De relatie tussen Dark Triad en pesten
1
De relatie tussen de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen, Machiavellianisme, Narcisme en Psychopathie, en pesten: Een studie met kinderen. Lin Heijnen De Universiteit van Tilburg
De relatie tussen Dark Triad en pesten
2 Abstract
Pesten is een zeer actueel onderwerp. In onderzoek naar pesten wordt veel aandacht geschonken aan kinderen die worden gepest, terwijl er nog weinig bekend is over de pesters zelf. Deze studie heeft getracht meer inzicht te verkrijgen in de (determinanten van) persoonlijkheid van pesters. Gekeken werd of en welke Dark Triad persoonlijkheidskenmerken (machiavellisme, narcisme en psychopathie) invloed hadden op het zijn van een pester en of geslacht invloed had op het bezitten van deze Dark Triad persoonlijkheidskenmerken. Vragenlijsten (van de SPACE batterij) met betrekking tot eigen pestgedrag, pestgedrag van anderen, persoonlijkheidskenmerken, leeftijd en geslacht werden afgenomen onder middelbare scholieren tussen de 11 en 15 jaar (160 jongens, 147 meisjes). Resultaten lieten zien dat kinderen met narcistische persoonlijkheidstrekken zichzelf eerder rapporteerden als pester. Er was geen significante relatie tussen machiavellisme en psychopathie en pestgedrag (zelf gerapporteerd en peer genomineerd). Wel bleek dat jongens vaker narcistische en psychopathische trekken bezaten als meisjes. Inzicht in deze persoonlijkheidskenmerken in relatie tot geslacht en pestgedrag kan helpen bij het vroeg identificeren van pesters en het ontwikkelen van interveniërende methoden.
De relatie tussen Dark Triad en pesten
3
De relatie tussen de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen, Machiavellianisme, Narcisme en Psychopathie, en pesten: Een studie met kinderen. Inleiding Pesten is een veel besproken begrip in de huidige maatschappij. Veenstra et al. (2005) definiëren pesten als “een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade toe te brengen” (p. 305). Regelmatig hoor je verhalen in de media over pesten en de gevolgen hiervan. Uit onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI, 2014) bleek dan ook dat 10,4% van de basisschoolkinderen en 6,4% van de middelbare scholieren aangeeft te worden gepest. Ook digitaal pesten is in opkomst, in 2006 werd 17 tot 23% van de jongeren regelmatig online gepest (Sociaal en Cultureel Planbureau [SCP], 2011). Het is algemeen bekend dat pesten vergaande gevolgen kan hebben voor het kind dat gepest wordt. Deze gevolgen kunnen onder andere zijn: het hebben van een laag zelfvertrouwen (Q’Moore, Kirkham, & Smith, 1997), depressie (Olweus, 1997), gezondheidsproblemen (Williams, Chambers, Logan, & Robinson, 1996) en verhoogd risico op psychose (Wolke, Lereya, Fisher, Lewis, & Zammit, 1996). Ook is er een relatie tussen overmatig alcoholgebruik en personen die zijn of worden gepest. Door overmatig alcohol gebruik ontstaan er alcohol gerelateerde problemen. Deze problemen kunnen voort komen uit een vroegere geschiedenis met pestgedrag (Rospenda, Richman, Wolff, & Burke, 2013). Veel aandacht wordt gericht op kinderen die worden gepest en de gevolgen hiervan, maar het is ook van groot belang te kijken naar de kinderen die pesten. Er is namelijk een veel groter percentage kinderen dat pest, dan kinderen die worden gepest. 35% van de kinderen zegt wel eens of vaak te pesten en 13% van de pesters zegt zelf ook gepest te worden (Nederlands
De relatie tussen Dark Triad en pesten
4
Jeugd Instituut [NJI], 2009), tegenover de hierboven genoemde 10.4 en 6.4% van de kinderen die wordt gepest. Een interessant vraagstuk is wat deze pesters drijft. Zijn er bijvoorbeeld bepaalde persoonlijkheidskenmerken die pesters vaak bezitten? In de huidige literatuur is weinig over deze relatie te vinden. Slechts enkele studies zijn hiernaar gedaan, welke hieronder besproken zullen worden. Olweus (1995) heeft een aantal karakteristieken van pesters op een rijtje gezet. Zo zijn pesters vanzelfsprekend agressief, maar vaak ook impulsief en hebben ze de behoefte te domineren over anderen. Ze tonen vaak weinig empathie ten opzichte van de mensen die ze pesten en hebben zelf meestal ongewoon weinig last van angsten en onzekerheden. Uit onderzoek van Coolidge, DenBoer en Segal (2004) bleek dat er ook een relatie bestaat tussen pestgedrag en verschillende pathologische stoornissen. Een sterke relatie werd gevonden tussen pestgedrag en Axis 1 van de DSM-4. Hieronder vallen gedragsstoornissen, opstandigheidsstoornissen, ADHD en depressieve stoornissen. Ook bestaat er een verband tussen pestgedrag en Axis 2 van de DSM-4. Hieronder vallen passief-agressieve, theatrale, paranoïde en afhankelijke persoonlijkheidsstoornissen. De Bolle en Tackett (2013) onderzochten de relatie tussen pesten en de Big Five factoren. Zo bleken pesters vaak een lagere mate in mildheid, ordelijkheid, extraversie en emotionele stabiliteit te bevatten. Verder bestaat er een significante positieve relatie tussen Eysenck’s persoonlijkheidsfactor, psychoticisme, en pesters (Slee, & Rigby, 1993). In vergelijking met onderzoek naar slachtoffers van pesten is er aanzienlijk minder onderzoek gedaan naar de pesters zelf. Onderzoek naar de relatie tussen persoonlijkheid en pesters is minimaal en vaak gedateerd. Meer onderzoek hiernaar is daarom van belang. Vanwege het soort gedrag dat pesters vaak vertonen (agressief, impulsief, dominantie en gebrek aan empathie,
