1
Eindverslag
Project Brandstofbesparing voor de garnalenvisserij Een project van Vissersvereniging Hulp in Nood, gefinancierd uit de regeling ‘duurzame ontwikkeling van visserijgemeenschappen’ door het Europees Visserijfonds, Rijk en Provincie Groningen
Startdatum: 1 juni 2011 Einddatum: 31 maart 2014
2 INHOUD
Inleiding
3
Doelstelling van het project
4
Conclusie
5
Inhoudelijk verslag
6
Samenvatting clusters
11
Projectorganisatie
12
Samenstelling bestuur
14
Financiële verantwoording
15
Uitdagingen
16
Bijlage – vertrouwelijk verslag van de diverse clusters
18
3 Inleiding Vissersvereniging Hulp in Nood is opgericht in 1884 in Zoutkamp en daarmee de oudste vissersvereniging van Nederland. Het merendeel van de omstreeks 55 leden van Hulp in Nood zijn garnalenvisser komende uit Groningen, Friesland en Noord Holland. Een groot deel van deze leden heeft Lauwersoog als thuishaven, een aantal Harlingen of Den Oever. De brandstof (diesel) die wordt gebruikt aan boord bij het vissen is een belangrijke kostenpost aan boord. De brandstofprijzen laten al jaren een opgaande trend zien terwijl de prijzen die vissers krijgen voor hun garnalen enorm sterk fluctueren. Ten tijde van de subsidieaanvraag in 2011 had de garnalenvisserij al een aantal jaren te maken met hoge lasten en grote druk om veel te vissen om de noodzakelijk inkomsten te genereren. Tijdens de looptijd van het project was het jaar 2011 een financieel dieptepunt voor veel garnalenvisserijbedrijven. De jaren 2012 en 2013 waren financieel positiever als gevolg van minder en beter verspreide aanvoer, over het jaar, van garnalen en daardoor een gemiddeld hogere kiloprijs voor de garnalen. De brandstofprijs echter bleef hoog en werd niet lager gedurende deze drie projectjaren. De opgaande trend van de brandstofprijs zet zich onverminderd voort. Begin 2011 heeft Vissersvereniging Hulp in Nood twee subsidie aanvragen ingediend en in beide gevallen de subsidie toegewezen gekregen in de regeling ‘duurzame ontwikkeling van visserijgemeenschappen’. Dit verslag gaat over het project ‘Brandstofbesparing voor de garnalenvloot’
4 Doelstelling van het project De leden van vissersvereniging Hulp in Nood willen naar een economisch duurzame bedrijfsvoering. Een van de stappen die daartoe kan en moet worden gezet, is het realiseren van brandstofbesparing. Het besparen van brandstof kan gerealiseerd worden middels her-motorisering en / of overstappen naar andere vormen van voorstuwing zoals LNG, waterstof of dieselelektrisch. Dit vraagt om grote investeringen en is daarom een lange termijn aanpak. De basis (meten is weten) voor dit lange termijn traject wordt onderzocht in het project ‘Duurzame Energie in de garnalenvisserij’. Ook een project van Vissersvereniging Hulp in Nood – gedurende de periode 2011-2014. Doel van het project besproken in dit verslag is om vooral brandstofbesparing te realiseren op korte termijn. Een ander doel van dit project is om het innoverend vermogen van de visserijgemeenschap te versterken door samenwerking. Door middel van brainstormbijeenkomsten wordt kennis gedeeld en worden ideeën gezamenlijk ontwikkeld met collega-vissers en toeleveranciers. De inhoudelijke focus van het project ligt bij het ontwikkelen, delen en implementeren van kennis over technieken die tot brandstofbesparing op de korte termijn leiden. In het projectplan zijn bij aanvang drie clusters benoemd waar kansen voor brandstof besparende innovaties en maatregelen liggen: cluster 1: aanpassing aan de motor/aandrijving; cluster 2: aanpassingen aan het tuig; cluster 3: andere toepassingen aan boord zoals kookpotten en lieren. Het projectplan voorzag in een procesmatige aanpak om de doelstelling te bereiken. Het idee was dat in brainstormsessies ideeën naar boven zouden komen die gezamenlijk tot uitvoering worden gebracht. Al doende zouden de vissers ervaren welke voordelen aan samenwerking zitten. Deze aanpak bleek goed te werken. Resultaten uit dit project en uit het project ‘Duurzame Energie in de garnalenvisserij’ zullen over en weer gedeeld worden binnen de projecten daar deze twee projecten onderling verband houden.
