De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) beoordeelt met ingang van 2015 of mensen recht hebben op zorg vanuit de Wet langdurige zorg. Het CIZ doet dit in het besef dat de regels voor iedereen gelijk zijn, maar dat mensen wel van elkaar verschillen. Daarom onderzoeken medewerkers van het CIZ persoonlijk de individuele zorgbehoefte van een aanvrager van langdurige zorg. Het onderzoek is onafhankelijk, en vindt plaats volgens objectieve criteria, zodat de beoordeling overal in het land hetzelfde is. Deze criteria zijn gebaseerd op richtlijnen van het ministerie van VWS.
Het CIZ bestaat sinds 2005. De organisatie heeft circa 700 medewerkers, en heeft vestigingen in Amsterdam, Driebergen (hoofdkantoor), Nijmegen, Rotterdam en Zwolle.
Inhoud
Vooraf 5 1. 1.1 1.2
De organisatie Visie en doelen Herinrichting organisatie
6 6 7
2. Uitvoering AWBZ 2.1 Dienstverlening in cijfers 2.2 Verscherpt toezicht op indicatiestelling taakmandaat 2.3 Fraudebestrijding 2.4 Onderzoeken en publicaties 2.5 KlantContactCentrum 2.6 Social media 2.7 Klachten 2.8 Landelijke klachtencommissie 2.9 Bezwaar- en Beroepszaken 2.10 Activiteiten parallel aan de AWBZ
8 8 9 10 11 12 12 12 13 13 15
3. 3.1 3.2 3.3
17 17 18 19
Voorbereidingen op stelselwijziging Opmaat naar een stelselwijziging Externe voorbereiding Interne voorbereiding
4. Sociaal jaarverslag 4.1 Reorganisaties 4.2 Opvang personele consequenties reorganisatie 4.3 Mobiliteitscentrum 4.4 Sociaal Plan 4.5 CAO 4.6 Samenwerking Ondernemingsraad 4.7 Personele bezetting 4.8 Vitaliteit en verzuim 4.9 Bijzondere prestaties
21 21 21 23 23 23 23 23 24 24
5. 5.1 5.2 5.3
Governance Structuur van het CIZ Publieke verantwoording Mededeling over de bedrijfsvoering
26 26 26 26
6. 6.1 6.2
Bestuurlijk jaarverslag Verslag Raad van Toezicht Verslag Raad van Bestuur
28 28 30
7. Financieel beleid 7.1 Algemeen 7.2 Financiering en investeringen 7.3 Vooruitblik 2015
32 32 32 32
Jaarrekening 2014
33
CIZ Jaardocument 2014
3
4
CIZ Jaardocument 2014
Vooraf
Wetten en regels zijn er om burgers te beschermen tegen willekeur van de kant van de overheid. Het toepassen hiervan is geen simpel automatisme, maar een complexe opgave. Goed uitvoeren is een zaak van goed omgaan met specifieke situaties, elk weer verschillend. Dit vergt duiding en interpretatie, en toetsing aan vereisten van zorgvuldigheid, redelijkheid en goede trouw. Onze rechtstaat en onze verzorgingsstaat zijn gebouwd op een aantal principes. Die leiden in de dagelijkse praktijk tot concrete uitvoeringstaken. Een aantal hiervan wordt sinds 2005 uitgevoerd door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Tot en met 2014 gebeurde dit op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanaf 1 januari 2015 vervult het CIZ zijn taak op grond van de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). De manier waarop die wordt uitgevoerd, is anders dan bij de AWBZ. Die andere manier van indiceren is in 2014 ontwikkeld. Hierbij kreeg het CIZ van alle kanten vragen. Wat is de essentie van een indicatiebesluit? Wat is de publieke meerwaarde? Waarom heeft de samenleving behoefte aan een onafhankelijke poortwachter in de langdurige zorg? Welke garantie biedt indicatiestelling aan de burger? Hoe kan het CIZ leren van ervaringen en nog beter gaan functioneren? Kan het CIZ bijdragen aan zorg die betaalbaar blijft? Deze en andere vragen zullen blijven terugkomen en dat is maar goed ook. In een levendige en lerende omgeving helpen ze de toekomst van de publieke zorg bepalen. Ook professionals in publieke dienst moeten daarom zelf continu blijven nadenken over het vinden van antwoorden. In 2014 werd de grootschalige reorganisatie van het CIZ voorbereid. Dit betrof een complexe verandering van de CIZ-organisatie zelf, ter voorbereiding op de uitvoering van de Wlz. Processen en systemen moesten worden aangepast op de nieuwe wetgeving en werkwijze vanaf 1 januari 2015, die bovendien een aanzienlijke formatiereductie nodig maakten. Dankzij de betrokkenheid en inspanning van zijn medewerkers, de constructieve samenwerking met VWS en externe leveranciers, was het CIZ klaar voor de uitvoering van de Wlz. Het CIZ zet hierbij een nieuwe aanpak in. Het verwerken van grote aantallen AWBZindicaties, vaak op afstand voorbereid door zorgaanbieders, maakt plaats voor veel kleinere aantallen indicaties voor de Wlz, voor alleen zwaardere zorg. Maar tegelijk komt er veel meer persoonlijk contact. De meeste cliënten krijgen vanaf nu een gezicht van een CIZ-medewerker te zien. Omgekeerd krijgen ook cliënten voor medewerkers van het CIZ een gezicht. Zo kunnen we elkaar vaker in de ogen kijken en zien welke zorg nodig is. Want de regels zijn dan wel voor iedereen gelijk, toch is iedereen anders. In 2015 bestaat de onafhankelijke indicatiestelling in Nederland, uitgevoerd door een landelijke organisatie, tien jaar. Na dit eerste decennium van zijn bestaan, krijgt het CIZ nu de kans zich compleet te vernieuwen en om zijn meerwaarde ook in het vernieuwde zorgstelsel te bewijzen. Met alle lessen die te leren zijn uit de periode van de AWBZ. Dit is een unieke kans die wij graag en met beide handen aangrijpen. Daan Hoefsmit, Voorzitter Raad van Bestuur
CIZ Jaardocument 2014
Hans Ouwehand, Vice-voorzitter Raad van Bestuur
5
1. De organisatie
Het zorgstelsel stond in 2014 aan de vooravond van een grote herziening waartoe in 2012 politiek is besloten. Als uitvoeringsorganisatie voor de indicatiestelling Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) was het CIZ nauw bij deze herziening betrokken. Per 1 januari 2015 komt de AWBZ te vervallen en is de taak van het CIZ het vaststellen van zorg die wordt gefinancierd vanuit de nieuwe Wet landurige zorg (Wlz). 1.1 Visie en doelen In 2012 is in het regeerakkoord Bruggen slaan op hoofdlijnen bepaald hoe we als samenleving willen omgaan met veel van onze collectieve voorzieningen. In 2013 kreeg die visie ook voor de langdurige zorg steeds concreter vorm. Dit is vooral terug te vinden in voorstellen voor een nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) en aanpassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). De AWBZ wordt geschrapt, en de bijbehorende taken worden overgedragen aan gemeenten (Wmo) en aan de zorgverzekeraars (Zvw). Wat van de AWBZ resteert, valt onder de Wlz. In 2014 kwam alles samen. Parallel aan het formele wetgevingstraject troffen de betrokken organisaties voorbereidingen op de invoering per 2015. Ook voor het CIZ viel alles samen. De Wlz werd inhoudelijk geconcretiseerd, de ingangsdatum werd definitief vastgesteld op 1 januari 2015. In december 2014 werd de laatste stap genomen: goedkeuring van de Wlz in de Eerste Kamer. Het krappe schema van voorbereiding, vaststelling, uitwerking en invoeringen maakte een nauwe samenwerking nodig met de opdrachtgever, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Er was in 2014 constant afstemming en bijstelling nodig, maar de centrale missie bleef hierbij steeds dezelfde: goed uitvoering geven aan de geldende wet, ook als dit niet de Wlz zou zijn. Door te werken met verschillende scenario’s bereidde het CIZ zich op de mogelijke situaties voor. Het jaar 2014 bracht voor het CIZ drie centrale uitdagingen:
• continueren van de uitvoering van de AWBZ; • voorbereiden en inrichten van de nieuwe Wlz-organisatie; • bemensen van en opleiden voor de nieuwe Wlz-organisatie. Dit zorgde voor een complexe taakstelling, ook vanwege de tijdsdruk. Het CIZ moest de uitvoering van circa 900.000 indicatie-aanvragen voor de AWBZ borgen en tegelijk de Wlzorganisatie voorbereiden en inrichten. De exacte invulling van de Wlz bleef nog lange tijd onzeker, ook vanwege het politieke proces. Bij het inrichten van de processen, de systemen en de nieuwe organisatie moest hiermee steeds rekening worden gehouden. Zeker was wel dat zowel de aard als omvang van de CIZ-opdracht drastisch zou veranderen, met gevolgen voor alle onderdelen van de organisatie. Aanpassingen werden voorbereid in de werkprocessen, (ICT-)systemen, functies, formatie, huisvesting en cultuur van de organisatie. De voorbereidingen van het CIZ op de nieuwe inrichting van zorgstelstel begonnen in 2012, met het regeerakkoord Bruggen slaan. Vanaf dat moment is bijvoorbeeld gewerkt aan vergroting van flexibiliteit, schaalbaarheid en wendbaarheid van de organisatie.
6
CIZ Jaardocument 2014
Door tijdig anticiperen zijn veranderingen goed opgevangen. Toch was de koers nog niet op voorhand gelopen en werden in 2014 alle zeilen bijgezet om met ingang van 2015 de Wlz goed uit te kunnen voeren.
1.2 Herinrichting organisatie In 2013 werd aangekondigd dat niet alleen de aard van het werk zou veranderen, maar ook het aantal arbeidsplaatsen aanzienlijk moest dalen. Het CIZ gelooft in de kracht van zijn medewerkers en stimuleerde en faciliteerde hen om zich duurzaam inzetbaar op de arbeidsmarkt te presenteren, om zo het aantal medewerkers dat van werk naar werk kan overstappen te vergroten. Ondanks deze inspanningen moest met ingang van 2015 een relatief groot aantal medewerkers boventallig worden verklaard. Geprobeerd is om dit proces zo zorgvuldig mogelijk te doorlopen, juist omdat het om mensen gaat. Helaas kon hierbij niet aan alle (individuele) wensen en behoeften worden voldaan. Gelukkig werd voor de meeste collega’s in 2014 duidelijk dat er voor hen ook in de nieuwe organisatie een plek is. In december begon een inwerkprogramma om hen voor te bereiden op de uitvoering van de Wlz met ingang van 1 januari 2015.
CIZ Jaardocument 2014
7
2. Uitvoering AWBZ
Het CIZ was als uitvoeringsorganisatie verantwoordelijk voor de AWBZ-indicatiestelling in Nederland. In dit hoofdstuk vindt u een aantal kerncijfers over dit primair proces, inclusief bezwaar en beroep. 2.1 Dienstverlening in cijfers Het CIZ handelt sinds 2005 jaarlijks zo’n 900.000 indicatieaanvragen af: reguliere aanvragen, Herindicaties via Taakmandaat (HiT’s), standaard indicatieprotocollen (SIP’s), en Indicatiemeldingen (IM’s).
Indicaties 2014
Totaal
In behandeling genomen indicatieaanvragen
866.944
Aanvragen waarin een vorm van zorg is toegekend
781.482
Verdeling leeftijd cliënten die in 2014 een indicatie toegekend kregen:
Leeftijd cliënten
Totaal
0 – 17 jaar
4%
18 – 64 jaar
21%
65 – 74 jaar
16%
75 – 84 jaar
32%
85 jaar en ouder
27%
Verdeling naar de grondslag van cliënten die een indicatie toegekend kregen:
Grondslag cliënten
8
Totaal
Somatische aandoening of beperking (SOM)
68%
Psychogeriatrische aandoening of beperking (PG)
11%
Psychiatrische aandoening (PSY)
7%
Lichamelijke handicap (LG)
5%
Verstandelijke handicap (VG)
8%
Zintuiglijke handicap (ZG) of grondslag onbekend
1%
CIZ Jaardocument 2014
Bruto doorlooptijd toegekende indicatiebesluiten, weergegeven per kwartaal:
Doorlooptijd indicaties
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
0 – 2 weken
73%
73%
73%
83%
2 – 4 weken
10%
6%
10%
14%
4 – 6 weken
14%
12%
12%
3%
3%
9%
5%
0%
> 6 weken
Ook in 2014 gaf het CIZ ruim aandacht aan het monitoren en verbeteren van de interne kwaliteit van indicatiestelling. Objectieve toetsing van de indicatiestelling van de eigen medewerkers creëerde een leercirkel, waarmee de kwaliteit van indicatiestelling verbeterd kon worden. De toetsing betrof een representatieve steekproef.
2.2 Verscherpt toezicht op indicatiestelling taakmandaat Indicatiestelling met taakmandaat is in 2011 in het leven geroepen om de administratieve last voor zorgaanbieders te verminderen. Aanbieders die zich hiervoor kwalificeerden, konden vanaf toen zelf AWBZ-indicatiebesluiten voorbereiden. Ze konden hierbij gebruik maken van Portero, het ICT-systeem voor zorgaanvragen van het CIZ. In 2014 maakten circa 1.100 zorgaanbieders gebruik van deze mogelijkheid. Eind november 2013 zijn zorgaanbieders met taakmandaat geïnformeerd over verscherpt toezicht door het CIZ. Met toetsingen en maatregelen wordt het tegengaan van upcoding beoogd; interventies zijn hierbij mogelijk. Hiermee kwam er een transparant kader voor toezicht en handhaving. Het CIZ heeft een ‘Informatieprotocol toezicht indicatiestelling met taakmandaat’ opgesteld. Dit maakt inzichtelijk welke interventies worden gedaan als het gaat om toezicht op de indicatiestelling via taakmandaat van het CIZ en op welke wijze dat gebeurt. Zorgaanbieders worden maandelijks geïnformeerd over resultaten van controles. Afhankelijk van de uitkomst worden met ingang van een nieuw kwartaal mogelijk interventies gedaan:
• verlaging van het toetsingspercentage, bij prestatie boven de norm; • handhaving toetsing, bij presteren conform de norm; • verhoging van het toetsingspercentage, bij prestatie beneden de norm; • afsluiting van de mogelijkheid tot indicatiebesluit met taakmandaat, na interventietraject; • na afsluiting herstart met 100% toetsing. Het resultaat Het verscherpte toezicht zorgde bij aanbieders voor meer deskundigheid, alertheid en zorgvuldigheid wanneer zij aanvragen bij het CIZ indienen. Indicatiebesluiten die door een zorgaanbieder zijn voorbereid, wijken steeds minder af van indicatiebesluiten van het CIZ. Indicatiestelling via taakmandaat is gebaseerd op vertrouwen in de kennis van zorgprofessionals. Dit vertrouwen groeit en wordt gezonder als het wordt gecombineerd met gerichte controle.
CIZ Jaardocument 2014
9
2.3 Fraudebestrijding In 2014 is veel aandacht besteed aan de fraude-alertheid van de medewerkers en teammanagers in het primair proces. In de units zijn contactpersonen aangesteld die zorgen voor informatie-uitwisseling met de afdeling Fraudebestrijding AWBZ. Vanuit deze afdeling was veel contact met relatiebeheerders over fraudeonderzoeken en over mogelijk afwijkend aanvraaggedrag van zorgaanbieders. Daarnaast werkte de afdeling Fraudebestrijding AWBZ intensief samen met het team Business Intelligence Competence Center voor het verzamelen van data en het ontwikkelen van signaleringsrapportages. In 2014 zijn 1.115 fraudevermoedens gemeld:
Herkomst meldingen
Totaal
Primair proces
44%
Units Bezwaar & Beroep, Hoofdkantoor, Relatiebeheer & Externe Toetsing
13%
Externe partijen zoals zorgaanbieders, cliënten, Verzamelpunt NZa; plus anonieme meldingen
43%
Elke melding is door een onderzoeker gescreend. Dit leidde tot:
Uitkomst meldingen
Totaal
Opname in een bestaand onderzoek
33%
Directe afhandeling (bijvoorbeeld instructie naar melder, of onvoldoende aanleiding voor onderzoek)
33%
Enkelvoudig onderzoek
30%
(Zeer) complex onderzoek
3%
Leveren van informatie aan OM/inspectie SZW: 10 vorderingen van deze instanties zijn verwerkt
Datamining en tegengaan van upcoding De afdeling Fraudebestrijding AWBZ formuleerde op basis van risicoprofielen een tiental signaleringsrapportages en bijbehorende onderzoeken voor 2013 en 2014. Die zijn in 2014 uitgevoerd en resulteerden in 1.499 ambtshalve herindicaties. Ambtshalve herindicaties Bij een traject van ambtshalve herindicatie (AH) wordt een indicatie opnieuw vastgesteld. In 2014 zijn aan de units primair proces 1.499 AH-opdrachten verstrekt. Hiervan leidde ruim de helft tot een neerwaartse aanpassing van de indicatie dan wel stopzetting. Circa 10% van de cliënten was inmiddels overleden. De overige AH-trajecten van 2014 leidden tot een gelijkblijvende indicatie of waren eind december 2014 nog niet afgerond (50 AH-trajecten waren in behandeling en 23 wachtten op behandeling).
