Advies Informatie Soest 2014 Geachte mevrouw Kemmerling, beste Yvonne, Bij deze heb ik het genoegen u mijn bevindingen in het kader van de informatie rond de vorming van een nieuw college in de gemeente Soest aan te bieden. Om tot een advies te komen analyseer ik kort de verkiezingsuitslag, licht ik de opdracht en werkwijze toe, presenteer ik mijn bevindingen naar aanleiding van de gevoerde gesprekken, en ten slotte een drietal issues die nadrukkelijk aan de orde zijn gekomen. Analyse De verkiezingen van 19 maart 2014 resulteerden in een uitslag met duidelijke winnaars en verliezers. Met 11 partijen die 29 zetels vullen in de gemeenteraad is er sprake van versplintering. Na de verkiezingen van 2010 zaten er tenslotte 9 fracties in de raad. De grootste fractie, D66, telt 5 zetels. Daarnaast zijn er drie partijen met 4 zetels (VVD, CDA, Soest2002), een partij met 3 zetels (GGS), drie partijen met 2 zetels (PvdA, ChristenUnie-SGP en GroenLinks) en drie partijen met 1 zetel (LAS, DSN, BBS). Een vergelijking tussen de verkiezingsuitslag van 2014 en 2010 levert het volgende beeld op met betrekking tot zetels en percentages. Partij
2014
2010
verschil
zetels
%
zetels
%
zetels
%
D66
5
13,85
3
8,10
+2
+5,75
VVD
4
13,26
4
14,32
0
-1,06
Soest2002
4
12,97
5
15,99
-1
-3,02
CDA
4
12,00
4
12,06
0
-0,06
GGS
3
10,47
6
18,80
-3
-8,33
PvdA
2
7,89
3
10,48
-1
-2,59
ChristenUnie-SGP
2
6,96
1
5,56
+1
+1,40
GroenLinks
2
6,39
2
6,56
0
-0,17
BBS
1
4,50
nvt
nvt
1
4,50
LAS
1
4,38
nvt
nvt
1
4,38
DSN
1
4,37
nvt
nvt
1
4,37
Leefbaar Soest
-
1,76
1
5,74
-1
-3,98
Partij voor Soest
-
1,21
nvt
nvt
-
1,21
SP
nvt
nvt
-
2,42
-
-
Totaal
29
100
29
100
nvt
nvt
Wanneer alleen naar het zetelaantal wordt gekeken dan zijn er twee winnaars in 2014 aan te wijzen ten opzichte van de uitslag in 2010: D66 en CU-SGP. Grootste verliezer is GGS met 3 zetels, gevolgd door Soest2002, PvdA en Leefbaar Soest, die ieder een zetel inleveren. Voor Leefbaar Soest betekent dit geen terugkeer in de gemeenteraad. Alle andere partijen,VVD, CDA, GL, die reeds in 2010 meededen, blijven qua zetelaantal gelijk. Nieuwkomers zijn BBS, LAS en DSN met ieder 1 zetel. Echter het zetelaantal vertelt niet het hele verhaal. Daarom heb ik ook de percentages van de uitgebrachte stemmen bekeken. Daardoor wordt het beeld genuanceerder. Wanneer de percentages gewoon in ogenschouw worden genomen, dan zijn er vier partijen, die relatief dichtbij elkaar liggen: D66, VVD, Soest2002 en CDA. Daarna ontstaat een gat van zo’n 1,53% tussen CDA en GGS. Drie partijen, PvdA, ChristenUnie-SGP, GroenLinks, blijven onder de 10% steken, terwijl er vervolgens nog drie partijen, BBS, LAS, DSN, zijn die onder de 5% blijven. Leefbaar Soest en Partij voor Soest blijven onder de 2% hangen en halen de kiesdeler niet. De percentuele verschillen tussen 2014 en 2010 zijn opmerkelijk te noemen. Ook hier zijn er twee winnaars aan te wijzen: D66 en ChristenUnie-SGP. Ik reken de percentages BBS, LAS en DSN niet mee, aangezien die in 2010 nog niet meededen aan de verkiezingen. Twee partijen zijn min of meer gelijk gebleven: CDA en GL. De VVD verliest 1%. Daarna volgen drie partijen, PvdA, Soest2002 en Leefbaar Soest, die 3 tot 4% verliezen. Grootste verliezer van de verkiezingen is GGS met een daling van 8,33%. Deze winst- en verliesrekening laat ik meewegen in mijn advies, omdat hierin de kiezer een uitspraak heeft gedaan met betrekking tot het vertrouwen in de politieke partijen in Soest. Opdracht Op voordracht van D66 en met instemming van de overige fracties in de gemeenteraad ben ik op 27 maart als informateur aangesteld. Mijn opdracht bestaat uit het onderzoeken van mogelijke coalities van fracties die een nieuw college van B&W willen