DE PRAATPAAL Voorjaar
Vogelwerkgroep Zoetermeer 32e jaargang, 2014 no. 1
Bestuur Voorzitter/Publiciteit
Winfried v. Meerendonk 079-3165270
[email protected]
Koningstraat 31 2713 EP Zoetermeer
Secretaris
Hanneke Hoogvliet Koningstraat 31 079-3165270 2713 EP Zoetermeer
[email protected]
Penningmeester/ Ledenadministratie
Jos Raadschelders Radijsakker 7 079-3410296 2723TJ Zoetermeer
[email protected]
Jeugdzaken
Jane Strous 079-3211249
[email protected]
Kennemerland 25 2716 BR Zoetermeer
Excursiecommissie
Els Luijkx 079-3417900
[email protected]
Weidedreef 188 2727 EP Zoetermeer
PRAATPAAL Redactie: Ria van Egmond, Yvette Rensen en Leon van den Berg. De Praatpaal verschijnt per kwartaal. Kopij voor Praatpaal nr. 2/2014 uiterlijk 1 juni bij: Ria van Egmond (
[email protected]). Foto’s inzenden in overleg. CONTRIBUTIE Contributie:
Girorekening:
leden € 15,00 per jaar gezinslidmaatschap € 25,00 per jaar jeugdleden € 7,50 per jaar 5883932 t.n.v. Vogelwerkgroep Zoetermeer
HOMEPAGE http://www.vwgzoetermeer.nl Fotoverantwoording praatpaal 2013-4: Cover: Beflijster (Turdus torquatus) Adri de Groot (Vogeldagboek) Overige: Leon van den Berg: 7, 14 Fanny Fekkes: 12, Adri de Groot (Vogeldagboek): 17, Hanneke Hoogvliet: Henk de Hoog:25-33, Internet: 4, 5, 9, Kees Luijkx: 10, 12 13, Onbekend: 15, Jan Peeraer 18-22 en 23-24 (met Ed hauser): Gaston Phebus: 8, Simon Post: 7, Vogelbescherming: 6
2
INHOUDSOPGAVE 2014-1 FOTOVERANTWOORDING VAN DE REDACTIE VAN DE PENNINGMEESTER VAN DE VOORZITTER: VAN HERFST NAAR VOORJAAR VOGELWERKGROEP ZOETERMEER 30 JAAR JONG VAN HET BESTUUR SPERWER OP MANDELABRUG JACHT 3: HONDEN PUBLIEKSEXCURSIE BENHUIZERPLAS 4 JANUARI LEDENEXCURSIE POELGEEST 25 JANUARI EXCURSIE NOORDHOVENSE PLAS 8 FEBRUARI LEDENEXCURSIE ZEELAND 22 FEBRUARI NIEUWJAARSRECEPTIE 9 JANUARI GIERZWALUWEN IN ZOETERMEER OP ZOEK NAAR DE MAGELHAENSPECHT BMP TELLING DE SCHEG/ BALIJ IN 2013 2013.49 - NORTH ATLANTIC ODYSSEY 2013: WEERZIEN MET DE PLANCIUS PROGRAMMA 1E KWARTAAL 2014
2 4 4 5 6 7 8 9 10 11 12 14 15 18 23 25 35
AANWIJZINGEN VOOR AUTEURS Wilt u ook voor de Praatpaal schrijven? Graag, maar we zijn beperkt in wat we kunnen plaatsen. Vuistregel: 1/2 pagina + foto = 180 woorden, 1 pagina + foto = 375 woorden, 2 pagina’s + twee/ drie foto’s = 750 woorden. Drie pagina’s + drie tot vier foto’s = 1125 woorden. Dit is de maximale omvang. Heeft u meer te vertellen, maak dan twee artikelen over het onderwerp, die los van elkaar of als vervolgverhaal kunnen worden gelezen. Woorden telt u in Word door in de taakbalk ‘woorden tellen’ te activeren. In fotobenaming graag uw naam invoegen (bijvoorbeeld: DSC2110-JanJansen.jpg) U bent zelf verantwoordelijk voor de inhoud en het geleverde illustratiemateriaal. De redactie wijst elke aansprakelijkheid af. Zij behoudt zich het recht voor bijdragen taalkundig te redigeren, in te korten of bij plaatsgebrek naar een volgend nummer te verplaatsen. Hierover pleegt de redactie geen overleg. Dat doen we wel bij inhoudelijke onduidelijkheden.
3
VAN DE REDACTIE Even een verontschuldiging voor het te laat verschijnen van deze Praatpaal. Er was dit keer best voldoende inhoud, waarvoor onze dank. Helaas werd uw opmaakredacteur geveld door een longontsteking waardoor de werkzaamheden aan de Praatpaal even geen prioriteit hadden. Nu het weer wat beter gaat, na twee antibioticakuren, meteen maar weer achter de computer gekropen om ons lijfblad weer het licht te doen zien. Het moge duidelijk zijn: je kunt niet van alles wat rondvliegt genieten. Bacillen kun je niet zien. Je merkt ze pas op als het te laat is. Niet dat de vormen niet fraai zijn. Hier een overzichtje van al het moois dat ons voortdurend ten gronde probeert te richten. Onderkant formulier Gemeenschappelijke bacteriën die mens besmetten. De bacteriën zijn geclassificeerd in vijf groepen volgens hun basisvormen: sferisch (kokken), staaf (bacillen), spiraal (spirilla), komma (vibrios) of kurketrekker (spirochaeten). http://nl.dreamstime.com.
Voor de rest weer levendige verslagen van de diverse excursies, Een stukje over de algemene ledenvergadering, de zoektocht naar een zeldzame houthakker in een ver buitenland of -bijna- een nat pak halen bij Spitsbergen. Lees ze! De redactie
VAN DE PENNINGMEESTER Na de vorige editie van de Praatpaal heeft zich als nieuw lid aangemeld: Matje Matteman. Van harte welkom, Matje!. Opgezegd hebben: Gerda Beck, Jan ten Have, Leo Niersman en Karla Reurink .
4
VAN DE VOORZITTER: VAN HERFST NAAR VOORJAAR Er is al veel over geschreven, de herfst is overgegaan in het voorjaar dus geen bevroren ijsvogels en sterfte onder de muizeneters zoals vorig jaar toen er aan de winter geen einde leek te komen. Dode buizerds in de parken, torenvalken die hun eigen eieren opeten en slechte broedresultaten voor de uilen in 2013, het zijn van die verschijnselen die weersafhankelijk zijn. Het struweel langs Stadhoudersring, van Leeuwenhoeklaan en op tal van andere plaatsen in Zoetermeer is deze winter radicaal onder handen genomen. Dat had mijn inziens wel wat minder rigoureus gemogen, want struweelvogels als braamsluiper en zwartkop hebben hier zeker onder te lijden. Sinds ook hier de kaalkap is ingezet laat de klepperende zang van de braamsluiper het afweten. Als de kruidlaag zich kan ontwikkelen, dan kan dat de insectenrijkdom ten goede komen. Fluitenkruid en zevenblad zullen solitaire bijen en zweefvliegen aantrekken en brandnetels zijn belangrijk als voedselplant voor vlindersoorten als dagpauwoog, kleine vos en atalanta. Sommige bodems zijn geheel met klimop bedekt en dat is niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van een kruidlaag met een variatie aan bloeiende planten. Daar is de Zoetermeerse klei ook te voedselrijk voor met overheersing van een beperkt aantal soorten als gevolg. Dichte meidoornstruwelen in combinatie met brandnetel vind je onder meer in de Balij waar ik vorig jaar een broedgeval van de nachtegaal ontdekte. Is het de bedoeling om het struweel te kappen om zogenaamde “enge plekken” te voorkomen, dan slaat men de plank goed mis. Een willekeur aan tuinhuisjes staat nu open en bloot in het zicht waar eerst een prachtige groene gordel dit aan het zicht onttrok. Tunneltjes onder de weg zijn veel “engere” plekken dan groenstroken met dicht struweel. Ook hier kan voor de middenweg gekozen worden en behoeft het begrip “netjes” en “eng” tekst en uitleg. Een groene waas trekt over het land en de zomergasten zullen na duizenden kilometers vliegen weer invallen op hun vertrouwde broedplaatsen, tenminste als die broedplaatsen er nog zijn. Goed om dat met zijn allen te signaleren zodat de begrippen biodiversiteit en duurzaamheid geen loze begrippen zijn voor de dames en heren politici die het voor het zeggen hebben. Wij zijn dan ook blij met Marcel van der Tol, onze vorige voorzitter, als gemeenteraadslid. Iedereen kan zijn / haar steentje bijdragen om de leefbaarheid voor al die verschillende dieren en planten te waarborgen. Maar vergeet ook vooral niet te genieten van alles wat we wel hebben. Winfried van Meerendonk
5
VAN HET BESTUUR Algemene ledenvergadering De ALV is goed bezocht, er waren 22 aanwezigen en 11 mensen hadden zich afgemeld. De notulen zijn verstuurd naar de leden per email. We lichten er een paar punten uit waar nog wat over te melden valt. Bestuur Onze voorzitter Winfried van Meerendonk is herkozen voor een nieuwe termijn. Er is nog ruimte binnen het bestuur, en op onze oproep is een reactie gekomen. Dit lid neemt deel aan bestuursvergaderingen om zich te oriënteren. Bestuursvergaderingen Deze staan gepland op de volgende data: 22 mei, 3 juli, 4 september, 16 oktober, 11 december. Als er iemand gewoon eens wil aanschuiven bij deze vergaderingen, neem dan even contact op met het secretariaat. MUS-tellingen Op de ALV waren er nog drie wijken vacant. Inmiddels zijn deze geclaimd, waarmee heel Zoetermeer wordt geteld!! De trouwe (hoofd)tellers hebben van Vogelbescherming Nederland een boek ontvangen “Stadsvogels in hun domein” van Jip Louwe Kooijmans, uitgegeven door de KNNV uitgeverij. Een heel aardig boek, waarbij het belang van de stadstellingen duidelijk naar voren komt. Kwaliteitsteam Buytenpark (KB) Op 28 februari diende de zitting bij de Raad van State, aangespannen door de advocaat van het KB over de verplaatsing van de tuinenvereniging en de hondenschool. De uitspraak werd na 6 weken verwacht. Inmiddels is duidelijk dat de Raad extra tijd nodig heeft, dus moeten we nog even geduld hebben. Het paartje bruine kiekendieven is inmiddels gesignaleerd in de omgeving van de beoogde locatie voor de tuinenvereniging, en ook zag Simon Post daar een paartje baltsende roodborsttapuiten. Padenplan Buytenpark Inmiddels zijn er borden geplaatst in het Buytenpark die aangeven wat fietspad/voetpad is. De gemeente heeft een folder uitgegeven, en er is actief geflyerd in het natuurstergebied. Na deze periode zal er handhavend worden opgetreden. Nationale Vogelweek
Dit jaar organiseert Vogelbescherming Nederland weer een nationale Vogelweek. Deze valt van 17-25 mei. Vogelwerkgroepen zijn opgeroepen om lokale activiteiten te organiseren in deze week. De excursiecommissie heeft een paar publieksexcursies gepland. Aankondigingen volgen nog.
