a a lt e n s e M u s e a
nr 1 * maart * 2012
de panne
colofon Aaltense Musea • Markt 12 Euregionaal museum voor de vrijheid • Aaltens Historisch museum (AHM) Post- en bezoekadres Markt 14 - 7121 CS Aalten Telefoon 0543 - 471797 - Fax 0543 - 471681 E-mail adres:
[email protected] Website: www.aaltensemusea.nl Website: www.markt12.nl Postgirorekening: 43.60.025 Bankrekening: 3105.03.779 (Rabobank) KVK 40120837
in deze uitgave Ten geleide - Gerda Brethouwer Organisatie Interview met Jenny Smit-Kempink Maatschappelijke stage Expositie Educatie Gastenboek Wat is dàt dan? Markt 12 Dialectverhalen - Miep Geesink Aaltens Historisch Museum Mogen we even uw aandacht? Column - Gerard te Voortwis Agenda Striptekenaar - Ronald Peet
1 6 7 12 14 16 19 20 22 25 28 30 32 34 35
Redactieraad Miep Geesink-Wisselink, Ab Hoefman Adri Hogewoning, Henk Lensink Inie Luijmes-Ebbers Erik Nijman, Thea Onnink-Stronks Columnist: Gerhard te Voortwis Striptekenaar: Ronald Peet Opmaak: LammersDtp.nl, Aalten De Panne verschijnt driemaal per jaar (ISSN 1384-7198) Openingstijden Zie pagina 30 Bestuur Ton de Vries, voorzitter Ria Theissen, secretaris André Heersink, penningmeester Gerrit Doornink, Ada Gussinklo, Herman Onnink, Jon Temming, Yvonne Wikkerink Directeur Gerda Brethouwer
32e jaargang nummer 1 - maart 2012
Stichting Vrienden Ab Hoefman, voorzitter Anjo van Houten, secretaris Rob Nieman, penningmeester Geb Garretsen, Carla Kole-Vredebregt
Omslagfoto Staand voor haar geboortehuis, zwaait Jenny SmitKempink naar het kind dat ze was, direct na de bevrijding.
Lidmaatschap De contributie voor het lidmaatschap van de Vereniging Aaltense Musea bedraagt minimaal € 15,- per kalenderjaar.
de panne
Ten geleide Met trots schrijf ik deze inleiding in de vernieuwde Panne. Deze is net als de vernieuwde website helder, informatief en eigentijds. Geschiedenis, heden en toekomst krijgen er hun plek. Dat is wat we belangrijk vinden; vooruitgang maar wel vanuit het besef van de achteruitkijkspiegel. De Panne geeft informatie over onze activiteiten maar tegelijkertijd ook over tradities die nieuw leven ingeblazen krijgen. Of gewoon over wetenswaardigheden uit het verleden en heden. In het vorige nummer kondigde ik de koerswijziging aan voor de Aaltense Musea. Het toekomstplan 2012-2020 is inmiddels door het bestuur vastgesteld. Deze geeft een koers, die het bestuur van de Aaltense Musea en VVV Aalten, voor de jaren 2012-2020 wil volgen. De nieuwe koers is belangrijk om de toekomst sterk tegemoet te gaan. We gaan dan ook door op de sterke punten uit het verleden en benutten kansen van nu. Het gaat over nieuwe betekenis van die oude tradities, het toevoegen van verhalen van deze tijd, en vooral ook uitwisselen en verder kijken. Een erfgoedcentrum waar de cultuur van Aalten in regionaal perspectief springlevend is. Bij onze musea gaan we meer focus aanbrengen. Er zijn voortaan twee musea die verhalen van het (over)leven van een gemeenschap, in gewone en ongewone tijden. Het zijn: • Markt 12 - Euregionaal Museum voor de vrijheid
• Aaltens Historisch Museum – met als speerpunten de textiel- en hoornindustrie Beide musea vertellen dus over de geschiedenis van mensen hoe zij leven, werken en ook hoe zij overleven en voor moeilijke keuzes staan in tijden van oorlog. Het betekent dat wij scherpere keuzes maken voor hetgeen we bewaren en tonen. Slimmer samenwerken in de regio en de euregio met andere partijen die ook een deel van de geschiedenis tonen. Het educatieve karakter en het interactief beleven en ervaren van de geschiedenis zoals dat nu al gebeurt bij Markt 12, willen wij ook graag in de andere gebouwen doorvoeren. De komende maanden zullen we de bijzonderheden uit de collectie zoeken en ons toeleggen op het werven van middelen om deze op een aantrekkelijke manier te presenteren. In de samenwerking met collega-instellingen maken wij verbindingen tussen collecties, waarbij wij bij AHM een steviger positie willen inruimen voor de textiel- en hoorindustrie. De nadruk 1
de panne op de euregio - nu vooral bij Markt 12 willen we voor het gehele museum laten gelden. Ook de activiteiten van onze VVV geven daarvoor kansen. Dit nummer geeft weer een goed beeld van de activiteiten waar wij ons op richten: uitwisseling, bewustwording, beleving en reflectie en onze eigen geschiedenis waarin we aandacht geven aan de textielen hoornindustrie. Knap Goed! Een expositie die vanaf de zomer te zien is over kleding en kostuums die men bij speciale gelegenheden droeg: een fraaie buitenkant geeft herkenning en plezier! De ambachtelijkheid waarmee de kleding op de naaiateliers werd gemaakt roept op zijn minst bewondering op. Het biedt een mooie gelegenheid de vele robes en kostuums uit de eigen collectie te tonen aan het publiek. De intensieve voorbereiding door de textielcommissie is op zich ook al een staaltje vakmanschap. De textielcommissie werkt vanaf september aan het zorgvuldig opbouwen van de tentoonstelling. Via
Marijke Schurink maakte twee series sieraden. De ene reeks werd geshowd door koeien en de andere werd gedragen door het bedienend personeel van Grandcafé Hemels. De sieraden zijn gemaakt van koeienhuid, been, hoorns en melk. Koeien en mensen leven al duizenden jaren samen, de serie Urban Wijland juwelen is daar een hommage aan.
2
wekelijkse mails van Fenny de Heus en Thea Schipper volg ik dat arbeidsintensieve en indrukwekkende proces. [......] Qua materiaal om paspoppen aan te passen moet je onder andere denken aan fiberfill. Om paspoppen te beschermen gebruiken we ondertricot (ik maak rompertjes zoals ook al op de paspoppen zitten, maar omdat we daaraan de onderkleding moeten vastspelden of vastnaaien en we de poppen hebben geleend of gehuurd, moeten de oorspronkelijke rompertjes netjes blijven). Voor onderkleding moet je denken aan: stevige katoen (ik heb nog wat uit mijn eigen stoffenvoorraad), tule (voor derrières!!), katoenen batist om de overkleding te beschermen tegen het harde tule, baleinen om petticoats te maken en de overkleding wijd uit te laten staan. Ook zal ik zijde kopen.