5 Conclusie Een conclusie voor dit project moet voortkomen uit de vraag: Zijn de doelstellingen, zoals bij aanvang neergezet, behaald? De eerste doelstelling van dit project is om brandstofbesparing te realiseren op korte termijn. Deze doelstelling is behaald, al was het niet helemaal volgens de route als voorzien binnen het project. Een toelichting: Vanuit de brainstormsessies zijn een aantal deelprojecten gestart. Hiervan hebben een aantal de testfase gehaald met prototypes en testopstellingen. Een prototype heeft helaas de testfase nog niet gehaald omdat ze nog niet klaar is. Alle prototypes en testopstellingen zijn na testen afgekeurd door de vissers voor verder uitrollen: Een prototype is na het testen voor garnalenvisserij de ontwikkelfase weer ingegaan maar voor ander gebruik, namelijk in de platvis. Een testopstelling is afgekeurd vanwege praktische bezwaren (te groot voor bestaande kotters) Een testopstelling is afgekeurd vanwege financiële bezwaren (te grote investering versus terugverdientijd) Daadwerkelijk meetbare resultaten ten opzichte van brandstofbesparing middels de prototypes/uitvindingen ontwikkelt in dit project zijn daarom niet vastgesteld en/of gerapporteerd. Waarom is de conclusie dan dat de doelstelling ‘ Brandstofbesparing op korte termijn’ is behaald? Dat komt mede door de andere doelstelling: Een ander doel van dit project is namelijk om het innoverend vermogen van de visserijgemeenschap te versterken door samenwerking. Toelichting: Een flink aantal vissers zijn door dit project en zeker door de brainstormsessies met elkaar in contact gekomen en geïnspireerd geraakt. Bovendien heeft men (vissers en toeleveranciers) met elkaar kennis gedeeld over innovatieve producten die recent op de markt zijn gekomen: o.a. pulskor, seewing en sumwing, evenals de diverse kookpotten en soorten netwerk. Er zijn veel ontwikkelingen op dit gebied en het is mede te danken aan de toeleveranciers dat er zo veel informatie beschikbaar was voor de vissers tijdens de brainstormsessies en bedrijfsbezoeken. Ook zijn diverse vissers zich meer bewust geworden van hun brandstofgebruik, dankzij dit project. Samen in gesprek gaan met je collega’s heeft bovendien tot gevolg dat diverse vissers nu makkelijker ervaringen durven uit te wisselen of dingen durven te vragen bij elkaar en bij toeleveranciers. Diverse deelnemers (vissers) hebben inmiddels rolsloffen aangeschaft, buiten dit project om, vanwege de brandstofbesparing op korte termijn. Een aantal deelnemers (vissers) zijn in andere subsidieprojecten gestapt voor aanschaf van de seewing, ook een brandstofbesparende vinding. Allemaal een indirect positief gevolg van dit project.