6
Breaking news: SLECHTVALKEN!!! Er hangt sinds het jaar 2000 een slechtvalken nestkast aan de stadhuistoren. We kregen een melding van een gemeenteambtenaar die in de stadhuistoren werkt dat ze roofvogels had gezien, waarbij zij dacht aan torenvalken. Winfried ging er de volgende ochtend meteen op af en zag een jonge (1ste jaars) slechtvalk. Simon heeft later een foto gemaakt van een volwassen slechtvalk. Bij elkaar dus twee, niet bij de nestkast weliswaar, maar wie weet wat er nog van komt.
SPERWER OP MANDELABRUG het schijnt regelmatig voor te komen dat roofvogels in de Mandelabrug vliegen. Capicornbeveiliger Trevor ving deze sperwer met blote handen en liet hem buiten de brug weer los: “Ik heb vroeger torenvalkjes gehad en weet dus wel hoe ik met zo’n mooie vogel om moet gaan zonder deze te beschadigen.” Bedankt voor je inzet Trevor!
7
JACHT 3: HONDEN In het vorige nummer ging Bob de Lange in op zijn visie op jagen en de valkenjacht. Nu vertelt hij over de jachthonden. Mijn verhaal over de valkerij betrof de typisch renaissance wereld van rijkdom en vermaak. Over de veel grimmiger middeleeuwen heb ik een bijzonder fraai werk van de Franse graaf Gaston Phebus, die stierf in 1391. Van 1350 t0t 1390 leidde hij een avontuurlijk bestaan met kruistochten ` van de Pyreneeen tot Scandinavië` . Het boek is nog bekend in veertig exemplaren. Mijn exemplaar is een fotografische herdruk. Tussen al zijn tochten schreef Gaston dit meesterwerk met prachtige figuren. Hij maakt wel onderscheid tussen de edelman, die te paard jaagt en de schurken en het gewone volk dat valkuilen en andere vallen gebruikte uit hun nood voor vers vlees. Toch beschrijft hij beide soorten jacht tot in detail. Hondzorg Bij de edelen valt de grote zorg op voor hun honden. Al het slachtafval van het wild wordt eerst gekookt voor het naar de honden gaat. Veel kennis over het verzorgen van de honden, het behandelen van hun kwalen en hun training. Onze brave spaniël blijkt een alleenjagende hond die vogels opjaagt en daarom vaak gevolgd wordt door valken, sperwers en haviken. Als dog is de spaniël niet erg gesteld op de hounds, die in groepen (packs ) jagen. Verder komen we bloedhonden tegen, meesters in het spoor zoeken en mastiffs voor het zware vechtwerk en greyhounds voor de snelheid. Maar ook de jager zelf moest wat kunnen en durven. Een speer met de achterzijde in de grond houden ( een hartsvanger) en dan proberen een wild zwijn er met volle vaart erin te laten lopen, is geen kinderwerk. Pyreneese herdershond De jacht was nog een middel van bestaan, ook voor de edelen. Dieren worden bejaagd om te eten, dan wel om hun bont. Wolfshuid wordt gebruikt voor handschoenen. Een ander belangrijk doel is het beschermen van het vee. Naar mijn mening is in die tijd ook de kennis van honden tot uitdrukking gekomen door het fokken van vele hondenrassen. Zo is in diverse berggebieden waar de wolf een groot gevaar vormde voor schaapskudden, een type hond ontwikkeld dat groot en zwaar was om de wolf te bevechten, zoals de Pyreneese herdershond. Deze rassen hebben een witte vacht om weinig van de schapen te onderscheiden. Het laatste wat ik ervan heb gezien was in de Pyreneeën waar de hond op zijn staart zat terwijl de herder op een crossbrommer door de velden raasde.
8
Wanneer ik terugkom naar mijn eerste standpunt met een onvoorwaardelijke afwijzing van de jacht, moet ik nu wel een aantal nuances aanbrengen. Tegen de middeleeuwse jacht, hoe gruwelijk dan ook, kan ik geen echte bezwaren inbrengen. Voedsel, kleding en bescherming van vee moet ik aanvaarden zoals ik het eten van vlees aanvaard. Bob de Lange
PUBLIEKSEXCURSIE BENHUIZERPLAS 4 JANUARI 4 januari j.l. was de eerste publieksexcursie van 2014. Er kwamen zes mensen opdagen om met ons mee te lopen. Het was mooi weer met af en toe een zonnetje. Er kwam een fotograaf van het AD, dus moesten er eerst foto’s gemaakt worden. Allerlei posities waren nodig, dus het was niet echt een spontaan gebeuren. Wél leuk dat we in de krant kwamen! De excursie begon gelijk al goed met een paar dodaars dat zich liet bewonderen Doorgelopen naar de eilandjes vonden we twee watersnippen die zich door de telescoop goed lieten bewonderen. Er waren veel kieviten op de eilandjes. Ook waren er veel kokmeeuwen en twee stormmeeuwen. Dat was mooi, want daardoor konden we goed de verschillen laten zien. Ook zat er een bergeend te slapen die zich liet bewonderen. Krakeenden en wilde eenden waren ook goed te zien. De futen die er zwommen waren echt in winterkleed en sommigen waren zelfs al aan het baltsen. Het is eigenlijk ook veel te warm voor de tijd van het jaar: 11 graden Celsius, niet normaal. Verder doorgelopen lieten ver weg een paar brilduikers zich zien. Later zagen we er nog twee dichterbij. Nijlganzen hebben we gezien en er kwam nog een hele groep grauwe ganzen over in V-formaat. Een knobbelzwaan was erg onrustig en kwam op een gegeven moment over ons heen vliegen wat een prachtig geluid gaf. Verder doorgelopen om te kijken of we nog de waterral zagen die we van de week zagen overvliegen naar een ander eiland, maar hij liet zich helaas niet zien. Daarna op ons gemak teruggelopen naar de brug. Diegene die het jubileumboekje Kijk Uit nog niet hadden er één gegeven en daarna gingen we weer huiswaarts. Al met al een geslaagde excursie waarbij we alleen de tafeleenden wel gemist hebben! Na anderhalf uur waren we weer terug bij de brug. De eerste excursie van het jaar zit er weer op en hopelijk volgen er nog vele! Els en Kees Luijkx
9
LEDENEXCURSIE POELGEEST 25 JANUARI Ochtendrood, regen in de sloot, luidt het gezegde. Onderweg, vanuit het nog donkere Zoetermeer, kleurde de hemel in de verte prachtig roze-rood. We hadden allemaal de buienradar in de gaten gehouden voordat we ons aanmeldden voor de excursie, want diegenen die al eens mee waren geweest naar dit leuke watergebiedje zo dicht bij huis, wisten dat het er erg drassig kan zijn en met regen zou het soppen worden. Gelukkig bleef het ochtendrood, en dus de regen, ver van ons verwijderd en is het de hele excursie droog gebleven. Zelfs de wind viel erg mee. Wel was het uitkijken voor de schapenkeutels. Nog voordat we aan de wandeling begonnen, merkte Johan een vlucht zenuwachtige vogels op en zag een sperwer er boven zweven. We slenterden en stonden geregeld stil om de vele ganzen en eenden te zien. Natuurlijk wordt er altijd gezocht naar iets speciaals en duurde het ook even om erg ver weg, heel verscholen, toch een watersnip te vinden. Helaas was er dit keer minder te zien dan we een jaar geleden, in een andere periode, zagen. Zo miste ik de grote bonte specht die toen zo makkelijk te zien was en we vergeten ook nooit meer dat we toen een buidelmees ontdekten.
