De (on)mogelijkheid om Jezus te volgen in de wereld van vandaag Openingscollege academisch jaar Baptistenseminarium 5 september 2015 Door drs. Daniël Drost Geachte dames en heren, studenten, oudstudenten, bijna oudstudenten en docenten van het seminarium, familie, vrienden, geïnteresseerden, Het onderwerp van dit openingscollege is De (on)mogelijkheid om Jezus te volgen in de wereld van vandaag Wat ga je doen in zo’n college? Empirisch bewijs verzamelen van mensen die het echt doen, Jezus navolgen, als bewijs dat dit echt kan? Ook in deze tijd? Een kritische onderzoeker zou daar dan al snel zijn vraagtekens bij zetten, want zelfs onze helden blijken niet zo Jezus achtig te zijn als we hadden gehoopt. De burgerrechtenactivist ds Martin Luther King ging vreemd bij de vleet, onze inspirator voor geweldloze actie Mahatma Gandi sloeg zijn vrouw, en Moeder Theresa had ook haar nare trekjes. Ik wil in dit college iets anders gaan doen, een stap terug zetten, en kijken naar theoretische bezwaren, omdat die namelijk vaak de praktijk gaan bepalen. Waarom zou Jezus volgen in deze tijd niet mogelijk zijn? Er zijn allerlei filosofische of theologische redenen waarom we denken dat Jezus echt navolgen, wel een mooi idee is, maar niet in de praktijk te brengen is. Naar deze theoretische bezwaren wil ik vanmiddag met jullie kijken, een theologische duiding van deze bezwaren geven en vervolgens doe ik vanuit hoe Jezus zelf spreekt over de mogelijkheid om hem na te volgen drie aanbevelingen. Het is enigszins saai om te beginnen met het geven van een aantal definities, maar ja, als ik het niet doe vraagt u zich mss de hele tijd af: waar heeft hij het nu precies over? Om die verwarring te vermijden wil ik drie zaken verhelderen: Navolging: de concrete mogelijkheid van individuen en gemeenschappen om de wil van Christus te onderscheiden en hiernaar te handelen. Dit handelen creëert gemeenschappen die het evangelie belichamen, vrijheid geven aan haar leden en een profetische, politieke stem hebben door de alternatieve manier van leven die ze concreet laat zien. Mogelijkheid: geen volmaaktheid in praktijk, maar een mogelijkheid in principe die echter wel leidt tot een concrete praktijk En tot slot, wat betekent ‘de wereld van vandaag?’ De oorlogen, de volksverhuizingen, de gruwelijke moordpartijen, we worden er, ook deze week, door overweldigd. Iemand met historisch besef zal echter al snel de vraag stellen: is dit ooit anders geweest? De geschiedenis van de mens is een geschiedenis vol dood en
1
geweld, met een bloedig hoogtepunt in de 20ste eeuw. Hoewel de 21ste eeuw ook alweer stevig op weg is. In deze tijd, betekent wat dat betreft dan ook: zoals in elke tijd. Toch is deze tijd ook anders: we leven in een post christendom tijdperk, in een na-christelijke cultuur, met z’n gevoeligheden voor christelijke bevoogdzucht. Tegelijkertijd staat religie weer op de agenda. De islam, het christelijk geloof op een nieuwe wijze, en een algemene openheid naar spiritualiteit, en hoe dit het maatschappelijk debat bepaalt, laten zien dat we alweer in een post secular richting bewegen. De methode en definities zijn helder, laat ik dan beginnen met een aantal redenen waarom navolging niet mogelijk zou kunnen zijn. (toch beginnen met een praktisch bewaar) 1. Praktisch bezwaren: op het gebied van de naïviteit: - de wereld staat in brand, wat hebben we aan vergeving en de andere wang toekeren? - Heb je de plaatselijke kerk wel eens gezien: dat laat goed zien wat er mogelijk is (te weinig) Voorafgaand aan deze praktische bezwaren gaan echter filosofische en theologische bezwaren over wat navolging nu is, over hoe de mens is en over wat het evangelie nu precies is. 2. Filosofische bezwaren: 3 - 1. Filosofische bezwaren vanuit de voortdurende wisselwerking determinisme – voluntarisme: is het überhaupt wel mogelijk keuzes te maken die een impact hebben? Of zijn we al voorgeprogrammeerd en ligt alles al vast? Of dit nu door een waarheidsbegrip, een godheid of onze genen is, de filosofische determinist staat cynisch tov de mogelijkheid om als individu of gemeenschap concrete keuzes te maken die de werkelijkheid beïnvloeden. De voluntarist, de uitgaat van de vrije wil, ziet deze mogelijkheid dan weer wel, maar de klepel lijkt de laatste tijd weer naar de deterministische kant door te slaan. - 2. Filosofische bezwaren vanuit een Neo platoonse houding. Deze wordt regelmatig niet zo benoemd of simpelweg ontkent, toch is de basishouding herkenbaar: de ideeën doen er toe, concrete handelingen hebben toch iets banaals. Iemand als Hannah Arendt is oa om die reden kritisch op de erfenis van de platoonse filosofie. Als mss typisch Joods denker, stelt ze in The Human Condition dat juist handelen van belang is, maar dat neoplatoonse denkers het handelen wantrouwen, en zich het liefst terugtrekken in de wereld van de Ideeën. Om toch filosofische taal te vinden om het belang van handelen te verwoorden, grijpt ze terug op Griekse filosofen van voor Plato, maar ook op iemand als Jezus. Zodra je inzet op handelen ontstaat er in de filosofie (die vaak neoplatoons van aard is) dus een soort verlegenheid.