De relatie tussen Dark Triad en pesten
5
Olweus, 1995) is het interessant om de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen te bekijken in relatie met deze pesters. De Dark Triad is een trio van persoonlijkheidseigenschappen: machiavellianisme, narcisme en psychopathie. Allen zijn het onverschillige, vaak agressieve en niet-emotionele karaktereigenschappen (Paulhus, & Williams, 2002). Machiavellisten zijn mensen met een manipulatieve persoonlijkheid (Paulhus, & Williams, 2002) Zij hebben wel interactie met anderen maar dit is puur in eigen belang. Zij houden geen rekening met de gevoelens van anderen. Narcisten zijn mensen met grootheidswaan, zij voelen zich dominant, superieur en hebben het gevoel dat zij hier ook het recht toe hebben. Deze mensen hebben het gevoel dat ze boven anderen staan en beter dan anderen zijn (Raskin, & Hall, 1979). Psychopaten zijn erg impulsief, zoeken spanning op (‘Thrill-seeking) en hebben weinig of geen empathie en angsten. (Paulhus & Williams, 2002). Psychopaten leven vaak in hun eigen wereld en hebben weinig interactie met anderen. In 2012 werd voor het eerst de directe relatie tussen Dark Triad persoonlijkheden en pestgedrag onderzocht door Baughman, Dearing, Giammarco & Vernon (2012). Zij vonden in hun studie dat er een positieve relatie tussen de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen en pestgedrag bestaat. Dit houdt in dat personen met een hogere score op de Dark Triad eigenschappen vaker werden gerapporteerd als pester. Zij deden deze studie echter onder volwassenen, met name universitaire studenten. Uit de studie bleek dat volwassenen een erg lage mate van pestgedrag op het werk (‘work harressement’) rapporteerden. De auteurs van deze studie suggereren dan ook dat pesten onder volwassenen verschilt van pesten onder kinderen. Dit vermoeden zij omdat, de gebruikte vragenlijst over het algemeen bij kinderen wordt gebruikt. Bij kinderen vindt men een grotere rapportage van pestgedrag. De lage rapportage in deze studie zou
De relatie tussen Dark Triad en pesten
6
kunnen komen doordat de gebruikte vragenlijst niet het ‘soort’ pesten meet, dat volwassenen ervaren. Baughman et al. (2012) suggereren een steekproef onder volwassenen met een hogere variabiliteit, dus verschillende lagen van de bevolking, maar het zou ook interessant kunnen zijn deze steekproef juist bij kinderen uit te voeren, aangezien er waarschijnlijk een verschil bestaat tussen pestgedrag in kinderen en volwassenen. Deze specifieke populatie is nog niet eerder onderzocht op deze relatie en daarom is deze studie interessant. Ook zal er in deze studie gebruik worden gemaakt van peernominaties. Hierbij beoordelen medeleerlingen welke kinderen pesten. Dit omdat het zo kan zijn dat er een significant verschil te zien is tussen de zelfrapportage van pesters en de peernominaties. Onderzoek van Lee en Ashton (2005) wijst uit dat de Dark Triad persoonlijkheden alle drie erg laag scoren op de ‘HEXACO honesty-humility’ factor. Dit houdt in dat deze persoonlijkheden lager dan gemiddeld op eerlijkheid en nederigheid scoren. Het zou daarom zo kunnen zijn dat pestende kinderen met Dark Triad eigenschappen niet eerlijk zijn over het feit dat zij pesten, of dat zij er juist over opscheppen. Om hiervoor te controleren zal er daarom ook gebruik worden gemaakt van peernominaties. Kortom, deze studie zal de relatie onderzoeken tussen de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen en kinderen die pesten. Ook zal gekeken worden naar de relatie tussen geslacht en de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. Onder kinderen worden middelbare scholieren met een leeftijd tussen de 12 en 14 jaar verstaan. Verwacht wordt dat kinderen met een hogere score op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen zichzelf vaker zullen benoemen als pester dan kinderen met een lage score op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. Dit wordt verwacht omdat, de karakteristieken van pesters gelijkenissen tonen met verschillende karakteristieken van de Dark Triad
De relatie tussen Dark Triad en pesten
7
persoonlijkheidseigenschappen. Verder wordt verwacht dat kinderen met een hogere score op de Dark Triad vaker zullen worden aangewezen door peers als pester. Als laatste wordt verwacht dat jongens hoger scoren op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. Dit wordt verwacht omdat uit eerder onderzoek (De Bolle, & Tackett, 2013) bleek dat jongens vaker pesten dan meisjes.
