Aan:
de raad van de deelgemeente Hoek van Holland, Postbus 10, 3150 AA Hoek van Holland.
Van:
ing. L.W. Vreugdenhil, Nieuw-Oranjekanaal 20, 3151 XL Hoek van Holland.
Betreft: 2e lustrum ramp 19 september 2001 Hoek van Holland, 19 september 2011 Geachte raad, Het is vandaag exact 10 jaar geleden dat er op 19 september 2001 sprake was van extreme neerslag in het Westland1. De Bonnenpolders kwamen weer blank te staan en er was wederom sprake van een forse schade. Het is u als “burgernabij lokaal bestuur” bekend dat in de herfst van 1998 in Hoek van Holland een neerslagsom van 525 mm. werd gemeten en dat daarmee een record werd gevestigd. Deze herfst was de natste herfst2 van de vorige eeuw. Ook toen waren de Bonnenpolders blank komen te staan en was pijnlijk duidelijk geworden dat de waterhuishouding niet langer berekend was op gewijzigde klimaatomstandigheden 3 in een verder intensief bebouwde omgeving nabij de kust. In de Bonnenpolders zelf was de bebouwing in de afgelopen eeuwen niet toegenomen, maar er moest door de eeuwenoude Rel wel extra water vanuit de nabijgelegen bebouwde gebieden worden afgevoerd naar het gemaal Westland. Ofschoon de Bonnenpolders zelf boven boezemniveau liggen, kan er dan toch ernstige wateroverlast optreden. Drainage en onderbemaling bieden dan geen bescherming. Ook in oktober 1999 was het weer raak4. De hoogste maandsom werd toen weer in Hoek van Holland gemeten met ditmaal 151 mm. neerslag5. Met 315 mm. neerslag in de herfst 6 van 1999 had Hoek van Holland het hoogste van de weerstations in Nederland. Het water in de Bonnenpolders kon wederom niet snel genoeg worden afgevoerd en weer was er aanzienlijke oogst- en structuurschade. Voor wat betreft dit laatste was er sprake van een accumulatief effect: de structuur van de bodem had zich nog nauwelijks hersteld van de aanslag in 1998. Het zal u duidelijk zijn dat oogst- en structuurschade zich ook vertaald in een forse financiële schade. Er kwam een einde aan het agrarische bedrijf op het perceel Bonnenweg 2. Het agrarische bouwperceel werd verkocht aan een aannemersbedrijf en de bijbehorende landbouwpercelen werden verpacht aan de hoogste bieder. De overige agrarische ondernemers in de Bonnenpolders richten in september 2000 samen met een bewoner de Stichting de Bonnen7 op om gemeenschappelijk het hoofd te bieden aan de problemen 8 die op hen afkwamen. De herfst van 20009 was weer nat en in november 200010 was er weer sprake van aanzienlijke wateroverlast. Door het natte najaar was er een forse vertraging in de oogst ontstaan en er was dus wederom sprake van opbrengstverlies en structuurschade. Bij de oprichting van de Stichting de Bonnen was niet voorzien dat zo spoedig daarna er weer catastrofale gebeurtenissen zouden plaatsvinden. Toch vond men de kracht om zowel collectief als individueel op zoek te gaan naar oplossingen. Voor ondergetekende betekende dit een verbreding van het bedrijf en het van natuur- en milieuvriendelijk ondernemen definitief omschakelen naar gecertificeerde biologische landbouw. 1 2 3 4 5 6 7 8 9
http://archief.weer.nl/index.php?menu=view&cat=overstroming&item=westland19092001.wn http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/her98.html http://www.knmi.nl/klimaatverandering_en_broeikaseffect/ http://www.nbdc.nl/cms/show/id=509994/contentid=7525 http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/maand/okt99.html http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/her99.html http://www.debonnen.nl/html/jaarverslag2000.html http://www.debonnen.nl/html/gebiedsvisie_bedreigingen.html http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/her00.html
10
http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/maand/nov00.html
1
