: Aantal meldingen bij RADAR over discriminatie op grond van (het islamitisch) geloof), 2012-2014
100 50 0
16 13 29
10 30
49
2012
2013
2014
islamitisch geloof
4 5
ander dan islamitisch geloof
Zie voor meer informatie over discriminatie op grond van geloof onze factsheet Discriminatie naar GODSDIENST of LEVENSOVERTUIGING Andriessen, I., Fernee, H., & Wittebrood, K. (2014) Ervaren discriminatie in Nederland Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Gevoel van toegenomen stigmatisering Een islamitische basisschool krijgt een eIn de Omnibusenquête werd ook gevraagd naar de wijze mail over ervaren overlast. Na een tirade waarop men zich gediscrimineerd voelde. In 2014 was dat wordt de e-mail afgesloten met: “Hoe dan vooral door gemaakte ‘discriminerende opmerkingen en ook dit asociale gedrag kan niet getolereerd beledigingen,’ gevolgd door ‘ongelijke behandeling, worden. Denk eens na en gebruik wat benadeling, of het voortrekken van bepaalde groepen.’ Vijf Nederlands fatsoen, val de mensen niet procent van de Rotterdammers is beledigd of heeft een verder lastig met jullie islamitische discriminerende opmerking naar het hoofd gekregen. overdreven Turkse manier.” Hetzelfde geldt voor ervaren ongelijke behandeling. Van stigmatisering, bijvoorbeeld in de media, is volgens de Rotterdammers die zich in 2014 gediscrimineerd gevoeld hebben nu meer sprake dan voorgaande jaren. Deze ontwikkeling hangt hoogstwaarschijnlijk samen met de eerdere constatering dat in 2014 veel meer Rotterdammers zich gediscrimineerd voelen op grond van hun geloof, zeer waarschijnlijk het islamitische geloof. Figuur 7: Wijze waarop men zich gediscrimineerd voelde, gedurende 2013 en 2014, in procenten
60 50 40 30 20 10 0
47
54
50 50 12
24
20 22
18 17
2013
12 12
15 11
10 8
9 4
0 2
2014
Stigmatisering wordt vaak in een adem genoemd met polarisatie. Polarisatie, in breedste zin een proces van verwijdering tussen (groepen) mensen, is constructief als het bijdraagt aan participatie en stabiliteit, maar 6 schadelijk als het die waarden ondermijnt. Het kan daarbij gebeuren dat ‘de ander’, iemand buiten de eigen groep, opgesloten raakt in een collectieve identiteit van een groep en die groepsidentiteit gaat fungeren als 7 verklaring voor alles dat niet goed gaat: stigmatisering. Signalen van polarisatie en gevoelens van stigmatisering zien we ook terug in de meldingen bij RADAR. Ik heb een klacht over de stickers die Wilders recentelijk heeft verspreid. Het is een grote belediging voor de hele islamitische gemeenschap. Het doet me denken aan de beginfase van de Tweede Wereldoorlog waarbij een tekst als 'Het Jodendom is misdadig' niet onbekend was.
6 7
In 2014 hadden dergelijke meldingen vaak betrekking op Geert Wilders. Zo heeft Wilders in 2014 een sticker verspreid waar op staat "De islam is een leugen. Mohammed is een boef. De koran is gif." Later dat jaar vroeg hij op een PVV-bijeenkomst zijn aanwezige aanhangers in een toespraak of zij ‘meer of minder Marokkanen willen’, waarop de zaal in koor ‘minder,
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (2009) Polariseren binnen onze grenzen Amsterdam: Uitgeverij SWP: 10-11. Ibid.: 12.