2
-
In de kerk herkennen we dit neoplatonisme en deze verlegenheid ook, oa in het wel uiten van allerlei stelligheden rondom theologische ideeën als schriftgezag, Israël en eindtijdscenarios, maar een verlegenheid rondom het concrete handelen (wat er voor de neoplatonist ook minder toe doet) 3. Filosofische bezwaren vanuit Kants categorische imperatief, wrsch weinig doeltreffender verwoordt dan ooit door je moeder: als iedereen zijn rotzooi op de grond gooit, wordt het hier binnen de kortste keren een enorme bende. Vandaaruit gekeken hebben we aan Jezus’ ethiek niets: als iedereen het zou doen zou er geen maatschappij overblijven.
3. Theologisch zijn er ook allerlei redenen waarom concrete navolging niet mogelijk is. Uit het hele woud aan redenen wil ik er drie uitlichten: - 1. Een Lutherse lezing van wet en evangelie, dwz het sterk contrasteren van deze twee, heeft er in de populaire praktijk voor gezorgd dat elke oproep tot gedrag of handelen geplaatst werd onder wet. Populaire uitspraak: we moeten niet wettisch worden, hoor, waarbij de goede verstaander hoort: hier heb ik geen zin in. Vanuit dit Luthers scherp tegenover elkaar zetten van wet en evangelie, leidt elke concretisering (wat navolging toch is) tot theologische kramp. Niet alleen bij Luthers protestantse of evangelische volgelingen, maar ook al bij hem zelf: daarom irriteerde hij zich zo aan de brief van Jacobus, met zijn nadruk op concreet handelen vanuit je geloof, en noemde het een strooien brief, oftewel: klaar voor het vuur. - 2. De filosofische discussie over determinisme had ook een theologisch component: in de voortgaande discussie over de vrije wil en vraag over de mogelijkheid te handelen in reactie op Jezus’ woorden. Het theologisch determinisme (de mens kan niets) werd vertegenwoordigd door mensen als Augustinus, Luther en Gomarus, die hun standpunt en passant ook nog eens als de orthodoxe lijn claimden, terwijl hun opponenten Pelagius, Erasmus en Arminius aangaven dat de soep niet zo heet gegeten werd als ie opgediend werd. - 3. Een andere vraag: Is het nog mogelijk te spreken over een levende God in ons post shoa tijdperk, of is er nog vertrouwen op te brengen in onze mogelijkheid om de wil van Christus te onderscheiden? Dit zijn prangende vragen en moeilijke theologische overwegingen. Alhoewel, er zijn een aantal theologische denkers, zoals Sören Kierkegaard, Dietrich Bonhoeffer en John Howard Yoder, die zeggen dat dit geen moeilijke theologische overwegingen zijn, maar dat ze ten diepste een theologische sublimatie van een houding van ongeloof laten zien. Citaat Bonhoeffer: (verfijnde stijl herkenbaar) het pseudo-theologisch gedresseerde kind Innerlijke bereidheid als vervanging van concrete gehoorzaamheid: P 47 3
Citaat Kierkegaard (gaat er als altijd met gestrekt been in) De zaak is vrij simpel. De Bijbel is erg gemakkelijk te begrijpen. Maar wij Christenen zijn een stelletje zwendelaars. We doen alsof we de bijbel niet kunnen begrijpen omdat we beseffen dat zodra we de Bijbel wel begrijpen, we verplicht zijn om er naar te handelen. Neem welke tekst dan ook uit het Nieuwe Testament en vergeet alles behalve jezelf erop toe te leggen er naar te handelen. Mijn God, zul je zeggen, als ik dat doe zal mijn hele leven naar de knoppen zijn. Hoe zou ik ooit verder komen in de wereld? Hierin ligt de werkelijke taak van de Christelijke theologie. Christelijke theologie is de fantastische uitvinding van de kerk om zichzelf tegen de Bijbel te verdedigen, zodat we zeker weten dat we goede christenen kunnen blijven zonder dat de Bijbel te dichtbij komt. Oh, waardevolle theologie, wat zouden we zonder je moeten? Het is vreselijk