De Noordzeegarnalen (Crangon crangon) visserij Managementplan voor de garnalenvisserij 10 februari 2011 De Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) heeft ten behoeve van de verduurzaming van de garnalenvisserij het volgende managementplan vastgesteld:
1
AMBITIE
De Noordzeegarnalen (C. crangon) visserij zal: 1. een productieve en duurzaam beheerde populatie van Noordzeegarnalen bevorderen en in stand houden; 2. de invloed van de garnalenvisserij op habitat en het ecosysteem van de garnaal en de daarin aanwezige natuurlijke soorten zoveel mogelijk beperken; 3.
a. goede verhoudingen tussen belangenhouders in de garnalenvisserij bewerkstelligen en in stand houden; b. een goede samenwerking met de beheerder onderhouden; en c. toezien op de naleving van de regelgeving in dit managementplan.
2
DOELEN
Een ecologisch verantwoorde en duurzame visserij met erkend beperkte effecten op de doelsoort, de Noordzeegarnaal Crangon crangon en het habitat en mariene ecosysteem van de doelsoort;
3
DEFINITIES
In dit managementplan wordt begrepen onder: AID Beheerder Belangenhouders
Bijvangst Bureau Crangonfonds
CVO Deelnemer
Algemene Inspectie Dienst, die werkt voor de beheerder. Het Nederlandse departement met eindverantwoordelijkheid voor visserijbeheer, te weten EL&I. Groep van belangenhouders die als zodanig erkend zijn door de CVO. De erkende belangenhouders zijn PVis, Vebega, Min. EL&I, Stichting De Noordzee, Waddenvereniging en WWF. De CVO kan te allen tijde deze lijst aanpassen. Alle levende organismen in de vangst anders dan maatse Crangon crangon. Secretariaat van de CVO. Fonds opgericht voor de lopende financiering van het beheer van dit managementplan, de inspecties en van door de CVO besloten activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van dit managementplan. De Coöperatieve Visserij Organisatie, de MSCcertificaathouder. De CVO wordt gevormd door leden, zijnde PO’s. Ondertekenaar van dit managementplan met een vergunning voor de garnalenvisserij en mogelijk lid van een door een
1
Europese Lidstaat erkende producentenorganisatie die dit managementplan heeft ondertekend. Inspecteur Instantie die inspecties verricht in opdracht van de CVO. PO Door de Europese Lidstaat erkende producentenorganisatie van garnalenvissers en aldus geregistreerd bij de Europese Commissie. PVis Productschap Vis. Visserijdruk De verhouding tussen de jaarlijkse vangst en het bestand aan maatse garnaal (equivalent aan de visserijsterfte F). Website Website die beheerd wordt door de CVO waar achtergrondinformatie en actuele informatie met betrekking tot de verduurzaming van de garnalenvisserij wordt gepubliceerd. (www.crangon.nl) Wetenschappelijke autoriteit Wageningen UR Imares of een gelijkwaardige instantie.
4
REGELGEVING
Deelnemers voldoen aan alle nationale en internationale regelgeving op het gebied van de visserij.
5
DEELNAME AAN MANAGEMENTPLAN
Iedere deelnemer heeft dit managementplan ondertekend. Door ondertekening wordt de deelnemer gebonden aan de voorschriften van dit managementplan en de bijbehorende reglementen, waaronder het boetereglement. Alleen vissers met een geldige garnalenvergunning die in de Waddenzee en/of Noordzee vissen op het soort Crangon crangon, kunnen aan dit managementplan deelnemen. Deelnemers zijn lid van een producentenorganisatie die is aangesloten bij de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) en heeft het managementplan ondertekend. De producentenorganisaties die zijn aangesloten bij de CVO zijn verantwoordelijk voor het voldoen aan de relevante regelgeving in dit managementplan voor haar leden. Toetreding na de startdatum van het managementplan is uitsluitend toegestaan onder nondiscriminatoire en proportionele voorwaarden die door de CVO worden opgesteld. Deze voorwaarden hebben slechts als doel om te voorkomen dat men, ten opzichte van de huidige deelnemers, er onredelijk voordeel mee heeft om op een later moment toe te treden. Zie www.crangon.nl voor meer informatie over toetreding na de startdatum van het managementplan.
