woensdag 21 maart 2012
NSC Monitor 2011 De NSC is een vereniging van leden met een vereiste kwaliteit voor de professie van ‘Director of Photography’. Op basis van die kwaliteit, door leden onderling erkend, kan verwacht worden dat leden van de NSC creatief, technisch en qua management de verantwoordelijkheid kunnen dragen behorend bij de functie 'Director of Photography'. De ‘NSC Monitor 2011’ is een inventarisatie van knelpunten die NSC leden bij de uitoefening van hun beroep raken. Data waaraan wordt gerefereerd in de Monitor is verkregen middels een enquête die in december 2011 onder de leden werd gehouden. Aanleiding De functie van Director of Photography is onderhevig aan transformatie. Nieuwe technieken, wisselende workflows en andere distributievormen vergen extra aandacht en kennis. In plaats van dat het beeld op de set wordt gecreëerd (zoals in het analoge tijdperk), is er tegenwoordig een surplus aan digitale mogelijkheden om het beeld achteraf te manipuleren. Nieuwe technologische mogelijkheden lijken kansen te bieden. Echter, als we onvoldoende kritisch zijn en techniek inwisselen voor kwaliteit, wordt er afbreuk gedaan aan het vak Director of Photography. In het recente verleden was de Director of Photography het enige oog-van-de-set. Met de komst van beeldschermen op een filmset kijkt tegenwoordig iedereen mee en wordt er, vanuit een andere productionele verantwoordelijkheid, een oordeel uitgesproken. "Ach prachtig toch, dat is goed genoeg" of "Wat maakt het nou uit, dat lossen we later wel op bij montage of in postproductie" zijn vaak gehanteerde adagia op ‘n set. En hoe sterk je ook in je schoenen staat als Director of Photography, vroeg of laat laat je je toch beïnvloeden of wordt je gedwongen een beslissing te nemen die niet ten goede komt aan de kwaliteit. “Op naar het volgende shot”. De inhoudelijke beeldkwaliteit staat onder druk en is aan devaluatie onderhevig. Tijdsdruk op de set, te laag inschaalde opnametechnieken en onderbegroting zijn daar mede debet aan. Soms ziet het er naar uit dat we zo hard bezig (moeten) zijn nieuwe digitale technieken onder de knie te krijgen dat we vergeten waar het daadwerkelijk over gaat in het vak, namelijk : verhalen en emoties vormgeven. Daarbij neigen we er toe, gedreven door de chronisch onzekere financiële situatie en aankomende bezuinigingen, voorzichtiger te zijn. Verloochenen we de factor kwaliteit omdat men deze als tijdrovend en duur betitelt? Er ontstaat de vrees lastig gevonden te worden indien je als Director of Photography het belang van het verhaal prioriteit verleent boven dat van het productionele. Binnen de optelsom van zoveel factoren schuilt het gevaar dat we een klimaat creëren waarin slechts het middelmatige kan floreren. De NSC heeft als doel de leden creatief, technisch en sociaal te ondersteunen. Om de belangen van de leden efficiënt en doeltreffend te behartigen binnen het klimaat van veranderende technieken en onzekere tijden, heeft de NSC er daarom voor gekozen de dialoog aan te gaan met fondsen, producenten, beleidsmakers en omroepen. Het uitbrengen van de ‘NSC rating app’ (loonschaal indicator) in 2011 was een eerste initiatief. De NSC monitor is de tweede stap en brengt de verontrustende sociaal economische positie van de Director of Photography met concrete cijfers anno 2011 in beeld. De NSC Monitor wordt u aangeboden namens het bestuur en de actieve leden van de Netherlands Society of Cinematographers: Mark van Aller Remco Bakker Robert Max Berger Theo Bierkens Mark de Blok Peter de Bont Niels Boon Paul van den Bos Daniël Bouquet Lex Brand Fred Brinkman Martijn van Broekhuizen Peter Brugman Jeroen de Bruin Reinier van Brummelen Joost Dankelman Rolf Dekens Frank van den Eeden Danny van Elsen Erik van Empel Tom Erisman Daniel Gallenkamp Guido van Gennep Philip Hering Lennart Hillege Brigit Hillenius Rob Hodselmans Bastiaan Houtkooper Hoyte van Hoytema Maarten van Keller Joris Kerbosch Thomas Kist Ronald Koetzier Sal Kroonenberg Piotr Kukla Jacques Laureys Robby Müller Richard van Oosterhout Ton Peters Claire Pijman Nils Post Bert Pot Joost Rietdijk Erwin Roodhart Maarten van Rossem Mick van Rossum Cees Samson Adri Schrover Sander Snoep Jules van den Steenhoven Rogier Stoffers Rutger Storm Dirk Teenstra Stef Tijdink Herman Verschuur Edwin Verstegen Philip van Volsem SteveWalker Han Wennink Menno Westendorp Jasper Wolf
pagina
1
NSC Monitor 2011 Om beter inzicht te hebben in de sociaal-economische positie van de leden is de NSC gestar t met een enquête. De NSC telt op dit moment 56 actieve leden. Naar schatting is dat 90 % van de totale beroepsgroep van Nederlandse Directors of Photography. Van de actieve leden die zijn aangeschreven heeft 81,5 % gereageerd. Slechts enkele leden verkeren in de positie om hun inkomsten uit alleen speelfilm te genereren. Het merendeel is afhankelijk van omzet uit TV series, documentaires, commercials, verhuur van eigen equipment en overige zaken. Een klein aantal leden woont en werkt in het buitenland. Om een helder beeld te krijgen van de Nederlandse situatie zijn sommige uitkomsten gecorrigeerd door het aandeel producties van buitenlandse producenten te elimineren. Hieronder het verslag van de resultaten.