de panne Bijvoorbeeld voor een robe-manteau: die is van voren open. Ik zal de onderrok voor zover het zichtbare gedeelte betreft, van zijde maken en het onzichtbare van dunnen katoen. Aan het boek (A practical quide for costume mounting) hebben we erg veel. Binnenkort hebben we een afspraak met de timmerman. We hebben een nieuw strijkijzer gekocht.[...]. Mail Thea Schipper 26 februari 2012 . Het is de kunst met de prachtige kostuums ook een verbinding te maken naar deze tijd. Die verbinding komt er via hedendaagse naaiateliers uit de regio en accessoires die aansluiten bij de rijkdom van het verleden. Erfstukken heten de sieraden van Erna van Huppelschoten en Marijke Schurink. Men kan hen die enkele oorbel, dat kapotte kettinkje van oma, dat te kleine ringetje, gerust toevertrouwen. Ze rijgen ze weer aaneen tot een prachtig en heel persoonlijk sieraad. Bij de tentoonstelling is werk van hen en andere ontwerpers te zien die de rijkdom van het verleden gebruiken in nieuw werk. Zo ben ik de trotse eigenaar van prachtige zilveren oorhangers van een ontwerper die knopen verwerkt! Expositie Calmeyer-Joden Nog tot 1 juli is de indringende expositie over Hans Georg Calmeyer ‘CalmeyerJoden’ te zien. De Duitse jurist die binnen het systeem 3.500 tot 7.000 joodse burgers een ‘ariër’ verklaring gaf waardoor zij niet op transport gingen. In Duitsland zag men hem als ereburger, hij kreeg de Yad Vashem onderscheiding vanuit Israël, Loe de Jong eerde hem maar toch bleef hij in Nederland
omstreden. De indringende tentoonstelling confronteert ons met keuzes en dilemma’s, te complex om te bevatten. Wat hadden wij gedaan? Het is heel gemakkelijk -vanaf de zijlijncommentaar te hebben op het handelen van mensen uit het verleden of ver weg. Het optekenen van de verhalen vinden we belangrijk; niet alleen voor kennis van het verleden maar vooral om er van te leren voor de toekomst. De bewustwording over de geschiedenis leert ons respect te hebben voor menselijke waarden. Dat is vooral wat we nodig hebben voor de toekomst waarin we vrijheid voorop stellen. Wij bereiden daarom ook een grote tentoonstelling voor over het begrip Dader – Täter en alle nuances die daarin zijn. Miep Geesink vertelt ons in haar stukje over bijzonderheden uit haar herinneringen, waaronder de bevrijding. Dat aspect blijft immers ook belangrijk. Graag haal ik in dat verband onze medewerker Frits de Winter aan die alle medewerkers en vrijwilligers een bericht stuurde nadat hij weer op de been was. Hij gaat nog uitvoerig schrijven over wat hij heeft meegemaakt na zijn collaps op 22 november jongstleden in de Ruyschstraat in Amsterdam en hartoperaties die volgden. Anneke en hij hebben onverwacht veel medeleven ervaren. Ook belangrijk om te delen! [......] Die twee maanden waren gekenmerkt door twee uitersten: schrik, ontsteltenis, paniek en zorg en overstelpende hartelijkheid, vriendschap, meeleven. [...] Jullie allemaal, buren, vrienden en familieleden, de collega’s
3
de panne van ons Museum en van onze school, en de medewerkers van de ziekenhuizen in Amsterdam, Winterswijk en Enschede, de ambulancemensen, die me heen en weer gereden hebben, de Amsterdamse burgers die te hulp zijn geschoten: zij allen verdienen de grote dankbaarheid van mij en mijn gezin. Zij zijn er de oorzaak van, dat ik een periode van angst en schrik, kan afsluiten met een gevoel van innige warmte, van hoop en van het diepe besef, van wat ik altijd al wist: liefde is de levenswet.[......] Mail Frits de Winter 31 januari 2012. Het weergeven van bijzondere getuige nissen is waar ons museum bekend om is. Een van die bijzondere verhalen is dat van Jenny Smit-Kempink die als klein meisje tijdens de oorlog in het huis woonde en er nu tijdens de rondleidingen over vertelt. Zie het interview verderop waarin zij daarover spreekt. Tijdmachine ‘Gelegerd in Gelderland’ geeft zo’n verbinding waarin ook de jeugd op een heel speelse manier met de geschiedenis bekend wordt gemaakt. Via een Tijdmachine (op de Markt) worden kinderen van de geschiedenis gewaar. In het museum worden zij verder geleid. Het is een initiatief van de provincie en het Gelders Genootschap. Verschillende musea en organisaties kunnen met de eigen insteek en geschiedenis aanhaken bij het project, dat als een marathon door de provincie gaat. We gaan speciaal voor die gelegenheid een kleine expositie inrichten
4
in de projectruimte van Markt 12 met vernuftig hergebruik van materiaal uit de oorlog. Deze is gratis toegankelijk vanuit de entree van de musea. Men was inventief in de oorlog, dat zien we aan de patchwork vrijheidsrokken en wat men maakte van parachutestof: een prachtige robe (bruidsjurk) en een gebreid kindertruitje. De parachute die bij de bekende dropping in Dale overbleef, laten we ook zien in de hal. De herinnering aan die dropping komt ook tot uitdrukking in de nieuwe naam die de zandweg daar krijgt: Droppingweg.
Leren Educatie is een basispijler van onze musea. Daarover gaat het artikel over de leskoffers voor het basisonderwijs ‘De Goastok’. Kinderen ‘leren’ zo op een speelse manier over hun geschiedenis en omgeving. Scholieren komen van Schaersvoorde voor maatschappelijke stages of projecten bij onze musea zoals u verderop kunt lezen. We proberen de uitwisseling van jongeren over de thema’s tolerantie, vrede en vrijheid kracht bij te zetten in het unieke euregionale project Onderduiker-Untertaucher, dat wij samen met onze Duitse collega Augustaschacht in Osnabrück, voorbereiden. 12 Nederlandse en 12 Duitse jongeren gaan samenwerken met theatergroep Lupe en een beeldend kunstenaar uit Nederland, aan een locatietheaterstuk dat op beide plekken wordt gepresenteerd. Inmiddels zijn er deelnemers in de leeftijd van 14-20 jaar uit Amersfoort, Utrecht en Doetinchem. Er is nog plaats voor aanmeldingen uit de Achterhoek.
de panne Eenmaal weg uit Aalten, houdt men graag de banden vast. Nelleke Penterman en Suzanne Wagterveld, twee studenten van de Hogeschool Utrecht, maakten een ode aan Markt 12 voor een VVV glossy. We kunnen hun bijdragen goed gebruiken bij onze nieuwe plannen. Nieuw onderdeel zijn ook de striptekeningen van Ronald Peet die voortaan de Panne zullen verrijken. Gedachten over oud en nieuw, kunt u voortaan ook lezen in de stukjes van
Gerhard te Voortwis. Deze telg uit de regio pendelt voorlopig nog heen en weer tussen Amsterdam en Achterhoek. Zoals voor hem en mij geldt, blijkt dat 80% van de mensen uiteindelijk weer terugkeren naar hun roots (Motivaction onderzoek). Dat is toch opmerkelijk. Ik ben benieuwd hoe dat hier ligt. Ik denk dat we onze oude omgeving weer opnieuw moeten ontdekken om haar te waarderen en te vernieuwen. Daar dragen wij dan graag aan bij!
Foto Thea Onnink
5
de panne
o r g a n i s at i e jaarvergadering Uitnodiging voor de 84e jaarvergadering, welke gehouden zal worden op maandag 23 april 2012 in het museum. Aanvang 19:30 uur. Agenda: 1. Opening 2. Mededelingen 3. Notulen ledenvergadering 2011 4. Jaarverslag 2011 5. Het financiële jaarverslag en de financiële begroting 2012 6. Rapportage kascommissie 7. Bestuursverkiezing 8. Rondvraag 9. Pauze 10. Presentatie van Bernard Nusselder over het Caspershuus 11. Sluiting. Toelichting op de agenda: 3. De notulen van de vorige vergadering liggen voor aanvang van de vergadering ter inzage. 4. Ook het verslag van het verenigingsjaar ligt voor aanvang van de vergadering ter inzage. Tevens is dit verslag te lezen op de website van onze musea. 5. Het financiële jaarverslag over 2011 en de financiële begroting 2012 liggen voor aanvang van de vergadering ter inzage. 7. Bestuursverkiezing: Aftredend en herkiesbaar Ada Gussinklo, Herman Onnink en Ton de Vries. De bestuursleden Ada Gussinklo en Herman Onnink zijn reeds 2 maal herkozen. De algemene vergadering dient naast hun herbenoeming ook toestemming te geven voor een derde bestuursperiode van 4 jaar. Namens het bestuur Ton de Vries (Voorzitter)
6
de panne
interview met jenny smit-kempink Een belangrijk onderdeel van de Aaltense Musea is het pand Markt 12. Dit huis geeft op een indrukwekkende manier weer hoe de bewoners tijdens de Tweede Wereldoorlog het dagelijks leven ervoeren. Als je in de gelegenheid bent om verhalen uit de eerste hand te horen dan komt de geschiedenis pas echt tot leven; ……een interview met Jenny SmitKempink.