6
BESTANDSBEHEER
6.1
Weekendverbod en visserijtijden
De garnalenvisserij in Nederlandse wateren en in het Eemsgebied is gesloten van vrijdag 12:00 uur tot maandag 00:00 uur. De garnalenvisserij in niet-Nederlandse wateren exclusief het Eemsgebied is slechts toegestaan gedurende 9 (negen) etmalen per veertien (14) dagen. 2
6.2
Catch Control Rule UNDER CONSTRUCTION
Om het garnalenbestand van het soort Crangon crangon in de continentale Noordzee te beheren is met Denemarken en Duitsland de volgende beheermaatregel opgesteld. Als indicator voor de status van het bestand wordt de Landings Per Unit of Effort (LPUE) gemeten. De LPUE is de aanlanding in kilogrammen, inclusief ondermaatse garnalen, gedeeld door het aantal visuren. Elke vier weken zal een gemiddelde LPUE berekend worden op basis van de gegevens van 5 Deense, 30 Duitse en 35 Nederlandse aselect gekozen schepen. De vistijden worden telkens voor vier weken vastgesteld volgens het hieronder onderstaande systeem. Voor week 1 tot en met week 24 geldt:
Wanneer de gemiddelde LPUE > 25 is, is er geen gevaar voor het garnalenbestand en dus bestaan er geen restricties voor de vistijden van de garnalenvisserij. Wanneer de gemiddelde LPUE 17 < x ≤ 25 is, is er geen direct gevaar voor het garnalenbestand, maar is het gewenst dat het garnalenbestand toeneemt. Om die reden is de garnalenvisserij gelimiteerd tot maximaal 72 uur per week gemeten vanaf vertrek haven tot binnenkomst haven. Wanneer de gemiddelde LPUE ≤ 17 is, is er een gevaar voor het garnalenbestand. Om die reden is de garnalenvisserij gelimiteerd tot maximaal 24 uur per week gemeten vanaf vertrek haven tot binnenkomst haven. Voor week 25 tot en met 52 geldt:
Wanneer de gemiddelde LPUE > 40 is, is er geen gevaar voor het garnalenbestand en dus bestaan er geen restricties voor de vistijden van de garnalenvisserij. Wanneer de gemiddelde LPUE 27 < x ≤ 40 is, is er geen direct gevaar voor het garnalenbestand, maar is het gewenst wanneer het garnalenbestand toeneemt. Om die reden is de garnalenvisserij gelimiteerd tot maximaal 72 uur per week gemeten vanaf vertrek haven tot binnenkomst haven. Wanneer de gemiddelde LPUE ≤ 27 is, is er een gevaar voor het garnalenbestand. Om die reden is de garnalenvisserij gelimiteerd tot maximaal 24 uur per week gemeten vanaf vertrek haven tot binnenkomst haven.
Voor achtergrondinformatie over de beheermaatregel en datacollectie zie www.crangon.nl. 6.3
Handhaving
3
Artikel 6.1 wordt gecontroleerd door de AID in opdracht van de Beheerder. Artikel 6.2 wordt door de CVO gecontroleerd middels het logboek. 7
BIJVANGST
7.1
Garnalen
Om de hoeveelheid bijvangst van ondermaatse garnalen te beperken, zijn de volgende maatregelen ingevoerd. 7.1.1
Het maximumpercentage ziftsel is 15% voor elke aanlanding.
7.1.2 De zeef die gebruikt wordt voor het zeven op een geautoriseerde aanlandingsplaats is van het standaardtype zoals beschreven in de richtlijn “Code 2006: 190/57.8.1” van de Garnalen Advies Commissie, met een zeefwijdte van tenminste 6.8 mm. De zeef is voorzien van een vastgemonteerde kraker. 7.2
Niet-marktwaardige, levende organismen anders dan garnalen
Om de hoeveelheid niet-marktwaardige, levende bijvangst anders dan garnalen te beperken zijn de volgende maatregelen ingevoerd. 7.2.1 De minimummaaswijdte van een garnalennet is 20mm of “22mm met de knopen”, gestrekte maas. 7.2.2 Deelnemers gebruiken de zeeflap met een maaswijdte van maximaal 70 (zeventig) mm, conform de EU-verordening (EG) Nr. 850/98 met technische maatregelen. 7.2.3 De CVO spant zich in om samen met andere belanghebbenden verder te werken aan de ontwikkeling van alternatieven voor de zeeflap. Het vissen zonder zeeflap kan door de CVO alleen worden toegestaan wanneer een alternatieve techniek wordt toegepast, waarvan met onderzoek door een wetenschappelijke autoriteit is aangetoond dat de gebruikte techniek leidt tot minimaal eenzelfde niveau van bijvangstreductie als de zeeflap. Voor meer informatie over de ontwikkeling van alternatieven zie www.crangon.nl. 7.2.4 Ontheffing voor het gebruik van de zeeflap kan alleen door de CVO aan deelnemers worden verleend wanneer voor een bepaalde periode minstens 10 ontheffingsaanvragen worden ingediend. De ontheffing zal steeds voor maximaal twee weken verleend worden en geldt voor alle deelnemers. De totale duur van de ontheffingen kan niet meer dan acht weken zijn in het eerste jaar na inwerkingtreding van dit managementplan. Een formulier voor de ontheffingsaanvraag kan worden gedownload op www.crangon.nl. 7.2.5 De ontheffingsregeling voor het gebruik van de zeeflap in artikel 7.2.4 wordt in een periode van drie jaar vanaf het in werking treden van dit managementplan afgebouwd. De maximale duur van de ontheffing per jaar bedraagt: 2011: 2012: 2013:
