Gynaecologie
Patiënteninformatie
De overgang: informatie en advies U ontvangt deze informatie, omdat u heeft besloten naar de overgangspolikliniek te gaan in verband met uw overgangsklachten. Deze polikliniek is er om vrouwen met (ernstige) overgangsklachten te informeren en te adviseren om hun klachten te verminderen. U leest hier meer over de overgang en uw bezoek aan het overgangsspreekuur. Bewaar deze informatie goed en neem haar mee naar elk spreekuur. Het overgangsspreekuur De overgangsconsulente bespreekt met u op basis van uw klachten en aan de hand van de risicoscorelijst welke mogelijkheden er zijn om uw klachten te verminderen. Als u een verhoogd risico heeft op osteoporose, hart- en vaatziekten, diabetes mellitus of borstkanker vraagt de consulente aanvullend onderzoek aan bij de betreffende medisch specialist. De overgang De overgang, met een mooi woord climacterium genoemd, is een natuurlijk proces dat elke vrouw vanaf haar veertigste levensjaar meemaakt. Het lichaam van de vrouw is vanaf haar eerste menstruatie ingesteld op het krijgen van kinderen. Het vruchtbaarheidshormoon oestrogeen speelt hierbij een belangrijke rol. Gedurende de overgang neemt de productie van oestrogeen in de eierstokken sterk af. De eierstokken hebben hun taak volbracht en verschrompelen langzaam. Gedurende de overgang zoekt uw lichaam een nieuw evenwicht in de hormoonhuishouding. Dit gaat bij veel vrouwen gepaard met klachten. De fasen van de overgang De overgang begint over het algemeen geleidelijk aan, tenzij uw eierstokken en/of baarmoeder door een operatie verwijderd zijn of u chemotherapie heeft gehad. Dan kan de overgang plotseling optreden. Er zijn verschillende fasen in de overgang. 1) De perimenopauze De periode waarin duidelijke cyclus- en menstruatieveranderingen optreden. Het menstruatiepatroon verandert; de menstruaties volgen soms sneller op elkaar of de pauzes tussen de menstruaties worden juist langer. De menstruaties kunnen korter en soms heviger zijn en u kunt last krijgen van overgangsklachten, zoals opvliegers en nachtelijk transpireren. 2) De menopauze De periode dat de menstruatie definitief stopt. Hier is sprake van als de menstruatie één jaar weggebleven is. Dit kan dus pas achteraf vastgesteld worden. In Nederland ligt de gemiddelde menopauzeleeftijd op 51 jaar.
Pagina 1/5
3) De postmenopauze De levensfase na de overgang. Deze kan pas worden vastgesteld als de menstruatie één jaar weggebleven is (Barentsen, van de Weijer, 2004). De klachten Veelvoorkomende klachten als gevolg van de oestrogeendaling kunnen zijn: •
menstruatieveranderingen: de eierstokken maken veel minder en uiteindelijk geen oestrogenen meer aan;
•
opvliegers: door de snelle oestrogeendaling krijgen de hersenen een signaal om adrenaline aan te maken (het vecht- en vluchthormoon), de bloeddruk stijgt, de vaten verwijden zich en de opvlieger is een feit. Eigenlijk staat de lichaamsthermostaat lager afgesteld (0,4 graden Celsius) zodat uw lichaam de warmte vaker moet afvoeren;
•
droge slijmvliezen, vooral die van de vagina en plasbuis. Door de oestrogeendaling wordt het slijmvlies dunner.
Andere klachten die veel voorkomen: •
slaapstoornissen
•
stemmingswisselingen
•
spier- en gewrichtsklachten
•
concentratieproblemen
•
verminderde seksuele interesse
•
hartkloppingen.
Wat kunt u zelf doen tegen opvliegers? •
Kies voor katoenen kleding, die ventileert beter.
•
Ook laagjes kleding kunnen helpen.
•
Kies voor katoenen beddengoed.
•
Gebruik matig alcohol (maximaal drie tot zes glazen per week).
•
Stop met roken.
•
Zorg voor ontspanning.
•
Beweeg voldoende: minimaal dertig minuten per dag.
•
Vermijd bepaalde voedingsmiddelen: te heet of gekruid voedsel, meer dan drie koppen koffie per dag, zwarte thee, veel suiker.
•
Blijf positief!
