A A LT E N S E M U S E A
nr 2 * juli * 2015
de panne
COLOFON Aaltense Musea • Markt 12- Onderduikmuseum. • Aaltens Industriemuseum • VVV-Agentschap Aalten Post- en bezoekadres Markt 14 - 7121 CS Aalten Telefoon 0543 - 471797 E-mail adres:
[email protected] Website: www.aaltensemusea.nl Website: www.markt12.nl Website: www.vvvaalten.nl - Telefoon 0543 - 473052 Bankrekening: NL 36RABO0310503779 KVK 40120837
IN DEZE UITGAVE
Ten geleide - Gerda Brethouwer 1 Organisatie 5 VVV 8 Nieuwe aanwinsten 13 Markt 12 14 Gastenboek 21 Expositie 22 Wie zijn dat 28 Interview met Wim Rhebergen 30 Bijzondere gasten 34 Column door Gerhard te Voortwis 38 Dialectverhaal 40 Openingstijden 42 Agenda 43
Redactieraad Miep Geesink-Wisselink, Ab Hoefman Adri Hogewoning, Henk Lensink Thea Onnink-Stronks, Louis Veldhuis Columnist: Gerhard te Voortwis Striptekenaar: Ronald Peet Foto’s: Bettina Vreeman-Buesink Opmaak: lammersDtp.nl, Aalten De Panne verschijnt driemaal per jaar (ISSN 1384-7198) Openingstijden Zie pagina 39
35e jaargang nummer 2, juli 2015
Bestuur Ton de Vries, voorzitter Marjorie van Lith, secretaris Frank Maarsingh, penningmeester, Ria Theissen 2e penningmeester Gerrit Doornink, Ada Gussinklo, Herman Onnink, Jon Temming, Yvonne Wikkerink
Lidmaatschap De contributie voor het lidmaatschap van de Vereniging Aaltense Musea bedraagt minimaal € 15,- per kalenderjaar.
Directeur Gerda Brethouwer
Omslagfoto De Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso op de oude begraafplaats Varsseveldsestraatweg, tijdens de onthulling Gedenkzuil ter ere van de 7 omgekomen Aaltense militairen op de Grebbeberg mei 1940. (foto: Thea Onnink-Stronks)
Ereleden Tijme Bouwers, Evert Smilda
Vaste medewerkers Diny Griffioen-Drenthel-secretariaat José Mateman-Heijnen-administratie Karin Westerveld-Vöcking-facilitair Stichting Vrienden Wilma Winkelhorst-van Engeldorp Gastelaars, voorzitter Anjo van Houten, secretaris Rob Nieman, penningmeester Gerrit Doornink, Geb Garretsen, Gerrit Rutgers
de panne
TEN GELEIDE Voor de Aaltense Musea is 2015 een druk jaar. Niet alleen spelen wij met het Onderduikmuseum Markt 12, volop in op het herdenken van 70 jaar bevrijding, ook haken wij aan bij het provinciale thema ‘Gemaakt in Gelderland’. De talloze activiteiten waarin de bevrijding maar ook de oorlog centraal staan lopen nog door. Na de uitverkochte zalen in de Pol en de voorstelling van Tineke Ubbels in het museum (er is nog een kans dat mee te maken tijdens Open Monumentenweekend!) is duidelijk bewezen, dat er meer en meer behoefte is hierover te reflecteren. Wij blijven dat zeker doen! Er is nog veel werk aan de winkel als wij ook de toekomstige generatie goed willen voeden. Dat is nodig om verstandige keuzen te kunnen maken, de vrede te bewaren, of om op te komen voor verdrukten of gediscrimineerden. Ik wil u aanraden beslist nog de expositie ‘Voor
Vrij Aalten’ te bezoeken. De verhalen van en over de teruggekeerde of gesneuvelde soldaten gaan een ieder aan het hart. Het heeft niet alleen effect op het eigen leven maar ook op dat van de familie, kinderen en kleinkinderen. Samenwerken, samen
1
de panne
verantwoordelijkheid dragen: dat blijft belangrijk. Op dit moment maken wij kennis met Estinea. We organiseren samen een veiling, waarvoor veel Aaltense kunstenaars belangeloos hun werken hebben ingeleverd. De opbrengsten van de veiling komen ten goede aan het project ‘Open mijn wereld’ waardoor velen geholpen worden. Het is een eerste kennismaking die smaakt naar meer. We onderzoeken wat we voor elkaar in de toekomst kunnen betekenen. Dat is wat we willen zijn: een laagdrempelig centrum over Aalten, door Aalten met Aalten, waar ook gasten van buiten zich welkom voelen en deel kunnen nemen. Een dorp en een gemeenschap die deel uit maken van een gemeenschappelijke Euregionale geschiedenis met Nordrhein Westfalen. Ondernemend Aalten Dat Aaltenaren van oudsher ondernemend zijn waarbij de verbinding met Duitsland altijd belangrijk was, is duidelijk als we ingaan op de bloeiende industrie die hier is geweest. Van 12 juni tot en met 20 september staat de hoorn- en textielindustrie van Aalten centraal. In het kader van het erfgoedfestival ‘Gemaakt in Gelderland’ vinden diverse activiteiten plaats. Dat betreft allereerst de hoornindustrie, uniek in Nederland. Nergens anders in het land is de hoornindustrie gevestigd. Vijf hoorndraaiers begonnen
2
vanaf 1855 met fabricage in Aalten: Bernard Vaags, Gerrit Peters, Abraham ten Dam, Wessel Becking en Willem te Gussinklo. Van buffelhoorn uit Azië en Zuid Amerika werden lange pijpenstelen, kammen, knopen, seinfluitjes, naaldenkokers en messenheften gemaakt. Buffels werden niet gedood of speciaal gefokt voor het hoorn. Al het materiaal werd gebruikt, het restmateriaal werd over de akkers gestrooid. Door de intree van kunststof en massaproductie verdween deze bijzondere industrie na de Tweede Wereldoorlog. Op 19 juni jl. is de hoornexpositie in het voormalige pijpenfabriekje Becking & Vaags aan de Hoekstraat geopend. Firma Becking & Vaags, aan de Hoekstraat (achter het woonhuis/kantoor Landstraat 35) maakte pijpenstelen en later ook messenheften voor Solingen in Duitsland. Als de verkoop van de Duitse pijpen terugloopt, produceert de fabriek korte bruyèrepijpen, van het Noord Afrikaanse bruyèrehout, een soort heideknol. De pijpenfabriek in de Hoekstraat geeft tot 20 september plek aan de expositie over deze bijzondere industrie van Nederland. Op 4 juli is in Bredevoort de expositie over de geschiedenis van de Dutch Button Works, de knopenfabriek in Bredevoort, te zien vanaf buiten door de ramen. Het laat u mijmeren over de geschiedenis van deze internationale fabriek waar hele families bij betrokken waren.
de panne
Hoorn- en textielindustrie De hoornwerkgroep werkt hard aan een meer eigentijdse invulling van de hoornkamer in het museum. Na de hoornroute die in 2014 is verschenen bij onze VVV zijn er nu deze twee exposities in Aalten en Bredevoort. De hoornindustrie was uniek maar de textielindustrie was
De oude blekerij van Anton Driessen in Dale en het schuurtje dat er nu nog staat. Ook delen van de stoomblekerij van Heinrich Driessen zijn nog aanwezig in Dale bij Houwers van de Bleke.
wellicht nog van groter belang voor de ontwikkeling van Aalten. Vanaf 3 juli is er in het Aaltens Industriemuseum plaats gemaakt voor deze industrie met de opening van de Textielkamer en twee digitale textielroutes voor smartphone gebruikers. Mevrouw Mieke Driessen, weduwe van de fabrikant Joop Driessen, heeft samen met wethouder Ted Kok de Textielkamer officieel geopend. Daaraan voorafgaand heeft haar zoon Rob Driessen (bekend als taxateur van het programma ‘Tussen kunst en kitsch’) verteld over de Aaltense textielindustrie. Aansluitend werd er een deel van de theatrale mijmerroute ‘Korte rokjes dubbele stiksels’ gelopen met een feestelijke afsluiting bij de voormalige textielfabriek aan de Hofstraat. Ja, u leest het goed, we hebben het Frerikshuus omgedoopt tot Aaltens industriemuseum waar de bezoekers worden geïnformeerd over de textiel- en de hoornindustrie. En net als bij de verhalen en getuigenissen uit de oorlog zijn we heel blij met alle informatie, verhalen of over deze industrieën.
3
de panne De grote rookpluim uit de schoorsteen van de fabrieken en het geluid van de stoomfluit waren lange tijd onderdeel van het dagelijks leven in Aalten. Aan de bloei van de industrie, die zo lang bepalend was voor de economische bedrijvigheid, kwam echter een eind in de jaren zestig door toenemende buitenlandse concurrentie en de opkomst van massaproductie en confectie.
waarmee Aalten zich zeer gelukkig mag prijzen. De laatste reis is tijdens het Open Monumenten-weekend op 12 en 13 september 2015. Op dit moment is het buiten prachtig weer. Ik ga maar eens een rondje fietsen, bijvoorbeeld langs die met bloemen ingezaaide akkers in De Heurne (Akkerranderoute). Of doe een rondje de Haart waar ik ook heel goed kan namijmeren met de gedichten die hier zijn voorgedragen op de langste dag 21 juni jl.
Beleven en mijmeren
Een mooi ‘versjen’ van de onlangs overleden Henk Krosenbrink is ook altijd goed. Wat heeft hij ongelooflijk veel gedaan voor onze streektaal en de streekcultuur, tot het laatste moment gepassioneerd en vastberaden. Wij zullen hem missen. Maar geïnspireerd vervolgen wij onze weg om de geschiedenis levend te houden als inspiratiebron voor de toekomst.
