DE NIEUWSBRIEVEN t.g.v. HET BRASIL’77 JUBILEUMBOEK 2017 EERSTE DEEL
JULI 2014 - 31 DECEMBER 2014
door BERT EGGING
Alle nieuwbrieven zijn bewerkt en voor internet geschikt gemaakt STAN EGGING
Zonder toestemming van de schrijver is nadruk in welke vorm dan ook verboden
2 12 JULI 2014
Twee oud-gedienden ( Stan en Bert Egging) hebben het idee opgevat om het clubblad de Tango zoals dat in de eerste 5 jaar van ons bestaan uitgegeven werd, nieuw leven in te blazen. Ze gaan dit doen middels een nieuwsbrief. Echter U zult zich hiervoor moeten aanmelden om toegang te krijgen tot deze pagina. De plannen zijn om in januari 2015 te starten met deze nieuwsbrief. Ondertussen zijn we reeds gestart met deze nieuwsbrief (dus meld u aan voor de nieuwsbrief) en aan het eind van de rit, Mei 2017 zal er een jubileumboek verschijnen.
3/4 1 AUGUSTUS 2014 VOORWOORD
HET JUBILEUMBOEK VAN 40 JAAR BRASIL’77
Het is zondag 1 mei 1977. Licht bewolkt weer met in de middag kans op een bui. Een man laat zijn hond uit en de pastoor doet de kerkdeur op de knip in afwachting van het Lof. De torenklok slaat kwart voor twaalf. Eigenwijs ding. In Hotel Harbers zitten enkele vrolijke jongemannen aan een rechthoekige tafel met 4 poten en een roodwollen kleed. Die vier poten zijn niet zeker. Na 40 jaar is de onvervalste waarheid ietwat vloeibaar geworden. De tijd heeft een mistgordijn over die bepaalde zondag in mei getrokken. Enkele gegevens zullen voor eeuwig ontbreken. Daarom echter niet getreurd. Fleetwood Mac worstelt zich muzikaal door “Go your own way” wat al na enige minuten zwaar werk is. De heren drinken bier, twee roken Caballero zonder filter, een enkeling niet en de vierde een ietwat doorrookt stinkende pijp. Een opperbeste stemming teistert de gelagkamer doch had ik al eerder bekend gemaakt. Zo zou het boek over de geschiedenis van Brasil’77 kunnen beginnen. Droom en Daad. Ietwat verschillend van de gebruikelijke jubileumlektuur. Dat is de bedoeling. De Tango, het legendarische clubblad, was ook anders dan anders. Daarom is het de bedoeling dat De Tango model staat voor alles wat in het jubileumboek aan de orde gaat komen. Een foto van een oude, inmiddels grijs getrokken, voorzitter mag maar moet geen gewoonte worden. Het zoveelste kampioenschap van het zoveelste team in het zoveelste jaar kan, doch ook dit is geen onwrikbare wet. Een foto van de misser van het jaar moet bijvoorbeeld ook kunnen. Het jubileumboek van 40 jaar Brasil’77 probeert een eigen weg te vinden. Daar zijn wel enkele voorwaarden voor nodig. Er moet genoeg interesse zijn van leden, oudleden, fans en sponsoren. Inschrijvingen voor de nieuwsbrief kunnen die interesse tonen. Op die manier hopen we veel mensen warm te krijgen voor een mooie herinnering aan een prachtige tijd bij een aparte vereniging. De nieuwsbrief is zogezegd de opstap naar het uiteindelijke doel; een jubileumboek. Let wel: inschrijving voor de nieuwsbrief is nog geen inschrijving voor het jubileumboek. Dat gaan we later nog eens met prijs en proef aan U voorleggen. Want; Het boek is niet gratis, dat is voor de vereniging niet op te
brengen. Ieder schrijft zich, in later stadium, in voor een of meerdere exemplaren. De prijs zal zo laag mogelijk worden gehouden. Er is geen winstoogmerk en van een strijkstok zal ook geen sprake zijn. De prijs is het bewijs. Begin 2016, zullen we dan definitief beslissen of de produktie zich loont en het schrijven er van gaat beginnen. Natuurlijk is een bijdrage van U met eigen tekst of foto van harte welkom. Feedback is onontbeerlijk. Wij doen alles graag en zonder betaling omdat het een mooi geschenk kan worden voor een veertigjarige vereniging.
5/6 12 AUGUSTUS 2014 NIEUWSBRIEF 1
Dit is geen nieuwsbrief, nou ja misschien ook wel! Oudnieuwsbrief klinkt beter.
Hebben we in De Tango ooit een recept geplaatst? Mooi niet. Koken; dat deden we wel. Jazeker. Ik kan het weten. De Tango was een rare snijboon. Echte uitsmijter. Het enige gerecht dat ik ken is kapucijners met spek. Spek en bonen. Zoiets gaan we dus ook in het jubileumboek niet doen. Geen recepten, geen tips over de moestuin of het bouwen van konijnenhokken voor Vlaamse Reuzen. We blijven bij de weg. Wel weg van de snelweg , hoop ik, want veel wegen zijn geplaveid met goede voornemens. Over de doelpunten van Johan Hemme in die eerste vijf kampioensjaren hebben we het zeker. Niet alle duizend, nee gewoon een paar speciale. De aller allereerste tegen Autopalace op een late maandagavond in september. Vrijdag? Zou ook nog kunnen. Het regende. In verhalen hoort het te regenen. Glinsterend asfalt onder het licht van wat schrale straatlantaarns. Johan scoorde 7 dagen per week. Van maandag tot zondag. Weer of geen weer. Over straatlantaarns dacht hij niet. Net doelpalen. Sta in weg. Kende hij recepten? Gewetensvraag. Ik zou het Ria, zijn vrouw, moeten vragen. Nooit aan gedacht. We waren bezig met scoren, kampioen worden, tegenstanders in de pan hakken, ongeslagen te blijven. Achttien keer dat eerste seizoen. De weg naar de titel was geplaveid met ongeduld. Kwestie van aftellen. Een, twee, drie, wie heeft de bal...... Maar de vraag blijft. Kon Johan koken? Laat ik er kort over zijn. Reken maar van “Yes”. Tot aan overkoken aan toe. Na vijf doelpunten kon een gemiste kans hem in vuur en vlam zetten. Daar hielpen geen kapucijners met spek tegen, geen gebakken aardappelen met geitenkaas en saus van kappertjes. Johan kon koken, Sure as hell. Links, rechts, troelala. Dat bedoel ik nu met de opmerking dat er in De Tango nooit een recept verscheen maar dat er van alle kanten gekookt werd. Het was de basis voor ons succes. Het ongeduld in die eerste seizoenen was groot. Voor de echte tegenstanders kwamen, sloop de tijd als een schildpad over een verlaten strand met plastic schelpen. Er waren geen haaien, hooguit een pinguïn met ADHD. ZVU deed een halfzachte poging en GS’80. De laatsten vooral met de mond. Ook Sp. Silvolde probeerde een stok tussen de spaken te werpen door zaalvoetbal voor hun spelers te verbieden. Ze begrepen het echt niet. Ingehaald door de tijdgeest. Wat voor beest?
Conclusie; mannen kunnen koken. Echt koken van woede en omstreken. Begin me nu niet over die tv-figuren die met zachthouten spatels in halfzachte groente staan roeren, begin me niet over ansjovis op een bedje van zoetgevooisde spinazie. Halfgare praatjes. Daar gaan we het dus niet over hebben in de nieuwsbrieven en al helemaal niet in het jubileumboek. Suffit est suffit, zei Sartre. Kleine filosoof uit Frankrijk. Genoeg is genoeg voor de thuisblijvers. Gaan we het wel over muziek hebben dan? Tuurlijk. Niet over de muziek van Johan, dat ook weer niet. Teveel van het goede, doch muziek wel. Muzak niet. Hatfield and the North. Weet nog dat Therry Rensen daar ooit mee kwam. Goeie morgen. Hoe kwam ie daar aan! Mocht dat wel van Veronica? Radio Veronica dan, voor de minder bekende lawaaipapagaaien. Geen hond die er ooit van gehoord had. Therry wist hoe het moest, wist hoe de bonen geplukt moesten worden. Maximaal effect op ons ongelovigen.
7/8 19 AUGUSTUS 2014 NIEUWSBRIEF 2
Wetenschappers; Honden kunnen autorijden ! Als het beest maar een naam heeft. Ooit een gevleugelde uitdrukking, al klopt er geen hout van. Zoals de kop boven een artikel ervoor zorgt of men gaat lezen, zo is de naam van bijvoorbeeld een voetbalclub wel degelijk belangrijk. Brasil is ooit begonnen als GBW’77. Een echte NAC/NEC naam. Maar goed wat verlang je van een naam bedacht door een politieman. Misschien past veldwachter beter. Bij minstens de helft van de lezers van deze brief moet deze mededeling hard aankomen. GBW; Geen Bal Weten. Een precieze geboortedatum is er niet. Alleen staat vast dat het een zondag was. Zoiets bedenk je niet op een mistige maandagmorgen op weg naar het werk. Broodtrommel onder de snelbinders en de kop nog bulderend van de laatste tien bier van de vorige avond en de vluchtige zoen van de buurvrouw. Nee, het is wel zeker dat GBW op een zondag bedacht is. GBW; Gauw Boven Water. Voor de puzzelaars onder u. Doe geen moeite het juiste antwoord te vinden. Gaat niet lukken. Wat iemandbedenkt met een politiepet op en geitenwollen sokken aan is onnavolgbaar. Het kwam er uit als een pistoolschot. Weet ik nog. Alsof hij iemand had aangehouden voor rijden zonder achterlicht om twaalf uur ‘s middags. GBW; Geen Brand Waargenomen De naam werd voor het eerst gebruikt op een winderige zaterdag in de sporthal. Zaalvoetbaltoernooi, acht teams en een bal gehakt bij Theo Breuer om de dag door te komen. Lang geleden en toch ook weer niet. Er werd net als nu met honden gewandeld, men droeg witte sokken en iedereen at boerenkool. In de finale won jongerencentrum Illusion de beker. Toen was al bekend dat uiteindelijk alles een illusie is. De prijsuitreiking was in Café Harbers. De enige onvervalste GLAASJE BIER WINKEL. Zeg nu niet dat deze nieuwsbrief u niets heeft opgeleverd. De bron van Brasil komt bloot te liggen voor elke lezer. De duistere kanten van de club. En dan
moeten we nog beginnen over de naam Brasil. Voor de mensen die dat nog niet weten. Brasil is geen Engels voor Brazilië al was dat wel voor de hand liggend. BRAven uut SILvolde? Te veel eer. Nog twee keer raden. Ik voorspel u; het leven zonder de nieuwsbrief kan knap lastig worden. Aanmelden is gewenst voor iedereen die ooit in het zwart en rood heeft rondgelopen. Natuurlijk zeiden we, beloofden we, dachten we pas op 1 januari te beginnen en dat doen we ook.......maar proefdraaien moet ook gebeuren. De Tango keek vroeger ook nooit naar een rondje meer of minder. Die naam van die politieagent vraagt U. Columbo, Bromsnor, wat zal ik zeggen GBVW; Geen Bal Van Waar Komen we weer bij die honden uit. Volgens wetenschappers kunnen honden autorijden. Wel alleen in groene auto’s. Die lijken veel op het gras in de parken waarin ze schijten. Ik vraag me wel af of ik ons varken aan het tandenpoetsen krijg. Geen wetenschapper erover gehoord.
