Centraal Kantoor
Noordereinde 60 Postbus 9955 1243 ZS 's-Graveland
T (035) 655 99 33 F (035) 656 31 74
Aanwezig
Afwezig
Datum notulen Ons kenmerk Locatie Notulist Vergadering
De leden van de verenigingsraad en de leden van het bestuur. Zie onderstaand overzicht.
www.natuurmonumenten.nl
Zie onderstaand overzicht 12 april 2014 VR87 Antropia Cultuur- en Congrescentrum Sandra Barbé VR87 12 april 2014 Aanwezig zijn: a) van het bestuur
: de dames De Jong en Maas en de heren Van den Belt, De Graaff Penders, Wassen en Wijers (voorzitter); b) van de verenigingsraad als (kandidaat-)afgevaardigde voor: Groningen : mevrouw Jansen (kd) en de heren Van Dijk en Quené; Friesland : de dames Kok en Meijer (kd) en de heren Boelen en Veldhuyzen van Zanten; Drenthe : mevrouw Goedhard en de heren Groen, Hoegen Dijkhof en De Wildt; Overijssel : de heren Asbreuk en Wever; Gelderland : de dames Van Harten (kd), Hoogcarspel en Van Os en de heren Van Dijk en Wieringa; Flevoland : de heren Bijlsma, De la Chambre, Riedstra, Van der Wal (kd) en Zeilstra; Utrecht : de dames Kunen en Roelofs en de heren Kortekaas, Puntman en Toxopeus; Noord-Holland : mevrouw Van Wijnen (kd), de heren Benders, Van Dijk, De Jong, Du Pont (kd), Van Sprang en Stoffels; Amsterdam : de dames Manschot, Pel en Wonneberger (kd) en de heer Rutten (kd); Zuid-Holland : de dames Dogterom (kd), Visser en de heren Boon, Hüner, Van der Storm, Verhulst en De Wijn; Zeeland : mevrouw Kloet en de heren Dellaert, Van Dijke (kd); Noord-Brabant : de heren Claessen, Geertman, Haegens, Van Hooff; Limburg : de dames De Beaumont (kd) en Dielissen en de heren Heunen, Van Raaij (kd), Reijnen en Weijs c) van de directie: de heren Koster, Van den Tweel en Wams. Afwezig zijn: a) van het bestuur : de heren Tibben en Weterings; b) van de verenigingsraad als (kandidaat-)afgevaardigde voor: Groningen : mevrouw Roseboom en de heren Bakker, Boomsma en Van der Veen (kd); Friesland : de heren Pluis (kd), Van de Ridder en Teders (kd);
Pagina
2 van 14 Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Amsterdam Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
: mevrouw Van Willenswaard (kd) en de heren Berends en Wetterauw; : mevrouw Jonkers (kd) en de heren Gallacher (kd), Kuijper (kd) en Spijker; : de dames Van de Meij (kd) en Tiberius en de heren Soerink en Vlasveld (kd); : de heren Dunning (kd) en De Waard (kd); : de heren Buisman, Velders (kd) en Van der Wal; : mevrouw Tempelaars (kd); :de dames Boelen en Van Mulligen en de heer Czerski; : de dames Franken (kd) en Stam (kd) en de heer Van Oostrum; : heren Turkstra, Vorthoren (kd) en Wattel (kd); : mevrouw Vercruijsse en de heren Best, Van den Bosch en Van Eck; : de heren Van Marken Lichtenbelt en Wolters.
1. Opening De voorzitter, de heer Wijers, opent de vergadering. Hij heet de aanwezigen welkom, in het bijzonder de nieuwe districtsafgevaardigden mevrouw Van Mulligen (Amsterdam) en de heer De Wildt (Drenthe). Tevens worden de kandidaat-districtsafgevaardigden van harte welkom geheten. Dat zijn de dames De Beaumont (Limburg), Jansen (Groningen), Meijer (Friesland), Wijnen (Noord-Holland) en Wonneberger (Amsterdam) en de heren Kuijper (Overijssel), Du Pont (Noord-Holland), Rutten (Amsterdam) en Van der Wal (Flevoland). Daarnaast zijn er drie belangstellende leden aanwezig.
2. Werk maken van beleving, recreatie en inrichting van natuur De heer Wams zet uiteen dat 2014 onder meer in het teken staat van het raadplegen van de achterban over natuurbeleving en recreatie. Het ochtendprogramma van deze vergadering is het startpunt van de ledenraadpleging. Het centrale punt tijdens deze ochtend is na te denken over welke vragen en dilemma’s de vereniging aan haar achterban wil voorleggen. Een nieuwe raadpleging lijkt snel gezien de werkzaamheden, voortkomende uit de vorige raadpleging, die nog volop in uitvoering zijn. Zo is onlangs een delegatie van Natuurmonumenten, op uitnodiging van de Partij voor de Dieren, in de Tweede Kamer geweest. Dit om uiteen te zetten wat de vereniging precies aan de achterban heeft voorgelegd en wat de uitkomsten waren. Daarnaast zorgt het laten doorklinken van de wensen rond groot wild in de provincies en het leiding nemen in de debatten over groot wild thema’s, voor de nodige tijdsinvestering. Een aanpak die het zijn van een grote vereniging en de open en onbevooroordeelde manier van raadpleging van de achterban met zich meebrengt. Keuze van het onderwerp De heer Wams geeft aan dat onder andere rond de manier van aanpak veel wordt geleerd. Tijdens de vorige raadpleging zijn de resultaten en de daaraan verbonden agenda eerst gedeeld met de verenigingsraad alvorens deze werden gecommuniceerd met de buitenwereld. Bij dit nieuwe onderwerp wordt de verenigingsraad eerder betrokken door mee te denken over de vraagstelling. Voor volgend jaar ligt het voor de hand ervoor te zorgen dat de verenigingsraad betrokken wordt bij de keuze van het onderwerp. De hele aanpak rond het raadplegen van de achterban is in ontwikkeling, dit geldt eveneens voor de manier waarop dit zich verhoudt met de rol van de verenigingsraad.