In samenwerking met gemeente, provincie (Cultuur & Erfgoedpact), Gelders Erfgoed en Achterhoeks bureau voor Toerisme worden activiteiten ontplooid om de industrie in de provincie voor het voetlicht te brengen. Theatermaker, Artez docent Caro Wicher uit Aalten heeft voor Aalten een theatrale mijmerroute ontwikkeld: ‘Korte rokjes Dubbele stiksels’. De route bevat spannende verborgen verhalen over losgetornde relaties, blootgelegde gevoeligheden, uiteengerafelde familieverbanden, verstelde liefdes. Stof genoeg voor een mijmer-reis door Aalten. Gedurende de zomer kan de reis gemaakt worden, startpunt is de Textielkamer van het Aaltens Industriemuseum (Aaltense Musea). De route voert u met bijzondere filmpjes langs de voormalige textielfabriek Herman Driessen & Zoon (HDZ) aan de Hofstraat, die in 1969 ook de poorten moest sluiten. HDZ is gelukkig bewaard gebleven en heeft een nieuwe bestemming gekregen,
4
Foto: Wim Hofs
Henk Krosenbrink (in memoriam 1929-2015) Veurbi’j, vergaon, herinnering dee mooie tied. Ik bun eur kwiet. Den dood, dat is een lillijk ding. ’t Slechte ende van een mooi begin. Maor zonnen lesten zundag, den zundag in september. That sunny day I will remember Henk Krosenbrink, 2011
de panne
O R G A N I S AT I E OPROEPEN
BALIEMEDEWERKER M/V Ter versterking van het bestaande team zoeken wij voor de centrale balie van de Musea en VVV met spoed enthousiaste vrijwilligers (m/v) voor werkzaamheden als Baliemedewerkers m/v Werkzaamheden baliemedewerker: • Als gastvrouw/gastheer ontvangen van bezoekers; • Verstrekken van informatie over de twee musea en tentoonstelling; • Verstrekken van informatie over de bijzonderheden van Aalten en informeren en adviseren van toeristen over toeristische attracties, locaties, activiteiten e.d. in Aalten en omgeving; • Beantwoorden van telefoon (receptie); • Verkopen van producten uit de museumwinkel, arrangementen en diverse cadeaubonnen. Wat vragen wij? • Enthousiasme voor de bijzonderheden van Aalten vroeger en nu; • Brede interesse in de lokale- en streekcultuur; • Goede contactuele vaardigheden/klantvriendelijk; • Representatief voorkomen; • Enige spreekvaardigheid in de Duitse taal; • Minimaal 1 dagdeel (4 uur) in de week beschikbaar; • Bereidheid om met name werkzaamheden in het weekend te verrichten.
(Vervolg op volgende pagina)
5
de panne
GIDS GÄNGESKESROUTE Voor de Gängeskesroute vragen wij voor de rondleidingen door Aalten enthousiaste vrijwilligers (m/v) voor werkzaamheden als Gids Gängeskesroute Werkzaamheden: • Verzorgen van rondleidingen door de gängeskes in Aalten aan groepen belangstellenden/ toeristen. • De rondleidingen vinden plaats op de zaterdagmiddagen in juli en augustus en de eerste zaterdagen van maart, april, mei, juni, september en oktober. Of op verzoek op een ander moment. Wij verwachten van u: • U beschikt over goede communicatieve en sociale vaardigheden; • U hebt interesse in of kennis van de geschiedenis van Aalten; • Bij voorkeur bent u geboren en getogen in Aalten; • U bent representatief en enthousiast; • U bent flexibel (u bent op afroep doordeweeks en op zondag beschikbaar). Wat bieden wij? Zelfontplooiing, werkervaring, voldoening, sociale contacten. Daarnaast een jaarlijkse gezellige bijeenkomst voor alle vrijwilligers en tweemaal per jaar een Grote Team vergadering. U wordt begeleid en getraind door een van onze gidsen. Vragen en/of inlichtingen? Meld u bij de balie VVV/Aaltense Musea, of neem contact op met Heleen Jansen (email:
[email protected], telefoon: 0543-471797)
6
de panne
OPROEP AALTENDAGEN Tijdens de komende Aaltendagen willen we de binnenplaats van ons museum graag weer omtoveren in een gezellig marktplein. Daarvoor geven we jullie de plek en de gelegenheid. Wat is de bedoeling. Ben je creatief en wil je graag je creaties aan de man/vrouw brengen, is je boekenen lp-verzameling veel te groot geworden, ben je muzikaal en wil je je muziek- of zangtalent aan een breder publiek laten horen, of heb je leuke nostalgische en brocante voorwerpen te koop, dan is dit de kans. De data zijn: 23 juli kunstveiling Estinea 30 juli boeken- en lp markt 6 augustus muziek en zang 13 augustus brocantemarkt Spelregels: Je bent lid of vrijwilliger van ons museum Meld je vooraf aan voor welke dag(en) je een plekje wenst. Je bemenst zelf je stand en zorgt voor aan- en afvoer, wij zorgen voor een tafel. De opbrengst is voor jezelf maar je mag natuurlijk altijd een donatie doen. Aanmelden aan de balie , telefoon 0543-471797 of
[email protected]
7
de panne
VVV Na een vrij rustige periode hebben nu de toeristen hun weg naar de VVV weer gevonden. Gelukkig kunnen we hen weer een aantal nieuwe routes aanbieden: • De onderduikroute. • 3 wandelroutes voor Duitse toeristen. • De Heurneroute Lang en Kort. • De digitale textielroute. Helaas is het wandelnetwerk nog steeds niet ontsloten. Er zijn dus ook nog geen
8
deelkaarten waarop u kunt zien hoe lang de wandelingen zijn en waar ze u brengen. Een oude VVV traditie is dit jaar weer in ere hersteld. De eerste donderdagen van juni, juli, augustus en september organiseren we een fietsdag. De start is tussen 9.30 uur en 11 uur vanaf het VVV kantoor. U ontvangt een fraaie route van ongeveer 40 kilometer, koffie met wat lekkers en een attentie voor onderweg. Kosten 4 euro.
de panne
Achter de schermen wordt er al een tijdje gewerkt aan een Gängeskeswandeling voor kinderen. ‘Verpakt’ in een speurtocht kunnen dan ook kinderen genieten van deze wandeling. In de winkel is nu zelfs ‘Gängeskesthee’ verkrijgbaar, leuk om cadeau te doen of om na een wandeling nog na te genieten. Er zijn nog meer nieuwe producten verkrijgbaar, loopt u rustig eens binnen.
Museuminspecteurs! De afgelopen maanden deden we mee aan de actie: Museuminspecteurs. Als u kijkt op de site: www. museuminspecteurs.nl ziet u dat dit een speciale site is voor kinderen (en ouders). Op deze site staan musea die door kinderen zèlf zijn beoordeeld. Van maart tot mei kregen alle kinderen die ons museum bezochten een button en een infokaart. Op die kaart werd de vraag gesteld of ze ons museum ook wilden beoordelen. Dit is door 8 kinderen gedaan. Resultaat: een dikke 9!! Twee inspecteurs zijn op de foto gegaan. Bedankt Stan en Vera! En natuurlijk een bedankje voor de andere inspecteurs.
9
de panne
Radio Gelderland. Zaterdagochtend 25 april 2015 stond de ochtenduitzending van Radio Gelderland geheel in het teken van‘de Gängeskes’. Om 8 uur was verslaggeefster Vera Eisink aanwezig om een live uitzending te verzorgen vanuit het museum. Luisteraars konden raden waar zij was en zich, na het geven van het juiste antwoord, aanmelden voor een gratis rondleiding door de Gängeskes. Er was voor Marian Nijman en Tonny Stoltenborg veel gelegenheid om alles rondom de wandeling en de musea te vertellen. Dat hebben ze dan ook met verve gedaan!!!.
10
Ook bakker van de Dobbelsteen werd bezocht dankzij zijn ‘Gängeskeskoek’. Helaas zat het weer niet echt mee, er kwamen 2 bezoekers. Uit Terborg en Zevenaar. Voor het enthousiasme van de gidsen èn Vera maakte dat niets uit. Aan het eind van de uitzending was er een quiz en kregen de 2 bezoekers een pakket met streekproducten. Die middag was er toevallig ook een inloop Gängeskes die, dankzij de uitzending, door 6 mensen werd gewandeld. Ook kwam er (van een luisteraar) een boeking voor een groep. Een productieve en geslaagde ochtend!
de panne
Netwerkbijeenkomst STAT. Verslag van de netwerkbijeenkomst, 1 april 2015, georganiseerd door Stichting Achterhoek Toerisme, STAT. Deze bijeenkomst stond in het teken van ontmoeting, informatie en inspiratie en werd gehouden in ‘de Roskam’ in Gorssel. Na de opening kregen we uitleg over de nieuwe imagocampagne ‘Het geluk van Nederland – Echt Achterhoek’. Met die slogan wordt de veelzijdigheid van het toeristisch aanbod onder de aandacht van de consument gebracht. Binnen de 5 thema’s Culinair, Onderweg, Persoonlijk geluk, Cultuur en Vakantiegeluk wordt de toerist getipt over verblijven en recreëren in de Achterhoek. De nieuwe Achterhoekgids (verkrijgbaar bij de balie) heet niet voor niets: Achterhoek Geluksgids. Vervolgens kregen we informatie over de digitale routes en in het bijzonder de ‘Bevrijdingsroutes’. Er werden statistieken getoond waarop we b.v. konden zien dat het aantal toeristen in de Achterhoek gemiddeld 6.2 nachten in de Achterhoek verblijft, vooral uit de provincies Noord- en Zuid Holland en uit Gelderland zelf komt en vooral bestaat uit tweepersoonshuishoudens ouder dan 35 jaar. Het eerste, vernieuwde, gebiedsbord werd onthuld waarna Herman Pleij werd aangekondigd. Emeritus hoogleraar historische Nederlandse Letterkunde. Hij vertelde op
Haart...