In maart 2001 werd er een advies uitgebracht door DLV Adviesgroep NV inzake het omschakelingsproces naar biologische landbouw en in april 2001 bracht ditzelfde adviesbureau een advies uit over de structuurschade die was ontstaan na de rampen van september 1998, oktober 1999 en november 2000. Voorts werd in april 2001 bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitgesproken dat de gemeente ´s-Gravenzande diende te handhaven inzake een illegale detailhandel in aardappelen, groenten, fruit, eieren, zuidvruchten, bloemen, etc. in een voormalige boerderij op het perceel Maasdijk 53 in diezelfde gemeente. Deze producten werden elders ingekocht en doorverkocht alsof deze - overeenkomstig de bepalingen van het bestemmingsplan - op het eigen bedrijf waren voortgebracht. Er was echter geen sprake meer van een regulier landbouwbedrijf; dit was immers door Jaap van Staalduinen opgeheven bij het realiseren van de tuinbouwprojecten op de lokaties Bagijneland, Kapittelland en Gravin van Bijlandtlaan in de Nieuwlandse Polder. De agrarische opstallen op het perceel Maasdijk 53 te ´s-Gravenzande waren toen verkocht aan een zelfstandige vrachtwagenchauffeur. Deze illegale situatie was reeds in het jaar 1990 aanhangig gemaakt en de bestuursrechtelijke procedure kon nu wellicht definitief worden afgerond. Met het gedogen van deze illegale activiteit was reeds een aanzienlijke schade berokkend in de omzet van de verkoop aan particulieren van zelfgeteelde producten in de Bonnenpolders. Het belang van handhaving was evident en het was dus belangrijk dat de gemeente ´s-Gravenzande onverwijld uitvoering zou geven aan het besluit van het hoogste rechtscollege. De zomer van 2001 zou laten zien of deze gemeente weer naar argumenten zou zoeken om haar bestuurlijke verantwoordelijkheid te ontlopen en het gedoogbeleid voort te zetten. Het omschakelingsproces naar biologische landbouw zou in het najaar van 2001 van start gaan. Parallel aan deze individuele inzet was er de collectieve inzet van de Stichting de Bonnen om te komen tot een integrale gebiedsvisie. Het was immers belangrijk om de individuele belangen af te stemmen op de collectieve belangen. Nadat een eerdere inzet om deze te realiseren met de Agrarische Hogeschool Delft was mislukt, werd ditmaal een offerte gevraagd bij de professionals van DLV Adviesgroep NV. Op 26 april 2001 was deze offerte 11 gereed. Het was belangrijk om subsidie van betrokken partijen te krijgen om de uiteindelijke opdracht te kunnen verstrekken. Daarover was optimisme, mede gezien het belang dat de diverse overheden zouden hebben bij een revitalisering van de Bonnenpolders. Dit was een initiatief van onderop en daarmee werd gedemonstreerd over een positieve, constructieve en coöperatieve basishouding te beschikken. Toen brak echter 19 september 2001 aan. Op die dag viel een recordhoeveelheid neerslag in het Westland. Over de hele maand september viel in Hoek van Holland 289 mm., ongeveer 35 % van het jaartotaal. Zoveel 12 is in Nederland in een septembermaand nog nooit eerder gevallen sinds er gemeten wordt. Uiteindelijk zou er in de herfst van 200113 417 mm. vallen in Hoek van Holland. De Bonnenpolders kwamen weer blank14 te staan. De schade van deze ramp was groot en de gevolgen waren dramatisch: de impact op de agrarische bedrijven - en daarmee ook op de persoonlijke levens van de agrarische ondernemers - in de Bonnenpolders was enorm. Door het Hoogheemraadschap van Delfland werd getracht extra water via de Rel af te voeren omdat de capaciteit van de Krimsloot te klein was en om extra schade in het glastuinbouwgebied te voorkomen. Om extra schade in het bebouwde gebied te voorkomen werd deze schade afgewenteld op de ondernemers in de Bonnenpolders. Het was immers bekend dat