Markt 12, mijn woonhuis in de oorlog
7
de panne Net terug uit Oostenrijk van een ski-vakantie, waarbij ze zelf ook nog op de lange latten gestaan hebben, zijn Jenny en Jan Smit weer thuis aan de Vismarkt in Bredevoort. In de gezellige huiskamer zitten we aan tafel met een kop koffie en steekt Jenny van wal, nadat Jan naar elders in huis is vertrokken. In de oorlog woonde Jenny met haar ouders en zusje Annie in het pand Markt 12 te Aalten, het thans welbekende museumpand. Na de oorlog is broer Antoon geboren. In de oorlog was de kamer rechtsvoor gezien vanaf de Markt gevorderd door de Duitse bezetter en hield de Ortskommandant daar kantoor, met 4 bureaus. Aan de andere kant van de gang woonde het gezin Kempink in de voorkamer en achteraan in de woonkeuken. In het midden woonde “ome” Han Vaags, een vrijgezel, kleinkind van dokter Freriks van moeders kant, ooit de eigenaar van de museumpanden. Keuken, middenkamer en voorkamer zijn thans met elkaar verbonden maar vroeger waren deze kamers door muren gescheiden en kwamen de deuren alleen uit op de gang. Zo had de “ome” in de middelste kamer eerst nog enige privacy maar na verloop van tijd leefden de bewoners samen en stonden meubels en bezittingen door elkaar. Tijdens de oorlog was de kamer van de Ortskommandant in eerste instantie de ruimte waar Oostenrijkse Rode Kruis medewerkers van het Duitse leger gehuisvest waren. Later zetelde daar dus de kommandant. In de kamer van de Ortskommandant hing een portret van
8
Hitler. Op een dag liet de Ortskommandant vol trots deze beeltenis aan moeder Kempink zien. Moeder Kempink was zo verontwaardigd dat ze het portret ondersteboven hing.
Vader Kempink is daar zo boos over geworden, vooral uit bezorgdheid, omdat zo’n daad levensgevaarlijk had kunnen zijn als de Duitsers zich daaraan hadden geërgerd. Overigens waren veel Duitse soldaten prima mensen die ook maar de oorlog werden ingestuurd, hield moeder Kempink de zusjes Jenny en Annie voor. Alleen voor soldaat Hartmann die ook in de kamer van de Ortskommandant werkte hadden de mensen vrees. Jenny begeleidt, als assistent bij rondleidingen, graag scholieren in het pand Markt 12. Als ze vertelt over haar
de panne ervaringen in de oorlog dan merkt ze vaak dat de kinderen erg onder de indruk raken van de verhalen van een ooggetuige. Velen schudden Jenny na afloop van een rondleiding de hand als dank voor de bijzondere rondleiding. In Markt 12, achter de kamer van de Ortskommandant, is nu een ruimte waar oorlogsposters hangen. Vroeger was dit een open plaatsje waar een mestvarkentje gehouden werd. Daarachter, wat nu de keuken in de centrale hal is plus nog een flink stuk naar achteren was een lange schuur. Een prachtige aanbouw aldus Jenny. Het spijt haar dat haar ouders en ome Han het destijds hebben laten slopen. De Scheveninger-opkamer was vroeger de slaapkamer van Jenny’s ouders, Jenny sliep tijdens de oorlog in de aangrenzende alkoof. Bij een luchtalarm waren ze hierdoor vlakbij de schuilkelder die naast de familie Kempink ook door een aantal buren werd benut. In de oorlog bood de familie Kempink ook onderdak aan het echtpaar Parker en een moeder , alledrie afkomstig uit Den Haag. Ook zij maakten gebruik van de schuilkelder. Bij een luchtalarm zocht iedereen een schuilkelder op. Het tweede signaal betekende “kust veilig” en gingen de mannen hulp bieden bij slachtoffers van de bombardementen. Hierbij droegen ze een schildje op de bovenarm waarop stond; Blokploeg L.B. Jan Smit bewaart nog zo’n schildje en toont het tijdens dit interview. Diepe indruk bij Jenny maakten de bombardementen in
het centrum. Vooral de dood van een kind van bakker Steenbergen en een kind van Helmink zal ze nooit vergeten. Op de bovenverdieping van Markt 12 waren aan de Marktzijde drie slaapkamers. Daarachter was de grote zolder en de schuilplaats achter een hoop voorwerpen. Deze schuilplaats werd door vader Kempink, ome Han, een broer van moeder Kempink en koerier Jaap, benut in geval van dreigende razzia’s. Met razzia’s hield de Ortskommandant zich niet bezig, dat waren volgens Jenny andere groepen. Het kwam ook niet vaak voor dat beneden op kantoor de Duitsers werkten en tegelijkertijd boven de schuilplaats benut werd, aldus Jenny. De hierboven genoemde koerier heette Jaap Schouten. Zijn belangrijke rol in het verzet tijdens de oorlog is volgens Jenny altijd sterk onderbelicht geweest. Veel gevaarlijk werk heeft hij verricht. Zo was hij betrokken bij een overval op een distributie-kantoor bij Borculo, bracht als “bakkersknecht” distributiebonnen rond op een bakfiets vol met broden en heeft hij met twee anderen Ome Jan Wikkerink bevrijd uit de Marechaussee-kazerne (met behulp van een fiets van vader Kempink). Dat Kempink nog een fiets had was te danken aan het oogluikend toestaan daarvan door waarnemend burgemeester Wiesmann. Na de oorlog kreeg moeder Kempink elk jaar op 5 mei een boeket bloemen van Jaap Schouten. Jenny vindt het spijtig dat de schat aan informatie die Jaap had, niet door de Aaltense Musea is opgetekend. Een gemiste kans. Koerier Jaap is een paar jaar geleden overleden.
9
de panne Als kind had Jenny niet veel besef van de oorlog. Aan het eind van de oorlog werd dit anders. Toen voelde ze angst. Dit gevoel werd heel sterk toen de familie Kempink in februari 1944 door de Duitsers werd gelast onmiddellijk het huis te verlaten om plaats te maken voor vluchtelingen uit het Ruhrgebied. Jenny bewaart nog altijd een kopie van het “Räumingsbefehl”. Duitse moeders en kinderen kregen onderdak in de verlaten huizen. Ontheemd liep het gezin Kempink achterlangs De Pol door de weilanden in zuidelijke richting. Ze werden opgevangen door opa en oma aan de Dinxperlosestraatweg. Onderweg hebben ze diverse malen dekking moeten zoeken vanwege beschietingen en bombardementen. Jenny staat helder voor ogen het beeld van bommenwerpers rond de katholieke kerk die bommen wierpen op de Wehme. Na een half jaar konden de bewoners van het centrum terug naar hun woningen. Het viel Jenny op dat de Duitse moeders en kinderen allemaal vertrokken waren, terug naar het Ruhrgebied. De meeste Duitse soldaten waren vertrokken richting Miste/Winterswijk.
werden en door het centrum van Aalten trokken. Na de oorlog keerde het gewone leven terug. Door de centrale ligging van het pand Markt 12 had moeder Kempink veel aanloop. Dat bracht veel gezelligheid mee. Voor het huis was ook een bushalte en stond er naast de trap naar de voordeur een bankje waar veel gebruik van werd gemaakt. In de buurt woonden verder de familie Keizer (van ’t hotel), ten Have, bakker Beusink (later Blanken, nu Kasper Paul) en de buren van nummer 14 , kapsalon Fries/ Ottens en opzij de familie Beeks (zijdeur Frerikshuus later dichtgemetseld). Later was in dit pand ondermeer dansschool Vieberink gevestigd. Wat thans de Freriksschure is, huisnummer 16, was vroeger een woonhuis voor twee gezinnen. Aan weerszijden van de deel woonden, gezien vanaf de binnenplaats links de familie te Lindert met drie kinderen en rechts, met aan de zijkant uitzicht op de tuin van familie Kempink, de familie Lammers met 5 kinderen. Deze situatie heeft nog bestaan tot begin jaren 70 van de 20e eeuw.