zijn bekende humoristische en inspirerende manier over het bewaken van de culturele en natuurlijke grenzen èn het behouden van de eigen identiteit van Nederland en de Achterhoek in het bijzonder. Alle lof voor b.v. het introduceren van digitale routes maar vergeet ook het ‘ouderwetse’ niet! We werden geïnformeerd over de voortgang van het Wandelnetwerk. Helaas zijn nog niet alle werkzaamheden afgerond, pas dan komen de ( deel) kaarten en volgt een promotiecampagne. Het officiële programma werd afgesloten met een bezoek aan het naastgelegen nieuwe museum ‘MORE’. MORE staat voor MOdern REalisme. Dit museum wordt 30 mei geopend. Het was nu nog leeg maar zelfs dàt was een prachtige ervaring ( of om met de slogan mee te gaan…) een ‘geluksmoment’. Aanwezig namens VVV Aaltense Musea: Gerda Brethouwer, Eveline van Eijk, Lia de Ridder. Verslag netwerkdag gemeente Aalten. Donderdag 23 april vond de netwerkdag gemeente Aalten plaats. Voor deze dag waren ondernemers, VVV’s, Toeristisch Platform Gemeente Aalten en gemeenteraadsfracties uitgenodigd. Aanwezig namens VVV en Musea : Bettina, Janny, Gerda, Lia. De ochtend werd geopend door wethouder Eric Luiten waarna Edwin Kok van Euregio Toerisme Marketing Grensregio ons
11
de panne
vertelde èn liet zien hoe belangrijk contacten met Duitsland zijn. Op www.euregio.nl leest u er meer over. Vervolgens werden er drie Duitstalige wandelroutes, (in Aalten, Dinxperlo en Bredevoort) het lokaal ommetje de Haart (2 wandelroutes) en de vernieuwde gids Grenzeloos genieten 2015 uitgereikt. De routes zijn verkrijgbaar bij het VVV kantoor. Daarna kwam het onderdeel ‘zakelijk speeddaten’. In 4 rondes van 15 minuten konden ondernemers elkaar inspireren om zo misschien wel te komen tot het samenstellen van een arrangement.
12
Dat laatste is in ons geval nog niet gebeurd, wel hebben we tips gekregen en gegeven, van insiders gehoord wat toeristen op hun camping echt belangrijk vinden en ideeën uitgewisseld. Ook waardevol. Hierna de lunch en een uitleg met presentatie van de herinrichting van de tuin van St. Bernardus en het Schootsveld. Dat wordt echt de moeite waard, eind 2015 moet het eerste gedeelte gerealiseerd zijn. De middag werd afgesloten met een rondleiding door Bredevoort en een drankje bij ‘de Heerlyckheid’.
de panne
NIEUWE AANWINSTEN DOOR ANTOINETTE BAANDERS Voor de expositie “Liefde in Oorlogstijd” kwamen wij in contact met Resi Hengstermann. Het verhaal van Ewald en haar moeder Elisabeth werd belicht in deze expositie. In de vorige uitgave van ‘de Panne’ hebt u een interview met Resi Hengstermann kunnen lezen. De hele documentatie van Ewald, o.a. bestaande uit dagboekjes, foto’s, fotoalbums en brieven, zijn door Resi, de dochter van Elisabeth, geschonken aan de Aaltense Musea.
geschreven door een van de Dames Jolink aan een jonge joodse onderduikster in de buurt van Varsseveld. Ook schonk hij het beeldje “horen-zien-zwijgen”, dat hij een keer kocht omdat het hem sterk deed denken aan het beeldje dat altijd op de toonbank stond in de winkel van de Dames Jolink.
In De Panne van najaar 2014 kon u lezen, dat wij een broche en een armbandje geschonken kregen gemaakt van zilveren dubbeltjes en een kwartje met kopjes van Koningin Wilhelmina. Van mevrouw Hoitink uit Hoog Keppel kregen wij een mooie aanvulling hierop: een set manchetknopen gemaakt van dubbeltjes en kwartjes. Tot slot een bijzondere schenking van de heer J. Breukelaar. Hij schonk o.a. 2 originele brieven
13
de panne
MARKT 12 BEVRIJDING! WAARVAN OOK ALWEER? DOOR HUUG HAYTINK Het was druk in de Pol, maandag 30, dinsdag 31 maart en dinsdag 5 mei. Drie keer “volle bak” bij de opvoering van deze theaterproductie. Om een indruk te geven en onder de indruk te brengen. Gelet op de reacties is dat wel gelukt. Zelfs op straat in het dorp werd ik aangesproken op de indruk die het bij bezoekers heeft achtergelaten. Ongeveer honderd mannen en vrouwen hebben meegedaan. De muzikanten en zangers van de Eendracht en Multiple Voice. De spelers van Thalia en Jong Gelre en die “van de straat waren geplukt”. Mensen die de oorlogsperiode
14
hebben meegemaakt zeiden dat “het ook echt zo was”. De combinatie van spel, foto, film, zang en muziek maakte er een onvergetelijke ervaring van.Het project heeft voldaan aan de verwachting. Zowel Markt 12 als de andere deelnemers zijn weer op de Aaltense kaart gezet. Dat was niet het doel, maar is wel mooi meegenomen. Laten we echter het doel niet vergeten. De komende vijf jaar zal er mogelijk minder aandacht aan oorlog en bevrijding worden gegeven. Daarom is het goed dat Markt 12 blijft bestaan.
de panne
DUITSE VAKBONDEN SCHENKEN PLAQUETTE AAN MARKT 12 DOOR SONJA REXWINKEL Naar aanleiding van het feit dat het dit jaar 70 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog vond er op 8 mei jl. een ontmoeting plaats in gebouw Elim, georganiseerd door de Duitse en Nederlandse Internationale Raad van vakbonden Rijn-IJssel. Bij deze gelegenheid wilde de Duitse vakbond DGB de Nederlandse bevolking, de Nederlandse vakbonden en het Nederlandse verzet dank zeggen voor hun inzet en hulp aan gevluchte Duitse vakbondsleden in de jaren 1930 t/m 1945. Als teken van dankbaarheid werd een plaquette voor aan de muur van Markt 12 Onderduikmuseum aan directeur Gerda Brethouwer aangeboden.
dit pand samen moesten leven en toch niet van elkaars aanwezigheid mochten weten. Je hoorde al maar weer: „Dat dat nooit opgevallen is!“ „Wat dapper van de fam. Kempink!“ . Het interessante bezoek aan het museum bleek veel te kort ,maar helaas waren er nog meer programmapunten af te handelen. Om drie uur moesten wij terug zijn in gebouw Elim.
Na ontvangst met koffie maakte de groep van ongeveer 60 personen in groepjes van 4 onder leiding van Gerda Brethouwer, Marian Nijman, Resi Hengstermann en Sonja Rexwinkel een rondgang door Markt 12. De gasten vonden het erg indrukwekkend hoeveel verschillende mensen in de toch al opwindende oorlogstijd tegelijkertijd in foto Klaus Kappes
15
de panne
De heer Mark Rosendahl, secretaris IGR Rhein-IJssel, uit Duisburg en de heer Wilco Veldhorst, voorzitter IVR Rijn-IJssel, heetten iedereen welkom ter gelegenheid van de viering 70 jaar einde Tweede Wereldoorlog. De heer Veldhorst legde uit dat het werk van de vakbonden in Hitler-Duitsland heel gevaarlijk was. Vandaar dat veel leden van de Duitse vakbonden naar Nederland vluchtten en door Nederlandse families én
de Nederlandse regering gastvrij werden opgenomen. Helaas bleef dat niet zo. Vanaf 1938 veranderde de Nederlandse politiek en de Duitse vluchtelingen werden als ongewenste buitenlanders beschouwd. Willi Welling uit Vreden las het gedicht „Onderduiker“ voor in de streektaal, dat 30 jaar geleden geschreven is door zijn inmiddels overleden vriend Aloys Terbille:
Onderduiker ’s Nachts in het duister, stiekem weg. Haal je het nog over de grens? En moeder, moeder blijft alleen. Jongen, je moet gaan. Mij zullen ze wel niets doen. En als die ellende voorbij is, dan kom je eertijds terug. In het donker door de straten, langs de huizen. Wees maar voorzichtig. In het partijhuis brandt nog licht. De stormtroepen, hoor ze schelden, ze zijn aan het zuipen en tieren. De poort uit. Wat kijk je nog om? De stad is duister. Je kunt niet blijven. Het duurt niet lang meer totdat het licht wordt. Rechtuit door het veld, niet over de straat. Naar het ven toe. Blijf staan, daar zijn de kommiezen. Snel even achter een boom. Verdomd, de maan. Duik omlaag op de grond, je moet je verbergen-lang verbergen. Daar lig je dan op de natte grond. De kou kruipt je in de kleren. Je loert naar ginds, in het duister, naar de grens. Daar is Holland, daar ben je veilig. Je weet nog niet wat er voor je ligt.
