Feitenkaart Discriminatie 2011
Rotterdam-Rijnmond
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Inhoud Inleiding ............................................................................................................. 3 Meldingen van discriminatie...................................................................................... 4 Aard van de discriminatie ........................................................................................ 5 Discriminatiegrond................................................................................................. 7 Maatschappelijk terrein ......................................................................................... 11 Herkomst van de melders....................................................................................... 15 Werkwijze en beoordeling van de meldingen ................................................................ 16 Geografische spreiding van meldingen ....................................................................... 17 Bijlagen ........................................................................................................... 20
2
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Inleiding RADAR is het bureau vóór gelijke behandeling en tegen discriminatie werkzaam in de regio’s Midden- en West-Brabant, Zuid-Holland-Zuid, Rotterdam-Rijnmond en delen van Brabant-Noord.1 RADAR bevordert gelijke behandeling en streeft naar een samenleving zonder uitsluiting die iedereen gelijke kansen biedt. RADAR verhindert en verhelpt gevallen en gevoelens van discriminatie, zoekt samenwerking en deelt kennis. Deskundigheid, betrokkenheid, betrouwbaarheid en onpartijdigheid zijn daarbij kernwaarden. Bij RADAR kunnen mensen terecht die in aanraking komen met discriminatie of hiervan getuige zijn. De meest voorkomende vormen zijn discriminatie op grond van huidkleur/afkomst, geslacht, seksuele gerichtheid, geloofs-/levensovertuiging, leeftijd en handicap/chronische ziekte. Naast advies en ondersteuning bij klachten en meldingen van discriminatie, registreert RADAR de klachten en bekijkt deze op ontwikkelingen die onder meer van belang kunnen zijn voor een gemeentebestuur en professionals die werken aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie. RADAR verzorgt ook voorlichtingen en trainingen aan scholen, bedrijven en overheden. RADAR werkt vanuit vestigingen in Breda, Rotterdam,’s-Hertogenbosch en Tilburg.2 Discriminatieervaringen kunnen zowel in een persoonlijk gesprek met een klachtbehandelaar, als telefonisch, per email of rechtstreeks via de website worden gemeld. Ook kan via deze wegen informatie over het voorkomen en bestrijden van discriminatie worden ingewonnen.3 Deze feitenkaart geeft een overzicht van de klachten en meldingen van discriminatie die bij RADAR in 2011 vanuit Rotterdam-Rijnmond. De nadruk ligt op de aantallen. Het is echter van belang te onderstrepen dat discriminatie bij uitstek een onderwerp is waarbij het aantal meldingen niet alles zegt, omdat niet alle ervaren voorvallen worden gemeld (onderrapportage). De feitenkaart geeft een overzicht van onder andere het aantal meldingen per maatschappelijk terrein en discriminatiegrond en er wordt verslag gedaan van de aard van discriminatie. Daarbij wordt steeds een korte toelichting gegeven en wordt ingegaan op verschuivingen ten opzichte van voorgaande jaren. Kale cijfers zeggen niet veel over de inhoud en de impact van zaken. Om daar een idee van te geven wordt in tekstwolken een aantal casussen weergegeven. Dit zijn korte voorbeelden van meldingen die in 2011 zijn gedaan.
1
Sinds 1 april 2011 is RADAR werkzaam voor de bewoners van ’s-Hertogenbosch en andere gemeenten in Brabant-Noord. 2 Eind 2011 werd de vestiging in Dordrecht gesloten – RADAR blijft wel werkzaam voor deze regio. De vestiging in ’s-Hertogenbosch werd in 2011 geopend. 3 Op www.radar.nl is meer informatie te vinden. De RADAR-vestigingen zijn bereikbaar via een lokaal telefoonnummer of via het centrale nummer 0900-2 354 354. E-mails kunnen worden verstuurd naar
[email protected].
3
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, Rijnmond, maart 2012
Meldingen van discriminatie Discriminatie betekent letterlijk tterlijk ‘onderscheid maken’. Niet ieder onderscheid staat echter gelijk aan discriminatie. De wet bepaalt welk onderscheid wel of niet geoorloofd is. Wettelijk gezien wordt alleen onderscheid op de volgende gronden gerekend tot mogelijk ongeoorloofd onderscheid: herkomst, nationaliteit, godsdienst, geslacht, seksuele gerichtheid,, leeftijd, handicap of chronische ziekte,, levensovertuiging, politieke overtuiging, burgerlijke staat staat, arbeidsduur en soort arbeidscontract. Rotterdam 416 klachten en/of meldingen over discriminatie. In In 2011 ontving RADAR uit Rotterdam-Rijnmond Figuur 1 is te zien dat het aantal meldingen daarmee is gedaald ten opzichte van de twee voorgaande jaren en op het niveau ligt van het jaar 2007. Figuur 1. Aantal meldingen van discriminatie Rotterdam Rotterdam-Rijnmond in 2011
600 500 449
535
526 416
420 379
400 300 200 100 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal meldingen Betekent de daling van het aantal meldingen dat er minder discriminatie is ervaren of dat er minder is gediscrimineerd? Waarschijnlijk niet. Een meer voor de hand liggende verklaring is dat in 2011 geen publiekscampagne campagne is gevoerd om de bekendheid met antidiscriminatievoorzieningen te vergroten en mensen bewust te maken van discriminatie. In 2009 en 2010 voerde de Rijksoverheid een dergelijke landelijke campagne onder de titel ‘Moet jij jezelf thuislaten als je naar buiten gaat’. Door middel van televisie- en radiospotjes (en posters in bushaltes in 2009) en een bijbehorende website bracht de campagne discriminatie bij een breed publiek onder de aandacht en vergrootte de meldingsbereidhei meldingsbereidheid. Gedurende de campagneperiode zag RADAR het aantal meldingen stijgen – wat in 2009 en 2010 tot een forse toename van het aantal meldingen leidde. leidde In Figuur 2 is goed te zien dat de ‘piek’ in de zomer/het zomer/ najaar (de periode van de campagne in 2009 en 2010) in 2011 ontbreekt.