steunen. Ik ben gevraagd geworden advies hierover uit te brengen aan de hand van de volgende vragen: a. Welke combinatie doet het meest recht aan de verkiezingsuitslag? b. Hoe kom je tot een goed team, met een analyse van overeenkomsten en verschillen? c. Wie zijn de wethouderskandidaten? Werkwijze Ter voorbereiding op mijn werkzaamheden als informateur hebben Yvonne Kemmerling en Rolf-Jan Sielcken verkennende gesprekken met alle raadsfracties gevoerd om duiding te krijgen omtrent de verkiezingsuitslag, mogelijke coalities, bespreek- en breekpunten, ect. Van deze gesprekken zijn geaccordeerde verslagen gemaakt, die mij ter hand zijn gesteld. Op basis van deze verslagen en de gevoerde gesprekken heb ik mij een beeld proberen te vormen van de politieke werkelijkheid in Soest. Ik was daarbij aangenaam verrast door openheid en constructieve houding die ik bij alle gesprekspartners van de diverse fracties heb mogen ervaren. Ik spreek de hoop uit dat deze constructieve opstelling ook voortgezet kan worden in de nieuwe raad en tussen raad en college. Ik was aanwezig tijdens de raadsvergadering waarin ook de nieuwe raad werd geinstalleerd en waar een aantal fracties een nadere duiding van de verkiezingsuitslag gaven. Via de griffier is er de volgende dag een invulschema opgesteld voor de gesprekken tussen fractievertegenwoordigers en informateur op woensdag 3 en donderdag 4 april. Op basis van dit schema ben ik in staat geweest om met alle fracties een gesprek te voeren. Met BBS vond dit gesprek op speciaal verzoek reeds op maandag 1 april op het provinciehuis plaats.
De gesprekken heb ik gevoerd op basis van een viertal vragen: 1. Welke combinatie van fracties doet recht aan de verkiezingsuitslag? Heeft de fractie daarbij een eerste en tweede voorkeur? 2. Welke wethouderskandidaten zouden wel of niet een goed collegeteam kunnen vormen? En welke kandidaat zou de fractie zelf naar voren willen schuiven? Zijn er bezwaren jegens kandidaten? 3. Wat vindt de fractie van bestuurlijke vernieuwing en hoe denkt de fractie dat hieraan in Soest vorm moet worden gegeven? 4. Welke onderwerpen zijn belangrijk voor de fractie om steun aan een college te kunnen verlenen, ongeacht deelname daaraan? Welke onderwerpen worden als breek- of bespreekpunt beschouwt? Tijdens deze gesprekken is door de griffier een verslag gemaakt, dat ter goedkeuring aan de fracties is voorgelegd. De gevoerde gesprekken en deze goedgekeurde verslagen vormen naast de verkiezingsuitslag de basis voor mijn bevindingen en advies. De gespreksverslagen zijn vertrouwelijk en zijn slechts bedoeld voor het vervullen van mijn rol als informateur. Issues die hierbij aan de orde zijn gekomen en die van belang zijn voor een vervolg met een formateur neem ik mee in mijn advies. Bevindingen Democratisch Soest Natuurlijk (DSN) vindt een coalitie van D66-CDA-GL-VVD een logische combinatie, maar ook een minderheidscoalitie van D66-VVD-CDA zou kunnen. Soest2002 valt af, omdat deze partij niet bekend staat om bestuurlijke vernieuwing en aandacht voor groen. Een aantal wethouders van 4fte is voldoende. Bestuurlijke vernieuwing kan veel beter door eerder aan tafel te gaan met organisaties en burgers. Wijkbeheersteam serieus nemen en ondersteunen. De Raad moet meer naar buiten, de wijken van Soest in. Lokaal Anders Soest (LAS) ziet een coalitie van D66-VVD-CDA-GL-LAS als eerste optie, omdat de grote vier (D66-VVD-CDA-Soest2002) geen “breed” draagvlak in de raad hebben. Afhankelijk van de omvang van de coalitie kunnen op basis van 4fte vier of vijf wethouders functioneren. De kerntakendiscussie is de vorige periode niet afgerond, nu in het coalitieakkoord de keuzes vastleggen. LAS wil ver gaan wat burgerparticipatie