16
de panne
Dr. Dieter Nelles, historicus van de Ruhruniversiteit Bochum bedankte uitdrukkelijk de Nederlandse bevolking voor de solidariteit met de uit Duitsland gevluchte Duitse vakbondsleden in de jaren 1930 t/m 1945. Historicus Dr. Sjaak van der Velden, voormalig medewerker van het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis, Rotterdam, kreeg daarna het woord en vertelde dat niet alleen de Duitsers Hitler hebben aangemoedigd. Ook b.v. Henry Detering, Royal Dutch Shell/Nederland en Henry Ford, Ford-autobedrijven/USA hebben Hitler gesteund. De Nederlandse vakbonden CWV en RKWV dachten dat Hitler rust in het door werkloosheid gehavende Europa zou brengen en daarom een kans verdiende. Helaas was in 1933 een van de eerste handelingen van Hitler, na de overname van de macht, de opening van o.a. kamp Oranienburg en de eerste gevangenen in Oranienburg waren Duitsers, leden van de Duitse vakbonden. Catelene Passchier, vice-voorzitster van de Nederlandse FNV, die zelf een Joodse moeder heeft, vraagt zich vaak af: „Wat deden mijn ouders/gesprekspartners/etc. tijdens de oorlog?“ Zij citeerde een gedicht van de Duitse dominee Martin Niemöller (van 1937 t/m 1945 gevangene in concentratie kamp Sachsenhausen): „Als die Nazis die Kommunisten holten, habe ich geschwiegen, ich war ja kein Kommunist. Als sie die Sozialdemokraten einsperrten, habe ich geschwiegen, ich war ja kein Sozialdemokrat. Als sie die Gewerkschafter holten, habe ich
geschwiegen, ich war ja kein Gewerkschafter. Als sie mich holten, gab es keinen mehr, der protestieren konnte. Hieruit concludeerde mevr. Passchier dat men nooit mag wegkijken. Kritisch meedenken, mensen in nood steunen en gezamelijk vechten voor de vrede is beter dan kritiekloos meelopen met de menigte. Willem Jelle Berg van de Nederlandse CNV, had een heel speciaal verhaaltje voor het publiek: Antoon Stapelkamp begon in 1898 als 12-jarig jongetje te werken in een knopen- en kammenfabriek. Al twee jaar later werd hij lid van de toenmalige plaatselijke vakbond. In 1914 was hij medeoprichter van een eigen vakbond, die zich bij het CNV aansloot. Binnen het CNV beklom hij snel de carrièreladder en moest in 1919 naar Den Haag verhuizen omdat hij 1e secretaris van het CNV werd. Van 1935 t/m 1940 was hij voorzitter van het CNV. Na 10 mei 1940 (bezetting) werd de CNV opgeheven. Samen met rond negentig andere bekende vakbondsleden werd Stapelkamp gearresteerd en verbleef in de kampen Schoorl, Buchenwald, Haaren en St. Michielsgestel. Na de bevrijding herrees het CNV onder leiding van Stapelkamp. In 1946 moest hij zijn werk voor de vakbonden stoppen omdat hij lid van de Tweede Kamer werd. Hij bleef tot 1955 politiek werkzaam, maar tot aan het einde van zijn leven, in 1960, uitte hij zijn stem voor de vakbonden, politiek en wanneer hij een bedreiging voor de vrijheid zag. De verrassing kwam aan het eind van
17
de panne
de toespraak: Antoon Stapelkamp was een Aaltenaar en was werkzaam in de knopenfabriek Van Dam en Manschot. Met de oproep: „Laten wij zijn voetspoor meenemen als opdracht aan ons allen!“ eindigde Willem Jelle Berg. Andreas Meyer-Lauber, voorzitter DGB Nordrhein-Westfalen: De Duitsers hadden er lang moeite mee het einde van de Tweede Wereldoorlog als bevrijding te beschouwen. Richard von Weizäcker was de eerste die in zijn toespraak op acht mei 1985 de overwinning van de Nazi‘s niet alleen als nederlaag maar ook als bevrijding voor alle Duitsers beschouwde. Pas door de overwinning van de Nazi’s was het mogelijk weer vrije vakbonden op te richten, zowel in Nederland als ook in Duitsland. Duitse vakbonden profiteren van het overleven van hun leden als onderduiker in Nederland. De heer Meyer-Lauban bedankte de Nederlandse, en speciaal de Aaltense bevolking, de Nederlandse vakbonden en het Nederlandse verzet voor hun levensgevaarlijke
18
inzet en uitte de wens dat een schending van de beschaving zoals Auschwitz, Sobibor, Majdanek en al die andere kampen, nooit meer kan geschieden. Hij citeerde de Joodse Talmud waar gezegd wordt: „Wie slechts één leven redt, redt de hele wereld.“ Als we leven volgens dit citaat moet paragraaf 1 van de Duitse én de Nederlandse Grondwet: „De menselijke waardigheid is onschendbaar“, geldig zijn voor alle mensen, b.v. ook voor de bootvluchtelingen van de Middellandse Zee. Daarom dringt de heer Meyer-Lauber erop aan dat alle Europese landen betalen voor de redding van de bootvluchtelingen. De vakbonden eisen voor deze mensen een waardig leven met recht op arbeid. Om dit mogelijk te maken moeten de mensen de taal kunnen leren en een opleiding mogen volgen. De DGB vecht tegen rechts-extremisme, vreemdelingenhaat en uitsluiting, een toestand zoals in de jaren 1933 tot 1945 in Nederland, toen dappere Nederlanders de redding voor Duitse vakbondleden waren.
de panne
REIS NAAR POLEN DOOR RIEKY KRAAIJENBRINK Kunst, cultuur, traditie en folklore uit Aalten in Switnik. Eind april vertrok een bus vol Aaltenaren en mensen uit Vragender naar de Poolse stad Switnik. De heren Theo te Linde en Jan Klooster , die al 25 jaar contacten onderhouden met Switnik, kregen ter gelegenheid van dit “25 jarig jubileum” het verzoek vanuit Switnik een aandeel te leveren aan een daar te houden Twin-City-festival. Verschillende mensen en groepen wer den gevraagd, o.a. de folkloristische dansgroepen “De Klepperklumpkes” uit Aalten en “De Vier Winden” uit Vragender. Ook de “Aaltense Musea” viel de eer te beurt hieraan te mogen deelnemen. Gerda Brethouwer, directeur van de AM en twee vrijwilligers maakten deel uit van het gezelschap.
Theo en Joost de Gier waren op een ludieke manier druk met bereiden van erwtensoep en stamppot. Op hun houtkacheltjes! Het kookte en smookte er van jewelste!
Op 1 mei, de dag van de arbeid, vond het festival plaats. Wij, als AM, hadden de expositie “Liefde in oorlogstijd”, voorzien van een door Gosia Klein Hesselink in het Pools vertaalde tekst, meegenomen en op het festivalterrein een plaats gegeven. Ook de meegenomen Kunst uit Aalten, schilderijen en glaskunst, kreeg een mooie plek.
19
de panne
Ineke en Piet Nagel bakten pannenkoeken en hadden krentenbrood en andere streekproducten meegenomen. Ton Houwer was druk met zijn klompenmakerij. Er was veel belangstelling van het talrijke publiek voor alles wat er te zien en te proeven was. Velen namen de boekjes met de tekst van de expositie en de folders van Aalten mee naar huis.
20
Ondertussen traden “De Klepperklumpkes” en “De Vier Winden” op, afgewisseld met Poolse dansgroepen. Een kleurrijk en zwierig geheel. Het was een mooie gelegenheid om de “Aaltense Musea”, een stukje cultuur, kunst, traditie en folklore op een educatieve en ludieke manier voor het voetlicht te brengen in het verre Switnik.
de panne
GASTENBOEK
01-04-2015 Heel interessant en goede uitlegging van alles wat er in de oorlog is gebeurt en hoop dat het nooit hier weer gebeurt. Truus Geling-Schenk, Canada 25-04-2015 We vonden het heel erg indrukwekkend. Een heel mooi museum! Sommige dingen nog heel herkenbaar. Een hartelijke ontvangst met kof�ie en uitleg over het museum. Het was een indrukwekkende en �ijne middag. H. en M. K.-V. Blokker-Noord Holland 04-06-2015 Buitengewoon interessant en heel uitgebreid. Vele oude herinneringen kwamen weer boven over een toch wel zeer trieste tijd. J. en J. H. (beiden 84½)
28-06-2015 Geweldig goed verzorgd. Imponerend! Nooit geweten dat er hier zoveel onderduikers gezeten hebben. G. en W. de M. te Goes 21
de panne
EXPOSITIE van 11 september 2015 tot februari 2016
DOOR DINY HOGENKAMP (BESTUURSLID HELIOS) Expositie 60 jarig jubileum fotoclub FC Helios in het museum. Zomaar ergens een aantekening: oprichtingsdatum 1 juni 1955…. zou dat echt zo zijn? Één ding staat vast, Fotoclub FC Helios
22
bestaat 60 jaar in 2015. Zou het toeval zijn dat 2015 in Nederland is verkozen tot het ‘Internationale jaar van het licht’? Het Griekse woord Helios betekent zon; Helios is verantwoordelijk voor zonsopgang en zonsondergang. Is het daarom dat we zo graag fotograferen in de vroege ochtend of
de panne
in de schemering? De leden van fotoclub Helios in ieder geval wel, dat is zeker. Maar zij fotograferen ook graag op andere momenten.
Bent u na het bezoeken van een of meerdere foto exposities ook geïnspireerd geraakt en wilt u graag meer weten over FC Helios? U bent van harte welkom om de bijeenkomsten (gratis) bij te wonen om zo het reilen en zeilen van de club beter te leren kennen. Kom naar de bovenzaal van Café Schiller, iedere tweede maandag van de maand, aanvang 20 uur.
s o i l he
Dat is te zien in de expositie in de Marktkamer van de Aaltense Musea. Van 11 september 2015 tot februari 2016 is er fotowerk te zien dat in het teken staat van het 60 jarig jubileum. Dit project vormt het hoogtepunt van de jubilerende club. Elk Helios clublid heeft de afgelopen maanden foto’s gemaakt van een 60 jarige, een 60 jarige bruiloft of een 60 jarige die op enigerlei wijze betrokken is bij een club of vereniging. Een voorwaarde was dat de betrokken 60 jarigen wel uit de gemeente Aalten afkomstig moesten zijn of een binding of betrokkenheid met Aalten moesten hebben. Alle geportretteerden, zoals ze zijn, in hun eigen omgeving vastgelegd. Hun liefhebberijen en hobby’s, hun kinderen en kleinkinderen, een 60 jarige begint aan een nieuwe tijd, soms een nieuwe fase in zijn of haar leven. Zal dit ook voor fotoclub Helios gelden?
0 6 r a a j Namens het bestuur en leden FC Helios, Diny Hogenkamp
In deze prachtige expositie zijn ook foto’s te zien waarin Aalten sterk is en waarin Aalten zich onderscheidt. Denk alleen maar eens aan AVA, de Atletiek Vereniging Aalten. De sportactiviteiten van enkele AVA leden zijn op spectaculaire wijze vastgelegd. Of Erik en Joke Ruesink, iconen van de IJzerlose Farm & Countryfair en het Paasvuur.
23
de panne EXPOSITIE HOORN- EN TEXTIELROUTE ERFGOEDFESTIVAL GEMAAKT IN GELDERLAND.
In het kader van het Erfgoedfestival Gemaakt in Gelderland wordt door de Aaltense Musea aandacht besteed aan twee verdwenen industrieën uit onze gemeente, namelijk de hoornindustrie en de textielindustrie.Over de hoornindustrie is een tijdelijke expositie ingericht in het voormalige pijpenfabriekje van Becking en Vaags aan de Hoekstraat en is de komende periode op bepaalde tijden voor het publiek toegankelijk.