de capaciteit van de Rel ook te klein was. De schade kwam wederom volledig voor rekening van de getroffen ondernemers in de Bonnenpolders. Van betrokkenheid door het meest “burgernabije lokale bestuur” was geen sprake. Er kwam geen bezoek van het lokale bestuur om te vragen hoe men van betekenis kon zijn bij het oplossen van de problemen en van een substantiële bijdrage in een op te stellen integrale gebiedsvisie was vooralsnog geen sprake. Ondergetekende stond voor een belangrijke afweging: moest hij kiezen voor een verwerving van een inkomen van buiten het bedrijf en een extensivering van het bedrijf zelf (zgn. “hobbyboeren”) of zou hij het vak willen blijven uitoefenen waarvoor hij ruimschoots is opgeleid en zijn bijdrage willen blijven leveren aan zijn geboortegrond? 11 12 13
http://www.debonnen.nl/html/conceptaanpak2604.html http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/maand/sep01.html http://www.knmi.nl/klimatologie/maand_en_seizoensoverzichten/seizoen/her01.html
14
http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2778714/2001/08/06/Veel-wateroverlast-rond-Den-Haag-en-inWestland.dhtml
2
Ondergetekende was op dat moment sinds zijn afstuderen aan de Hogere Landbouw School te Dordrecht 25 jaar zelfstandig ondernemer geweest. Zijn vakmanschap en ondernemerschap stonden niet ter discussie. Hij was met “hart & ziel” agrarisch ondernemer en had naast zijn bedrijf ook zijn maatschappelijke betrokkenheid getoond door een bijdrage te leveren in diverse besturen, waaronder ook het bestuur van de deelgemeente Hoek van Holland. De ramp van 19 september 2001 werd als een tegenslag geïncasseerd, maar het werd voorts als een uitdaging gezien de bedrijfsontwikkeling ook onder moeilijke omstandigheden in de gewenste richting te sturen. Het aangepaste bedrijfsplan toonde een goed perspectief met de omschakeling naar biologische landbouw en een verbreding met een tweetal recreatieve neventakken. Met een kleinschalige natuurcamping (aangesloten bij de organisatie Eceat15) en een paardenpension zouden de risico´s meer worden gespreid en er een bredere financiële basis komen onder het bedrijf. Er werd ingespeeld op een maatschappelijke vraag en er werd geanticipeerd op de door de overheid gewenste nieuwe ruimtelijke en economische omstandigheden in de Bonnenpolders. Recreatie en natuurontwikkeling (EHS!) vormden een belangrijk onderdeel van deze ruimtelijke plannen. Helaas was een herfinanciering van ruim € 85.000,- nodig, maar dit zou geen probleem behoeven te betekenen. Er werd in november 2001 gestart met het omschakelingstraject naar biologische landbouw. Een subsidie hiervoor werd door de landelijke overheid toegekend. In 2001 werd door het Hoogheemraadschap van Delfland ook gestart met de uitvoering van een plan 16 om de waterhuishouding te verbeteren. Natuurlijk vormde ook de Bonnenpolders een onderdeel van dit plan 17 om meer ruimte voor water te creëren in boezem en polders18 en voorbereid te zijn op de toekomst19. Door de raad van de deelgemeente Hoek van Holland werd op 13 december 2001 de startnotitie Hoek van Holland Landelijk Gebied vastgesteld. Het voorontwerpbestemmingsplan zou in januari 2002 gereed zijn voor overleg en inspraak. Het was belangrijk dat daarin de plannen werd vastgelegd om de waterhuishouding te verbeteren en de ontwikkeling van “nieuwe” natuur te borgen. De “nieuwe” natuur zou grotendeels bestaan uit botanisch grasland en dit was met biologische melkveehouderij goed te combineren. Het zou ongeveer 2 jaar duren voordat de grond biologisch gecertificeerd was en het zou daarna nog een jaar duren voordat er biologisch gecertificeerde melk kon worden geleverd. Het was dus zaak parallel aan de plannen van de overheid te werken aan het