6 Inhoudelijk verslag De aanpak van het project bestaat uit een aantal fases: Fase 1: opstartfase Fase 2 : projectfase Fase 3: testfase Fase 4: uitrolfase Fase 5: eindfase
Opstartfase: In juni 2011 wordt de projectcoördinator Mirjam van Bergen (Adviesbureau Mirjam van Bergen) aangetrokken om de volgende stappen uit te voeren: - inventarisatie van welke vissers aan welk aandachtsgebied (cluster) willen werken; - inventarisatie leveranciers en andere bedrijven; - opstart procesmatige begeleiding door proces coördinator; - huur kantoor, projectruimte voor kantoor, vergadercentrum, ontmoetingsplek; - inventarisatie welke kennis nodig is, aanbod en vraag kennisinstellingen; - brainstormsessies organiseren. Kantoorruimte wordt gehuurd evenals projectruimte voor de brainstormsessies (max. 8 personen). Zowel de kantoor- als projectruimte bevinden zich op de tweede verdieping van de Visafslag Lauwersoog. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van de multifunctionele ruimte voor bijeenkomsten op dezelfde verdieping in hetzelfde gebouw. In de zomer van 2011 heeft de projectcoördinator tevens contacten gelegd met kennisinstellingen. Er zijn verschillende gesprekken gevoerd met programmamanagers van het Kenniscentrum Energie van de Hanzehogeschool Groningen. Ook zijn gesprekken gevoerd met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. In juli en augustus 2011 heeft de projectcoördinator contact gelegd met Dirk Jan Hummel van Syntens en Hendrik Jan Boer van NL Octrooicentrum om meer informatie te krijgen over hoe je moet omgaan met het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe technische kennis en het spanningsveld tussen het delen van kennis, individueel versus gezamenlijk eigendom van kennis en bescherming van die kennis.
7 Het opstarten van het project richting leden vindt plaats op 16 september 2011. In een vergadering van de leden van Hulp in Nood werd de aftrap van het project verricht. De projectcoördinator gaf een presentatie van het project brandstofbesparing. Er werd een inventarisatie gemaakt welke ideeën er leefden over het onderwerp en welke vissers belangstelling hadden om aan een of meerdere clusters dan wel specifieke deelonderwerpen een bijdrage te leveren. Om brandstofbesparing te kunnen meten is het nodig om brandstof-verbruiksmeters aan boord te installeren. Een groot aantal leden van Hulp in Nood kan haar brandstofverbruik niet nauwkeurig aflezen. (Bij benadering door bunkernota’s). De aanschaf van deze meters is ook van belang voor het andere Hulp in Nood project: Duurzame energie in de garnalenvisserij. Daarna werd het andere project van vissersvereniging Hulp in Nood, duurzame energie, verder gepresenteerd aan de leden. Projectfase Tijdens de startbijeenkomst zijn een flink aantal ideeën geïnventariseerd. Vervolgens worden brainstorm sessies georganiseerd met de verschillende clusters als thema: Cluster 1: motoren en aandrijving Cluster 2: vistuig, sloffen, klossen en netwerk Cluster 3: andere toepassingen aan boord De inspiratie voor de brainstormsessies kwam van de vissers zelf, terwijl de door de vissers uitgenodigde toeleveranciers nuttig bleken te zijn in het aandragen van hun kennis. Zij bleken ook bereid om een eigen bijdrage in uren te leveren omdat zij het project een warm hart toedragen. Deze brainstorm sessie worden vervolgd door bijeenkomsten waarin de deelnemende vissers ideeën verder uitwerken.