om in de handen te vallen van de levende God. Ja, het is even vreselijk alleen te zijn met het Nieuwe Testament. Deze theologen zeggen kortweg: je kunt hele theologische rookgordijnen optrekken, maar ten diepste zit er een houding van ongeloof achter. Een houding van ongeloof is voor deze denkers niet alleen een onwillige houding, maar ook een onmogelijkheid de woorden van Jezus op hun eigen voorwaarden te lezen. Er worden andere, vreemde, criteria naar de tekst toegebracht, als ‘realiteitszin’ (we moeten wel realistisch blijven) en ‘verantwoordelijkheid’ (door Bonhoeffer een ongeloofsargument genoemd), waardoor er nog nauwelijks gezien kan worden wat Jezus nu zegt, waar hij toe oproept en welke consequenties dat voor ons leven kan hebben. Jezus wordt daarmee eigenlijk irrelevant voor ethische keuzes. Dat is de reden dat een groot gedeelte van de christelijke ethiek zich niet beroept op de Bergrede, maar op een scheppingsleer. Als we de lijn volgen van theologen als Kierkegaard, Bonhoeffer en Yoder, komen we uit op een theologie van de navolging, van de eenvoudige gehoorzaamheid. In dit college wil ik deze lijn volgen, niet alleen in dit college, maar als uitgangspunt van heel onze manier van theologie bedrijven aan het seminarium. Hoe kunnen we dit soort theologie bedrijven, of anders gezegd: hoe kunnen we Jezus navolgen en er op reflecteren wat dit betekent? 1. Theoretisch puin ruimen In ons theologiseren, lesgeven, publicaties, prediking Wat grove lijnen schetsen: -We moeten afscheid nemen van elke theologie die bezwaren opwerpt tegen een concreet gehoorzamen aan de woorden van Jezus, vgl bouwen op de rots, Matt 7 (theologische methode?)
4
-Laat ons theologie bedrijven Post christendom theologie zijn: geen ethiek voor de hele samenleving, geen constantijns kerstenen vd cultuur, maar een ethiek voor de leerlingen van Jezus (vgl Matt 5:1) - Laat ons theologie bedrijven Anabaptistisch zijn: het evangelie niet versmald tot een ‘Jezus is gestorven voor mijn zonden’, maar het evangelie als een nieuw leven in de navolging van Jezus - Laat ons theologie bedrijven Gemeenschappelijk en belichaamd zijn: Navolging krijgt vorm in een gemeenschap en dit belichaamde evangelie heeft, het kan niet anders, (politieke) impact. 2. Vanuit handelen naar woorden *De christelijke anarchist Shane Claiborne heeft het over goedheid beramen: Ga doen waarvan je gelooft dat je toe geroepen wordt. Vind er concrete vormen voor Zoek bondgenoten, verbind je aan iets, zet iets op Raak als gemeente betrokken bij een missionair project, doe iets voor vluchtelingen, geef bijscholing, bid voor mensen, begin een woongemeenschap, met een monastieke insteek of als een thuisplek voor gehandicapten, durf je kerkgebouw open te stellen voor de wijk en te zien wat Jezus daardoor heen wil doen, of verkoop je gebouw en investeer in mensen die iets kunnen betekenen in je stad. Durf te handelen op datgene wat Jezus je laat zien, oftewel op dat wat je samen onderscheid als Christus’ wil. Mss zoekend, tastend, lerend, maar dat was altijd al de vorm waarin navolging geleerd werd Vervolgens: **Geef er woorden aan (niet om op te scheppen, maar om te vieren en te inspireren), -Allereerst spiritueel en ter inspiratie: deel de verhalen, vertel ze door, laat je inspireren. Zo hebben bijv The Irrisistable Revolution van Shane Claiborn en Jezus in de Millinx van Daniel de Wolf velen geïnspireerd om zich ook beschikbaar te stellen voor het koninkrijk aan de rafelranden van samenleving. Deze week is dat ‘Ik ben een gastgezin voor een vreemdeling’: het delen hiervan inspireert anderen, en er ontstaat een beweging. Verhalen als inspiratiebron voor concrete