9 / 10 24 AUGUSTUS 2014 EXTRA NIEUWSBRIEF 2a
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in IJsland rond de vulkaan de Bardarbunga
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in IJsland rond de vulkaan de Bardarbunga hebben we een bericht binnen gekregen van een oud-lid die iedereen wil wijzen op de gevaren van een uitbarsting op een wel heel erg heilige plek voor de Brasil-fan. Zijn huidige adres in Warnsveld gaf ons wel te denken doch wij willen het u niet vooronthouden. Het gaat knallen naast onze voordeur, geloof me. Laten we er van uitgaan dat ik er veel verstand van. Naast de kleuterschool heb ik tussen heinde en verre genoeg scholen bezocht om het te kunnen weten. Sinds mijn moeder de melk liet overkoken weet ik wat het is als er iets de lucht in gaat. Vrits Voetlicht, vulkanoloog tussen IJsland en Vuurland. Zodra er iets begint te borrelen sta ik op springen. Als een kip die een dubbeldooier produceert. Ik sta vooraan. Niet al te dichtbij dat ook weer niet. Het heeft geen nut een paar hete kolen op de kop te laten landen. Vulkanen zijn gevaarlijke jongens. Plotseling ontploft er een en heel Europa is op vakantie. Van Rome tot Chihuahua zitten de hotels vol omdat er geen vliegtuig langs de aswolk kan manoeuvreren. Nu is twee weken Havana nog wel vol te houden maar diezelfde tijd in Wladiwostok is minder. Met of zonder secretaresse kan belangrijk zijn dus let op. Wij vulkanologen voorspellen uitbarstingen. Dat is moeilijk want die krengen doen meestal wat ze zelf willen. Daarom zijn er veel mensen die niets geloven wat wij zeggen. Neem nu Brasil. Is er iemand in de vereniging die weet dat voetballen in onze sporthal is meer dan levensgevaarlijk. Al veertig jaar bijna waarschuw ik de leden dat het elk moment mis kan gaan. MENSEN; De Paasberg is een wakker geworden spleetvulkaan. Paasberg komt van het oudachterhoeks en betekent PaarsErg. Zo noemden de Batavieren de vulkaan. Alles liep Paars aan en de knal was Erg. Het regende stenen en oude tafellakens. Midden jaren tachtig heb ik de spelers van Brasil (de dames luisterden toch niet) gewaarschuwd. Zonder resultaat. Sommige geinponems dachten dat de kans dat de gehaktballen van Theo Breuer de lucht in zouden gaan groter was.
Nu met dat gedoe op de stratovulkaan Bardarbunga luistert men misschien toch. Je weet het niet. Daarom; leden en oudleden van Brasil. De vulkaan De Paasberg, overigens een spleetvulkaan, staat op springen. Hete lava zal door de Schuylenburg de IJssel inlopen. Zoveel dat een brug niet meer nodig is en de rivier aan de voorkant leegloopt. De aswolk zal vooral over Terborg en Varsseveld waaien. In Terborg moet men de ramen dicht houden en niet veel bewegen zodat het hele handeltje op Varsseveld ploft. Jaja, het kan slechter.
Vrits Voetlicht voorspeller van vulkanen, min of meer
11/ 12 26 AUGUSTUS 2014 NIEUWSBRIEF 3
Meer een schoorsteenbrand dan carnaval in Rio.
De kleuren van Brasil. Als alles in roodwit, blauwwit of zwartwit was begonnen dan had dit verhaal nooit het daglicht gezien. Nieuwsbrieven hebben nu eenmaal de taak anders te zijn dan boterhamzakken en kladblokken. Dat de Jumbo olifantsoren in blik verkoopt is geen nieuws. Aparte kleuren voor Brasil wel. Hoe kwamen ze aan die kleuren. Rood en Zwart. De seizoenen in groen en blauw tellen niet. Camouflagepakken voor het snelle geld. Sponsorkleuren. Verkocht aan de portemonnee van de penningmeester die vanachter zijn kasboek een tevreden glimlach over de positieve getallen strooit. Vergeten we alles. Rood en Zwart. Meer Picasso dan van Gogh, eerder schoorsteenbrand dan carnaval in Rio. Het zijn de kleuren van een woensdag. Precies het midden van de werkweek. Het licht van een mooi weekend ver weg en de smaak van een donkere maandag nog in de mond. Buiten het wit van de totale overgave zijn er geen andere kleuren mogelijk als rood en zwart. Rood van de hoop en Zwart van de tijd die nodig is om er te komen. Voor de realist, de aan-mijn-lijf-geen-poëtische-polonaise figuur zijn er andere verklaringen. De geschiedenis is een boom met vele takken. Een econoom zou de kleuren kunnen vinden in de prijslijst van de penningmeester die prominent de bestuurstafel bevolkt. De historicus in de stoere verhalen van de secretaris die er Real, Ajax en Celtic bijsleept en een gloedvol betoog houdt tussen de koffiekoppen en een verloren koekje. Godenzonen, Omo en groene zeep. Andere leden van de, ondertussen historische, bestuursvergadering doen hun duit in de zak. Van pimpelpaars tot chocoladebruin verven de shirts van de helden. Zeegroen en blauw als een onbewolkte zomerdag. Het is een bestuur met fantasie, durf en kleurenblindheid. Alleen de voorzitter zwijgt. Hij schrijft, tekent. Krast met twee pennen een blad vol kringen en kriebels. Esperanto? Hij gaat gebukt onder de stortvloed van kleuren en mogelijkheden die door de vergadering op zijn bord zijn gesmeten. Wat is wijsheid. Diogenes zat voor een ton en vertaalde de wereld naar hapklare brokken. Socrates was een goede voetballer, van besturen had hij weinig kaas gegeten. De voorzitter wilde zijn wijze hoofd schudden als teken van overgave maar
zag toen in een flits zijn getekende kriebels op papier. In Rood en Zwart. De kleuren van Brasil. Het originele papier met die kriebels is bewaard gebleven als overtuigend bewijs. Romantiek en spanning in weer een onovertroffen nieuwsbrief voor elke brasilfan.
13 / 14 1 SEPTEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 4
Kmot d’r nog us oaver nadenken
Angenaam. Ik bun Ajuus. Bruur van Hendrik en Grada. Schriever. Vief en twintig joar geleien hek veur De Tango gewerkt. Alderbastend goed was ik. Noa die tied hek nooit meer ‘n letter geschreven. Nog gin boodschappenbriefken. Gin krant geleazen, ok niet de Libelle bi’j de smoelsmid. Alles ellende. Ze zuuken ‘t moar uut. Heurde gisteren pas dat Nappoleon bi’j Dokkum was vermoord. Geintje, twas bi’j Sinderen. Alle gekheid op ‘n stöksken. Ik bun gebeld. Of ik weer schrieven wol. As vrogger. Die knakkers van De Tango geven niet op. Now mot d’r weer ‘n boek kommen umdat ze veertig joar bestoan. Ik bun drie en tachtig doch veur mien heb ze nooit wat geschreven. Jao recepten van den dokter. De hond is goan stiften en Diene, mien vrouw, is d’r tien joar tussenuut gewes met een of andere eskimo. Helaas is ze ok nog teruggekommen. De ganse dag walvisvleis en leavertroan was ok niet alles. Kheb nog ‘n paar heite keerls op heur afgestuurd doch ze geet de deur niet meer uut. Laats wilde ze nog wurgsex met mien doen. Stel ow veur. Lig ze doar spiernakend in mien bed te zweiten. Zoiets doej tog niet! Nee, eigenlek is ‘n stuksken schrieven dan fijner. Vroag is alleen; woaroaver. Brasil? Dat ze nog bestoan is al ‘n wonder. Ik zat vrogger ‘t bestuur in de nek te hiegen en dat hield de zaak op de been. Keihard was ik, moar now wet ik niet ens of Brasil ‘n bestuur het! Zol den Fredjen uut Broamp nog voetballen. Mooie keerl was dat al wat ‘t jammer datte veur Ajax was en niet veur Veendam zoas ik. Hi’j gaf mien nog wel ‘s un rundjen. Twas niet zo’n zeikerd as de rest. En den Tempels ken ik ok nog. Leo. Biljatten konne. Tegen mien hatte weinig kans moar das logisch. Hi’j knapte zo tien rooie driebanders uut de keu. Mieters. Met ‘n slok op ging ‘t ok nog wel aardig. Mot toch nog us goed noadenken oaver dat geschrief. Bun druk tegenwoordig. Ik doe an muziek. Sinds Hazes de piep uut is mos ik zelf beginnen want veur de rest is d’r niks meer. ‘N stel rechtse kreajen die piepend oaver ‘t toneel krupen. Ikzelf spöl viool. En now gin flauwe bakken oaver tweede viool bi’j Diene of vitriool he. Loat Diene met rus. Ik probeer heur net te koppelen an ‘n arabier. Dat kump goed van pas. Kan ze geliek met ‘n zak oaver de kop goan lopen. ‘T mooiste is d’r toch al lang af. Now niet afdwalen. Ik doe viool zei ik. Verdomde moeiluk. Stukken van een of andere italiaan. Paganini of spagettini zoiets. ‘T is ‘n doe-ut-zelf-cursus want mien leraar is huulend vertrokken, de papagaai is van zien stöksken gevallen en ok de buren bunt
weg. Opgeruumd steet netjes. Alleen de vis het nergus last van, moar den is stokdoof want hi’j zit altied met de kop onder water. Raar beest. Ik goa veur de absolute top. Optreien bi’j de Zwatte Kros liek mien wel wat. Die heuren ‘t verschil toch niet tussen ‘n dwarsfluit en twee dozien tuutten. As ‘t moar lawaai mik. Dat stuksken schrieven is andere koek. Mok nog us oaver denken. As now iedereen deur vertelt dak weer goa beginnen dan zol ‘t bes kunnen. Veur ‘t geld hoef ik ‘t niet te doen, dat kriek toch niet en beroemd bunk al. As iemand ‘n liedjen graag wil heuren doe dan effen bericht an mien. Kank beginnen met trainen. Met ‘n dag of twee is ‘t dan wel bekekken. Oh ja, gin jezz dat gepiep en geknor begin ik niet an en den Zappan of hoe heitte ok niet. Gewoon ‘n mooie drel muziek. Betjen dansen en daldeeen. Now. Dat was ‘t um te beginnen. Trouwens, heit jullie die Keet Boes nog op den tilleviezie gezien. Wat ‘n stuk zeg. Ze het wel ‘n paar joar op de pokkel moar is zie heur liever in ‘n beerevel dan mien Diene in biekienie. Ik mag die blondjes wel of was ze nog toch zwat of bruun. Ik had de bril niet op dus ik kon ‘t niet goed zien. Misschien was ‘t Korrie Brokken wel. Hou doe, Ajuus
15 / 16 8 SEPTEMBER 2014 NIEUWSBRIEF4a
De Schwarzenetter van Zillewold, blief dreumen Ajuus!