1. Inkomenspositie en sociale zekerheden 2011 was een jaar waarin de door de overheid aangekondigde bezuinigingen nog niet waren geëffectueerd. De verwachting is dat pas in 2013 die bij speelfilm, TV drama en documentaire voelbaar worden. Dit in tegenstelling tot in de commercial-sector waar de afgelopen jaren het productievolume en budget al aan krimp onderhevig was. Inkomen Op basis van de enquête blijkt dat de gemiddelde omzet voor NSC leden die in Nederland werken en wonen 62.000 euro per jaar bedraagt. Circa 35 % van de leden zit daar onder. Ter vergelijk.: zzp'ers, met een gemiddelde beroepservaring van tien jaar, moeten een jaaromzet van rond de 70.000 Euro behalen om aan het marktconforme bruto maandsalaris van 3.600 euro te komen bij vast dienstverband (bron: Nederlandse Vereniging van Journalisten). Aantal declarabele dagen In 2011 bedroeg het gemiddelde aantal dagen dat een Director of Photography kon declareren 108 dagen. Pensioenopbouw Pensioenopbouw is slechts bij 18,1 % van de leden in voldoende mate aanwezig. Bij 54,6 % van de leden is de pensioen opbouw matig tot slecht aanwezig. In 27,3 % ontbreekt deze geheel. Verzekeringen Slechts 31,8 % van de NSC leden heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering. 22,7 % heeft een matige tot slechte dekking. Bij 45,5 % ontbreekt deze geheel. Betalingsmoraal 45 % van de leden werd volgens afspraak tijdig betaald. Bij 53 % vond betaling plaats met enige tot grote vertraging. Bij 2 % werd er niet betaald of was er iets anders de hand. NSC - Voorwaarden De NSC heeft haar eigen Algemene Voorwaarden. Bij 56 % van de gesloten overeenkomsten werden deze Algemene Voorwaarden door de leden gehanteerd. Door verandering van de Auteurswet zullen de voorwaarden moeten worden aangepast. Na publicatie van de nieuwe auteurswet wil de NSC met de Vereniging Filmproducenten in onderhandeling treden om tot een standaardovereenkomst te komen.
2. Werkveld Er is niet eenduidig aan te geven waarom de Nederlandse Film & TV sector een weinig florissant sociaal economisch perspectief biedt voor Directors of Photography. We noemen hier een aantal betekenisvolle factoren. a. Een gebrek aan productievolume in relatie tot het potentieel aan bestaand en nieuw talent. In Zweden en Denemarken stromen elk jaar twee à drie studenten uit met een camera-opleiding. Beiden landen kennen ondanks een minder inwoneraantal - een behoorlijke filmindustrie. In Nederland gaat het om zes tot acht leerlingen per jaar die van de Nederlandse Filmacademie komen. Waarbij vermeld moet worden dat de Filmacademie niet meer de exclusiviteit in Nederland heeft als leverancier van cameralieden. nsc monitor 2011
pagina
2
b. In Nederland zijn de beschikbare middelen om speelfilm te stimuleren laag ten opzichte van omliggende landen. In 2010 was de gemiddelde overheidssteun voor film in Nederland 2,23 Euro per inwoner. In Engeland was dat 3,67 Euro in Duitsland 3,87, in België 5,58 en in het toonaangevende Denemarken zelfs 9,27. In Ierland bedroeg het10,93 Euro. (Bron: Nederlands Filmfonds) c. In Nederland ontbreekt de faciliteit van een tax shelter. d. TV drama is bij uitstek een arena waarbinnen filmtalenten meer ervaring kan opdoen. Het budgetaandeel voor TV drama bedraagt in Nederland echter minder dan 5 % van het totale beschikbare TV budget (bron: OC & W). Omliggende landen hanteren een norm van 28 tot 32 %. Omdat het productievolume in Nederland beperkt is, ontstaat er een verdringingsmarkt. e. Scenario's zijn hoogst zelden correct begroot. Volgens de enquête beoordeelden de leden van de NSC 19 % van de Nederlandse speelfilmproducties als correct begroot. 