De relatie tussen Dark Triad en pesten
8 Methode
Participanten Aan deze studie namen middelbare scholieren (160 jongens, 147 meisjes) met een leeftijd tussen de elf en vijftien jaar deel (
Leeftijd
=12,7 jaar, SD=1,29 jaar). Zij werden geworven op twee
Nederlandse middelbare scholen. Op iedere school werden zes klassen gevraagd mee te werken aan de studie. Deze klassen waren eerstejaars of tweedejaars klassen, variërend van VMBO tot Gymnasium. De scholieren uit de deelnemende klassen kregen een informatiebrief met betrekking tot het onderzoek. Deze brief werd aan de ouders gegeven, waarna zij toestemming konden verlenen om de leerling mee te laten doen aan het onderzoek. Wanneer de ouders of kinderen besloten niet mee te willen werken aan het onderzoek, konden zij het strookje invullen dat onderaan het formulier was bevestigd en deze inleveren bij de onderzoeker. De ouders van twee kinderen verleenden geen toestemming om deel te nemen aan het onderzoek. De deelnemende scholieren kregen geen compensatie voor de deelname aan dit onderzoek.
Procedure De deelnemende scholieren vulden door middel van zelfrapportage de SPACE (Study on Personality, Adjustment, Cognition and Emotion) vragenlijst in. Omdat de SPACE een veel omvattende vragenlijst is, heeft deze studie zich beperkt tot de vragenlijsten met betrekking tot persoonlijkheid (Dark Triad), sociale relaties en pest gedrag. Door middel van peernominaties werden de sociale relaties onderling onderzocht. De scholieren moesten verschillende vragen invullen over zijn of haar (relaties met) klasgenoten. Deze vragenlijsten werden afgenomen
De relatie tussen Dark Triad en pesten
9
onder toezicht van de onderzoeker, bij voorkeur tijdens mentoruren. Dit duurde niet langer dan één lesuur (vijftig minuten).
Meetinstrumenten Deze studie maakt gebruik van verschillende sub schalen uit de SPACE om de genoemde constructen te onderzoeken. De gebruikte sub schalen zijn: algemene vragen, Dirty Dozen (Jonason & Webster, 2010) en ‘jij en je klasgenoten’. Van de algemene vragen zijn er 3 items van belang: het toegewezen leerlingennummer, het geslacht (0=meisje, 1=jongen) en de leeftijd van de deelnemers. De Dirty Dozen is een subschaal die de Dark Triad persoonlijkheidstrekken meet. Dit instrument is ontworpen door Jonason en Webster (2010) aan de hand van factor analyses en heeft een sterke betrouwbaarheid en validiteit (cronbach’s α =.88). De Dirty Dozen bestaat uit 12 items, met een schaalscore van 1 tot 9 waarbij 1 staat voor sterk mee oneens en 9 staat voor sterk mee eens. De Dity Dozen bestaat uit de drie variabelen machiavellisme (cronbach’s α =.74), narcisme (cronbach’s α =.75) en psychopathie (cronbach’s α =.77). Iedere variabele heeft 4 items in de Dirty Dozen subschaal. Een voorbeeld van een item voor de variabele machiavellisme is ‘Ik heb vleierij gebruikt om mijn zin te krijgen. Een voorbeeld van een item voor de variabele narcisme is ‘Ik ben geneigd om anderen uit te buiten voor mijn eigen goed’. Een voorbeeld van een item voor de variabele psychopathie is ‘Ik ben geneigd anderen te manipuleren om mijn zin te krijgen’. De subschaal ‘jij en je klasgenoten’ bekijkt zowel de zelfrapportages als de peer nominaties. Deze schaal bestaat uit 11 items, waarvan deze studie er twee zal gebruiken: ‘Door wie word je wel eens gepest?’ (peer nominatie) en ‘Wie pest jij wel eens?’ (zelfrapportage). Op
De relatie tussen Dark Triad en pesten
10
ieder item vulden de deelnemers de naam van de desbetreffende persoon in, waarna deze zijn omgezet naar het aantal peernominaties per item, per leerling, en naar proportiescores. Deze proportiescore is het ‘aantal nominaties/ mogelijk aantal nominaties’. Aan de hand van deze proportiescores kunnen er vergelijkingen worden gemaakt tussen pesters en niet-pesters.