4
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Figuur 2. Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond 2009-2011 per maand
120 100 80 60 40
38
41
44
20
32
40
31
30
21
43 32
33
31
0
2009
2010
2011
De aard van discriminatie Tabel 1 Aantal meldingen RADAR Rotterdam-Rijnmond 2011 naar aard Aard van discriminatie
2011
Omstreden behandeling Weigering goed/dienst Toepassing regels Overig
Aantal 261 142 83 36
% 63%
Vijandige bejegening Demonstratie Belediging Bekladding/pamfletten Overig
123 0 99 10 14
30%
Geweld Poging tot geweld Geweld
10 2 8
2%
Bedreiging Overig Totaal
2 20 416
0% 5% 100%
Met aard van discriminatie bedoelen we de manier waarop discriminatie zich uit. Ongeveer zes van de tien meldingen gaan in 2011 over ‘omstreden behandeling’ (261). We spreken van omstreden behandeling wanneer mensen de toegang wordt geweigerd tot een ‘dienst of goed’ (denk aan een sportclub, horecagelegenheid, maar ook aan werk of het afsluiten van een verzekering) omdat zij tot een bepaalde groep behoren (of geacht worden te horen). Bijvoorbeeld omdat zij allochtoon zijn, een beperking hebben of ‘te oud’ zijn. Ook als een gebouw niet toegankelijk is voor mensen die slecht ter been zijn of in een rolstoel zitten, is sprake van omstreden behandeling. Daarvan is ook sprake wanneer algemene regels, direct of indirect, nadelig uitpakken voor een bepaalde 5
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
groep. Bijvoorbeeld wanneer hoofddoeken niet zijn toegestaan, waardoor moslima’s worden getroffen en uitgesloten.
“Ik studeer voor doktersassistente en ben op zoek naar een stageplaats. Bij een huisarts had ik een heel goed gesprek en kreeg te horen dat ik volgende maand mag beginnen. Daarna kreeg ik alleen te horen dat van mij verwacht wordt dat ik mijn hoofddoek niet draag tijdens mijn stage.”
Dertig procent van de meldingen gaat over ‘vijandige bejegening’ (123). Veruit de meeste meldingen hebben betrekking op discriminatoire belediging, waaronder beledigende, denigrerende en/of stigmatiserende uitspraken en scheldpartijen, bijvoorbeeld op het werk of op straat. Ook pesten valt onder deze categorie. Tienmaal is melding gedaan van discriminerende of racistische graffiti (veelal hakenkruisen) of het verspreiden van discriminerende pamfletten.
“Mijn buurman bemoeit zich overal mee; waar ik mijn auto parkeer, waar ik ballonnen ophang voor de verjaardag van mijn zoontje. Laatst heeft hij mij ook uitgescholden, voor ‘prullenbak-Pool’ en nog een paar dingen. Hij heeft ook gedreigd een paar mannen op mij af te sturen.”
Meldingen van fysiek letsel of ernstige dreiging daartoe, zijn geregistreerd als ‘geweld’ of ‘bedreiging’. Het gaat hierbij gelukkig om een beperkt aantal incidenten (10 resp. 2). Tot de restcategorie ‘overig’ zijn 20 meldingen gerekend. Hieronder vallen meldingen over roddels, negeren of buitensluiten. Maar ook meldingen over stemmingmakerij, beschuldigingen, smaad en tot slot seksuele intimidatie. Vergeleken met 2010 In 2011 zijn er verhoudingsgewijs iets meer meldingen over omstreden behandeling en iets minder meldingen over vijandige bejegening dan in 2010. In 2010 was deze verschuiving ook al zichtbaar. Zie tabel 1 in de bijlage voor een overzicht van de meldingen in 2010.
6
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, Rijnmond, maart 2012
Discriminatiegrond Figuur 3. Aantal meldingen Rotterdam Rotterdam-Rijnmond 2011 naar discriminatiegrond4
Antisemitisme
4
Burgerlijke staat
2
Geslacht
37
Godsdienst
21
Handicap/chronische ziekte
33
Herkomst/kleur/ras
205
Leeftijd
31
Nationaliteit
8
Seksuele gerichtheid
22
Overig
76 0
50
100
150
200
In 2011 gaat iets minder dan de helft van de meldingen over discriminatie op grond van ‘herkomst, ‘ huidkleur of ras’, ’, ook wel ‘etnische discriminatie genoemd (205 meldingen). Deze meldingen gaan over alle maatschappelijke terreinen terreinen. Iets vaker dan gemiddeld hebben bben de meldingen betrekking op buurt/wijk (19), huisvesting (17) en publieke en politieke opinie (20). Dat laatste wordt verklaard door het aantal meldingen dat aan het eind van het jaar binnenkwam over ‘Zwarte Piet’ (zie pagina 12). De melders van etnische he discriminatie zijn iets vaker dan gemiddeld van allochtone herkomst5. Toch wordt etnische discriminatie ook door autochtone melders gemeld (11 procent). Van de 23 meldingen van autochtone melders over etnische discriminatie, doen 13 autochtone Nederlan Nederlanders melding als getuige (of vriend of familie) van discriminatie op grond van een allochtone etniciteit. Tot slot gaan 10 meldingen over discriminatie op grond van autochtone afkomst. Melders voelen zich veelal benadeeld door (vermeend) voorkeursbeleid voor allochtonen of voelen zich door allochtone buurtbewoners, winkeliers of collega’s buitengesloten.
4
Het totaal aantal in deze grafiek kan afwijken van het totaal aantal meldingen. Eén melding kan over discriminatie op meerdere gronden gaan en dat verklaart het verschil. 5 De definitie van het begrip allochtoon is volgens het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek) 'een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren’. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). RADAR maakt bij de registratie gebruik van ‘zelfdefinitie’ en registreert de etnische herkomst die de melder zelf aangeeft; er wordt niet naar het geboorteland of het geboorteland van de ouders gevraagd.