Pagina
3 van 14 Relatie met de evaluatie Er is een evaluatie gedaan naar recreatie bij Natuurmonumenten. De vraag daarbij is hoe de uitkomsten van deze evaluatie gezien dienen te worden in relatie met de uitkomsten en de agenda die voort komen uit de te houden achterbanraadpleging. Het evalueren van het recreatiebeleid stond al een aantal jaren op de planning en is nu uitgevoerd. Het belangrijkste onderzoekspunt was bij deze evaluatie afwijkend van andere evaluaties. Normaliter is het nagaan of het beleid conform het vastgestelde beleid werd uitgevoerd, het belangrijkste onderzoekspunt. Bij de evaluatie over recreatie ging het echter veel meer over de vraag of Natuurmonumenten in staat is te voorzien in de behoeftes van de huidige natuurrecreant. De evaluatie is een mengvorm geworden van terugkijken en vooruitblikken. In de evaluatie komt naar voren dat de vereniging mooie mogelijkheden aanbiedt om natuur te beleven maar dat dit vaak ad hoc gebeurd. Er is niet echt een focus en het is de vraag of de vereniging de markt genoeg kent en voldoende vraaggericht opereert. Geconcludeerd is dat een vernieuwde geactualiseerde visie over het onderwerp recreatie noodzakelijk is. Ondertussen werd de raadpleging over groot wild een succes zodat de keuze voor het thema natuurbeleving en recreatie gauw was gemaakt. De evaluatie wordt zodoende niet meteen uitgewerkt in een plan van aanpak. Eerst wordt goed en gedegen de raadpleging gehouden. Daarna wordt er een agenda opgesteld die tijdens de najaarsvergadering van de verenigingsraad wordt besproken. Daarna wordt het onderwerp verder uitgewerkt. Vervolgens introduceert de heer Wams de heer Heerkens, algemeen directeur van Landal GreenParks. Landal is sinds 10 jaar een zeer gewaardeerd partner van Natuurmonumenten. Beide organisaties delen de passie voor natuur en de passie om mensen de gelegenheid te bieden die natuur te beleven. De heer Heerkens gaat in op de vraag hoe natuur wordt beleefd, hoe dit samen kan gaan met recreatie en de zienswijze van Landal. Landal, als recreatiebedrijf, heeft een vrij brede definitie voor ‘natuur’. De overheid wil natuur niet alleen beschermen maar ook beleven en benutten. Voor de natuurbescherming een interessant maar geen gemakkelijk onderwerp. Landal Bij Landal wordt als eerste gekeken naar de vraag ‘wat wil de gast’, men wil de gast een onvergetelijke vakantie in de natuur aanbieden. De vakantie-ervaringen zitten in de omgeving waar men recreëert (rust, ruimte en natuur) en de manier waarop het bedrijf met de gasten omgaat. Natuur en omgeving staan centraal. Landal brengt twee keer per jaar het magazine ‘Natuurlijk’ uit. Bedoeld als bron van inspiratie over het invullen van een vakantie en gasten te laten ervaren wat ‘groen’ kan doen. Het beeld ‘voel je dichter bij de natuur’ wat hierin naar voren komt, is een beeld dat Landal en Natuurmonumenten verbindt. Dit beeld geeft goed weer wat natuur is, hoe kinderen natuur beleven en hoe natuur en beleven met elkaar samen gaat. Dit beeld is al vaker gebruikt in gezamenlijke communicatieboodschappen. Bij Landal staat niet alleen de natuur maar ook de omgeving centraal, er is een actieve promotie rond alle dingen die te beleven zijn. Daarnaast is de klantvriendelijke manier van omgaan met gasten heel belangrijk. Met enquêtes worden de ervaringen van gasten meetbaar gemaakt en worden aandachtspunten die naar voren komen opgepakt. Al met al zorgt deze aanpak ervoor dat veel gasten terugkomen. Landal heeft een indeling gemaakt rond de verschillende soorten verwachtingen. Er is een verdeling gemaakt in de dimensies ‘actief bezig zijn’ en ‘tot rust komen’ en ‘bijzonder beleven’ en ‘gezellig samen zijn‘. Dit levert zes verschillende gastgroepen op die omschreven zijn,
Pagina
4 van 14 waar de medewerkers gebruik van maken en de activiteiten op zijn afgestemd. Een andere manier van segmentatie dan voorheen werd gehanteerd. In plaats van een indeling in leeftijd, welvaartklasse, zomergast, etc. wordt nu gekeken naar wat men zoekt op zijn vakantie. Ook binnen de marketing maakt Landal gebruik van deze indeling, bijvoorbeeld bij mailings. Zo wordt bij de keuze van tekst en foto’s gekeken naar het type gast waarnaar de mailing wordt verzonden. Natuurmonumenten Voor Natuurmonumenten ziet de heer Heerkens mogelijkheden ter verbetering op het gebied van het laten aansluiten van het productenaanbod op de (locale) marketing. Er dient voor gezorgd te worden dat natuurbezoekers de juiste natuurplekjes vinden, niet alleen thuis maar ook ter plaatse. De meeste gasten / vakantiegangers gaan pas uitzoeken wat er te ondernemen valt als men ter plaatse is. Natuurmonumenten dient er zodoende voor dat ze aanwezig is als de gast gaat nadenken over de invulling van zijn dag, weekend of vakantie. Daarnaast is de ene natuurbezoeker de andere niet, iedere bezoeker zoekt iets anders. De activiteiten en de daaraan gekoppelde eisen, dienen hierop aangepast te worden. Activiteiten dienen op kleine schaal aangeboden te worden. Anders is de bijzonderheid ervan af, gaat het waarschijnlijk ten koste van de natuur en is de prijs ook anders. Tot slot pleit de heer Heerkens ervoor natuur en recreatie in evenwicht te brengen en Nederland als toeristische bestemming aantrekkelijk te houden. Achterbanraadpleging De heer Hijdra, projectleider landelijke achterbanraadplegingen, blikt kort terug op de vorig jaar gehouden achterbanraadpleging over groot wild. Het houden van deze raadpleging