Data reductie en data analyse Er waren achttien personen die op geen enkele variabele een antwoord hebben gegeven, daarom zijn deze personen niet meegenomen in de analyses, waardoor de uiteindelijke steekproef 307 werd. De personen die slechts enkele variabelen niet hebben ingevuld zullen tijdens de data analyse er uit worden gefilterd door de optie ‘exclude case pairwise’. Dit houdt in dat deze persoon niet wordt meegenomen in de analyses waarbij de missende data nodig is, maar wel wordt meegenomen in analyses waarvoor deze gevallen wel de benodigde informatie hebben (Pallant, 2010). Om de assumptie van categorische variabelen niet te schenden zijn de proportievariabelen ‘zelf gerapporteerd pestgedrag’ en ‘peer nominaties van pestgedrag’ getransformeerd in categorische variabelen, door beide variabelen op te splitsen in twee dichotome groepen. Scholieren met een proportie score van .00 werden getransformeerd in waarde 0, scholieren met een proportie score 0 >1 kregen de waarde 1. Zo kon er makkelijk onderscheid worden gemaakt tussen pesters (waarde 1) en niet-pesters (waarde 0). Twee logistische regressie analyses werden uitgevoerd om de relatie tussen zelfgeraporteerd pesten en de Dark triad persoonlijkheidseigenschappen en peer genomineerd pesten en de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen te onderzoeken. De eerste logistische regressie analyseerde de hypothese dat kinderen met een hogere score op de Dark Triad
De relatie tussen Dark Triad en pesten
11
persoonlijkheidseigenschappen zichzelf vaker zullen benoemen als pester dan kinderen met een lage score op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. De tweede logistische regressie analyseerde de hypothese dat kinderen met een hogere score op de Dark Triad vaker zullen worden aangewezen door de medeleerlingen als pester. Voor beide analyses werden drie onafhankelijke variabelen gebruikt: machiavellisme, narcisme en psychopathie. De afhankelijke variabelen waren zelf gerapporteerd pesten en peer nominatie pesten. Een een-weg MANOVA werd uitgevoerd om geslachtsverschillen in de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen te onderzoeken. Deze analyse toetste de hypothese dat jongens hoger scoren op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen dan meisjes. Hierbij waren de afhankelijke variabelen: machiavellisme, narcisme en psychopathie. De onafhankelijke variabele was nu geslacht.
De relatie tussen Dark Triad en pesten
12 Resultaten
Beschrijvende statistiek Allereerst, zijn de gemiddelden en t- scores, met bijbehorende significantie niveaus, van de variabelen onderzocht per hypothese. Deze resultaten zijn gerapporteerd in de tabellen 1 tot en met 3. Bij de berekening van deze gemiddelden is gebruik gemaakt van de somscores op de variabelen. Zoals te zien in tabel 1, hadden zelf gerapporteerde pesters een hogere gemiddelde score op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen dan zelf gerapporteerde niet-pesters. Een t-test analyse liet zien dat er een significant verschil was tussen zelf gerapporteerde pesters en niet-pesters op narcisme en psychopathie en een marginaal effect op machiavellisme. Wanneer werd gekeken naar (tabel 2) de gemiddelde scores op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen van de peer genomineerde pesters en niet-pesters, scoorden ook hier de pesters hoger op deze variabelen. Bij benadering met een t-test werd hier echter geen significant verschil in gevonden. Tabel 3 laat zien dat de gemiddelde scores van jongens op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen hoger waren als de gemiddelde scores van meisjes hierop. Wanneer dit verschil nader werd bekeken aan de hand van een t-test bleek dat narcisme een significant verschil liet zien tussen scores van jongens en meisjes. Dit gold niet voor de variabelen machiavellisme en psychopathie. Vervolgens is gekeken naar de relatie tussen de Dark Triad schalen (machiavellisme, narcisme en psychopathie) en peer genomineerd en zelf gerapporteerd pesten. Pearson productmoment correlaties tussen deze variabelen zijn gerapporteerd in tabel 4. Machiavellisme was significant (p < .05) en positief gerelateerd aan zelf gerapporteerd pesten. Dit gold ook voor narcisme en psychopathie bij gebruik van een minder conservatieve alfa (p < .01). Wanneer werd gekeken naar de relatie tussen de drie Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen en peer
De relatie tussen Dark Triad en pesten
13