7
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
In 2011 gaan 37 meldingen over discriminatie op grond van geslacht. De meeste meldingen hebben betrekking op de arbeidsmarkt (16). Zo zijn er twee meldingen van vrouwen die vanwege hun zwangerschap worden ontslagen of ongevraagd een ander werkrooster krijgen. Het merendeel van de meldingen gaat over vacatureteksten, waarin nadrukkelijk om een mannelijke dan wel vrouwelijke medewerker wordt gevraagd. Dit is wettelijk slechts onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Wanneer niet aan die criteria wordt voldaan is er sprake van een ongeoorloofd onderscheid (zie www.wervingenselectiegids.nl voor meer informatie). Nog eens 10 meldingen gaan over uitgaansgelegenheden; de meeste meldingen hebben betrekking op verschillende entreeprijzen voor mannen en vrouwen, waarbij vrouwen meestal minder hoeven te betalen dan mannen. Van de 37 meldingen gaat het 24 maal om discriminatie van mannen en 10 maal om discriminatie van vrouwen. Tweemaal gaat het om discriminatie van transgenders. Eén melding gaat over het onderscheid tussen vrouwen en mannen in het algemeen. “In het zwembad waar ik vaak kom zijn speciale zwemuren voor vrouwen. Als man voel ik mij daardoor gediscrimineerd. Ik vind dat er tenminste ook speciale zwemuren voor mannen zouden moeten zijn!”
33 Meldingen gaan over discriminatie op grond van handicap en/of chronische ziekte. Een derde van deze meldingen heeft betrekking op collectieve voorzieningen, zoals overheidsinstanties en de gezondheidszorg. Een deel van deze meldingen gaat over (toekomstige) bezuinigingen die financiële gevolgen hebben voor mensen met een beperking of chronische ziekte. Ook zijn er meldingen over het weigeren van medische zorg of (nacht)opvang. Twee meldingen gaan over ADHD; een vrouw met ADHD is door een tandarts geweigerd en een moeder meldt dat haar zoontje met ADHD niet mag meedoen met de buitenschoolse activiteiten (omdat hij bijzonder onderwijs volgt in een andere wijk). Nog eens zeven meldingen hebben betrekking op de arbeidsmarkt. De overige meldingen gaan over voorvallen in de woonomgeving en het onderwijs of hebben betrekking op huisvesting en commerciële dienstverlening. Over discriminatie op grond van leeftijd zijn in 2011 31 meldingen gedaan. Daarvan gaan 9 meldingen over de arbeidsmarkt en 6 meldingen over commerciële dienstverlening. In het eerste geval betreft het veelal vacatureteksten waarin een leeftijdseis wordt gesteld of sollicitanten die het gevoel hebben al vroeg in het selectieproces af te vallen omdat zij ‘te oud’ zijn. In het tweede geval gaat het vaak om leeftijdsgrenzen bij verzekeringen en leeftijdgebonden premies. Eenmaal wordt melding gedaan over extra borg; in een vakantiepark betalen jongeren een hogere borg bij de huur van een vakantiehuisje. In 2011 hebben 22 meldingen betrekking op discriminatie op grond van seksuele gerichtheid. De melders zijn zowel homoseksuele mannen als lesbische vrouwen. Een melding is afkomstig van een heteroseksuele vrouw; zij voelt zich vanwege haar heteroseksualiteit gediscrimineerd omdat haar de toegang tot een homobar werd ontzegd. Twee meldingen betreffen geweldszaken. Eén melding gaat over een homoseksuele man die voor de deur van een homobar is bespuugd en mishandeld. Een andere melding gaat over jongeren die een homoseksueel stel in de buurt ‘treiteren’ en lastigvallen. Ook andere meldingen hebben betrekking op voorvallen in de woonomgeving, op straat of in de metro. Daarbij gaat het voornamelijk om scheldpartijen en een enkele keer om een bedreiging. Zeven meldingen zijn afkomstig van lesbische vrouwen die zeggen uit een homobar te zijn gezet (het betreft een en hetzelfde voorval). De vrouwen geven aan dat zij niet in de homobar mochten blijven omdat er teveel vrouwen aanwezig waren. 8
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
“Als ik (als vrouw) hand in hand over straat loop met mijn vriendin, word ik heel vaak uitgescholden. De laatste tijd blijf ik steeds vaker binnen: ik ben bang dat het een keer verder zal gaan dan schelden. In de krant lees je vaak genoeg over geweld tegen homo’s. Ik hoop dat er een keer iets aan gedaan kan worden.”
Over discriminatie op grond van godsdienst gaan 21 meldingen. Elf meldingen zijn arbeidsmarktgerelateerd; daarvan hebben er acht betrekking op het islamitische geloof. Vrouwen met een hoofddoek worden niet aangenomen, een man wordt verplicht zijn baard af te scheren die hij uit religieuze overweging draagt en een aantal melders geeft aan op de werkvloer onheus te worden bejegend vanwege hun geloof, soms door collega’s, soms door klanten. Drie arbeidsmarktmeldingen gaan over melders die voor een functie zijn afgewezen omdat zij niet (christelijk) gelovig zijn. De andere meldingen gaan bijvoorbeeld over onheuse bejegening van een meisje met een hoofddoek tijdens het overblijven op school, over een trambestuurder die een beledigende opmerking maakt over vrouwen met hoofddoek en over een sticker op auto’s die beledigend is voor het christelijke geloof. Verder gaan er acht meldingen over discriminatie op grond van nationaliteit, vier over antisemitisme en twee over discriminatie op grond van burgerlijke staat. Die laatste twee gaan over onheuse bejegening dan wel andere regels (extra kosten) voor alleenstaanden. De meldingen over antisemitisme hebben betrekking op een bekladding, een cartoon en beledigingen en scheldpartijen op het internet en in de bus. Het relatief grote aantal discriminatiemeldingen in de restcategorie ‘overig’ (76) gaat over ‘oneerlijke’ behandeling op gronden die wettelijk niet als discriminatie worden gezien. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die zich anders behandeld voelen vanwege hun uiterlijk, woonplaats of hun sociale positie (bijvoorbeeld vanwege het verkeren in een bijstands- of andere uitkering, werkloosheid of dakloos zijn). In deze restcategorie worden ook de meldingen opgenomen waarvan de discriminatiegrond onbekend of onduidelijk blijft (36).
