¡
Nederland
lesboek pagina 2 3
1
De Nederlandse vlag ken je. Maar jouw provincie heeft ook een eigen vlag. Ken je die? Teken hem dan hier.
2
Stel, je bent in het buitenland op vakantie. Je stuurt een ansichtkaart naar een vriend of een vriendin. Hoe schrijf je de naam van ons land in het Duits, Frans en Engels? Trek lijnen. Duitsland • Frankrijk • Engeland •
3
• The Netherlands • Die Niederlande • Les Pays-Bas
De Nederlandse regering zetelt in Den Haag. Wat betekent dit?
Bijvoorbeeld: De gebouwen van de ministeries en het gebouw van de Tweede Kamer staan in Den Haag.
4
Er komen veel toeristen naar Nederland. Soms denken ze dat wij op klompen lopen. En dat er overal molens en tulpenvelden zijn. Wat zou jij aan toeristen laten zien? Teken een moderne poster van Nederland.
Nederland 5867-Liz6-1AB-BW.indd 1
3-4-2009 15:12:53
Nederland
Op deze kaart staan belangrijke ankers. Maak nu opdracht 5 tot en met 7. Kijk ook naar de kaart in je lesboek.
1 Groningen
6 Arnhem
11 ’s-Hertogenbosch
2 Leeuwarden
7 Haarlem
12 Maastricht
3 Assen
8 Den Haag
13 Amsterdam
4 Zwolle
9 Utrecht
5 Lelystad
Nederland
Dit jaar leer je 100 namen van plaatsen, provincies en wateren. Deze noemen we ankers.
Maak namen van de hoofdsteden van de provincies af.
6
10 Middelburg
¡
¡
5
Maak de namen van de provincies af. A Groningen
E Flevoland
B F riesland
F
C Drenthe
G Noord-Holland
K Noord-Brabant
D Overijssel
H Zuid-Holland
L Limburg
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 2-3
7
Gelderland
I
Utrecht
J
Zeeland
Plaats 13 is geen hoofdstad van een provincie. Het is de hoofdstad van het hele land! Kijk in je lesboek naar de kaart op pagina 2. Hoe kun je zien dat deze plaats de hoofdstad van Nederland is?
Er staat een streep onder Amsterdam.
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 16, 17 en 18.
Nederland
3-4-2009 15:12:54
7
1
Kijk naar de kaart. Zet een grote stip bij jouw woonplaats.
2
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Als er geen dijken zouden zijn, dan m zou mijn woonplaats onder water staan. m zou mijn woonplaats droog blijven.
Leg je arm net als op de foto en beantwoord de vraag.
Hoog en laag
™
lesboek pagina 4 5 6
Hoog en laag
Je arm is de rivier de Rijn. Die begint bij je schouder (de bergen in Zwitserland). Bij het steile deel van je arm stroomt het water snel. Dan komt het water bij je vlakke hand. Dat is Nederland. In Nederland vertakt de rivier zich, net als de vingers van je hand.
3
Vul in. Streep het foute antwoord door. Dit is een peilschaal van het Amsterdam-Rijnkanaal.
Ω Hoe komt het dat de Rijn zich in Nederland vertakt?
Ω Hoe hoog staat het water?
Nederland is een vlak land. Het water stroomt langzamer. De rivier kan
0,8
zich hierdoor gemakkelijk splitsen.
meter boven / onder NAP.
Ω Staat het water de hele dag even hoog? Leg je antwoord uit.
8
Ja, want er is geen eb en vloed.
5 6
9
Vul in. Streep het foute antwoord door. Zoek de Vaalserberg op. Hoe hoog is deze ‘berg’? De top van de Vaalserberg ligt
Welke grondsoort ligt er in de delta van een rivier? Leg je antwoord uit.
Klei, omdat het naar de bodem zakt.
Kijk in je miniatlas naar kaart 5. Maak nu opdracht 4, 5 en 6.
4
™
322
meter boven / onder NAP.