Halverwege hielden we een koffiepauze en ging de conversatie niet over vogels, maar over de verschillende supermarkten in Zoetermeer, het lastige om een ZZP-er te zijn enz. Meta ontdekte dat ze waarschijnlijk haar thermosfles onderweg was verloren. Dat alles werd meteen vergeten toen we zagen dat een ZWARTE zwaan vrij dichtbij het pad op een rieten eilandje een nest had gebouwd. Hij zwom in de buurt rond, zij poetste haar prachtige veren en verlegde hier en daar met haar snavel nog een takje op het grote nest. Door de verrekij10
ker, eigenlijk niet eens nodig, waren de zwarte veren op haar rug goed te zien, elk met een wit randje. s Avonds las ik in een mail van Bob de Lange, dat zwarte zwanen oorspronkelijk uit Australië, Nieuw Zeeland en Tasmanië komen en door koopvaarders over alle delen van de wereld als relatiegeschenk achtergelaten zijn. Nog geen 50 meter verder lopen, zagen we vijf brandganzen grazen en even verderop stond Johan enkele hanen, kippen en een stel apart uitziende ganzen te voeren met zijn meegenomen boterhammen. De ganzen bleken Chinese knobbelganzen te zijn, waarvan ik dacht dat hij een grapje maakte. Op de terugweg keken we niet alleen uit naar vogels, maar hoopten we de thermosfles ergens in het gras te vinden. Dat was niet nodig geweest want hij bleek in de auto al uit de rugzak gevallen te zijn. Voor de grap zette Els de thermosfles op het hek bij de ingang en Meta, die met het laatste ploegje terug kwam, zag tot haar verrassing dat de zilverkleurige thermosfles op haar wachtte. Ook al leek het alsof we niet zoveel zagen, toch heeft Johan veertig soorten genoteerd. Fanny Fekkes Waarnemingen 40 soorten: aalscholver, bergeend, blauwe reiger, brandgans, buizerd, ekster, fuut, graspieper, grauwe gans, groenling , grote Canadese gans, grote zilverreiger (onderweg), halsbandparkiet, heggenmus, houtduif, kauw, kievit, knobbelzwaan, kokmeeuw, koolmees, krakeend, kuifeend, meerkoet, merel, nijlgans, pimpelmees, roodborst, slobeend, smient, sperwer, stormmeeuw, vink, waterhoen, watersnip, wilde eend, wintertaling, zilvermeeuw, zwarte kraai, Exoten zwarte zwaan, Chinese knobbelganzen Johan Idema
EXCURSIE NOORDHOVENSE PLAS 8 FEBRUARI Het regende in horizontaal aaneengeregen vlagen met ter plekke windkracht 6/7 en een temperatuur van 5 graden Celcius. Geen vogelweer! Het Marotplan, plaats van samenkomst, was verlaten. Volle bak zou het dus niet worden. Jane had nog gebeld: "Gaat het door?". "Gaat het door?! Een excursie gaat door, heb ik altijd mee gekregen, weer of geen weer. Zij moest uit Meerzicht komen met de fiets en een tas vol kijkers. "Laat die kijkers maar thuis en je fiets ook, want als er twee komen is het veel en zoveel extra kijkers heb ik ook." Het fietspad om de Noordhovense Plas was vol met bont gekleurde hardloopbikkels, die erbij liepen alsof ze geen ander weer gewend waren. Dat volk is uit ander hout gesneden dan zelfs de meest geharde vogelaar. Door de beslagen autoruit speurde ik de Noordhovense plas af, maar zelfs de eenden waren aan het schuilen. Om 09.50uur stopte er een auto vlak naast de mijne. "Het zál toch niet dat er zich nog een overdreven liefhebber van excursies komt melden?", vreesde ik. Ze lachte ("ken ik die?") en zwaaide toen. "Ach ja, die ken ik! (naam kwijt!). Het was Wilma Noort, met een "t" op het eind, uit Rokkeveen. “Ik had Jane beloofd dat ik zou komen!” "Ach ja Wilma, wat leuk dat je bent gekomen, maar Jane komt niet. Die heb ik gezegd maar thuis te blijven. Maar ik begrijp dat jij ...eh toch een rondje om de plas wilt?” "Nou nee, maar ik dacht beloofd is beloofd dus...." "Oh gelukkig, want er is verder níemand hier die dat wil!” Wilma en ik hebben nog even tot 10.05 uur door een spleetje van het raam met elkaar ervaringen uitgewisseld en we schrokken nog van een auto waaruit een montere dame stapte en de kofferbak opende voor -nee toch- een rugzak of een kijker? Pfff nee, een hond! Na Wilma te hebben uitgezwaaid en nog even te hebben rondgekeken of niet toch.... snel naar de koffie. Waarnemingen: meerkoet, dodaars, kuifeend, brilduiker en in het riet, een klein vogeltje. Armand Doornweerd
11
LEDENEXCURSIE ZEELAND 22 FEBRUARI Zaterdag 22 februari vertrokken we met een select gezelschap (11 personen) naar Zeeland om ganzen te kijken. Fanny en Johan hadden besloten om niet mee te gaan, daardoor werd er naarstig gezocht naar een nieuw “slachtoffer” om een verslag te schrijven en de vogels te noteren. Het bleef even stil, dus sprak ik dapper de woorden: ik doe het wel. Thuis had ik tenslotte alle ganzensoorten al flink bestudeerd in het vogelboek. Aangezien we duizenden aantallen zouden aantreffen, moest dat wel goed komen. Bovendien zat ik bij Jos en Marja in de auto, twee deskundigen bij uitstek. Aangekomen bij de Kwade Hoek, die zijn naam eer aan deed, klommen we de dijk op. Er stond een straffe wind, de telescopen konden we beslist niet loslaten, maar gelukkig scheen er wel een vriendelijk zonnetje. De eerste vogels werden gespot en vlak voordat we besloten verder te gaan, liet een zeehond zich bewonderen. Op een klein droog gevallen stukje hobbelde hij in het rond, enig! Op naar de Koude Hoek. Daar konden we achter een vogelscherm staan en was het smullen geblazen. Vele soorten vogels in grote aantallen. Brandganzen, rotganzen, smienten, wintertalingen in overvloed. De roodhalsgans helaas niet ontdekt, want daar stond een bonus op. De appeltaart ging aan onze neus voorbij. Indrukwekkend voor mij was de grote groep wulpen die opvloog, prachtig!
De volgende stops waren op de Brouwersdam. Daar gingen de ervaren vogelaars uit hun dak. Zagen ze daar nou een kuifduiker, een alk, een zeekoet …..of was het nu toch een zwarte zee eend of een ijseend. De boeken werden erbij gehaald, de telescopen op scherp en de discussies levendig! Rode konen en genieten dus! Intussen bekeek ik de grote zilvermeeuw, die druk met een mossel in de weer was.
12
Vele malen kletterde die op de keien, voordat er een smakelijk hapje was op te peuzelen. Ook waren daar twee grijze zeehonden te zien, zo met het blote oog. Weer in de auto op weg voor een hapje en een drankje …dachten we. Maar nee, Els en Kees zijn onverzadigbaar. Eerst nog even naar de plompe toren, voordat het donker is. Ook hier werden we weer verrast. Een prachtig gebied met vele soorten vogels, die we nog niet gezien hadden, zoals een nonnetje, bontbekplevier en lepelaars. Ook liepen daar negen reeën rond. De mooie dag werd gezellig afgesloten in de Heerenkeet, restaurant in het Nationale Park de Oosterschelde.
Bedankt allemaal. Wilma Noort Waarnemingen 49 soorten: aalscholver, bergeend, blauwe reiger, bontbekplevier, brandgans, brilduiker, bruine kiekendief, buizerd, Canadese gans, dodaars, ekster, fuut , grauwe gans, grote zilverreiger, grutto, holenduif, houtduif, kievit, kleine mantelmeeuw, kluut, koperwiek, krakeend, kramsvogel, kuifduiker, kuifeend, lepelaar, meerkoet, middelste zaagbek, nonnetje, paarse strandloper, rietgans, rotgans, scholekster, slobeend, slechtvalk, smient, steenloper, torenvalk, tureluur, ijseend, waterhoen, watersnip, wilde eend, wintertaling, wulp, zwarte ruiter, zwarte zee-eend, zeekoet, zilvermeeuw
13
NIEUWJAARSRECEPTIE 9 JANUARI
Een gezellige bijeenkomst in De Weidemolen van de Zoetermeerse natuurverenigingen. Zoals ieder jaar weer een succes!