“Ik voel mij door mijn collega’s gediscrimineerd. Ik heb deze baan via een reintegratietraject gekregen. Mijn collega’s negeren mij en willen niets met mij te maken hebben omdat ik jaren van een bijstandsuitkering heb moeten leven.”
Wanneer ‘aard’ van discriminatie en discriminatiegrond gemeenschappelijk worden bekeken, valt op dat wanneer het om discriminatie op grond van leeftijd, handicap of geslacht gaat er relatief vaak melding is gedaan van omstreden behandeling. Bij discriminatie op grond van godsdienst, etniciteit of seksuele gerichtheid gaat het relatief vaker om vijandige bejegening. Bedreiging en geweld worden verhoudingsgewijs vaker gerapporteerd bij discriminatie op grond van seksuele gerichtheid.
9
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Vergeleken met 2010 Zoals eerder vermeld waren er in 2011 minder meldingen van discriminatie uit Rotterdam-Rijnmond dan in 2010. De daling van de meldingen is echter niet over alle gronden gelijk verdeeld. In de bijlage is in tabel 2 het aantal meldingen per discriminatiegrond in 2010 en 2011 na te lezen. Opvallend is dat er in 2011 verhoudingsgewijs minder meldingen zijn gedaan over discriminatie op grond van leeftijd, handicap/chronische ziekte en godsdienst. Met name over die laatste grond zijn beduidend minder meldingen binnengekomen. Dit valt des te meer op, omdat over deze discriminatiegronden in recente jaren juist steeds meer meldingen binnenkwamen. Over etnische discriminatie (‘herkomst/kleur/ras’) komen al enkele jaren iedere keer iets minder meldingen binnen. Deze daling heeft ook in 2011 doorgezet. Ging in 2010 nog 49 procent van de meldingen over etnische discriminatie, in 2011 is dat nog 47 procent. Opvallend gestegen (verhoudingsgewijs, maar ook in absolute aantallen) zijn de meldingen over seksediscriminatie (geslacht) en de meldingen die in de restcategorie ‘overig’ vallen. Wat betreft seksediscriminatie zijn er opvallend meer meldingen binnengekomen over de arbeidsmarkt (met name over vacatureteksten) en ook over sport en uitgaansgelegenheden zijn meer meldingen binnengekomen dan in 2010. Wat betreft de restcategorie is het aantal meldingen over sociale positie toegenomen van twee in 2010 naar zeven in 2011.
10
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, Rijnmond, maart 2012
Maatschappelijk terrein Rotterdam-Rijnmond 2011 naar maatschappelijk terrein Figuur 4. Aantal meldingen Rotterdam
Arbeid Buurt/wijk Collectieve voorzieningen Commerciële dienstverlening Horeca/amusement Huisvesting Media/reclame Onderwijs Openbare ruimte Politie/OM Politieke en publieke opinie Privé sfeer Sport en recreatie Overig
106 29 56 40 32 22 11 26 19 22 23 6 9 15 0
25
50
75
100
Discriminatie op de arbeidsmarkt Met 106 meldingen is de arbeidsmarkt ook dit jaar het maatschappelijk appelijk terrein waarover de meeste meldingen werden ontvangen. ontvang . Verhoudingsgewijs is er dit jaar wel een lichte daling zichtbaar. In de afgelopen jaren ging rond de 30 procent van de meldingen over de arbeidsmarkt, in 2011 is dit nog 25 procent. De meeste meldingen gaan over voorvallen op de werkvloer (36) en de werving- en selectieprocedures (33).
Vergeleken met 2010 zijn er iets minder meldingen over discriminatie bij ontslag (uitstroom) en arbeidsbemiddeling. Over de werkvloer zijn in 2011 juist iets meer meldingen. Figuur 5. Aantal meldingen gen Rotterdam Rotterdam-Rijnmond 2011 over de arbeidsmarkt
2 8 10 4
Werving en selectie Werkvloer Uitstroom Promotie en doorstroom Arbeidsvoorwaarden Arbeidsbemiddeling Overig
33
13 36
11
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Discriminatie op de overige terreinen Uit Rotterdam-Rijnmond krijgt RADAR in 2011 56 meldingen over discriminatie door collectieve voorzieningen. Dit zijn voorzieningen die van ‘overheidszijde zijn geregeld’. De meeste meldingen hebben betrekking op een (dienst van) een gemeente (12). Daarna gaan de meldingen over de overheid ‘in het algemeen’ (6), de gezondheidszorg (6) en nog eens zes meldingen hebben betrekking op een uitkering of uitkeringsinstantie. Over andere instanties zoals de dak- en thuislozenopvang en de bezuinigingen in het algemeen gaan steeds één of twee meldingen. Iets minder dan de helft van de meldingen betreft ongelijke behandeling of onheuse bejegening op grond van etnische discriminatie (23). Elf meldingen gaan over discriminatie op grond van handicap/chronische ziekte en 14 meldingen over niet-wettelijke gronden van discriminatie. In totaal komen 40 meldingen binnen over zakelijke dienstverleners, waaronder banken, verzekeringsmaatschappijen, winkels en vervoersmaatschappijen (commerciële dienstverlening). De meeste meldingen gaan over etnische discriminatie. Maar verhoudingsgewijs gaan veel meldingen over leeftijdsdiscriminatie. Het uitgaansleven in de regio Rijnmond levert in 2011 32 meldingen op (horeca/amusement).6 Eén melding gaat over geweld, 26 meldingen gaan over het ontzeggen van de toegang tot een café, bar of restaurant. Vier meldingen gaan over verschillende entreeprijzen voor mannen of vrouwen. De meeste meldingen gaan over etnische discriminatie; veelal melders die het gevoel hebben dat zij ‘aan de deur zijn geweigerd’ vanwege hun allochtone herkomst, hoewel door de portier een ‘neutraal’ argument wordt aangevoerd, maar selectief wordt toegepast op de bezoekers. Tien meldingen gaan over seksediscriminatie; mannen die zich verplicht zien meer te betalen dan vrouwen en mannen die aan de deur worden geweigerd vanwege hun sekse. Zeven meldingen gaan over discriminatie op grond van de seksuele gerichtheid – deze meldingen hebben bijna allemaal betrekking op eenzelfde voorval waarbij zeven vrouwen betrokken waren.