Jenny kan zich de bevrijding nog goed herinneren. Geallieerde tanks stonden voor hun huis en op de Markt en reden daar rondjes. Jenny werd voor het huis op een tank gehesen (zie omslagfoto). Ze herinnert zich nog goed dat er overvloedig chocola en biscuit werd uitgedeeld door de bevrijders. Ook kan ze zich nog goed voor de geest halen de stoet NSB’ers die opgepakt
Begin 60-er jaren leerde Jenny haar man Jan kennen en gingen ze wonen in de Officierstraat in Bredevoort. Daar begon Jenny een kapsalon. Het woongedeelte daarachter lag aan ’t Walletje. Toen ze in het jaar 2000 stopte met de kapsalon werd de “schuur” tegenover hun woning aan de Vismarkt verbouwd tot een sfeervol woonhuis met historische elementen, zoals een vloer van potscheure en een voordeur
10
de panne
in een omlijsting van een deeldeur. Geregeld begeleidt Jenny een rondleiding aan groepen in museum Markt 12. Vooral een mix van Duitse en Nederlandse scholieren bij een uitwisseling mag ze graag rondleiden. Maar ook bijvoorbeeld een groep Duitse dames uit de grensstreek, vooral als ze merkt dat aan weerszijden van de grens mensen hetzelfde dialect spreken. Ze hoopt de rondleidingen nog een geruime tijd te kunnen verzorgen. Maar ook haar tuin aan de Vismarkt, en de
Kruidentuin in het centrum van Bredevoort bieden haar genoeglijke uurtjes werk. En niet te vergeten haar man Jan, kinderen en kleinkinderen krijgen de nodige aandacht. Al met al een dame die niet stilletjes achter de geraniums zit. Jenny, bedankt voor het indrukwekkende en gezellige interview.
11
de panne
M a at s c h a p p e l i j k e s ta g e In de maand februari hebben twee leerlingen uit het voortgezet onderwijs een aantal dagen maatschappelijke stagewerkzaamheden verricht in ons museum. Onder leiding van Piet van der Have, vrijwilliger bij ons museum, hebben
12
Soilin Rioza uit Haarlem en Hilde Damen uit Aalten zich onder andere bezig gehouden met het archiveren van schilderijen uit ons depot. Op de foto ziet u Piet, inmiddels 80+ en Hilde en Soilin, 20- , druk aan het werk.
de panne
VVV VVV Aalten draait op volle toeren! Het VVV Agentschap Aalten is sinds maart vorig jaar onderdeel van de Aaltense Musea. Met een enthousiast team van negen mensen worden geïnteresseerden geïnformeerd over de activiteiten en bijzonderheden van Aalten en de regio. De VVV functioneert opmerkelijk snel als een geoliede machine op de nieuwe plek. Het loopt dermate goed dat het team allerlei nieuwe zaken oppakt en ontwikkelt. Waar mogelijk spelen de medewerkers in op de groeiende vraag van onze mooie gemeente als recreatief lustoord. De VVV Aalten wil dan ook deze lijn de komende periode kracht bijzetten. Het team van de VVV kan namelijk nog heel goed extra ondersteuning gebruiken, vooral nu het drukke vakantieseizoen weer voor de deur staat. Mensen die tijd over hebben en het team willen versterken zijn van harte welkom. Zo voorziet de VVV inmiddels in een leuk assortiment speciale producten uit Aalten en de regio die te koop zijn in de hal. Komt u gerust eens vrijblijvend kijken of er wat van uw gading bij zit! Er worden speciale cadeaupakketten samengesteld voor verschillende prijsklassen. Daarnaast zijn er arrangementen voor een fijn dagje uit met zijn tweeën of een grotere groep. VVV Aalten doet graag een oproep voor nieuwe vrijwilligers die zich aangesproken voelen door het werk als ambassadeur van Aalten. De werkzaamheden zijn het verschaffen van toeristische informatie, de verkoop van allerlei cadeaubonnen, streek- en lokale producten, pr activiteiten schrijven van tekstjes, het meedenken over beleid en activiteiten en het organiseren van evenementen. We krijgen met regelmaat ook Duitse toeristen, dus enige kennis van de Duitse taal is meegenomen. Het is heel
belangrijk dat belangstellenden met de computer overweg kunnen. Ook reacties van mensen die alleen interesse hebben voor de organisatie van evenementen of computerwerkzaamheden zijn van harte welkom. Mocht dit u aanspreken meldt u zich dan aan bij Artje Klop, coördinator VVV-Aalten via telefoonnummer 0543-473052 of per email
[email protected]
13
de panne
expositie Calmeyer-Joden Redding en schuld tijdens de bezetting 1940 -1945 Hans-Georg Calmeyer (1903-1972) was tijdens de oorlog hoofd van de ‘Entscheidungsstelle’ in Den Haag. Deze functie hield in dat hij moest bepalen wie wel of niet vol-joods was. Door het accepteren van verzoekschriften inzake twijfel aan de Joodse afstamming gaf hij vaak vrijstelling. Deze ontlastende documenten werden vaak vervalst door
een illegaal netwerk rond Calmeyer. Daardoor ontkwamen waarschijnlijk rond de 3500 mensen aan deportatie naar de vernietigingskampen. De Duitsers hebben de fraude nooit ontdekt, toch kwam Calmeyer steeds vaker in conflict met de Duitse organisaties. Dat belette hem niet door te gaan met zijn werk en daarvoor is veel moed nodig. Hans-Georg Calmeyer was voor de oorlog advocaat in Osnabrück. In 1940 was hij met de Wehrmacht in Nederland gelegerd. Omdat het soldatenleven niets voor hem was, koos hij voor de functie van hoofd van de Entscheidungsstelle. Na de oorlog is hij tot september 1946 gevangen gehouden in Scheveningen door de geallieerden. Daarna vestigde hij zich weer in Osnabrück, waar hij in 1972 op 69-jarige leeftijd overleed aan een hartaanval. Het leven van Calmeyer is een sterk voorbeeld hoe ontzettend smal de grens tussen goed en kwaad kan zijn: was hij nou vooral redder of mededader? Hoewel die discussie rond zijn persoon altijd is gebleven, ontving hij in 1992 postuum de
14
de panne Gerda Brethouwer heette op 17 februari de gasten welkom en gaf na een korte inleiding het woord aan Joachim Castan, die de gasten meer over de achtergrond en het handelen van Calmeyer vertelde. Na de toespraken zong Günther Gall, zanger en muzikant, nog een tweetal toepasselijke liederen. De expositie is nog tot 1 juli a.s. in ons museum te bezoeken.
Joodse onderscheiding Yad Vashem. De expositie momenteel in ons museum, is samengesteld door Joachim Castan. Hij wil niet van Calmeyer een held maken, maar hiermee het dilemma laten zien in de historische context. Dat dwingt de bezoeker zelf na te denken over welke keuze hijzelf gemaakt zou hebben. Op de expositie zijn portretten te zien van mensen die dankzij Calmeyer de oorlog overleefden. Hiermee wordt voelbaar gemaakt hoezeer leven of dood kon afhangen van een enkele beslissing.
15
de panne
e d u c at i e Op pad met de koffer ‘Kerken in de Kijker’. (onderdeel van ‘de Gaostok’). Zoals u weet is ‘de Gaostok’ bezig met het ontwikkelen van programma’s over het culturele erfgoed van de gemeente Aalten. Deze programma’s zijn bedoeld voor de basisscholen vanaf groep 1 tot en met groep 8. Onderhand zijn er al twintig programma’s/koffers. Aan sommige ervan is een museumbezoek gekoppeld, maar ook andere excursies zijn mogelijk. Zo hebben we de koffer ‘Kerken in de Kijker’, waaraan een bezoek aan de Oude St. Helenakerk gekoppeld zit, maar ook een keuzebezoek aan synagoge, R.K.-kerk of moskee (het vroegere gebouw ‘Kom d’r in’, aan de Bodendijk). Deze herfst heeft voor het eerst een school gekozen voor een bezoek aan de moskee. De leerkracht en de leerlingen waren erg enthousiast over de bezoeken aan kerk en moskee. Een paar leerlingen en de leerkracht maakten een paar verslagen die u hieronder kunt lezen: Leerkracht Marjolene Wielink-Wilmink schreef het volgende: “In de maand oktober is er door groep 7 en 8 van basisschool ’t Möllenveld gewerkt aan het project ‘Kerken in de kijker’. Dit project is afgesloten met een bijzondere excursie die op de kinderen veel indruk heeft gemaakt.