navolging. Dat is niet nieuw, vgl de Martelaren Spiegel in de doopsgezinde traditie. Het is dus belangrijk de verhalen te horen en onze denkkracht en creativiteit en hoop te laten groeien. -Geef er woorden aan: ook theologisch: reflecteer er theologisch op. Theologie als reflectie op een navolgingspraktijk. Daarom is er een leerstoel Mapping Baptist Identities. Daarom is er onderzoek van theologen en studenten naar allerlei missionaire initiatieven. Deze reflectie brengt de vragen en worstelingen in beeld, duidt hoe het koninkrijk vorm krijgt, wat het zegt over onze christologische, soteriologische, ecclesiologische en eschatologische uitgangspunten, en kan hierin voorgangers, gemeentestichters en gemeenteleden helpen de juiste vragen te stellen en te zien wat er echt toe doet. Deze theologische methode zou je ook doxologisch kunnen noemen: theologie als reflectie op veranderde levens en gemeenschappen die eer brengen aan God. 3. De vraag naar geloof en motivatie 5
Fascinerende woorden van Jezus in Luc 18:8 Maar als de mensenzoon komt, zal hij geloof vinden op aarde? In de taal van Jezus is geloof geen instemmen met een gedachte, maar zoveel vertrouwen hebben in de Vader, dat je heel je leven er op in durft te zetten. Je leven verliezen, noemt Jezus dat. En dan blijkt navolging het goede nieuws te zijn, het evangelie een vrijheid om te handelen naar datgene waar God je toe roept. We zagen dat Kierkegaard en Bonhoeffer een theologie die navolging problematiseert ontmaskerde als een houding van ongeloof. En daar stemden we mee in (hoop ik). We omarmen een navolgingstheologie, we omarmen the baptist way, theologie als reflectie op de navolgingspraktijken van de geloofsgemeenschap. Maar. Als theoloog, als voorganger, is het de uitdaging niet alleen iemand te zijn die reflecteert op wat navolging van anderen is, maar juist zélf allereerst een leerling te zijn, een discipel. Niet als de einzelgänger die je als theoloog wrsch van nature bent, maar in de gemeenschap waar je bij hoort. Die handelt naar wat hij als Christus’ wil heeft onderscheiden. Die durft te handelen. Die het ja maar, ja maar, wat hij telkens in zijn achterhoofd hoort, als hij geconfronteerd wordt met de woorden van Jezus, dit gebrek aan durf, niet met theologische rookwolken laat vervagen, maar het bij zichzelf ontmaskert als het ongeloof dat het is. Om weer opnieuw bij zichzelf te zeggen: waar zouden we anders heen gaan? U hebt woorden van eeuwig leven. Theologie als zelfdiagnose zou je dat kunnen noemen. Maar als de mensenzoon komt, zal hij geloof vinden op aarde? Maar als de mensenzoon komt, zal hij geloof vinden op de startdag van het seminarium? In mijn voorstellen heb ik een beweging van buiten naar binnen gemaakt. Van de theologie, naar de navolgingspraktijk, naar onze diepste motivatie. Je zou op elk van de drie kunnen insteken, maar ze zijn – om maar wat chalcédonische ontkenningen te gebruiken – ongedeeld en ongescheiden. Is het mogelijk Jezus na te volgen in deze tijd? Ondanks de al te menselijke trekjes van christenen, de weerbarstigheid van het kerkelijk leven, de intense gebrokenheid en onverzadigbare gewelddadigheid van de wereld om ons heen, zou ik het anders willen stellen: Ik zie geen andere mogelijkheden om kerk te zijn en om theologisch bezig te zijn, dan vanuit navolging. Ik zie geen andere mogelijkheid om missionair aanwezig te zijn, dan vanuit navolging. Ik zie weinig hoop voor ons en voor de wereld als er geen kerk is die Jezus navolgt als haar Heer. Laat ik daarom afsluiten met het credo van de moravische broeders: Vicit Agnus Noster, Eum Sequamur: Ons lam heeft overwonnen, laten we hem volgen Ik heb gezegd
6
7