14
GIERZWALUWEN IN ZOETERMEER De afgelopen zomer 2013 kwam ik Winfried tegen bij de Natuurtuin en kwam het gesprek op zijn oproep over gierzwaluwen tellen in Zoetermeer. De oproep was eigenlijk voor Oosterheem. Ik ben woonachtig in Meerzicht, maar dat was geen probleem aldus Winfried, dus was ik eigenlijk ineens gierzwaluwteller. Maar wat zijn gierzwaluwen? De gierzwaluw (Apus apus) is het enige lid van de familie der Apodidae dat in Nederland en België voorkomt. De gierzwaluwen zijn zeer sterk op het leven in de lucht aangepast. Buiten de broedperiode houden ze zich voor meerdere maanden, hoogstwaarschijnlijk zonder onderbreking, in de lucht op. Bij hun vluchtmanoeuvres kunnen ze in duikvlucht snelheden van meer dan 200 kilometer per uur bereiken. “Dit is het zwarte dier, dat ’s zomers in de steden zoveel lawaai maakt en eigenlijk niet eens een zwaluw mag heten, al lijkt het er door zijn lange vleugels en zijn manier van voedsel verzamelen ook nog zo op.“ Algemeen Door huizen als rotskliffen te gaan beschouwen hebben gierzwaluwen lang geleden hun oorspronkelijke broedareaal aanzienlijk verruimd. Ze zijn sindsdien algemeen voorkomende zomergasten geworden in steden en dorpen in heel Europa. Met hun gierende vluchten geven de gierzwaluwen zonnige zomeravonden in (oude) stadswijken een speciale sfeer. In tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht en ondanks zijn zeer korte pootjes (de wetenschappelijke naam komt van het Oud Griekse woord ἄπους, apous, wat "zonder voeten" betekent), kan een gierzwaluw die per ongeluk op de grond terecht komt wel degelijk opvliegen, als hij maar een vlakke ondergrond heeft met een paar meter aanloopafstand. Met behulp van zijn vleugels kan hij zich in een paar slagen voldoende afzetten om hoogte te nemen. Een (gezonde, volwassen) gierzwaluw laat men vrij door hem voorzichtig vanaf een hoog uitgestrekte hand te laten wegvliegen. Omdat hij voor zijn voedselvoorziening volledig afhankelijk is van het aëroplankton, is de gierzwaluw zeer gevoelig voor ongunstige weersomstandigheden. Als er bij koud weer onvoldoende insecten rondvliegen, kunnen jonge gierzwaluwen in slaaptoestand betere tijden afwachten (vergelijkbaar met winterslaap), waarbij hartslag en ademritme drastisch verlagen en ze bijna de omgevingstemperatuur aannemen. Ook volwassen exemplaren kunnen dat, zij het in mindere mate en meestal in de nestholte zelf. Niet broedende vogels kunnen in extreme weersomstandigheden hangend aan hun korte pootjes betere tijden afwachten maar kiezen er meestal voor om naar gebieden met beter weer te trekken. Ze keren pas terug bij de kolonie als de omstandigheden daar zijn verbeterd. Gierzwaluwen zijn in landen als Nederland en België voor hun voortplanting gebonden aan (stedelijke) bebouwing, omdat ze nestelen onder daken en tegenwoordig ook in nestkasten
15
en andere kunstnesten, die door beschermers met veel succes in het stedelijk milieu worden opgehangen. Gierzwaluwen zijn uiterst nuttige vogels die grote hoeveelheden insecten verorberen - tot 15.000 insecten per dag. Gedrag De gierzwaluw leeft in kleinere en grotere troepen, vaak foeragerend met boeren-, huis- en oeverzwaluwen. In het voorjaar en hoogzomer vinden onstuimige achtervolgingen plaats. De gierzwaluw broedt in losse kolonies. Om de (beste) nestplaatsen vindt een felle concurrentiestrijd plaats. Eerstejaars vogels broeden niet, maar houden zich wel in en om de kolonie op. Zo kunnen zij de bezette en/of geschikte nestholtes inspecteren die zij zullen overnemen zodra (één van) de broedvogels in de lente niet meer komen opdagen. Zij kunnen zo soms drie tot vier jaar ongepaard door het leven gaan. Meer over de Gierzwaluw op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gierzwaluw Hoe pak je zo iets aan? Ik ben informatie gaan inwinnen, via de groepsmail van de VWG en daar kreeg ik wat reacties op. Op die manier vond ik weer wat nestlocaties van gierzwaluwen. Ook ben ik naar de vogelaarsdag geweest in Noordwijk, want daar werd een gierzwaluw excursie gegeven. Hein Verkade, gierzwaluw-autoriteit in Noordwijk, zei desgevraagd: “Deel Zoetermeer in behapbare delen en tel/zoek die per jaar af tot je heel Zoetermeer gedaan hebt en dan begin je weer bij de eerste”. De delen zijn voorlopig, tenzij blijkt dat er veel nestlocatie zijn, als volgt ingedeeld: Meerzicht Buytenwegh/De Leijens Seghwaert/Noordhove Oosterheem Dorp/Driemanspolder Rokkeveen
tussen A12, Afrikaweg en Amerikaweg tussen Amerikaweg en Aziëweg Aziëweg, Zegwaardseweg Zegwaardseweg, verlengde Australiëweg Mogelijk wordt dit deel nog opgesplitst. Afrikaweg, Europaweg, Oostweg en de A12. Mogelijk wordt dit deel nog opgesplitst. Zuidweg, Oostweg, Berkeseweg, Katwijkerlaan. Mogelijk wordt dit deel nog opgesplitst.
De kolonies in Zoetermeer Ik ben begonnen met mijn wijk, Meerzicht en aangrenzend Buytenwegh. In Meerzicht is er één grote concentratie van nestlocaties rond het winkelcentrum, in de vier flats: Eersterwaard, Bagijnenwaard en Herenwaard. Het merendeel van de gierzwaluwen heeft haar invliegopening op de zevende verdieping. Er zitten daar veel invliegopeningen maar niet alle invliegopeningen zijn in gebruik als nest. Vaak wordt een nestlocatie ook gebruikt om te slapen en niet of nog niet als nest. Verder zijn er in de omgeving van het winkelcentrum nog wel wat nestlocaties, zoals rond het Scheveningsebos. Daar zit ook een redelijk grote concentratie, maar die is wat meer uit gestrekt en loopt door tot aan het Starrebos. Rond het Westergo zitten verspreid enkele nestlocaties. Rond de Paasberg, een van oudsher grote concentratie, vliegen wel wat gierzwaluwen rond, maar is geen invliegen geconstateerd. Ook nog met bewoners van de Paasberg gesproken en die vertellen dat het al een jaar of twee rustig is met gierzwaluwen in de wijk.
16
In de wijk Buytenwegh, rond de hoogbouw aan de Louis Couperushove en de Coornherthove zitten ook wat nestlocaties geconcentreerd. Toen ik die aan het inventariseren was, was die week alles ineens vertrokken naar het warme Afrika, dus daar ga ik het volgend seizoen wel weer kijken. Ook een van oudsher bekende concentratie is die van de van Boisotring. Daar zitten ze allemaal onder de eerste rij dakpannen, direct achter de dakgoot, maar ook daar weinig jongen dit jaar. De oorzaak zijn kokmeeuwen en eksters; die hebben ontdekt dat als je door de dakgoot loopt en je bent op het goede moment, dat je dan de jonge gierzwaluwtjes zo kan oppikken. Dat verhaal hoorde ik van een bewoner. Hoe triest ook, het is wel de natuur. Verder verwacht ik na een tip van Jetty nog een leuke concentratie nestlocaties rond het Bergkristal te vinden in Rokkeveen. Ook daar ben ik het afgelopen jaar niet aan toe gekomen. Eindresultaat van de inventarisatie is dat ik nu op 42 nestlocaties zit. Ben je geïnteresseerd geworden in de Gierzwaluw, en heb je zin om jouw wijk te inventariseren, laat het even weten op
[email protected] of bij de VWG Zoetermeer. Dick Storm
17
OP ZOEK NAAR DE MAGELHAENSPECHT Begin dit jaar was ik voor de tweede keer in Ushuaia, de zuidelijkste stad van Argentinië en vast van plan dit keer de beroemde Magelhaen specht, (Campephilus magellanicus) óf in de lokale voertaal, de Carpintero negro te vinden. Vorig jaar was dat ondanks drie bezoeken en kilometers lopen in het Tierra del Fuego Nationaal Park, dat zich op een twaalf kilometer van Ushuaia bevindt, mede door slechte weersomstandigheden, regen en harde wind, niet gelukt. Dat is voor een vogelaar natuurlijk op zich herkenbaar, maar wél frustrerend vooral omdat een paar bevriende vogelaars in hetzelfde gebied uitgebreid met deze vogel hebben kunnen kennismaken.
Uitzicht op de Lapatia baai in het Beagle kanaal
Nu is een wandeling door het Tierra del Fuego Nationaal Park aan de noordoever van het Beagle kanaal bepaald geen straf want het is een schitterend natuurgebied, met de rijke typische flora van deze met veel regen en sneeuw gezegende streek in het uiterste zuiden van Zuid-Amerika. Ook komen er in totaal over de 90 soorten vogels voor waaronder, naast de gezochte Magelhaenspecht, de Andes condor zodat het ook voor de vogelliefhebber een interessant gebied is. Het Park ligt aan de uitlopers van de Andes direct aan de grens met Chili. Aan de zuidkant begrenst door de Lapatia baai van het Beagle kanaal en 60 kilometer in het noorden door de Lago Fangano, het grootste meer van Vuurland.
18
Het typische sub-antarctische bos in de lage delen van het park. Groen en vochtig.
Er zijn in het voor het publiek toegankelijke deel van het park, een aantal mooie tochten uitgezet die de wandelaar door zeer verschillende landschappen voert van de kust met zijn kleine rotsachtige baaien en stranden, moerassige dalen waarin bevers met dammen de boel onder water zetten, snelstromende bergrivieren met woeste watervallen, grote meren zoals de Lago Roca en het eerder genoemde Fangano meer met kristalhelder water tot aan de voet van gletsjers hoger in de bergen. De wandelingen zijn goed gemarkeerd, al is de opgegeven duur van de verschillende wandelingen ietwat optimistisch en al helemaal voor een vogelaar die er minstens drie keer zo lang over doet… Alle wandelingen bieden schitterende vergezichten op het Beagle kanaal en de besneeuwde bergtoppen er omheen.
Een doorkijkje op het Beagle kanaal en in de verte de bergen op het Chileense Navariño eiland aan de zuidkant van het kanaal.
19
Verschillende landschappen in het park
Zoals ik al zei was het tijdens mijn vorige bezoeken niet gelukt de bekende Magelhaenspecht te ontdekken, zelfs niet met behulp van een lokale vogelaar die gewapend met de lokroep op zijn telefoon probeerde de aandacht van de spechten te trekken. Wel overal de onmiskenbare sporen van de specht gezien, grote gaten in de bomen, maar geen spoor van de specht zelf. Het weer was toen niet erg gunstig, regenvlagen en een harde koude wind en dit jaar was het in eerste instantie nog veel slechter: Regen, hagel, sneeuw afwisselend met een tussenpauze van twintig minuten én dat alles met een harde wind! Geen geluk! Ook mijn lokale vogelaar vriend Marcelo ziet er geen brood in!