8 weken 4 weken 4 weken
Vanaf het vierde jaar van dit managementplan is ontheffing van het gebruik van de zeeflap niet meer mogelijk. De visserij stelt zich ten doel de bijvangst die aan boord wordt gebracht zoveel mogelijk levend in zee terug te zetten. Om de vitaliteit van de bijvangst te maximaliseren worden de volgende maatregelen geïmplementeerd. 4
7.2.6 Deelnemers dienen hun vangst te sorteren met een CVO erkende spoel/sorteermachine in combinatie met een erkende gebruiksomschrijving. De gebruiksomschrijving is schriftelijk vastgelegd en omvat details van de verwerking van de vangst in termen van tijd en handelingen. De omschrijving moet bekend zijn tijdens inspecties van het schip. Het is verboden om aanpassingen aan de sorteerapparatuur aan te brengen die de werking van de apparatuur kunnen belemmeren. Onder dit verbod vallen zowel aanpassingen van de sorteermachine zelf als de toevoeging van materialen. Zie www.crangon.nl voor meer informatie. 7.2.7 De sector stelt jaarlijkse aanmoedigingsprijzen in voor initiatieven die tot verdere bijvangstvermindering leiden.
7.3
Datacollectie
7.3.1 Per 1 december 2009 vindt er een doorlopende registratie plaats van de ziftselpercentages van alle aanlandingen van de deelnemers. Voor meer informatie zie www.crangon.nl. 7.3.2 In het kader van de Data Collectie Regeling doet de wetenschappelijke autoriteit jaarlijks nulmetingen van het gemiddelde volumepercentage van (niet-overlevende) bijvangst per haal. Voor meer informatie over de Data Collectie Regeling en haar resultaten zie www.crangon.nl . 7.3.3 Aanvullend op artikel 7.3.2 worden de bijvangstniveaus geregistreerd door de deelnemers. Voor meer informatie zie www.crangon.nl. 7.4
Handhaving
7.4.1 De CVO is verantwoordelijk voor het wegen van het ziftsel en de elektronische registratie. Dit zal routinematig gebeuren op een standaardwijze die door de CVO is aanvaard. Het zeven en wegen wordt routinematig door de inspecteur geverifieerd. Vanaf 31 januari 2011 doet de inspecteur op onregelmatige tijden al dan niet aangekondigd inspecties op de zeeflocaties. Op www.crangon.nl staan de bepalingen waarop de inspecteur controleert. 7.4.2 Artikelen 7.2.1 tot en met 7.2.6 worden vanaf 31 januari 2011 gecontroleerd door de inspecteur. Rapportages van de inspecteur zijn te downloaden van www.crangon.nl.
8
MET UITSTERVING BEDREIGDE SOORTEN
De visserij stelt zich ten doel geen significante impact te hebben op met uitsterving bedreigde soorten in Waddenzee en Noordzee. Om dit te kunnen bewerkstelligen, houden deelnemers zich aan het volgende voorschrift. Deelnemers hebben een lijst aan boord met daarop met uitsterving bedreigde soorten in de Waddenzee en Noordzee. Wanneer een deelnemer een met uitsterving bedreigde soort opvist, wordt hij geacht te noteren welk soort dit is en dit door te geven aan zijn PO. Daarnaast dient de deelnemer er zorg voor te dragen om het soort levend terug in de zee te plaatsen. De inspecteur ziet toe op de naleving door de deelnemers. Voor meer informatie over artikel 8 zie www.crangon.nl. 5
9
HABITAT EN ECOSYSTEEM
9.1
Gesloten gebieden
Er zijn gebieden op grond van de wet gesloten voor de garnalenvisserij. Deze gebieden staan vermeld op www.crangon.nl. De CVO zal toezien op effectieve handhaving van deze regelgeving. Zie www.crangon.nl voor een toelichting.
9.2
Capaciteit van de vaartuigen
Vaartuigen met een garnalenvergunning hebben een wettelijk bepaald maximummotorvermogen van 221Kw (300pk) op de schroef. Naleving en controle van deze regel gebeurt conform de bepalingen in het “convenant motorvermogen”. Het is de ambitie van de CVO dat er binnen twee jaar na MSC-certificering een systeem van permanente monitoring komt, ter ondersteuning van de handhaving van het maximummotorvermogen. Voor actuele informatie zie www.crangon.nl.