komt voort uit de hoofdlijn spreekbuis, dat staat voor samenwerken en een overtuigend, gedragen en zichtbaar Natuurmonumenten. Doelstellingen van het zijn van een spreekbuis zijn het raadplegen van de achterban en het zich gehoord voelen van de achterban. Daarnaast het spreken namens veel mensen met een groen hart, het beter kunnen lobbyen en zichtbaar zijn. Kijkend naar de aanpak van de eerste achterbanraadpleging en hetgeen dit heeft opgeleverd wordt nu gewerkt aan de tweede achterbanraadpleging. Het gekozen onderwerp ‘natuurbeleving’ wordt uitgebreid besproken binnen de vereniging. Vragen en dilemma’s worden zo verzameld en verwerkt tot discussies in het veld, interviews en de online enquête. Er wordt een focusgroep onderzoek gedaan, een kwalitatief onderzoek om na te gaan wat men beweegt, waar maakt men zich zorgen over en wat acht men wel en niet mogelijk. De enquête wordt gemaakt in samenwerking met een extern bureau, ook worden de districtscommissies weer uitgenodigd mee te helpen met de organisatie van de regionale debatten. Aan bezoekers van de natuurgebieden zal gevraagd worden wat de meningen zijn over recreatie. De resultaten van al deze acties worden verwerkt en aan de verenigingsraad gepresenteerd tijdens de najaarsvergadering. Tegelijkertijd is er een traject gestart om nieuw beleid te formuleren. In het voorjaar van 2015 zal dit besproken worden met de verenigingsraad. Mevrouw De Heij, beleidsmedewerker recreatie, staat stil bij de inhoud van deze achterbanraadpleging. Natuurbeleving bij Natuurmonumenten is gericht op het ervaren van alles wat natuur, landschap en cultuurhistorie te bieden hebben: inspiratie, schoonheid, vrijheid, geluk, ontspanning, inspanning. Maar recreatie schuurt en in de media geeft het veel reacties. Aan de ene kant wordt aangegeven dat er te weinig wordt gedaan aan recreatie en aan de andere kant vraagt men zich af waarom in de natuur zoveel georganiseerd wordt. Bij de komende raadpleging gaat het om deze discussies en de emoties die daarbij spelen. De vereniging wil graag achterhalen wat de achterban vindt over hoeveel (ruimtelijk en financieel) Natuurmonumenten dient bij te dragen aan natuurbeleving in Nederland. Met deze
Pagina
5 van 14 raadpleging wil de vereniging bereiken dat de buitenwereld weet dat Natuurmonumenten op gepassioneerde wijze natuurbeleving mogelijk maakt en niet meer het imago heeft van hekken zetter/afsluiter. Daarnaast realiseert de achterban zich dat niet alles overal kan en accepteert men de keuzes die Natuurmonumenten maakt. Tevens realiseert het publiek zich dat natuurbeleving zowel geld, ruimte als natuurkwaliteit kost. Vervolgens staat de verenigingsraad stil bij vragen en dilemma´s die tijdens de raadpleging de revue dienen te passeren. Tijdens verschillende (werk) overleggen, ook met districtscommissies, is al van gedachten gewisseld over mogelijke dilemma´s. Deze dilemma´s zijn op verschillende flip-overs aangegeven. Aan de deelnemers van de vergadering wordt gevraagd deze aan te vullen, te verdiepen en te verrijken. Ook nieuwe dilemma´s kunnen worden geventileerd. De volgende dilemma´s zijn geformuleerd: 1. Wat zijn de conflicten tussen natuurkwaliteit en beleving? a. Afsluiten – openstellen b. Verstoring van wild – kijken naar wild c. Eten/plukken uit de natuur 2. Wat zijn veel voorkomende conflicten tussen vormen van natuurbeleving? a. Loslopende honden met joggers, fietsers, kinderen b. Wandelaars en mountainbikes c. Kanoërs en motorboten 3. Welke vormen van natuurbeleving willen we bediscussiëren met de achterban? a. Struinen b. Nachtelijke openstelling c. Kampvuur d. Waterskiën 4. Welke vormen van betalen voor natuurbeleving willen we de achterban voorleggen? a. Bezoekers die met de auto komen betalen parkeergeld b. De overheid betaalt de aanleg van wandelpaden c. De toeristenbelasting moet gebruikt worden voor onderhoud van voorzieningen 5. Welke knelpunten ervaart de achterban bij natuurbeleving het landelijk gebied? a. Fietsen op provinciale wegen b. Geen doorlopend netwerk van ruiterpaden c. Wandelen over boerenland De opbrengst hiervan wordt meegenomen in het verdere traject. Kanttekening die hierbij wordt geplaatst is, dat het niet mogelijk is alle vragen en dilemma´s aan de achterban voor te leggen. De idee is eerst breed te inventariseren en vervolgens gezamenlijk te kijken naar de belangrijkste punten die aan de achterban voorgelegd dienen te worden. Bestuurslid, mevrouw Maas, sluit het ochtenddeel van deze vergadering af door een aantal aangedragen ideeën / dilemma´s de revue te laten passeren. Het betreft onder andere nieuwe vormen van natuurbeleving (wild kamperen, struinen, nachtelijke openstelling, natuurspeelplaatsen) en hoeverre de vereniging daarin mee dient te gaan. Of aan recreanten gevraagd kan worden te helpen in de natuur en zo een bijdrage leveren aan het onderhoud. In hoeverre dient gebruik gemaakt te worden van zonering, het selectief openstellen van gebieden en het gebruik van bebording en afrastering daarbij. Ook het betalen voor natuurbeleving (denk aan parkeergeld / gratis voor leden) en hoe ver kan de vereniging daarmee kan gaan is een dilemma dat naar voren is gebracht. Tot slot kan gekeken worden welke bijdrage recreatie kan leveren aan Natuurmonumenten qua draagvlak en op financieel gebied in plaats van welke bijdrage de vereniging kan leveren aan natuurbeleving. Een interessante bijdrage omdat dit net even anders naar recreatie en beleving kijkt.