De tweede feministiese golf is in volle gang hek geheurd. Dit keer bunk der bie. Niet in de blote kont as die ladie Gaga. An mien lief gin polonaise. De eerste golf hek helaas gemist. Ik had mien nog angemeld bie de Brasildames, moar dat was gin succes. Deur mien schoenmoat van 46 werd ik niet angenommen. Stom natuurlek, ik had d’r wel un paar bie de kladdemieten gegreppen. Hep mien toen op gewichtheffen geconcentreerd. Met mien vuut was dat un makkie. Ik kon niet umvallen. Moar genog over mien. Ik schrief effen um Ajuus weer in zien huuksken terug te jagen. Nauweleks het den valderabbes de pen weer in zien knuusten of de mestwagen kump weer langs bie mien. Van eskimo’s tut Arabieren, iedereen wurt der met de heuren biegeslept. Zwat maken as hobby. Un goeie zwatte Piet zolang ut nog kan. Veertig joar bunk mettem getrouwd. In lief en leed zeiden ze, doch ik ut leed en meneer ut lief. Ajuus, schriever, mien neus. Via den telefoon verteltte wat roddels aan een of andere brasilstiekemerd en den mik der un verhaal van. Liegen dat dat kreng dut. Meneer speult viool. As dur margen iemand met un saxofoon langs kwam dan denk Ajuus dat ze un fietspomp willen verpatsen of un automatische heggeschaer. Viool, de gedachte alleen al. Met jullie leazers hek ok nog wat te verhapstukken. Niet met de vrouwsluuj natuurlek. Met hun is alles kits achter de rits. Edoch jullie heren. Lekker geleazen en genoten van Ajuus de hele held? Ging dur in as zuute breudjes. Meneer de musicus regeert thuus met de harde hand. De Schwarzenetter van Zillewold. Hard moar rechtvaardig. Gin reaktie gezien van de heren, gin slecht woord in velden en weagen. Hadden jullie zeker ok wel gewild. Net as Ajuus de boks an in huus. Effekes veur de statistieken. Tis uut met op de luie reet zitten, uut met de praatjes. Meneer begint echt an de viool. Ze waren bie de Aldi in de anbieding samen met un blokfluit. Ik dacht, kopen dat ding. Un betjen spiet hek wel, dat gepiep an de kop is niet an te heuren. Hi’j dut ut expres. As training veur al dat muzikale geweld hek uut ut asiel un hond met dubbele ADHD gehuurd. Blaft tegen de hele wereld en umstreken, bit iedereen den te dichtbie kump en wil zeuven keer per dag noar buuten um te schijten. Tis un vies bees moar samen met Ajuus un mooi koppel. Zelf hek mien un toyboy of cowboy besteld van mien huusholtgeld. Twas
drie halen, twee betalen. Ut zal wel hiegen en zweiten worren moar ik offer mien wel op. Ze zeullen dur van lusten. Tot slot nog dit. Ak den Brasilvogel in de knuusten krieg isse nog niet jeurig. Ik met un eskimo en un arabier, stel ow veur. As de temperatuur onder de tien graden kump hek al kolde vuut. Dames, ik loof vier stronken boerenkool en twee pompoenen uut veur diegene die mien de naam van dat stuk onbenul kan geven. Femienisten helpen elkaar toch altijd, meestal toch? Diene, chef van Ajuus. De bettere helft
17 / 18 15 SEPTEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 5
De waarheid is een fiets waarop alleen een aap rijden kan
Het mooie aan dit verhaal is het feit dat er niet al te veel van klopt. Net een gemiddelde Nederlandse krant. Het enige verschil is; ik waarschuw al ruim van te voren. Een voordeel zit er echter ook aan vast. U merkt er niets van. “Jongen” zei de dokter vroeger “ik ga je nu een spuit geven in de arm en dat doet geen pijn”. Ammehoela. Geen enkele dienaar van Hippocrates is aan de eerste leugen gestorven. Apropos dokters. Dit is een verhaal met twee gezichten. Net een zeemeeuw die niet weet of hij een hond of een kat is. Zijn roep heeft het midden tussen blaffen en miauwen. Elvis is het eerste slachtoffer van mijn dadendrang en het GBW toernooi 1977 de tweede. Alleen Elvis heeft zijdelings met een arts te maken overigens. Op 16 augustus 1977 werd het hem allemaal iets te veel. Muzikaal had hij al veel vroeger afscheid genomen, doch op die dag in Memphis Tennessee gaf hij de pijp aan Maarten. “Muzikaal afscheid, mijn neus, hij is nooit begonnen” schampert iemand van de achterste rij. Elvis, Jackson en Donald Duck de Amerikaanse drie-eenheid. Alles wat gemeen. Qua gewicht was hij toch, vooral de laatste jaren, prominent aanwezig. Zijn absolute klasse zat in zijn beroemde laatste woorden tot zijn verloofde. “Ik ga naar de badkamer om te lezen!” Zoiets bedenk je niet. The King die het hoekje omslaat met een tekst nog slechter dan zijn songteksten. Forget Elvis. “Schat staat de bokma koud” is zelfs nog beter. We ruilen hem in voor het Glaasjebierwinkel toernooi van 1977. Ook in augustus. Daarom de link. Om gelijk met een supersonische Compactdeuren in huis te vallen: onze shirts waren lichtblauw en de meerderheid van de GBW matadoren hadden snorren of baarden. Op zich niet verkeerd in een modebewust team te spelen. Kleren maken de man. Onze lichtblauwe, laten we nog zeggen shirts, hadden nooit de bedoeling een Sporthal van binnen te bekijken. Toen een handvol Bengalen de trapmachine aanslingerde om deze goedkope gewaden te produceren dachten ze aan alles behalve aan voetbal. Of er tijdens de productie sprake was van kinderarbeid kan niet meer worden achterhaald maar dat het kindermaten waren is wel vast komen te staan. Spelers met een gezonde eetlust kwamen in de problemen. De gehaktballen van Theo Breuer heb ik al eens eerder voor het voetlicht gehaald. Met de bitterballen zijn ze mij 40 jaar bijgebleven. Ze horen zogezegd tot het col-
lectieve geheugen van Brasil. Zoals ook speler en penningmeester Willem “Otto” Arentz die al snel werd verdacht van de aankoop van desbetreffende lichtblauwe T-shirts. Het zei hem ondertussen vergeven, maar toch, het blijft kriebelen. In die te kleine, jeukende katoenmassa haalden we de finale. Een prestatie van bovenmenselijke inzet en klasse. De rest is geschiedenis. En geschiedenis, zoals meestal, kent niet een enkele waarheid maar is voor brede uitleg vatbaar. In rode, pimpelpaarse of grasgroene shirts hadden we het toernooi op de sloffen gewonnen. De beker, de sportiviteitsprijs, de poedelprijs en de prijs voor het best geklede team op die zaterdag in 1977 toen we, in tegenstelling tot Elvis in opperbeste stemming waren. Vooral natuurlijk omdat de bewuste lichtblauwe T-shirts gelijk ter beschikking werden gesteld aan een missionaris op weg naar donker Afrika. En, als ze goed op 40 graden gewassen zijn dan spelen ze nu nog. Nooit voor de winst. Tweede is ook niet gek. Mozambique, Aan de oevers van de Zambesi of in Sierra Leone. Ze leven nog lang en gelukkig. Echt. Hoewel ik tot slot wel verplicht ben te vermelden dat er over dit verhaal niet gecorrespondeerd kan worden. Better safe dan sorry.
19 / 20 22 SEPTEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 6
Nuances, oftewel Zeeman begint met mode. Wat deden ze daarvoor dan?
De commissie veldnamenonderzoek/straatnaamtoekenning o.l.v. Drs. Joh. Teiltje vergadert maandagmorgen vanaf 9.45 uur in Kamer 13, Bijgebouw A van het raadhuis. Na rijp beraad is men daar tot de conclusie gekomen dat de naam Bergstraat zal worden gewijzigd in Heuvelstraat. Dit uit respect met boer Heuvel die tussen 1749 en 1751 op die plek een boerderij runde met kalkoenen en kangoeroes. Ambtenarenprietpraat. Geen steen, geen muur maar slechts de onwrikbare grijze brij ertussen. Achteromkijken lijkt vandaag de dag een graag gedane bezigheid En wat zegt de schrijver? Een echte schrijver als García Marquez. “Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest Kolonel Aureliano Buendia denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met het ijs.” Veertig jaar dwarrelt die zin, dat magische begin van 100 jaar eenzaamheid, door mijn kop. Fantasie en gevoel voor drama. Daarom is dit is een verhaal over nuances. Waarom de naam Brasil dik in orde is en er van alles mis is met SZT/haarmode Hettie. Waarom zet Brug te Ver de grijze cellen wel aan het werk en SZV/metselbedrijf Harrie niet. Aanvoelen dus. Wie daar geen last van heeft mag dit allemaal overslaan. De volgende keer beter of wachten op de beknopte versie in de nieuwe Libelle. De nieuwe naam van fusieclub Steenderen-Baak is Basteom. Idioot. Onvervalste maandagochtend commissienaam. Op een zaterdagmiddag was er iets anders uitgerold. Misschien STEAK. Voor een hongerige, verdwaalde Amerikaan zou deze naam, op de gevel van de kantine, het paradijs zijn. Sponsor Aviko erbij en bingo! Trouwens ook de Achterhoekse uitleg staat open voor vele nieuwe mogelijkheden. Basteom roept roept associaties op met goedkoop tafelzeil en koeienlikstenen. Wees eerlijk. Wie denkt er aan Vitens als de kraan open gaat. Later worden we in het verzorgingstehuis de kont gewassen door een verzorgster van Atlantis. Niet aan denken. Van pure ellende kieper je toch de Dikke Van Dale in de Oude IJssel. Mijn oude kleuterschool heette St. Clara. Ik ken haar niet persoonlijk, doch alles beter dan Eikeltje, Pukkeltje of Haasje Repje. Lang over nagedacht. Maandagmorgenmomentje zeker. Sinds Zwarte Piet niet meer zwart mag zijn is zijn boos imago ook niet meer, het is een soort cliniclown geworden. Gekleurde Piet? Zo noem je de hond nog niet. Fantasie is een kostbaar bezit.