16
Omdat de klas bestaat uit 28 leerlingen was het noodzakelijk om de groep te splitsen en halverwege de ochtend te laten wisselen. Zodoende kregen we de mogelijkheid om naast de Oude Helenakerk ook de moskee aan de Bodendijk te bezoeken. De oude St. Helenakerk is voor de kinderen een bekend gebouw in Aalten, hoewel lang niet iedereen er wel eens is binnen geweest. Des te leuker om nu eens alles te horen over de bouw van de kerk, wat is het oudste gedeelte, waarom is het zo gebouwd. Ook de muurschilderingen werden uitgebreid bekeken en de verschillende restauratiestijlen werden uitgelegd aan de kinderen. Het bezoek aan de moskee was voor iedereen een bijzondere ervaring. Aan de buitenkant een heel gewoon onopvallend gebouwtje. Binnen heerst een hele andere sfeer. Bij binnenkomst je schoenen uitdoen, begroet worden door de imam en een aardige Turkse mevrouw. We werden er stil van. De wasruimte bij binnenkomst, de prachtig betegelde gebedsruimte, het mooie vloerkleed met vlakken zodat je mooie rechte rijen krijgt als je knielt. Het was een andere wereld en toch zo dichtbij. Er werd een hele duidelijke uitleg gegeven over de gewoontes, regels en gebruiken
de panne
in de Islam. Op school was er ook al over verteld, dus de kinderen herkenden veel. Ook de discussie werd niet geschuwd. Waarom een hoofddoek? Moet je altijd je armen bedekken? Waarom zitten mannen en vrouwen apart? Het voorlezen (voorzingen) door de imam uit de Koran was toch wel een hoogtepunt. De kinderen gingen er echt recht voor zitten en konden het niet nalaten hiervoor te applaudisseren. Aan het eind van het bezoek kregen we een Koran als geschenk mee voor onze school. Een mooi gebaar. De Koran staat in onze klas nu naast de paaskaars die we elke ochtend aansteken. Wij hebben beide bezoeken als heel verrijkend ervaren. Twee verschillende culturen die op een herfstochtend ineens
zo dicht bij elkaar komen. Juist in deze tijd zo belangrijk om dit aan kinderen te laten zien en te laten beleven.” De kinderen Elisan en Marlou hebben het ook interessant gevonden, zij schreven: “Wij gingen op woensdag 26 oktober naar de kerk en de moskee. Groep 7 ging eerst naar de moskee en groep 8 ging eerst naar de kerk. Wij zitten in groep 8 en gingen dus eerst naar de kerk. Daar werden we hartelijk ontvangen. Er werd van alles verteld over de geschiedenis van de Helena kerk. Er is ook verteld over de protestanten en de katholieken. Dat alle muurschilderingen bekalkt moesten worden. Er is toen bedacht om het kalk van de schilderijen af te schrapen. Dat hebben ze een tijdje gedaan, daarna zijn ze ermee opgehouden omdat dat de schilderijen nog meer zou
17
de panne
beschadigen. Ze hebben ook verteld over de kerk zelf, dat er vroeger nog helemaal geen grote kerk was maar een klein kamertje en een toren. Later is de kerk groter gemaakt omdat ze het te klein vonden. Toen gingen we naar de moskee. Daar werden we ook hartelijk ontvangen. We mochten de schoenen niet aanhouden omdat het niet zo hygiënisch is. Toen we binnen waren viel ons gelijk op dat ze allemaal mooie tegeltjes aan de muur hadden. Er was ook een soort koepel zodat je goed kon horen wat de Imam zei. De mannen en vrouwen zaten apart omdat anders de mannen of vrouwen konden zeggen wat een mooi achterwerk hebt u.
18
Ze zeiden ook dat je minstens 1 keer in je leven naar mekka moest om daar 7 rondjes om de kaäba te lopen. We vonden alles wat ze zeiden heel interessant.”
de panne
gastenboek
29-11-2011 Als oud-verzetsman en bezoeker van vele verzetsmusea, is dit het mooiste wat ik gezien heb. C.V. (oud-’districtshoofd’ Amsterdam Oost van de L.O.) 17-01-2012 Samen met de klas van onze zoon geweest. Fantastische uitleg! Denk dat het op de kinderen indruk heeft gemaakt. Kom zeker nog eens terug om het nog een rustig te bekijken. Bedankt. S.t.V. en alle kinderen van de Broekhofschool, groep 5 en de juf I.O.-W. 25-01-2012 Iedereen vond het geweldig, vooral de klompenklas. Dit is de geweldigste museum ooit! Het was super leuk. Het voelde net echt in de klompenklas! Het was heel erg bijzonder mooi en heel oud en grappige namen. Groetjes, groep 6 van de Broekhofschool.
19
de panne
w at i s d at d a n ? Deze keer niet een vraag over een voorwerp uit onze collectie, maar willen we graag van u weten waar het huis op de foto heeft gestaan. In de balk boven de deur was onderstaande tekst te lezen: O Godt laet ons be erven een eerlick leven en een saligh sterven Anno 1680 den II LVNI 8
Weet u ook de naam van het huis en die van de bewoners, dat zou helemaal mooi zijn! Wij zijn benieuwd naar het aantal mensen dat op deze foto reageert! U kunt uw oplossing weer mailen naar
[email protected] of inleveren aan de balie in ons museum. Veel succes! De oplossing van de vorige keer is door iedereen goed geraden. Het was een machine waar speculaasjes mee werden gemaakt. De lek kere fles wijn was deze keer voor de familie te Hennepe. Een ‘eitje’ voor hen, want zij bezaten in het verleden zelf een bakkers- en kruidenierszaak aan de Dijkstraat.
20
de panne
21
de panne
Markt 12 Interview met drie Havo-leerlingen. In het kader van het vak geschiedenis/maatschappijleer hebben de afgelopen maanden enkele leerlingen van Schaersvoorde een verslag geschreven. Willemijn Apperlo (Aalten), Bente Anvelink (Bredevoort) en Linda Pothoff (Dinxperlo) hebben er de nodige uren werk ingestoken. Materiaal voor dit verslag hebben zij ondermeer in ons museum ‘Markt 12’ gevonden. Naast het nazoeken van gearchiveerd materiaal hebben zij ook interviews en een enquête gehouden. Het resultaat van dit alles komt terug in hun verslag “Kinderen van NSB-ers”. In januari had ‘de Panne’ een interview met hen. Naast inhoudelijk werd er ook gesproken over het proces en de achtergrond van dit werkstuk. Geschiedenis/maatschappijleer was voor de dames een profielvak (= examenvak). Binnen de kleine groep van deze drie jonge
22
dames is een taakverdeling gemaakt en veel overleg geweest. Onderdelen zijn alleen of gezamenlijk uitgevoerd. In februari moest
de panne het verslag af zijn en in maart moesten de dames ook een presentatie geven op school. Aan het werkstuk mocht alleen of gezamenlijk met maximaal drie mensen gewerkt worden. Deze drie dames hadden elkaar al snel gevonden. Hun interesse viel ook samen: hoe beleefden de kinderen van NSB-ers de oorlog en de tijd erna. Er werd dankbaar gebruik gemaakt van de archieven en materiaal van de expositie “Getekend geboren” uit 2006. Goed gebruik is ook gemaakt van de kennis en contacten van de werkgroep ‘Herkenning’, verhalen uit de familie en andere contacten. Het leggen van deze contacten met voorheen onbekende mensen was een niet gemakkelijke taak. Natuurlijk was ook het gekozen onderwerp en de te stellen vragen een niet gemakkelijke keuze en dit alles speelde mee in de ondervonden moeilijkheden. Bij één gesprek bleef het vaak niet, maar een intensief en diepgaand contact werd opgebouwd. Uit de inleiding van het werkstuk hebben we dit overgenomen: Als eerste laten we zien hoe de NSB tot stand kwam in Nederland, wat de NSB allemaal gedaan heeft en hoe het tot een einde is gekomen, na de Tweede Wereldoorlog. Ook laten we zien wat voor invloed het heeft gehad op de bevolking van Nederland, ook in de gezinnen en families. Als tweede gaan we kijken wat voor invloed het heeft gehad op de NSB-kinderen van toen.