omschakelingstraject. Het was voorts zaak dat er spoedig een integrale gebiedsvisie zou liggen. Helaas waren er allerlei problemen om de financiering hiervan rond te krijgen. Nadat er uiteindelijk door de deelgemeente Hoek van Holland en het Rabobank Projectenfonds een bijdrage was toegezegd bleek de provincie Zuid-Holland een starre houding in te nemen. Gelukkig bleek de herfinanciering van de bedrijfsontwikkeling bij de Rabobank geen probleem op te leveren en op 2 mei 2002 werd de offerte uitgebracht. Ondertussen werden we geconfronteerd door plannen van de NAM een natgasleiding door de Bonnenpolders aan te leggen. In het oorspronkelijke tracé zou deze ten zuiden van het Staalduinse Bos lopen, maar onder druk van de Erven van Rijckevorsel werd gekozen voor een omslachtig tracé langs de Rel. Daardoor zou in de zomer van 2003 het bedrijf moeilijk bereikbaar zijn hetgeen vervelende consequenties had voor de start van de recreatieve nevenactiviteiten. Voorts zou het problemen kunnen opleveren bij de noodzakelijke verbreding van de Rel. Het was duidelijk dat het ontbrak aan een integrale visie en een centrale regie. Voorts werd “vergeten” om met deze aanleg gelijktijdig een aantal nutsvoorzieningen (kabel, aardgas en riolering) in het buitengebied aan te leggen. Op 10 september 2003 werd bij een vergadering 20 van de commissie Ruimtelijke Ordening, Cultuur en Buitenruimte van de deelgemeente Hoek van Holland kennisgemaakt met de plannen voor de Bonnenpolders als onderdeel van het bestemmingsplan “Hoek van Holland Landelijk Gebied”. Het plan werd echter nog niet in procedure gebracht. 15 16 17 18 19
http://www.eceat.nl/start.htm http://www.hhdelfland.nl/projecten/abcdelfland/ http://www.hhdelfland.nl/projecten/abcdelfland/ruimte-voor-water/ http://www.hhdelfland.nl/projecten/abcdelfland/boezem-en-polders/ http://www.hhdelfland.nl/projecten/abcdelfland/onze-toekomst/
20
http://www.deelraadinfo.nl/Hoek_van_Holland/_Overig_deelraad/Archief_Vergaderstukken_2003_t_m_2009/2003/Commissies_2003/Cie _Ruimtelijke_ordening_Cultuur_Buitenruimte/Agenda_s/cie_RO_C_B_10_september_2003
3
In die periode werd het ook na ruim een jaar correspondentie met de rentmeester van de Erven van Rijckevorsel duidelijk dat er een probleem werd gemaakt bij de financiering op basis van het recht van opstal welke in 1983 was verstrekt bij de bouw van de door mij in 1981 gebouwde landbouwloods. Overeenkomstig dit recht van opstal kon deze bezwaard worden tot een bedrag van fl. 325.000,-. Het was dan ook onduidelijk waarom er een probleem gemaakt van een financiering van € 85.700,-. Een juridische procedure hierover zou teveel tijd kosten en het was dus voor de hand liggend een beroep te doen op de lokale overheid om garantstelling en/of hulp via het Bijstandsbesluit Zelfstandigen. Daarvoor was het echter belangrijk dat er zou worden getoetst of deze bedrijfsontwikkeling past binnen de visie van de overheid op het gebied. Het was duidelijk dat de realisering van een integrale gebiedsvisie nu echt urgent werd. Op 20 november 2003 wordt tijdens de begrotingsvergadering van de deelgemeenteraad van Hoek van Holland unaniem een motie21 aangenomen waarbij het dagelijks bestuur de opdracht wordt gegeven om in het eerste kwartaal van 2004 een opdracht te geven een gebiedsvisie te (laten) maken en deze in het tweede kwartaal van 2004 ter goedkeuring aan de deelgemeenteraad voor te leggen. Op 24 februari 2004 kregen de percelen van het bedrijf een biologische certificering. De producten van deze percelen, te weten akkerbouw- en veevoedergewassen, zouden ook biologisch gecertificeerd zijn. Voor melk en vlees is de regel dat er eerst door deze dieren gedurende een jaar biologisch gecertificeerd veevoer zou moeten gegeten. Er