genomineerd pesten bleek dat deze wel een positieve relatie met elkaar hadden, maar deze was niet significant. Logistische regressie zelf gerapporteerd pesten Een logistische regressie werd uitgevoerd om de impact te bekijken van de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen op de waarschijnlijkheid dat respondenten rapporteren dat ze wel of niet pesten. Preliminaire assumptie analyses werden uitgevoerd om te controleren voor steekproefgrootte, multicollineariteit en uitschieters. De assumptie van uitschieters is geschonden. Bij het nader bekijken van deze uitschieters, zouden deze waarden realistisch kunnen zijn. Het model bevatte drie onafhankelijke variabelen (machiavellisme, narcisme en psychopathie). Het volledige model, met alle voorspellers, was statistisch significant, χ2 (3, N = 302) = 16.85, p = .001, wat aangeeft dat het model verschil kon maken tussen mensen die aangaven te pesten en mensen die aangaven niet te pesten. Het model als geheel verklaarde tussen de 5.4% (Cox en Snell R square) en 9.6% (Nagelkerke R squarerd) van de variantie in pesten, en classificeerde 85.4% van de gevallen op de juiste manier. Zoals te zien in tabel 5, maakt alleen de onafhankelijke variabele narcisme een unieke statistisch significante bijdrage aan het model. Deze variabele liet een Odds Ratio zien van 1.41. Dit houdt in dat personen met narcistische persoonlijkheidseigenschappen 1.41 keer meer waarschijnlijk waren om zichzelf te rapporteren als pester, gecontroleerd voor alle andere factoren in het model. Logistische regressie peer genomineerd pesten Ook werd er een logistische regressie uitgevoerd om de impact te bekijken van de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen op de waarschijnlijkheid dat respondenten worden gerapporteerd door peers als wel of geen pester. Het model bevatte ook hier de drie
De relatie tussen Dark Triad en pesten
14
onafhankelijke variabelen (machiavellisme, narcisme en psychopathie). Het volledige model, met alle voorspellers, was statistisch niet significant, χ2 (3, N = 305) = 3.489, p = .322, wat aangeeft dat het volledige model geen verschil kon maken tussen mensen die aangeven te pesten en mensen die aangaven niet te pesten. MANOVA geslacht Een manova werd uitgevoerd om de impact van geslacht op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen te bekijken. Verschillende preliminaire assumptie analyses werden uitgevoerd om te controleren voor steekproefgrootte, normaliteit, lineariteit, uitschieters, homogeniteit van variantie-covariantie matrixen en multicollineariteit. Slechts een lichte schending van de assumptie voor normaliteit werd gevonden. Ook was er een schending van de assumptie van uitschieters. Een significant verschil werd gevonden tussen jongens en meisjes op de gecombineerde afhankelijke variabelen, de Dark Triad, F (3, 301) = 3.88 , p = .010; Wilk’s Lambda = .963; partial eta squared = .04. Bij het apart bekijken van de afhankelijke variabelen bleken alleen narcisme, bij een Bonferroni aangepaste alpha, F (1, 303) = 6.86, p = .009, partial eta squared = .02, en psychopathie (met een Bonferroni aangepaste alpha) significant te zijn, F (1, 303) = 9.04, p = .003, partial eta squared = .03.
De relatie tussen Dark Triad en pesten
15 Discussie
Deze studie is een van de eerste studies die de relatie heeft bekeken tussen de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen en het zijn van een pester ja of nee. Ook is gekeken naar de relatie tussen de Dark Triad eigenschappen en geslacht. Eerdere studies kwamen met zwakke resultaten wat betreft deze relaties (Baughman et al., 2012). Doel van deze studie was dan ook meer duidelijkheid te creëren wat betreft deze relaties, met als hoofdvraag of het bezitten van Dark Triad eigenschappen ervoor zorgt dat kinderen zichzelf vaker rapporteren of worden gerapporteerd als pester. Gevonden werd dat deelnemers met narcistische eigenschappen zichzelf eerder rapporteerden als pester. Echter werd ook gevonden dat mensen met hogere scores op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen, niet vaker werden gerapporteerd door peers als pester. Tot slot werd gevonden dat jongens vaker narcistische en psychopathische persoonlijkheidseigenschappen hebben als meisjes. Opvallend aan deze resultaten is het verschil in rapportage van pestgedrag tussen peer- en zelf rapportage. Het feit dat kinderen zichzelf rapporteerde als pester maar niet door peers werden aangewezen als pester, zou wellicht te maken kunnen hebben met de persoonlijkheidseigenschappen die deze kinderen bevatten. Narcisten staan er namelijk bekend om, zoals eerder genoemd, aan grootsheidswaan te leiden en erg dominant te zijn en het gevoel te hebben dat zij hier het recht toe hebben (Raskin & Hall, 1979). Deze kenmerken in beschouwing genomen, zou het zo kunnen zijn dat narcisten zichzelf als pester benoemen, omdat zij dit zien als een vorm van dominantie. Deze discrepantie is al eerder onderzocht door Branson en Cornell (2009) en ook zij vonden dat er een lage overeenstemming was tussen zelf gerapporteerde pesters en peer genomineerde pesters en dat er meer dan twee keer zoveel pesters werden aangewezen door peer nominaties als door zelf rapportages.