“Afgelopen zaterdagavond bezocht ik een horecagelegenheid in Rotterdam en daar werd bij binnenkomst voor mannen wel entreegeld gevraagd en voor vrouwen niet. Is dit discriminatie? Het gaat maar om 5 euro, maar ik vond het een vreemde gang van zaken.”
Er zijn 29 meldingen over discriminatie in de buurt of wijk. Dit zijn zaken waarbij veelal sprake is van pesten of beledigende/discriminerende opmerkingen tussen buurtgenoten. Vaak gaat het om burenruzies (20). Eenmaal is melding gedaan van geweld en eenmaal van bedreiging. Etniciteit wordt vaak als grond van discriminatie aangevoerd (19), maar ook seksuele gerichtheid (3) of handicap (3) kunnen een rol spelen. “Een tijdje geleden ben ik verhuisd. Ik ben de enige allochtone bewoner in mijn nieuwe flat. Vlak na mijn verhuizing hing er een briefje met de tekst: ‘Pas op. Er is een Turk in de flat’.”
6
Aanvullend hierop kan worden vermeld dat het Panel Deurbeleid Rotterdam in 2011 84 meldingen over discriminatie in de horeca heeft gekregen. Hiervan zijn 15 meldingen in eerste instantie binnengekomen bij RADAR en doorverwezen naar het Panel Deurbeleid, deze meldingen zijn zowel door het Panel Deurbeleid als door RADAR geregistreerd.
12
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Over het onderwijs komen 26 meldingen binnen. Hiervan gaan 14 meldingen over etnische discriminatie en vier meldingen over discriminatie op grond van handicap. Ook over discriminatie op grond van leeftijd, geslacht, godsdienst en overige (niet-wettelijke) gronden komen enkele meldingen binnen. De meeste meldingen gaan over omstreden behandeling (17); melders hebben het gevoel dat er voor hen andere regels gelden dan voor medeleerlingen of dat hun etniciteit, handicap of leeftijd (onterecht) de reden is dat zij niet worden toegelaten tot een school. Negen maal is melding gedaan van vijandige bejegening. Hierbij gaat het om pesten tussen leerlingen onderling, maar ook wordt melding gedaan van discriminerende uitlatingen door docenten. “Mijn zoon zit in groep 8 en wordt door de andere kinderen gepest met zijn Aziatische uiterlijk, vooral met zijn ogen. Het levert hem veel stress op. De docent neemt het wat mij betreft niet serieus genoeg; die zegt steeds dat het maar om een incident gaat.”
Er is 23 maal melding gedaan in de categorie ‘publieke en politieke opinie’. Hiertoe behoren meldingen van discriminerende uitingen van politici en/of opinieleiders, waaronder uitspraken die gedaan zijn in de media en in columns. Ook meldingen die aansluiten bij een actuele publieke discussie vallen in deze categorie. Drie mensen nemen aanstoot aan het gebruik van het woord ‘neger’, ‘negertje’ of ‘roetmop’ in drie verschillende columns. Een melder vindt een column op de radio beledigend voor allochtonen in het algemeen en een ander vindt dat de publieke opinie over Grieken erg stigmatiserend is. Vanaf begin december leidt de discussie in de media over Zwarte Piet tot diverse meldingen (17).7 Zwarte Piet is rond de viering van Sinterklaas wel vaker een bron van discussie. Dit jaar was een protest tijdens de landelijke intocht (kunstenaars droegen een Tshirt met de tekst ‘Zwarte Piet is racisme’) de aanleiding voor veel artikelen, opiniestukken en columns. Naar aanleiding hiervan komen bij RADAR enerzijds meldingen binnen van mensen die aangeven moeite te hebben met Zwarte Piet vanwege het stigmatiserende effect. Anderzijds zijn er mensen die vinden dat Zwarte Piet onderdeel uitmaakt van een traditie die vooral moet blijven bestaan. Zij zijn van mening dat Zwarte Piet niet racistisch is.
“Het is te gek voor woorden dat wij in 2011 als donkergekleurde mensen belachelijk gemaakt worden. Eén keer per jaar zo tegen december aan... En dat er tegen ons gezegd wordt ‘Stel je niet aan... Zwarte Piet is zwart van de schoorsteen’ (waar de kerstman wonder boven wonder wel schoon uit weet te komen!)”
Huisvestingsproblemen zijn voor 22 mensen aanleiding om bij RADAR melding te doen van discriminatie. Het merendeel van de meldingen gaat over problemen rond de toewijzing van een woning (9) of over het beheer van de woning door de beheerder/woningbouwcorporatie (6). Etniciteit is de meest genoemde grond van discriminatie (17).
7
Vier meldingen zijn in een andere categorie geregistreerd, omdat zij niet verwezen naar de landelijke discussie, maar bijvoorbeeld een reactie waren op een artikel van RADAR.
13
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Ook over mogelijk discriminatoir optreden door de politie komen in 2011 22 meldingen binnen. De helft van deze meldingen gaat over het willekeurig toepassen van de bevoegdheid om mensen staande dan wel aan te houden. Eén melding gaat over het weigeren van het opnemen van een aangifte. Bij twaalf meldingen gaat het volgens de melder om etnische discriminatie. Zeven maal blijft de discriminatiegrond onduidelijk of valt die in de restcategorie ‘overige (niet-wettelijke) gronden’. Van discriminatie in de openbare ruimte is 19 keer melding gedaan. Acht maal gaat het om discriminerende uitlatingen op straat of bijvoorbeeld in de metro en één maal om een geweldsincident. Zeven maal is melding gedaan van een racistische bekladding, veelal in de vorm van een hakenkruis. De discriminatiegrond loopt uiteen van etniciteit (12), tot seksuele gerichtheid(5), godsdienst (2) en antisemitisme, leeftijd en ‘overig’ ieder één maal. “In de stad zag ik een poster waarmee reclame wordt gemaakt voor een vacaturebank. Er staat een foto op van een zwarte vrouw. Daarnaast heeft iemand de tekst geschreven: ‘Zwarten werken niet. PVV’.”