Vogelaar-gids Marcelo de Cruz uit Ushuaia
Het werk van de Magelhaenspecht
Op mijn laatste dag in Ushuaia klaart het een beetje op. Een mooi zonnetje en geen zuchtje wind. Zou het toch nog lukken? Marcelo moet werken tot 11 uur en om 16 uur vertrekt mijn schip. Dus er is niet veel tijd beschikbaar om de vogel te vinden. We gaan ervoor. Misschien de laatste kans…Een snelle rit langs de zuidelijkste golfbaan ter wereld en het station van de ‘Tren del Fin del mundo’, een smalspoortreintje waarmee in vroegere tijden de gevangenen uit de grote gevangenis van Ushuaia aan het werk gingen in de bossen op de berghellingen en waarmee nu toeristen naar het verderop gelegen Nationaal Park kunnen gaan.Even voorbij de controlepost bij de ingang van het park parkeren we de wagen en gewapend met de telescoop van Marcelo, verrekijkers en camera’s lopen we het bos in. We ontdekken al direct verse sporen van de activiteiten van de spechten in de met mos begroeide bomen in dit sub-antarctisch bos. 20
Onze mechanische lokroep met behulp van Marcelo’s telefoon blijft onbeantwoord. Geen spoor van de specht terwijl we steeds verder het bos in lopen. In de stilte van het bos heeft de telefoon een opvallend grote reikwijdte. Er is hier geen geluidscoulisse van snelwegen, overvliegende vliegtuigen of langsrazende hogesnelheidstreinen. Een aantal andere bewoners van deze Patagonische bossen laten zich tussen de takken zien, maar geen spoor van de specht…
White-throated treerunner (Pygarrhichas albogularis)
Thorn-tailed Rayadito (Aphrastura spinicauda)
Black-chested buzzard-eagle (Geranoaetus melanoleucos)
White-crested Elaenia (Elaenia albiceps)
Dan totaal onverwacht klinkt er een luide droge knal, als van een tak die afbreekt… Dan weer absolute stilte. Marcelo blijft ineens stokstijf staan. Dat is hem! Maar waar? We speuren de takken boven ons af, maar niets beweegt en er is ook geen geluid. Het geluid klonk vlakbij, maar waar? In de bomen zijn overal specht sporen te zien, soms lijken de boomstronken op gatenkaas. Dan ineens weer een droge knal, maar nu zijn we voorbereid en weten we een richting. Met de blik op de takken boven ons lopen we voorzichtig in de richting waaruit we menen dat
21
het geluid vandaan kwam. Ineens vliegt een grote zwarte vogel op en verdwijnt verderop tussen de takken en bladeren. Dát was hem! We lopen in de richting van het geluid speurend naar beweging in en tussen de bladeren… Er klinkt een korte luide roffel, maar niet uit de richting waar we de vogel hebben zien vliegen… Dit is echt een spelletje van ‘hide and seek’ tussen de bomen. En dan, weer een korte roffel en ja, we zien een grote zwarte vogel tegen de stam van een van de bomen zitten… Het is het vrouwtje van de Magelhaenspecht. Prachtig te zien in het moeilijke licht onder de bomen…
Magelhaenspecht (v) (Campephilus magellanicus)
Magelhaenspecht (m)
Ze vliegt weer verder naar een boom met een groot gat. Dat is een recent gebruikt nest volgens Marcelo, de jongen zijn al uitgevlogen. We zitten hier al in de zomer. Dan weer een roffel links van ons. Niet te missen daar zit een exemplaar met de vuurrode kop! Het mannetje, een paar bomen links van het nest. Hij klimt met grote snelheid langs de stam omhoog…Dan vliegt hij weg en verdwijnt tussen het dichte bos verderop tegen de heuvel, een tel later gevolgd door het vrouwtje… Het is gelukt, een high-five om het te vieren en snel kijken of de foto’s herkenbare spechten opleveren… Niet optimaal, maar gezien het moeilijke licht onder de bomen zijn we niet ontevreden. De missie is geslaagd en ik kan met een gerust hart inschepen voor de volgende etappe. In de verte horen we onze spechten nog roffelen terwijl we onze weg terugzoeken naar de auto. Jan Peeraer
Patagonian Sierra-finch (Cometocino patagónico) Zoetermeerse vogelliefhebber…
22
BMP TELLING DE SCHEG/ BALIJ IN 2013
De scheg in de vroege ochtendzon
In 2013 is de zesde achtereenvolgende BMP telling gehouden in de Scheg, het gebied langs de A12 tussen Zoetermeer en Nootdorp. Er zijn in 2013 in totaal acht tellingen uitgevoerd, net als in 2012. Dit waren allemaal bezoeken in de vroege ochtend. De eerste was op 29 maart en de laatste op 6 juli. Blauwborst in een van de rietputten vlak langs de A12
BMP Territoria Het aantal soorten waarvoor territoria zijn vastgesteld is 46. Het totaal aantal territoria dit jaar komt uit op 410. Wat is er veranderd in 2013? Nieuw in 2013 zijn : havik en bergeend. Verdwenen zijn : spotvogel, braamsluiper, ekster, vink, kneu, soepgans. Terug van weggeweest : snor, groenling, roerdomp. Verder nemen de eenden over het algemeen af. De fazant is door toedoen van de vos in het gebied al praktisch verdwenen. 23
De zangertjes van het bos nemen nog steeds toe, mogelijk leveren ook de haviken hieraan indirect een bijdrage. Zij jagen op kraaien en eksters . De rest is redelijk stabiel. Leuk om te vermelden dit jaar is natuurlijk: twee uitgekomen eieren van de havik. Verder zeven territoria voor de sprinkhaanzanger en bijzonder de roerdomp, die niet alleen gezien is maar ook het hoempende geluid heeft laten horen. Jan Peeraer & Ed Hauser
Het Haviksnest in het bos aan de rand van de Scheg
De Scheg zit vol verrassingen voor de goede waarnemer….
24
2013.49 - NORTH ATLANTIC ODYSSEY 2013: WEERZIEN MET DE PLANCIUS Verslag van de reis van Henk de Hoog en anderen (gedeeltelijke blog) Voor de meesten van ons (alleen Frank was enige weken eerder toen hij achter de Kaapverdische mus aanging al aan boord) was het ruim een jaar geleden dat we de Plancius zagen. We lieten haar toen achter in de baai van Gryviken op South Georgia waar de Atlantic Odyssey 2012 door motorpech voortijdig moest worden afgebroken. Wij vertrokken met een ander schip (de Ushuaia) dat ons naar Montevideo repatrieerde. De Plancius zou daar enige tijd later getrokken door een sleepboot ook aankomen voor reparatie. Nu staan we dan opnieuw oog in oog met de Plancius. Een stuk dichter bij huis ditmaal, aan de kade van Hansweert. Tussen twaalf en een mogen we inschepen, maar rond half een is onze groep (Paul en Marijke, Frank, Henk, Wesley en Hendrik Jan) al compleet. Een aantal van ons wordt weggebracht en de wegbrengers mogen kortstondig van de gelegenheid profiteren om even het schip te bezichtigen. Wij inspecteren kade en schip natuurlijk even grondig op Kaapverdische mussen maar die lijken toch echt verdwenen. Rond een uur blijkt er een welvoorziene lunch voor ons klaar te staan en daarmee voelen we ons meteen weer helemaal thuis. Rond twee uur is er een korte kennismaking in de lounge en niet veel later wordt het schip van de kade geduwd om de reis naar Spitsbergen te beginnen. Een uurtje later mogen we opnieuw in de lounge verschijnen, nu voor de verplichte safety drill. Dat levert altijd weer een aantal hilarische momenten op. De rest van de dag verloopt eigenlijk rustig. Op de Westerschelde zien we een kleine Zilverreiger wegvliegen. Er worden een paar rondjes gedraaid ter hoogte van Vlissingen, naar het schijnt om het kompas te ijken. Om zes uur is het voorstelrondje van de expeditiestaf met een welkomstdrankje (in Aberdeen mogen we daar opnieuw van genieten; helaas geldt dat ook voor de safety drill) en daarna hebben we kort gelegenheid de eerste Jan-van-Genten waar te nemen want om zeven uur staan de tafels al weer gedekt. Na het diner nog even een uurtje aan dek zodat we naast nog meer Jan-van-Genten nu ook de eerste Noordse Stormvogels kunnen bijschrijven. Na dit rustige dagje komen we morgen in interessantere wateren. Naar verwachting zullen we hier dan ook meer vogels en hopelijk al de eerste zeezoogdieren zien. Home » Blog » 2013.50 – North Atlantic Odyssey 2013: Dolphin day 2013.50 Geplaatst op: 10 juni 2013 Bij vertrek vanuit Nederland gisteren stond er een stevige wind. Voor de mensen die voor het eerst deelnemen aan een dergelijke reis was het gelijk een goede binnenkomer. 25
De Ineziagroep bestaat echter alleen uit ervaren zeegangers voor wie deze beproeving peanuts was. Door de golven was het zeer lastig om zeezoogdieren te vinden. Dat moest vandaag dus maar even worden goedgemaakt. Op 5.30 uur stond de wekker! Snel in de kleren schieten en direct het dek op. Binnen no-time hadden we de Ineziagroep compleet en hadden we het gehele dek voor onszelf. De gemiddelde persoon op een dergelijke tocht slaapt rustig uit tot het ontbijt, maar een grotere kans om leuke waarnemingen af te dwingen creëer je alleen door zo lang mogelijk op het dek door te brengen. Tot ieders verrassing was de wind gaan liggen en was de zee mooi rustig. Prima weer voor zeezoogdieren! De stemming zat er snel in toen de eerste bruinvissen zich lieten zien. Ondertussen werd het schip begeleid door een groep vogels met een wisselende samenstelling. Vooral de Noordse Stormvogels en Jan-van-Genten waren meestal aanwezig achter het schip. Verder zagen we o.a. een fraaie Kleine Jager, enkele Papegaaiduikers, Drieteenmeeuwen, Alken, Zeekoeten en een Noordse Pijlstormvogel.