Verkopen ze niet bij de Aldi en ook Drs. Joh. Teiltje en zijn commissie heeft er weinig last van. Brasil is voor de helft een normale nac/nec naam. BRAamtSILvolde. Pas als de fantasie erop losgelaten wordt gaat het woord leven. Pelé, Garrincha, Socrates kunnen zomaar aan komen waaien, Rio, Sao Paulo of de Copacabana. Alles is gevoel, positief gevoel. De rest is droom. Het is vrijdagavond. Swingend begin van het weekend. We hebben bij de LIDL de Braziliaanse weekaanbiedingen in huis gehaald. Brasil roept. Een perfecte naam voor een bijna veertigjarige die lenig op de tafel hupt en de salsa begint te dansen. Vanuit de heupen, dat spreekt voor zich. Hopelijk is het wel een lid van het damesteam. Het oog wil ook wat. Zien is geloven. Of de waaibomenhouten tafels van IKEA het houden is een andere vraag.
21 / 22 29 SEPTEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 7
Dublin was twee straten verderop, niet elke wedstrijd. Dat ook weer niet.
Riverdance. Hoe laat? Serieus. Ik weet er net zoveel van als u. Tussen niks en heel weinig. De Tango is geen probleem, maar Riverdance! Wat heeft een Ierse huppeldans met Brasil te maken? Op dit exacte moment geen idee doch alle regels zijn nog niet ingevuld. Voor de evenzeer onwetenden onder u; “Riverdance is een Ierse stepdance gekenmerkt door snelle bewegingen van de benen waarbij lijf en armen onbeweeglijk blijven”. Dat denkt Google er van. Het goede, inmiddels ook redelijk oude web heeft overal een antwoord op. Ik heb het zelfs even op YouTube aangekeken. Zonder bal ziet het er niet uit. Zelfs de Charleston, toch een behoorlijk zieke dans, is er elegant bij. De verbinding met ‘river’ is me plotseling ook duidelijk. Net een stel houten eenden die watertrappelend het hoofd boven water proberen te houden. Ik weet het reader reader. Dit heeft geen bal meer met Brasil te maken. Typische Tangohumor. Altijd op zoek naar zijstraten en sluipwegen. Wat geduld en de link naar Brasil zal openscheuren als een fietsband op weg naar een staalspijker. De speler die ik in gedachten heb had alles met Riverdance. Hij zwaaide wat meer met armen en benen en deed het alleen met een bal in de buurt, maar voor de rest als twee druppels rivierwater. Nee, Leo Tempels is het niet, Marc Arnold ook niet. Ik heb het over Janek Rog. Markant brasilfenomeen. Paradepaard. De schillenboer had geen werk voor hem. Die wil werkpaarden en trekknollen. Ik zie hem nog voor tegenstanders dansen. De bal binnen voetbereik. Zodra het getrappel begon daalde stilte over de hal. Het geluid van die malende voeten klonk luid en onheilspellend. Er stond iets te gebeuren. En......precies als de tegenstander zijn voet uitstak naar de bal, precies op dat moment van onweer en bliksem explodeerde Janek. Als een slang in een nest jonge palingen glipte hij door de verdediging. De groots opgezette muur van onverzettelijkheid en kracht zakte in elkaar als Jericho na de drie trompetstoten. Janek kwam langs. Geen houden aan. De Riverdance stopte als het doel was bereikt. Ite Missa Est om het eens gristelijk uit te drukken. Natuurlijk hebben we hem wel vervloekt als de Riverdance zich in een moddersloot vastliep of uiteengereten werd als een haastig breiwerk. Edoch, elke dag Riverdance is net als het acht uur journaal, niet altijd te pruimen. Een wals is simpel. Draaien en draaien altijd om dezelfde pispot.
Janek was een aanwinst voor Brasil dat staat als een paal boven water. Hij scoorde, dook, huppelde en slofte door de zalen van de Achterhoek met zijn eigen voorstelling. Hele bataljons verdedigers zagen alleen zijn rug. Scheidsrechters minder. En de Riverdance? Mocht u interesse hebben in een proefles dan kan dat. Ergens in de veelzijdige Achterhoek loopt wel een dansmeester met zijn ziel onder de arm. Moet al gek lopen als er niemand is die dat stijve gerikketik van lijf en leden niet beheerst. Ik niet. Helaas. In mijn houten poot zitten geen scharnieren en de smeerolie is ook op want stijf ben ik wel.
23 / 24 6 OKTOBER 2014 NIEUWSBRIEF 8
De liederen van Brasil oftewel Lady Gagagraag en het Silvolds Mannenkoor
In die eerste competitieseizoenen was de maand mei met afstand de meest opgewekte maand. Als rijpe appelen vielen de kampioenschappen Silvolde binnen. Van het eerste tot het vierde grossierde Brasil in titels en promoties. Het vierde steevast door toedoen van AZSV doch daarover een andere keer meer. Het vieren van die kampioenschappen was voor de meeste teams hetzelfde, doch vervelen ging het nooit. Na de standaardfoto kwam de uitgebreide nabespreking bij Theo Breuer in de sporthal en daarna, per fiets, naar Café Meijer. Ach ja Meijer. Ik heb er op zondagmorgen de eerste beginselen van het biljarten nog opgedaan onder het genot van een glas cola. Bier was taboe. Na het missen van de Hoogmis tegenover het café stond vast dat de hel niet meer te vermijden was. Verdoemd en verslagen was een partij biljart een welkome afwisseling. De oude Beernd Meijer zag dat met lede ogen aan en weigerde pertinent onze ziel nog verder de diepte in te jagen. Geen bier, veel te jong was zijn motto. Het heeft uiteindelijk niet geholpen. Maar goed, terug naar de hoofdzaak. Die late feestavonden tijdens de kampioenschappen werden gekenmerkt door bier en gezang. Hogere zangkunst was het niet. Een Silvolds Mannenkoor heeft nooit het licht gezien. Kwalitatief bleef het op het niveau van Madonna, Lady Gaga en vriend Jackson. Het enige verschil was dat bij Brasil niet met de kont werd gedraaid en doorkijkblouses gedragen. De songteksten waren beter. Ietwat barok wellicht. Wat te denken van volgende ontboezeming: in een groen, groen knollenland daar zaten twee dames heel parmant en de een die had geen broek meer aan de kont en de ander die was zwanger. De opera Carmen is er niets bij. Geruchten als was John Messink, de van Gaal van het vierde, de grote animator van zulke treffende songs kan ik niet bevestigen noch ontkennen. Soms is het beter de mist van de geschiedenis niet op te laten trekken. Een andere tophit, lange tijd een geheimtip, kwam de top binnenstormen toen iedereen langzaam de tekst begon te verwerken. Met al die versnaperingen achter de kiezen duurde dat enige momenten. Ik kan heden ten
dage de woorden niet meer foutloos reproduceren. Het zou mooi en verrassend zijn als iemand uit het hooggeëerd publiek me uit de brand kon helpen met de originele tekst. Het mailadres is geen geheim. Wat ik nog aan de oppervlakte krijg, opgediept uit de kronkels van de geest geef ik aan u door Die ouwe juffrouw Hukkiepukkie had een Pukkie en een krukkie maar vanmorgen toen was ie foetsie De hele dag liep zij te draaien met haar houten been te zwaaien en te vloeken als een Mexicaans bandiet pierewierewiet ja ze gaat er bijna dood van wordt er driekwart idioot van als ze haar Pukkie nimmer weder ziet. Dat is nostalgie tot in de botten met kippenvel. Geen woord Frans bij. Ja, de feesten van Brasil in mei hadden wel wat.
25 / 26 13 OKTOBER 2014 NIEUWSBRIEF 9
SPREKEN IS ZILVER, LUISTEREN IS GOUD
Beste leden, Het doet mij veel plezier dat het bestuur van Brasil mij gevraagd heeft U te vertellen dat er binnenkort een gigantische vernieuwing plaats zal vinden. Alle vragen in de toekomst gaan beantwoord worden door een stemcomputer. We hebben hem voorlopig Ollie genoemd, maar er komt nog een uitgebreide rondvraag aan alle leden die ons willen helpen een mooie naam te verzinnen. Let wel; Elvis is verboden. Persoonlijk kan ik de club alleen maar feliciteren met de aanwinst. Brasil is in snel tempo aan het moderniseren. Ook ik heb interessante en warme ervaringen met stem computers. Zo moest ik onlangs doorgeven aan een luchtvaartmaatschappij dat ik begreep dat ze een vlucht, zonder opgaaf van redenen, gecanceld hadden. “Hallo, ik ben Frits uw persoonlijke assistent, waarmee kan ik U helpen?” Ik wil doorgeven dat ik op de hoogte ben van het cancelen van uw vlucht. “Hallo, U vraagt naar de lucht. Wij hebben twee soorten binnen- en buitenlucht” Nee man, ik wil iets doorgeven. “Hallo, helaas vliegen wij niet naar het eiland Man, Waar wilt U heen?” Geen enkel land “Hallo, naar Genua zonder landing. Op welke dag wilt U vertrekken?” Helemaal geen, kom op dat kun je niet maken “Hallo, op maandag naar Kopenhagen, is dat correct?” Verdomme “Hallo, Rome is volgeboekt, wat denkt U van Wladiwostok?” Stik toch “Hallo, een tocht naar Split, verstandige keus” Ik ga wel met de fiets oen
“Hallo, natuurlijk wil ik nog wel iets doen. Voor U altijd” Loop naar de pomp Hallo, koop een klomp? Welke maat heeft U eigenlijk?” Het mooie aan stemcomputers is wel dat je bijvoorbeeld een lek in de waterleiding kunt doorgeven en twee dagen later een monteur op bezoek krijgt die de meter van het gas komt controleren. Blijf in zulke situaties gewoon rustig. Laat de man zijn werk doen en bel later opnieuw met de stemcomputer. Geef gewoon door dat de meter van het gas totaal niet meer werkt en zie het lek in uw waterleiding is binnen twee dagen geheel verdwenen. Daarom is het ook van groot belang dat U Ollie de stemhulp van Brasil al gelijk van het begin aanpakt. Wilt U weten of uw wedstrijd van het vierde doorgaat, vraag dan naar de declaraties van de voorzitter. Dan komt alles in kannen en kruiken. Volgens Ollie.