betreft en doet suggestie met Koningsdag als gemeenteraad verantwoording af te leggen aan inwoners en in gesprek te gaan. Burgerbelangen Soest (BBS) vindt een logische coalitie bestaan uit D66-CDA-GL-VVD. BBS heeft een sterke voorkeur voor vier partijencoalitie om wethoudersformatie tot 4fte te beperken. Gedoogsteun CU-SGP valt te overwegen. Deelname van Soest2002 aan college stuit op verzet van BBS. Bij burgerparticipatie acht BBS het stellen van kaders onontkoombaar om verwachtingen vast te leggen en uit te spreken. College en Raad moeten meer de wijk in. GroenLinks (GL) kiest voor een coalitie bestaande uit D66-VVD-CDA-GL, eventueel met gedoogsteun van LAS. Bij een vijfpartijen-coalitie kan met deeltijdwethouders gewerkt worden via een 5 x 0,8fte verdeling. Deelname van Soest2002 is vanwege bestuursstijl ongewenst. Burgerlijke vernieuwing betekent niet alleen anders vergaderen, de inzet van eigentijdse communicatiemethodes naar buiten toe is belangrijk. ChristenUnie-Staatkundig Gereformeerde Partij (CU-SGP) acht een coalitie van D66-VVDCDA-Soest2002 als meest werkbaar. Indien Soest2002 of VVD niet passen dan komen
GL en CU-SGP in beeld. Coalitie met meerderheid van 15 zetels vindt CU-SGP te smal. De kerntakendiscussie moet niet opnieuw gedaan worden, maar de aanbevelingen moeten nog eens bezien worden. Opnemen in coalitie-akkoord is een optie. Op bouwen buiten de rode contour, vooral voor jongeren en ouderen, mag geen taboe rusten. Daarnaast pleit CU-SP voor behoud christelijke scholen en bijbehorende identiteit. Bij burgerparticipatie moeten de verwachtingen over en weer duidelijk zijn. De eindverantwoordelijke is en blijft de Raad of het College. De Raad moet regelmatig naar buiten, bijvoorbeeld eens per half jaar. Partij van de Arbeid (PvdA) vindt een combinatie van D66-VVD-CDA-Soest2002 voor de hand liggen. Een tweede optie kan bestaan uit D66-VVD-CDA-PvdA, eventueel met CUSGP. Op basis van 4fte zijn er dan drie fulltime en twee parttime wethouders. Bij burgerparticipatie moet er meer aandacht besteed worden aan de kaderstelling aan het begin van het proces. De participatieladder is nog onvoldoende toegepast. Geef vertrouwen aan het maatschappelijk middenveld. Gemeentebelangen Groen Soest (GGS) vindt getalsmatig een coalitie van de vier grote partijen D66-VVD-CDA-Soest2002 begrijpelijk. De kiezer was niet ontevreden over het beleid van de huidige coalitie, dus kan ook een coalitie van D66-VVD-CDA-GGS-GL. Vanwege het bouwen buiten de rode contour is de deelname van CU-SGP lastig. Er dient vastgehouden te worden aan maximaal 4fte voor wethouders, deeltijdwethouders zijn bij de tweede optie bespreekbaar. Helderheid over de kerntaken vereist het vastleggen ervan aan het begin van de collegeperiode. Burgerparticipatie en bestuurlijke vernieuwing ziet GGS in de vorm van breed in gesprek gaan over maatschappelijke vraagstukken. Ook het beschikbaar stellen van bepaalde budgetten voor bewoners is bespreekbaar. Het wordt tijd voor een raadgevend referendum. Christen-Democratisch Appel (CDA) spreekt een voorkeur uit voor een coalitie van D66VVD-CDA-GL en CU-SGP. Eventueel alleen met gedoogsteun van CU-SGP. Het CDA acht een coalitie van D66-VVD-CDA-Soest2002 minder voor de hand liggen vanwege het verlies van Soest2002 en de niet-constuctieve opstelling de afgelopen raadsperiode. Echter het CDA vindt deze optie bespreekbaar, mits gekoppeld aan goede afspraken. De kerntakendiscussie is afgerond, maar het opnemen van deze in een collegeprogramma is een goed idee. Het geeft helderheid aan oppositie en coalitie. De beleidsnota over de participatieladder hoeft niet weer op tafel. Burgerparticipatie is niet hetzelfde als bestuurlijke vernieuwing. De samenleving gaat namelijk de agenda bepalen en niet de gemeenteraad. Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) vindt dat de inhoud bij een te vormen college voorop dient te staan. De meest wenselijke coalitie is dan D66-VVD-CDASoest2002, vanwege de brede(re) meerderheid en inhoudelijk zijn er maar beperkte verschillen van mening. Samenwerking met GL valt vanwege programmatische verschillen af. Dan zou eerder CU-SGP voor de hand liggen. VVD is geen voorstander van deeltijdwethouders. Gedoogsteun zonder wethouderspost kan eventueel ook. De taakstelling bij het sport-dossier is een goed model van burgerparticipatie: als gemeente zelf de kaders stellen en organisaties de invulling laten bedenken. De kerntakendiscussie moet opgepakt worden en kan wellicht geborgd worden in een coalitieakkoord. Democraten66 (D66) noemt een reeks mogelijke coalities, waarbij een eerste voorkeur bestaat voor D66-VVD-CDA-GL en CU-SGP of LAS. Een andere optie omvat D66-VVDCDA-Soest2002. Bij Soest2002 bestaan aarzelingen vanwege gebrek aan vernieuwing en het geleden verlies ten opzichte van 2010. In principe wil D66 uitgaan van maximaal 4
wethouders. Van de deelnemers aan de nieuwe coalitie wordt verwacht dat zij in zijn voor bestuurlijke vernieuwing op alle niveaus van het openbaar bestuur. De Raad moet bereid zijn om zaken los te laten en ruimte te geven aan initiatieven van de inwoners. De nota participatieladder kan als vertrekpunt dienen in een coalitieakkoord. Feitelijk komt het neer op het sturen op hoofdlijnen en fouten maken mag. Duo-wethouders vanuit het vierogenprincipe met betrekking tot zware portefeuilles is een goed idee. Issues Een issue waar ik in de gesprekken op stuitte en dat ik hier niet onbesproken wil laten, vormt de deelname van Soest2002 aan een nieuw college. De reacties hierop liepen uiteen van ronduit negatief, aarzelend, tot neutraal en positief. De negatieve en aarzelende reacties werden ingegeven door de wijze waarop Soest2002 in de afgelopen raadsperiode oppositie voerde. Woorden als niet-constructief en onnodig confronterend werden daarbij regelmatig gebezigd. Het is in het belang van Soest2002 dat dit beeld kantelt en dat aan vertrouwen met andere fracties kan worden gebouwd. Een belangrijke randvoorwaarde voor een kansrijke deelname van Soest2002 aan een nieuw college vormt tevens de wethouderskandidaat. Een sterk en ambitieus team staat of valt met wethouders die elkaar de ruimte geven en gunnen. Met de nadruk die alle fractie op bestuurlijke vernieuwing en burgerparticipatie leggen, vraagt dat om een constructieve en uitnodigende opstelling van een nieuw college. Twee andere issues passeerden in de gesprekken ieder keer de revue: de verkeersafwikkeling bij station Soest-Zuid en het sociaal-cultureel centrum in Soesterberg. Vanuit de verkiezingsprogramma’s van de diverse partijen wordt helder dat hier verschillend over gedacht wordt. Daarnaast werden deze twee issues in de eerste verkennende gesprekken tussen D66 en de overige fracties ook bij regelmaat genoemd. Soms als breekpunt, soms als bespreekpunt. In mijn gesprekken met de fracties heb ik onderzocht in hoeverre een issue daadwerkelijk een breekpunt vormt. Aangezien hiermee het aantal mogelijke combinaties van fracties voor een nieuwe coalitie beperkt wordt. Ter informatie heb ik de twee issues in een matrix geplaatst, zodat duidelijk wordt op welk standpunt fracties zich stellen. Ik vereenvoudig de issues tot voor of tegen een tunnel bij station Soest-Zuid en het sociaal-cultureel centrum op evenemententerrein (conform raadsbesluit) of naar de Marechausseekazerne. Daarnaast geef ik aan of een fractie dit als een bespreek- of breekpunt beschouwt.