“In een supermarkt ben ik uitgescholden voor ‘vuile flikker’. Ik wilde mijn bonuskaart aanbieden aan degene na mij in de rij en kreeg vervolgens die reactie.”
Elf meldingen hebben betrekking op mogelijk discriminatoire uitlatingen in de media (krantenartikelen, televisieprogramma’s), in reclames of op het internet. Negen meldingen gaan over discriminatie in de sport en recreatie. Het gaat bijvoorbeeld om racistische uitlatingen die worden gedaan door medesporters of begeleiders. Of om het niet toegelaten worden tot een zwembad, camping of sportvereniging. Een melding gaat over de indeling in een voetbalelftal; ouders hebben het gevoel dat hun zoontje vanwege zijn etniciteit in een lager elftal is geplaatst. Tot slot hebben zes meldingen betrekking op voorvallen in de privésfeer en vallen 15 meldingen in de restcategorie ‘overig’. Onder deze laatste groep meldingen vallen ook e-mails en telefoontjes waarin melders de positie of een artikel op de website van RADAR bediscussiëren. Vergeleken met 2010 Eerder is al vermeld dat het aandeel meldingen over mogelijke discriminatie op de arbeidsmarkt in 2011 licht is gedaald ten opzichte van eerdere jaren. Met een kwart van de meldingen, is het wel nog steeds het maatschappelijke terrein waarover de meeste meldingen worden gedaan. In vergelijking met 2010 is het aantal meldingen over collectieve voorzieningen toegenomen. Dit is zowel verhoudingsgewijs als in absolute aantallen het geval (het aantal meldingen is met 10 gestegen). Een deel van de meldingen houdt verband met de sociale positie van melders (werkloosheid, dakloosheid, uitkeringsgerechtigd) en/of met toekomstige bezuinigingen. Het is niet uit te sluiten dat deze verschuivingen in het aantal meldingen verband houden met de economische crisis.
14
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, Rijnmond, maart 2012
Ook over het terrein ‘huisvesting’ steeg het aantal meldingen meldingen, met 7. Tot slot kwamen over politieke en publieke opinie in 2011 meer meldingen binnen (6 meer dan in 2010). In tabel 3 in de bijlage zijn de meldingen van 2010 en 2011 per maatschappelijk terrein te terug rug te vinden.
Herkomst van de melders Figuur 6 Aantal meldingen Rotterdam Rotterdam-Rijnmond naar herkomst van de melder Nederlands
103
Antilliaans/Arubaans
22
Surinaams
31
Marokkaans
23
Turks
20
Overig Afrikaans
6
Overig Amerikaans
8
Overig Aziatisch
18
Overig Europees
22
Onbekend
163 0
25
50
75
100
125
150
175
Bij discriminatie wordt nog altijd gedacht aan discriminatie op grond van etniciteit. Dat terwijl er ook andere gronden van discriminatie zijn, zi zoals leeftijd, geslacht en seksuele gerichtheid richtheid. Uit de cijfers van RADAR blijkt dat niet alleen etnische minderheden door discriminatie worden getroffen. Er waren in 2011 150 allochtone melders uit verschillende etnische groepen en 103 autochtone melders.8 Van 163 melders zijn geen herkomstgegevens bekend. Autochtone Nederlanders melden discriminatie op de meest uiteenlopende gronden. De meeste meldingen gaan over discriminatie op grond van handicap (25). Op de voet gevolgd door meldingen over overige (niet-wettelijke) wettelijke) gronden (24). Ook doen autochtone Nederlandse melders 23 maal melding van etnische discriminatie. Dertien maal gaat het om een melding als getuige van discriminatie op grond van de allochtone etniciteit. Tot slot melden tien personen dat zij zich op grond van hun autochtone etniciteit gediscrimineerd voelen. voelen Zoals hiervoor al werd aangegeven voelen deze melders zich veelal benadeeld door (vermeend) voorkeursbeleid voor allochtonen of voelen zij zich door allochtone buurtbewoners, winkeliers, collega’s, et cetera, buitengesloten. Surinaamse Nederlanders doen in 2011 31 maal melding van discriminatie bij RADAR. Het grootste deel van de meldingen gaat over etnische discriminatie (22). Marokkaanse Nederlanders richten zich in 2011 23 maal tot RADAR. Deze meldingen gaan bijna uitsluitend over discriminatie op grond van etniciteit (15) of godsdienst (5). Melders met een Antilliaanse of Arubaanse herkomst melden 22 maal een discriminatie-ervaring ervaring (17 maal over etnische discriminatie) discriminatie). Ook van melders uit
8
Zoals in een eerdere voetnoot vermeld, hanteert RADAR de zogenaamde ‘zelfdef ‘zelfdefiniëring’; de melders wordt gevraagd welke etnische herkomst zij hebben, er wordt niet gevraagd naar geboorteland (van ouders).
15
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, Rijnmond, maart 2012
‘overig Europa’ komen 22 meldingen binnen. binnen. Deze melders zijn onder andere afkomstig uit Polen (4), voormalig Joegoslavië (4), Hongarije (2), Letland, Oekraïne, Griekenland, Frankrijk en België. Vergeleken met 2010 Verhoudingsgewijs lijkt het aantal melders met een autochtone Nederlandse herkomst in 2011 afgenomen te zijn (van 31 procent van de melders in 2010 naar 25 procent in 2011). Het aantal melders waarvan de etniciteit onbekend is gebleven is in 2011 verhoudingsgewijs wel gestegen – welk deel daarvan autochtoon Nederlands is, is niet te zeggen. zeg Het aantal Antilliaanse of Arubaanse Nederlandse melders is in 2011 (ondanks de daling van het totale aantal klachten) gestegen ten opzichte van 2010. Verhoudingsgewijs is het aantal meldingen van Marokkaanse Nederlanders sterker gedaald.