27 / 28 20 OKTOBER 2014 NIEUWSBRIEF 10
“De lach” tussen de spijlen van de nonnen
Veertig jaar. Grofweg tussen 1945 en 1995 zijn de leden van Brasil geboren. Wellicht tijd eens een paar van die jaren onder de loep te nemen en ze via een nieuwsbrief in het Brasil-geschiedenisboek te plakken. Meer dan voetbal alleen. Bijvoorbeeld.... 1956. Bijna in het hart van de vijftiger jaren. Fred Kaps werd drie keer wereldkampioen goochelen en Unox kwam met Smac. De kampeerders die dat spul tot grote hoogte zouden stuwen hadden net hun eerste tent gekocht. Tussenjaren. Steeds verder trokken de schaduwen van de Tweede Wereldoorlog en aan de horizon kwamen de eerste rooksignalen van de rumoerige zestiger jaren. Het waren geen vrolijke jaren. Natuurlijk lachte Fred bij elke gelukte truc zijn tanden bloot doch hij had geen echte schik. B.B King bracht de Honky Tonk Blues en Hongarije viel over de rand van de afgrond. De koude oorlog bracht koude nachten met vorst aan de grond. Precies 1956 viel Boedapest in de klauwen van de Russische beer. En positief? Was er wel positief nieuws? Nee, niet Elvis. Een krant bracht een artikel over hem net voor de overlijdensadvertenties. En we hadden “De Lach” Het enige semi-erotische blad van het land. Meer semi dan erotisch zeker gezien alles wat in de komende jaren nog komen zou. Tijd van jarretels en badpakken. De wereld was nog verdeeld in jongens- en meisjesschool, dames- en herentoiletten, kloosters, kerk en zondagsrust. Zoveel rust dat er af en toe een processie tegenaan werd gegooid om enige beweging in de lucht te krijgen. En......dromen. Die zijn er altijd wel zult u zeggen. Pietje uit de zesde had de buurvrouw bespied door het raam van de overloop. Ze had zulke.....hij vormde zijn handen als de Maagdenburger halve bollen waarvan het bestaan nog opgesloten zat in de toekomst. Ze had zulke......! Dromen vlogen door de lucht op die dag op weg naar school. Een school die streng van boven neerkeek op de Ulftseweg. De lagere school op een bult. Onze wereld ging op de kop. In de tuin van de nonnen, tegenover Slager Kortbeek, lag, als een parel in een oester, De Lach. Open en bloot. Een regenbui had de meeste glans eraf gewassen. Hier en daar zaten vlekken als de vlekken op onze konen. De bladzijden plakten. Alleen met uiterste voorzichtigheid kon de kostbare inhoud bekeken worden. Dat is te zeggen. De gifgroene spijlen van het hekwerk die de nonnen beschermden en de buit van ons ver hield, waren hoog en puntig. Alleen in-
stinct en slimheid kon ons redden. De nonnen waren veilig. Pas later, nog niet zo lang geleden, werd stap voor stap bekend dat het gevaar meer aan de binnenkant zat dan buiten. We werden inventief op die junidag aan de Ulftseweg. Met stokken en uitgestrekte armen verkleinden we de afstand tussen spijlen en de schat. De Lach van juni 1956. Een blonde vrouw in wit badpak bekeek onze vorderingen met een verleidelijke glimlach. Ze bewoog zachtjes als een stok zich harkend over haar ontfermde. Het werkte als een rode lap op een halfblinde stier. We waren nog niet toe aan de eerste hoestbui van een gebietste sigaret, hadden nog niet het genoegen gesmaakt van een stiekeme slok uit een vergeten bierglas, maar de kennismaking met het semi-erotische was dichtbij. We kregen De Lach, zelfs de zenuwachtige slappe lach van de plaatjes. De droom is echter altijd zoeter dan de werkelijkheid. Gewaarschuwd door de opwinding liepen we in de armen van een voorbijkomende onderwijzer. Hij nam de met bovenmenselijke moeite geredde buit in beslag en trakteerde ons op een preek. Een echte jaren vijftig preek met veel moraal en weinig inhoud. Honderd strafregels voor de daders. Ik mag dit niet en ik mag dat niet. Het wakkerde de rook van de in de verte loerende revolte alleen maar aan. Midden in het hart van de vijftiger jaren begonnen we aan die eerste gebietste sigaret die overal naar smaakte doch niet naar meer. Een halfleeg bierglas verdween als sneeuw voor de zon. Proost. Alleen aan Smac heeft een percentage zich nooit bezondigd. Tenten waren taboe voor hun, ze wilden een karavaan en met een zak aardappels op weg naar de kusten van Spanje.
29 / 30 20 OKTOBER 2014 NIEUWSBRIEF 11
MIst en vallende bladeren. Herfst
De wereld verandert in oktober. Feit. De wereld verandert elke dag, doch in oktober dubbel. Eigenlijk begint het al tegen eind september. Maakt U zich geen zorgen. Ik ben niet dronken of lid geworden van een enge sekte die het eind van de wereld aankondigt. Heel stiekum, onder ons gezegd; zoiets lijkt me wel spannend. Terwijl iedereen de Aldi binnenrent of hout hakt voor de winter, wacht ik op een strand in Honolulu op het einde der tijden. Toevallig, erg toevallig zijn alle bezoekers van het strand de enigen die het overleven. Helaas. Dat is het allemaal niet. Het is gewoon de maisoogst die de wereld weer zijn oude dimensie teruggeeft. Brommende trakteren, mishandelaars en wegen vol modder. Het is wel zaak zo’n tot de nok gevuld monster bestuurd door halve pubers te ontwijken. Het bord achterop met 40 kilometer heeft de waarheid niet in pacht. Herfst. De reizen naar de uitwedstrijden geschieden in de aanstormende duisternis en mist. Dit is de tijd van mist en nevel. Als een deken over een ontvoerde hangt de mist over velden en weilanden. Een wedstrijd in De Veldhoek kan zomaar eindigen in Ruurlo. Herinner me een wedstrijd in Lochem waar we een dik kwartier te laat kwamen. Vreemd genoeg was onze tegenstander, uit Lochem, niet aanwezig. Huur en Grijp, Kijk en Pik, weet het niet meer. Moet wel een vreemde sponsor geweest zijn. Grijp en Kijk. Goedkoop, dat zeker. Herfst. Natuurlijk niet alleen de tijd van het zoeken naar de geitenwollen sokken en paddenstoelen. Die gele daar lijkt me wel lekker. Moorddadige dingen. Dan hebben we natuurlijk nog het verhaal van de vallende bladeren. Brave huis aders veranderen in......geen goed voorbeeld. Spelers veranderen ook. Toppers die scoorden als Marylin bij Monroe’s schieten geen deuk meer in een pakje Zeeuws Meisje. Het is het tijdperk van de gewone stervelingen die anders tegen de doelpaal struikelen of met de bal tegen de achtermuur bonken. Als er vallende bladeren in de lucht hangen scoren ze met een driedubbele schaar waar anders een struikelballetschool drie weken op moet oefenen. Keepers plukken met hun hak een bal uit de bovenhoek. En, waar normaliter de grond trilde als een voormiddag in Groningen, komen ze nu met hun 100 kilo aan de grond als een veer. De herfst is een vreemd seizoen. Een buurman enkele huizen verderop rent bij elk blad dat dreigt te vallen met een grommende, stinkende bladblazer en schuim op de lippen naar buiten om er korte metten mee te maken. Alsof
een terrorist in zijn tuin is neergedaald. Zoiets, de Heilige Geest kan het niet geweest zijn. Die stamt uit het voorjaar. Ik heb hem voorzichtig geadviseerd af en toe een paar hondenkoekjes tot zich te nemen om zo de ergste aanvallen te weerstaan. Hij keek me aan of ik knettergek was, doch de laatste dagen komt er veel verdacht geblaf uit die richting. Gekeken heb ik nog niet. Zie me al met hem wandelen met zo’n achterlijk poepzakje. Ben niet gek. Het ergste van de herfst was natuurlijk de weg naar huis. De mist was niet verdund en de wereld gaf nauwelijks een teken van leven. Een paard ruikt de stal zeggen ze, maar een auto is als een vondeling in een aardappelkist. Moeten we hier niet links? Geen idee. Was het maar winter. Een goed pak sneeuw, erwtensoep en een verwarmde deken. Languit in bed met Hans of Grietje en vorstverlet. Bestaat dat eigenlijk nog. Vorstverlet, een woord om bij weg te dromen.
31 / 32 3 NOVEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 12
HET RIFGEBERGTE LAG DIE MAANDAGAVOND BIJ BORCULO
Er was eens. Reeds als kind, twee bloempotten hoog, kwam die opmerking elke avond tot leven. Sommigen zijn er nooit overheen gegroeid. Bij de 50plus beurs laten ze zich nog een lullig nostalgiepakket in de handen drukken met alle dingen die ooit waren. Van spoken tot geesten, van prinsen tot paupers. De hele reutemeteut wordt opgetrommeld om de halve mensheid met een verhaaltje onder de lakens te krijgen. Er was eens. Disney is nooit verder dan net om de hoek van de straat. Zo dichtbij en toch lichtjaren ver. Precies een vals treinkaartje. Voor nul komma nul de halve wereld rond tot de conducteur met de kniptang om de deur open trekt. Laat ik ook een steen in de rimpelloze vijver dumpen. Er was eens een vereniging uit Borculo met de naam RFC. Slechts een paar verstokte donateurs en leden zullen zich de herinnering op het netvlies kunnen zetten. De spelers die ertegen hebben gevoetbald hebben er minder moeite mee. Wat half verdwenen littekens en nooit vergeten opmerkingen zorgen daar wel voor. Voetballen tegen bijvoorbeeld Zooiberg uit Epe was geen pretje omdat de benen niet werden gespaard. Tegen de groenwitte brigade uit het RIF-gebergte was dat alleen de ondergrens. Maar laten we volledig zijn. Het marokkanendebat dat heden ten dage door de media spoelt was nog niet aan de orde. Van Marokko wisten we niets meer dan dat nummer van Crosby, Stills and Nash getiteld Marrakesh Express. Zelfs de eerste Couscous moest nog op mijn bord verschijnen. Onschuld schreven we in dikke kapitalen. Tot die maandagavond in Borculo. De uitslag deed eigenlijk niet ter zake. Er werd flink geschoffeld maar wij waren niet van suiker en waren gewaarschuwd. Nee wat vooral van die wedstrijd werd meegenomen waren de verwensingen. Plotseling waren we Bleekscheten. Gaf de scheidsrechter een vrije trap aan ons dan discrimineerde hij en werden zij, arme immigranten benadeeld omdat wij ze niet accepteerden. De politiek deed zijn intrede in het voetbal. Er waren eens, nog niet eens zo heel lang geleden, een karrevracht prinsen, die zich van de prins geen kwaad wisten, die in contact kwamen met een stel kikkers die de slapende prinses niet wilden kussen. Blauwwitte kikkers, in de echte kleuren van de onschuld, die in de slachtofferrol kropen.