Pagina
6 van 14 De verenigingsraad neemt kennis van de evaluatie recreatie. Daarnaast is tijdens het ochtenddeel van de vergadering, met het oog op de komende achterbanvergadering, over dit onderwerp en de daarbij horende dilemma’s van gedachten gewisseld. Over de verdere uitwerking van dit onderwerp het volgende: Er wordt een achterbanraadpleging gehouden over recreatie en natuur en de dilemma’s die daarbij spelen. De uitkomsten van deze raadpleging evenals een agenda met vervolgstappen worden tijdens de novembervergadering 2014 gedeeld met de verenigingsraad. Met gebruikmaking van alle input, die onder andere door de achterbanraadpleging verkregen wordt, wordt er een recreatievisie opgesteld. Deze visie wordt naar alle waarschijnlijkheid in de aprilvergadering 2015 aan de verenigingsraad ter vaststelling voorgelegd. 3. Actualiteiten en mededelingen De heer Van den Tweel staat kort stil bij de volgende actualiteiten: Natuurvisie Staatssecretaris Dijksma heeft, na een uitgebreide consultatieronde, onlangs haar visie op natuur in Nederland gepresenteerd. Lijnen die hierin naar voren komen, zijn vergelijkbaar met de gedachten van Natuurmonumenten hierover. Grote vraag is echter hoe de ideeën worden vertaald naar wetten, regels en financiën. Daarbij speelt het feit dat het natuurbeleid in belangrijke mate gemaakt, aangestuurd en gefinancierd wordt door de provincies. De vraag is dan of de landelijke overheid nog substantieel iets over het natuurbeleid te zeggen heeft. Verder heeft de Staatsecretaris aangegeven dat Staatsbosbeheer een groen nutsbedrijf wordt. De vereniging is hier tevreden mee omdat zo een duidelijk verschil in functie aanwezig is tussen Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Dit maakt de samenwerking makkelijker. Wat betreft deze samenwerking kan gemeld worden dat er twee pilots lopen, één in NoordHolland en één in Overijssel. Per pilot wordt gekeken wat een verdergaande samenwerking voor (regionale) consequenties heeft. Een ingewikkeld proces maar er wordt wel vooruitgang geboekt. Hopelijk is in het najaar duidelijk wat wel en niet mogelijk is, hetgeen de basis vormt voor verdere uitrol van de samenwerking over de rest van het land. Achterbanraadpleging groot wild De uitwerking van de agenda groot wild, opgesteld naar aanleiding van de eerste achterbanraadpleging is pas net begonnen. Zo zijn er bijvoorbeeld in de regio Gelderland intensieve gesprekken gevoerd over samenwerking met de grondeigenaren rond de gebieden van Natuurmonumenten. De jachtvrije zone bij het Delerwoud is verdubbeld. Door het hele land communiceert de vereniging dat het nulstandbeleid aangepast dient te worden. Naar aanleiding van de groot wild enquête wordt hierover het debat aangegaan. Zo komt er in Drenthe meer ruimte voor grote dieren. Wel dient gekeken te worden naar een vermindering van het aantal aanrijdingen. Om de achtduizend aanrijdingen die per jaar in Nederland plaatsvinden te verminderen is de ‘Natuur innovatieprijs’ gelanceerd. Jonge professionals worden uitgedaagd met nieuwe technologische oplossingen te komen en zo de aanrijdingen drastisch te verminderen. Voorjaarsforum 2014 Tijdens het voorjaarsforum is de verbinding tussen de maatschappelijke ontwikkeling, de onderstroom in de samenleving en de relatie met natuur benadrukt. Verbinden met mensen is belangrijk. Het zijn van een vereniging betreft de juridische vorm maar het gaat Natuurmonumenten vooral om het verenigen van mensen, het mentaal en moreel creëren van
Pagina
7 van 14 mede-eigenaarschap in de samenleving. In dit kader is onlangs samen met andere natuurorganisaties en de vereniging van Nederlandse gemeenten het pamflet ‘groen verbindt’ uitgebracht. Suggesties worden gedaan voor de collegeprogramma’s; hoe op locaal niveau gemeenten kunnen bijdragen aan het vergroenen en het bevorderen van natuurlijke processen. Dit is een andere manier van beïnvloeden dan voorheen, waarbij in plaats van beïnvloeding vooraf, na de verkiezingen geprobeerd wordt een groene inbreng in de collegeprogramma’s te bewerkstelligen. De eerste reacties rond deze aanpak zijn positief. Water Natuurlijk De partij Water Natuurlijk is actief in de waterschapsbesturen, deze partij werd vier jaar geleden expliciet en exclusief door Natuurmonumenten gesteund tijdens de waterschapsverkiezingen. De vereniging is blij met het groen / blauwe programma van Water Natuurlijk maar heeft afgesproken de komende jaren geen expliciete steun aan één (politieke) partij te verbinden. Dit mede gezien het feit dat volgend jaar de waterschapsverkiezingen gecombineerd worden met de Provinciale Staten verkiezing. De inzet van Natuurmonumenten is: zoveel mogelijk groen / blauwe kiezers en de achterban oproepen om te kiezen. Er wordt echter geen stemadvies gegeven. Daarnaast zal de vereniging haar politieke invloed aanwenden bij alle politieke partijen om te zorgen dat er groene kandidaten komen en verkiezingsprogramma’s ‘groener’ zullen zijn. Ganzenakkoord In december 2012 hebben zeven natuur-, milieu- en landbouworganisaties een akkoord gesloten om het ganzenprobleem gezamenlijk aan te pakken. Een belangrijk onderdeel van dit akkoord was de winterrust voor trekganzen. Helaas heeft een deel van de LTO achterban de steun ingetrokken waardoor er geen akkoord meer mogelijk is. Gevolg is dat nu per provincie een overeenkomst gesloten dient te worden met per provincie een andere invulling. De insteek van Natuurmonumenten is dat de winterrust gehandhaafd dient te blijven. De vereniging praat mee maar is niet verantwoordelijk voor het proces en de uitkomst. Uitzonderingen die op locale plekken nodig zijn, dienen verkoopbaar en uitlegbaar te zijn aan de achterban. Onlangs is samen met de Vogelbescherming en De (12) Landschappen zijn regionale dagbladen artikelen geplaatst om te benadrukken dat de winterrust gewaarborgd dient te zijn. Natuurbegraven Al langer bestond het idee de mogelijkheden rond natuurbegraven uit te werken. De afgelopen maand is een overeenkomst afgesloten met Natuurbegraven Nederland. Het is de bedoeling de komende jaren tien tot vijftien natuurbegraafplaatsen op te zetten. De exploitatie van het ‘begraafbedrijf’ komt te liggen bij een externe partij. De vereniging zorgt dat mooie gebieden beschikbaar komen die zich goed lenen voor natuurbegraven. Voor deze manier van begraven, opgaan in de natuur en eeuwige grafrust (planologisch geborgd) is veel interesse. Marker Wadden Op 13 maart jl. zijn een samenwerkingsovereenkomst, een uitvoeringsovereenkomst, een kaderovereenkomst en een erfpachtovereenkomst getekend. Deze overeenkomsten vormen de basis van de samenwerking tussen Natuurmonumenten, het Rijk en de Provincie Flevoland. Juridische gezien staat nu niets meer in de weg om de Marker Wadden te realiseren. De mededelingen ‘Strategische Agenda 2014-2015’, ‘Beleidsnota gebouwen’ en ‘Beleidsagenda gebouwenbeheer’ worden voor kennisgeving aangenomen.