8 Overzicht van bijeenkomsten 2011-2014 Bijeenkomst
Fase project
Onderwerp
Proces
vissers
Uren
Opstartfase Startfase Startfase
Cluster 1, 2, 3 3 3
16 09 2011 07 10 2011 04 11 2011
Bekendmaken project Restwarmte – kookketel Restwarmte – kookketel
28 10 6
35 20 6
11 11 2011 18 11 2011
Startfase Startfase
1 2
7 2
112 4
25 11 2011 02 12 2011 Totaal 2011 13 01 2012
Startfase Startfase
2 3
Voortstuwing Netten, tuig, sloffen, klossen Pulskor Restwarmte – kookketel
Informeren Brainstorm e Brainstorm 2 keer Oriëntatie Brainstorm Oriëntatie Uitwerking opties
8 2
24 3,5
Startfase
2
Orientatie
11
33
20 01 2012
Projectfase
2
Brainstorm
20
60
16 03 2012 23 03 2012 06 04 2012
Projectfase Projectfase Projectfase
2 1,2,3 2, 3
Feedback Terugkoppeling Uitwerking ideeën
4 30 13
4 15 39
20 07 2012
Testtfase
3
8
24
27 02 2012
Projectfase
2
Metingen doorspreken Orientatie
7
21
03 08 2012
Projectfase
2
Brainstorm
6
18
07 09 2012 12 10 2012 Totaal 2012 01 03 2013 06 09 2013
Projectfase Testfase
3 3
Uitwerking opties Proefopstelling
2 4
5 12
projectfase eindfase
1,2,3 1,2,3
28 02 2014
eindfase
1,2,3
Totale uren
204,5 Netten, tuig, sloffen, klossen Netten, tuig, sloffen, klossen Klossen Presentatie Netten, tuig, sloffen, klossen Restwarmte - kookketel Netten, tuig, sloffen, klossen Netten, tuig, sloffen, klossen Restwarmte kookketel Restwarmte - kookketel
231 ALV Aankondiging BVM ALV Aankondiging afronding ALV Aankondiging afronding
Informeren informeren informeren
De inhoud van de drie clusters, de ideeën en projecten plus bevindingen bij het testen staan beschreven in de samenvatting, verderop in dit verslag, en in de vertrouwelijke bijlage van dit verslag.
9 Testfase Een aantal prototypes voortvloeiend uit cluster 2 en 3 en de projectfase zijn getest door de deelnemende vissers en door toeleveranciers. Hierover meer in de vertrouwelijke bijlage van dit verslag. Bij het testen van prototypes vielen de vangsten van garnalen zo verschrikkelijk tegen dat de vissers niet verder wilden testen met het prototype. Dit vanwege verlies van inkomsten. Het is van belang om ons te realiseren dat het testen de vissers geld kost. Wettelijk gezien mag de garnalenvisser vissen tot vrijdagmiddag 12 uur en vanaf maandagochtend 00 uur. Het testen van prototypes gaat dus ten koste van normale vistijd (het zogenaamde visverlet) en kost het visserijbedrijf veel geld (brandstof, bemanning, proviand, etc). Dit visverlet is niet vergoed binnen dit project en bij tegenvallende testresultaten (= vangsten) is het moeilijk om de betreffende visser te blijven motiveren om door te gaan met testvissen. Inzet kennisinstellingen: De inzet van kennisinstellingen is anders verlopen dan wij bij het opzetten van het project hadden gedacht. Wij hadden gedacht dat in de brainstormfase er een actieve begeleiding van de Hanzehogeschool nuttig zou kunnen zijn. Er zijn diverse gesprekken gevoerd met het kenniscentrum Energie van de Hanzehogeschool. Zij bleken in de eerste fase van het project, geen actieve rol te kunnen of willen spelen in het project. In de testfase waren de vissers meer gericht op het praktische deel van het gebruik van de prototypes. Een doorreken- en onderzoekvraag was niet aanwezig waardoor de rol van de Hanzehogeschool Groningen volledig overbodig bleek. Wel is het Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek (ILVO) bij een van de thema’s actief betrokken. In de ontwikkelfase is een van de ideeën uit cluster 2 (netten, tuig, klossen en sloffen) getest in de ‘flumetank’ van Boulogne (Frankrijk) onder begeleiding van het ILVO. Uitrolfase Na het testen van de prototypes door de leveranciers en vissers zelf bleek dat geen van de gemaakte en gebruikte prototypes voldoende doorontwikkeld waren om (al) uitgerold te worden over de vloot. De ideeën die ontwikkeld en getest zijn binnen dit project hebben voldoende potentie. Echter binnen dit project is niet voldoende tijd beschikbaar om deze prototypes verder te ontwikkelen en te testen tot er bruikbare nieuwe systemen / materiaal ontstaat dat door vissers kan worden aangeschaft en gebruikt. Dat wil overigens niet zeggen dat de ontwikkeling stil staat. Een aantal vissers en leveranciers zijn actief in verdere ontwikkeling van de opgedane ervaring met een prototype en testopstelling voortvloeiend uit dit project.