De relatie tussen Dark Triad en pesten
16
Wanneer wordt gekeken naar de eerder genoemde studie van Baughman et al. (2012) valt ook op dat in de resultaten die zij vonden naar voren kwam dat psychopathie, gevolgd door machiavellisme en narcisme, het sterkst correleerde met pesten. Echter werd in de huidige studie gevonden dat er een sterke relatie was tussen narcisme en pesten, wat in eerder onderzoek juist de zwakste correlatie met pesten had, en dat er geen significante relatie was tussen machiavellisme en psychopathie en pesten. Dit verschil zou te maken kunnen hebben met de steekproef. In de huidige studie is gebruik gemaakt van een steekproef onder kinderen. In de studie van Baughman et al. (2012) werd de steekproef afgenomen onder volwassenen. Er zou dus een verschil kunnen zijn tussen deze twee groepen, in de relatie tussen het soort pesten en specifieke karaktereigenschappen. Baughman et al. (2012) uitten al eerder het vermoeden dat het soort pesten verschilt tussen volwassenen en kinderen. Als dit daadwerkelijk zo zou zijn, zouden de gevonden resultaten hier een logisch gevolg van kunnen zijn. Ook zou het feit dat er geen significante relatie werd gevonden tussen psychopathie, machiavellisme en pesten, te maken kunnen hebben met de lage rapportage (zowel zelf- als peerrapportage) van Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. Wellicht is het zo, dat wanneer er wordt gekeken naar een grotere steekproef met een grotere rapportage van de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen, er wel significante resultaten te vinden zijn op de variabelen machiavellisme en psychopathie. Vervolg onderzoek zou dit kunnen uitwijzen. Een andere reden voor het vinden van deze resultaten kan zijn de omscoring van de pest variabele. De variabele pesten (peer-genomineerd) is om gescoord van proportiescores naar dichotome scores. Hierbij is een vrij harde grens gehanteerd. Kinderen met een proportie score groter dan .00 werden hierbij al om gescoord tot pester. Dit is een vrij harde conclusie om te trekken en dit kan invloed hebben gehad op de resultaten met betrekking tot de relatie tussen de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen en
De relatie tussen Dark Triad en pesten
17
pestgedrag. Het is aannemelijk dat hierdoor de scores op de Dark Triad minder extreme verschillen lieten zien tussen pesters en niet-pesters. Immers, wanneer deze grens hoger had gelegen was de betrouwbaarheid of iemand daadwerkelijk een pester was groter geweest, omdat dit gebaseerd zou zijn op meerdere nominaties van pestgedrag door peers. De gevonden resultaten met betrekking tot de relatie tussen geslacht en de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen, kwamen grotendeels overeen met de hypothese. De persoonlijkheidstrekken narcisme en psychopathie kwamen significant vaker voor bij jongens, dan bij meisjes. Op de subschaal machiavellisme werd echter niet significant hoger gescoord door jongens. Wel was hier een duidelijke trend te zien. Ook dit kan te maken hebben met de grootte van de steekproef. Hoewel er 307 leerlingen deelnamen aan het onderzoek, waren er relatief weinig kinderen met een hoge score op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. Hierdoor zijn vergelijkingen tussen jongens en meisjes op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen, wellicht moeilijker te maken. Vergelijkingen tussen kleine groepen kunnen namelijk een vertekende representatie van de werkelijkheid laten zien (Pallant, 2010). Met betrekking tot deze studie zijn er verschillende sterke en zwakke punten te vinden. De externe validiteit van dit onderzoek is vrij sterk. Hoewel er gebruik is gemaakt van maar twee middelbare scholen, bestaat de steekproef uit alle niveaus binnen een middelbare school. Wel is het zo dat niet alle klassen hebben meegedaan, met alle leeftijden. De steekproef bestond alleen uit kinderen tussen de 11 en 15. De discriminante validiteit zou in twijfel kunnen worden getrokken doordat de onafhankelijke variabelen van de logistische regressie onderling vrij hoog correleren (hoewel de assumptie van multicollineairiteit ongeschonden is). Dit houdt in dat de onafhankelijke variabelen wellicht niet uitsluitend de afhankelijke variabelen verklaren. Echter
De relatie tussen Dark Triad en pesten
18