Pagina
8 van 14 De strategische agenda wordt voor kennisgeving aangenomen. Naar aanleiding van deze agenda het volgende: Het ochtenddeel van de novembervergadering 2014 van de verenigingsraad wordt gewijd aan het onderwerp ‘Natuur en gezondheid’. Hiervoor wordt een voorbereidingsgroep gevormd (bestaande uit leden van de verenigingsraad en van de werkorganisatie). De voorbereidingsgroep stelt onder andere een startnotitie op. Verenigingsraadsleden die betrokken willen worden bij de voorbereiding van dit onderwerp, kunnen zich melden bij het verenigingssecretariaat. Tijdens de verenigingsraadsvergadering van november 2014 wordt een update gegeven over het onderwerp ‘Ondernemen’. Het onderwerp ‘evaluatie functioneren verenigingsraad’ wordt verbreed naar ‘evaluatie van het functioneren van de vereniging’. Dit punt wordt in de loop van 2015 opgepakt, dit door het laten uitvoeren van een verkenning, bespreking met leden (-vertegenwoordigers), (externe) deskundigen en bespreking binnen de districtscommissies. Vervolgens wordt in het voorzittersoverleg gekeken naar de resultaten en wordt de verdere agendering van dit onderwerp bepaald.
4. Notulen en besluiten- en afsprakenlijst van de 86ste vergadering gehouden op 16 november 2013 1. De notulen van de 86ste vergadering De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van de notulen wordt door de districtscommissie Noord-Holland nogmaals verzocht de vergaderstukken op tijd te verzenden. Daarnaast wordt verzocht bij een eventuele nazending het aantal stukken tot een minimum te beperken. De heer Van den Tweel antwoordt dat de werkorganisatie nog meer haar best zal doen de vergaderstukken op tijd aan te leveren. 2. De besluiten- en afsprakenlijst De besluiten- en afsprakenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van de besluiten- en afsprakenlijst worden twee opmerkingen gemaakt. Ten eerste geeft de heer Van den Tweel aan dat de verenigingsraad nog nader wordt geïnformeerd over de vraag of het mogelijk is de jaarlijkse contributie te verhogen door middel van prijsindexering of anderszins. Ten tweede wordt nogmaals het gebruik van het oude logo ter sprake gebracht en verzocht dit punt zo snel mogelijk af te handelen.
5. Jaarverslag 2013 en jaarrekening De heer Koster zet uiteen dat tijdens het vragenuurtje uitgebreid is gesproken over de jaarrekening en daarnaast zijn financiële vragen schriftelijk beantwoord. Kort wordt nog stil gestaan bij jaarrekening 2013. Uit de staat van baten en lasten volgt dat de vereniging het in 2013 in financieel opzicht redelijk goed heeft gedaan. De inkomsten waren aanzienlijk hoger dan begroot. De
Pagina
9 van 14 afwijkingen ten opzichte van het budget zijn omvangrijk, waaraan twee oorzaken ten grondslag liggen. Ten eerste werden er aanzienlijke meer projectinkomsten gegenereerd en kwam een groot deel van deze inkomsten pas half december binnen. Ten tweede werd het te verwachten koersresultaat eerder ingepland op nul en werd in de exploitatie alleen gerekend met dividenden en rente. De precisie van de bestedingen van wervingskosten, beheerkosten en administratie was wel correct. Binnen de directie Fondsenwerving en Communicatie zijn de programma’s voor leden en fondsenwerving, volgens plan uitgevoerd. De uitgave voor beheer en administratie zijn lager geworden dan begroot. Uiteindelijk is een overschot verkregen van drie miljoen euro terwijl een verlies was begroot. Dit komt met name door het eerder genoemde koersresultaat dat is toegevoegd aan het vermogen van de vereniging. In overleg met het bestuur is er een bestemmingsreserve aankopen gevormd. De directie had dit voorgesteld om meer te kunnen inzetten op inkopen, een stap om hier voor de toekomst vorm aan te geven. De vereniging heeft in 2013 meer hectares (977) in beheer gekregen en het leden en donateurs aantal is toegenomen. Het balanstotaal ziet er al jaren ongeveer hetzelfde uit, alleen de samenstelling van de posten is iets veranderd. Het belangrijkste punt is dat de gebouwen en natuurgebieden niet worden gewaardeerd, het grootste actief is de beleggingsportefeuille. De omvang van de liquide middelen was groot, dit had vooral te maken met de middelen die klaar stonden om gebruikt te worden in het kader van de realisering van de Marker Wadden. Aan de creditkant staat in totaal rond de tweehonderd miljoen aan eigen vermogen wat een hoge solvabiliteit geeft en een goede robuuste basis voor de komende jaren. De penningmeester, de heer Van den Belt, zet uiteen dat het neerzetten van een jaarrekening een grote klus is. De heer Koster heeft dit de afgelopen 13 jaar gedaan waarvan de laatste vijf jaar in samenwerking met de heer Van den Belt. Nu de heer Koster op het punt staat de vereniging te verlaten dankt de penningmeester hem voor de manier waarop de heer Koster dit werk heeft opgepakt. Met betrekking tot de baten en lasten voegt de penningmeester, de heer Van den Belt, toe dat indien de vereniging geen koerswinst had weten te behalen er een negatief saldo van drie miljoen zou zijn ontstaan. Ook mag de vereniging blij zijn met de hoogte van de verkregen subsidies, ook dit was meer dan begroot. Wat betreft de uitgaven van de vereniging