10
CIZ Jaardocument 2014
Ketenrelaties Uitwisselen van informatie en een gecoördineerde aanpak vormden in 2014 opnieuw speerpunten van de afdeling Fraudebestrijding AWBZ. Het CIZ is vertegenwoordigd in de Taskforce Integriteit Zorgsector (TIZ) van VWS en in de Begeleidingscommissie voor het Expertisecentrum Zorgfraudebestrijding (EZB). Ook is het CIZ aangesloten bij het Verzamelpunt Zorgfraude van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Via dit verzamelpunt worden fraudesignalen uitgewisseld en besproken met de aangesloten partners: NZa, EZB, Inspectie SZW, FIOD, IGZ en zorgverzekeraars/zorgkantoren. Ook hierin heeft de afdeling in 2014 actief geparticipeerd.
2.4 Onderzoeken en publicaties Het CIZ doet onderzoeken en ontwikkelt rapportages omwille van publieke informatievoorziening. Deze hebben tot doel:
• monitoren van gedrag van de zorgaanbieders, gemeenten, zorgverzekeraars, cliënten of
hun vertegenwoordigers; hierdoor kan het CIZ als slimme uitvoerder gericht stakeholders informeren en proactief zaken signaleren;
• verstrekken van data aan alle stakeholders die deze informatie kunnen gebruiken om hun eigen beleid verder vorm te geven en/of dit in te zetten om hun eigen processen te monitoren en te sturen. CIZ Indicatiewijzer De CIZ Indicatiewijzer is een toelichting op de ‘Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2014’ van het ministerie van VWS. Halverwege 2014 werden ook de wijzigingen in de Beleidsregels per 28 juli van dat jaar opgenomen. In 2014 bracht het CIZ de volgende publicaties/rapportages uit: De CIZ-rapportage ‘Aanspraak op AWBZ-zorg’ bevat gegevens tot 1 oktober 2013 en biedt inzicht in de totale aanspraak op AWBZ-zorg, geïndiceerd door het CIZ op dat bepaalde moment. Het CIZ publiceert sinds 2013 de rapportage ‘Langer thuis’, een monitor over de extramuralisering van lage zorgzwaartepakketten (ZZP’s). Deze rapportage brengt de effecten in beeld van de extramuralisering van deze ZZP’s. Begin 2014 verscheen de tweede editie van ‘Langer thuis’, met informatie over de eerste drie kwartalen 2013. Eind 2014 is de jaarrapportage over 2013 gepubliceerd. ‘CIZ Basisrapportage AWBZ’ biedt informatie over aantallen inwoners met een indicatie voor AWBZ-zorg op verschillende momenten in de tijd. ‘Op weg naar andere zorg’ biedt informatie over cliënten met een indicatie voor AWBZ-zorg van wie de zorg met ingang van 2015 overgedragen wordt naar de Wmo en/of de Jeugdwet. Die zorg in combinatie met verschillende kenmerken zoals leeftijd, dominante grondslag en zorgomvang is gebundeld en beschikbaar gesteld. De rapportage kent twee varianten: één over kinderen en één over volwassenen. Gemeenten hebben om zich goed voor te bereiden op een aantal nieuwe taken informatie nodig van de uitvoerders van de AWBZ. Het CIZ, Vektis (namens zorgkantoren) en CAK voorzien gezamenlijk gemeenten van gegevenssets en beleidsinformatie transitie die betrekking hebben op de AWBZ. Voor die overdracht selecteerde het CIZ de bij het CIZ bekende cliënten (en hun indicatiegegevens) die per 1 januari 2015 onder de verantwoordelijkheid van
CIZ Jaardocument 2014
11
gemeenten vallen. Daarna vulde Vektis die gegevens aan met de bijbehorende declaratie- en/of Pgb-gegevens, op cliëntniveau, van 2014. De bestanden worden per gemeente in het portaal van CAK beschikbaar gesteld. Het laatste half jaar van 2014 vonden drie gegevensoverdrachten plaats. Voor vragen over hoe de gegevens van het CIZ, Vektis en CAK te interpreteren, analyseren en toepassen kunnen gemeenten terecht bij het Transitiebureau. De rapportage ‘Cliëntschetsen Wlz’ bevat op de werkelijkheid gebaseerde portretten van burgers die per 1 januari 2015 te maken kunnen krijgen met zorg vanuit de Wet langdurige zorg. Met deze uitgave sluit het CIZ aan bij de informatiebehoefte van bijvoorbeeld zorgaanbieders en gemeenten.
2.5 KlantContactCentrum Het eerste contact met een cliënt is heel belangrijk voor een snel en correct verloop van de indicatiestelling. Dan wordt ook het beeld van onze werkwijze bepaald. Binnen het CIZ wordt een visie op gastheerschap gehanteerd die bepaalt hoe het CIZ als organisatie zijn cliënten wil bejegenen. Ook het verstrekken van juiste en correcte informatie vraagt voortdurend aandacht. Omdat wet- en regelgeving continu veranderen, is voor alle adviseurs van het KlantContactCentrum (KCC) een zogenoemde cockpit beschikbaar waarin dagelijks de meest actuele informatie op dit terrein wordt gedeeld. Ook geeft de cockpit inzicht in de werkdagen en bereikbaarheid van alle CIZ-medewerkers. Zo kunnen adviseurs cliënten nog sneller van de juiste informatie voorzien of gericht doorverbinden.
2.6 Social media Nu steeds meer mensen social media gebruiken, heeft ook het CIZ in 2014 een nieuwe stap gezet. Het CIZ was al bijna twee jaar aanwezig op Twitter toen in het contact met zorgprofessionals en cliënten de behoefte ontstond om uitgebreidere informatie te kunnen delen. Op Twitter is ieder bericht maximaal 140 tekens lang. Dit maakt het soms moeilijk om ingewikkelde vragen goed te beantwoorden of complexe regelgeving duidelijk uit te leggen. Juist in deze periode van transitie merkte het CIZ dat er veel vraag was naar uitgebreidere uitleg. Sinds augustus is er daarom een eigen Facebook-pagina van het CIZ, die wordt beheerd door het webcareteam, een onderdeel van het KCC. Facebook biedt meer ruimte voor tekst en uitleg dan Twitter en spreekt ook een bredere doelgroep aan. Op de Facebook-pagina deelt het team nieuws vanuit het CIZ, en vinden cliënten en zorgprofessionals verwijzingen naar belangrijke informatie over veranderingen in de langdurige zorg. Ook worden vragen beantwoord. Er zijn intussen ongeveer 425 volgers.
2.7 Klachten De afhandeling van klachten werd door een aantal medewerkers van het KCC gecoördineerd. In contacten met cliënten die een klacht indienen, bleek nog vaak dat een klacht feitelijk betrekking heeft op een andere organisatie of een andere procedure buiten het CIZ. Veel mensen waren in 2014 onzeker en ongerust over welke zorg zij nog zouden hebben na 1 januari 2015. De KCC-medewerkers vertelden cliënten waar hun klacht precies thuishoorde en zorgden waar mogelijk voor doorgeleiding. Klachten die bij het CIZ thuishoorden, werden afgehandeld door de leidinggevende van de medewerker bij wie de klacht was ontstaan. Voortdurend werd gekeken naar de achterliggende reden voor een klacht. De gevolgde procedure (informatieverstrekking, deskundigheid, logistiek, toepassing van regels) bleek eerder aanleiding voor een klacht dan de ondervonden bejegening. Vanuit de klachtafhandeling zijn
12
CIZ Jaardocument 2014
in 2014 voorstellen gedaan, en ook doorgevoerd, tot verbetering van het werkproces. Een voorbeeld is een aanpassing van de werkinstructie over omgaan met verzoeken tot inzage van een cliëntdossier. De digitalisering maakt het mogelijk dat het CIZ de klachten uit heel Nederland in beeld heeft en dat op elk moment inzichtelijk is in welke fase van afhandeling een klacht zich bevindt. In 2014 is veel energie gestoken in het behouden van de korte doorlooptijd van gemiddeld 14 dagen. Maar de verander(en)de wet- en regelgeving, de maatschappelijke ontwikkelingen en de veranderingen binnen het CIZ zelf zorgden voor een toegenomen aantal contactmomenten binnen een klachtprocedure. Met als gevolg toch een (beperkte) toename van de doorlooptijd.
2.8 Landelijke klachtencommissie Het CIZ heeft een landelijke klachtencommissie die bestaat uit twee onafhankelijke voorzitters, twee leden vanuit de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en twee leden vanuit het CIZ zelf. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De klachten kwamen binnen bij de afdeling Klachten. Wanneer in de brief werd gevraagd om behandeling door de Klachtencommissie, werd de klacht direct doorgezet naar de commissie. In 2014 gaf de commissie op zestien klachten een advies af, ten opzichte van twaalf klachten in 2013. Die klachten waren ingediend door de cliënt zelf (negen), door familieleden (vijf) of door een zorgaanbieder of zakelijk ondersteuner (twee). Ze zijn onder te verdelen in bejegeningsklachten en klachten vanwege de procedure. De leden van de landelijke klachtencommissie namen in wisselende samenstelling deel aan de hoorzittingen, waarbij in ieder geval steeds aanwezig waren één voorzitter, één lid vanuit de NPCF, één lid vanuit het CIZ en de ambtelijk secretaris. Over de zestien klachten heeft de klachtencommissie als volgt geadviseerd: vijf ongegrond, vijf gegrond, één niet-ontvankelijk, vier deels gegrond/ongegrond, en één deels gegrond/deels ongegrond/deels niet-ontvankelijk. Bij zes klachten deed de commissie één of meer aanbevelingen aan het CIZ. Bij bijna alle klachten volgde het CIZ het advies van de klachtencommissie. In twee onderdelen van een klacht is het CIZ, met uiteenzetting van de motivering, van het advies afgeweken.
2.9 Bezwaar- en Beroepszaken In 2014 is de unit Bezwaar en Beroep verder geprofessionaliseerd. In 2014 werd het registratiesysteem Portero Bezwaar als onderdeel aangesloten, Portero Beroep volgt in 2015. In 2014 werden de Bezwaren afgehandeld door juridisch medewerkers van de Unit Bezwaar en Beroep. Concept Beslissingen van ongegronde Bezwaren (CBOB) werden ter toetsing voorgelegd aan het Zorginstituut Nederland. (Hogere) beroepszaken werden afgehandeld door juridisch medewerkers en juristen van de Unit Bezwaar en Beroep. Bezwaar De totale instroom van bezwaren is al jarenlang erg laag, minder dan 1% van het aantal besluiten. Het jaar 2014 laat een verhoging van het aantal binnengekomen bezwaren zien van circa 10% ten opzichte van het aantal binnengekomen bezwaren in 2013. Dit werd waarschijnlijk veroorzaakt door de voorgenomen veranderingen in het zorgstelsel.
CIZ Jaardocument 2014
13
Bezwaren per kwartaal
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
totaal
Aantal ingediende bezwaren
1.545
967
1.460
1.592
5.564
Aantal afgehandelde bezwaren
1.171
2.450*
1.510
1.473
6.604
Lopende bezwaren einde kwartaal
2.077
2.275
2.277
2.115
* Het aantal afgehandelde bezwaren is in dit kwartaal beïnvloed door de migratie naar het nieuwe registratiesysteem. Hierdoor zijn in het tweede kwartaal relatief veel dossiers afgehandeld. In 2014 zette een tendens door die al in het derde kwartaal van 2013 was gestart. De bezwaren waren niet alleen groter in aantal (vergeleken met de prognose), ze waren ook complexer van inhoud waardoor vaker meer dan één deskundige nodig was voor de afhandeling. Deze ontwikkeling komt mede door rechterlijke uitspraken die uitsluitsel gaven over specifieke interpretatie van wettelijke regelgeving (zoals het zogenoemde uur substantieel) wat een aanzuigende werking had. Daarnaast leverden beleidswijzigingen in de AWBZ, maar ook op aanpalende beleidsterreinen zoals Wmo, Zvw en Jeugdzorg, meer niet-gehonoreerde aanvragen op. Ook dit leidde tot meer bezwaren, net als de verscherpte toezicht en handhaving ter voorkoming van upcoding en fraude. En als laatste leidde de hervorming van de langdurige zorg, die in zijn effect nog ongewis was, ertoe dat verzekerden probeerden hun rechten ‘veilig te stellen’. Soms had dat laatste een averechtse uitwerking, bijvoorbeeld in de vorm van een lagere indicatie of een negatief besluit. Dit leidde daardoor dan weer tot nieuwe bezwaar- en beroepszaken. Dit effect is ook terug te zien in een stijging van het aantal ingetrokken bezwaren, van 628 in 2013 naar 953 in 2014. De groeiende complexiteit van de bezwaren heeft zijn weerslag op het werk van de deskundigen die nodig zijn voor een zorgvuldige afhandeling. Denk hierbij aan juridisch medewerkers, behandelaars, juristen en Zorginstituut Nederland. Tot de betrokken deskundigen horen ook de medisch adviseurs. Het CIZ merkt dat bij bezwaren steeds vaker een beroep wordt gedaan op medisch-inhoudelijke kennis. Een toename dus van het aantal medische-adviesaanvragen en van het werkaanbod voor de medisch adviseurs. Door schaarste op de arbeidsmarkt van sociaal-medische specialisten was het verloop onder medisch adviseurs in 2014 groot. Toch kreeg het CIZ de formatie medisch adviseurs zowel kwantitatief als kwalitatief op orde. Van de 5.414* in 2014 afgehandelde bezwaardossiers is:
• 15% niet-ontvankelijk verklaard; • 43% ongegrond verklaard; • 17% ingetrokken; • 25% gegrond verklaard (mede op basis van nieuw verkregen informatie tijdens de behandeling van het bezwaar).
* Het totaal aantal afgehandelde bezwaren was 6.604. Hierop zijn de 1.190 migratiedossiers verminderd, de feitelijke afhandeling bedroeg dus 5.414 dossiers Beroep In 2014 was, net als bij bezwaarschriften, een lichte stijging van het aantal beroepszaken (en verzoeken tot voorlopige voorziening hangende beroep) ten opzichte van andere jaren te zien vanaf het derde kwartaal.
14
CIZ Jaardocument 2014
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
totaal
5
4
7
3
19
Beroep
83
98
138
121
440
Hoger Beroep
18
14
20
26
78
106
116
165
150
537
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
totaal
7
2
4
6
19
111
782
101
106
1.100
26
24
21
26
97
144
808
126
138
1.216
Aantal ingediende beroepen per kwartaal Voorlopige voorziening hangende beroep
Totaal
Aantal afgehandelde en lopende beroepen per kwartaal Voorlopige voorziening hangende beroep Beroep Hoger Beroep Totaal
Door een toename van geplande zittingen in december 2013 nam het aantal afgehandelde beroepszaken in het eerste kwartaal van 2014 toe. Daarna stabiliseerde het tot normale proporties, samenhangend met de ontwikkeling van het aantal beroepszaken. Opvallend was de stijging van het aantal ingediende hoger beroepen. Die kwam deels doordat verzekerden vaker op deze manier invloed wilden uitoefenen op de hoogte van hun zorgaanspraken. Maar ook door het CIZ zelf is in 2014 vaker hoger beroep ingesteld. Dit vond zijn oorsprong in een aantal rechterlijke uitspraken waarbij het CIZ het niet eens was met de interpretatie van wetgeving en beleidsregels. Een voorbeeld is het eerder genoemde uur substantieel. Hieronder wordt verstaan de gebruikelijke dagelijkse zorg die partners, ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar te bieden. Inmiddels is op dit punt een nadere uitleg van de regelgeving gekomen, na een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Dit heeft zeker geleid tot een verhoging van het aantal beroepen van verzekerden die zich hierin herkenden. In een aantal gevallen was dit voor het CIZ dan weer aanleiding tot hoger beroep. In 2014 zijn 1.216 beroepsdossiers afgehandeld. Hiervan is:
• 55% ongegrond verklaard; • 24% ingetrokken; • 11% gegrond verklaard; • 10% niet-ontvankelijk verklaard. 2.10 Activiteiten parallel aan de AWBZ Naast het afwikkelen van de reguliere AWBZ-aanvragen nam het CIZ ook deel in, of gaf uitvoering aan, speciale projecten. ERAI Ook in 2014 was het CIZ betrokken bij de Experimenten Regelarme Instellingen (ERAI). Deze door VWS geïnitieerde experimenten hadden als doel de regeldruk in de AWBZ-keten te
CIZ Jaardocument 2014
15
verminderen. Het CIZ was betrokken bij zeventien clusters van experimenten van verschillende zorgaanbieders. In 2014 is de Stichting Transmurale Zorg gestopt met de deelname aan ERAI en met een andere zorgaanbieder is gekeken naar een andere inrichting van het experiment. Eind 2014 is de werkwijze geëvalueerd en heeft VWS besloten om voor ERAI-deelnemers ook in 2015 experimenten mogelijk te maken. Maar dan nu onder het regime van de Wlz. Wlz-indiceerbaren In de voorbereiding van de Wlz bleken er cliëntgroepen te zijn die met de hervorming mogelijk niet meer voor de juiste in zorg in aanmerking konden komen. Voor hen is een aparte regeling ontwikkeld waarbij zij hun AWBZ-rechten vanaf 1 januari 2015 voor één jaar kunnen behouden, maar dan in de Wlz. Ongeveer 14.000 cliënten, ook bekend als Wlz-indiceerbaren, zijn door het CIZ eind 2014 gemarkeerd als gebruikers van deze regeling. Zij worden in de loop van 2015 geherindiceerd op basis van de Wlz-criteria.