8 naar Rotterdam m m naar Amsterdam m naar Utrecht
Welke provincies liggen onder NAP? Zet daar een streep onder. Noord-Brabant – Flevoland – Noord-Holland – Drenthe – Overijssel – Zuid-Holland Kijk naar de provincies die je in opdracht 5 hebt onderstreept. Maak de zin af. Deze provincies blijven droog, doordat
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Günter Hauser uit Duitsland gooit bij Keulen een fles met een brief in de Rijn. Waar drijft die fles waarschijnlijk naartoe?
10
Waarom werd het Deltaplan bedacht?
Omdat er vaak overstromingen waren.
de mensen dijken hebben
gebouwd.
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 4-5
Nederland
3-4-2009 15:12:55
Hoog en laag
£ 1
2
™
lesboek pagina 7 8 9
Kijk wijzer!
Schrijf de woorden bij het goede pictogram. Kies uit: verklaren, waarnemen, waarderen, herkennen.
waarnemen
herkennen
verklaren
waarderen
Kleur het rondje bij het goede antwoord. De Kijkwijzer bestaat uit vier stappen. Moet je die stappen altijd in dezelfde volgorde zetten? m Ja dat moet. 8 Nee, dat hoeft niet. m Kijk in je lesboek naar foto op pagina 7. Maak nu opdracht 3 en 4.
3
Waarnemen Wat zie je? Schrijf zo veel mogelijk woorden bij de foto.
Bijvoorbeeld: dijk, water, fietser kerk, bomen, verkeersbord.
Kijk goed naar de kaart. Maak nu opdracht 11 en 12. Maak de namen van de wateren af.
11
11 IJssel 1 Noordzee
6 Westerschelde
12 Amsterdam-Rijnkanaal
2 Waddenzee
7 Rijn
13 Noordzeekanaal
3 IJsselmeer
8 Neder-Rijn
14 Maas
4
Verklaren Als je klaar bent met waarnemen, stel je vragen. Hier staan voorbeelden. Schrijf de antwoorden op. Ω Wat zal er rechts van de dijk zijn?
4 Markermeer
9 Lek
15 Waal
Bijvoorbeeld: weiland.
Ω Bedenk zelf een vraag bij deze foto. 5 Oosterschelde
12
10 Nieuwe Waterweg
16 Biesbos
Schrijf de namen van de plaatsen langs de rivieren en kanalen op. A Arnhem
C Maastricht
E Utrecht Ω Wat is het antwoord op de vraag die jij hebt bedacht?
B Rotterdam
D Zwolle
F Amsterdam
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 16, 17 en 18.
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 6-7
Nederland
3-4-2009 15:12:56
Kijk wijzer!
Waarderen Stel, een dijk moet verhoogd worden. De boerderij achter de dijk wordt afgebroken. Sommige mensen vinden dit een goed plan. Andere mensen zijn het er niet mee eens. Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen.
Bewoners van de boerderij • Toeristen • Bewoners van het lage land achter de dijk •
• vinden het jammer dat het mooie landschap verdwijnt. • vinden het fijn dat er minder gevaar is voor overstroming. • zijn tegen afbraak van de boerderij.
9
Waar wil jij graag meer over weten? Bedenk twee vragen bij de foto.
10
Waar zijn duinen? Kijk op kaart 5 van je miniatlas.
Kijk wijzer!
5
Langs de Noordzeekust van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland en op de Waddeneilanden.
6
£
Herkennen Kleur het rondje bij het goede fototoestel. Op welke plaats in Nederland kan deze ‘foto’ zijn gemaakt?
N
11
Waar liggen dijken langs de kust? Gebruik kaart 5 van je miniatlas.
£
In delen van Zeeland en Zuid-Holland, de zuidzijde van de Waddeneilanden en in Groningen en Friesland.
12
Kleur de duinen op de kaart geel.
13
Bijvoorbeeld: dijk, polder, weiland, gras, boerderij, zee, strand,
Waar zijn geen duinen langs de kust? Trek een rode streep op de kaart. Wat zijn daar wel?
meertje.
dijken
Kijk in je lesboek naar de foto op pagina 9. Maak nu met een groepje opdracht 7 tot en met 14. Wat zie je op de foto? Schrijf het op.