Paneel uit de expositie Hoornindustrie
24
de panne
De textielindustrie krijgt ruime aandacht in de nieuw opgezette textielkamer (voorheen de Angang ) op de 1e verdieping van Markt 14. Hier is door de dames van de textielcommissie, onder leiding van Thea Schipper, de geschiedenis van de Aaltense textielfamilie Driessen in beeld gebracht. Een permanente aanwinst voor ons Aaltens Industriemuseum.
Paneel uit de expositie Textielindustrie
25
de panne EXPOSITIE HARRIE EN JEROEN DERCKSEN VANAF 18 SEPTEMBER TOT 25 NOVEMBER IS EEN TENTOONSTELLING TE ZIEN VAN TWEE OUD AALTENAREN. HARRY DERCKSEN (1924-2008) EN JEROEN DERCKSEN (1956) Harry kwam met zijn gezin in 1956 in Aalten wonen. Hij werd tekenleraar aan de toenmalige HBS en is dat tot zijn pensioen in 1987 gebleven. Naast zijn baan als leraar was Harry actief als kunstenaar. Hij tekende , schilderde en maakte beelden. Hij maakte werk voor de openbare ruimte in Aalten. O.a bij de Magnoliaschool staat een beeld uit 1962 met kinderen op een hobbelpaard. Op een binnenmuur van de Zuiderkerk is ook een groot werk van hem te zien. Jeroen heeft zijn jeugd in Aalten doorgebracht en is nu autonoom kunstschilder. Hij werkt en woont afwisselend in Amsterdam en op het platteland van Frankrijk. Hij heeft een galerie in Amsterdam. Op deze tentoonstelling zijn sculpturen van Harry en geschilderde en getekende portretten van Jeroen te zien. Op een presentatiescherm wordt ook zijn andere werk getoond. Als kind zag Jeroen Harry werken. Harry verdiende zijn geld als tekenleraar. Als hij thuis was ging hij in zijn atelier aan de
26
slag. Dit atelier stond in open verbinding met de woonkamer. Zo kon hij werken en opvoeden tegelijk. Hij tekende zijn gezin, de natuur, de omgeving. Voor Jeroen was het heel gewoon dat je al tekenend de wereld verkende en je emoties verwerkte. Harry had grote belangstelling voor zowel moderne als oude kunst. Van jongs af aan nam hij Jeroen mee naar musea, kerken en kunstbiënnales. Harry hield ervan om mooie dingen te maken met veel vakmanschap. En hij maakte van alles. Als kind tekende en knutselde Jeroen vrolijk mee.
‘Jeroen tekent’ mee door Harry Dercksen 1967
de panne Jeroen schildert en tekent ‘LEVEN’. ‘Eigenlijk doe ik wat Harry deed, ik heb er zelfs mijn beroep van gemaakt’. Jeroen schildert en tekent zowel figuratief als abstract. Van heel realistische tot expressieve kleurrijke doeken. Zijn favoriete onderwerpen zijn mensen, bloemen, landschappen en abstracties. ‘Mijn streven is om schilderijen en tekeningen te maken die puur en ongekunsteld zijn. Ik maak het werk met aandacht en vakmanschap. Ik concentreer me op wat werkelijk van waarde voor mij is: de positieve kracht en energie die ik krijg als ik kijk naar mensen, bloemen, landschappen en abstracties. ‘ Voor deze tentoonstelling heeft hij gekozen om werk te laten zien uit een serie ‘LEVEN’. Al meer dan 25 jaar werkt hij, naast portretten in opdracht, aan een serie autonome portretten. Het zijn intieme schilderijen en tekeningen van mensen uit zijn directe omgeving, die symbool staan voor belangrijke ervaringen in zijn leven. Van geboorte tot de dood. Onderwerpen als intimiteit, eenzaamheid, liefde, trouw, geweld, ziekte. “Ik teken en schilder over onderwerpen die mij ontroeren. Als ik dit doe krijg ik nieuwe inzichten en voel ik me beter. Deze werken zijn en blijven in mijn bezit. Ze zijn een belangrijk onderdeel van mijn bestaan en kenmerken voor mij belangrijke momenten en ontmoetingen in mijn leven.
dat hij fysiek niet meer in staat was zo goed te tekenen als voorheen, is hij steeds meer gaan beeldhouwen. Hij maakte portretten van zijn gezinsleden, ondeugende beeldjes en abstracte sculpturen. Klei en hout waren zijn favoriete materialen. Hout en klei uit de omgeving van Aalten. Soms werd er spontaan hout gebracht door dorpsgenoten die wisten dat Harry het kon gebruiken. Sommige zwarte beeldjes zijn gemaakt van moereikenhout van duizenden jaren oud. Gevonden in de oude bedding van de Slingebeek. Zijn grotere kleibeelden liet hij stoken in de ovens van de steenfabriek in Winterswijk , waar hij vroeger ook zijn klei haalde. Later verkreeg hij ook klei bij de Keulse pottenfabriek vlak over de grens in Duitsland, waar ze met zoutglazuren stookten. Het transport was nog weleens een probleem. Harry had geen auto. Hij nam dan wel eens een rijles, bij een rijinstructeur uit de straat, om met de lesauto een beeld te brengen en te halen. Zijn beelden zijn met vakmanschap gemaakt. Hij leerde veel over houtbewerking van Gerrit Houwer. De toenmalige klompenmaker uit Bredevoort. De werkplaats en het atelier van Harry bestaan nog steeds en daar is nog veel gereedschap te vinden waar de klompenmakers hout mee bewerkten.
Harry’s beelden. Harry heeft naast tekeningen en schilderijen ook veel beelden gemaakt. Vooral na-
27
de panne
WIE ZIJN DIT? Op onze vraag wie ons meer over dit passiekruis kon vertellen, kwam één reactie. Erelid Evert Smilda meldde ons dat hij lang geleden voor de Panne een stukje over het passiekruis had geschreven en dat heel misschien Erik Nijman deze nog in zijn archief bewaard had en inderdaad, Erik had onderstaand verhaaltje nog in zijn archief: “Een passiekruis is een kruis van het Latijnse type met daarop voorbeelden van martelwerktuigen aangebracht zoals: lans, doornenkroon, hamer en spijkers en gesel. Soms werd ook een geldbuidel, herinnerende aan verradersloon, afgebeeld. De spijkers werden ook wel passiespijkers genoemd. Deze handgesmede spijkers hadden soms een driekante kop en een gespleten punt zodat er twee punten aan voorkwamen. De gesel bestond uit een handgreep met aan het einde lederen riemen waaraan loden bolletjes waren bevestigd. Het passiekruis werd meegedragen tijdens de kruiswegrondgang op Goede Vrijdag. Het kruis is altijd het onontkoombaar voorspel geweest van de opstanding van Jezus en de daardoor bewerkte opstanding van hen die in Hem geloven. Passiekruisen zijn betrekkelijk zeldzaam. Dit museum bezit er twee, waarvan deze de grootste is.”
28
de panne Deze keer opnieuw een vraag aan u. Bijgaande advertentie kregen wij te leen van mevr. Lensink-Hoftijzer. Zij wist geen details. Wij hadden dit ook nog nooit eerder gezien. U misschien wel. Kunt u ons er meer over vertellen? Graag uw antwoord inleveren aan de balie van ons museum of mailen naar theaonnink@ upcmail.nl.
29
INTERVIEW MET WIM RHEBERGEN In de nog tot 30 augustus a.s. lopende expositie “Voor Vrij Aalten” heeft Wim Rhebergen uit Hoevelaken een groot aandeel gehad. Reden voor ons hem in onderstaand interview nader aan u voor te stellen.