was echter een belangrijke technische mijlpaal behaald. Helaas ontstaan er allerlei vertragingen en pas in het derde kwartaal van 2004 (nl. op 16 september 2004) vond een eerste vergadering van de Projectgroep de Bonnen plaats. In de uitnodiging 22 wordt expliciet vermeld dat de positie van de agrarische ondernemers in het gebied ernstig is aangetast en dat men bezig is met een heroriëntatie van de bedrijfsvoering. Een scherp tijdspad werd wenselijk geacht en het voorstel was om deze gebiedsvisie op 1 februari 2005 gereed te hebben. In februari 2005 was wel het Regionaal Groenblauw Structuurplan 223 gereed. Het EHS-gebied in de Korte Bonnen wordt gekwalificeerd als een 1e prioriteitsgroenproject waarvan de financiering na een dekkingsvoorstel op hoofdlijnen rond is. Er wordt gesteld dat deze projecten op korte termijn uitvoeringsgereed kunnen worden. Op 4 april 2005 is de biologische certificering van het bedrijf compleet: ook het vee is biologisch gecertificeerd en dus ook de producten hiervan. Het omschakelingsproces naar biologisch gecertificeerde landbouw was succesvol afgerond. Het bedrijf was hiermee klaar voor de nieuwe ruimtelijke toekomst van de Bonnenpolders. Ook de verbreding van het bedrijf met een tweetal recreatieve neventakken mocht succesvol worden genoemd. De natuurcamping mocht zich in een toenemende belangstelling verheugen en ook bij het paardenpension was er sprake van een goede bezetting. Helaas was de financiering nog steeds niet afgerond; er lag immers nog steeds geen integrale gebiedsvisie. Wederom was er inzake het realiseren van een gebiedsvisie sprake van allerlei vertragingen om onduidelijke redenen. Pas in april 2005 werd aan een tweetal adviesbureau´s gevraagd een offerte uit te brengen. Uiteindelijk werd op 14 september 2005 door de Projectgroep de Bonnen overeenstemming bereikt over de werkwijze24 en werd er duidelijk gesteld dat in december 2005 er sprake zou moeten zijn van een gebiedsontwikkelingsplan plus intentieverklaring. Er werd niet gekozen voor een vrijblijvende gebiedsvisie, maar een uitvoeringsgericht gebiedsontwikkelingsplan. Het doel van het project was duidelijk “het maken van een integraal en uitvoeringsgericht gebiedsontwikkelingsplan voor De Bonnen waarin de functies natuur, waterhuishouding, landbouw, landschappelijke kwaliteit en recreatie optimaal op elkaar zijn afgestemd of gecombineerd”.
21
http://www.deelraadinfo.nl/Hoek_van_Holland/_Overig_deelraad/Archief_Vergaderstukken_2003_t_m_2009/2003/Agenda_s/Besluitenlij st/Korte_besluitenlijst_20_november_2003 22 http://www.deelraadinfo.nl/dsresource?objectid=66576&type=org 23 24
http://www.stadsregio.info/Documenten/GRO%202005-02-14%20vastgesteld%20RGSP2.pdf http://www.deelraadinfo.nl/dsresource?objectid=66575&type=org
4
Ondertussen was het Hoogheemraadschap van Delfland in de loop van 2005 klaar met de plannen om de waterhuishouding in de Bonnenpolders te verbeteren. Er zou “werk met werk” worden gemaakt door aan de zuidkant van het Staalduinse Bos een rioolpersleiding aan te leggen in combinatie met het verbreden van de watergang langs het fietspad en het aanleggen van een duiker in de Bonnendijk. Er werden afspraken gemaakt met ondergetekende om met de vrijkomende grond diens percelen percelen tussen Bonnenweg en Bonnenpad te verhogen en tevens meer “bol” te leggen. Overigens was de structuur toen al fors verbeterd door in de jaren daarvoor een aanzienlijke hoeveelheid compost door de bovengrond te mengen. Het plan was uitvoeringsgereed in het najaar van 2005, maar door bezwaren van de rentmeester van de Erven van Rijckevorsel kon vooralsnog niet met deze uitvoering worden begonnen. Uiteindelijk was er in december 2005 nog geen sprake van het vaststellen van