Werkwijze en beoordeling van de meldingen Mensen die persoonlijk discriminatie ervaren of die getuige zijn van discriminatie kunnen bij RADAR terecht voor advies, informatie en/of ondersteuning. Zij kunnen RADAR telefonisch, persoonlijk, schriftelijk, per e-mail of rechtstreeks via de website benaderen. In samenspraak wordt gekeken welke acties wenselijk en haalbaar zijn om de discriminatie discriminatie-ervaring ervaring aan te kaarten. Welke stappen er genomen kunnen worden hangt sterk af van de aard van de klacht, de wensen en verwachtingen verwacht van de melder en van de juridische mogelijkheden. RADAR werkt volgens het zogeheten dialoogmodel. Dit houdt in dat RADAR vindt dat de aangeklaagde persoon of organisatie de kans moet krijgen zijn/haar visie op het gebeuren te geven. Wanneer deze dial dialoog oog niet mogelijk of wenselijk is, kunnen andere stappen worden ondernomen. Dat kan een gesprek zijn tussen de klager en de aangeklaagde, het inschakelen van een bemiddelaar, het doen van nader onderzoek, het zoeken van publicitaire of politieke aandacht o of het in gang zetten van een juridische procedure. In onderstaande grafiek is af te lezen welke werkwijzen zijn toegepast in 2011 (er zijn meerdere werkwijzen per melding mogelijk, mogelijk, met uitzondering van de werkwijze ‘alleen registratie’). Figuur 7. Aantal meldingen Rotterdam Rotterdam-Rijnmond 2011 naar werkwijze
44
51
Alleen registratie
64 7 6
Advies/informatie Beïnvloeding beleid
15
Bemiddeling Bijstaan in procedure Doorverwijzing
325
Overig
16
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, Rijnmond, maart 2012
Een discriminatiemelding staat niet gelijk aan bewezen discriminatie. Voor de behandeling van meldingen past RADAR hoor en wederhoor toe. Bij de beoordeling maakt RADAR gebruik van het juridisch instrumentarium. mentarium. Het beoordelen van discriminatiemeldingen is buitengewoon ingewikkeld. Wanneer melders geen onderzoek of inmenging wensen, onthoudt RADAR zich van een oordeel over mogelijke discriminatie ((geen oordeel). Over lopende zaken kan evenmin een oordeell gegeven worden. Soms loopt een onderzoek vast omdat hoor en wederhoor geen uitsluitsel geeft. Als er geen spijkerhard bewijs van discriminatie is, maar het vermoeden van discriminatie niet is weggenomen, luidt het oordeel: vermoeden van discriminatie. In bepaalde gevallen brengt RADAR discriminatiezaken aan bij de rechter of andere bevoegde organen. Wanneer daar het oordeel luidt dat er sprake is van discriminatie discriminatie, is dat ook de kwalificatie in de registratie. Dat geldt ook bij voorvallen waarover jurisprudentie voorhanden is. Er is geen sprake van discriminatie als de benadeling gebaseerd is op 1) een grond die buiten de wettelijke discriminatieverboden valt, 2) wanneer uit nader onderzoek van RADAR blijkt dat er vvan an discriminatie geen sprake was of 3) wanneer een bevoegd orgaan tot dit oordeel is gekomen in deze zaak. Figuur 8. Aantal meldingen Rotterdam Rotterdam-Rijnmond 2011 naar beoordeling
21 27
20 Sprake van discriminatie Vermoeden van discriminatie Geen sprake van discriminatie
119
Geen oordeel
229
Lopende zaken
Geografische spreiding van meldingen Voor deze feitenkaart zijn uitsluitend meldingen m meegenomen van inwoners van de regio Rotterdam-Rijnmond Rijnmond en/of van voorvallen die in de regio plaatsvinden. De meldingen in de categorie ‘bovenregionaal’ gaan vaak over meldingen van discriminatie in de landelijke media, op het internet of door bovenregionale enregionale instanties (bijvoorbeeld de Rijksoverheid). De melders van deze discriminatie-ervaringen ervaringen wonen wel in de regio Rotterdam Rotterdam-Rijnmond. Rijnmond. Hetzelfde geldt voor de melders van voorvallen die zich in een andere regio (‘buiten de regio’) afspelen. Bij een aantal (anonieme) meldingen is de plaats van het voorval (en soms ook de woonplaats van de melder) onbekend gebleven.
17
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, Rijnmond, maart 2012
Figuur 6 Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond Rotterdam 2011 naar plaats voorval
66
Regio Rotterdam-Rijnmond: Rijnmond: Rotterdam
24
Regio Rotterdam-Rijnmond: Rijnmond: Overige gemeenten
32
Buiten de regio
220
Onbekend
74
Bovenregionaal
Figuur 7. Aantal meldingen Rotterdam Rotterdam-Rijnmond 2011 naar woonplaats melder
48
Regio Rotterdam-Rijnmond: Rijnmond: Rotterdam
30
Regio Rotterdam-Rijnmond: Rijnmond: Overige gemeenten Buiten de regio
93
245
Onbekend
In tabel 2 is per gemeente af te lezen hoeveel meldingen RADAR ontving van voorvallen in die gemeente of van inwoners woners van die gemeente over voorvallen die zij elders hebben meegemaakt (bijvoorbeeld: voorbeeld: een bewoner van de gemeente Brielle meldt een discriminatie-ervaring discriminatie ervaring in de gemeente Rotterdam). In de tabel is dit aantal meldingen omgerekend naar het aantal meldingen per 10.000 .000 inwoners, waardoor de gemeenten met elkaar vergeleken kunnen worden.