Drieteenmeeuw
Kleine Alk
Zwarte Zeekoet
Inmiddels liep het aantal bruinvissen snel op totdat we er ongeveer 35 hadden gezien. Daarna duurde het uren voordat we weer een ruggetje boven water zagen uitsteken. De iets afgezwakte aandacht was meteen volledig terug. Maar deze rug had een flinke rugvin (in tegenstelling tot een bruinvis). Dit gebied staat bekend om de Witsnuitdolfijnen, maar er klopte iets niet aan dit groepje dolfijnen. Snel het boekje erbij gepakt om onze gedachte te bevestigen…YES…Twee Witflankdolfijnen tussen de Witsnuitdolfijnen!!! De stemming steeg tot een zeer hoog niveau en iedereen keek gelukkig. Kon het nog beter? Ja, het kon nog beter, maar eerst was er nog een rustig, vrij leeg stukje zee. Eindelijk tijd om even wat te gaan drinken in de lounge. Fout, dat kon dus eigenlijk niet. Ik was net een kop thee aan het inschenken toen een enthousiaste stem “Dwergvinvis” riep via de portofoon! De Ineziagroep is uitgerust met portofoons om leuke meldingen snel aan elkaar te kunnen doorgeven, zodat niemand iets hoeft te missen. Vanaf dat moment bleven Witsnuitdolfijnen langskomen tot de teller op 40 stuks stond. We hebben dus meer Witsnuitdolfijnen gezien dan Bruinvissen. De stemming was bij enkele mensen tot euforisch gestegen en om deze dag mooi af te sluiten ging de route langs de Farne eilanden. Honderden Zeekoeten en Papegaaiduikers kwamen in grote groepen vlak langs het schip. Morgen staat een dagje Aberdeen op de planning, alwaar een nieuwe groep mensen aan boord komt voor de oversteek naar Spitsbergen. Gelukkig is het mogelijk om wat leuke gebiedjes rondom Aberdeen te bezoeken, we zullen ons dus zonder meer wel weten te vermaken. Vanaf de Plancius, 55º,54” Noorderbreedte, 1º46” Westerlengte, Home » Blog » 2013.51 – North Atlantic Odyssey 2013: Voet aan wal Geplaatst op: 11 juni 2013 Eerst nog even een nagekomen berichtje van gisteren. Het blijkt dat er een Bonte Vliegenvanger aan boord was die zelfs even echt naar binnen is gevlogen. Eerst de Kaapverdische 26
Mussen, nu een Bonte Vliegenvanger…..what’s next? Schots Sneeuwhoen? Alpensneeuwhoen
Vandaag mochten we in Aberdeen doorbrengen. Toen we weer om een uur of zes aan dek stonden, lagen we voor de haven in afwachting van de loods. Opletten dus want hier huist een groep Tuimelaars. De scheepsarts die toch nog wat eerder aan dek was, had er inmiddels twee gezien. Maar dat geluk was ons niet gegund. Wel konden we behoorlijk wat Zeekoeten, Alken, Papegaaiduikers, Jan van Genten en ook een Noordse Pijlstormvogel noteren. Bij het binnenvaren van de haven kwamen daar onder andere Rouwkwikstaart, Oeverpieper en Kuifaalscholver bij. Drie opties We hadden verwacht een dag op eigen gelegenheid in Aberdeen door te moeten brengen maar de zorgen van de reder bleken verder te reiken. Gisteravond werden ons drie mogelijkheden geboden. Option 1 bleek de mogelijkheid om inderdaad op eigen gelegenheid Aberdeen te verkennen, option 2 bood een gegidste rondwandeling bij de haven (en daarna kon je ’s middags alsnog naar de stad) en wie voor option 3 koos, werd met een bus eerst naar een natuurgebied zo’n 20 km ten noorden van Aberdeen gebracht en kon ’s middags een bezoek brengen aan Dunnottar Castle ten zuiden van Aberdeen. Gezamenlijk kozen wij voor option 3 omdat deze de beste kansen op aardige vogelwaarnemingen leek te bieden. De keuze bleek een goede. Na het maken van een lunchpakket en het afhandelen van enige douaneformaliteiten stapten wij om 9 uur in de bus. Na een half uurtje bereikten we Forvie, een wat slufterachtig gebied net achter de zeereep. Al vanuit de bus wist één van de altijd oplettende Inezia-gangers de medereizigers te attenderen op een Visarend die boven het gebied vloog. Eenmaal uit de bus (wij dus, niet de Visarend) gaf de vogel een prachtige show weg. De eerste twee duiken waren weinig succesvol, maar bij de derde duik bleek er een forse vis in de klauwen te zitten die met moeite uit het water getrokken werd. Degenen die de Visarend in de gaten hadden gehouden (een ander deel van de groep was reeds aan de wandeling begonnen) zagen hem daarna fantastisch mooi overvliegen en sommigen konden er ook fraaie foto’s van maken. De wandeling was ook verder zeer onderhoudend. Onder andere Eidereend (die hier volop broedt), Grote Stern, Visdief, Dwergstern, Geelgors en Roodborsttapuit konden op de lijst worden gezet. Ook een juveniele Dwergmeeuw wist niet aan onze waarneming te ontkomen. Ook Dunnottar Castle bleek de moeite waard. De uiterst bloedige geschiedenis gaat terug tot ergens in de 17e eeuw maar daar leent dit blog zich wat minder voor. De omgeving was in ieder geval adembenemend. Het kasteel staat op een wat verder in zee uitstekende klif die met een smalle landengte met het vasteland verbonden is. Onze aandacht ging natuurlijk vooral weer uit naar de vogels. Veel nieuwe soorten konden we niet aan onze lijst toevoegen
27
Eider
Papagaaiduikers
Grote Burgemeester
(hoewel Grote Gele Kwikstaart toch wel een aardige was) maar de Noordse Storm vogels die langs de kliffen broeden trokken de aandacht, in het bijzonder van de fotografen onder ons. Op de terugweg zagen we nog kortstondig een hermelijn die hier, met alle broedende zeevogels, ongetwijfeld een aantrekkelijke plek gevonden had. Rond vieren waren we weer bij de Plancius terug. Het daaropvolgende uur nam het aantal passagiers met ongeveer een derde toe met Engelsen en Amerikanen die zich nu ook bij ons voegden. Tegen half zes voeren we de haven uit en dat was natuurlijk weer opletten, want dit was onze herkansing voor de Tuimelaars. En die hebben we volkomen benut: voor en naast het schip sprongen de Tuimelaars op uit het water, ons in een euforische stemming achterlatend. En nu, na een uitgebreid diner met door de ramen van de dining room zicht op vele Alken, Zeekoeten, Jan van Genten en regelmatig opduikende Bruinvissen, zijn we op weg naar de Shetland-eilanden. Morgenochtend worden we reeds vroeg aan het ontbijt verwacht om meteen daarna op Fair Isle te kunnen landen. We zijn meer dan benieuwd. Vanaf de Plancius, 58º,04” Noorderbreedte, 01º37” Westerlengte, Home » Blog » 2013.52 – North Atlantic Odyssey 2013: Eiland-hopping Geplaatst op: 12 juni 2013 Vanochtend was het ontbijt al om 7 uur. Normaal is het ontbijt later, maar er stond een dag vol leuke eilandbezoeken gepland. De eerste landing die dag was op Fair Isle, een beroemd eiland onder vogelaars omdat er altijd weer superzeldzame vogeltjes opduiken die enorm verdwaald waren en op het punt stonden in het water te vallen van vermoeidheid. Dan eindelijk zien ze dit eilandje waar ze op kunnen rusten. De vogelaars daar hebben zelfs een bosje aangelegd op het verder kale eiland. Dit gezegd hebbende bleek er een verdwaalde Baardgrasmus te zitten in het bosje en al snel vond Paul het diertje. Uiteindelijk liet hij zich nog een keer (te) kort bekijken. Toch besloten we verder te gaan, omdat even verderop de Papegaaiduikers op ons zaten te wachten. Op weg naar de Papegaaiduikers vonden we onder andere Fraters, Zwarte Zeekoeten, Noordse Stormvogels, Grote Jagers, Kleine Jagers en Rouwkwikstaarten. Daar waren ze dan….wat een fantastische vogels zijn Papegaaiduikers toch! Erg mooi en vooral niet schuw, maar als er een Grote Jager voorbij kwam waren ze in een mum van tijd weg. Na vele gigabytes te hebben volgeschoten moesten we echt terug naar het schip. Op de route terug zat een kolonie Noordse Sterns en ondanks de tijdsdruk konden we het toch niet laten om daar wat tijd aan te besteden. Terug aan boord volgde een tochtje van enkele uren om bij het eiland Mousa te komen. Eerst tijd voor een lekkere lunch en daarna meteen het dek op om vogels en zeezoogdieren te zoeken. De overtocht leverde op een Stormvogeltje na, geen nieuwe soorten op. Dereguliere soorten hier zijn trouwens ook zeer onderhoudend. Eenmaal op Mousa aangeko28
Noordse stormnogel
Kleine jager