16
CIZ Jaardocument 2014
3. Voorbereidingen op stelselwijziging
In 2012 bepaalde het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ op hoofdlijnen hoe we als samenleving willen omgaan met veel van onze collectieve voorzieningen. In de jaren hierna kreeg deze visie ook voor de langdurige zorg steeds concreter vorm. De hervorming daarvan moest de kwaliteit van zorg en ondersteuning verbeteren, de financiële houdbaarheid vergroten en de zelf- en samenredzaamheid van burgers versterken. Eén resultaat was de Wet langdurige zorg. Om hier per 1 januari 2015 goed uitvoering aan te kunnen geven, moest een intensief voortraject worden afgelegd, ook door het CIZ. 3.1 Opmaat naar een stelselwijziging Om van het regeerakkoord naar een vastgestelde Wlz te komen, is een aantal stadia doorlopen. Al snel was ook het CIZ hierbij betrokken. Vier wetten De regeringsvisie vond zijn weerslag in voorstellen voor invoering c.q. aanpassing van vier wetten: de Wlz, de Wmo, de Zvw en de Wet Zorg en Dwang (WZD). Van de AWBZ, die verviel, is een deel overgedragen aan gemeenten (Wmo) en een deel aan zorgverzekeraars (Zvw). Wat resteert, valt onder de Wlz. De Wlz is hierbij louter bedoeld voor mensen die sterk zijn beperkt in hun regie op het eigen leven, die blijvend zijn aangewezen op permanent toezicht of die 24 uur per etmaal zorg in de nabijheid nodig hebben. Met een Wlz-indicatie heeft iemand recht op passende zorg met verblijf in een instelling of thuis. Kerndoelstelling is dat burgers, met de juiste ondersteuning, langer thuis kunnen blijven wonen. Wet langdurige zorg Na een eerste aanzet op het departement werd het CIZ als één van de (deel-)uitvoerders al snel betrokken bij de diverse concepten voor de Wlz, onder steeds weer veranderende werktitels. Oorspronkelijk betrof dit vooral meedenken op verschillende onderdelen van de wet, vanzelfsprekend met name op de toegangscriteria. Het CIZ bracht vooral kennis in van de verschillende cliëntgroepen en een inschatting van de effecten van de nieuwe wet. Met vanzelfsprekend ook steeds aandacht voor wat onderdelen konden betekenen voor de uitvoering. Najaar 2013 is een eerste concept wetsvoorstel voor consultatie aangeboden: aan vertegenwoordigende organisaties van cliënten, professionals en zorgaanbieders en aan uitvoeringsorganisaties en adviesorganen, waaronder het CIZ. Daarnaast kreeg het CIZ een apart verzoek tot een toets van de wet op fraudegevoeligheid. Een markant moment was de uitnodiging aan het CIZ door de Raad van State, in verband met de verplichte advisering door dit College nog voordat wetgeving aan de Tweede Kamer werd aangeboden. Hierna volgde, in 2014, een spannend jaar van voorbereiding, waarin piketpaaltjes steeds weer vooruit werden geschoven, vooral ook door het verloop van de politieke besluitvorming. Met spanning werd uitgekeken naar de behandeling van het voorstel in beide Kamers. Een meerderheid was immers geen vanzelfsprekendheid, zoals bleek bij de behandeling van de Wmo in de Eerste Kamer. Uiteindelijk werd de Wlz in december 2014 in de Eerste Kamer goedgekeurd. Impact op het CIZ De langdurende onzekerheid betekende dat het CIZ met verschillende scenario’s rekening moest houden. Variërend van invoering met ingang van 1 januari 2015 tot uitstel voor onbepaalde tijd en voortzetting van een fors afgeslankte AWBZ. Hier kwam nog bij dat één van de
CIZ Jaardocument 2014
17
consequenties van de Wlz was dat de status van het CIZ zelf zou veranderen, van een stichting gemandateerd voor AWBZ-indicatiestelling (door alle gemeenten in Nederland) naar een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Hoewel op zeker moment de wetstekst min of meer vaststond, was die op veel punten maar beperkt richtinggevend voor de uitvoering. Maandenlang is dan ook intensief overlegd met beleidsmedewerkers en wetsjuristen van het ministerie, over kwesties van interpretatie en uitwerking. Hier kwam bij dat VWS pas in de slotmaanden van 2014 de laatste hand kon leggen aan de zogenoemde lagere regelgeving, zoals het Besluit langdurige zorg en de Regeling langdurige zorg, nog andere beleidsregels en (tijdelijke) subsidieregelingen. Veel van die regelingen boden handvatten voor de uitvoering. Toch groeide in de laatste weken van 2014 het gevoel dat het CIZ klaar was voor de grote omzetting op 1 januari 2015. Maar ‘the proof of the pudding is in the eating’, dus net als met de millenniumwende werd toch met enige spanning uitgekeken naar de eerste werkdag in 2015.
3.2 Externe voorbereiding In 2014 heeft het CIZ veel energie gestoken in het betrekken van (organisaties van) cliënten, gemeenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Doel was luisteren naar standpunten, in gesprek gaan en de veranderingen vanaf 1 januari in wetgeving en indicatiestelling, en in de werkwijze van het CIZ, zo duidelijk mogelijk maken. Cliënten- en brancheorganisaties Cliënten werden door het CIZ, samen met CAK en VWS, via de media en telefonisch geïnformeerd. Het CIZ was betrokken bij de voorbereiding van deze campagnes en leverde twee medewerkers aan het gezamenlijke informatiecentrum bij CAK, van waaruit de publieksvoorlichting plaatsvond. Doordat zij rechtstreeks toegang hadden tot informatie in het ICT-systeem Portero konden vragen snel worden beantwoord. Ook het KCC signaleerde een toename van vragen (circa 10%) en heeft dit zelf direct afgewikkeld. Aan het einde van het jaar werd alle informatie in de publieksfolders en op de CIZ-website aangepast aan de nieuwe wet. Cliënten- en brancheorganisaties werden betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe model van klantbediening door het CIZ. Met hen was het hele jaar 2014 frequent overleg, inclusief intensief bestuurlijk overleg. Naast de maandelijkse digitale nieuwsbrief CIZ info waren er in 2014 ook publicaties over het vernieuwde werkproces van het CIZ en over het profiel van cliënten die in aanmerking komen voor zorg vanuit de Wlz. Tijdens congressen, via de website en in brieven aan stakeholders werd proactief voorgelicht over de transitie van het stelsel en over de veranderende verantwoordelijkheden in de langdurige zorg. In het nieuwe model van klantbediening staat persoonlijk contact tussen cliënt en indicatiesteller centraal. Ook in de vormgeving van voorlichtingsmiddelen is die persoonlijke dimensie zichtbaar gemaakt. Gemeenten Gemeenten werden, in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), in het voorjaar van 2014 tijdens drie bijeenkomsten geïnformeerd over de manier waarop het CIZ een zorgbehoefte onderzoekt. Indicatiestellers en acteurs speelden samen gesprekken na. Later in het jaar werden alle gemeenten via brieven en presentaties voorgelicht over de nieuwe taak en werkwijze van het CIZ zelf en over de Wlz-registertoets. Met verschillende gemeenten en regio’s werd daarnaast samengewerkt in pilots. Zoals in paragraaf 2.4 al werd vermeld, heeft het CIZ ook gegevenssets en beleidsinformatie aan gemeenten overgedragen. Die informatie kan dienen als input voor gemeentelijk beleid als gevolg van de transitie.
18
CIZ Jaardocument 2014
Zorgverzekeraars De Wlz, de Zvw en de Wmo vormen samen het fundament onder het vernieuwde zorgstelsel. CIZ, zorgverzekeraars en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. Het CIZ zette zich in 2014 ervoor in om samen met deze partijen actief bij te dragen aan een goede werking van het nieuwe stelsel en aan de samenhang ervan. Zorgaanbieders Zorgaanbieders werden in 2014 intensief geïnformeerd door het CIZ. De afbouw van de AWBZ en van de indicatiestelling via taakmandaat leverde veel onzekerheid en vragen op. Ook via de zogenoemde cliëntentafels van het ministerie van VWS werden zij over de veranderingen geïnformeerd. Zoals in paragraaf 2.4 al vermeld, bracht het CIZ de rapportage ‘Cliëntschetsen Wlz’ uit, met portretten van burgers die per 1 januari 2015 te maken kunnen krijgen met zorg vanuit de Wlz. Met deze uitgave sloot het CIZ aan bij de informatiebehoefte van bijvoorbeeld zorgaanbieders en gemeenten.
3.3 Interne voorbereiding Naast het uitvoering van de AWBZ-indicaties bereidde het CIZ in 2014 zijn eigen organisatie voor op de stelselwijziging langdurige zorg. De implicaties van die wijziging waren fors, voor zowel de omvang als de inhoud van de werkzaamheden. De uitvoering van de toegangsbepaling tot de Wlz vraagt een andere werkwijze dan bij de AWBZ. Het persoonlijk contact met de cliënt staat veel meer centraal. De omvang van de werkzaamheden vermindert, door de overdracht van taken naar gemeenten en zorgverzekeraars. Dit betekende een aanzienlijke personeelsreductie, hoewel minder groot dan in eerste instantie was verwacht. De politieke besluitvorming rond de wetten die van belang zijn voor het CIZ (Wmo, Zvw en Wlz) vroeg de nodige tijd. Het CIZ begon daarom al in 2013 begonnen met voorbereidingen, waaronder het ontwikkelen van scenario’s voor een tijdige implementatie. In december 2014 werd de Wlz in de Eerste Kamer goedgekeurd. Drie programma’s Bij de voorbereiding op de stelselwijziging moest het CIZ rekening houden met meer dan één scenario. De hierdoor vereiste flexibiliteit, in combinatie met de inhoudelijke complexiteit, deed het CIZ in 2014 kiezen voor een structuur van drie programma’s. Met als focus:
• Op gelijkblijvend niveau continueren van de indicatiestelling AWBZ. ‘Tijdens de verbouwing bleef de winkel open’, en werden circa 900.000 AWBZ indicaties afgewikkeld.
• Inrichting van de nieuwe organisatie. De nieuwe Wlz-organisatie vergt grote aanpassingen in organisatiestructuur, klantbediening, systemen, processen en functies. Op basis van de
nieuwe wet en het klantbedieningsconcept zijn processen heringericht. Al in 2013 was het fundament onder het computersysteem aangepast, waarna in 2014 Wlz-specifieke zaken konden worden ingebouwd. De nieuwe processen vroegen ook om aanpassing van functies. De benoeming van de medewerkers heeft plaatsgevonden en er is gestart met hun opleiding voor de Wlz.
• Afbouw van de oude CIZ-organisatie en voorbereiding van de personeelsreductie. In overleg met de vakorganisaties is een Sociaal Plan afgesloten. De reorganisatie is in drie adviesaan vragen aan de Ondernemingsraad voorgelegd en afgehandeld. Ook is een Mobiliteitscentrum ingericht. Naast de uitvoering van deze programma’s werd de migratieperiode voorbereid. Tijdens de migratie (eerste kwartaal 2015) loopt een aantal ‘stromen’ parallel, te weten de afhandeling
CIZ Jaardocument 2014
19
van eind 2014 ingediende AWBZ-aanvragen, de nieuwe aanvraagstroom Wlz en de verdere opleiding van medewerkers. Dit traject is in 2014 voorbereid. Via de methode van Gateway Reviews1 won het CIZ advies in van externe experts. Bij deze vertrouwelijke toetsing werd onder meer bekeken of de gekozen aanpak voldoende koersvast en doelgericht was om er, gegeven de dynamiek in de buitenwereld, flexibel mee om te gaan. Tijdens deze reviews zijn behalve CIZ–medewerkers ook externe stakeholders bevraagd. De aanbevelingen die het CIZ hieruit kreeg, en heeft opgevolgd, hielpen bij een juiste aansturing tijdens dit hele veranderingstraject. ‘Persoonlijk en goed te volgen’ Het nieuwe klantbedieningsconcept van het CIZ kenmerkt zich door het persoonlijke contact en doordat het proces goed te volgen is voor de aanvrager. Een belangrijk onderdeel bij de opbouw van de Wlz-organisatie is het bepalen wie nu precies de cliënten worden. Hoe wordt met hen omgegaan? Wat bepaalt de kwaliteit van het klantcontact? Hoe staat dit in de wet verwoord? De antwoorden op deze vragen zijn geformuleerd in het klantbedieningsconcept. Over de nieuwe manier van klantbediening heeft de staatssecretaris van VWS de Tweede Kamer uitvoerig geïnformeerd. Het nieuwe klantbedieningsconcept is in 2015 geïmplementeerd, maar wordt ook steeds verder ontwikkeld, mede op basis van ervaringen ermee. In de nieuwe werkwijze is meer aandacht voor de unieke situatie van individuele aanvragers. De cliënt merkt meer professionele betrokkenheid, waarbij snel duidelijkheid wordt verschaft over het verloop van een aanvraag. Dit persoonlijker worden van de klantbediening is een grote verandering. De medewerker die een aanvraag in behandeling neemt, blijft tijdens het hele aanvraagtraject het aanspreekpunt. Hij/zij verschaft de nodige informatie, legt uit hoe het aanvraagtraject verloopt, doet het onderzoek, deelt het besluit mee en beantwoordt alle vragen. Dit biedt aanvragers ook de mogelijkheid om vergeten of aanvankelijk onbelangrijk geachte informatie alsnog te melden. Het genomen besluit wordt duidelijk en goed gemotiveerd aan de aanvrager persoonlijk meegedeeld en is in één keer juist. De ervaring leert dat dit onnodige bezwaren voorkomt. Aanvragers verwachten een persoonlijke dialoog met een toegankelijke en aanspreekbare onderzoeker of beoordelaar van het CIZ met wie op verschillende manieren zonder barrières contact kan worden gemaakt. Bekeken is hoe dit voor aanvragers zo makkelijk mogelijk gemaakt kon worden en welke communicatiekanalen zich hiervoor het beste leenden. Gedacht werd aan een digitale berichtenservice en aan ‘Mijn CIZ’. Op dit laatste, ingelogd met DigiD, hebben aanvragers verschillende mogelijkheden, waaronder een Wlz-check, een aanvraag doen, documenten/informatie uploaden, een afspraak maken en verzetten, eigen gegevens inzien en wijzigen, track & trace, besluiten inzien. Besluit Uitvoering Kinderbijslag (BUK) Behalve op de Wlz bereidde het CIZ zich in 2014 ook voor op de uitvoering van de BUK, ook met ingang van 2015. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eén en ander is voorbereid in overleg met de Sociale Verzekeringsbank. Zelfstandig Bestuursorgaan Met de invoering van de Wlz wordt het CIZ een Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO). De transitie van stichting naar ZBO is met ingang van 2015 geëffectueerd. 1 Bureau
20
Gateway is een onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
CIZ Jaardocument 2014
4. Sociaal jaarverslag
Het jaar 2014 stond in het teken van de voorbereiding op veranderingen, zowel in aard als omvang van de taken. Dit maakte een reorganisatie nodig en een reductie van het aantal arbeidsplaatsen. Tegelijkertijd was er druk om de dagelijkse werkzaamheden uit te voeren, binnen de afgesproken kwaliteits- en kwantiteitsnormen. In deze lastige situatie, onder aanzienlijke tijdsdruk, werkten de medewerkers in afwachting van uitsluitsel over hun persoonlijke positie. De betrokkenheid, flexibiliteit en inzet van medewerkers en Ondernemingsraad maakten mogelijk dat het CIZ in 2014 met succes zijn opdrachten kon uitvoeren. 4.1 Reorganisaties In januari 2014 werd de samenvoeging van de afdelingen Bezwaar en Beroep officieel afgesloten. Al in 2013 waren op de locaties Rotterdam, Utrecht en Zwolle multidisciplinaire teams gevormd van juridisch medewerkers Bezwaar & Beroep, juristen en medisch adviseurs. In Utrecht werd de centrale backoffice gevestigd. In de tweede fase van het project stond optimalisering van de processen van Bezwaar & Beroep centraal. Eind maart 2014 werd met een eerste adviesaanvraag aan de Ondernemingsraad een start gemaakt met de reorganisatie. Deze aanvraag schetste de contouren van de uitvoeringsorganisatie die na de reorganisatie zou ontstaan. Twee opvolgende adviesaanvragen bevatten een nadere beschrijving en detaillering van de nieuwe organisatie. De adviesaanvraag van juli betrof het primair proces uitvoering Wlz; in oktober volgde de adviesaanvraag over de reorganisatie van de Stafdiensten en Ondersteunende diensten en de inrichting van de afdeling Analyse & Advies. In alle adviesaanvragen stond gecontroleerde omvorming van de oude organisatie centraal, samen met borging van de kwaliteit en kwantiteit van de dienstverlening tot 1 januari 2015. Behalve met de bemensing van de nieuwe Wlz-organisatie moest ook rekening worden gehouden met de capaciteit die nodig was voor de migratie. Dit betrof onder meer de afwikkeling van de oude taken, zoals afhandelen van AWBZ-aanvragen en van Bezwaar & Beroep AWBZ en het opstellen van de jaarrekening 2014. Dit laatste vindt plaats in het eerste halfjaar van 2015. Naast dat een aantal medewerkers direct geplaatst werd, konden medewerkers in oktober en november hun belangstelling kenbaar maken voor functies in de nieuwe Wlz-organisatie. Ruim 900 medewerkers deden dit, voor één of meer functies. Uiteindelijk kregen 755 medewerkers (642 fte) een functie in de nieuwe Wlz-organisatie. Per 1 januari 2015 zijn 193 medewerkers (163 fte) uitgesteld boventallig verklaard, zodat zij nog de afwikkelingsactiviteiten tijdens de migratieperiode kunnen uitvoeren. Direct met ingang van 1 januari 2015 zijn 135 medewerkers (105 fte) boventallig verklaard. Zij worden door het Mobiliteitscentrum ondersteund en begeleid bij het vinden van passend werk buiten het CIZ.