18
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Tabel 2 Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond 2011 per gemeente en naar aantal inwoners
Regio RotterdamRijnmond
Albrandswaard Barendrecht Bernisse Brielle Capelle a/d IJssel Dirksland Goedereede Hellevoetsluis Krimpen a/d IJssel Lansingerland Maassluis Middelharnis Oostflakkee Ridderkerk Rotterdam Schiedam Spijkenisse Westvoorne
Voorval in gemeente (aantal meldingen) 2 8 2 2 8 0 0 5 2 10 4 1 0 5 220 12 13 0
Voorval elders, melder en/of slachtoffer woonachtig in gemeente (aantal meldingen)
Totaal aantal meldingen
Aantal inwoners
Totaal aantal meldingen per 10.000 inwoners
0 4 0 2 5 0 0 4 1 2 4 1 0 3 85 12 8 0
2 12 2 4 13 0 0 9 3 12 8 2 0 8 305 24 21 0
24.674 46.831 12.404 15.978 66.104 8.408 11.409 39.739 28.626 54.090 31.910 18.050 10.406 44.889 610.386 75.718 72.244 13.992
0,81 2,56 1,61 2,50 1,97 0 0 2,26 1,05 2,22 2,51 1,11 0 1,78 5,00 3,17 2,91 0
Eerder in deze feitenkaart is al aan de orde gekomen dat ‘discriminatiecijfers’ niet alles zeggen: uit ander onderzoek weten we dat er sprake is van onderrapportage. Lang niet alle discriminatieervaringen worden gemeld, soms wordt discriminatie ook niet als zodanig herkend. Op basis van onderstaande cijfers kunnen we dus niet zonder meer concluderen dat discriminatie in de ene gemeente vaker voorkomt dan in de andere. Ook betekent ‘nul’ meldingen naar alle waarschijnlijkheid niet dat er helemaal geen discriminatie in die gemeente plaatsvindt. De aantallen zeggen mogelijk wel iets over de naamsbekendheid van RADAR. Daar waar RADAR onder een groter publiek bekend is, zullen meer melders het bureau weten te vinden. RADAR is ook nog niet in alle gemeenten even lang werkzaam. Verder kan het niveau van dienstverlening per gemeente verschillen, waardoor RADAR in de ene gemeente beter zichtbaar is dan in de andere. Tenslotte zij aangetekend dat de meldingen bij RADAR slechts één van de indicatoren zijn en dat het beeld completer wordt als die worden aangevuld met andere gegevens, zoals die van de politie. In die zin is vermeldenswaard dat RADAR in samenwerking met de politie Rotterdam-Rijnmond ook een gemeenschappelijke presentatie van de discriminatiecijfers voorbereidt.
19
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Bijlagen Tabel 1. Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond naar aard 2011 en 2010
Aard van discriminatie Omstreden behandeling Vijandige bejegening Geweld Bedreiging Overig Totaal
2011 Aantal 261 123 10 2 20 416
2010 % 63% 30% 2% 0% 5% 100%
Aantal 306 175 12 10 23 526
% 58% 33% 2% 2% 4% 100%
Tabel 2 Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond naar discriminatiegrond 2011 en 20109
Discriminatiegrond Antisemitisme Arbeidsduur Burgerlijke staat Geslacht Godsdienst Handicap Herkomst/kleur/ras Leeftijd Levensovertuiging Nationaliteit Politieke overtuiging Seksuele gerichtheid Soort contract Overig Totaal
2011 Aantal 4 0 2 37 21 33 205 31 0 8 0 22 0 76 439
2010 % 1% 0% 0% 8% 5% 8% 47% 7% 0% 2% 0% 5% 0% 17% 100%
Aantal 8 0 2 27 52 49 272 47 7 10 4 26 0 48 552
% 1% 0% 0% 5% 9% 9% 49% 9% 1% 2% 1% 5% 0% 9% 100%
Tabel 3. Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond naar maatschappelijk terrein 2011 en 2010
Maatschappelijk terrein Arbeid Buurt/wijk Collectieve voorzieningen Commerciële dienstverlening Horeca/amusement Huisvesting Media/reclame Onderwijs Openbare ruimte Politie/OM Privésfeer Politieke en publieke opinie Sport en recreatie Overig Totaal
2011 Aantal 106 29 56 40 32 22 11 26 19 22 6 23 9 15 416
2010 % 25% 7% 13% 10% 8% 5% 3% 6% 5% 5% 1% 6% 2% 4% 100%
9
Aantal 154 40 46 47 37 15 26 27 39 30 7 17 21 20 526
% 29% 8% 9% 9% 7% 3% 5% 5% 7% 6% 1% 3% 4% 4% 100%
Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totaal aantal meldingen. Eén melding kan over discriminatie op meerdere gronden gaan en dat verklaart het verschil.
20
Feitenkaart Discriminatie 2011 Rotterdam-Rijnmond, maart 2012
Tabel 4. Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond met betrekking tot de arbeidsmarkt 2011 en 2010
Arbeidsmarkt Werving en selectie Werkvloer Uitstroom Promotie en doorstroom Arbeidsvoorwaarden Arbeidsbemiddeling Overig Totaal
2011 Aantal 33 36 13 4 10 2 8 106
2010 % 31% 34% 12% 4% 9% 2% 8% 100%
Aantal 50 46 28 6 15 6 3 159
% 32% 30% 18% 4% 10% 4% 2% 100%
Tabel 5. Aantal meldingen Rotterdam-Rijnmond naar herkomst melder 2011 en 2010
Etnische herkomst melder Onbekend Nederland Antillen/Aruba Suriname Marokko Turkije Molukken Overig Europa Overig Afrika Overig Amerika Overig Azië Totaal
2011
2010
Aantal 163 103 22 31 23 20 0 22 6 8 18 416
% 39% 25% 5% 7% 6% 5% 0% 5% 1% 2% 4% 100%
21
Aantal 184 162 16 36 43 25 2 20 11 3 24 526
% 35% 31% 3% 7% 8% 5% 0% 4% 2% 1% 5% 100%