minder’ riep. Daarover krijgt RADAR 469 meldingen uit Rotterdam binnen van mensen die zich gediscrimineerd voelen of vinden dat een bevolkingsgroep wordt beledigd door Wilders’ uitspraken. Er komen ook meldingen binnen over onder andere racistische of antisemitische leuzen en uitspraken en (het debat over) zwarte piet die blijk geven van gevoelens van stigmatisering. Figuur 8: Percentages van alle Rotterdammers in betreffende groepen (ook de niet-gediscrimineerden tellen mee) die zich gediscrimineerd voelden door een negatief beeld of stigmatisering (bijvoorbeeld in de media) gedurende 2014
10 5
8
2
6
6
3
4
5
5
Autochtoon
16-24 jaar
25-44 jaar
45-64 jaar
65-85 jaar
Mannen
Vrouwen
0 Allochtoon
Waar en door wie voelen Rotterdammers zich gediscrimineerd? De meeste Rotterdammers voelen zich gediscrimineerd op straat, gevolgd door ‘tijdens het winkelen’ en ‘bij een sollicitatie.’ Het algemene beeld verschilt daarmee nauwelijks van voorgaande jaren. De arbeidsmarkt (zowel ‘bij een sollicitatie’ en ‘op de werkvloer’) is goed voor een aanzienlijk deel van de ervaren discriminatie. Ook dat ligt in de lijn der verwachtingen op basis van voorgaande jaren, ander onderzoek en de meldingen bij RADAR. In alle contexten is terug te zien dat allochtone Rotter“Mijn contract wordt niet verlengd omdat dammers zich vaker gediscrimineerd voelen dan autochik dertig wordt, als je dertig wordt ben je tone Rotterdammers. Alleen tijdens het uitgaan is er geen te oud. Mag dat zomaar?” verschil. Dat is opvallend, want uit landelijk onderzoek blijkt 8 dat allochtone jongeren bij het uitgaan vaker discriminatie meemaken dan autochtone jongeren. Discriminatie op de arbeidsmarkt is terug te zien in de antwoorden die gegeven zijn op de vraag door wie men zich gediscrimineerd voelde. Een sollicitatiecommissie, collega’s, klanten, leidinggevenden en leerlingen zijn allemaal aangewezen als groepen die in 2014 discriminerend hebben gehandeld. De stijging in discriminatie door klanten is zeer opmerkelijk. In 2013 zei drie procent van de gediscrimineerden dat een klant degene was die discrimineerde, in 2014 is dat veertien procent. Figuur 9: Context waarin men zich gediscrimineerd voelde, 2013 – 2014
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
36 40
30 30 20
27
19 23
30
22
2013
8
15 19
7 14
14 13
17
10
4 3
4 2
2014
Andriessen, I., Fernee, H., & Wittebrood, K. (2014) Ervaren discriminatie in Nederland Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau: 68.
De leeftijdscategorie van 45 tot 65 jaar ‘scoort’ hoger Na een goed sollicitatiegesprek werd ik dan de leeftijdscategorie 25 tot 45 jaar, maar lager dan opgebeld dat ze een jong team hadden en ik de categorie 16 tot 25 jaar. Een deel van de stijging van dus eigenlijk te oud was voor dat team (ik ervaren discriminatie van de Rotterdammers tussen de ben 46) en ze niet wisten of dat jonge team 45 en 65 jaar lijkt verklaard te kunnen worden door de wel om kon gaan met iemand die ouder was. door hen ervaren discriminatie bij sollicitaties. Ook RADAR krijgt meldingen binnen over ervaren leeftijdsdiscriminatie bij sollicitaties. Figuur 10: Persoon of instantie door wie men zich gediscrimineerd voelde als percentage van de gediscrimineerden, 2013 – 2014
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
40 35 21
21 14
1720
6
15 11
14 3
2013
1311
8 10
13
10 9
9
10 8
10 7
47
57
2014
Figuur 11: Ervaren discriminatie door een sollicitatiecommissie gedurende 2014, in procenten van alle Rotterdammers in betreffende groepen (ook de niet-gediscrimineerden tellen mee)
10 5
6
3
Allochtonen
Autochtonen
9
3
5
2
4
5
25-44 jaar
45-64 jaar
65-85 jaar
Mannen
Vrouwen
0 16-24 jaar