het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen. Wél werd er door de raad van de deelgemeente Hoek van Holland op 21 december 2005 een besluit 25 genomen over het gewenste scenario. Het zou duren tot 21 september 2006 voordat er daadwerkelijk sprake was van een bestuurlijk besluit door de deelgemeenteraad van Hoek van Holland over het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen26 waarmee er sprake zou moeten zijn van een plan met “evenwicht en draagvlak” voor de toekomst van onze polder en de daarin gelegen bedrijven. Met de bijbehorende planning 27 zou een versnelling kunnen worden bereikt t.o.v. de in het Regionaal Groenblauw Structuurplan 2 geformuleerde ambities. De bijbehorende intentieverklaring28 zou spoedig worden ondertekend. In december 2005 was in de Projectgroep de Bonnen reeds het afsprakenkader 29 aan de orde geweest. Een onderdeel hiervan was het opstellen van een tweetal bedrijfsplannen, waaronder één voor mijn bedrijf. Er was door de deelgemeente toegezegd dat deze de opdracht hiervoor zou verstrekken en dus ook de rekening zou betalen. Dit werd later achteraf geaccordeerd30 in de vergadering van de deelgemeenteraad op 6 juni 2006. Het voor ondergetekende door DLV Adviesgroep NV gemaakte bedrijfsplan was in april 2006 gereed en werd aangeboden aan de diverse partijen die betrokken waren bij het gebiedsontwikkelingsproces, waaronder het dagelijks bestuur van de deelgemeente welke immers ook volgens de overeengekomen werkwijze de regie had over dit alles. In § 5.3 (Plan van Aanpak) van het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen was afgesproken dat het belangrijk was dat in de overgangssituatie een werkbare en leefbare situatie zou blijven bestaan voor de eigenaren en gebruikers in de Bonnenpolders. In § 6 (Aanbevelingen) wordt het belang gemeld om bij de uitvoering van het plan zorgvuldig om te gaan met de belangen van de op dat moment bestaande bedrijven. Er zou respect zijn voor de toenmalige verhoudingen en de sociale consequenties zouden in beeld worden gebracht. Daarvoor was in maart 2006 reeds in principe overeenstemming bereikt met de aannemer die als onderdeel van de verbetering van de waterhuishouding in de aangrenzende Nieuwlandse Polder een waterberging zou graven om de vrijkomende grond uit te rijden over een tweetal percelen tussen de Bonnenweg en de Dwarshaak. Deze percelen zouden ook worden opgehoogd en “bol”gelegd. Daarmee zouden ook deze percelen klaar zijn voor de toekomst en bestand zijn tegen eventuele nieuwe wateroverlast. In mei 2006 was er echter een eerste signaal van een verborgen agenda van de Erven van Rijckevorsel. Helaas werd dit toen nog afgedaan als een enkel privaatrechtelijk probleem tussen deze ondergetekende en deze partij. Hiermee werden echter de fundamenten aangetast van het gereedliggende integrale en uitvoeringsgerichte Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen. Het was aan de deelgemeente om dit gebiedsontwikkelingsproces als gebiedsregisseur goed te bewaken. Helaas was daarbij sprake van een dubbelhartig en halfslachtig optreden. 25
http://www.deelraadinfo.nl/Hoek_van_Holland/_Overig_deelraad/Archief_Vergaderstukken_2003_t_m_2009/2005/documenten/21_dec ember_2005/dr050056 26 http://www.deelraadinfo.nl/dsresource?objectid=66574&type=org 27 28 29
http://www.deelraadinfo.nl/dsresource?objectid=66572&type=org http://www.debonnen.nl/html/Intentieovereenkomst.pdf http://www.debonnen.nl/html/afsprakenkader.xls
30
http://www.deelraadinfo.nl/Hoek_van_Holland/_Overig_deelraad/Archief_Vergaderstukken_2003_t_m_2009/2006/documenten/8_juni_ 2006/dr20060011
5