Vreemde gewaarwording was dat. Maar goed, we hadden gewonnen, waren blij met de winst en scholden wat in de veilige haven van de kleedkamer. Later werd het een echt avontuur in het Silvoldse schaftlokaal dat we smeuig konden kwijtspelen aan het thuisfront. Tegen RFC speelden we nooit meer. Ze werden uit de competitie gehaald, ze stopten er zelf mee, whatever. Ik dacht er pas weer aan turend door de vitrage van de geschiedenis en een stand in een hernieuwd tot leven gewekt clubblad. Nu vertel ik het verder omdat het toch wel een voorbode was van wat komen zou. Heb zelfs eerst nog via Stan moeten checken of ze echt uit Borculo kwamen. Toen ik er afgelopen zomer doorheen fietste kwam me niemand bekend voor. “Ja Borculo inderdaad” zei Stan en hij wist gelijk waar het over ging. Ook bij hem is de herinnering aan die wedstrijd gebleven. Zelfs de blauwwitte shirts kon hij moeiteloos oplepelen. In tegenstelling tot mijn idee van groenwit, de kleuren van de islam. RFC, er was eens, maar een sprookje was het niet.
33 / 35 10 NOVEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 13
Bij Brasil hebben we geen zonnebrillen met matglas. TomTomPetty shirts zou kunnen.
Ze lopen voorzichtig door de aanstormende schemering. Allebei. De lucht is volgelopen met dreigende wolkenpartijen in veelzijdige vormen. Veel goeds voorspellen ze niet. Regen en verdere ongemakken. “always the rain”. Mark & Almond. Nooit van gehoord? Dat liedje ken ik. “but after the rain the blue, blue sky”. Niet in deze omgeving op dit tijdstip. Straatlantaarn proberen de duisternis te slim af te zijn. Schaduwboksen. Vaal licht haalt nauwelijks de stoeprand. Water vlucht voor de aanstormende wielen van auto’s. DHL is nog laat onderweg met uw pakjes. Gemotoriseerde ezels. Alles is een update voor een duistere film met een warrig, open einde. Twin Peaks in de Achterhoek. Prachtige titel, hou ik van. Schot door het pleeraam. Maar laten we de boel niet hollend voorbijlopen met gesmeerd lopende zinnen en een stinkend einde. Het begon allemaal met twee dames die mijn voordeur voorbijstuiterden met skistokken. Ik dacht dat het een tv-docu was maar kon de afstandsbediening niet vinden om het geluid aan te zetten. Voor iemand die zulke stokken met bijpassende planken op de zolder heeft liggen was het een idioot gezicht. Het is herfst. Regen, storm en onweer, vallende bladeren. Nordic walking, dat moet kunnen net als boerengolf en onderwaterhockey, maar desalniettemin. Dus is het heel gewoon dat twee, niet meer zo piepjonge dames met zonnebrillen, reklameshirts en skistokken op weg zijn in de richting van Harreveld op een tijdstip dat de avond op de loer ligt. “Belkin” vertelden de shirts, hun stokken waren blauw en de brillen vol matglas. Voor een Brasilman die begonnen is in lichtblauwe T-shirts uit Bangladesh is dat hogere wiskunde. Vlag op een modderschuit. Joop Zoetemelk op een Omafiets in een campingsmoking. Het zijn de tekenen van de tijd. Je begrijpt het niet. Zeven regels met geitenwollensokken moraal werd over me gestrooid. Indianenfilosofie in Aboriginalsaus. En natuurlijk heb ik me aan die beroemde tekenen van de tijd aangepast door middel van een antivliegenbril met wiskracht, modieuze pispothelm, en purperrood shirt met “TomTom Petty” op voor- en achterkant van mijn opgepepte borstkas. Ring door de navel, neus, net als tattoos met heksenkringen en behangcirkels op beide armen, benen en grote teen. Na me van top tot teen te hebben ingesmeerd met het beenmerg van argentijnse biefstukken heb ik twee kilometer gefietst op mijn superdynamische
carbonachtige driewieler. De hartslag werd me gemeten, de luchtweerstand, de tegendruk van het asfalt en de afstand tot de dichtstbijzijnde slagerij. Ik had graag de snelheid gemeten en de exacte afstand maar een earodynamische robot kan niet alles hebben. Had me verdomme toch de haren moeten knippen en nagels moeten vijlen dan was het nog sneller gegaan. Als cooling down heb ik wat gelezen. Een of andere knakker uit een lang verleden vol onduidelijke tijden. Oscar Wilde. Stupide naam voor een Hongaar of was het nu een Italiaan. Doet er niet toe. “IJdelheid” las ik ergens “alles is ijdelheid”. Raar figuur die Wilde. Snapt er geen Tangobal van. Weet u, dat alles alleen omdat ik twee niet meer zo jonge dames in semi-Diorpakken met stokken over de stoep zag knikkeren richting Harreveld. Waren ze richting Vragender gegaan dan waren ze me niet opgevallen waarschijnlijk. Geen punt, geen nieuwsbrief en voor u geen losliggende tegelwijsheden. Lekker rustig. Toch?
35 / 36 17 NOVEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 14
1966, PRAATJES VULLEN GEEN GAATJES OOK NIET OP MONDAY MONDAY
Grofweg zijn de leden en exleden van Brasil tussen 1945 en 1995 uit het ei gekropen. Dat zijn veertig jaar. Tijd om eens een onderzoek te starten naar zomaar wat losliggende jaren uit die periode. We nemen deze keer 1966. Midden in de ietwat roerige zestiger jaren. Provo liep met blanke spandoeken over de weg en tijdens het huwelijk van Beatrix miste half Amsterdam wel een paar stenen uit de straat. Brasil was nog een schone slaapster ver achter de horizon. Zelfs de dromen erover waren nog niet uitgevonden. Zaalvoetbal zelf liep nog op kinderschoenen. De goeie ouwe gymnastiekschoen was een veel gezien artikel. De Mama’s en de Papa’s kwamen met “monday, monday”. Voor iedereen die met een houten kop op de maandagmorgen naar zijn of haar baas hobbelde een belediging. “Monday, monday so good to me”. Lazer nu gauw op. Gebeurde er iets in Braamt of in Silvolde? Er dwarrelde stof op, elke zondag beierden de klokken en Kapper Huls knipte alles en omstreken in pispotmodel. Half Silvolde werd vol lood gepompt door Anema op de half jaarlijkse controle. Die heerlijk stugge tandarts Anema wiens wachtkamer vol stond met hardhouten banken geschikt voor alles behalve voor zitten. Misschien kreeg hij procenten bij de verkoop van Sperti. Vreemd genoeg waren ze altijd bezet. Voor uren. De daverende stilte werd alleen onderbroken door het zoemen van de boor en af en toe de telefoon. Anema was ook een man van weinig woorden. Hij gorgelde wat met zijn piepstem over meer poetsen, maar boren was zijn absolute hobby. Praatjes vullen geen gaatjes. Lood om oud ijzer. We gaan hier natuurlijk niet Wikipedia citeren, maar er werden ook in 1966 wel een paar dictators ingeruild en generaals een kopje kleiner gemaakt. De oude leuzen kwamen weer uit de kast, werden opgepoetst en de hele zaak rolde met nieuwe energie weer vanaf Perron 1 de betere toekomst in. Waar Prins Bernhard zat die dagen is me niet bekend. Vast niet naast een breiende Juliana naar “Dit was Brandhout goedenavond” te kijken. Pas later kwam iedereen er achter dat hij druk was geweest met vliegtuigen en nazaten. Het leger, onze nationale trots op klompen, werd aangevuld met nieuwe rekruten. Liefst zeventien maanden konden Nederlanders en vooral Achter-
hoekers rustig slapen. Ik stond op wacht. Weer of geen weer, zomer en winter. Niet echt natuurlijk. Bij wijze van spreken. Wie gaat er nu in een koudegolf met regen, storm en onweer op een stel Russen zitten wachten als er ook kantoorbanen zijn. “Het Vaderland riep!” zegt U. Kom op zeg. Die tijd mocht dan Koude Oorlog heten, maar waarom moest uitgerekend ik de griep oplopen voor een stel honden- en paardenbezitters die de straten en parken volscheten.Mooi niet. Als de Belgen er nu aangekomen waren. Een bom die nog wel tot ontploffing kwam hulde Nederland, behalve Eindhoven en Rotterdam, in dichte maar zeer voordelige mist. In de tweede ronde van de EuropaCup won Ajax met 5-1 van het engelse Liverpool in die beruchte mistwedstrijd. De enige wedstrijd waar toeschouwers eigenlijk luisteraars waren. Niemand heeft de doelpunten goed kunnen zien maar ze telden wel. Een schimmig schouwspel met als ik me goed herinner Herman Tschuiphof als verslaggever. Had Theo Koomen die wedstrijd gehad dan hadden er wel dubbele cijfers uit kunnen rollen.