RisicofactorenHart- en vaatziekten Na de overgang heeft u een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. De beschermende werking van oestrogeen valt voor een belangrijk deel weg. Oestrogeen houdt de bloeddruk laag en zorgt ervoor dat het goede cholesterol (HDL) hoog blijft en het slechte (LDL) laag. Pagina 2/5
Borstkanker Borstkanker komt wereldwijd veel voor. Het is vaak erfelijk. Oestrogeen bevordert de kans op borstkanker. De zogenaamde fyto-oestrogenen zijn plantaardig en hebben een oestrogene werking. Ze zitten vooral in rode klaver en soja en verminderen vooral de opvliegers. Er zijn onvoldoende gegevens bekend of fyto-oestrogenen borstkanker juist tegengaan of bevorderen. Ze hoeven bij gezonde vrouwen zeker niet ontraden te worden. Osteoporose Botweefsel wordt tijdens het hele leven opgebouwd en afgebroken. Na het 45e levensjaar gaat de afbraak sneller dan de opbouw. De daling van het oestrogeen vermindert de opname van calcium in de botten. Dit zorgt ervoor dat u makkelijker iets kunt breken. Het kan leiden tot bewegingsbeperking en pijnklachten als de wervels inzakken. In de onderstaande tabel kunt u voor uzelf nagaan in hoeverre u mogelijk een verhoogde kans heeft op hart- en vaatziekten, borstkanker of osteoporose. Risicofactoren voor hart– en vaatziekten 1
ja
Nee
Ja
Nee
Komen hart- en vaatziekten in uw familie voor, vooral voor het zestigste jaar?
2
Rookt u?
3
Heeft u suikerziekte?
4
Gebruikt u meer dan twee glazen alcohol per dag?
5
Is uw BMI hoger dan 29?
6
Krijgt u weinig lichaamsbeweging?
7
Heeft u veel emotionele stress?
8
Heeft u een te hoge bloeddruk?
9
Heeft u een te hoog cholesterol?
Risicofactoren voor borstkanker 10 Heeft u zelf borstkanker gehad? 11 Heeft uw moeder, zus, tante en/of grootmoeder borstkanker gehad? 12 Heeft u geen kinderen of kinderen gekregen pas na uw 35ste jaar? 13 Is uw BMI hoger dan 29?
Pagina 3/5
Risicofactoren voor osteoporose
Ja
14
Komt botontkalking in uw familie voor?
15
Heeft u langdurig corticosteroiden (zoals prednison)
Nee
gebruikt? 16
Is uw BMI lager dan 19?
17
Beweegt u minimaal dertig minuten per dag?
18
Heeft u na uw vijftigste botbreuken gehad?
19
Was u jonger dan 45 toen u uw laatste menstruatie had?
20
Bent u kleiner geworden?
21
Gebruikt u kalmerings-en/of slaapmiddelen?
Metingen door consulente Metingen
Datum
Normale waarden
BMI
18.5 – 25
Cholesterol (totaal)
< 5,0 mmol/l
Glucose
4,5 – 7.8 mmol/l
Middelomtrek
< 80 cm
Bloeddruk (bovendruk)
< 140 mmHg
Bloeddruk (onderdruk)
<90 mmHg
Toelichting: •
BMI: de Body Mass Index geeft weer of u een gezond gewicht heeft in verhouding tot uw lengte. U berekent dit door uw lengte met twee te vermenigvuldigen en uw gewicht hierdoor te delen.
•
Cholesterol: een vetachtige stof in het bloed, die zich kan vastzetten in de vaten en kan zorgen voor dichtslibbende vaten. Er is onderscheid tussen het goede (HDL) en het slechte (LDL) cholesterol.
•
Glucose: bloedsuiker in het bloed. Een verhoogde waarde kan een teken zijn voor suikerziekte.
•
Middelomtrek: naast uw BMI bepaalt buikvet het risico op hart- en vaatziekten.
•
Bloeddruk: dit is de druk die het bloed uitoefent op de vaatwanden. Een verhoogde waarde geeft meer kans op hart- en vaatziekten.
Pagina 4/5
Overgangssymptomen volgens Greene-
Consulten
scorelijst
1e
1
Aanvallen van hartkloppingen
2
Gespannen of nerveus gevoel
3
Slaapstoornissen
4
Opgewonden zijn
5
Paniekaanvallen
6
Concentratieproblemen
7
Vermoeidheid
8
Ongeïnteresseerd zijn
9
Neerslachtigheid
2e
3e
4e
10 Huilbuien 11 Snel geïrriteerd zijn 12 Gevoel van duizeligheid, flauwvallen 13 Gespannen gevoel in hoofd/lichaam 14 Tintelingen of dood gevoel huid/lichaam 15 Hoofdpijn 16 Spier/gewrichtspijn 17 Minder gevoel in handen of voeten 18 Ademhalingsproblemen 19 Opvliegers 20 Nachtelijk zweten 21 Geen zin meer in seks Toelichting: 0 = afwezig; 1 = af en toe: komt voor, maar niet storend; 2 = vaak: storend in activiteiten; 3 = ernstige hinder: activiteiten moeten hierdoor onderbroken worden. Een afspraak maken bij de overgangspolikliniek U kunt telefonisch een afspraak maken via telefoon (015) 260 42 07 van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur. U heeft een verwijzing van uw huisarts of medisch specialist nodig.
Versie: augustus 2015
Pagina 5/5