Hoe hebben NSB-kinderen de oorlog beleefd. En hoe zou het nu zijn met de kinderen en kleinkinderen van de NSB-ers. Ook gaan we kijken hoe het in die tijd was, wat ging er door het hoofd van een persoon die een NSB-er was, de redenen waarom hij of zij bij de bond wilde horen. Waarom heeft hij of zij al die verschrikkelijke dingen gedaan, en zijn eigen land verraden voor een heel ander land. Ten slotte willen wij in dit werkstuk antwoorden vinden op de vraag wat voor invloed het heeft gehad op NSB-kinderen van vroeger en wat voor invloed het nu nog steeds bij hen heeft. Deze vraag proberen wij te beantwoorden door de NSB-kinderen in te delen in de volgende klassen: boerenfamilie, middenstandsfamilie en rijkere familie. Er is bewust gezocht naar mensen uit alle lagen van de bevolking (landbouwer, zelfstandige en ondernemer) om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de motivatie en gedachten uit die tijd. Dit is wonderwel gelukt. Als bijkomend voordeel hadden de geïnterviewden ook nog eens een verschillende leeftijd en geslacht in de tijd dat dit alles speelde, zodat ook hierover verschillende inzichten uitgewisseld werden. Het beleven van een kind is natuurlijk duidelijk anders dan dat van een jong-volwassene. Vaak hadden de redenen om zich aan te sluiten bij de NSB meer een economische achtergrond en minder een politieke. De NSB was een redelijk open organisatie met voordelen, instellingen en voorzieningen voor de eigen mensen. De achterliggende
23
de panne politiek was vaak minder belangrijk of is voorbijgegaan aan de geïnterviewden. Uit het werkstuk hebben we dit overgenomen: Hier kun je dus uit halen dat het kind bang is ‘bestempeld’ te worden, het kind heeft er namelijk niet zelf voor gekozen om bij de NSB te horen; het was de keuze van zijn/haar verzorger. De thuissituatie was bij het kind wel normaal, alleen was de verzorger die bij de NSB zat niet vaak thuis. Toch heeft de verzorger vaak zelf wel verteld dat hij bij de NSB zat en wat voor functie het had. Maar verdere details werden er niet verteld. Het kind heeft soms honger geleden in de oorlogstijd omdat men vaak geweigerd werd bij de gaarkeuken met de bonnen die men had. Dit kwam doordat het kind bestempeld werd als kind van NSB-er, dus een fout kind van een fout iemand. Hierdoor kan het kind een slecht zelfbeeld krijgen, namelijk: ”Ik ben geen aardig kind en ik kom niet uit een aardige familie”. In de periode vlak na de oorlog heeft het kind wel moeite gehad met de keuze die zijn ouder(s) gemaakt heeft/hebben. Met werk gelegenheid bijvoorbeeld heeft het wel moeite gehad; omdat veel opgehaald werd, kwam er ook boven dat het kind zijn ouder(s) bij de NSB heeft gezeten. Daardoor werd het kind vaak afgewezen bij sollicitatiegesprekken. Op het gebied van relaties heeft het verleden soms ook gevolgen gehad. Een partner heeft vaak niet gekeken naar wat ouder(s) vroeger gedaan hebben: het gaat namelijk om het kind met wie je een relatie begint en niet met de ouder daar van.
24
‘Ik herinner me nog dat ik opeens heel mooi speelgoed had om mee te spelen. Ik vroeg aan mijn vader hoe ik toch aan het mooie speelgoed kwam, waarop mijn vader antwoordde dat dat van kinderen kwam die verhuisd waren en niet meer met speelgoed wilden spelen. De werkelijkheid -wat ik destijds niet wist- was dat het van joodse kinderen kwam, die waarschijnlijk nooit meer zijn teruggekomen.’ De conclusie die je hieruit kunt trekken is dat er dus wel degelijk psychische problemen kunnen ontstaan bij kinderen van NSB’ers. Ze zijn vaker onderdanig en proberen er alles aan te doen om erbij te horen. Soms nemen ze een slachtofferrol aan wanneer er iets gebeurt. Doordat er ook verschillende meningen waren in de familie, kunnen er ook vaak families uit elkaar vallen doordat andere leden van de familie niet voor de NSB waren. Verhalen en gevoelens zijn opgetekend. Herinneringen aangehoord en conclusies getrokken. Naast het maken van het eigenlijke werkstuk hebben de makers ook van het plannen en samenwerken veel geleerd. Achteraf was het vinden van mensen om te interviewen een moeilijker taak dan verwacht. Het verslag bestaat uit verschillende hoofdstukken en de makers hebben niet het idee echt een onderwerp gemist te hebben. Er is een duidelijk onderscheid aangebracht in inleiding, achtergrond, interviews en enquête. Een exemplaar van het verslag is natuurlijk in het museum ter inzage beschikbaar.
de panne
dialectverhalen van miep geesink Dizze tied van ’t jaor dut mi-j altied nog denken an oorlog en bevrijding. Daorumme enkele herinneringen. ’t Zal zo in ’t leste van de darteger jaorn ewest wezzen, dat mien vader ’n ni-j pak kreeg. ’n Mooi , ni-j zondags pak. Donker van kleure, met ’n zacht gries streepken. De kleermaker was ter van teveurne ewest met stalen um de stof uut te zeuken. Dat zal mien moder wal edaone hebben, want vader interesseern dat
niks. Ne manchesterse bokse, ’n gestreept boezeroen met ’n blauw buis der ovverhen was veur ‘m de prettegste dracht. De zondagse klere wazzen neet zo belangriek. Wi-j kindere, allemaole deerns, wazzen nogal opgetogen ovver de uutbreiding van vaders garderobe en hadden dat van um ok verwacht. Dat veel teggen. “Hang ’t maor in de kaste,”zei hee teggen moder, en leep de kökkene uut. Zon maol of dree hef hee ’t pak edraegene met den zondagsen kerkgang. Ton worden ’t mei 1940. Den oorlog begon. Vader maken de opmarking: “Dat ni-je pak trek ik neet meer an veur at de koninginne der weer is!”Gin mense nam dit serieus. Moder ok neet. I-j konnen toch altied eerst nog wal ’s zeen en dan pas kieken. De zaak kwam in ’t vergaetbook. Behalve at ze ’s naor ’n feest of trouwmaol mosten. Dan zei moder wal ‘s: “Too Jehan, doot now ow ni-je pak ’s an!” Vader zae dan niks, maor hee deet ’t neet. Tutdat…op ne zondagmorgen, kort nao de bevrijding, vader uut de slaopkamer kwam, gehuld in zien ni-je inmiddels vief jaor olde pak. Wi-j deerns repen: “Moder, kom ’s gauw.