4.2 Opvang personele consequenties reorganisatie Dat de reorganisatie een personele reductie met zich mee zou brengen, was al snel duidelijk. Om het aantal boventalligen en gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te beperken, is breed geïnvesteerd in ondersteuning om van werk naar werk te komen.
CIZ Jaardocument 2014
21
Duurzaam Vooruit Medewerkers konden ook in 2014 gebruik maken van hun budget voor persoonlijke ontwikkeling in het kader van het interne mobiliteitsprogramma ‘Duurzaam Vooruit’. In de CAO CIZ 2012-2015 is vastgelegd dat elke medewerker hiervoor een persoonlijk budget van € 3.000 had. Dit was besteedbaar in de periode van 1 januari 2013 tot 1 januari 2015 en had als doel de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te vergroten. De begeleiding van werk naar werk, binnen of buiten het CIZ, was een centrale doelstelling. Met het oog op de personele reductie is via Duurzaam Vooruit gestimuleerd dat medewerkers regie nemen op hun eigen loopbaanontwikkeling en zo hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Begin 2014 bleek een groot aantal medewerkers geïnteresseerd in de opleiding tot (senior) consulent Wmo. Het CIZ bood hen een maatwerktraining aan die goed aansloot op de wensen van medewerkers in de units en op de vraag van mogelijke nieuwe werkgevers (zoals gemeenten). Gedurende het jaar zijn veertien maatwerktrainingen gestart, verspreid over het land, waarin gemiddeld vijftien medewerkers per groep geschoold werden tot Wmo-consulent. Op de site Duurzaam Vooruit konden medewerkers verhalen delen over hun ervaringen op de arbeidsmarkt. Ook werden hier vacatures geplaatst die daarnaast ook werden aangeboden in Connect, de wekelijke interne nieuwsbrief. Een andere mogelijkheid van de site is een ‘e-portfolio’: een module waarin medewerkers hun ervaring, trainingen en diploma’s kunnen invoeren, waarna dit een representatief cv oplevert. Medewerkersdagen Op 18 december 2013 vond een Managersdag plaats om alle leidinggevenden voor te bereiden op de reorganisaties in 2014. Bij die gelegenheid is het thema ‘Rug Recht’ geïntroduceerd: in een workshop werd geleerd letterlijk de rug recht te houden. Ook werd een interview met staatssecretaris Martin van Rijn getoond, met een persoonlijke boodschap voor de medewerkers. In mei 2014 hebben succesvolle Medewerkersdagen plaatsgevonden. Net als op de Managersdag stonden de medewerkers met elkaar stil bij het thema ‘Rug Recht’. Centraal stonden twee vragen: wat brengen de veranderingen bij je teweeg en hoe hou je jezelf staande in deze periode? Een externe spreker bracht een inspirerend verhaal over hoe je met een positieve houding angsten kunt overwinnen en tegenslagen en uitdagingen beter tegemoet kunt treden. Mobiliteitsadviseurs Vanaf mei waren op alle units mobiliteitsadviseurs aanwezig, beschikbaar voor individuele loopbaangesprekken. Ook begeleidden zij workshops op de units om medewerkers te stimuleren hun persoons- en zoekprofiel op te stellen: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik. Dit opdat zij bij eventuele boventalligheid al goed op weg zouden zijn in hun arbeidsmarktverkenning. Medewerkers van de backoffice en het KCC konden ook deelnemen aan een loopbaantraject bij een extern bureau. Van dit programma, ‘Mijn Toekomst’, maakten 58 medewerkers gebruik. Mobiliteitssessies Verspreid in het land is een aantal mobiliteitssessies georganiseerd om medewerkers te inspireren en om hen mogelijkheden buiten het CIZ te laten zien. Vooral de bijeenkomsten met informatie over leerwerkarrangementen (schuldhulpverlening, sociale zekerheidmedewerker, doktersassistent) zijn veel bezocht.
22
CIZ Jaardocument 2014
4.3 Mobiliteitscentrum Net als 2013 was ook 2014 een druk jaar voor het Mobiliteitscentrum. Dit Mobiliteitscentrum heeft veel energie gestoken in het ondersteunen en begeleiden van medewerkers die, al dan niet vooruitlopend op de reorganisatie, op zoek waren naar werk buiten het CIZ. Hiervoor zijn extra mobiliteitsadviseurs aangetrokken die op de diverse locaties zijn ingezet. Daarnaast was het Mobiliteitscentrum verantwoordelijk voor het volgen van de wachtgelders. Het kader waarbinnen het Mobiliteitscentrum werkt, is het met de vakbonden overeengekomen Sociaal Plan. Het Mobiliteitscentrum fungeert als werkgever voor de boventallige medewerkers en als ‘ondersteuner’ van medewerkers bij het vinden van werk. Hiertoe is nauwe samenwerking gezocht met een externe partij, voor de flexibiliteit en aanvullende expertise.
4.4 Sociaal Plan Het Sociaal Plan liep op 31 maart 2014 af. Vanaf eind 2013 is met de vakorganisaties overlegd over een nieuw Plan. De input voor die gesprekken kwam uit bijeenkomsten met medewerkers op de verschillende locaties. Hier werden vooral onderwerpen besproken die te maken hadden met de reorganisatie, met focus op wat medewerkers nodig hebben om een andere baan te vinden binnen of buiten het CIZ. Medio april stemde de overgrote meerderheid van leden van de drie vakbonden, Abvakabo FNV, NU’91 en CNV Publieke Zaak, positief over het voorstel om het bestaande Sociaal Plan van het CIZ te verlengen. De ondertekening van het Plan door alle partijen maakte de verlenging definitief. Het centrale doel van het Sociaal Plan 2014-2015 is om werknemers die binnen de looptijd boventallig worden, optimaal te helpen bij het zoeken naar en vinden van een nieuwe baan buiten het CIZ.
4.5 CAO Het CIZ had in 2014 een geldige CAO. De looptijd van deze CAO is tot en met 31 december 2015.
4.6 Samenwerking Ondernemingsraad In 2014 werd constructief samengewerkt met de Ondernemingsraad (OR). In drie adviesaanvragen werden de gevolgen en de invulling van de verandering van de opdracht voor het CIZ aan de OR voorgelegd. De eerste aanvraag ging over de ‘Contouren van de nieuwe organisatie’, gevolgd door een adviesaanvraag over het primair proces. Sluitstuk was een adviesaanvraag gericht op de bedrijfsonderdelen Analyse & Advies, Staf en Ondersteunende diensten. Dankzij de grondige en snelle samenwerking met de OR zijn alle onderdelen van de reorganisatie tijdig afgerond en waren alle bedrijfsonderdelen op 1 januari 2015 klaar voor de uitvoering van de Wlz. De tijdige advisering door de OR maakte het bovendien mogelijk dat medewerkers uit het primair proces reageerden op functies bij Analyse & Advies en Staf en Ondersteunende diensten, en andersom. Het min of meer gelijktijdig bemensen van zowel het primair proces als de Staf en Ondersteunende diensten was een gezamenlijke wens van OR en Raad van Bestuur. Zo kon immers rechtsgelijkheid voor alle medewerkers worden geborgd.
4.7 Personele bezetting Op 1 januari 2014 was de personele bezetting 1.039,3 fte (circa 1.245 medewerkers), verdeeld over vast en tijdelijk personeel, exclusief boventallige medewerkers en externe inhuur. Eind 2014 was de bezetting afgenomen tot 940,5 fte (1.150 medewerkers), een reductie van 98,8 fte. Het aantal boventallige medewerkers was begin 2014, als gevolg van eerdere reorganisaties, 5,3 fte. Eind 2014 was dit 0 fte. In de loop van het jaar vond het merendeel van de boventallige medewerkers een baan buiten het CIZ. Een aantal verliet de organisatie via een ontslagvergunning van het UWV; enkelen konden worden herplaatst.
CIZ Jaardocument 2014
23
Van de medewerkers is 85,4% vrouw. Ruim 63% is 50 jaar of ouder. De exacte leeftijdsverdeling is als volgt:
20-30
30-40
40-50
50-60
>60
2%
13%
21%
39%
24%
Duur van het dienstverband:
0-5 jaar
5-10 jaar
10-20 jaar
20-30 jaar
>30 jaar
11%
18%
47%
15%
9%
De voorbereiding op de Wlz en de afbouw van AWBZ-activiteiten brachten specifieke taken en kennisbehoefte met zich mee. Om hierin te voorzien, was er in 2014 een instroom van 27,3 fte tijdelijke medewerkers en werden 255 fte externe medewerkers ingeleend. Ook het beleid om medewerkers te faciliteren naar de externe arbeidsmarkt was een reden om tijdelijke medewerkers in te laten stromen. Hierdoor bleef de productie kwalitatief en kwantitatief op orde.
4.8 Vitaliteit en verzuim In 2014 is verder ingezet op de duurzame inzetbaarheid en vitaliteit van medewerkers: door mogelijkheden aangeboden in de providerboog en door aandacht voor de situatie van individuele medewerkers. Onder de providerboog vallen diensten (bijvoorbeeld een werkplekonderzoek) die ingezet kunnen worden om uitval door ziekte te voorkomen en herstel van zieke medewerkers te bevorderen. Doordat rekening is gehouden met de druk die een reorganisatie met zich mee kan brengen, was het verzuimpercentage gemiddeld 5,1 ten opzichte van 5,7 in 2013. De meldingsfrequentie was in 2014 gemiddeld 0,98, in 2013 was dit 1,07. Ook in dit intensieve en spannende jaar van reorganisatie is het verzuim dus opnieuw gedaald.
4.9 Bijzondere prestaties Complimenten De Raad van Bestuur stelt vast dat in 2014 de inzet van de medewerkers enorm was. Op verschillende manieren heeft het bestuur dan ook aan iedereen zijn grote waardering uitgesproken. Het compliment betrof vooral medewerkers van wie het CIZ afscheid moest nemen en die zich tot op de laatste dag hebben ingezet voor de indicatiestelling AWBZ. Relatiebeheerders, het KCC, de afdeling Communicatie en de Bestuursraad ontvingen ook complimenten van buitenaf: vanuit de politiek, van zorgaanbieders, van ketenpartners, van individuele burgers en ieder ander die contact had met het CIZ. Het KCC werd gebeld door de echtgenote van een cliënt die voor de functie begeleiding met ingang van 2015 overgaat naar de gemeente. Zij belde speciaal om afscheid te nemen van het CIZ en wilde iedereen van het CIZ bedanken. Zij was erg tevreden over de inzet en professionaliteit van alle medewerkers. Op 11 april organiseerde de Julius Academy het Congres Indicatiestelling waar onderzoekers van het CIZ een workshop over de zorgbiografie verzorgden. De directeur Zorgondersteuning bij de Amsterdamse zorgaanbieder Cordaan, gaf een mooi compliment aan het CIZ.
24
CIZ Jaardocument 2014
‘Prachtig zijn die bestanden op jullie website die per gemeente duidelijk maken hoe de populatie eruit ziet’, zei Coolen. ‘Daar hebben we echt veel aan.’ Nominaties ICT-vakmedium Computable reikte in 2014 een prijs uit voor organisaties, projecten en personen die zich volgens zijn lezers nadrukkelijk hebben onderscheiden. Het CIZ-systeem Portero werd, samen met nog vijf organisaties c.q. projecten, uit een totaal van 250 inzendingen genomineerd in de categorie ‘ICT-projecten in de publieke sector’. Helaas won het CIZ deze ICT-vakprijs niet. Portero werd ook genomineerd voor de NAF-architectuurprijs. Dit is een prijs voor geslaagde architectuur op het gebied van business- of IT-architectuur. Uit veel inzendingen was Portero geselecteerd bij de beste drie, en werd uiteindelijk tweede - een prestatie van formaat! Portero werd door de jury gezien als geslaagd ICT-overheidsproject.
CIZ Jaardocument 2014
25
5. Governance
Sinds zijn oprichting in 2005 was het CIZ een stichting. Vanaf 1 januari 2015 is het CIZ een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Dit heeft ook gevolgen van de governancestructuur. Maar de onderkenning dat transparantie, participatie en verantwoording deel uitmaken van de intrinsieke waarde als publieke dienstverlener, blijft onverminderd van kracht. 5.1 Structuur van het CIZ Sinds 1 januari 2013 is de topstructuur aangepast en telt de Raad van Bestuur twee leden. De Raad van Bestuur geeft leiding aan de organisatie en is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen, de strategie en het beleid. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur zijn vastgesteld in een reglement. De leden zijn per 1 januari 2015 benoemd als Raad van Bestuur van de ZBO CIZ. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen het CIZ en is werkgever van de leden van de Raad van Bestuur. Ook staat hij het bestuur met advies terzijde. De werkwijze van de Raad van Toezicht is vastgelegd in een reglement. De leden worden benoemd door de minister van VWS en zijn onafhankelijk van de Raad van Bestuur. Binnen de Raad van Toezicht zijn de leden onafhankelijk ten opzichte van elkaar en van welk belang dan ook. Vanuit de Raad van Toezicht is een Auditcommissie en een Remuneratiecommissie samengesteld. De Raad van Toezicht wordt, na goedkeuring van de jaarrekening 2014, de Raad van Advies van de ZBO CIZ.
5.2 Publieke verantwoording Dertien jaar geleden is de Handvestgroep Publiek Verantwoorden (HPV) opgericht door een aantal publieke dienstverleners. Het CIZ is in 2005 opgericht en heeft zich in die tijd bij de Handvestgroep aangesloten. Andere leden van de HVP zijn: het Centraal Administratie Kantoor (CAK), het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), Zorginstituut Nederland, de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), het Kadaster, de Kamer van Koophandel NL, Prorail, de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), de Sociale Verzekeringsbank (SVB), Staatsbosbeheer, de Nederlandse Staatsloterij, en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De HPV presenteerde in 2004 de Code Goed Bestuur Uitvoeringsorganisaties, opgesteld op basis van de Code Tabaksblat. In september 2011 bracht de HPV een herziene code uit met bepalingen over goed bestuur en over hoe de leden hierover verantwoording afleggen op hun websites en in hun jaarverslagen. Uitgangspunt van de code is dat die wordt toegepast; als dit niet gebeurt, wordt uitgelegd waarom niet. Het CIZ besteedde in 2013 expliciet aandacht aan het verantwoord en transparant handelen dat past bij een publieke dienstverlener. Dit gebeurde mede aan de hand van de HPV Monitor 2012 en 2013. In 2014 zijn de ambities op dit vlak niet helemaal gerealiseerd; een voorbeeld is het niet uitvoeren van een zelfevaluatie. In een jaar waarin de stelwijziging werd voorbereid, prevaleerden bij de inzet van beschikbare menskracht andere prioriteiten.
5.3 Mededeling over de bedrijfsvoering Bedrijfsvoering wordt gedefinieerd als sturing en beheersing van de CIZ-bedrijfsprocessen, zowel primair als ondersteunend, om de gestelde doelstellingen te kunnen realiseren. Deze paragraaf geeft inzicht in de kwaliteit van die bedrijfsvoering. Dit kan betrekking hebben op aandachtspunten, verbetermaatregelen en kwaliteitsverbeteringen.