Was er een speciale gebeurtenis of moment waardoor je interesse gewekt werd voor de Tweede Wereldoorlog? Nee, niet echt. Op jonge leeftijd was ik al geïnteresseerd in geschiedenis. De meeste leerlingen hadden op de lagere school een hekel aan ‘Jaartallen’. Ik niet. Ik wilde toen al meer weten over het ‘verhaal’ achter de jaartallen. Wat is er dan precies gebeurd tijdens de Slag bij Nieuwpoort in 1600. Het heeft er dus kennelijk altijd al ingezeten. Gaandeweg trok de krijgsgeschiedenis steeds meer mijn aandacht en koesterde
30
ik al spoedig een speciale interesse voor de militaire luchtvaart. Ik heb thuis nog een tekening die ik als 5-jarige heb gemaakt van straaljagers die bommen gooien. Vermoedelijk heeft mijn 10,5 jaar oudere broer Peter hierin ook een rol gespeeld. Hij vervulde zijn dienstplicht bij de luchtmacht en betrok mij in zijn interesse. We gingen samen vaak op pad en doen dat nog steeds. Verder is, denk ik, de opvoeding van belang geweest. Mijn ouders hadden een sterk rechtvaardigheidsgevoel en ik heb dat overgenomen. We wisten thuis heel goed het verschil tussen ‘goed’ en ‘kwaad’. Ze praatten ook veel over de Tweede Wereldoorlog wat mijn beleving over wat kan en niet kan heeft versterkt. Bij welk onderdeel ligt je speciale interesse? Mijn oorspronkelijke interesse ligt bij de historische militaire luchtvaart en dan met name tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar ook de burgerluchtvaart heeft mijn belangstelling, vooral het propellertijdperk van de KLM. Op deze terreinen heb ik ook veel bijzondere ervaringen opgedaan zoals de vele privé-rondleidingen op zowel
de panne
militaire- als burgervliegvelden maar vooral ook de vluchten in oude ‘kisten’ als de DC-3 Dakota, DC-4 Skymaster en de B-25 ‘Mitchell bommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog. In de loop der jaren heb ik mijn horizon verruimd en ben ik ook actief onderzoek gaan doen naar de inzet van grondtroepen tijdens oorlogen en conflicten. Ik vind het belangrijk om hierbij aan te geven dat in die onderzoeken, die inmiddels tot een respectabel aantal publicaties hebben geleid in vooral Nederland en Engeland, de militair als mens centraal staat. Illustratief hiervoor zijn o.a. mijn boeken (daarover later meer) en projecten waarin ik vliegers en soldaten een gezicht heb kunnen geven, niet alleen in Aalten maar ook in mijn huidige woonomgeving (Hoevelaken - Nijkerk - Amersfoort) Momenteel ben je bezig alle namen te achterhalen van de militairen die tijdens de mobilisatie opgeroepen zijn en gevochten hebben. Je wilt hierover een boek uitgeven. Kun je iets vertellen over de opzet en de bedoeling? De Nederlandse soldaten die in mei 1940 tijdens de inval van de Duitsers hebben gevochten en zich hebben ingezet voor de verdediging van ons land en onze vrijheid, vormen naar mijn mening een vergeten groep. Ook over de wijze waarop zij in actie zijn gekomen, wordt vaak denigrerend gesproken. Dat is ook dit jaar nog weer eens gebleken. De aandacht in dit bijzondere herdenkingsjaar gaat toch
vooral uit naar de Geallieerde legers die Europa 70 jaar geleden hebben bevrijd. Ik snap dat heel goed en die aandacht is ook terecht. Maar buiten Rhenen en omstreken blijft de aandacht voor de Nederlandse militairen die in een ongelijke strijd zich op veel plaatsen dapper hebben geweerd, onevenredig achter. Het is dit jaar 75 jaar geleden dat deze soldaten het uiterste hebben geprobeerd de vijand tegen te houden en de vrijheid te behouden. De gemeente Aalten heeft tijdens de mobilisatie in augustus 1939 een groot aantal jongemannen ‘afgeleverd’ aan met name het 8ste Regiment Infanterie dat in mei 1940 werd ingezet bij de verdediging van de Grebbeberg. Hun gemoedelijke en vredige bestaan op het platteland in Aalten werd abrupt beëindigd en ingeruild voor een moedige strijd tegen een kwantitatief en kwalitatief superieure tegenstander met alle gevolgen van dien. Het is mijn bedoeling deze Aaltense soldaten, gesneuvelden en overlevenden, voor het voetlicht te brengen. (foto nummer 20) Daartoe heb ik reeds zo’n twintigtal interviews afgenomen bij de nabestaanden. Ook heb ik de twee Aaltense veteranen die nog in leven zijn mogen ontmoeten. Ik hoop in de komende periode mijn bezoeken aan de families te kunnen voortzetten. Mijn verbondenheid aan het Nationaal Militair Museum op de voormalige vliegbasis Soesterberg kan daarbij van pas komen. Over de exacte opzet wil ik nog niet teveel verklappen maar ik wil in het boek graag
31
de panne
aangeven wie ze als persoon waren of zijn, hun militaire periode belichten en waar ze onder welke omstandigheden hebben gevochten. Verder zal er in kort bestek plaats zijn voor hun leven na de oorlog. Waar kunnen mensen terecht om een naam door te geven van iemand die in die lijst thuishoort? Ze kunnen terecht in het Onderduikmuseum Markt 12 in Aalten waar ook mijn deel van de expositie ‘Voor Vrij Aalten’ nog tot eind augustus is te zien. De mensen kunnen hun contactgegevens doorgeven aan de medewerkers van het museum. Deze zullen dan de informatie aan mij doorspelen. Maar ze kunnen ook direct met mij contact opnemen via telefoon 033-4554399 of email
[email protected]
ontdekkingen. Zo heeft soldaat Johan Hoftijser een eikenblad bewaard in zijn oorlogszakboekje. Dat eikenblad had hij bewust meegenomen van het strijdtoneel op de Grebbeberg. Indrukwekkend zijn ook de persoonlijke aantekeningen die sommige soldaten dagelijks maakten waaruit onder meer is op te maken dat ze zelfs op 9 mei 1940, één dag voor de inval van de Duitsers, een tamelijk onbezorgd leven leidden. Aangrijpend was de door een kogel doorboorde portefeuille die is teruggevonden van de gesneuvelde soldaat Gerrit Römer. Hierin werd een felicitatiekaart aangetroffen die Gerrit naar zijn zus Truus wilde sturen voor haar verjaardag. Hij is er niet meer aan toegekomen. Dat zijn persoonlijke drama’s die mij erg treffen.
Wat is voor jezelf de meest opzienbarend of indrukwekkendste ontdekking die je gedaan hebt? In het kader van mijn onderzoek naar de Aaltense militairen, zijn dat er meerdere. Opvallend is in ieder geval dat de meesten die gevochten hebben en konden terugkeren, er na de bevrijding nauwelijks over praatten met hun gezinsleden. Ook van buitenaf was er vrijwel geen aandacht voor de Nederlandse mei-veteranen. Die situaties zijn in 2015 ondenkbaar. De militairen die nu terugkeren vanuit de inzetgebieden worden professioneel bijgestaan. Daarvan was toen absoluut geen sprake. Natuurlijk kwam ik ook tot tastbare
Je hebt al twee boeken uitgegeven “Vermist boven de Achterhoek” en “Britse littekens in Aaltense bodem”. Kun je hierover nog iets bijzonders, b.v. een ontmoeting, vertellen? Tijdens de onderzoeken die hebben geleid tot beide boekuitgaven, waren de ontmoetingen met de voormalige vliegers van de Britse luchtmacht en bevrijders van Aalten heel speciaal. Maar ook de contacten met de nabestaanden waren hartverwarmend. Temeer ook, omdat ze totdat ik ze had opgespoord bijna niets wisten over hun geliefden die ‘ergens in Holland’ waren gesneuveld. Velen zijn daarna op bezoek geweest. Die bezoeken verliepen dikwijls zeer emotioneel. In dat verband was 5 mei 2008 heel bijzonder
32
de panne
toen ik met een grote groep van 22 nabestaanden bij de graven stond van de bij de bevrijding van Aalten omgekomen Britse soldaten. Over bijzondere ontmoetingen gesproken, als gevolg van mijn onderzoek naar de bevrijding van Aalten op 30 maart 1945 door Britse troepen, ben ik samen met mijn vrouw Karin uitgenodigd om naar Buckingham Palace in Londen te komen. Daar hebben wij in 2006 in de tuin van het paleis het 350-jarig bestaan gevierd van het Regiment Grenadier Guards waarvan twee bataljons Aalten hebben bevrijd. Koningin Elizabeth was erbij en met haar echtgenoot Prins Philip heb ik ook nog een gesprek gevoerd. In 2010, kort na de presentatie van ‘Britse littekens in Aaltense bodem’ waren wij opnieuw te gast aan het Britse Hof toen Koningin Elizabeth een nieuw vaandel uitreikte aan het 1ste bataljon Grenadier Guards. Dat vergeet je natuurlijk nooit. Je bent in Auschwitz geweest. Wat deed dat met je? Dat wordt mij vaker gevraagd. Ik hoef niet uit te leggen wat de Holocaust inhield, iedereen behóórt dat te weten. Auschwitz was daarvan een exponent van het ergste soort. Ik beantwoord de vraag vaak door te zeggen dat je móet geloven wat daar is gebeurd want eigenlijk kun je het niet bevatten, zo erg was het. 1,1 miljoen mensen zijn in het kamp vermoord, de meesten systematisch vergast. De vernietigingsmachine van de Nazi’s draaide daar op volle toeren volgens tevoren bewust uitgedachte plannen. Wat
ik daar heb gezien, gehoord, beleefd en ervaren zal ik nooit vergeten. Het is onze plicht om te luisteren naar de overlevenden die nu nog onder ons zijn. Wat vind je van de Aaltense Musea en wat zou hier, wat jou betreft, nog interessant zijn om toe te voegen? Als geboren Aaltenaar ken ik het Onderduikmuseum al jaren. Het heeft onder de huidige leiding een flinke professionalisering ondergaan. Het is goed dat er een ruimte is voor themaexposities waarvan ik dankbaar gebruik mocht maken met de tentoonstelling ‘Vechten voor Vrijheid’. Zodoende kunnen ook aspecten worden belicht anders dan het dagelijks leven tijdens de oorlog en onderduiken. Ik begrijp dat het museum zich mag verheugen op veel bezoekers mede dankzij het euregionale karakter. De expositie ‘Aalten Bevrijd’ (het andere deel van de tweeluik ‘Voor Vrij Aalten’) kan voor een volgende mijlpaal in de toekomst nog meer worden uitgewerkt. Verder is het een mooi museum met boeiende en wisselende thema’s. Alle lof ook voor de enthousiaste directeur van de stichting en niet te vergeten de onmisbare vrijwillige inzet van de museummedewerkers.
33
de panne
BIJZONDERE GAST In april bezocht Trudy (Truus) Geling-Schenk ons museum LOUIS VELDHUIS GING IN GESPREK MET HAAR “DE REUK VAN MOTTENBALLEN”
Deze keer het aangrijpende verhaal van een nabestaande van kinderslachtoffers uit de oorlog. Tijdens de herdenkingen rond 70 jaar bevrijding Aalten kwam mevrouw Trudy Geling-Schenk speciaal uit Canada over om samen met enkele andere nabestaanden het gedenkteken “Spelend de dood in” te onthullen. Deze plechtigheid vond onder grote belangstellig plaats op 4 april j.l. op de hoek Bocholtsestraatweg/Piepersweg. De tragiek van de familie Schenk. Net na de bevrijding kwamen haar twee broertjes Wim en Henk Schenk (8 en 6 jaar) samen met de vijfjarige Wim Wisselink op een afschuwelijke manier om het leven. Omdat ze nog zo jong was, mocht Truus niet naar de begrafenis. Nadien werd er nooit meer over gesproken. Truus was het derde kind uit het gezin van elf kinderen van Gerard en Kate Schenk (ook wel kleine Schenk genoemd). In de jaren 50 begon Siep Geling een winkel voor huishoudelijke artikelen en speelgoed. Toen de mogelijkheid zich voordeed om daar aan de slag te gaan, greep ze deze met beide handen aan. Het was 1962 toen ze Bernard, broer van
34
Siep Geling, leerde kennen. (Bernard was na de oorlog geëmigreerd naar Canada). Begin1963 trouwden ze en ging ze mee naar Canada. Ze gingen wonen in de omgeving van London Ontario. In de zomer van 1963 kreeg ze het tragische bericht dat haar jongere broer Wim, (die naar de oudste broer was vernoemd) slechts 16 jaar oud, verdronken was in zwembad ’t Walfort. Opnieuw kon ze de begrafenis niet bijwonen. Ze was zeven maanden zwanger en mocht niet vliegen. Dit heeft haar zeer veel verdriet gedaan. Toen haar moeder op 57-jarige leeftijd
de panne
overleed, moest ze door omstandigheden ook deze begrafenis aan zich voorbij laten gaan. In 1992 overleed haar man aan hartfalen. Met haar man kreeg ze 4 kinderen en ze heeft intussen 8 kleinkinderen. De naam Truus veranderde na verloop van tijd in Trudy. In Nederland bleef het altijd Truus. Met eigen woorden. Voordat Trudy terugkeerde naar Canada heb ik haar gevraagd om haar verhaal over de dood van haar broertjes en de verwerking ervan, op te schrijven. Toen ik het onder ogen kreeg, vond ik het zo aangrijpend, dat ik er niets in veranderd heb. Dat er, na 53 jaar uit Nederland weg te zijn, taalfouten in staan mag niet deren. Juist de weergave in haar eigen woorden maakt dit tot een aangrijpend document.