58 % is onder begroot en 23 % is zeer onder begroot. Bij televisie drama werd 14 % correct, 54 % onder begroot en 32 % zeer onder begroot bevonden. Bij documentaire werd 5 % ruim, 70 % correct, 20% onder begroot en 5 % zeer onder begroot bevonden. Dit leidt tot aanpassingen tijdens de productie. De kosten worden afgewend op de mogelijkheden en middelen van het productieproces (cast , crew en facilitaire bedrijven) en heeft een zichtbaar negatief effect op de kwaliteit van het beeld. f. NSC leden, en dat geldt bijna voor alle filmmakers, drijven op liefde voor het vak en zijn te snel bereid financiële concessies te doen over vergoedingen, werktijden, etc. Compensatietoeslagen voor overuren, weekenden en nacht-shoots zijn in Nederland niet gebruikelijk. Inkomstenstromen voor Directors of Photography uit auteurs- en herhalingsrechten ontbreken. g. Zowel bij televisie-georiënteerde productiehuizen als bij de omroepen is er een trend om dusdanig lage aanbiedingen te doen, dat het voor zzp’ers onmogelijk wordt een economisch gezond bestaan op te bouwen. Hoe hard de omroepen ook roepen dat de bezuinigingen niet ten koste zullen gaan van de kwaliteit, men moet toch vrezen dat een groot deel van die bezuinigingen voor rekening van deze grote groep onzichtbare zzp’ers komen. In 2004 heeft McKinsey al een bezuinigingsronde doorgevoerd bij de omroepen. Binnen vier jaar werd 80 miljoen euro bezuinigd. Deze bezuiniging is vooral terechtgekomen bij zzp’ers en buitenproducenten. In de komende ronde van bezuinigingen zal een groot deel van de bezuinigingen ook op deze groep verhaald worden. De combinatie van te verwachten lagere budgetten en nog meer krimp op het drama- en documentairevolume zal de druk op de vergoedingen van zzp’ers nog meer verhogen. Hoeveel het productievolume zal verminderen is niet duidelijk. “Meer buitenlandse aankoop”, meldde de directeur van de publieke omroepen onlangs. Wat alleen maar kan inhouden, dat bij een gelijkblijvend aantal zenders, de buitenlandse aankopen de plaats zal innemen van Nederlands drama. Bij een krimp van drie naar twee zenders is het leed voor Nederlands drama niet te overzien. TV-drama en documentaire-producties liggen qua uitvoering in handen van buitenproducenten en zzp’ers. De sector is thans niet in staat om het effect van verlies aan kennis, ervaring en creativiteit in beeld te brengen. Duidelijk is wel dat zonder politieke interventie we de kans lopen een kaalslag te genereren onder Nederlandse filmmakers.
3. Aanbevelingen a. De NSC verzoekt producenten, fondsen en vakverenigingen uit de sector bij de politiek en omroepen te pleiten voor het omhoog schroeven van het aandeel Nederlands drama en documentaire (thans minder dan 5% van het totale televisie budget ) naar een niveau zoals dat in omliggende landen ook wordt gehanteerd. b. De NSC dringt er bij Filmproducenten Nederland en Onafhankelijke Televisie Producenten op aan dat zij de aangesloten producenten vragen om producties realistischer te begroten. c. De NSC ontwikkelde een module om tot een loonschaal-indicatie te komen. Deze app, verkrijgbaar in de iTunes store, werkt op basis van vijf factoren: functie, ervaring, opleiding, specialisatie en compensatie voor het aantal te nsc monitor 2011
pagina
3
declareren dagen per jaar. De waarderingen komen overeen met de salarisschalen zoals die door overheden en omroepen worden gehanteerd. Via een omrekenfactor (de Big Mac-index zoals die door het tijdschrift ‘The Economist’ wordt gehanteerd) is de app inmiddels in 56 landen te gebruiken. De app is gepresenteerd bij de Raad van Bestuur NOS, Filmfonds, Mediafonds, Cobofonds en de producenten. Ervaring met de NSC rating app leert dat binnen de Nederlandse filmsector zelden vergoedingen worden uitbetaald zoals ze in deze applicatie worden berekend. Dit betekent dat er een negatief onderscheid wordt gemaakt tussen human resources in vast dienstverband (bij overheid en omroepen) en zzp'ers werkzaam in de film & televisie sector. Door het ontbreken van een CAO voor de filmsector is de NSC Rating App een goed transparant alternatief.
Trivia Het Nederlands Filmfonds publiceerde in september 2011 cijfers waar uit blijkt dat van de 35 miljoen euro die de overheid beschikbaar stelt ter stimulering van de Nederlandse film, er 29 miljoen terugvloeit middels BTW op bioscoop-kaartjes van Nederlandse films en inkomstenbelastingen. Met een aangekondigde bezuiniging van 9 miljoen is de Nederlandse filmsector, bij een blijvend bioscoopaandeel van minstens 17 % voor Nederlandse films, netto betaler. De overheid verdient aan de filmsector. www.cinematography.nl www.nscratingapp.com
[email protected]
nsc monitor 2011
pagina
4
pagina
5
nsc monitor 2011
pagina
6
nsc monitor 2011
pagina
7
nsc monitor 2011
pagina
8
nsc monitor 2011
pagina
9
pagina
10
nsc monitor 2011
pagina
11