26
CIZ Jaardocument 2014
Interne sturing In 2014 beoordeelde de Raad van Bestuur regelmatig de effectiviteit van het systeem van interne sturing van bedrijfsprocessen. Dit gebeurde onder andere door periodieke productierapportages, rapportages van onze afdeling Interne Toetsing (kwaliteit besluiten), en rapportages van de afdeling Internal Audit. Zowel financiële als kwalitatieve indicatoren werden meegenomen. Risicomanagement Het CIZ heeft, zoals iedere organisatie, bij de uitvoering van zijn taak te maken met risico’s. Het managen hiervan was, gezien de veranderingen in 2014, meer dan ooit een managementuitdaging. Een goed voorbeeld was het systeem van risicomanagement rondom het veranderprogramma. In 2014 is, deels in samenwerking met het ministerie van VWS, gewerkt aan de constante verbetering daarvan. Dit gebeurde op punten als het verder uitwerken van de beheersmaatregelen, de informatievoorziening (KPI’s) en de monitoring. Deze gerichte aanpak bleek van toegevoegde waarde bij de succesvolle veranderingen in 2014. Informatiebeveiliging In 2012 is op basis van ISO-27002 een breed meerjarenprogramma gestart om het niveau van informatiebeveiliging binnen het CIZ verder te ontwikkelen. Op basis van de eerste risicoanalyse in 2012 is een verbeterplan opgesteld dat beschrijft hoe acties worden uitgezet. De vorderingen van het meerjarenprogramma worden gemeten met tussentijdse risicoanalyses en bewaakt aan de hand van voortgangsrapportages. De Chief Information Security Officer rapporteert zijn bevindingen periodiek aan het Security Board. Het Security Board rapporteert aan de Raad van Bestuur. Voor 2014 is het tempo van de implementatie van het meerjarenprogramma aangepast aan de actuele ontwikkelingen rondom de Wlz. Zo kon ook de informatiebeveiliging worden gewaarborgd rond de grote veranderingen die de invoering van de Wlz met zich meebracht. Het CIZ is per 1 januari 2015 een ZBO en komt hiermee dichter bij de Rijksoverheid te staan. Het adopteren van de Baseline Informatiebeveiliging Rijk (BIR) is een logisch gevolg en zal het informatiebeveiligingsprogramma voor de komende twee jaar mede bepalen. Afsluitend De CIZ-doelstellingen 2014 zijn gerealiseerd. De betrouwbaarheid van de financiële informatieverzorging is geborgd en de effectiviteit en efficiency van de bedrijfsprocessen zijn van voldoende niveau. Het CIZ voldoet aan wet- en regelgeving. Dit laatste met uitzondering van enkele afwijkingen op het punt van aanbestedingen. Voor een nadere toelichting zie de jaarrekening.
CIZ Jaardocument 2014
27
6. Bestuurlijk jaarverslag
In dit hoofdstuk vindt u het verslag van de Raad van Toezicht en van de Raad van Bestuur. 6.1 Verslag Raad van Toezicht Bestuursstructuur De bestuursstructuur is statutair bepaald en gaat uit van het Raad van Toezicht-model. De Raad van Toezicht is benoemd door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en benoemt op zijn beurt de Raad van Bestuur. Hoofdtaak De statutaire hoofdtaak van de Raad van Toezicht is toezicht houden op het beleid en het functioneren van de Raad van Bestuur en de CIZ-organisatie. Samenstelling en onafhankelijkheid In het Reglement van de Raad van Toezicht, vastgesteld op 28 maart 2012, staan de profielen van de Raad van Toezicht en zijn leden. Hier wordt niet van afgeweken. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter. Op 1 januari 2012 trad de heer drs. J.F.G.M. de Beer (1950) aan als voorzitter. Op 1 februari 2012 traden de heren drs. H. Wesseling (1951) en drs. R. Bosveld (1958) aan als lid. Op 1 oktober 2012 traden mevrouw mr. F. Leeflang (1969) en mevrouw M. Haak (1951) aan als lid. De samenstelling van de Raad bleef in 2014 gehandhaafd. Alle leden zijn benoemd voor een periode van vier jaar. De leden voldoen aan de in de Code Goed Bestuur gestelde onafhankelijkheidscriteria. Vanaf november 2012 is de Raad van Toezicht lid van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ). Na overleg met de Raad van Bestuur legt de Raad van Toezicht zijn eigen werkwijze vast in een reglement. Hierbij wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de richtlijnen zoals opgenomen in de Code Goed Bestuur. Dit reglement is in mei 2012 geactualiseerd en is in 2014 gehandhaafd. Commissies Eind 2012 is vanuit de Raad van Toezicht de Auditcommissie Financiën en IT samengesteld, bestaande uit de heren drs. R. Bosveld en drs. H. Wesseling. De Auditcommissie ondersteunt de Raad van Toezicht bij het uitvoeren van verantwoordelijkheden op het terrein van financiën en ICT. Met ingang van 2013 heeft de Auditcommissie structureel overleg met de Raad van Bestuur. In dat jaar is ook een Auditcommissiereglement vastgesteld en in werking getreden. Eind 2012 is de Remuneratiecommissie ingesteld bestaande uit mevrouw M. Haak en de heer drs. J.F.G.M. de Beer. De commissie buigt zich onder meer over het functioneren en de bezoldiging van de Raad van Bestuur. In 2013 is voor de Remuneratiecommissie een reglement vastgesteld en in werking getreden. Doorkijk 2015 In de Wlz is opgenomen dat met ingang van 2015 de stichting CIZ een ZBO is. Hiermee komt de Raad van Toezicht te vervallen. In overleg met de Raad van Bestuur en het ministerie van VWS is afgestemd dat de huidige Raad van Toezicht aanblijft tot en met de goedkeuring van de jaarrekening 2014 en de ontbinding van de stichting. Dit vindt zijn afronding naar verwachting
28
CIZ Jaardocument 2014
in het tweede kwartaal van 2015. De Raad van Bestuur heeft de mogelijkheid om voor het ZBO een Raad van Advies in te stellen. Die wordt in 2015 actief, na afronding van de laatste activiteiten van de Raad van Toezicht, en wordt dan gevormd door de huidige leden van de Raad van Toezicht. In 2015 wordt ook een reglement opgesteld voor de Raad van Advies en wordt de actualiteit van de CIZ-website verder bijgewerkt. Werkwijze en betrokkenheid bij ontwikkelingen In 2014 kwam de Raad van Toezicht zes keer bijeen voor een reguliere vergadering. Tijdens vijf van deze vergaderingen was de raad voltallig. Ook was er een themabijeenkomst waarin informatie is uitgewisseld over de voorbereiding van de CIZ-organisatie op de invoering van de Wlz per 1 januari 2015. De afzonderlijke leden van de Raad van Toezicht werden, in verschillende samenstellingen, ook buiten de reguliere overleggen om, intensief betrokken bij de strategische koers van het CIZ en bij de ontwikkelingen naar aanleiding van de herziening langdurige zorg. De Auditcommissie Financiën en IT heeft in 2014 vijf keer formeel vergaderd; ook is meerdere keren overleg geweest tussen de Auditcommissie en de Raad van Bestuur. Met betrekking tot financiën kwamen onder andere aan bod: jaarrekening 2013, subsidievaststelling 2012 en 2013, begroting 2014, MJP (meerjarenperspectief), accountantsverslag, kwartaalrapportages en interne en externe Management Letters. Ook is een aantal ICT-gerelateerde onderwerpen besproken: het programma Business IT en de voortgang van hosting en beheer. Het programma Business IT realiseerde de bouw, livegang en in beheer name van Portero. De voorzitter van de Raad van Toezicht en enkele leden waren betrokken bij een overleg dat de voorzitter van de Raad van Bestuur voerde met de staatssecretaris en de directeurgeneraal Langdurige Zorg van VWS. Hierbij werden de consequenties besproken van de herziening langdurige zorg en de op handen zijnde Wlz. In een strategische sessie besprak de Raad van Toezicht met de Raad van Bestuur de vertaalslag van de herziening langdurige zorg naar het CIZ en de bijbehorende risico’s en te treffen maatregelen. De leden van de Raad van Toezicht waren twee keer gedeeltelijk aanwezig bij een overlegvergadering van de Ondernemingsraad. De Raad van Toezicht stelde dit zeer op prijs. Kernpunten goedkeuring beleid en maatregelen De Raad van Bestuur stemde in 2014 frequent de doelstellingen, strategie en bijbehorende risico’s af met de Raad van Toezicht. Majeure ontwikkelingen waar de Raad van Toezicht nauw bij betrokken was en waar afstemming over plaatsvond, betroffen onder meer de veranderportfolio, het gevoerde financiële beleid en de jaarrekening 2013. De Raad van Toezicht is ook periodiek geïnformeerd over de bouw, de implementatie en het in beheer nemen van Portero. In 2014 richtte de Raad van Toezicht zich op het goedkeuren van zaken die betrekking hadden op de stichting CIZ. Per 1 januari 2015 verandert de status van het CIZ van stichting naar zelfstandig bestuursorgaan. Er is dan geen sprake meer van een Raad van Toezicht, maar van een Raad van Advies. Er zijn geen besluiten genomen waarbij leden van de Raad van Toezicht te maken hadden met een belangenconflict. Evaluatie De Remuneratiecommissie evalueerde in februari namens de Raad van Toezicht het functioneren van zowel de Raad van Bestuur als de individuele leden van de Raad van Bestuur.
CIZ Jaardocument 2014
29
In die gesprekken is het jaar 2013 geëvalueerd voor wat betreft functioneren en behaalde resultaten. Verder werden met beide bestuursleden afspraken gemaakt voor 2014. De Remuneratiecommissie spreekt, terugkijkend naar 2014, begin 2015 opnieuw met de bestuurders over hun functioneren. De Raad van Toezicht besloot om de evaluatie van zijn eigen functioneren plaats te laten vinden in 2015. Dit wordt dan tegelijk ook de afronding van de rol van Raad van Toezicht voor de stichting CIZ, die vanaf 2015 (met de vorming van het ZBO) niet langer meer als zodanig zal bestaan. Er wordt dan teruggekeken naar de periode vierde kwartaal 2013 en het jaar 2014 en er wordt aangesloten op de vorige evaluatie (van september 2013). (Neven)functies De (neven)functies van de leden van de Raad van Toezicht zijn opgenomen in de bijlage. Honorering De vacatieregeling, inclusief onkostenvergoeding, voor de leden van de Raad van Toezicht wordt door de minister vastgesteld, met inachtneming van wat binnen de Rijksdienst als gangbaar wordt beschouwd en ook aansluit bij de Wet Normering Topinkomens. Goedkeuring jaarstukken 2014 De jaarstukken, voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de accountant, werden in aanwezigheid van de Raad van Bestuur met de Raad van Toezicht besproken, waarna de Raad van Toezicht de jaarstukken goedkeurde. Dit nadat de externe accountant desgevraagd een toelichting gaf op het accountantsverslag, over zijn bevindingen bij de controle van de jaarrekening 2014. De Raad van Toezicht verleende de Raad van Bestuur decharge voor het gevoerde financiële beleid.
6.2 Verslag Raad van Bestuur Samenstelling De top van het CIZ bestaat uit een tweehoofdig bestuur: een voorzitter Raad van Bestuur en een vice-voorzitter Raad van Bestuur. Zij vormen samen de Raad van Bestuur die de eindverantwoordelijkheid heeft voor de totale CIZ-organisatie. De voorzitter Raad van Bestuur, de heer ing. D. Hoefsmit MBA (1955), is sinds 1 oktober 2010 in functie. De heer mr. J.H. Ouwehand (1962) trad per 1 januari 2012 in dienst als directeur AWBZ. Met ingang van 1 januari 2013 is hij benoemd tot vice-voorzitter Raad van Bestuur. Beide bestuursleden zijn benoemd tot 1 januari 2018. De Raad van Bestuur werd ondersteund door de Bestuursraad die is samengesteld uit onder andere stafmanagers en adviseurs. De Bestuursraad vergaderde in 2014 wekelijks. Besluitvorming vond altijd plaats door de (leden van de) Raad van Bestuur. Er werden in 2014 geen besluiten genomen waarbij voor leden van de Raad van Bestuur een belangenconflict aan de orde was. Taakverdeling De taakverdeling tussen de leden van de Raad van Bestuur is vastgelegd in het Reglement Raad van Bestuur. Dit is vastgesteld door de voorzitter en goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
30
CIZ Jaardocument 2014
Mandaatbesluit en Procuratieregeling De verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de organisatie is vervat in het document Mandaatbesluit en Procuratieregeling en de bijbehorende Mandaatbesluiten HRM en Indicatiestelling. Het document is medio 2014 geactualiseerd. In december 2014 is het opnieuw geactualiseerd en afgestemd op de organisatie-inrichting per 1 januari 2015. Opdrachtgever VWS De opdrachtgever en subsidieverstrekker van het CIZ, voor de indicatiestelling AWBZ, is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Conform het verzoek van de staatssecretaris van VWS hebben het ministerie, het CIZ en een door VWS gekozen externe partij in 2014 samen een monitor opgesteld. Hiermee kon de voortgang van de voorbereidingen op de inrichting van de nieuwe CIZ-organisatie worden gevolgd, net als de uitvoering van de AWBZ-indicatiestelling. De monitor bepaalde de agenda van de periodieke overleggen tussen VWS en het CIZ. De monitor is verfijnd en verbreed, wat zorgde voor meer transparantie in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer. Er was structureel frequent overleg op operationeel en bestuurlijk niveau. Deze overleggen, en de wederzijdse bereidheid om ook daarbuiten beschikbaar te zijn, droegen bij aan een constructieve vorm van samenwerking. Deze samenwerking vormde een belangrijke bijdrage aan het succes van de transitie van het CIZ van AWBZ tot Wlz-uitvoerder. Functioneren Raad van Bestuur De Raad van Toezicht, vertegenwoordigd door de leden van de Remuneratiecommissie, evalueerde het functioneren van de Raad van Bestuur in februari 2014. Dit vond met beide leden van de Raad van Bestuur plaats. (Neven)functies De (neven)functies van de voorzitter Raad van Bestuur, indien van toepassing, zijn opgenomen in dit document. Resultaatbestemming Het resultaat boekjaar is nihil. Vaststelling jaarstukken De jaarrekening 2014 is door de Raad van Bestuur op 20 mei 2015 vastgesteld, na het bespreken van de bevindingen van de accountant. De jaarstukken, inclusief de jaarrekening 2014 voorzien van de controleverklaring, zijn op 3 juni 2015 goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
CIZ Jaardocument 2014
31
7. Financieel beleid
7.1 Algemeen Het CIZ heeft in 2014, als gevolg van de herziening van de langdurige zorg, een reorganisatie doorgevoerd in de organisatie. Naast veranderingen in de aard van het werk is hierbij ook een aanzienlijke formatiereductie doorgevoerd. Voor de kosten die met deze reorganisatie samenhangen is in de jaarrekening 2014 een voorziening getroffen en zijn met het ministerie van VWS afspraken gemaakt over de financiering hiervan door middel van bijstelling van de instellingssubsidie voor 2014. Het kostenniveau 2014 komt door het treffen van deze voorziening substantieel hoger uit dan 2013 en bedraagt € 134,3 miljoen ten opzichte van € 105,1 miljoen in 2013. De kosten worden gedekt vanuit de instellingssubsidie wat leidt tot een nihil resultaat in 2014 (2013: € 76 duizend)
7.2 Financiering en investeringen In juni 2014 heeft het CIZ aan het ministerie van VWS een financieel meerjarenperspectief 2015-2018 verzonden, waarin de impact van de herziening van de langdurige zorg voor het CIZ wordt geschetst en rekenkundig is doorvertaald in benodigde formatieruimte en daarmee samenhangende uitvoeringskosten. De afspraken over de financiering van de uitvoeringskosten van het CIZ worden in de jaarlijkse begrotingscyclus met het ministerie van VWS verder ingevuld. De rekening-courant faciliteit voor het CIZ bedraagt € 20,0 miljoen. Het CIZ heeft hier in 2014 geen gebruik van gemaakt. In 2013 is een lening verstrekt van € 11,1 miljoen voor de financiering van nieuwe ICT-applicaties. Deze lening heeft een looptijd van drie jaar en loopt af op 31 augustus 2016. In 2014 zijn nieuwe investeringen gedaan in de ICT-applicaties die noodzakelijk zijn om in 2015 gereed te zijn voor de herziening van de langdurige zorg. Hiervoor is in 2014 een nieuwe lening verstrekt van € 6,2 miljoen. Deze loopt af op 30 juni 2017.
7.3 Vooruitblik 2015 Begroting 2015 Het financiële kader dat voor het CIZ in de Rijksbegroting is opgenomen, bedraagt € 87,3 miljoen. Hierin zijn de gevolgen van de invoering Wlz verwerkt. Ontwikkeling personeelsbestand 2015 De begrote reguliere formatie voor uitvoering van de Wlz bedraagt in 2015 697,5 fte. Daarnaast is in het eerste halfjaar 2015 nog sprake van een tijdelijke formatie voor afwikkeling van de AWBZ-aanvragen die tot 31 december 2014 ingediend konden worden.