37 / 39 24 NOVEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 15
In Aalten is de wethouder niet weg te branden, eenrichtingsverkeer Is zijn levensdoel
De sporthal vinden. Vroeger, natuurlijk vroeger, toen TomTom nog niet uit het ei was gekropen waren borden het enige hulpmiddel om ergens de weg te vinden. Het aantal pastoors daalde al schrikbarend en fietsen kregen zijreflectoren op de banden. Mosselpannen kwamen in de mode, doch TomTom bleef uit het zicht. Neem nu Aalten. Wat kilometers betreft een peuleschil en toch werd elke uitwedstrijd een ware puzzeltocht. Voor een groot deel schuld van overijverige wethouders en ambtenaren. In hun ijver Aalten mee te slepen in de vaart der volkeren bedachten ze het eenrichtingsverkeer. En, om de spanning erin te houden, elke maand een andere straat. Het enige aanknopingspunt, de kerk bleek ook ‘s avonds niet van grote waarde. Ze was niet verlicht. Als we er met ons vierde drie keer langs waren gereden was er stront aan de knikker. Zagen we die grote schaduw niet dan was de kans groot dat we in Lichtenvoorde of Winterswijk zaten. Boze tongen beweerden dat ooit zelfs Bocholt met een bezoek werd vereerd. Winterwijk was nog niet aan eenrichtingsverkeer toe dat had zijn voordelen. Dat was ook zoeken maar het geluk kon van twee kanten komen. Ondanks die handicap ging het vierde met veel plezier naar De Pol in Aalten. Er was geen team dat er zo vaak op bezoek ging als het vierde. Tussen AZSV 2 en AZSV 10 hebben alles gehad en..........veelal gewonnen. “Motten we tegen die olde knakkers?” Gevleugelde opmerking. Als antwoord liet het vierde de botten kraken, delen ze een extra kussen onder het shirt en hijgden ze al in de opwarmronden als koeien op weg naar de slachtbank. Allemaal show. Nee laat ik eerlijk blijven; er zat show bij. Niemand kon zo geïntimideerd kijken als Otto. Hij torste de wereldbol persoonlijk op de nek, zijn botten kraakten het best, zijn rug was bordkarton. Met al die wijsheid schoot AZSV uit de startblokken. Als Nicky Lauda op de finish. Na vele jaren oefenen en beleven hebben ze het nooit onder de knie gekregen. Ze kenden het eenrichtingsverkeer en de konden rennen. Julius Caesar zei het al “hardlopers zijn doodlopers” Na een kwartier en 100 kilometer was de pap op. Brasil bewoog het eerste ooglid, nam de schade in ogenschouw en kwam met een hakkelende aanval om de tegenstander te testen. Die was overal, maar vooral nergens. Een enkeling, meestal de keeper spartelde nog wat tegen.
Als dan ook de Brasil achterhoede uit de lethargie ontwaakte, was de zaak in een mum van tijd voor de bakker. Wat droge knallen van Bert Kempers, twee slaloms van Larry Haccou en voor de statistieken scoorden de aaltenaren altijd wel een eregoal. Of ze in de kleedkamer naderhand het nog eens hadden over “olde knakkers” is nooit naar buiten gekomen. Om mentaal voorbereid te zijn op de terugweg werd eerst een kleine hartversterking genomen in de kantine van de sporthal. Het vragen aan een autochtoon had geen zin. Die hadden een fiets die, net als een paard, op een of andere manier de weg wist naar huis. “Jongens, zo moeilijk is het toch niet” zei Johnnie Messink. Daar kwamen we vandaag, hier links, daar is het spoor, een brug? In Aalten voor een open brug staan? Wat lul je nu, dat kan niet. Ik fietste nog niet zo lang geleden door Aalten. Naast het eenrichtingsverkeer dat er nog altijd is hadden ze nu ook zomaar wat straten in het centrum open liggen. Dezelfde wethouder is nog altijd bezig bedacht ik me. Alleen, ik telde nu twee kerken. Met die wijsheid hadden we in de gouden dagen van het vierde minstens een kwartier kunnen winnen. Kortom met die tijdwinst hadden we een volle dag meer bij Meijer een pint kunnen drinken. Waarvan akte.
39 / 40 1 DECEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 16
WINSTON M. SOLO, DE BRASIL BLUES EN DE SAX VAN ART PEPPER
Ik snuffel door laden, kasten, onder stoffige matrassen met kuilen als zwarte gaten. Sloten hebben geen geheimen voor me, het stratenplan van Silvolde is een open boek. De mensen die me bezoeken zijn klanten. Hun dagelijkse beslommeringen laten me koud. Ze willen iets van me. Hun ongeduld is als stoom in een waterketel. Ik leid, manipuleer, lees tussen de regels. Een goochelaar in een woestijn vol vragen. Aardig ben ik niet. Zachte heelmeesters vangen veel wind. Tegen betaling zoek ik dochters, honden, sieraden en zelfs idiote zaken als kanaries en biervaten. Niet iedereen is daarvan gediend, maar dat ze me proberen te schoppen, neer te steken, af te schieten komt niet gespecificeerd op de rekening. Uit principe probeer ik papieren rekeningen zoveel mogelijk te vermijden. Contant is overleven. Een fan van de belastingdienst ben ik niet. Als bijbaan schreef ik voor De Tango. Detective zaken. Om U in de uren dat RTL, geen uitzendingen kan leveren, te vermaken. Held op een schemerig paard, cowboy van de stille uren. Avonden met eenzame straatlantaarns en fluisterende figuren bevolken het toneel. Mensen willen drama, bij voorkeur van het allergoedkoopste soort. Dat lever ik. Schrijven is als het buigen van onwelwillende boomtakken. Wat kracht hier, wat meegaan daar. Duwen en trekken in de juiste richting. Schrijven is geen kunst zoals ook een blindedarmoperatie geen kunst is voor een neurochirurg. Ik lieg niet maar ook de waarheid is buigbaar. Riet in de bulderende storm. Vaak, meestal zelfs, kan ik de oorspronkelijke gebeurtenissen niet onderscheiden aan de herinneringen daaraan. Feiten bestaan niet, er zijn alleen herinneringen. Kan ik mijn geheugen bevelen met zijn zwakke lantaarn het schemerige magazijn te verlichten waar ik de herinneringen bewaar aan een reeds lang verlopen zaak? Winston M. Solo. De M van Montgomery. Mijn avonturen begonnen aan de rafelrand van die grote wereldbrand lang geleden inmiddels. Vandaar die naam. Silvolde en Braamt zijn mijn werkgebied, Brasil het noodlot. Als een spin met een missionaris complex kruip ik door het web van beide dorpen. Wat stof verzamelende boeken bevolken mijn muren met veelal nutteloze informatie over fictieve figuren. Raskolnikov die door St. Petersburg sjokt met moordplannen, Dedalus door Dublin en Swann door Parijs. Een zoektocht naar de verloren tijd. Muziek is er ook nog. Niet meer vanaf vinyl. Die tijd is
voorgoed voorbij. Hooguit wat romantici poetsen de plaat. Het is Spotify nu. Nooit ophoudende Arbeidsvitaminen. De Aldi van de goedkope deuntjes. Ik heb de neiging om door te drammen over alles en nog wat. Privé detectives horen thuis in duistere stegen waar lege colablikken plotseling rammelen en sleutels knarsen. Hoogblonde dames op stilettohakken knipogen tegen het opkomende zonlicht en een dikke kerel met een fietsketting komt dreigend aangehobbeld. Privé detectives zitten niet naast een telefoon die het rinkelen zo goed als verleerd is. Art Pepper blaast de Ballad of a sad young man en een miezerige regen beperkt mijn kijk op de wereld. U zoekt een tante wellicht. Oma is weggelopen met de pendule onder haar arm, Frits zijn fiets is gestolen ondanks het feit dat hij niet op slot stond. U kunt de tuinman die de vijver lek heeft gestoken wel vermoorden? Winston M. Solo, privé speurend in uw schimmige zaken. Niet op Facebook of Twitter.
41 / 42 8 DECEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 17
Brasil heeft kunst en plannen voor een eigen Mauritiusmuseum.
Voetbal is kunst. Nee, voetbal is oorlog zei Rinus Michels. Kunst maakt iemand door doeken vol te schilderen of installaties in de wereld te zetten. Een voorbeeld. Drie pispotten op elkaar met een halve stoelpoot ernaast met een vracht hazelnoten. Titel; Ochtend in de Serengheti. Prijs; een slanke honderdduizend dollar en een hotemetoot die in veertig minuten uitlegt waarom die halve stoelpoot zo in contrast staat met de hazelnoten en de pispotten. “Een ongemeen krachtig werk” besluit mevrouw haar redevoering. Begrijpt U. Dus is nu duidelijk waarom Brasil overloopt van kunst. We halen even wat belangrijke werken uit onze kluis. Bij de eerste kunstenaar is dat ietwat problematisch. Dit oud-lid is een action painter puur sang met een volwassen oeuvre. Zo componeerde hij, voor een appel en een ei, de deur in de opslagplaats van aardappelfabriek Aviko in Steenderen. Dit vroege, in daverend rood uitgevoerde, werk gaf zijn talent al snel de sporen. Iedereen besefte dat Willem Robben niet alleen een zwarte baard had maar minstens zoveel aanleg. De buitenWC van Restaurant Kiplekker in Spankeren behoort tot zijn latere werk. Hij maakte het rond tien uur in de avond in smakelijk groen. Ook de schutting rond het verenigingsgebouw van Schietclub Goed Mis komt van zijn hand. Dit in grijs en wit uitgevoerde werk zegt alles over zijn kwastvoering en kleurkeuze. Paul Weijers is een andere Brasiliaan met typische kunstkenmerken. Geen schilder maar een kunstenaar met zo’n pest aan kunst dat hij zich heeft toegelegd op het slopen er van. Vooral auto’s moeten het bij hem zwaar ontgelden. In zijn neo-klassieke werk “De Golf van DaarGaJe” heeft hij getracht met de voornamer drie Volkswagens om te smeden naar Pausmobiels. Dat is min of meer gelukt. Met dit werk, dat dagelijks te bewonderen is in een sloot te Sinderen, heeft hij de oerkracht van een moker gekoppeld aan twee bruine boterhammen met bloedworst. De kritieken waren van lovend. De Gelderlander, onlangs uitgeroepen tot beste krant om vis in te verpakken, schreef “We konden het helaas niet vinden, doch vonden het erg mooi en we hebben veel eerbied voor Paul als kunstenaar” Als dat geen gigantisch compliment is! Omroep Gelderland wilde ook komen kijken doch kon de weg niet vinden, van een routeplanner hadden ze nog nooit gehoord. Ze waren nog druk bezig de uitvinding van de telefoon te evalueren. Als derde stellen wij u voor aan een genie uit het damesteam die graag anoniem wil blijven om te voorkomen dat de halve kunstwereld en wat hijgers haar deur platlopen. Dat respecteren we. Zij is de vrouw wiens bekendste
schilderij in duizenden Nederlandse huiskamers boven de Ikea-bank hangt. “Het jongetje met de traan”. Een aangrijpend werk vol emotie, valse romantiek en goedkope symboliek dat voor 3,95 bij de Action mag worden aangekocht met lijst en een slof zakdoeken. De kunstenares, die ook haakt en breit, roept elke Brasiliaan, man of vrouw, op een foto van het schilderij te maken in zijn of haar kamer en op te sturen naar het hart van de Brasilkunstcommissie. Dat was het dan voor deze keer. Brasil stikt in de kunst en zit vol jonge kunstenaars die staan te trappelen, als een Ierse Riverdance, om ook eens aan bod te komen in deze rubriek. Daarom kan ik u met veel genoegen mededelen dat het bestuur plannen heeft om de in de verkoop staande Mauritiuskerk in te richten als “Museum voor alledaagse moderne Brasilkunst”. Tegelijk begin ik een blad getiteld “Rembrandt kon ook niet voetballen” dat voor 20,95 elke maand in de winkel ligt.