10 Eindfase Zoals ook al aan de orde gekomen in de uitrolfase is gebleken dat de innovatieve onderdelen en ideeën voortvloeiend uit dit project binnen dit project niet voldoende tijd hebben om volledig te worden uitontwikkeld en getest om er bruikbare (implementeerbare) systemen van te maken voor de rest van de vloot. Momenteel zijn nog een aantal vissers en leveranciers actief bezig met het verder ontwikkelen van deze systemen buiten dit project om. De prototypes die gebruikt zijn bleken niet te voldoen aan de verwachting van de vissers. Deze prototypes zijn eigendom van Hulp in Nood, liggen nu in opslag en zullen uiteindelijk worden vernietigd. Er is niemand die er mee kan of wil werken. In de vertrouwelijke bijlage over de drie clusters vindt u foto’s van het gebruikte materiaal. Onderdeel van de eindfase is ook het administratieve deel van het project. Hierover meer in het onderdeel projectorganisatie en de financiële verantwoording. De eindfase is pas compleet afgerond wanneer het verzoek om vaststelling van het subsidieproject is goedgekeurd.
11 Samenvatting clusters Zoals eerder aangegeven is er gewerkt vanuit drie clusters: Cluster 1: motoren en aandrijving Cluster 2: vistuig en netten Cluster 3: toepassingen aan boord De diverse clusters komen in de vertrouwelijke bijlage uitgebreid aan bod doch hierbij een samenvatting. Cluster 1; Vanwege de doelstelling om op korte termijn brandstofbesparing te genereren startte dit cluster met onderzoeken wat er verbeterd zou kunnen worden aan reeds bestaande vindingen / verbeteringen op het gebied van voortstuwing (bijvoorbeeld straalbuizen). Al snel kwamen de vissers tot de conclusie dat een en ander al voldoende doorontwikkeld is door de leveranciers, in tegenstelling tot wat was verwacht ten tijde van het opstellen van het projectplan. Dit cluster paste daarmee niet binnen de innovatieve doelstelling van dit project. Cluster 2; Dit cluster heeft een aantal prototypes voortgebracht op het gebied van vistuig . Een van deze prototypes bleek echter niet geschikt voor garnalenvisserij en wordt nu verder ontwikkeld voor de platvisvisserij. Het ontwikkelen van de netten is voor een aantal vissers eigenlijk een continuproces. Tijdens dit project is gekeken naar vierkante netten en netten met twee zakken, evenals verschillend netwerk -materiaal en roosters in de netten als alternatief voor de zeeflap. Cluster 3; Dit cluster spitste zich toe op gebruik van (motor-) restwarmte aan boord voor verwarming van de kookketel. Uiteindelijk zijn twee testopstellingen bekeken door de vissers. De besparing op brandstof, nodig voor de kookketel, was echter zo klein dat vissers dit een niet voldoende resultaat achtten tegenover de benodigde investering om tot deze besparing te komen.