7.4 Solvabiliteit / Liquiditeit De solvabiliteit voor 2014 komt uit op 6,7 procent ten opzichte van 26,6 procent in 2013. Deze ratio wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. De liquiditeitsratio komt uit op 4,0 ten opzichte van 2,0 in 2013. Deze ratio wordt berekend door de vlottende activa te delen door de kortlopende schulden.
32
CIZ Jaardocument 2014
Jaarrekening 2014
1. Balans 2. Staat van baten en lasten 3. Kasstroomoverzicht 4. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 5. Toelichting op de balans 6. Toelichting op de staat van baten en lasten
CIZ Jaardocument 2014
33
1. Balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming)
31-12-2014
€
31-12-2013
€
€
€
Activa
Vaste activa Immateriële vaste activa
1
7.224.746
9.514.375
Materiële vaste activa
2
1.206.858
2.912.967 8.431.604
12.427.342
Vlottende activa Vorderingen
3
3.536.482
3.586.397
Liquide middelen
4
53.268.735
29.021.191 56.805.217
32.607.588
65.236.821
45.034.930
Passiva
Eigen vermogen
5
4.363.600
11.961.637
Voorzieningen
6
29.170.604
5.880.451
Langlopende schulden
7
17.350.000
10.594.874
Kortlopende schulden
8
14.352.617
16.597.968
65.236.821
45.034.930
34
CIZ Jaardocument 2014
2. Staat van baten en lasten over 2014
2014
€
2013
€
€
€
Baten Subsidieverlening Overige opbrengsten
9
134.065.619
105.117.326
10
242.041
91.011
134.307.660
105.208.337
Lasten Personeelskosten
11
99.569.140
75.200.628
Afschrijvingen
12
9.208.333
6.798.843
Huisvestingskosten
13
13.617.807
7.786.368
Automatiseringskosten
14
8.117.354
11.685.524
Algemene kosten
15
3.764.850
3.665.106
Exploitatieresultaat
Financiële baten en lasten
16
Resultaat boekjaar
134.277.485
105.136.469
30.175
71.868
-30.175
4.295
0
76.163
2.1 Resultaatbestemming
2014
Resultaat boekjaar
2013
€
€
-
76.163
-
76.163
-
76.163
Bestemming resultaat: Toegevoegd aan de egalisatiereserve
CIZ Jaardocument 2014
35
3. Kasstroomoverzicht 2014 Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
2014 €
2013 €
€
€
Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat
30.175
71.868
9.208.333
6.798.843
Mutatie voorzieningen
23.290.153
-5.183.907
Inzet egalisatiereserve dekking subsidiabele kosten 2014
-6.862.567
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
Inzet risicoreserve dekking subsidieprojecten Reclassificatie aflossingsverplichting komend (boek)jaar
-735.470 505.126
Veranderingen in werkkapitaal: Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden
49.915
-778.305
-2.245.350
-2.436.559
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Rentebaten en -lasten Kasstroom uit operationele activiteiten
23.240.315
-1.528.060
-30.175
4.295
23.210.140
-1.523.765
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-4.825.384
-8.348.842
-429.081
-310.363
41.869
-5.212.596
-8.659.205
6.250.000
11.100.000
24.247.544
917.030
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen lening van ministerie van Financiën
In 2014 is sprake van een positieve kasstroom van € 24,2 miljoen. Dit hangt vooral samen met de financiering van de post voorzieningen waartegenover in 2014 nog geen operationele uitgaven staan.
36
CIZ Jaardocument 2014
3.1 Samenstelling geldmiddelen
2014
2013
€
€
€
Liquide middelen per 1 januari
29.021.191
28.104.161
Mutatie liquide middelen boekjaar
24.247.544
917.030
Geldmiddelen per 31 december
53.268.735
€
29.021.191
4. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 4.1 Algemeen 4.1.1 Activiteiten Het CIZ, statutair gevestigd te Princenhof Park 3, Driebergen, had ten doel het tot stand brengen van een landelijk dekkend stelsel van indicatiestelling gericht op toegang tot zorg, alsmede het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van indicatiestelling krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en daarmee verwante onderwerpen. 4.1.2 Vergelijkende cijfers De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. De cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om de vergelijking met 2014 mogelijk te maken. 4.1.3 Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met RJ 640 Organisaties zonder winststreven en de Beleidsregel toepassing WNT. Op aanwijzing van het ministerie van VWS wijkt de jaarrekening op de volgende punten af van RJ 640: 1. Op aanwijzing van de subsidieverstrekker ministerie van VWS is de verplichting tot het vormen van een wettelijke reserve op grond van BW artikel 365, lid 2 niet van toepassing verklaard op het CIZ. 2. Het CIZ heeft met het ministerie van VWS afgesproken dat de baten overeenkomstig de gerealiseerde kosten worden verantwoord. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Met de invoering van de Wlz per 1 januari 2015 zet het CIZ zijn werkzaamheden voort als ZBO. Algemene grondslagen Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.
CIZ Jaardocument 2014
37
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen: Reorganisatievoorziening Op basis van reorganisatieplannen die door de Raad van Bestuur zijn vastgesteld verantwoordt het CIZ reorganisatievoorzieningen in de jaarrekening. Deze reorganisatievoorzieningen omvatten onder meer schattingen over wachtgeld- en ontslagvergoedingen, omscholingskosten en outplacementkosten. De realisatie kan afwijken van deze schattingen. Voorziening huurverplichtingen Het CIZ verantwoordt een voorziening voor de terugbouwverplichtingen bij expiratie van de huurcontracten en voor leegstand van panden over de periode waar naar verwachting geen gebruik wordt gemaakt van deze panden. Bij de vaststelling van deze voorziening wordt geen rekening gehouden met de verwachte opbrengsten uit onderverhuur. De realisatie kan afwijken van deze schattingen.
38
CIZ Jaardocument 2014
Duurzame waardeverminderingen Het CIZ beoordeelt jaarlijks of een actief in de balans dienstbaar blijft voor de organisatie. Hiervan is sprake indien de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Als het CIZ inschat dat sprake is van economische veroudering of beduidend lagere economische prestaties dan verwacht, is sprake van een duurzame waardevermindering. Hiervan kan onder meer sprake van zijn als de dienstverlening van het CIZ wijzigt als gevolg van wetsaanpassingen en het actief daardoor niet meer of in mindere mate ondersteunend kan zijn aan de gewijzigde dienstverlening. De realisatie kan afwijken van deze schattingen. Verliezen worden opgenomen in de staat van baten en lasten. Als in een latere periode de waarde van het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het bijzondere waardeverlies, wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot maximaal de oorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de staat van baten en lasten. 4.1.4 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangen en betaalde rente zijn opgenomen onder “kasstroom uit operationele activiteiten”. 4.1.5 Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, handelsschulden, overige te betalen posten en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Als instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. De financiële instrumenten worden gewaardeerd conform de onder 4.2 opgenomen grondslagen voor de waardering van de activa en passiva. Het CIZ maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten).
4.2 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 4.2.1 Algemeen Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de lagere waarde. 4.2.2 Immateriële vaste activa Gekochte softwarelicenties worden geactiveerd tegen de verkrijgingsprijs en afgeschreven over de geschatte economische levensduur. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten, worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de economische voordelen zullen worden behaald en kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma’s en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de staat van baten en lasten.
CIZ Jaardocument 2014
39
Uitgaven voor ontwikkelingsprojecten worden geactiveerd als onderdeel van de vervaardigingsprijs als het waarschijnlijk is dat het project technisch succesvol zal zijn (dat wil zeggen: als het waarschijnlijk is dat economische voordelen zullen worden behaald) en als de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De afschrijving van de geactiveerde ontwikkelingskosten vangt aan zodra de ingebruikname is gestart en vindt plaats over de economische levensduur van het actief. Bij de waardering van de immateriële activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, als deze vermindering naar verwachting duurzaam is. 4.2.3 Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur, of lagere bedrijfswaarde. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Bij de waardering van de materiële activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, als deze vermindering naar verwachting duurzaam is. 4.2.4 Financiële instrumenten Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd: Vorderingen Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Langlopende en kortlopende schulden Het CIZ heeft een langlopende schuld, die nominaal wordt gewaardeerd. Het CIZ kan gebruik maken van een door het ministerie van Financiën ter beschikking gestelde kredietfaciliteit. De kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking in de jaarrekening opgenomen tegen de nominale waarde. 4.2.5 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen voor reorganisatie en huurverplichtingen worden door het ministerie van VWS gefinancierd, en om die reden op nominale waarde gewaardeerd om aansluiting te houden met de verstrekte subsidie en de terugbetalingsverplichtingen aan het ministerie. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de ingeschatte waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Als verplichtingen naar
40
CIZ Jaardocument 2014
verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Reorganisatieverplichting De reorganisatieverplichting betreft de kosten die direct samenhangen met in gang gezette reorganisaties en heeft deels een kortlopend en deels een langlopend karakter. De voorziening wordt gebaseerd op verplichtingen ten aanzien van reductie van het aantal medewerkers als gevolg van de taakstelling voor het CIZ door het ministerie van VWS. De berekening van de voorziening is gebaseerd op de nu geldende wetgeving. Voorziening huurverplichtingen De voorziening voor huurverplichtingen is een voorziening voor verlieslatende contracten in verband met leegstand als gevolg van de krimpende organisatie. De voorziening betreft het negatieve verschil tussen de verwachte voordelen uit de door de stichting na de balansdatum te ontvangen prestaties en de onvermijdbare kosten om aan de verplichtingen te voldoen. De onvermijdbare kosten zijn de kosten die tenminste moeten worden gemaakt om van de overeenkomst af te komen, zijnde de laagste van enerzijds de kosten bij het voldoen aan de verplichtingen en anderzijds de vergoedingen of boetes bij het niet voldoen aan de verplichtingen. Voorziening jubileumuitkeringen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Overige voorzieningen Deze voorziening heeft betrekking op de te verwachte uitgaven als gevolg van beëindiging contractafspraken. De voorziening betreft de beste schatting van het bedrag waarvoor de verplichting kan worden afgewikkeld. 4.2.6 Operationele leasing Leasecontracten, waarbij een groot deel van de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom niet bij het CIZ ligt, worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met van de lessor ontvangen vergoedingen, tijdsevenredig verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.
4.3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 4.3.1 Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de toegekende subsidie en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; voor verliezen gebeurt dit al meteen zodra die voorzienbaar zijn. 4.3.2 Baten Baten omvatten de opbrengsten uit hoofde van instellings- en projectsubsidies, trekkingsrechten en overige opbrengsten. Subsidiebaten en trekkingsrechten worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten voorkomen.
CIZ Jaardocument 2014
41
De jaarrekening is gebaseerd op de subsidieverlening 2014. De subsidieverlening 2013 is definitief vastgesteld. De subsidieverlening 2014 wordt door VWS vastgesteld na indiening van de jaarrekening en de subsidieverantwoording over het boekjaar 2014. 4.3.3 Lasten De lasten worden bepaald op historische basis, en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 4.3.4 Personele kosten Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Het CIZ heeft een aantal pensioenregelingen. De regelingen zijn gebaseerd op het zogenaamde middelloon, voor zover het loon betreft na 1 januari 2005. Voor de pensioenregelingen betaalt het CIZ op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. In de uitvoeringsovereenkomsten is een voorwaardelijke indexatie opgenomen. De in de uitvoeringsovereenkomsten opgenomen pensioendatum is de eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar en 2 maanden wordt; ingeval van recht op een flexibele pensionering is de vroegste ingangsdatum de eerste van de maand waarin de medewerker 60 wordt. De dekkingsgraden van de van toepassing zijnde pensioenuitvoerders bedragen per balansdatum: ABP 101% en Zorg en Welzijn 102%. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa als deze tot een terugstorting leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Afgezien van de betaling van premies heeft het CIZ geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. 4.3.5 Afschrijvingen (Im)materiële activa en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte economische levensduur van het actief, waarbij geen rekening wordt gehouden met een restwaarde. Als een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa worden separaat in de staat van baten en lasten zichtbaar gemaakt. 4.3.6 Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, daarbij wordt rekening gehouden met de nominale rentevoet van de betreffende activa en passiva.
42
CIZ Jaardocument 2014
5. Toelichting op de balans per 31 december 2014 Vaste activa 1. Immateriële vaste activa
Software
Activa in
Totaal
uitvoering €
€
€
Verkrijgings- en/of vervaardigingsprijs
19.331.712
-
19.331.712
Cumulatieve afschrijvingen en overige waardeverminderingen
-9.817.337
-
-9.817.337
9.514.375
-
9.514.375
Investeringen
-
4.825.384
4.825.384
Afschrijvingen
-3.980.270
-
-3.980.270
-
-
-2.562.743
-572.000
-3.134.743
-6.543.013
4.253.384
-2.289.629
19.331.712
4.825.384
24.157.096
-16.360.350
-572.000
-16.932.350
2.971.362
4.253.384
7.224.746
Boekwaarde per 1 januari 2014
Mutaties
Desinvesteringen Waardeverminderingen ten laste van het resultaat
Boekwaarde per 31 december 2014 Verkrijgings- en/of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en overige waardeverminderingen
Het CIZ verantwoordt onder de immateriële activa de geactiveerde kosten van ontwikkelingsprojecten. Dit betreft de in eigen beheer ontwikkelde software. Afschrijvingspercentages Software 33 % Activa in uitvoering
0%
Naast de reguliere afschrijvingen heeft in 2015 een bijzondere waardevermindering van € 3,1 miljoen plaatsgevonden bestaande uit: - Het CIZ zal tot en met maart 2015 de AWBZ indiceren. Per 1 januari 2015 wordt gestart met het indiceren van de Wlz. Portero AWBZ is het primaire systeem dat de indicatiestelling AWBZ ondersteunt. In 2014 is gestart met de bouw van Portero Wlz. Hiervoor is een deel van Portero AWBZ gebruikt als fundament. Omdat het CIZ per 31 maart 2015 stopt met AWBZ indiceren, zal dit deel van Portero AWBZ niet meer dienstbaar zijn aan de uitvoering. Hiervoor heeft een extra afwaardering plaatsgevonden in de jaarrekening 2014, van € 2.358 duizend. - In 2014 is het project Verantwoordings- en Stuurinformatie opgestart. Dit heeft als doelstelling de benodigde verantwoordings- en stuurinformatie Wlz te inventariseren en hiervoor ook de rapportages te ontwikkelen. Door deze nieuwe ontwikkeling zal de bestaande informatievoorziening ten behoeve van de AWBZ niet langer dienstbaar zijn. Daarom heeft er een afwaardering plaats moeten vinden van dit activum, van € 205 duizend.
CIZ Jaardocument 2014
43
- De categorie Activa in uitvoering heeft betrekking op het onderhanden werk voor investeringsprojecten in Portero Wlz ten behoeve van de uitvoering Wlz. Deze projecten lopen door in 2015, en worden in het tweede kwartaal afgerond. Eén onderdeel hiervan, het zogenaamde Schakelbord Wlz, wordt gebruikt in het eerste kwartaal 2015 om te kunnen switchen tussen Portero AWBZ en Portero Wlz. Na het eerste kwartaal heeft dit schakelbord geen functie meer. Op grond hiervan is een waardevermindering toegepast van € 572 duizend.
2. Materiële vaste activa
Hardware
Gebouwen &
Totaal
Inventaris €
€
€
9.131.061
18.888.131
28.019.192
-8.698.774
-16.407.451
-25.106.225
432.287
2.480.680
2.912.967
Investeringen
351.850
77.231
429.081
Afschrijvingen
-322.082
-647.163
-969.245
-335.423
-335.423
293.554
293.554
-79.071
-1.045.005
-1.124.076
-49.303
-1.656.807
-1.706.109
9.482.911
18.629.939
28.112.850
-9.099.927
-17.806.065
-26.905.992
382.984
823.873
1.206.858
Boekwaarde per 1 januari 2014 Verkrijgings- en/of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en overige waardeverminderingen
Mutaties
Desinvesteringen Aanpassing afschrijvingen i.v.m. desinvesteringen Waardeverminderingen ten laste van het resultaat
Boekwaarde per 31 december 2014 Verkrijgings- en/of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en overige waardeverminderingen
Afschrijvingspercentages Hardware 33% Gebouwen & Inventaris
10-20%
De materiële vaste activa betreffen verbouwingen van huurlocaties en aanschaf van inventaris conform het door het CIZ vastgestelde huisvestingsplan en aanpassingen van de ICT-infrastructuur. Het CIZ is economisch eigenaar van investeringen in verbouwingen. In 2014 vond een waardevermindering plaats van € 1.045 duizend binnen de rubriek Gebouwen & Inventaris, veroorzaakt door nieuwe leegstand. Daarnaast vond een waardevermindering plaats van € 79 duizend binnen de rubriek Hardware. Beide zijn het gevolg van de verwachte inkrimping van het personeelsbestand.