Fractie
Tunnel station Soest-Zuid Voor/Tegen
Sociaal-cultureel centrum
Bespreek- of Breekpunt
Evenementent errein/ Marechaussee kazerne
Bespreek- of Breekpunt
D66
Doorstroming verbeteren
Bespreekpunt
Evenementen terrein
Bespreekpunt
VVD
Doorstroming verbeteren
Bespreekpunt Marechaussee kazerne
Bespreekpunt
Soest2002
Voor, maar voorop beste oplossing voor doorstroming
Bespreekpunt Marechaussee kazerne
Bespreekpunt
Fractie
Tunnel station Soest-Zuid Voor/Tegen
Sociaal-cultureel centrum
Bespreek- of Breekpunt
Evenementent errein/ Marechaussee kazerne Evenementen terrein
Bespreek- of Breekpunt
CDA
Tegen
Breekpunt
GGS
Tegen, verkeersafwikkeling is relatief probleem
Bespreekpunt Evenementen terrein
Breekpunt
PvdA
Voor, maar voorop beste oplossing voor doorstroming
Bespreekpunt Evenementen terrein
Bespreekpunt
ChristenUnie/ Tegen SGP
Bespreekpunt Marechaussee kazerne
Bespreekpunt
GroenLinks
Tegen
Breekpunt
Breekpunt
BBS
Voor, maar voorop beste oplossing voor doorstroming
Bespreekpunt Evenementen terrein
Breekpunt
LAS
Voorop beste oplossing voor doorstroming
Bespreekpunt Evenementen terrein
Bespreekpunt
DSN
Tegen
Breekpunt
Breekpunt
Evenementen terrein/Raadsbe sluit handhaven
Marechaussee kazerne
Bespreekpunt
Advies Op basis van de verkiezingsuitslag, alle gesprekken en de verkiezingsprogramma’s kom ik tot het volgende advies. Ik beveel een coalitie bestaande uit D66, VVD, Soest2002 en CDA voor de raadsperiode 2014-2018 aan. Het antwoord op de derde vraag van mijn opdracht, de kandidaat-wethouders, is door de fracties vertaald in Yvonne Kemmerling (D66), Jannelies Van Berkel (CDA), Peter van der Torre (VVD) en Janne Pijnenborg (Soest2002). Ik heb gekeken naar partijen, die gewonnen of gelijk gebleven zijn op basis van het zetelaantal. Daarnaast heb ik mee laten wegen dat een meerderheid van de fracties voorstander is van een brede coalitie. In ieder geval breder dan de periode 2010-2014 toen de verhouding 15/14 was in de raad. Een derde punt dat ik laat meewegen is het feit dat bijna alle fracties niet meer dan 4fte met betrekking tot het aantal wethouders wensen. Daarnaast beschouwt een aantal grote fracties deeltijdwethouders als onwenselijk of onwerkbaar. De personen die vanuit de fracties als kandidaat-wethouders naar voren worden geschoven, kunnen naar mijn mening een stevig team vormen.
Ten slotte heb ik naar de belangrijkste issues gekeken, waar discussie over bestaat in Soest. Er zijn verschillen, maar naar aanleiding van de gevoerde gesprekken heb ik de indruk dat die overbrugd kunnen worden door een constructieve en oplossingsgerichte opstelling en benadering. Ik vraag speciale aandacht voor de verkeersafwikkeling in Soest-Zuid, omdat het CDA daar een afwijkend standpunt huldigt. Echter aangezien een tunnel als oplossing door geen van de andere fracties als verplicht nummer wordt opgevoerd en een oplossing in een bredere context wordt geplaatst, verwacht ik dat hier concrete afspraken over in een coalitieakkoord worden gemaakt. Met betrekking tot het sociaal-cultureel centrum wordt er ook door de fracties bewogen naar een standpunt dat ruimte biedt om de gemaakte keuze nogmaals goed tegen het licht te houden bij veranderende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld het zoeken naar een sluitende exploitatiedekking. Ook ervaar ik bij de fracties verschillende beelden met betrekking tot bestuurlijke vernieuwing en burgerparticipatie. Het is van belang dat bij deze onderwerpen een eenduidige beeld en een concrete aanpak ontstaat. Wanneer dit achterwege blijft, dan is teleurstelling zowel in de Raad als Soester samenleving onvermijdbaar. Ik raad derhalve een formateur aan specifiek aandacht te hebben voor onderwerpen als kerntaken, burgerparticipatie en bestuurlijke vernieuwing, duo-wethouderschap (vierogenprincipe), financien, sociaal-cultureel centrum en de verkeersafwikkeling in breder perspectief. Daarnaast vind ik het maken van werkafspraken binnen het college, als ook tussen college en raad van belang om het politieke proces en het onderlinge vertrouwen te versterken. Ik heb bij alle bovengenoemde fracties de bereidheid geproefd om enerzijds een dergelijke coalitie te verkennen en anderzijds serieus en constructief deze onderwerpen verder uit te werken. Ik zie een vervolgproces dan ook met vertrouwen tegemoet. Ralph de Vries Hollandsche Rading, 6 april 2014