men hebben we een wandeling van een paar uur gemaakt. Buiten de bijzondere cultuurhistorie die het eiland rijk is, bood het ook een aantal leuke vogelsoorten. Zo kwamen we onder andere langs broedende Kuifaalscholvers (ja…met kuif!) en een broedende Roodkeelduiker (ja…met een rode keel!). Ook zaten overal zeer territoriale Grote Jagers die ons met schijnaanvallen duidelijk maakten waar we vooral niet moesten komen. Bij gebrek aan een helm hebben we de terugtocht naar het schip maar ingezet. Momenteel liggen we nog voor anker bij Mousa en zwemmen er 4 bruinvissen rondom het schip. Komende avond/nacht gaan we namelijk een kijkje nemen bij het terugkeren van de Stormvogeltjes naar hun nest. Stormvogeltjes foerageren overdag en keren in de schemer terug naar het nest. Dit belooft een mooi spektakel te worden! Meer hierover in de blog van morgen. Vanaf de Plancius, 59º,59”Noorderbreedte, 01º,11”Westerlengte, Home » Blog » 2013.53 – North Atlantic Odyssey 2013: Zingende stenen 2 Geplaatst op: 13 juni 2013 Zoals beloofd nog een korte beschrijving van de nachtelijke avonturen van gisteren. Op het eiland Mousa is een grote kolonie Stormvogeltjes gevestigd. Deze diertjes zie je echter overdag niet bij de kolonie. De nesten zitten namelijk zeer goed verscholen tussen de stenen en de foeragerende dieren komen pas in de schemer terug naar het nest. Hierbij maken ze zowel gebruik van natuurlijke nestplaatsen zoals een strand van grote keien, als van menselijke bouwwerken, zoals de historische muurtjes en de toren die dateren uit 600 voor Christus. Omdat men toen nog niet zo bezig was met net metselwerk en isolatie zitten er flinke holtes in de muren die zijn opgebouwd uit platte stenen die men in de buurt kon vinden. Gelukkig heeft ook de na-isolatie hier nog niet toegeslagen. ’s Avonds volgde de landing op Mousa om bij het keienstrand en de toren te kijken. Voordat er activiteit was van vliegende Stormvogeltjes klonk er een vreemd geluid uit de muren. Het was een mysterieus zacht geluid wat sterk doet herinneren aan het geluid van een Nachtzwaluw. Waar je ook liep, overal klonk dit geluid, maar er was nog niets te zien. Dit geluid heeft echter wel een functie. De in het nest aanwezige dieren geven hiermee een signaal aan de partner, zodat ze bij het juiste gat naar binnen vliegen en niet bij de buren. Het aankomen van de dieren van zee begon rustig met af en toe een arriverende Stormvogel. Tegen de schemer werd het echter druk. Enkele Stormvogeltjes vlogen zelfs rakelings over hoofden en tussen de groep mensen door. Het was een vermakelijk schouwspel waar door iedereen (zelfs de niet vogelaars die op het schip aanwezig zijn) met volle teugen van
29
genoten is. Vanwege de nachtelijke perikelen was het ontbijt pas om 8.30 uur, zodat mensen konden bijslapen. Ondanks het late ontbijt was een flink deel van de Inezia-groep al veel vroeger uit de veren om over zee te kijken voor vogels en zeezoogdieren. De soortensamenstelling was op enkele punten een beetje gewijzigd ten opzichte van de afgelopen dagen. Er vlogen duidelijk meer Kleine Jagers, Grote Jagers, Stormvogeltjes en af en toe enorme aantallen Noordse Stormvogels. De hele dag is er door mensen gepost, maar buiten één Grijze Zeehond zijn er geen zeezoogdieren gezien. Morgen een nieuwe dag met nieuwe kansen. Leuke waarnemingen vandaag waren een ongedetermineerd zangvogeltje die op het schip leek te landen en een Tureluur die na een paar landingspogingen op het schip er toch voor koos om door te vliegen. Dat zal dan toch wel een IJslandse Tureluur moeten zijn, zou je zeggen. Een zoekactie naar het zangvogeltje leverde niets op. Het zou goed een musachtig vogeltje geweest kunnen zijn. Toch nog één van de Kaapverdische Mussen? Inmiddels beginnen we meer informatie te krijgen over de Kaapverdische Mussen via de crew van de MV Plancius. Daarover meer morgen. Vanaf de Plancius, 64º,17” Noorderbreedte, 03º,09” Westerlengte, Afgelopen nacht werd het schip flink heen en weer geschud door de harde wind. Wonderbaarlijk genoeg heeft iedereen juist erg goed geslapen in vergelijking met de afgelopen nachten. Vanochtend om 6 uur was het merendeel van de Inezia-groep al uit de veren om nog voor het ontbijt van 8.30 uur wat leuke waarnemingen te doen. Dit bleek echter wat tegen te vallen. Het enige wat achter het schip vloog waren enkele Noordse stormvogels. Voor het ontbijt lukte het alleen om hier een Drieteenmeeuw, Jan-van-Gent en Roodkeelduiker aan toe te voegen. We zitten dan ook erg ver van land en daarmee van de dichtsbijzijnde kolonies/broedplaatsen. Het ontbijt verliep heel knus, aangezien de stoelen met mensen en al naar een kant begonnen te schuiven als er weer een golf kwam. De Inezia-groep staat erom bekend een bepaalde tafel te gebruiken. Deze tafel is vlak naast een deur naar buiten. Mocht via de portofoon een leuke melding binnenkomen dan laten we het eten achter en rennen we als een speer naar buiten. Via de portofoon kwam het bericht, wij naar buiten, het bleek om twee Noordelijke Butskoppen te gaan! Na even gepraat te hebben met de kapitein bleek dat we morgenochtend zeer vroeg in een goed walvissengebied komen. Dit kunnen we natuurlijk niet slapend passeren. Om vier uur dus maar de wekker zetten, zodat we ruim voor aankomst bij Jan Mayen (een zeer afgelegen eilandje) al op dek staan. En dan nu het echte verhaal van de Kaapverdische mussen, er waren vijf mussen aan boord bij aankomst in Nederland. Iemand heeft hier blijkbaar een melding van gemaakt bij een overheidsinstelling (het verhaal vertelt niet welke). Ter voorkoming van het vestigen van een nieuwe exoot is besloten de dieren weg te vangen. Een van de mussen is dood gevonden op het dek. Twee dieren zijn gevangen, maar er zijn ook twee dieren ontsnapt! Dus ofwel op het schip (dat inmiddels de poolcirkel is gepasseerd), ofwel in de omgeving van Hansweert zouden nog twee Kaapverdische mussen kunnen rondhangen. Over jagers en walvissen Inmiddels was ook ons reisdoel voor deze dag, het Noorse eiland Jan Mayen, aan de horizon verschenen. Tussen de wolken kwam de zon af en toe te voorschijn en zo konden we even een glimp opvangen van de 2277 meter hoge en met sneeuw bedekte top van Mount Berenberg. Rond negen uur werd duidelijk dat we zouden kunnen landen maar,
30
zo werd ons meegedeeld, het zou wel een natte landing worden. Hoewel de zee bijna zo glad als een spiegel was, bleek er een behoorlijk swell te zijn die oor de forse branding op ons landingsstrandje zorgde. Op de heenweg is het, op een enkele natte voet na, goed verlopen. Op de terugweg hebben enkele mensen (uiteraard niet van de zeer ervaren Ineziagroep) een volledig nat pak gehaald. Jan Mayen is een aparte belevenis. Grillig gevormd vulkaangesteente met daartussen zwart lavazand, strandjes van zwart lavazand bezaaid met boomstammen die uit Siberie afkomstig zouden zijn en een aantal er niet erg uitnodigend uitziende barakken die het Noorse weerstation vormen. Hier te zien kleine alken. Verder ver weg aan de horizon een Dwergvinvis, een groepje Butskoppen , Kleinste-, Kleine en Grote Jager. ‘s Avonds een groep van elf Zadelrobben. Size doesn’t matter Na gisteravond met de kapitein gesproken te hebben, bleek dat we vroeg in de ochtend over een bergtop heen zouden varen. De top van de berg was ongeveer 170 meter onder het wateroppervlak. De ideale omstandigheden voor walvissen, omdat het omringende water meer dan 3000 meter diep was. Water uit de diepte botst tegen de onderkant van de berg en stroomt via de helling omhoog naar de oppervlakte. Hiermee komt ook voedsel voor walvissen omhoog en zijn ze minder lang onder water waardoor je ze ook vaker ziet. Buiten de fantastische aantallen Zadelrobben, waren er ook Kleinste Jager, Middelste Jager, Rosse Franjepoot en Grote Burgermeester waar te nemen.
Rosse Franjepoot
Kleine Rietgans
Waar is Wallie? Na het verlaten van het drijfijs zagen we een zogeheten “blow”(spuitende walvis) in de verte. Dit bleek van het op een na grootste dier ter wereld te zijn: de Gewone Vinvis. Hier bleef het echter niet bij. Op een gegeven moment zagen we zelfs acht blows naast elkaar op de horizon. Uiteindelijk zagen we 44 stuks Gewone Vinvissen. Inmiddels zijn we bij het pakijs aangekomen en varen we vannacht via het pakijs naar Spitsbergen. Dit is echter volledig afhankelijk van of het ijs dit toelaat. Toch nog Wallie en hachelijk avonturen Na het ontbijt werd een Walrus ontdekt, die op het ijs lag. Toch een Wallie. Verder zagen we vandaag Sneeuwgorzen, Brandganzen en Paarse Strandloper. ‘s Middags werd een cruise met de zodiacs gemaakt door de Raudfjord. Alle elf zodiacs werden hiervoor van stal gehaald. Een fantastische tocht langs ijsschotsen met Kortbekzeekoeten, ijsschotsen met
31
Zwarte Zeekoeten, ijsschotsen met Drieteenmeeuwen, en verder onder andere Grote Burgermeesters, Kleine Jagers, Eidereenden en Kleine Alken volgde. Absoluut hoogtepunt vormden tienduizenden Kortbekzeekoeten en Drieteenmeeuwen. Na een uur of twee werden we teruggeroepen naar het schip. Dat bleek niet onverstandig. Doordat de wind was gedraaid, dreef er veel ijs het fjord in en bleek het al haast onmogelijk het schip weer te bereiken. Met veel moeite konden doorgangen worden geforceerd door met een aantal zodiacs tegelijk ijsschotsen weg te duwen. Toen het schip weer onder handbereik was, konden slechts vier zodiacs hun passagiers lossen voordat het schip weer door ijs dreigde te worden omsloten. Daarop besloot de kapitein het schip uit het ijs te varen met de resterende zodiacs in zijn kielzog. Na een spannend kwartiertje werd open water bereikt en konden alle passagiers weer aan boord komen waar ze, om de ontberingen te vergeten, met glühwein werden opgewacht.