44
CIZ Jaardocument 2014
3. Vorderingen
31-12-2014
31-12-2013
€
€
35.615
126.137
3.500.867
3.460.260
3.536.482
3.586.397
Debiteuren
40.870
132.239
Voorziening dubieuze debiteuren
-5.255
-6.102
35.615
126.137
2014
2013
€
€
6.102
5.242
-847
860
5.255
6.102
Vooruit betaalde kosten
1.066.878
1.318.351
Vordering ministerie van VWS
2.222.800
1.218.645
-
415.372
Waarborgsommen
81.864
102.549
Te vorderen inzake IZZ
10.921
38.398
118.403
366.945
3.500.867
3.460.260
Handelsdebiteuren Handelsdebiteuren Overige vorderingen en overlopende activa
Voorziening dubieuze debiteuren Stand per 1 januari Mutatie Stand per 31 december
Overige vorderingen en overlopende activa
Vooruitbetaalde projectkosten
Overige vorderingen
De overige vorderingen en verlopende activa hebben voornamelijk een kortlopend karakter. De vooruitbetaalde kosten betreffen vooruitbetaalde huur- en servicekosten (€ 737 duizend), contributies en abonnementen (€ 282 duizend), verzekeringen (€ 8 duizend) en overige (€ 40 duizend). De vordering op het ministerie van VWS van € 2.223 duizend betreft nog te ontvangen subsidie; dit wordt hierna nader toegelicht. De post overige vorderingen bestaat voornamelijk uit vorderingen en premierestitutie WGA.
CIZ Jaardocument 2014
45
2014
2013
€
€
1.218.645
842.836
390.561
-842.836
134.065.619
105.321.702
-124.704.971
-105.321.702
-
1.813.582
Terug te betalen projectgelden subsidieprojecten
-1.884.487
-390.561
Inzet egalisatiereserve ter dekking van de instellingssubsidie
-6.862.567
-204.376
Stand per 31 december
2.222.800
1.218.645
Vordering op het ministerie van VWS Stand per 1 januari Terugbetaald / ontvangen Verlening instellingssubsidie Ontvangen instellingssubsidie Te vorderen inzake waardevermindering
De post terug te betalen projectgelden subsidieprojecten, van € 1.884 duizend, is ontstaan door een lager uitgavenniveau van projecten dan aangevraagd. Deze niet-benutte subsidie wordt terugbetaald. In verband met de overgang naar een ZBO per 1 januari 2015 wordt de norm voor het eigen vermogen gesteld op maximaal 5% van de verwachte instellingssubsidie voor 2015. Dit was voor de stichting CIZ maximaal 10%. Met het ministerie van VWS is afgesproken dat het vermogen dat hierdoor vrijvalt, van € 6.863 duizend in 2014, wordt ingezet ter dekking van de instellingssubsidie 2014.
4. Liquide middelen
31-12-2014
31-12-2013
€
€
53.259.660
29.013.769
Banken
7.492
8.091
Kas
1.584
1.924
0
-2.593
53.268.735
29.021.191
Rekening-courant ministerie van Financiën
Overige
In de rekening-courant met het ministerie van Financiën is een bedrag van € 1,1 miljoen niet ter vrije beschikking van het CIZ door afgegeven bankgaranties. Het CIZ heeft met het ministerie van Financiën een regeling getroffen voor het zogenoemde schatkistbankieren. Onderdeel hiervan is een rekening-courant faciliteit van maximaal € 20 miljoen. De liquiditeitstoename met € 24,3 miljoen is grotendeels te verklaren uit de bevoorschotting van de nieuwe reorganisatievoorziening frictiekosten, waarvan de uitgaven in 2015 en daarna zullen plaatsvinden.
46
CIZ Jaardocument 2014
5. Eigen vermogen
Stand per 31 december 2012 na vaststelling Resultaat 2013 Stand per 31 december 2013 Resultaat 2014
Egalisatie
Risico
Totaal
reserve
reserve
vermogen
€
€
€
10.030.249
1.855.225
11.885.474
76.163
-
76.163
10.106.412
1.855.225
11.961.637
-
-
-
-735.470
-735.470
Kosten projecten voor rekening CIZ Inzet egalisatiereserve ter dekking subsidiabele kosten 2014
-6.862.567
Stand per 31 december 2014
3.243.845
-6.862.567 1.119.755
4.363.600
Omdat het CIZ overgaat van een stichting naar een ZBO is met het ministerie van VWS afgesproken dat het CIZ het eigen vermogen per ultimo 2014 afbouwt naar de algemeen geldende norm voor de egalisatiereserve van ZBO’s. Het vermogen dat hierdoor in 2014 vrijvalt, wordt in 2014 ingezet ter dekking van de subsidiabele kosten 2014 en rechtstreeks afgeboekt van het eigen vermogen. De kosten projecten voor rekening CIZ hebben betrekking op projectkosten die niet vanuit de projectfinanciering gedekt worden en die ten laste van de risicoreserve gebracht moeten worden.
6. Voorzieningen
Huurverplichtingen Reorganisatie Personeelsgerelateerde voorzieningen Overige voorzieningen
31-12-2014
31-12-2013
€
€
9.386.218
2.913.630
18.125.265
2.502.026
659.121
464.794
1.000.000 29.170.604
CIZ Jaardocument 2014
5.880.450
47
Stand per
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
1 januari 2014
Saldo per 31 december
€
€
€
€
€
Huurverplichtingen
2.913.630
7.932.377
-1.046.102
-413.687
9.386.218
Reorganisatie
2.502.026
16.632.660
-651.434
-357.987
18.125.265
5.415.656
24.565.037
-1.697.536
-771.674
27.511.483
464.794
294.286
-99.959
-
659.121
-
1.000.000
-
-
1.000.000
5.880.450
25.859.323
-1.797.495
-771.674
29.170.604
Personeelsgerelateerde voorzieningen Overige voorzieningen
6.1 Huurverplichtingen De voorziening voor huurverplichtingen heeft betrekking op kosten van leegstand in verband met de reorganisaties in 2010 tot en met 2014. Op de totale toekomstige huurverplichtingen is in 2014 geen geschatte huuropbrengst in mindering gebracht, in verband met slechte marktverwachtingen. In 2014 is aan de voorziening € 7,9 miljoen gedoteerd in het kader van de reorganisatie 2014 Wlz. De samenstelling van de huurverplichtingen is voor de korte termijn (<1 jaar) € 3,3 miljoen en voor de middellange termijn (1-5 jaar) € 6,1 miljoen. 6.2 Reorganisatie De reorganisatievoorziening betreft de te betalen personeelskosten, conform het Sociaal Plan en de CAO, als gevolg van de reorganisaties in 2010 tot en met 2014. De reorganisatievoorziening is bepaald door de kosten te berekenen voor de uitvoering van het Sociaal Plan en de CAO. Hierin zijn onder andere meegenomen de kosten voor de herplaatsingstermijn, de compensatie van het wachtgeld, en kosten die samenhangen met de trajecten van werk naar werk. In 2014 is aan de voorziening € 16,6 miljoen gedoteerd in het kader van de reorganisatie 2014 Wlz. De samenstelling van de reorganisatieverplichtingen is voor de korte termijn (<1 jaar) € 13,2 miljoen en voor de middellange termijn (1-5 jaar) € 4,9 miljoen. 6.3 Personeelsgerelateerde voorzieningen Onder de personeelsgerelateerde voorzieningen is de voorziening jubilea van € 574 duizend (2013: € 383 duizend) opgenomen voor verwachte toekomstige lasten gedurende het dienstverband, en een overige voorziening van € 85 duizend (2013: € 81 duizend). Bij het bepalen van de voorziening jubilea wordt rekening gehouden met geschatte toekomstige salarisstijgingen en een prognose met betrekking tot uitstroom van medewerkers. Op basis van de verwachte personeelsmutaties en een hogere inschatting van het aantal medewerkers dat bij het CIZ werkzaam blijft in het kader van de reorganisatie Wlz is de voorziening jubilea bijgesteld. De samenstelling van de personeelsgerelateerde voorzieningen is voor de korte termijn (<1 jaar) € 0,2 miljoen en voor de middellange termijn (1-5 jaar) € 0,5 miljoen.
48
CIZ Jaardocument 2014
7. Langlopende schulden
Financieringen
2014
2013
€
€
Lening ministerie van Financiën Stand per 1 januari
10.594.874
Reclassificatie aflossingsverplichting komend (boek)jaar Opgenomen gelden
505.126 6.250.000
Aflossingsverplichting komend (boek)jaar Langlopend deel per 31 december
11.100.000 -505.126
17.350.000
10.594.874
De lening van € 11,1 miljoen is verstrekt op 7 augustus 2013 en gestort op 2 september 2013, ter financiering van de investering in het ICT-systeem Portero. De aflossing van deze lening vindt plaats bij beëindiging van de lening op 31 augustus 2016. Het rentepercentage is 0,50% vast tot en met 2016. In 2013 was een aflossingsverplichting berekend voor het niet-geïnvesteerde deelbedrag in Portero. Het ministerie van Financiën heeft dit bedrag niet opgeëist en derhalve wordt deze aflossingsverplichting van € 505.126 duizend gereclassificeerd, per 31 december 2014, in het langlopend deel. De lening van € 6,25 miljoen is verstrekt op 24 juli 2014 en gestort op 31 juli 2014, ter financiering van de investering in Portero 2015 Wlz, Portero WZD en Portero Verantwoordingsinformatie. De totale aflossing vindt plaats bij de beëindiging van de lening op 30 juni 2017. Het rentepercentage is 0,15% vast tot en met 2017.
8. Kortlopende schulden (1)
Aflossingsverplichtingen ministerie van Financiën Schulden aan leveranciers en handelskredieten Overige belastingen en premies sociale verzekeringen Overlopende passiva
31-12-2014
31-12-2013
€
€
-
505.126
205.943
3.088.026
2.874.050
2.948.519
11.272.624
10.056.298
14.352.617
16.597.969
2.604.593
2.731.376
244.644
201.091
24.813
16.052
2.874.050
2.948.519
De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan een jaar.
Overige belastingen en premies sociale verzekeringen Loonheffing Pensioen Omzetbelasting
CIZ Jaardocument 2014
49
8. Kortlopende schulden (2)
31-12-2014
31-12-2013
€
€
Te alloceren trekkingsrechten VWS
2.232.355
2.675.646
Nog te betalen kosten
5.277.893
2.521.397
Reservering vakantiegeld
1.937.204
2.213.426
Reservering vakantiedagen
847.843
1.280.914
Nog te alloceren huurvrije periode
547.051
842.903
Nog te betalen ontslagvergoeding
224.767
305.102
Accountantskosten
101.303
100.847
-
12.695
-246
7.835
104.454
95.533
11.272.624
10.056.298
Overlopende passiva
Vooruitbetaalde projectgelden ministerie van VWS Overige personeelsgerelateerde schulden Overige schulden
De schulden aan leveranciers wijken af ten opzichte van 2013. In verband met de administratieve herinrichting voor de vorming van de ZBO zijn deze grotendeels verantwoord in de overlopende passiva. De post nog te alloceren huurvrije periode heeft te maken met huurkortingen op gebouwen, die bij het aangaan van de contracten zijn overeengekomen. Deze kortingen worden over de gehele looptijd van het contract verdeeld.
31-12-2014
31-12-2013
€
€
2.675.646
1.214.965
771.674
1.460.681
Terugbetaalde trekkingsrechten aan VWS
-1.214.965
-
Stand per 31 december
2.232.355
2.675.646
Te alloceren trekkingsrechten VWS Stand per 1 januari Vrijval gealloceerde trekkingsrechten
De nog te alloceren trekkingsrechten VWS hebben betrekking op het niet-uitgenutte deel van de eerder gevormde voorzieningen waarvoor het ministerie van VWS subsidie heeft verleend. Dit wordt terugbetaald aan het ministerie.
50
CIZ Jaardocument 2014
Overlopende
Ontvangen/ Verantwoorde
Terug te
Overlopende
projectgelden
betaalde
kosten
betalen projectgelden
2013
gelden 2014
2014
2014
€
€
€
€
64.717
63.661
1.056
Afbouw mensen - mobiliteit en boventalligheid
953.263
313.282
639.981
-
Afbouw mensen - mankeren en inspireren
200.000
49.380
150.620
-
Afbouw mensen - plaatsing
301.308
167.333
133.975
-
Afbouw mensen - programmamanagement
140.000
51.035
88.965
-
Afbouw mensen - ontwikkelen scenario’s
12.100
12.100
-
-
Afbouw mensen - sociaal plan
31.476
12.681
18.795
-
Afbouw middelen - leveranciers
40.000
26.800
13.200
-
120.000
79.439
40.561
-
1.862.864
775.712
1.087.153
-
Subsidieprojecten per beschikking
Afbouw mensen - personeelsadministratie op orde
Afbouw middelen - overdracht bedrijfsmiddelen Programma afbouw
€
Kern AWBZ - inrichten en uitvoering HRM
1.297.539
670.730
626.809
-
98.920
98.920
-
-
Kern AWBZ - programmamanagement
157.502
153.027
4.475
-
Kern AWBZ - inrichten primair proces
373.701
373.701
-
-
1.927.662
1.296.377
631.285
-
501.244
335.195
166.049
-
12.695
104.993
117.688
-
-
12.695
4.396.763
2.524.971
1.884.487
-
Kern AWBZ - organisatiebesturing
Programma Kern AWBZ
Ontwikkeling - zorgtoegangsregister
Zorgbiografieën
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Huur- en servicecontracten panden Leasecontracten wagenpark Overige overeenkomsten
< 1 jr
> 1 jr < 5 jr
> 5 jr
Totaal
€
€
€
€
5.817.000
4.295.000
1.197.000
11.309.000
108.899
108.445
0
217.344
9.496.289
1.025.330
30.000
10.551.619
15.422.188
5.428.775
1.227.000
22.077.963
De niet in de balans opgenomen verplichtingen hebben betrekking op lopende huurcontracten, servicecontracten en dienstverleningsovereenkomsten. De verplichtingen uit de overige overeenkomsten zijn in 2014 hoger door nieuwe contractafspraken voor de hosting en beheer.
CIZ Jaardocument 2014
51
6. Toelichting op de staat van baten en lasten over 2014 Staat van baten en lasten - vergelijking met de begroting 2014
R Ref €
2014
2014
werkelijk
begroot €
€
€
Baten Subsidieverlening Overige opbrengsten
9
134.065.619
142.373.147
10
242.041
-
134.307.660
142.373.147
Lasten Personeelskosten
11
99.569.140
103.148.802
Afschrijvingen
12
9.208.333
9.634.000
Huisvestingskosten
13
13.617.807
15.741.000
Automatiseringskosten
14
8.117.354
8.740.897
Algemene kosten
15
3.764.850
5.038.448
Exploitatieresultaat
Financiële baten en lasten
16
Resultaat boekjaar
134.277.485
142.303.147
30.175
70.000
-30.175
-
0
70.000
9 Door het ministerie van VWS is aanvankelijk voor 2014 een subsidie verleend van € 142,4
miljoen bestaande uit € 110,5 miljoen voor operationele activiteiten, € 27,6 miljoen voor
frictiekosten personeel en leegstand en € 4,3 miljoen voor projecten. Er heeft een bijstel-
ling op de subsidieverlening plaatsgevonden naar € 134,1 miljoen mede als gevolg van de
afspraak met het ministerie dat de baten overeenkomstig de gerealiseerde kosten worden
verantwoord. Het verschil van € 8,3 miljoen tussen de begroting en de realisatie van
subsidieverlening wordt voor € 1,4 miljoen veroorzaakt door een lagere realisatie van pro-
jecten. Het resterende verschil, zijnde € 6,9 miljoen, zou voor het CIZ tot een positief finan-
cieel exploitatieresultaat hebben geleid indien de afspraak om baten gelijk te stellen aan
de lasten niet zou zijn gemaakt.
10 De overige opbrengsten waren niet begroot. Deze opbrengsten zijn ontstaan door de inzet
van medewerkers bij o.a. gemeenten.
13 De huisvestingskosten zijn € 2,1 miljoen lager dan begroot. De oorzaak hiervan is de lagere dotatie aan de leegstandsvoorziening in verband met het langer openhouden van locaties dan initieel gepland. 14 De automatiseringskosten over 2014 zijn lager dan begroot door lagere kosten voor de
52
activiteiten hosting en beheer.
CIZ Jaardocument 2014
15 De accountantskosten, communicatiekosten, leasekosten en verzekeringskosten vallen lager
uit; dit verklaart het verschil tussen de begrote en gerealiseerde algemene kosten.