bleek uit onderzoek van Jonason, & Webster (2010) dat de Dirty Dozen (de in de logistische regressie gebruikte onafhankelijke variabelen) die zij construeerde een acceptabele discriminante validiteit heeft. Wanneer werd gekeken naar de assumpties van de analyses waren er enkele schendingen. Zo waren er uitschieters van scores in zowel de logistische regressie analyse als de MANOVA. Dit houdt in dat er een aantal scores met extreme waarden waren. Echter zou dit te maken kunnen hebben met de aard van het onderzoek en zouden deze uitschieters realistisch kunnen zijn (Pallant, 2010). Besloten is deze gevallen in de analyse te houden, omdat het slechts een paar uitschieters waren met wellicht realistisch waarden. Ook was er een lichte schending van normaliteit in de MANOVA. Dit is echter een logisch gevolg van de uitschieters en werd waarschijnlijk veroorzaakt door de aard van het onderzoek en de grote steekproef. Een punt wat zorgt voor zowel sterkte als zwakte van de analyse is het gebruik van de bonferroni correctie in deze studie. Omdat in een MANOVA gebruik wordt gemaakt van meerdere ANOVA’s, moet hiervoor worden gecorrigeerd met een bonferroni aangepaste alfa (O’ Brien, & Kaiser, 1985). Wel daalt hierdoor het onderscheidend vermogen van de analyse sterk. Dit houdt in dat de kans dat je de nulhypothese onterecht aanhoud stijgt (Perneger, 1998). Dit verklaard echter niet het feit dat de variabele machiavellisme geen significante relatie laat zien. Ook zonder bonferroni correctie zou deze relatie geen significant effect laten zien. Vervolg onderzoek na aanleiding van deze studie zou verschillende relevante punten kunnen bekijken. Zo zou vervolg onderzoek kunnen uitwijzen of er daadwerkelijk een verschil is in het soort pesten tussen kinderen en volwassenen. Wanneer dit zo blijkt te zijn kunnen er testbatterijen worden ontwikkeld die meer gericht zijn op de specifieke doelgroep. Ook zou dit meer duidelijkheid verschaffen over de verschillende resultaten die werden gevonden in de huidige studie en de studie van Baughman et al. (2012) met betrekking tot de relatie tussen
De relatie tussen Dark Triad en pesten
19
pestgedrag en de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. Een ander relevant punt om in toekomstig onderzoek te bekijken is de interactie tussen peer genomineerde scores en zelf gerapporteerde scores. Dit om meer duidelijkheid te verschaffen over de discrepantie tussen de twee. De studie van Branson, & Cornell (2009) keek al naar de relatie tussen peer genomineerde pesters en zelf gerapporteerde pesters, maar er kan ook worden gekeken naar de relatie tussen peer genomineerde- en zelf gerapporteerde scores op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen. In deze studie is namelijk geen gebruik gemaakt van peer nominaties met betrekking tot deze variabelen. Wellicht worden hier ook grote verschillen gevonden tussen de twee, waardoor er meer inzicht kan worden verkregen in deze onderlinge relaties. Ook kan de huidige studie gerepliceerd worden met een specifiekere grotere steekproef. Dit om de betrouwbaarheid van de resultaten te vergroten. Wellicht worden er bij een grotere steekproef, met meer mensen met een hoge score op de Dark Triad persoonlijkheidseigenschappen, wel significante resultaten gevonden voor de verschillende variabelen gevonden. Tenslotte, door deze studie is meer inzicht verkregen in de persoonlijkheid van pesters. Aan de hand van deze persoonlijkheidskenmerken kan men op vroege leeftijd al gaan bekijken of er een verhoogde kans is dat een kind zal gaan pesten. Door dit al op vroege leeftijd te bekijken kan er sneller worden ingegrepen, waardoor pestgedrag wellicht voorkomen kan worden. Verder onderzoek naar andere persoonlijkheidskenmerken, naast de Dark Triad, is daarom van belang en ook onderzoek naar methoden om te interveniëren voordat een kind een pester wordt, zou veel kunnen opleveren. Kortom, men zou er baat bij hebben onderzoek met betrekking tot pesten meer te gaan richten op de pesters zelf. Zo kan het probleem van pesten bij de wortel worden aangepakt.
De relatie tussen Dark Triad en pesten
20
De relatie tussen Dark Triad en pesten
21 Referenties
Baughman, H. M., Dearing, S., Giammarco, E., & Vernon, P. A. (2012). Relationships between bullying behaviours and the Dark Triad: A study with adults. Personality and Individual Differences, 52, 571–575. doi:10.1016/j.paid.2011.11.020 Branson, C. E., & Cornell, D. G. (2009). A comparison of self and peer reports in the assessment of middle school bullying. Journal of applied school psychology, 25, 5-27. doi:10.1080/15377900802484133 Cooolidge, F. L., DenBoer, J. W., & Segal, D. L. (2004). Personality and neuropsychological correlates of bullying behaviour. Personality and Individual Differences, 36, 1559-1569. doi:10.1016/j.paid.2003.06.005 De Bolle, M., & Tackett, J. L. (2013). Anchoring bullying and victimization in children within a Five-Factor Model-Based person-centred framework. European Journal of Personality, 27, 280-289. doi:10.1002/per.1901 Huesmann, L. R., Eron, L. D., Lefkowitz, M. M., & Walder, L. O. (1984). Stability of aggression over time and generations. Developmental Psychology, 20,1120–1134. doi:10.1037//0012-1649.20.6.1120 Jonason, P. K., & Webster, G. D. (2010). The Dirty Dozen: A concise measure of the Dark Triad. Psychological Assessment, 22, 420-432. doi:10.1037/a0019265 Lee, K., & Ashton, M. C. (2005). Psychopathy, Machiavellianism, and Narcissism in the Five-Factor Model and the HEXACO model of personality structure. Personality and Individual Differences, 38, 1571–1582. doi:10.1016/j.paid.2004.09.016