12 Projectorganisatie In juni 2011 is Mirjam van Bergen (Adviesbureau Mirjam van Bergen) aangenomen als projectcoördinator voor dit project. Haar taak bevatte het inventariseren van de ideeën die leven bij de vissers, het organiseren van bijeenkomsten en het bij elkaar brengen van vissers, toeleveranciers en kennisinstellingen. Tevens houdt zij contact met de vissers (bij het testen) en coördineert de rapportages. In december 2012 besluit Mirjam van Bergen haar werk neer te leggen en te stoppen voor het project afgelopen is. De voorzitter van Vissersvereniging Hulp in Nood (Tjeerd Dussel tot en met maart 2012, daarna Barbara Holierhoek) vervult de rol van penvoerder en is samen met de overige bestuursleden (9 man totaal) eindverantwoordelijk voor het project. Naast de formele taken als indienen van voorschotten en dergelijke fungeert de voorzitter als aanspreekpunt, initiator, woordvoerder en communicatie richting bestuur en leden. De secretaris verzorgt uitnodigingen, herinneringsmails, en denkt mee over invulling van de projecten. De penningmeester is verantwoordelijk voor de controle op de uitgaven in het project. De penningmeester wordt voor de betalingen en financiële administratie bijgestaan door Roel Venema van Veldman en Van Dijk te Leens. Dit kantoor is de boekhouder/accountant van vissersvereniging Hulp in Nood In het oorspronkelijke projectplan is uitgegaan van een relatief beperkte inspanning van het bestuur en bestuursleden van Hulp in Nood. Begroot was een inzet voor betalingen en financiële administratie in het project. Echter, een actieve inzet van de voorzitter en de secretaris bleek zeer noodzakelijk voor een goed verloop van de projecten. Dit mede in verband met het collectieve karakter van de projecten en de samenwerking die daarvoor nodig is. Ook bleek dat de inzet van de penningmeester nodig was, omdat er meer kwam kijken bij het doorgronden van de voorwaarden en financiële aspecten van de subsidies dan aanvankelijk was gedacht. De voorzitter bleek meer uren dan gedacht te besteden aan de rollen van aanspreekpunt, initiator, stimulator, woordvoerder en communicatie richting de leden. De voorzitters Tjeerd Dussel en zijn opvolger Barbara Holierhoek zijn beide gezaghebbend in de visserijgemeenschap en hebben actief gewerkt aan het laten wennen van de vissers aan de werkwijze van samenwerken, brainstormsessies, gericht op innovatie. Ook als secretaris heeft Barbara meer tijd dan begroot gestoken in de projecten doordat zij een actieve rol op zich nam t.a.v. communicatie met leden waaronder uitnodigingen voor brainstormsessies, herinneringsmails en dergelijke. De penningmeester is verantwoordelijk voor de controle op de uitgaven in het project, en heeft daar veel tijd aan besteedt. Overige bestuursleden hielden mede vinger aan de pols over verloop van de projecten. De bestuurders hielden hun eigen uren bij. Taakverdeling in hoofdlijnen: Voorzitter – penvoerder, financiën (communicatie vanaf april 2012 en vanaf januari 2013 projectcoördinator) Secretaris - communicatie (tot april 2012) Penningmeester – financiën Mirjam van Bergen – projectcoördinator (tot 1 januari 2013) Roel Venema – administratie (m.u.v. eindrapportage)
13
De opkomst van vissers voor de brainstormbijeenkomsten varieerde per onderwerp en bleek daarnaast sterk afhankelijk van de omstandigheden op de dag waarop de bijeenkomst wordt gehouden. In het projectplan werd uitgegaan van een gemiddelde van 10 vissers per bijeenkomst. Deze inschatting bleek in de praktijk door de bank genomen goed gekozen te zijn geweest. De eerste brainstormbijeenkomst, over restwarmte, leverde een opkomst van 10 vissers (en een toeleverancier) op, en de deelnemende vissers waren positief en deden enthousiast mee. De eerste brainstormbijeenkomst van het cluster vistuig, netten, klossen en sloffen daarentegen werd disproportioneel