is het goed te weten dat negentig procent van de lasten uitgegeven zijn aan de doelstelling van de organisatie en tien procent aan kostenwerving en administratie. Vervolgens zet de penningmeester, de heer Van den Belt, uiteen dat bij het jaarverslag een Global Reporting Initative (GRI) rapportage is toegevoegd. Een methodiek die een maatschappelijk verantwoord ondernemen benadrukt. Het gaat daarbij om ethiek, milieu, arbeidsomstandigheden en de maatschappij. Het werken met deze methodiek staat nog in de kinderschoenen, het kost veel tijd maar het is belangrijk dat een organisatie als Natuurmonumenten veel aandacht besteed aan een dergelijke geïntegreerde rapportage. Tijdens het vragenuurtje werd opgemerkt dat met deze verslaglegging het jaarverslag beter in de context van de doelstellingen geplaatst kan worden. Met betrekking tot de verantwoording bij het jaarverslag en de realisatie van de indicatoren is gevraagd, naar wat de vereniging dient te ondernemen om de realisatie van de indicatoren die niet werden beoordeeld met een smiley te verbeteren. Dit punt wordt opgepakt bij de opstelling van een volgende verantwoordingsnotitie. Vooruitkijkend naar 2014, merkt de penningmeester op dat het meerjarenplan ambitieus is. Vooral aan de inkomstenkant zit veel ambitie. Zoals het er nu uitziet, hoewel het nog vroeg in het jaar is, zit de vereniging op de goede weg. Wel dient er rekening gehouden te worden met een licht negatief eindsaldo. Wat betreft de beleggingen zet de penningmeester, de heer Van den Belt, uiteen dat de vereniging hier een conservatieve koers aanhoudt, met twintig procent aan aandelen. In 2014 wordt gekeken of op dit gebied nog alternatieven zijn. Tot slot deelt de
Pagina
10 van 14 penningmeester, de heer Van den Belt, mee dat de vereniging een goedgekeurde accountantsverklaring heeft gekregen. Kwaliteit van de beheerorganisatie is voor wat betreft de jaarrekening adequaat. Wel is opgemerkt dat bij de IT kant, de efficiency en de rapportage van niet financiële doelstellingen een verbetering te halen is. Verder voldoet de vereniging aan de eisen van het CBF en VFI. Vanuit de districtscommissie Amsterdam wordt, naar aanleiding van het initiatief een ‘Natuurmonumenten Academie’ op te richten, geopperd hier een bijzondere leerstoel aan te koppelen zodat er nog meer invulling en verdieping aan wordt gegeven. Verder wordt vanuit de verenigingsraad opgemerkt dat vaker een verschil in het normale bedrijfsresultaat wordt geconstateerd. Dit baart enige zorgen voor de toekomst en vraagt om aandacht. Voor wat betreft de opbrengsten van het ondernemer zijn, wordt gehoopt op een beter rendement en meer inzicht hierin. Hoewel dit niet de grootste inkomstenbron is, is er toch de hoop dat een investering iets oplevert. De voorzitter, de heer Wijers reageert met instemming op de naar voren gebrachte punten. De vereniging dient geen irrealistische verwachtingen te hebben en bij ondernemen geen langere planningshorizon dan vijf jaar te hanteren voordat een investering iets oplevert. Deze realiteitszin is aanwezig binnen in de werkorganisatie. De vereniging verleent het bestuur decharge over het in 2013 gevoerde beleid. In het kader van de op te richten ‘Natuurmonumenten Academie’ wordt voorgesteld hieraan een bijzondere leerstoel te koppelen. Deze suggestie wordt onderzocht, de bevindingen worden teruggekoppeld aan de verenigingsraad. De verenigingsraad keurt het jaarverslag inclusief de jaarrekening over 2012 goed en verleent het bestuur daarmee decharge over het gevoerde beleid en beheer.
6. Natuurmonumenten en het landelijk gebied De heer Wams zet uiteen dat sinds de vorige verenigingsraad een geanimeerde bijeenkomst heeft plaatsgevonden om het onderwerp Natuurmonumenten en het landelijk gebied nog verder uit te werken. De notitie over dit onderwerp ligt thans ter goedkeuring voor, een ‘levend’ document dat in de loop van de tijd aangepast kan worden aan nieuwe ontwikkelingen. Er waren verschillende aanleidingen intensieve aandacht te besteden aan het landelijk gebied en het schrijven van deze notitie. Het Meerjarenplan dat aangeeft ook buiten de gebieden van de vereniging te kijken naar het landschap en de natuur en het betrekken van mensen daarbij. De herziening van het gemeenschappelijke landbouwbeleid, een hele nieuwe opzet van het agrarisch natuurbeheer en de wil van Natuurmonumenten om spreekbuis te zijn en zich intensiever te mengen in allerlei discussies. De districtscommissie Noord-Holland wilde een bredere en fundamenteler discussie voeren over de rol en opvattingen van Natuurmonumenten in het landelijk gebied. De voorliggende notitie geeft kaders voor het optreden van de vereniging in het landelijk gebied, een invulling van hetgeen in het meerjarenplan was voorgenomen. De heer Wams staat stil bij een aantal aandachtspunten die tijdens de aparte bijeenkomst over dit onderwerp de revue zijn gepasseerd. Te weten: Samenwerken staat, zonder altijd alles samen te doen of het altijd eens te zijn, voorop ook richting de landbouwsector. De vereniging zou meer kennis dienen te hebben over de landbouwtechnologie en bedrijfseconomie om goed in te kunnen spelen op kansen en bedreigingen.