9.3
Vistuigen en nieuwe vistechnieken
Deelnemers gebruiken een vistuig zoals omschreven in de vergunning. Daarbij mogen zij slechts een bodemtuig gebruiken waarbij de kuil wordt voorafgegaan door alleen een zogenaamde klossenpees bestaande uit rubberen klossen. Wanneer een deelnemer een nieuwe vistechniek wil toepassen die volgens de CVO leidt tot een grotere aantasting van habitat en ecosysteem en/of tot een hogere bijvangst dan de bestaande technieken (boomkortuig met klossenpees) bij een bepaald aantal visuren, dan kan hij/zij alleen blijven deelnemen aan dit managementplan wanneer het aantal visuren wordt gereduceerd opdat de impact op habitat, ecosysteem en bijvangst onveranderd blijft. Wanneer een deelnemer een alternatieve vistechniek wil toepassen die aantoonbaar leidt tot minder aantasting van habitat en ecosysteem en/of tot een lagere bijvangst dan de bestaande technieken conform art. 7.2.3., zal de CVO zich inspannen om deze techniek zo spoedig mogelijk voor alle deelnemers te introduceren.
9.4
Datacollectie
In het kader van de Natuurbeschermingswetvergunning (NB-wetvergunning) wordt er in 2011 gestart met een onderzoek naar de impact van de garnalenvisserij op habitat en ecosysteem. Voor meer informatie zie www.crangon.nl.
10
AANLANDING
Aanlanding van de vangst vindt slechts plaats op zeefstations, die inspectie te allen tijde toelaat. Aanlandingen zijn onderhevig aan regelmatige verifiëring door de inspecteur. Rapportages van de inspecteur zijn te downloaden van www.crangon.nl.
6
11
WEBSITE
Het Bureau is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens en het behoorlijk functioneren en beschikbaar stellen van www.crangon.nl. De website is vrij toegankelijk voor alle deelnemers en andere belangenhouders en wordt beheerd door de CVO.
12
NALEVING EN INSPECTIES
De CVO zal inspecteurs aanwijzen voor de noodzakelijke controle voor een afdoende uitvoering van dit managementplan. De contactgegevens van de inspecteurs zijn beschikbaar op www.crangon.nl. Deelnemers zullen allen toezien op naleving van de afspraken in dit managementplan. Naleving door deelnemers van alle afspraken in dit managementplan wordt bevestigd door tenminste regelmatige rapportage van inspecteurs. Deelnemers aanvaarden tevens onregelmatige en/of onaangekondigde inspecties van naleving door de inspecteurs. Inspectierapporten worden binnen twee weken na ontvangst door de CVO beoordeeld. Sanctionering geschiedt middels de bepalingen van het Boetereglement. Het Boetereglement is te downloaden van www.crangon.nl.
13
EVALUATIE
Dit managementplan wordt tenminste jaarlijks geëvalueerd door de CVO, in overleg met vertegenwoordigers van de POs en de belangenhouders. De CVO kan vervolgens wijzigingen in dit managementplan aanvaarden, op eigen initiatief en naar aanleiding van de evaluatie. Indien daar voldoende aanleiding toe bestaat, ter beoordeling van de CVO, kan tot een tussentijdse evaluatie van dit managementplan worden besloten.
14
BESTUUR
Dit managementplan wordt bestuurd door de CVO. Voor een behoorlijke toepassing en uitvoering van het managementplan worden tenminste een gezamenlijk bestuur en een Bureau ingesteld. Het adres en de contactgegevens van de CVO zijn:
Coöperatieve Visserij Organisatie Onder de Toren 30 8303 BV Emmeloord 0527-698151 7
[email protected]
Met de ondertekening van dit managementplan machtigt de vergunninghouder de PO en de CVO om dit managementplan namens haar/hem uit te voeren.
15
KOSTEN
De kosten voor deelnemers aan dit managementplan worden jaarlijks vastgesteld door de CVO, naar rato van de aanlandingen. Voor het jaar 2011 is de heffing vastgesteld op € 0,00 per kg. Deelnemers die na de full assessment willen meedoen aan het managementplan, dienen aan CVO een door CVO vast te stellen vergoeding te betalen op basis waarvan zij een proportioneel deel van de kosten van dit managementplan in ruime zin voor hun rekening nemen. De hoogte van de vergoeding zal door CVO worden vastgesteld op basis van objectieve, non-discriminatoire en proportionele regels. Voor meer informatie zie www.crangon.nl.
16
COMMUNICATIE
De website www.crangon.nl vormt de algemene informatiebron voor dit managementplan. Deze website dient ter ondersteuning van het managementplan en is vrij toegankelijk. Een elektronisch exemplaar wordt jaarlijks aan alle deelnemers toegezonden.
8