Vader en moder in eur daagse grei (1937)
25
de panne Vader hef ’t ni-je pak an!” Waorop vader heel laconiek zae: “Indertied heb ik toch ezegd, dat ik dat pak zol draegen as de koninginne der weer was. En dat is now ’t geval!” Vanaf dee tied heetten vader zien pak: ’t koninginnepak! Zo kö’j zeen dat neet alle oorlogsherinneringen verdreteg bunt. Ik heb der nog ’n paar. Alle mensen kregen bonkaarten, met de zogenaamde distributiebonnen. Zonder bon ko’j niks meer kopen, dus zuneg an. Bi-j ons ging der metene ‘n (klein) likeurlaepeltjen in den sukerpot. Eén schepjen, denk ter an! De schaarsheid nam too. Zonder bon was ter weineg meer te koop. Bonen Jehan, ne vri-jgezel den bi-j ons in de buurte wonnen, zei ‘s: “Now is toch zowat alles op de bon. Ik wolle at dat met de vrouwleu ok gebeurn. Dan kreeg ik ter misschien ok nog ene.” ’t Is neet gelukt. Jehan is zien hele laeven allene eblevvene. De boernvrouwleu vonnen van alles uut um de huushollinge draejende te holn. Truien en olde borströkke uuthalen. ’t Gaorn um ne hete krukke winnen; zo ging de krul der uut en ko’j weer iets ni-js breien. Zelfs ’t zalt worden betuun. Now hadde wi-j ne naeve den vrachtrieder was. Met peerd en wagen natuurlek. Hee vuurn vake, uut veilegheid veur beschietingen, in den duustern, maor kwam nog wal aardeg rond. Op ne kere bracht hee ons ne pungel
26
gekruud zalt, wat hee op-edaone had in Boekelo. Bezunder lekker in bonensoep. En dan dee fietsen! Ze konnen ow zomaor af-epakt worden deur de Duutse Wehrmacht. Gevorderd, punt uit! In dén tied wonnen ons gezin nog in Wenterswiek. Ons nichtjen Diene uut Aalten had ne vri-jen dag dén ze bi-j ons, in Wenters dus, wol deurbrengen. Ze was in betrekking bi-j de familie Rierink an de Varsseveldsestraote. Daor teggenovver had eur moder ’n paar kamers ehuurd. Diene was eigenlek onze tante, maor dat vond ze zo old klinken. Eur moder was wal mien opoe. Diene had ne mooie Gazelle fietse waor ze lange veur espaord had. Uut veurzorg had ze dee verstopt in ’t tweepersoonsbedde van eur moder, dee der nog net bi-j in kon. Op ne olde herenfietse vann eur verloofde Wim kwam ze richting Wenterswiek. Ze was ter haoste ton ne boer eur waarschuwen: “Pas op, ze bunt iets wieterop an ’t fietsen vordern. Schoef ow rad maor hier in de schoppe. A’j terugge komt, nem i-j ‘m zó weer met.” Dat deed ze dus maor. Nao ne toch nog wal gezellegen dag ging ze weer op huus an. Eerst lopend tut bi-j de boernschoppe, en dan kon ze weer vaart zetten op de herenfietse. Ton ze net in Aalten was, zag ze wat volk op straote staon. Ok Duutse soldaoten wazzen daorbi-j. Veur at ze der arg in had, grep ter eur ene bi-j ’t stuur, en was ‘t “Fahrrad” gevorderd! Ze had ne slechten nacht.
de panne
Den andern dag nao eur wark, leep ze met lood in de schone richting verloofde Wim dén an de Haartsestraote wonnen. Ze ging deur de Prinsenstraote. Halverwaege blef ze opens staon. An de ovverkante teggen de mure zag ze eure “gevorderde” fietse. Twee bekende Aaltenaren (den enen was “opa” Garretsen) zaggen dat tafereel an en vrogen: “Wat is ter, is dat soms owwe fietse?”
“Jao”, zae Diene, “ze hebt ‘m mi-j gistern afepakt!” “Noh, wat let ow. Metnemmen dat ding!” kreeg ze te heurne. Dat duwtjen had ze noo net neudeg. Ze stak ovver en met ne angstege behendegheid sloog ze eur been ovver ’t zadel en was snel uut ’t zicht verdwenen. Bli-j dat ze de fietse weer had!
27
de panne
a a lt e n s h i s t o r i s c h m u s e u m Presentatie boek “Het regende pijpenstelen”. Op 11 november vorig jaar werd bij ons in het museum het boek “Het regende pijpenstelen” gepresenteerd. In dit boek wordt de periode beschreven van ruim honderd jaar hoornindustrie in Aalten. Het vak van hoorndraaien werd alleen in Aalten beoefend, nergens anders in Nederland kwam deze tak van industrie voor. Paulien Andriessen, achterkleindochter van hoorndraaier Gerrit Peters raakte geïnteresseerd in het ambacht van hoornbewerking, na een rondleiding in een werkplaats en winkel in de Franse pijpenstad Saint-Claude. Thuisgekomen verdiepte ze zich in de geschiedenis, waar binnen haar eigen familie zo’n groot aandeel heeft gehad. Via haar neef Hans Peters kreeg ze veel materiaal en natuurlijk bezocht ze de hoornkamer in ons museum. Zij kwam erachter dat de hoornindustrie voor Aalten van grote betekenis is geweest en zo ontstond al snel het idee om alle informatie die zij in familiebrieven e.d. vond, samen met de foto’s te gaan bundelen in een boek. Dat wij als museum op de bovenverdieping beschikken over een hoornkamer met vitrinekasten vol kunst, pijpen, knopen en andere gebruiksvoorwerpen van hoorn, was de reden waarom dit boek op deze plek is gepresenteerd. Ook voor u is deze afdeling een bezoek waard!
Hans Peters, Anke Peters en Paulien Andriessen (zittend) in de Hoornkamer. Foto Karin Stronks
28
de panne
expositie
Van 14 juli 2012 t/m 27 januari 2013
KNAP GOED! Dameskleding voor speciale momenten 1870-1970
De expositie toont een selectie van kleding van burgerdames uit de midden- en hogere klasse. Aan de hand van thema’s als middag- en visitekleding, de mooie jurk voor speciale gelegenheden worden de mooiste of typerende voorbeelden uit verschillende decennia getoond. Tevens zijn er fraaie jurken uit de twintiger en dertiger jaren en ontbreekt ook de trevira- en de mini-jurk uit later jaren niet. Gedurende de looptijd van de expositie vinden er verschillende activiteiten plaats, waaronder een workshop kleding maken en zijn er rondleidingen.
E e n b e z o e k m e e r d a n wa a r d !
29
de panne
mogen we even uw aandacht? Euregionale versterking! Met het oog op de euregionale oriëntatie van de Aaltense Musea en VVV zoeken wij versterking. Wie wil ons ondersteunen bij het vertalen, rondleidingen voor Duitse scholieren, leggen van contacten met Duitse partners en meedenken over uitwisseling en mee-organiseren? Meld u aan bij
[email protected] met vermelding van telefoonnummer en mailadres en in het kort waar u aan denkt. We nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op! Verder zoeken we nog mensen die mee willen werken aan publiciteitsactiviteiten.
Welke jongere tussen de 14 en 20 jaar heeft belangstelling om mee te doen aan een theaterproject? Gedänkstätte Augustaschacht in Osnabrück en ons museum organiseren samen het project “die Untertaucher”. Het gaat om een interactieve uitwisseling in het najaar tussen Nederlandse en Duitse jongeren in de leeftijd van 14 tot 20 jaar. Ze gaan samen aan de slag met de geschiedenis van Markt 12 en de Gedenkstätte Augustaschacht. Onder begeleiding van een professionele theatermaker en musicus uit Duitsland, (muziektheatergroep Lupe uit Osnabrück) en een beeldend kunstenaar uit Nederland (Theo van Delft) wordt een beelden/ theatervoorstelling gemaakt. De uitvoering is gepland in oktober (Osnabrück) en november (Aalten). Markt 12 gaat over de onderduik en verzet en het leven in de Tweede Wereldoorlog. Men dook vooral onder om zich te onttrekken aan de dwangarbeid in Duitsland. Augustaschacht is een voormalig dwangarbeiderskamp bij Osnabrück, waar veel Nederlandse dwangarbeiders werden te werk gesteld. De missie van de Aaltense Musea is het om een verbinding met de actualiteit op gang te brengen. Deze euregionale samenwerking tussen jongeren vormt daarin een schakel. Jongeren van 14 tot 20 jaar worden opgeroepen zich aan te melden voor dit project. De plaatsen zijn beperkt. In totaal kunnen er 12 Nederlandse en 12 Duitse jongeren deelnemen. De voorbereidingen vinden zowel in Aalten als Osnabrück plaats. De jongeren vinden bij elkaar onderdak of in gastgezinnen vanuit de organisatie. Heb je interesse, neem dan contact op met ons museum, daar kunnen ze je er alles over vertellen.