Pagina
11 van 14
Natuurmonumenten is gebaat bij een realistische beeldvorming rond de landbouw zonder negatief te zijn. Landbouw als een grote, hoog technologische en grootschalige bedrijfstak, die soms meer op industrie lijkt. Een organisatie die spreekbuis wil zijn, dient stijlvariatie te ontwikkelen. Niet alle (ongewenste) ontwikkelingen hoeven meteen als groot probleem neergezet te worden. Ze kunnen bijvoorbeeld ook worden omschreven of als dilemma’s worden gepresenteerd. Het optreden in coalities gebeurt maar mag af en toe prominenter worden uitgedragen. Er blijven uiteraard situaties waarin Natuurmonumenten vanuit haarzelf spreekt. Het argument ‘landschap’ en het gevoel daarbij spreekt aan. Soms meer nog dan biodiversiteit of natuurwaarde. De vereniging dient pragmatisch en ondernemend te zijn. Arrangementen of proposities kunnen ontwikkeld worden waar landbouw, natuur en Natuurmonumenten voordeel bij hebben. De districtscommissies willen graag betrokken zijn bij keuzes en strategie, met name bij de prioritaire landschappen en de invulling daarvan. Maar ook bij het agrarisch natuurbeheer en de nieuwe collectieven. Dragend in de filosofie van de notitie, is het driezone beleid (natuurgebied, landbouwgebied en menggebied). Afgesproken is dit concept verder uit te werken in een bijeenkomst en met name de toepasbaarheid in het werk van Natuurmonumenten verder te verkennen. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij het verenigingssecretariaat.
Vervolgens zet de heer Wams het gedachtegoed rond het driezone beleid uiteen. Natuurgebied Echt natuurgebied heeft vaak veel water, de natuurwaarden staan voorop en het betreffen voornamelijk gebieden die vallen onder het nationaal natuurnetwerk (voorheen de ecologische hoofdstructuur) daar staat de natuurwaarde voorop. Dat wil niet zeggen dat het uitsluitend als natuurgebied te gebruiken is. Recreatief en daardoor economisch medegebruik is mogelijk maar zijn afgeleiden van het werken voor en aan de natuur. De beheerkosten worden veelal uit overheidssubsidies en door goede doelen gedekt. De (particulier) terreinbeheerders spelen hierbij de hoofdrol. Landbouwgebied Ook wel agrarische hoofdstructuur genoemd,. Productie staat hier voorop binnen een bepaalde landschappelijke en milieuhygiënische basiskwaliteit. Vormen van medegebruik zijn mogelijk, bijvoorbeeld het spelen van ‘boerengolf’. De rol van de vereniging is kritisch volgend, probleemagenderend en soms belanghebbend. Van deze productiezone gaat invloed uit in de richting van de andere zones, bijvoorbeeld door ammoniak en bestrijdingsmiddelen. Het is zoeken naar een betekenisvolle passende rol voor Natuurmonumenten. Opkomen voor het belang van de natuur en daar ook heldere uitspraken over doen. Tegelijk dient de Natuurmonumenten niet meer bemoeienis te hebben dan nodig is, het is tenslotte een productiezone. Daarnaast speelt de discussie rond de biologische landbouw. Dit wordt het meest bedreven in de Flevopolder, een op en top landbouwgebied. Hier is dus ondanks dat de agrarische productie voorop staat, ruimte voor duurzaamheid. Menggebied Maatschappelijke functies, landbouwproductie, natuur, recreatie en zorg, zijn nevengeschikt. Ondernemers halen hun inkomen uit hele verschillende activiteiten en er zijn gemengde geldstromen. De mengzone kan dienen als buffer voor het nabij gelegen natuurgebied. Dit menggebied is vaak een uitloper van de stad, heeft een hoge belevingswaarde en kan op dit vlak het natuurgebied ontzien. De rol van Natuurmonumenten kan zijn: regisseur, voorzitter,
Pagina
12 van 14 meedoener, eigenaar, spreekbuis, etc. Indeling in zones Het denken in zones is al eerder (bijvoorbeeld door de Provincie Gelderland) toegepast, is verdienstelijk en kan uitgewerkt worden op een wijze die past bij de werkzaamheden van de vereniging. Bij het toedelen van middelen dient rekening gehouden te worden met de functie van het gebied. Het onderkennen van interactie tussen de verschillende zones is belangrijk, zo kan een goed vormgegeven menggebied een natuurgebied ontlasten. Agrarisch natuurbeheer is het meest effectief indien het wordt bedreven in de omgeving van een natuurgebied. Dit omdat de positieve beïnvloeding over en weer kan plaatsvinden. Betrokkenheid NM bij landelijk gebied Het hele landelijke gebied is van belang voor natuur en landschap. De indeling in zones is bedoeld om de impact in te schatten. Natuurmonumenten is hoofdrolspeler in de natuurzone, samenwerkingspartner in de mengzone en kritisch volger in de landbouwzone. Er is een proces gaande rond prioritaire landschappen, dit staat in het Meerjarenplan. De regio’s zijn bezig deze in kaart te brengen en een strategie (rol, toon, samenwerking, etc.) vorm te geven. Een ander onderwerp zijn de collectieven in het agrarisch natuurbeheer. Hier liggen kansen maar de vereniging dient goed in te schatten wat behapbaar is. In een aantal kansrijke gevallen worden pilots opgestart om te kijken wat het kost en wat het oplevert. Rond het opzetten van het nieuwe agrarische natuurbeheer zijn wel zorgen geuit. Natuurorganisaties zijn bang dat er te veel gekeken wordt naar financiën, structuur, etc. en dat de inhoud, de natuur, het laatste aan bod komt. Naast agrariërs zijn er ook andere bewoners in het buitengebied, dit dient niet vergeten te worden. Deze personen kunnen vaak tot de achterban van de vereniging gerekend worden, waardoor extra aandacht voor deze groep op zijn plaats is. Tot slot geeft de heer Wams aan dat de aanvullende (inhoudelijke) opmerkingen die vanuit de verenigingsraad zijn aangedragen in de notitie worden verwerkt. Daarnaast wordt het driezone beleid verder uitgewerkt in een aparte bijeenkomst. Vanuit de raad wordt aangegeven dat de notitie gefocust is op de landbouw, de agrarische componenten