De relatie tussen Dark Triad en pesten
22
Nederlands Jeugd Instituut. (2014, Februari 5). Cijfers over jeugd en opvoeding: Gepest worden. Retrieved from http://www.nji.nl/nl/Kennis/Databanken/Cijfers-over-Jeugd-enOpvoeding/Cijfers-per-onderwerp/Gepest-worden O’ Brien, R. G., & Kaiser, M. K. (1985). MANOVA method for analyzing repeated measures designs: An extensive primer. Psychological Bulletin, 97, 316-333. doi:10.1037//00332909.97.2.316 Olweus, D. (1995). Bullying or peer abuse at school: Facts and intervention. Current Directions in Psychological Science, 4, 196. doi:10.1111/1467-8721.ep10772640 Olweus, D. (1997) Bully/victim problems in school: Knowledge base and an effective intervention program, The Irish Journal of Psychology, 18, 170-190. doi:10.1080/03033910.1997.10558138 Pallant, J. (2010). SPSS survival manual: a step by step guide to data analysis using SPSS. Retrieved from http://web.b.ebscohost.com Paulhus, D. L., & Williams, K. M. (2002). The dark triad of personality: narcissism, machiavellianism, and psychopathy. Journal of Research in Personality,36, 556–563. doi:10.1016/S0092-6566(02)00505-6 Q’Moore, A. M., Kirkham, C., & Smith, M. (1997). Bullying behaviour in Irish schools: A nationwide study. The Irish Journal of Psychology, 18, 141-169. doi:10.1080/03033910.1997.10558137 Raskin, R. N., & Hall, C. S. (1979). A narcissistic personality inventory. Psychological Reports, 45, 590. doi:10.2466/pr0.1979.45.590
De relatie tussen Dark Triad en pesten
23
Rospenda, K. M., Richman, J. A., Wolff, J. M., & Burke, L. A. (2013). Bullying victimization among college students: Negative consequences for alcohol use. Journal of Addictive Diseases, 32, 325–342. doi: 10.1080/10550887.2013.849971 Slee, P. T., & Rigby, K. (1993). The relationship of Eysenck’s personality factors and self-esteem to bully-victim behaviour in Australian schoolboys. Personality and Individual Differences, 14, 371-373. doi:10.1016/0191-8869(93)90136-Q Sociaal en Cultureel Planbureau. (2011). Kinderen en internetrisico’s: EU kids online onderzoek onder 9-16-jarige internetgebruikers in Nederland. Retrieved from http://www.scp.nl Veenstra, R., Lindenberg, S., Oldehinkel, A. J., de Winter, A. F., Verhulst, F. C., & Ormel, J. (2005). Pesten. Over daders, slachtoffers, dader/slachtoffers en niet-betrokken leerlingen. Kind en Adolescent, 26, 305-317. doi:10.1007/BF03060956 Williams, K., Chambers, M., Logan, S., & Robinson, D. (1996). Association of common health symptoms with bullying in primary school children. British Medical Journal, 313, 17-9. doi:10.1136/bmj.313.7048.17 Wolke, D., Lereya, S. T., Fisher, H. L., Lewis, G., & Zammit, S. (2013). Bullying in elementary school and psychotic experiences at 18 years: A longitudinal, population-based cohort study. Psychological Medicine, 1-13. doi:10.1017/S0033291713002912 Perneger, T. V. (1998). What’s wrong with bonferroni adjustments. British Medical Journal, 316, 1236- 1238. Retrieved from http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1112991/
De relatie tussen Dark Triad en pesten
24 Appendix
Tabel 1 Groepsverschillen in Dark Triad scores voor zelf gerapporteerde pesters en niet-pesters Dark Triad
Pester
Niet-pester
t- test
Gemiddelde
SD
n
Gemiddelde
SD
n
df
t
Machiavellisme
16.25
5.47
44
13.63
6.38
253
295
-2.56*
Narcisme
13.39
6.71
44
9.60
5.26
254
52.55 -3.56*
Psychopathie
15.02
6.05
43
12.34
6.05
251
292
-2.69*
Notitie. * p < .05 (2- tailed) Tabel 2 Groepsverschillen in Dark Triad scores voor peer- genomineerde pesters en niet-pesters Dark Triad
Pester
Niet-pester
t-test
Gemiddelde
SD
n
Gemiddelde
SD
n
df
t
Machiavellisme
14.46
6.74
97
13.86
6.08
203
298
-0.78
Narcisme
11.04
6.00
98
9.74
5.44
203
299
-1.87
Psychopathie
13.18
6.46
94
12.57
5.97
203
295
-0.79
Notitie. Alle variabelen waren niet-significant
De relatie tussen Dark Triad en pesten
25
Tabel 3 Groepsverschillen in Dark Triad scores voor jongens en meisjes Dark Triad
Jongen
Meisje
T-test
Gemiddelde
SD
n
Gemiddelde
SD
n
df
t
Machiavellisme
14.72
6.29
157
13.32
6.25
143
298
1.93
Narcisme
11.00
6.18
155
9.28
4.90
146
290.62 2.68*
Psychopathie
13.87
6.13
153
11.59
5.91
144
295
Notitie. * p < .05 (2- tailed) Tabel 4 Pearson Product- moment correlatie matrix tussen de Dark Triad Schaal
Zelf gerapporteerd pesten
Peer genomineerd pesten
1. Machiavellisme
.144*
.038
2. Narcisme
.238**
.108
3. Psychopathie
.173**
.042
Notitie. * p < .05 ** p < .01 (2-tailed)
3.25*
De relatie tussen Dark Triad en pesten
26
Tabel 5 Logistische regressie voorspelde waarschijnlijkheid van zelf gerapporteerd pestgedrag Odds 95.0% C.I. voor B S.E. Wald df Ratio
Odds Ratio Lower Upper
Machiavellisme
.01
.15
.00
1
1.01
.75
1.36
Narcisme
.34*
.12
8.03
1
1.41
1.11
1.78
Psychopathie
.15
.16
.87
1
1.16
.85
1.59
Constant
-3.28*
.49
45.36
1
.04
Notitie. * p < .05