16 De rentekosten van de nieuwe lening die in juli 2014 is afgesloten.
9. Subsidieverlening
2014
2013
€
€
131.540.648
102.673.326
-
2.444.000
2.524.971
-
134.065.619
105.117.326
131.540.648
101.064.120
Nog te ontvangen instellingssubsidie
-
1.813.582
Afrekening instellingssubsidie
-
-204.376
131.540.648
102.673.326
Instellingssubsidie Trekkingsrechten Toegekende subsidie subsidieprojecten
Instellingssubsidie Instellingssubsidie 2013 / 2014
Totaal
De instellingssubsidie voor 2014 bedraagt € 131,5 miljoen, bestaande uit € 107 miljoen voor operationele activiteiten en € 24,5 miljoen voor frictiekosten personeel en leegstand. De toegekende instellingssubsidie 2014 wordt verantwoord tot maximaal € 131,5 miljoen. Het CIZ heeft met het ministerie van VWS afgesproken dat de baten overeenkomstig de gerealiseerde kosten worden verantwoord.
10. Overige opbrengsten
2014
2013
€
€
240.696
46.298
Overig
1.345
44.713
Totaal
242.041
91.011
Detachering
CIZ Jaardocument 2014
53
11. Personeelskosten
2014
2013
€
€
Lonen en salarissen
46.373.780
48.948.607
Dotatie reorganisatievoorziening
16.632.660
615.000
Sociale lasten
7.430.513
7.324.180
Pensioenlasten
4.774.544
5.177.033
75.211.497
62.064.820
17.427.779
8.465.126
6.929.864
4.670.682
24.357.643
13.135.808
99.569.140
75.200.628
Inhuur personeel Overige personeelskosten
Totaal
Onder de overige personeelskosten worden o.a. verantwoord: reiskosten, opleidingen, kosten arbodiensten, kosten werving en selectie en kantinekosten. De daling van de post lonen en salarissen wordt veroorzaakt door uitstroom van vaste en tijdelijke medewerkers, waardoor het aantal fte’s in loondienst in 2014 is gedaald. De daling van de post lonen en salarissen is in lijn met de afname van de bezetting. De externe inhuur is in 2014 toegenomen. Dit hangt samen met de voorbereiding op de invoering Wlz, die heeft geleid tot extra projectinzet. Daarnaast is in de uitvoering extern personeel ingezet om de uitstroom van vast en tijdelijk personeel op te vangen. De kosten van de voorziening reorganisatie 2014, van € 16.633 duizend, zijn opgenomen onder de dotatie aan voorzieningen.
Werknemers
2014
Divisie AWBZ Overige eenheden Totaal
2013
Medewerkers
Fte’s
Medewerkers
Fte’s
1.072
866
1.192
963
130
120
121
112
1.202
986
1.313
1.075
De gemiddelde aantallen medewerkers en fte’s over 2014 betreffen de aantallen exclusief het gemiddeld aantal werknemers (2,2 fte) dat formeel als boventallig is benoemd en 10,9 fte die vrijgesteld waren van werk.
54
CIZ Jaardocument 2014
12. Afschrijvingen
2014
2013
€
€
3.980.269
3.677.635
Gebouwen en inventaris
647.163
908.543
Hardware
322.082
347.177
4.258.819
760.803
-
1.104.685
9.208.333
6.798.843
Software
Waardeverminderingen Versnelde afschrijving vaste activa Totaal
De afschrijvingskosten in 2014 zijn toegenomen door de bijzondere waardevermindering op Portero AWBZ, gebouwen en inventaris.
13. Huisvestingskosten
2014
2013
€
€
Huur onroerend goed
3.657.997
3.758.797
Dotatie voorziening huurverplichtingen
7.932.377
1.829.000
Servicekosten
1.004.823
957.968
Schoonmaakkosten
374.203
529.999
Bewakingskosten
169.613
193.552
Gas, water en electra
100.220
117.519
121
64.448
378.452
335.085
13.617.807
7.786.368
Herhuisvestingskosten Overige huisvestingskosten Totaal
De toename van de huisvestingskosten wordt veroorzaakt door de dotatie aan de voorziening huurverplichtingen.
CIZ Jaardocument 2014
55
14. Automatiseringskosten
2014
2013
€
€
5.561.802
5.044.498
Onderhoudscontracten software
324.766
5.012.119
Ingehuurde ICT-diensten
165.477
758.867
1.367.835
534.859
697.474
335.181
8.117.354
11.685.524
Dataverbindingen
Licentiekosten Overige hardwarekosten Totaal
De kosten voor dataverbindingen zijn in 2014 gestegen ten opzichte van 2013. Dit wordt veroorzaakt door de voorziening die betrekking heeft op de te verwachte uitgaven als gevolg van beëindiging van contractafspraken. Het lager uitvallen van de kosten onderhoudscontracten op software wordt veroorzaakt door de overgang naar Portero. De kosten van het onderhoud in 2014 zijn onderdeel van de ontwikkelingskosten van de bouw van Portero. Als gevolg van de overgang naar Portero zijn er meer licenties afgenomen. Hierdoor is er een stijging ten opzichte van voorgaand boekjaar. De toename van de hardware kosten hangt samen met de uitvoering van projecten.
15. Algemene kosten
2014
2013
€
€
1.080.358
1.066.986
Diensten van derden
937.402
977.019
Communicatiekosten
387.041
243.341
48.648
92.377
Overige kosten
1.311.401
1.285.382
Totaal
3.764.850
3.665.105
Kantoorkosten
Verzekeringskosten
56
CIZ Jaardocument 2014
16. Financiële baten en lasten
2014
2013
€
€
-29.079
-22.795
Rentelasten en soortgelijke kosten
59.254
18.500
Totaal
30.175
-4.295
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
De toename van de kosten hangt grotendeels samen met de rentekosten van de nieuwe lening die in juli 2014 is afgesloten.
Accountantshonoraria
2014
2013
€
€
175.491
143.075
Andere controlewerkzaamheden
55.301
38.162
Andere niet-controlediensten
16.190
35.864
246.982
217.101
Controle van de jaarrekening
Totaal
Naleving aanbestedingswet- en regelgeving Het naleven van wet- en regelgeving is voor het CIZ een strikt uitgangspunt. Een onderdeel van deze wet- en regelgeving is de aanbestedingswet- en regelgeving. In 2011 en 2012 zijn afwijkingen geconstateerd in de naleving hiervan. Om die reden is het inkoopproces in 2013 verder aangescherpt. Dit leidde in 2013 tot een percentage rechtmatige aanbesteding van 65%. In 2014 is dit proces verder verbeterd, en steeg de aanbestede contractwaarde in overeenstemming met de aanbestedingswet- en regelgeving naar 81,5%. Het overgrote deel van de onrechtmatige inkoop werd veroorzaakt door contracten die vóór 2014 waren afgesloten en niet tussentijds konden worden opgezegd. Het uitgangspunt voor bovenstaande percentages zijn de uitgaven exclusief pensioenen, belastingen en overheden.
Financiële instrumenten Algemeen De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening geen gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting bloot zou kunnen stellen aan markt-, valuta-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico.
CIZ Jaardocument 2014
57
Kredietrisico De stichting loopt zeer beperkt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa, handels- en overige vorderingen, liquide middelen en de positieve marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten. Renterisico en kasstroomrisico De onderneming loopt zeer beperkt renterisico over de rentedragende schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. Liquiditeitsrisico De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van periodieke liquiditeitsbegrotingen. Het verantwoordelijk management ziet erop toe dat voor de organisatie steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
Bezoldiging topfunctionarissen De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (kort: Wet normering topinkomens, afgekort WNT) stelt maxima aan bezoldigingen en ontslagvergoedingen van topfunctionarissen (WNT-norm). De wet verplicht organisaties ook transparant te zijn over de bezoldigingsgegevens van alle medewerkers die boven deze norm uitkomen. De WNT-norm voor 2014 is € 230.474,-. De topfunctionarissen van het CIZ voldoen aan deze norm. (Semi)publieke instellingen moeten jaarlijks de bezoldigingsgegevens en eventuele ontslagvergoedingen van hun functionarissen publiceren in de financiële jaarverslagen. De bezoldigingsgegevens van de topfunctionarissen van het CIZ zijn:
Bezoldiging bestuurders Functie
Dhr. ing. D. Hoefsmit MBA
Voorzitter Raad van
A
B
C
D
E
F
€
€
€
€
191.436
15.685
22.374
-
1-1 t/m 31-12
1 fte
172.448
13.260
19.044
-
1-1 t/m 31-12
1 fte
Bestuur Dhr. mr. J.H. Ouwehand
Vice-voorzitter Raad van Bestuur
In 2013 vervulden onderstaande personen een functie als topfunctionaris. Door organisatorische wijzigingen per 1 januari vervulden deze personen niet meer een functie als topfunctionaris en zijn gedurende het jaar deze personen uit dienst getreden.
58
CIZ Jaardocument 2014
Gewezen topfunctionarissen Functie
A
B
C
D
€
€
€
€
E
F
Mevr. drs. M. Oplaat
Lid Directieraad
58.677
1.600
5.534
-
1-1 t/m 30-4
1 fte
Mevr. A. Harmsen BBA
Lid Directieraad
30.306
800
2.663
40.360
1-1 t/m 28-2
1 fte
Legenda A = Beloning B = Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen C = Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn D = Betaalde uitkeringen wegens beëindiging dienstverband E = Duur van het dienstverband in het boekjaar F = Omvang van het dienstverband in het boekjaar
Bezoldiging Raad van Toezicht Functie
A
B
C
D
€
€
€
13.781
1.531
-
1-1 t/m 31-12
Dhr. drs. J.F.G.M. de Beer
Voorzitter Raad van Toezicht
Dhr. drs. H. Wesseling
Lid Raad van Toezicht
9.187
1.021
-
1-1 t/m 31-12
Dhr. drs. R. Bosveld
Lid Raad van Toezicht
9.187
1.021
-
1-1 t/m 31-12
Mevr. mr. F. Leeflang
Lid Raad van Toezicht
9.187
1.021
-
1-1 t/m 31-12
Mevr. M. Haak-Griffioen
Lid Raad van Toezicht
9.187
1.021
-
1-1 t/m 31-12
Legenda A = Beloning (excl. btw) B = Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen (excl. btw) C = Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn D = Duur lidmaatschap in het boekjaar
Ondertekening Raad van Bestuur voor vaststelling Driebergen, 20 mei 2015 Voorzitter Dhr. ing. D. Hoefsmit MBA Vice-voorzitter Dhr. mr. J.H. Ouwehand
Ondertekening Raad van Toezicht voor goedkeuring Driebergen, 20 mei 2015 Voorzitter Dhr. drs. J.F.G.M. de Beer Dhr. drs. H. Wesseling Dhr. drs. R. Bosveld Mevr. mr. F. Leeflang Mevr. M. Haak-Griffioen
CIZ Jaardocument 2014
59
Overige gegevens 1 (Statutaire) regeling resultaatbestemming De statuten van de stichting CIZ geven richtlijnen voor het financieel beheer en de verantwoording daarvan. Daarnaast gelden wettelijke kaders en richtlijnen voor de jaarverslaggeving. Voor het opstellen van de verantwoording voor van VWS ontvangen (AWBZ-)subsidiestromen, maar ook voor de resultaatbestemming, dienen als uitgangspunten: de Kaderwet volksgezondheidssubsidies, het Besluit volksgezondheidssubsidies, de subsidieregeling volksgezondheid, en de brief waarin de subsidie wordt verleend.
2 Resultaatverwerking In de Kaderregeling VWS-subsidies is in artikel 36 opgenomen een wettelijke regeling inzake resultaatverwerking in de jaarrekening: 1. De egalisatiereserve wordt gevormd door een toevoeging bij een positief eindresultaat en
een onttrekking bij een negatief eindresultaat. Het eindresultaat is de som van de werkelijke
bijdragen van derden, de in het besluit tot verlening vermelde begrote eigen bijdrage, en
de verleende instellingssubsidie verminderd met de werkelijke kosten.
2. De maximale toevoeging aan de egalisatiereserve is het bedrag dat aan de egalisatie
reserve kan worden toegevoegd zonder de maximale omvang daarvan te overschrijden.
De maximale onttrekking aan de egalisatiereserve is het bedrag van de egalisatiereserve.
3. De toevoeging of onttrekking is gelijk aan het eindresultaat vermenigvuldigd met de ver-
leende instellingssubsidie gedeeld door de som van de in het besluit tot verlening vermelde
begrote eigen bijdrage en de verleende instellingssubsidie.
4. De toevoeging of onttrekking bedraagt niet meer dan de maximale toevoeging of onttrekking. 5. Voor zover het voor de toevoeging beschikbare bedrag hoger is dan de maximale toevoe
ging, wordt dat bedrag bij de vaststelling in mindering gebracht op de instellingssubsidie.
6. Voor de toepassing van de vorige leden worden uitsluitend in aanmerking genomen de
kosten, de bijdragen van derden, en de instellingssubsidie met betrekking tot activiteiten
waarvoor de instellingssubsidie is verleend en die werkelijk zijn verricht.
3 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Na de balansdatum hebben zich geen noemenswaardige gebeurtenissen voorgedaan welke invloed hebben op de jaarrekening 2014.
60
CIZ Jaardocument 2014
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van Stichting Centrum indicatiestelling zorg Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaardocument opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting Centrum indicatiestelling zorg te Driebergen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’, de aanwijzingen van het ministerie van VWS en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als hij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en met inachtneming van het controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Centrum indicatiestelling zorg per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’, de aanwijzingen van het ministerie van VWS en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Verklaring betreffende het bestuursverslag Op basis van onze werkzaamheden overeenkomstig de Nederlandse controlestandaard 720 vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ is opgesteld. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, 29 mei 2015 KPMG Accountants. N.V. J.A.A.M. Vermeeren RA
CIZ Jaardocument 2014
61
Overzicht (neven)functies Raad van Toezicht en Raad van Bestuur
Naam
Hoofdfunctie
Nevenfuncties
De heer drs. J. de Beer
Directeur NVZD
- Voorzitter Raad van Toezicht Amerpoort
(Vereniging van bestuurders in de zorg)
- Voorzitter Raad van Toezicht Stichting
Specialistisch Behandelcentrum
Zandheuvelweg (gerelateerd
aan Amerpoort)
- Lid Raad van Toezicht Carante Groep (idem) - Lid Raad van Toezicht Stichting
De Zorgboog
- Lid Raad van Commissarissen Castle
Craig Nederland
- Lid Toetsingscommissie RVVZ - Voorzitter Raad van Toezicht
De heer drs. R Bosveld
Lid Board of Directors PPF Group NV
Stichting PvP
- Lid Raad van Commissarissen Vivare,
voorzitter Auditcommissie
- Lid Raad van Toezicht ROC Rijn-IJssel - Bestuurslid Fonds NutsOhra - Lid Raad van Toezicht Stichting
De Opbouw
- Lid Raad van Toezicht Ziekenhuis Gelderse
Mevr. M. Haak-Griffioen
Niet van toepassing
Vallei, voorzitter Auditcommissie Financiën
- Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Siriz - Lid Raad van Toezicht Onderwijsgroep Amersfoort - Bestuursvoorzitter Kamers met Kansen Nederland - Bestuursvoorzitter Stichting Present Woerden - Voorzitter VBOK (Vereniging Bescherming
Ongeboren Kind)
- Voorzitter Stichting 4 en 5 mei Woerden
62
CIZ Jaardocument 2014
Naam
Hoofdfunctie
Nevenfuncties
Mevr. mr. F. Leeflang
Voorzitter Raad van Bestuur
- Bestuurslid AMC Foundation
Boekel De Nerée N.V.
- Lid van de Raad van Toezicht
Onderwijsstichting Zelfstandige
Gymnasia (OSZG)
- Bestuurslid Stichting Keurmerk
Goede Doelen
- Bestuurslid (secretaris) Vereniging voor Mededingingsrecht - Bestuurslid (vice-voorzitter) Amsterdam
De heer drs. H. Wesseling
Diner Foundation
DGA van CIO Services BV, advies,
- Lid Raad van Bestuur Worldloop
management, training en coaching
- Lid diverse adviesraden in bedrijfsleven
en aan universiteit, alle niet zorg
gerelateerd
De heer ing. D. Hoefsmit MBA
Voorzitter Raad van Bestuur Centrum
Niet van toepassing
indicatiestelling zorg
De heer mr. J.H. Ouwehand
Vice-voorzitter Raad van Bestuur
Niet van toepassing
Centrum indicatiestelling zorg
CIZ Jaardocument 2014
63
Colofon Jaardocument 2014 juni 2015 Dit is een uitgave van het Centrum indicatiestelling zorg
Redactie Centrum indicatiestelling zorg en Flip Vuijsje
Vormgeving Ruby’s Glue CIZ Hoofdkantoor Postbus 232 3970 AE Driebergen T 088 789 1000 www.ciz.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze publicatie berust bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Het gebruik van cijfers en/of teksten uit deze publicatie, alsmede de naam van de publicatie als toelichting of ondersteuning of benaming in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Het CIZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. Voortschrijdend inzicht en informatiewensen vanuit het ministerie van VWS en de Wlzketenpartners kunnen leiden tot aanpassing van de vorm en inhoud van deze publicatie.