speelden meestal buiten, een voorjaar hadden hun een karretje gekregen waar ze de geit voordeden zo dat het getrokken kon worden. en toen moest er ook ons meisjes tafeltje en stoeltje in, maar het paste niet goed dus werd er wat geweld gebruikt en de beentjes gaven het te goed . Van de oorlog zelf kan ik me niet te veel van herinneren, wel dat we soms de schuilkelder in moesten ,en soms kwam er een Duitse soldaat langs lopen en hy sprak met me;n Mama als hy door liep ,en hy liet haar weten dat er een bomb aanval of iets dergelyks ging gebeuren en dan moesten we de kelder in met onze buren samen,
Mijn Verhaaltje (door Trudy Geling-Schenk) M;n vroegste herinnering van m’n broers was dat we samen naar school lopen moesten , ik was nog in de kleuter school op St. Josefschool. en we woonden op de Heurne achter de beek in een oud dubbel huis, met tochtige ramen en deuren , we woonden in het midden van de velden met een paatje naar ons huis, het werd vaak het smokkelpat genoemd ,want daar kwamen nog wel vaak smokkelaars langs. M’n broertjes waren altyd wel druk en
35
de panne Dat was Mvr. Horn met haar dochter Riek, Ik kan de dag dat we bevreid waren niet zo goed indenken ,Alleen dat er vreemde voertuigen en soldaten over de velden reden en we mochten naar buiten om te zwaaien en roepen maar ik wist niet waar het om ging, De soldaten waren nog in het veld by Ebbers de kleermaker en de jongens wilden er heen om te kyken en natuurlyk snoepjes te krygen , zo Mama heeft hun eerst nog wat vlaggetjes gemaakt van lapjes die ze nog had liggen ,want ze maakte al onze kleren zelf. Dat is de laatste keer dat ik m,n broers levend gezien hebt, M;n Papa was net thuis gekomen van z;n werk en was zich aan het wassen en Mama vroeg of ik de jongens wilde gaan roepen voor het eten, ik liep net langs de zy kant van het huis by de regen ton toen er opeens een ontploffing was, en Papa riep me om weer terug te komen ,als ik al naast de muur stond voor bescherming, toen ik weer achter het huis was stond Papa te kyken wat er toch gebeurt was kwam er een man aan lopen met een geweer op z;n schouder en roepte Schenk Schenk kom vlug ,m;n vader in z;n hemd en bretel van de shouder ,hand doek nog in z;n hand rende over het veld m’n ‘Mom achter hem aan, maar toen ze nog maar half weg het veld in was is Mom gevallen , en was ze even later by iemand naar huis gebracht, ik weet niet wie het was hoogwaarschynlyk de buurvrouw ,Ik weet niet wat er toen gebeurt is want Annie en ik
36
waren naar de buren gestuurd ,by de Albers meisjes, de volgende dag mochten we even naar huis om naar de jongens te kyken die lagen in kisten op de opkamer, we dachten dat ze er lagen te slapen ,en Annie raakte Henk aan en zei Henk word wakker zo dat we kunnen spelen. Mamma hoorde dat en begon te schreien en we waren weer mee genomen naar het Albers huis, We wisten nergens van ,maar we mochten even na kyken toen de kistjes op de boeren wagen van de Roos (denk ik),We mochten daarna weer thuiskomen , maar Mama was nog steeds in bed ,wy werden niet verteld wat er gaande was en het leven ging door ,het werd alleen maar gezegd we moesten maar blyde meisjes zyn want Papa en Mama waren droevig genoeg, Er werd niet veel over gepraat later mocht ik wel naar de begraaf plaats om bloemetjes er op te zetten of schoon te houden ,maar er werd niet over gepraat dat ik me kan herinneren, Menige jaren later toen ik al in Canada zat was ik onze camper aan het schoonmaken ,en in de herfst ervoor had ik er wat in gedaan voor motten die we er in hadden het vorige jaar , en de reuk dat uit die kastjes kwam maakte me erg bedroeft maar ik kon niet uitmaken waarom, m;n man vroeg me nog wat er aan de hand was omdat ik me er niet op kon brengen om verder te gaan met het schoonmaken .Later kwam het me naar voren het was de reuk van de kistjes waar de jongens in lagen.
de panne In 1995 nadat m;n man al overleden (1992) was ben ik naar een curses gegaan om te zien of er iets was dat me tegenhield vanwege het verlies van iemand (ik kan niet op het Hollandse woord komen) We waren er over aan het praten om broers of zusters te verliezen toen ik het helemaal verloren hebt en huilde als een 5 jaar oud kan doen
toen heb ik er eindelyk mee kunnen delen , maar nu dat de onthuldiging van het monument en de prachtige ceremony is achte de rug kan ik echt zeggen ze hebben een plaats in de geschiedenis niet alleen in myn hart en hoofd, maar ook in de buurt en van heel Aalten.
NOG ENKELE BIJZONDERE GASTEN Vrijdag 19 juni brachten twee echtparen te Slaa, uit Duitsland en de staat Iowa in de Verenigde Staten, een bezoek aan ons museum en andere plekken in onze gemeente.
de lunch werd het bezoek aan de rest van onze musea voortgezet waarbij uiteraard ook werd geposeerd bij de vitrine met de panne van Jan te Slaa.
Ze werden door Huug Haytink en Tonnie Stoltenborg ontvangen en kregen na de koffie allereerst een rondgang door ons museum Markt 12 onder leiding van Huug, waarna Tonnie de families meenam voor een bezoek aan diverse plekken in onze gemeente. De plek van de vroegere bakkerij te Slaa op de hoek van de Kerkstraat en de Hofstraat werd bezocht en vervolgens ging men per auto naar buurtschap de Heurne, Dinxperlo. Volgens stamboekonderzoek door Willem te Slaa uit Duitsland, begon hun familiegeschiedenis in het jaar 1568 bij ‘Heurne te Slade’, nu Hoge Heurnseweg 16. Alleen een oude waterput herinnert daar nu nog aan. Op de terugweg naar Aalten werd nog een stop gemaakt bij boerderij ‘Nieuw Slaa’ aan de Slaadijk bij de familie Obbink. Na
37
de panne
COLUMN DOOR GERHARD TE VOORTWIS KWESTIE VAN DETAILS VEURDAN KRIMPEN De Achterhoek krimpt maar in oppervlakte blijven we hetzelfde. In aantal worden we minder, maar we hebben steeds meer vierkante meters nodig om ons goed te voelen. Krimpen en ruimte creëren. We zien steeds minder varkensschuren om ons heen, maar er verschijnen meer en meer grote open stallen met melkrobots en hyper-relaxte en tevreden koeien. Niet omdat koeien recht zouden hebben op tevredenheid of een eigen portie geluk. Gelukkige koeien geven domweg meer melk en krijgen minder ziektes. Een boer in de buurt fokt in zijn eigen fokprogramma de koeien weer kleiner, d.w.z.
terug naar normale afmetingen. Zoals hij het kernachtig zegt: ”bevalt beter, zowel mij als de koe” . Fok je eigen krimp… Poh noh, daar kunnen we als regio nog van leren. Elk jaar zijn er weer minder boeren in de Achterhoek. Maar geen hectare te bekennen die er woest en ledig bijligt. De grondverzetbedrijven en machineverhuurbedrijven nemen met hun all-inclusive-aanbiedingen het werk van de boer over. Elk jaar worden er in onze regio weer meer wietplantages ontdekt. En dan hebben we het nog niet over het aantal niét ontdekte plantages… In beide zijn we een soort van Nederlands kampioen. Over innovatief vermogen gesproken. Nee, in de agrarische sector is van krimp niet veel te merken. Integendeel met minder mensen wordt er meer en vernieuwend geproduceerd. Er komt een snelle busverbinding van Doetinchem via ’s Heerenberg , Emmerich en Kleve naar Nijmegen. Het spoor tussen Arnhem en Doetinchem wordt vast en zeker de komende 10 jaar verdubbeld. En over anderhalf
38
de panne
jaar kunnen we weer vanaf Zevenaar per trein de grens over.
Een zee van mogelijkheden in die euregio. Duizenden kilometers fiets- en wandelpad hebben we…verbonden door duizenden wegwijzerpaaltjes. En elk jaar komen er in de Achterhoek paden bij, en dan niet van die gewone langs de rijksweg. Neehee, steeds meer van die prachtige paden binnendoor, buitenom en achterlangs. Over (beleving van) ruimte gesproken. Hoezo krimp, hoezo minder? Er komt in de Achterhoek zelfs veel meer natte natuur en andere, natuurlijk lijkende aanpassingen aan beken en rivieren. Oude IJssel, A-Strang, de Veengoot, de Berkel, de Slinge, ’t kan niet op. Straks komen we nog beken tekort.