30
Gevraagd modetijdschriften. Ten behoeve van een onderdeel van de expositie “Knap Goed”, die verderop dit jaar te zien zal zijn in ons museum, zijn wij op zoek naar damesmodetijdschriften, Libelles en Margrieten. Met name uit de periode 1970 – 2011. Wanneer u oudere tijdschriften heeft met modeplaten, dan zijn deze ook meer dan welkom! Heeft u dergelijke tijdschriften niet meer nodig, wilt u ze dan afgeven aan de balie van de Aaltense Musea. Realiseert u zich wel dat u ze na afloop niet terugkrijgt. Het is de bedoeling dat er door ons in geknipt kan worden. Alvast hartelijk dank! De textielcommissie.
O p e n i n g s t i j d e n A a lt e n s e M u s e a e n VVV Mei t/m september: dinsdag t/m zaterdag 10 - 17 uur zondag Museum 14 - 17 uur
Oktober t/m april: dinsdag t/m vrijdag 10 - 17 uur zaterdag 14 - 17 uur zondag Museum 14 - 17 uur
Museum gesloten op maandag - VVV gesloten op zondag en maandag Feestdagen: (zie: www.aaltensemusea.nl)
31
de panne
COLU M N GERHARD TE VOORTWIS Gerhard stelt zich voor Geboren en tot m’n 19e getogen in Breedenbroek, bij Dinxperlo, woon ik vanaf 1971 in Amsterdam…waar ik ging studeren, waar ik stopte met studeren en wéér ging studeren. Ik werkte er altijd bij, betaald én onbetaald. Als vrijwilliger begon ik in het onderwijs aan buitenlanders en kreeg daar de smaak en de richting te pakken. Al die jaren daarna heb ik ín en rónd het onderwijs gewerkt. Steeds was de rode draad: loopbaan begeleiding en (taal)onderwijs aan bui
32
tenlanders, migranten, nieuwkomers, oudkomers, vluchtelingen, AMA’s… enfin buitenlanders. De laatste jaren was ik directeur van een afdeling van het plaatselijke ROC. Totdat ik drie jaar geleden bij een reorganisatie werd ontslagen. Tja, en dán nog werk vinden ligt niet zó voor de hand. Tegenwoordig woon ik zowel in Amsterdam als in de Achterhoek, waar ik buiten Varsseveld een huisje heb.
de panne Voor de Aaltense Musea doe ik mee in de expositiecommissie en ga ik ook levensverhalen optekenen. Iets wat ik enorm leuk vind om te doen. En verder natuurlijk wat er zoal langskomt. Mij verrast steeds weer hoe anders dan in Amsterdam de mensen hier kunnen doen. Hoe anders ikzelf hier kan doen. Hoe anders ik me kan voelen. Hoe plezierig het is om weer vaak Achterhoeks te kunnen spreken en te horen. Een soort van remigratieproces is het …. dealen met dubbele identiteiten…opdiepen en terugvinden, iets waarvan ik helemaal niet wist dat ik het een beetje kwijt was. Leven in aanpalende, maar toch zo verschillende werelden, leven vanuit deel-identiteiten, ook binnen Nederland. Al met al een interessant proces. Wanneer komt het trouwens zover dat we als Achterhoeker moeten bewijzen dat we ook een goeie Nederlander, zeg maar Hollander, zijn. Aalten is namelijk wel heel ver weg voor Amsterdammers Is dat even een geluk dat we geen Achterhoeks paspoort kennen…… Toen ik m’n huisje gekocht had ….dacht
ik als één van de eerste dingen…oh wat heerlijk…ga ik weer veel meer dialect praten, word ik weer ‘Gerrard’ genoemd… de aanspreeknaam die alleen m’n broers en zussen nog gebruiken… en een enkel ander misschien… maar waarvan het gebruik bij mij diepe diepten bleek te kunnen raken. In mijn nieuwe buurtje stelde ik me consequent voor als Gerrard ……bijna iedereen spreekt er Achterhoeks….. Helaas kon één, zeer goedwillende maar nogal buurt-actieve buurvrouw de uitspraak van mijn naam niet vatten…. bij herhaling niet. Zei ze op gegeven moment … “nou, ik snap ’t nieet; ik blief maor gewoon Geerard zeggen, heur…” En nou zegt zo ongeveer iedereen Géérard, en dan ook nog met die slepend lange achterhoekse eeeee. Zo zie je maar weer. U kunt overigens kiezen: Gerhard of Gerrard.
33
de panne
agenda 18 februari t/m 1 juli 2012:
Expositie Calmeyer-Joden. 14 en 15 april:
Museumweekend: “Laat je verrassen door het museum”.
Jonge talenten op t.day 2012 Waarschijnlijk hebt u het weekend van 14 en 15 april a.s. al lang in uw agenda staan met de vermelding Museumweekend. Dit jaar is het thema “Laat je verrijken door het museum”. En dat kan op allerlei manieren. De commissie Marcktmeester heeft dit jaar gekozen voor een bijzondere benadering van het thema, namelijk twee talentendagen voor jonge Aaltense kunstenaars. Voor deze manifestatie is de naam t.day 2012 bedacht. Aalten barst van het talent. Veel jongeren zijn op allerlei manieren creatief en regelmatig hoor je via via dat er bijzondere prestaties geleverd worden. Graag wil De
26 t/m 28 juni:
‘Gelegerd in Gelderland’. Erfgoedfestival over de militaire geschiedenis in Gelderland. Op de Markt en rondom de Aaltense Musea.
34
Marcktmeester deze talentvolle jongeren de kans geven om zich te presenteren aan een groter publiek. Daarom hebben we de afgelopen weken op allerlei manieren jongeren enthousiast proberen te maken om zich in te schrijven als deelnemer. Binnen een week hadden al diverse talenten zich aangemeld. Op t.day 2012 kunnen de bezoekers van het museum gaan genieten van jongeren die hun talenten op het gebied van kunst en cultuur presenteren. En dan niet alleen op het gebied van zang en dans. Alles is mogelijk: tekenen, graffiti, poëzie, verhalen vertellen, schrijven, lichtdesign, elektronische kunst, filmkunst, theater, beeldhouwen, fotografie, internetkunst, videokunst, etc. Het definitieve programma wordt eind maart vastgesteld, dan is duidelijk welke jonge talenten een bijdrage gaan leveren. De Commissie Marcktmeester is er nu al van overtuigd dat t.day 2012 een bezoek aan het museum meer dan de moeite waard maakt.
14 juli 2012 t /m 27 januari 2013
Expositie “Knap Goed”.
de panne
STRI p TEKENING RONALD PEET Ronald stelt zich voor
35
de panne
heijerman optiek HBO Optometrist / Contactlensspecialist / Audiciën Hogestraat 11, 7122 BN Aalten, Tel 0543-472739
Meerdink JUWELIER
AALTEN
haartsestr. 2 0543-472622 www.meerdinkjuwelier.nl
36
www.blekkinkmakelaardij.nl
de panne
Auto voordelig verzekeren?
Ten geleide
- SINDS 1974 -
www.owmachterhoek.nl Aalten tel.: (0543) 47 27 88 Dinxperlo tel.: (0315) 65 37 09 Eibergen tel.: (0545) 29 24 57
[email protected]
In úw voordeel
Novel Groep ZW 11-20041.pdf
29-8-2006
12:19:48
novel groep 1-6_adv 18-06-2003 18:37c&n Pagina 1
C
M
Y
CM
MY
Broekstraat 34 Postbus 195, 7120 AD Aalten Tel. (0543) 497 575 Fax (0543) 497 579
Roelvinkstraat 1 7101 GN Winterswijk Tel. (0543) 547 575 Fax (0543) 547 579
CY
CMY
K
Email:
[email protected] Tevens vestigingen in: Haaksbergen - Bocholt (D)
Aaltense Musea, een bezoek meer dan waard!