slecht bezocht. Dit kwam door het feit dat die avond een bijeenkomst zou zijn over ‘vibeg’, het sluiten van gebieden. Dit was een emotioneel geladen bijeenkomst en daardoor stonden de hoofden van de vissers niet naar een bijeenkomst over innovatie. Bovendien is twee bijeenkomsten op een dag wel veel van het goede. De tweede bijeenkomst over dit onderwerp werd wel heel goed bezocht. Uit het eerste projectjaar kunnen wij constateren dat de helft van de leden van Hulp in Nood, ongeveer 26 vissers, actief betrokken zijn en willen zijn bij het project brandstofbesparing. Zij denken mee over kansen en over de ontwikkelingen in het project. Deze groep bestaat uit een kerngroep van ongeveer vijf vissers die bij vrijwel alle bijeenkomsten aanwezig zijn en het voortouw nemen in de uitwerking van ideeën. Deze groep wordt gevoed door een groep van ongeveer 6 vissers die geregeld willen meedenken. Daarnaast is een groep van 10 tot 15 vissers die in de brainstormfase meedenken en het project verder in grote lijnen volgen en op gezette tijden de bijeenkomsten bijwonen. De overige leden laten zich op algemene bijeenkomsten bijpraten over de stand van zaken van het project. In het tweede projectjaar was er een kleine vermindering zichtbaar van aanwezige vissers. Een kerngroep van ongeveer 6 vissers die zelf ook actief meedachten, ontwikkelden en mee-testen bleef actief. De groep van 10 tot 15 vissers eromheen werd kleiner. Dit kan het gevolg zijn van meer uitgewerkte projecten en het testen van de systemen aan boord. Ook de actuele dossiers Vibeg en Viswad (NB wetvergunning) hadden tot gevolg dat er vaak op vrijdagmiddag bijeenkomsten werden georganiseerd en de aandacht van de vissers en bestuurders moest worden gedeeld met deze bijeenkomsten. In het derde projectjaar zijn geen extra bijeenkomsten georganiseerd, naast de gebruikelijke ledenbijeenkomsten. Dit vanwege de diverse conclusies die werden getrokken in de deelprojecten, na testen van de prototypes, de actuele dossiers inzake overheidsbeleid (Vibeg en Viswad) en vanwege het gebrek aan tijd, beschikbaar geld en project coördinatie in deze laatste periode. Een aantal innovatieve systemen hebben verdere uitwerking en ontwikkeling nodig die qua beschikbare tijd, liquiditeit en organisatie niet meer past binnen het project. In het derde projectjaar ziet Hulp in Nood zich gedwongen tot voorfinanciering vanwege allerlei omstandigheden. Dit is tegen de interne afspraken in en het bestuur besluit geen verdere investeringen in materiaal en prototypes te doen. Een actueel ledenbestand is als bijlage bijgevoegd.
14
Samenstelling bestuur De voorzitter van Hulp in Nood was tot en met maart 2012 de heer Tjeerd Dussel. Hij werd op 23 maart 2012 opgevolgd door Barbara Holierhoek. De secretaris van Hulp in Nood was tot en met maart 2012 Barbara Holierhoek. Vanaf 23 maart 2012 is de functie van secretaris vervolgens vacant. Deze functie werd eerst voortgezet door Barbara Holierhoek als waarnemend secretaris en sinds oktober 2012 door de heer Tom Wiersma. Op 1 maart 2013 wordt Tom Wiersma officieel tot secretaris benoemd. De penningmeester van Hulp in Nood is Wim Nienhuis. Op 1 maart 2013 neemt Henk Jan Talma deze functie van Wim Nienhuis over, die wel aanblijft als algemeen bestuurslid. Alle bestuursleden van Hulp in Nood zijn vissers, met uitzondering van Tom Wiersma en Barbara Holierhoek. Samenstelling bestuur tot en met maart 2012: Tjeerd Dussel (voorzitter) Barbara Holierhoek (secretaris) Johan Rispens (vice-voorzitter), eigenaar/schipper van de ZK 18 Wim Nienhuis (penningmeester), eigenaar / schipper ZK 2 Leo Toxopeus, eigenaar/schipper ZK 43/44 Tamme Bolt, eigenaar/schipper ZK 13 (afgetreden maart 2012) Meindert Post, eigenaar/schipper LO 17 Tjeerd Visser, eigenaar/schipper WL 4 Samenstelling bestuur vanaf 23 maart 2012: Barbara Holierhoek (voorzitter) Vacature: Secretaris (waarnemer: Barbara Holierhoek) Johan Rispens (vice-voorzitter) en eigenaar/schipper van de ZK 18 Wim Nienhuis (penningmeester), eigenaar/schipper ZK 2 Leo Toxopeus, eigenaar/schipper ZK 43/44 Meindert Post, eigenaar/schipper LO 17 Tjeerd Visser, eigenaar/schipper WL 4 Lammert van Straten, eigenaar/schipper ZK 49 Henk Jan Talma, eigenaar/schipper WL 28 Samenstelling bestuur vanaf 1 maart 2013: Barbara Holierhoek (voorzitter) Tom Wiersma (secretaris) Johan Rispens (vice-voorzitter) en eigenaar/schipper van de ZK 18 Henk Jan Talma (penningmeester), eigenaar/schipper WL 28 Wim Nienhuis, eigenaar / schipper ZK 2 Meindert Post, eigenaar/schipper LO 17 Tjeerd Visser, eigenaar/schipper WL 4 Lammert van Straten, eigenaar/schipper ZK 49 Robin Bouma, eigenaar / schipper ZK 47
15 Financiële verantwoording Apart van dit verslag wordt ook het financiële overzicht met alle bijlagen ingediend bij Dienst Regelingen. Uiteindelijk is geen gebruik gemaakt van het volledige toegewezen subsidiebedrag van 500k Euro. Het eindbedrag (inclusief eigen arbeid/bijdrage) komt op 300k Euro voor dit project waarbij omstreeks 130k Euro voortvloeit uit eigen bijdragen van toeleveranciers en de optelsom van geïnvesteerde uren (á 35 E) door leden van Hulp in Nood. Bij aanvang van het project liepen we tegen problemen aan met de voorschotten. Mede door verkeerde informatie vanuit Dienst Regelingen heeft Vissersvereniging Hulp in Nood omstreeks 20k Euro moeten voorfinancieren uit eigen middelen. Dit was tegen de wens in van de leden en het bestuur van de vereniging. Echter door verkeerde en onvolledige voorlichting door een van de medewerksters van Dienst Regelingen en de enorm lange wachttijd tussen aanvraag van voorschotten en uitkering zag het bestuur geen andere oplossing. Ook het informatie opvragen over financiële vraagstukken en het contact houden met toeleveranciers over nog openstaande facturen van dit project heeft enorm veel tijd en energie in beslag genomen die wij, het bestuur van Hulp in Nood, liever anders hadden benut. Over de eerste rapportage van gemaakte en betaalde kosten in het eerste projectjaar is controle uitgevoerd en positief gerapporteerd door een inspecteur van de NVWA.
16 Uitdagingen ‘Voor alles is een eerste keer’ Zonder ervaring in subsidietrajecten en subsidieprojecten stapten de vissers en bestuursleden (ook veelal vissers) van Hulp in Nood in dit project. De uitdagingen in dit project waren veelvuldig en veelzijdig, in korte thema’s: -
De financiële administratie en verantwoording. De personele bezetting Het gemotiveerd houden van de vissers (inclusief de bestuurders)
Het gemotiveerd houden van de vissers (inclusief de bestuurders) was de grootste uitdaging die de projectcoördinator ook in haar eerste projectjaar tegen kwam. Vissers zijn van maandag tot en met vrijdagochtend op zee. De dagen dat ze aan de wal zijn, vrijdagmiddag, zaterdag en zondag zijn voor onderhoud van hun schip en materiaal, familieleven en sociale contacten. Het meedoen aan dit subsidieproject is een extra belasting en het kost veel inspanning en communicatie om de vissers steeds te betrekken bij de brainstormbijeenkomsten. Ook de actualiteit en diverse dossiers vanuit de overheid vragen input van de vissers en bestuursleden. Dit resulteert vaak in bijeenkomsten op vrijdagmiddag van dan actuele dossiers waarbij de vissers hun prioriteit verleggen naar actuele zaken in plaats van naar innovatieve brainstormsessies. In december 2012 stopte de projectcoördinator met haar werkzaamheden voor dit project. Besloten werd om geen nieuwe projectcoördinator aan te trekken vanwege de nog korte looptijd van het project en de inwerktijd plus kosten nodig voor een nieuwe projectcoördinator om te starten met deze taak. Logisch gevolg was dat het bestuur van Hulp in Nood de coördinatie voor dit project volledig op zich nam.
17