Later zou het spel van misleiding en bedrog31 definitief duidelijk worden. Door de (deel)gemeente werd dit spel echter getolereerd en werd er apart zaken gedaan met deze partij om een snelle(re) verwerving van de gronden voor de zogeheten tweede ontsluitingsweg mogelijk te maken. De andere onderdelen van het integrale plan – en daarmee de ander partners bij het gebiedsontwikkelingsproces – heeft men als een baksteen laten vallen. Tot op heden wordt de volledige verbetering van de waterhuishouding in de Bonnenpolders geblokkeerd door de Erven van Rijckevorsel. Enerzijds wenst men een maximale pachtprijs te ontvangen en anderzijds belemmert men optimale productieomstandigheden waarbij in tijden van tekort er beregend kan worden en er in tijden van overvloed sprake is van een goede berging en een snelle afvoer. Hiermee hoopt men op een verdere financiële uitputting van de laatste professionele agrarische ondernemer met een langlopend pachtcontract. Het schrikbeeld dat in de SWOT-analyse in het jaar 2000 werd geformuleerd wordt op deze wijze alsnog waarheid. Terwijl in § 5.4 (Financiering) van het Gebiedsontwikkelingsplan De Bonnen er – net als bij het Regionaal Groenblauw Structuurplan 2 (RGSP2) – geen sprake was van een noemenswaardig probleem bij het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in de Korte Bonnen ontstonden er wel problemen nadat men de Erven van Rijckevorsel had laten ontsnappen aan het gemaakte afsprakenkader. Tot op heden is dan ook geen “nieuwe” natuur gerealiseerd in de Bonnenpolders. Het moge duidelijk zijn dat ondergetekende bij dit alles volstrekt ter goeder trouw heeft gehandeld. Daarbij is vertrouwen gesteld in de regierol van de overheid en waarde toegekend aan bestuurlijke besluiten, gemaakte afspraken, gedane toezeggingen, gewekte verwachtingen en uitgesproken intenties. Terwijl de overheid regelmatig een beroep doet op het gevoel voor verantwoordelijkheid van betrokken burgers en ondernemers laat de overheid het zelf afweten bij het vervullen van haar formele en morele verantwoordelijkheden in deze. Het is duidelijk dat dit niet alleen duidt op een gebrek aan normbesef 32, maar dat het ook een forse schending betekent van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur 33. Juist van de deelgemeente als het meest “burgernabije lokale bestuur” zou voldoende betrokkenheid 34 mogen worden verwacht. Juist van leden van de raad van de deelgemeente Hoek van Holland zou mogen worden verwacht dat men niet alleen beleidskaders formuleert, maar ook toeziet c.q. controleert op de naleving hiervan. Vandaag is het dus 10 jaar geleden dat het buitengebied van uw deelgemeente wederom blank kwam te staan. Er is nog steeds geen nieuw bestemmingsplan dat kan dienen als basis om een onwillige eigenaar te onteigenen 35. Er is nog steeds geen uitvoering gegeven aan het door u vastgestelde Gebiedsontwikkelingsplan de Bonnen en er is nog steeds geen uitvoering gegeven om de waterhuishouding volledig te verbeteren. Er mag toch worden verondersteld dat u uw functie als volksvertegenwoordiger vervult om van betekenis te zijn voor de lokale samenleving in het geheel en uw dorpsgenoten in het bijzonder en dat u over voldoende empathisch vermogen beschikt om de consequenties van uw (niet-)handelen te beseffen? met vriendelijke groet, ing. L.W. Vreugdenhil c.c.:
31 32
- Verenigde Vergadering Hoogheemraadschap van Delfland, - Stichting de Bonnen, - Provinciale Staten van Zuid-Holland, - Gemeenteraad van Rotterdam.
http://www.deelraadinfo.nl/dsresource?objectid=62710&type=org http://www.deelraadinfo.nl/dsresource?objectid=63384&type=org
33
http://www.deelraadhoekvanholland.nl/UploadBestanden/Dhr.%20Vreugdenhil%20algemene%20beginselen%20behoorlijk%20bestuur.pd f 34 http://www.deelraadinfo.nl/dsresource?objectid=62707&type=org 35
http://www.hhdelfland.nl/projecten/grondverwerving/
6