Voor het diner kwamen we nog langs een indrukwekkende gletsjer. Hier op Spitsbergen zien we dagelijks meerdere gletsjers, maar deze was echt een klasse apart. De monding van de gletsjer strekte zich uit over een imposante vijf kilometer.
32
Pauls verjaardag We meenden gisteravond de dag al te hebben afgesloten, dat gold echter niet voor Paul. Rond half twaalf wist Paul de jackpot te ontdekken: een IJsbeer! Het dier, een vrouwtje met een zenderkraag om, kuierde langs een rotswand, ongetwijfeld op zoek naar voedsel. Het schip werd stilgelegd en via de intercom werden alle passagiers op de hoogte gesteld. Niet veel later stonden vele passagiers in verschillende staten van kleding in de lounge en op het voordek om het dier te kunnen zien. Later die nacht werden opnieuw een IJsbeer en nog wat later twee Walrussen ontdekt. Verder Spitsbergenrendieren en Brandganzen en Kleine Rietganzen. Hoogtepunten waren Paarse Strandlopers, Sneeuwgorzen en Alpensneeuwhoen. Nu zijn we op weg naar Longyearbyen voor het einde van de eigenlijke North Atlantic Odyssey. De meeste mensen verlaten morgen het schip en nieuwe mensen komen de vrijgekomen kamers opvullen. De Ineziagroep blijft echter aan boord voor de aansluitende trip rond Spitsbergen. Sterker nog…de Ineziagroep zal worden versterkt door twee man (Bob en Marc). Morgen wacht ons dus een dagje in en om de hoofdstad van Spitsbegen.
Ivoormeeuw
Koningseider
Paarse strandloper
The King Na het verlaten van het schip belandden we in een wat saaie omgeving, een oude vervallen haven, omringd met kale grond zonder ook maar enige vegetatie. Uiteindelijk kwamen we bij een paar plasjes bij een camping en hier begon het feest, de Koningseider. Omdat het dier zich vrij ver weg bevond besloten we erheen te lopen voor zover mogelijk. Deze wandeltocht werd echter verstoord door vier ijseenden in zomerkleed die zich fantastisch lieten bekijken. Vervolgens kwamen we nog wat tamme Paarse Strandlopers en Sneeuwgorzen tegen (eveneens in zomerkleed). Ook prachtige Roodkeelduikers waren te zien. Na dit allemaal in ons te hebben opgenomen liepen we terug richting het schip met de gedachte dat het niet beter kon. Dit bleek op een misverstand te berusten, want een stukje verderop bleek een Ivoormeeuw zich fantastisch te laten bekijken. Polar Bear special: Begin De North Atlantic Odyssey is ten einde, de Polar Bear Special begint. Het heeft wel iets weg
33
van “de koning is dood, leve de koning”. De reizen zijn echter onvergelijkbaar; de een gaat grotendeels over de oceaan, de ander blijft in de buurt van land. De een gaat van het gematigde klimaat van Nederland naar de Artische klimaat van Spitsbergen, de ander blijft enkel in het Arctische klimaat. Is de kans op het zien van IJsberen tijdens de North Atlantic Odyssey weliswaar aanwezig, toch is er een flinke kans dat er op die reis geen IJsberen gezien worden. De kans dat op een reis rond Spitsbergen geen IJsberen gezien worden is er weliswaar ook wel, maar die kans is vele malen kleiner dan de kans dat er wel IJsberen gezien worden tijdens een reis rond Spitsbergen. Spitsbergen heeft een intrigerende historie. Van de zwarte bladzijde van de massale walvisjacht vanaf de 16e eeuw tot aan Spitsbergen als springplank om als eerste de Noordpool te bereiken aan het begin van de 20e eeuw, overal zijn overblijfselen, monumenten en nagedachtenissen te vinden, zonder meer een prachtige extra dimensie aan een reis bij Spitsbergen. Op de North Atlantic Odyssey zijn er veel zeedagen. Er wordt wel eens een landing gedaan, bijvoorbeeld op Jan Mayen, maar hoofdzakelijk is het een reis over zee. Tijdens de Polar Bear Special zal er ongetwijfeld ook regelmatig aan land gegaan worden om te wandelen. Een wandeling op de verlaten, arctische toendra van Spitsbergen is een belevenis op zich en zal menige deelnemer voor het leven verslaafd maken aan deze manier van reizen! Polar Bear Special: Berengoed Plannen veranderen met de minuut, want onderweg naar de moeder IJsbeer met jong ontdekten we een andere IJsbeer!! De zodiacs werden te water gelaten en we zouden proberen om de IJsbeer te benaderen. Wat we te zien kregen was echt adembenemend. De IJsbeer volgde de kustlijn, dus we konden de beer goed benaderen. Het dier trok zich niets van ons aan en kwam dichterbij en dichterbij, tot we oog in oog stonden met dit indrukwekkende zoogdier. Vele gigabytes verder besloot het dier van het ene eiland naar het andere eiland te zwemmen. Wat een fantastisch gezicht! Aan alles komt een eind zo ook aan deze adembenemende reis. North Atlantic Odyssey hoogtepunten:
• Bij Aberdeen staat de dolfijnenteller al op 40 Witsnuitdolfijnen, twee Witflankdolfijnen en zeven Tuimelaars. • Het zien van het beroemde Fair Isle Bird Observatory, met als bonus een Baardgrasmus in de tuin. • Bezoek aan de Papegaaiduikerkolonie op Fair Isle. • Het nachtelijk invliegen van de Stormvogeltjes bij de kolonie op Mousa. • Bezoek aan een kleine Alken-kolonie op Jan Mayen. • Alle vier de Noordelijke Jagers (de vogels, niet de mensen) vlak na elkaar zien. • Het zien van het eerste pakijs. • Groepen van een ontelbaar aantal Zadelrobben op het pakijs (10.000-en). • 46 Gewone Vinvissen zien op één dag! Onze allereerste IJsbeer. • Onze “Nederlandse” wintervogels in zomerkleed in hun broedgebied. • Adembenemende landschappen.
IJsberenspecial Spitsbergen hoogtepunten:
• Walrussen met enorme slagtanden. • Koningeiders in zomerkleed. • 24 uur per dag zon. • Grote kliffen volgepropt met Kortbekzeekoeten, Drieteenmeeuwen, Papegaaiduikers en Brandganzen. • Maar liefst vijf IJsberen, waarvan drie vanuit de zodiacs op een zeer acceptabele afstand, waarvan een moeder met jong. • Tussen een groep van minimaal 100 Beluga’s varen die aan alle kanten het schip passeren. • Midden tussen vier druk foeragerende Gewone Vinvissen dobberen die zelfs voor de compactcamera’s aan boord vaak te dichtbij waren om op de foto te krijgen. • Een kolonie van 80.000 Kleine Alken bezoeken en het idee hebben dat je moet bukken om een overvliegende groep te laten passeren. • Genietend van het indrukwekkende landschap met een grote gletsjer op de achtergrond een Bultrug zien onderduiken, waarbij langzaam zijn volledige staart in een sierlijke boog boven water komt om langzaam recht naar beneden te verdwijnen.
34
PROGRAMMA 2 E KWARTAAL 2014 Donderdag 17 april: lezing Koos Dansen, vogelfotograaf. Locatie: bovenzaal Uiterwaard 31 Meerzicht. Aanvang: 20.00 uur.
25-27 april: WEEKENDEXCURSIE DWINGELDERVELD Donderdag 15 mei: thema-avond. Locatie: Stadsboerderij De Weidemolen, Burg. Middelberglaan 2. Aanvang: 20.00 uur.
17-25 mei: Nationale Vogelweek
Excursies op 17,19 en 21 mei. Zie ook www.vogelweek.nl. Zaterdag 31 mei: Ledenexcursie Zouweboezem
Excursiewerkgroep:
Kees en Els Luijkx: 079-3417900, Fanny Fekkes: 079-3521589, Monique Touwslager: 079-3603361
Aanmelden excursies:
[email protected] Ledenexcursies vertrekken - tenzij anders vermeld - vanaf winkelcentrum Meerzicht (Eesterwaart) bij poelier Ank vd Burg om 8.00 uur
35
Vogelwerkgroep Zoetermeer • • • • • • • •
Gezellige vereniging voor jong en oud; Houdt zich bezig met vogels in de vrije natuur; Verricht activiteiten zoals tellingen en waarnemingen; Verstrekt informatie aan derden; Organiseert excursies en lezingen; Organiseert meerdaagse (buitenlandse) excursies (low-budget); Organiseert met regelmaat een cursus voor vogelherkenning: Levert inspraak bij de gemeente aangaande natuuraangelegenheden.
Nieuwsgierig geworden? Voor informatie bel, schrijf of e-mail naar de bestuursleden die vermeld staan op pagina 2. Hier kunt u zich direct aanmelden. Meer weten? Bezoek ook eens onze internetpagina: www.vwgzoetermeer.nl
36