De aandacht voor het Achterhoeks neemt toe. De aandacht voor het Duits eveneens. De Zwarte Cross ..een Achterhoeks festival bij uitstek… groeit tegen de klippen op. Achterhoek-slow- festival Manana-Manana en Huntenpop worden elk jaar groter. En dan hebben we het nog niet over de populariteit van de voorstellingen in de Steengroeve bij Winterswijk. Zelfs het Doetinchemse Amphion behoort, van binnen tenminste, tot de drie beste B theaters van het land. De bekendheid van de Dru cultuurfabriek, van Museum Villa Mondriaan in Winterswijk, van ons Onderduikmuseum , van museum Kasteel Bergh nemen alleen maar toe. De erkenning van Smedekinck in Zelhem als officieel museum is zelfs aanstaande. En sinds mei hebben we in onze regio MORE (sic), dat mooie Melchers-museum met realistische kunst in Gorssel; met binnen 2 jaar trouwens nog meer MORE in kasteel Ruurlo. Hoezo krimp? De grondprijzen voor huizenbouw zijn in de Gemeente Aalten voor de kleine kernen wel in de uitverkoop gegaan, manges wel… hopelijk wordt het geen opheffingsuitverkoop. Of is het omdat er voor veel mensen gewoon niks an is om in een aangeharkte kleine kern te wonen? Voorlopig krimpen we aardig veurdan! En anders roepen we de Chinezen er toch bij?
39
de panne
DIALECTVERHAAL DOOR MIEP GEESINK-WISSELINK DINGE VAN VROGGER Völle dinge dee al “op laeftied bunt” hebt ‘n verhaal. Meestal bunt daor ok wal mensen bi-j betrokken, wat ‘t geheel interessant mek. Zo las ik in ‘t beuksken van Dinie Lammers en Leo van der Linde “Groeten uit Bredevoort” iets ovver ‘t bekende theehuusken dat in den tuin van Sint Bernardus steet. In de volksmond “ ‘t koepeltjen” eneumd. Met de Grote grachte daor ummehen mek ‘t
40
‘n mooi plaatjen. ‘t Huusken is uut de 19e eeuw en rieke an geschiedenis. ‘t Was in 1881 dat ne schilder twee ni-je roeten (ruiten) in ‘t koepeltjen most zetten. Kosten: 72 cent! Dat was dén schilder, duch mi-j, allene an de stopvarve al kwiet. Of ‘t was liefdewark. Al met al: leuk um te laezen. Ne krinte in de geschiedenispap van Brevoort. Wat is der toch in den tied dat wi-j hier op den aardbodem rondscharrelt völle veran-
de panne
derd. Neet allene in lonen en prieze. Of in huze en gebouwen. Nae, gewoon dee dinge waor wi-j dageleks met te maken hebt. Zo hadde wi-j vrogger thuus ne boodschappentasse, emaakt van kokosvezels of iets dergeleks. Oerstark en veur völle dinge inzetbaor. As vader ‘s argens ‘n timmerklusjen had, ging ‘t gereedschap daorveur met in dee tasse. Hamer, knieptange, schave, enz. Dat spul bungelden dan an ‘t stuur van ziene fietse as hee op weg was naor ‘n karwei. Maor aeven zo vrolek ginge wi-j kindere der den andern dag met naor de bakker um ‘n paar weggens (broden) te halen. Fietstassen wazzen der toen nog neet; in ieder geval: wi-j hadden ze neet. Allene moder had zon plat tesken met kleppe veur an ‘t stuur. Daor kon neet völle in. Dee kokostassse was één van de weinege dinge waorbi-j wi-j kindere neet te heurne kregen: “Wes der zuneg op”of “Wes der veurzichteg met.” Toch hef dee tasse, ondanks ziene stieve stugheid, veur mi-j ne leuke herinnering achter-elaotene. ‘t Zal in de darteger jaorn ewest waen, zo umstreeks 5 december. Wi-j kindere waarn vervuld van den Spaansen man, dén ondanks ‘t modderege dieksken ons nog nooit had vergaeten. Meestal kwam hee ‘s nachts. Moder schoof dan ‘s aovends ‘t kökkenraam op en deed daor ‘n holtblöksken onder. Dan kon Sunterklaos van de butenkante “’t pakket” zó naor binnen schoeven. Den man was ja slim drok en had toch gin tied van praoten.
Op ne kere ging ‘t anders. Wi-j zatten as gezin um de ronde taofele, ton der in-ens op ‘t raam ebonsd worden. Sunterklaos! Wat jammer dat vader der now neet bi-j was. Dén zat zeker weer in ziene klompkamer. Wi-j kindere zongen Sunterklaosliedjes, zo hard a’w konnen. Moder leep naor ‘t raam en schoof dat op. Gek, daor was iets ‘n geprummel. Zol moder Sunterklaos kennen? Ik wol ‘m zo geerne zeen, maor dörven neet naor buten. Ik leep ok naor ‘t raam. ‘t Pak lag inmiddels op de vensterbanke. Met mienen neuze vlak veur ‘t glas nam ik vaag ne gestalte waar, dee eigelek völle op vader lek. En bovvenop dee gestalte as mijter onze stieve, stugge boodschappentasse! Ja, ja, veur völle dinge inzetbaor! Dit gaf de oplossing van ‘n paar geheimnisvolle jaorn. Veur dat moment jammer, veur later ne mooie herinnering. De tasse is op den duur op den “floriebos” ekommene. Dat worden vrogger ezegd wanneer de mensen iets kwiet wazzen. (As emes mi-j kan vertellen waor dee “uutdrukking” vandan kump, heur ik ‘t geerne.) Wat kwaliteit betröf had dee tasse nog wal jaorn naor ‘n museum ekönd, eventueel as ‘n tasse vol verhalen. Good, wi-j hebt now plastic tassen, in groten getale. Ok veur völle dinge inzetbaor. Licht, gewoon makkelek. ‘t Is denk ik zonne 50 jaor gelaene dat de plastic-periode anbrak. Onze jonges wazzen nog klein, maor at ze ‘s ruzie hadden repen ze teggen mekare: “Jij bent van plastic!” Wat dat inheel wisten ze zelf neet, en wi-j
41
de panne
eigelek ok neet, maor ‘t was dan wal good mis! In ‘t begin schreef ik al ovver “veranderingen”. Vrogger was i-j vaste klante bi-j ne vasten winkelier. I-j hadden zelfs nog ne vasten manufacturier, oftewel lepkeswinkel. Der worden gericht ekocht, as ‘t tenminste neudeg was. Bi-j ons thuus hadde wi-j zelfs nog ne vasten ploddenkaerl (lompenman). Hee heetten Herman en kwam uut Grolle. Herman was ‘n mager menneken dén neet vaker as ens in de waeke ‘t scheermes gebroeken. Hee kwam misschien twee kere in ‘t jaor op ne bi-jpassende fietse bi-j ons. Umdat daor gin kettingkaste op zat, had
hee ‘n touw um ziene boksenpiepe eknupt. Veur op den draeger lag ne jute zak en zo hier en daor hing nog ne fossele touw. Wat Herman nog meer neudeg had veur zienen handel zat in ziene boksentesse. As moder dan ‘s ‘n pungeltjen bi-j mekare ezocht had, halen Herman den trekpunder (unster) veur den dag um ‘t spul te waegen. ‘t Was altied ‘n bedrag in centen. Maor Herman was tevraene en heel trots op zienen zönne dén ploddensorteerder was in Wenterswiek. Zo zee’j maor weer: mensen en dinge maakt samen ‘t verhaal!
O P E N I N G S T I J D E N A A LT E N S E M U S E A EN VVV Musea en VVV zijn geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10 uur tot 17 uur. Zondag van 13 uur tot 17 uur. Er is dan geen verkoop van bonnen, voor alle andere producten en informatie is de VVV balie geopend.
42
AGENDA 28 februari t/m 30 augustus 2015
EXPOSITIE “VOOR VRIJ AALTEN“ 23 juli 2015
2E AALTEN DAG: KUNSTVEILING ESTINEA IN EN BIJ FRERIKSSCHURE 30 juli 2015
3E AALTEN DAG: BOEKEN- EN LPMARKT OP HET MUSEUMPLEIN 6 augustus 2015
4E AALTEN DAG: MUZIEK EN ZANG OP HET MUSEUMPLEIN 13 augustus 2015
LAATSTE AALTEN DAG: BROCANTEMARKT OP HET MUSEUMPLEIN 12 september 2015 – 28 februari 2016
EXPOSITIE 60-JARIGE FOTOCLUB HELIOS 12 en 13 september 2015
OPEN MONUMENTEN DAGEN THEMA: AMBACHT EN KUNST 19 september – 15 november 2015
EXPOSITIE VADER EN ZOON DERCKSEN 26 september 2015
VRIJWILLIGERSTREFFEN 24 oktober 2015
GELDERSE MUSEUM DAG
43
de panne
www.blekkinkmakelaardij.nl
Meerdink JUWELIER
AALTEN
haartsestr. 2 0543-472622 www.meerdinkjuwelier.nl
AALTENSE m
u s e a
Markt 14 - 7121 CS Aalten T (0543) 471797
[email protected] OPENINGSTIJDEN:
di. t/m za. 10 – 17 u. ma. gesloten Markt 12 Museum Aaltens Industrie Museum
2015 - 70 jaar bevrijding WO ll Expositie VOOR VRIJ AALTEN 27-02 t/m 30-08-2015
44
zo. 13-17 u.
Groepen op afspraak (ook op maandag)
Voor actuele tijden en prijzen zie website: www.aaltensemusea.nl
de panne
Auto voordelig verzekeren?
TEN GELEIDE
- SINDS 1974 -
www.owmachterhoek.nl Aalten (0543) 47 2747 8827 88 Aalten tel.: tel.: (0543) Dinxperlo tel.: (0315) Eibergen tel.: (0545)652937240957 Eibergen tel.: (0545) 29 24 57
[email protected] [email protected]
In úw voordeel
Wees welkom bij de ondernemende adviseurs van Novel Groep
Aalten - Winterswijk Haaksbergen - Bocholt (D)
www.novel.nl
Aaltense Musea, een bezoek meer dan waard!
45