P.S. U wilt natuurlijk ook graag uw werk in deze nieuwe Kunsthal aan het volk tonen. Mail me. Ik verkoop goedkope adviezen, verf, kwasten en spullen voor indrukwekkende installaties als fietsbanden, kogelgaten enz, enz. Goeie prijzen, weinig service. Dat wel natuurlijk.
43 / 44 15 DECEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 18
Wehl? het paradijs is niet hier in de omgeving, maar eens per uur gaat een trein.
“Ik had verkering in Wehl” zegt Henk. “Aardig meisje, ik mocht ze wel”. Als ondersteuning van zijn woorden dansen zijn handen als wildgeworden vlinders door de rokerige ruimte. Café Meijer in de eerste uren van de zaterdagmorgen. Brasilavond. We zitten aan de stamtafel. Hangen is beter. Achter de theek doet Gert zijn uiterste best er nog uitgeslapen uit te zien. De jukebox heeft het, bij gebrek aan kwartjes, opgegeven. “Wehl?” zeg ik. Meer schiet me niet te binnen. Voor een hokvaste duivenmelker is Wehl aan het eind van de wereld. Lima, Kaapstad, Wladiwostok. “ik was er het weekend bij haar ouders”. Hij zegt het nadenkend alsof de herinnering nog niet verloren is gegaan. Ietwat pijnlijk. Een slok helpt. Probaat middel tegen alle kwalen. Op de werkelijk emotionele momenten in het leven is er altijd wel iemand met een kwartje. “Gold” jubelt de jukebox plotseling. Spandau Ballet. Het café begint aan een tweede leven als een slaapwandelaar die in een disco om een Weense wals vraagt. “Ze hadden bier en chips” meent Henk. Blijkbaar is ergens tussen Didam en ‘s Heerenberg een bierwagen blijven steken. “We hebben er een paar gedronken”. Ik zie het voor me. Een avond in huiselijke kring met de Tros, overjarige chips en bier in glazen waar het schuim al sinds Napoleon niet meer gewoond heeft. “Het was gezellig”. Juiste omschrijving. Hij wroet wat onschuldig door zijn zwarte krullen die elke aanslag van de tijd zonder verlies hebben doorstaan. Spandau Ballet is met stomheid geslagen. Het café zakt weg in een aangename stilte. Wat kaarten kletsen ergens op de achtergrond op de tafel. Iemand schuift een stoel, zijn bezetter is de weg naar huis ingeslagen. “We gingen naar bed” aldus Henk. “Apart natuurlijk, het bier was op”. Een nuchtere vaststelling van de feiten. Een gesprek over de laatste vlucht van de duiven zat er blijkbaar niet meer in. Ik kijk naar Henk en stel mijn vragen over de romantiek daar in dat huis in Wehl uit voor een later tijdstip. Het is niet makkelijk zo’n eerste bezoek bij de schoonfamilie. Velen van ons zijn die allereerste ontmoeting nog niet vergeten. Als dagboeken konden spreken. In het voorjaar als de hormonen weer begonnen op te spelen verkocht Bongers dubbel zoveel stropdassen aan jongemannen die hun eerste familiebezoek voor zich hadden. Na de ellende met de danslessen kwam het nooit meer goed met de Grote Vrijheid. De Weense wals van Pippi Be-
rendsen zonder Wenen ooit te kunnen zien. Misschien boerenkool in Benidorm als goedmaker. “ik moest midden in de nacht naar de WC”. We beginnen aan de apotheose. “Kon de lichtknop niet meer vinden”. Hij kijkt omhoog naar de klok die langzaam tegen de sluitingstijd begint te leunen. Ik zoek een sigaret. Het is een enigszins door de tijd aangetast exemplaar. Henk ziet er geen brood in. Hij zit in gedachten verzonken ergens in het donker tussen bed en kelder te zoeken naar een pleisterplaats. “Het was een verdomd grote WC, precies goed voor een grote boodschap”. Ik knik. Het paradijs in Wehl, zomaar een halte voor Didam. “Ik trok door, ging naar bed. Heerlijk verder geslapen”. De verleden tijd van zijn allereerste regel begint me parten te spelen. “Ik had verkering!” Voordat Gert de knop op de deur op stop draait en een zucht van verlichting slaakt moet er nog iets dramatisch gebeuren. “De volgende morgen werd ik eruit gejaagd”. Het is bijna een losse opmerking die tussen twee waarheden als koeien is terecht gekomen. Een toevallige zin uit Sneeuwwitje verdwaald in Shakespeare. “Bleek dat ik bij het doortrekken de lamp van het plafond had getrokken”. Hij lacht. Ietwat bitter. Bij mij duurt het even voor het kwartje valt. Brasil donateurs kunnen zeer cryptisch zijn.
45 / 47 22 DECEMBER 2014 NIEUWSBRIEF 19
Een ezel is niet moeilijk te vinden, zeker niet in een kerstverhaal
Typisch, een kerstverhaal. Kan niet missen. Mistletoe, Rudolf het Rendier en Bethlehem. Heb het zien liggen vanaf een heuvel in Jordanië. Geen kerstlicht in velden of wegen. Het was verdomd ver. Jericho was dichterbij maar wie wil met Kerstmis wat trompetters zien die de muren van de stad doen schudden. Niemand toch. We willen dennen in feestverpakking en Boney M. Een Brasil Kerstprogramma gaat nog net. Op het randje. WIe nemen we dit jaar in de levende kerststal als ezel en wie als schaap? Vrijwilligers hebben voorrang. Prachtige rollen. Het enige probleem is de rol van de Maagd Maria. Het hele damesteam heeft zich ingeschreven, maar zeg nu zelf een Maria met wat plakplaatjes op de kont kan toch echt niet. Bijna heiligschennis. Bij Jozef is dat geen probleem. Altijd wel een speler te vinden die wat spijkers in een plank kan rammen en een ezel door de kunstsneeuw te schuiven. Op de planken met hamer en sikkel. Misschien is die timmerman van Genesis wat. Phil Collins. Wat een knipperlicht. Vreselijk. In the air tonight, vergeet het maar. Willem Tell had hem verboden aan een trommel te komen. Onze Brasil kerststal is progressief. We zien het breed en met wat vriendjespolitiek. Persoonlijk heb ik me de rol aangemeten van engel die boven de stal hangt met een reclamebord getiteld; Gloria in Excelsis Deo. Toch beter dan “de Jumbo heeft het”. Stan is een voorbijtrekkende golfspeler geworden die bal nummer 13 is kwijtgespeeld in de struiken naast de kerststal. Eigenlijk heeft de dienstdoende kameel er korte metten mee gemaakt, maar er moeten nu eenmaal wat geheimen blijven. Het arme beest dacht dat het een gehaktbal was. Hap, slik, weg. Ach, U heeft nog nooit een golfer in een kerststal gezien? Tja, een blauwe, zwarte Piet wel dan? Dat bedoel ik. Vroeger, ik weet het, daar gaan we weer, was het eenvoudiger. Er waren geen Brasildames, geen plakplaatjes en genoeg maagden. Kerstmis bestond uit sneeuw die niet kwam, Urbi et Orbi uit Rome. En, als toetje was er, na het Lof, niet het Brussels Lof, nog het Billy Smart Kerstcircus. In mijn persoonlijke ellende top10 stond Billy ver boven de kerstpudding en de Tv-koks. Een onafzienbare rij olifanten, paarden, papegaaien, honden en aanverwante artikelen sloften door de houtkrullen. Wat leeuwen brulden om hun gebit en een vreemd uitgedoste Chinees balanceerde een servies op twee bamboestokken. Buiten begon de avond te vallen. Geen ontsnappen mogelijk. Het was te koud om de bevroren boerenkoolstronken gezel-
schap te houden en te vroeg om het laatste kalenderblad op de WC om te slaan. Voor, tussen, na en tijdens elke act toeterde een stel kannibalen er lustig op los. Hun eerste muziekles was in het water gevallen, doch dat hinderde hun niet. Mocht de pret niet drukken. Een kerel vocht met een beer en drie hoogblonde dames verdwenen in de nok van de arena onder luid tromgeroffel. Ik heb ze nooit meer terug gezien. Het definitieve hoogtepunt van het circus waren twee clowns die op grote voet leefden en zich een halve, rode tennisbal op de neus geplakt hadden. Het is niet makkelijk een kerel met een wit gepleisterde kop en een rode neus geinig te vinden. Humor ligt op straat zei mijn Opa. In dit geval is het enige goede advies dan ook....stil laten liggen een clown kan zich er niet aan stoten. Zelfs niet met zijn maat schoenen. De enige acceptabele clown die ik ooit heb meegemaakt zit in die prachtige song van Rod Argent. Groots en meeslepend. Na al die opwinding van Billy en Co werden de kaarsen in de stal in vuur en vlam gezet. Op het behang en de schapen tekenden zich grillige taferelen af. Ik heb de schapen altijd meer gezien als een kruising tussen lama’s en soepkippen maar heb me uiteindelijk toch maar bij de wil van de kunstenaar die ze het leven gaf neergelegd. De drie koningen, Melchior, Glenfiddich en Johnnie Walker sleepten met wierook en hash, en ver boven alles stond de ster van Bethlehem te wachten op een rol in een nieuwe film. De piraten van de bevroren grond. De Brasil levende kerststal, ik kan me er zo op verheugen. Dit jaar zijn er veel kandidaten voor de rol van os. Lekker hijgen tussen het stro, niet mis. Evenwel de grote vraag blijft, kunnen we een ietwat heilige Maria vinden tussen al die Maria Magdalena’s. Zij die zonder zonde is werpe de eerste steen......en ja hoor daar vlogen de keien door de lucht. Magere feestdagen zonder circus gewenst.
47
Alle verhalen, figuren en ideeen zijn en blijven eigendom van de schrijver. Zonder zijn toestemming is gebruik er van niet toegestaan.
Wordt vervolgd in 2015