en wat daarmee aan de hand is. De andere aspecten die zich ook in het landschap voordoen in het kader van beleving worden gemist. Het gaat om verrommeling, de effecten van de infrastructuur en de ruimtelijke ordening. Denk bijvoorbeeld aan de discussie rond vliegbasis Twente. De heer Wams antwoordt dat gezien het prominente spanningsveld en het percentage dat de landbouw inneemt in het landelijk gebied, het begrijpelijk is dat de discussie daar vaak omdraait. Hij is het ermee eens dat in de notitie ook een passage gewijd dient te worden aan de andere aspecten. Met betrekking tot de intensieve landbouw wordt gevraagd of in Den Haag gelobbyd wordt tegen van het gebruik van bepaalde zeer schadelijke middelen. Middelen waarvan het gebruik in het buitenland al verboden is. De heer Wams antwoordt dat dit een onderwerp is dat de vereniging oppakt in samenwerking met andere organisaties. Dit is een onderwerp dat zich bevindt op de grens van de in de notitie gepresenteerde strategie. Aan de ene kant wil Natuurmonumenten zich niet opstellen als een partij die de moderne intensieve landbouw de les leest. Aan de andere kant wil de vereniging opkomen voor de natuur, indien er aantoonbaar negatieve effecten optreden door de landbouw. Het is een dunne lijn waarbij het vaak gaat om de manier waarop dingen gezegd worden. Gevraagd wordt verder naar de status van de notitie. De heer Wams antwoordt dat de notitie de huidige manier van denken binnen de vereniging over de verhouding van Natuurmonumenten tot het landelijk gebied, vastlegt. In de loop van de tijd kan de notitie worden aangepast aan veranderende inzichten. Gewezen wordt op het positief - actief betrokken zijn bij controle op de uitvoering van vastgestelde regels door ‘ogen’ te zijn in het veld. Tot slot wordt opgemerkt dat de inhoud van
Pagina
13 van 14 de notitie zich leent om voor de Provinciale Staten verkiezingen (2015) suggesties te doen voor de partijprogramma’s. De heer Van den Tweel zet uiteen dat er gezocht wordt naar nieuwe manieren om de verkiezingsprogramma’s effectief te beïnvloeden. Daarom is tijdens de gemeenteraadsverkiezingen 2014 ervoor gekozen achteraf concrete handvatten aan te reiken. De gedane suggestie wordt meegenomen in de verdere zoektocht naar nieuwe wegen rond de beïnvloeding van verkiezingsprogramma’s. De notitie ‘Natuurmonumenten en het landelijk gebied’ beoogt het geven van kaders met betrekking tot het optreden van Natuurmonumenten in het landelijk gebied. Een ‘levend’ document dat in de loop van de tijd, door nieuwe inzichten, kan worden aangepast. De notitie wordt, met in acht name van de geplaatste opmerkingen, door de verenigingsraad vastgesteld. Het driezone beleid, te weten: natuurgebied, landbouwgebied en mengzone, is de drager van deze notitie. In een aparte bijeenkomst wordt dit concept verder uitgewerkt waarbij met name gekeken wordt naar het schaalniveau en de toepasbaarheid voor de werkzaamheden van de vereniging. Verenigingsraadsleden die hieraan een bijdrage willen leveren, kunnen zich melden bij het verenigingssecretariaat.
7. Cultureel erfgoed bij Natuurmonumenten De heer Wams zet uiteen dat er evaluaties zijn gehouden rond cultuurhistorie en archeologie. Uit de evaluatie cultuurhistorie kwamen twee punten van zorg naar voren. Te weten: de vastlegging van gegevens en het achterstallige onderhoud van landschapselementen. Deze punten zijn opgenomen in de voorliggende notitie over het cultureel erfgoed bij Natuurmonumenten. Daarnaast bevat de notitie de hoofdlijnen van het uitvoeringplan 2014 – 2020 en een overzicht van de acties die voortvloeien uit de aanbevelingen die gedaan zijn op grond van de evaluaties cultuurhistorie en archeologie. Deze notitie is ter kennisneming. Door mevrouw Van Lochem, adviseur cultuurhistorie, landschap en cultuurhistorische gebouwen, wordt vervolgens op geanimeerde wijze het cultureel erfgoed bij Natuurmonumenten en de wijze waarop hier in de praktijk mee wordt opgegaan, gepresenteerd.
8. Verenigingszaken 1. Samenstelling vertrouwenscommissie De verenigingsraad benoemd de heer Kortekaas (Utrecht) tot lid van de vertrouwenscommissie. 2. Themaoverleg terugblik en nieuw onderwerp Er worden geen opmerkingen gemaakt over het onlangs gehouden themaoverleg Natuurlijk investeren in vrijwilligers!’. Als nieuw onderwerp voor het komend themaoverleg (februari 2015) wordt gekozen voor Flora en Fauna en klimaatverandering in relatie tot de statutaire doelstellingen van Natuurmonumenten. De drs. M.L. Kortekaas (voorzitter Utrecht) wordt benoemd tot lid van de vertrouwenscommissie.
Pagina
14 van 14 De verenigingsraad besluit het onderwerp ‘Flora en Fauna en klimaatverandering in relatie tot de statutaire doelstellingen van Natuurmonumenten’ te kiezen voor het komende themaoverleg in februari 2015. Verenigingsraadsleden die betrokken willen worden bij de voorbereiding van dit themaoverleg, kunnen zich melden bij het verenigingssecretariaat.
9. Rondvraag en sluiting De verenigingsraad neemt afscheid van de heer Koster, directeur financiën en bedrijfsvoering. Hij wordt in dit kader toegesproken door de verenigingsraadsleden Quinten de Wijn (ZuidHolland), Margriet Pel (Amsterdam) en Bert Groen (Drenthe). De voorzitter, de heer Wijers, neemt vervolgens afscheid van de heren De la Chambre, Stoffels (Noord-Holland) en Van Sprang (voorzitter Noord-Holland), zijn vandaag voor het laatst aanwezig. De heer Wever (Overijssel) vraagt aandacht voor de vergaderlocatie. Hij vindt Antropia een lastige locatie gezien de extra overstap die voor treinreizigers nodig is om station Driebergen te bereiken en vraagt of het mogelijk is om op een centralere plek te vergaderen. Toe wordt gezegd dat er gekeken wordt naar alternatieven. Tot slot sluit de voorzitter, de heer Wijers, de vergadering.