7 8
Wat is het verschil tussen duinen en dijken?
door de natuur gemaakt, van zand, er groeit dor, geel gras Duinen Ω op, het zand kan wegwaaien, natuurgebied.
14
Wat vind jij mooier: duinen of dijken? Waarom?
door mensen gemaakt, hard aan de zeekant, gras aan de
Dijken Ω
landkant.
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 8-9
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 16, 17 en 18.
Nederland
3-4-2009 15:12:57
1
lesboek pagina 10 11 12 13
6
Kijk in je lesboek op pagina 10 en 11. Wat zie je op elke foto? Schrijf onder de foto zo veel mogelijk woorden op.
Nederland grondig bekeken
¢
Nederland grondig bekeken
Streep de foute woorden door. Maak de zinnen af. Hoe ziet het landschap in jouw omgeving eruit? Het landschap is plat / golvend / heuvelachtig. Er is veel / weinig natuur. De natuur bestaat uit bos / hei / water / zandvlakten. De boeren hebben akkers / weilanden. De akkers en weilanden zijn recht / hebben allerlei vormen. Op de akkers groeit vooral
▼
▼
Heuvellandschap: heuvels,
Zandlandschap: bos, akker,
weiland, koeien, stad.
bomen, boerderij.
Er is veel / weinig water in de omgeving.
2
Wat vind jij mooi aan het landschap in jouw buurt?
3
In de stad groeien bomen en struiken. Er zijn parken. Waarom is de stad toch geen landschap?
¢
Omdat de mensen beslissen hoe alles er in de stad uitziet.
4
Op deze heuvel is een grote akker. De boer ploegt de akker. Hoe ziet de heuvel er nu uit? Teken dat.
▼
Veenlandschap: sloten,
Rivierenlandschap: rivier, boot,
langgerekte weilanden, vee.
weiland, koeien, bomen.
▼
5
Waarom ploegt de boer zo?
Zo zorgt hij ervoor dat de regen niet meteen de heuvel af loopt en de klei meeneemt.
10
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 10-11
7
▼
▼
Zeekleilandschap: akker, dijk,
Duinlandschap: duinen (heuvels),
boerderij.
zand, strand, zee, struiken, bomen.
Kijk nog eens naar de foto’s van opdracht 6. Hoe ziet het landschap in jouw omgeving eruit? Kleur het lijstje van de foto die er het meest op lijkt.
Nederland
11 3-4-2009 15:12:58
Nederland grondig bekeken
8
Aan de plantengroei herken je een landschap. Heide groeit alleen op zandgrond. Heide groeit het best op zandgrond. Zandgrond houdt het regenwater goed vast. De klei in de bodem komt van de rivieren.
9
∞
Waar of niet waar? Streep de foute antwoorden door. waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar
1
10
Kiran woont in Den Haag. Dat is een grote stad. Pieterburen ziet er heel anders uit. Kiran kijkt naar de foto van Pieterburen. Wat voor verschillen ziet zij met Den Haag?
grote tuinen voor en achter de huizen, grote huizen.
Bijvoorbeeld: Een boer is niet blij, omdat hij
¢
2
Lieneke komt uit Pieterburen. Zij kijkt naar de foto van Den Haag. Wat is er anders dan in Pieterburen?
Sommige mensen vinden zo’n ‘verwilderd’
Bijvoorbeeld: de huizen staan dicht op
gebied niet mooi. Er groeien planten die als
elkaar, weinig tuinen, hoge gebouwen, je ziet
‘onkruid’ overwaaien naar tuinen.
de rand van de stad niet.
Welk landschap vind je rondom de volgende steden? Gebruik kaart 6 van je miniatlas. Middelburg Ω Arnhem Ω
lesboek pagina 14 15 16 17
Bijvoorbeeld: de huizen staan ver uit elkaar,
Nu worden van weiden en akkers soms nieuwe natuurgebieden gemaakt. Niet iedereen is daar blij mee. Waarom niet?
zijn weiden of akkers moet weggeven.
Ruilen voor even
3
zeekleilandschap
Kijk in je lesboek op pagina 16 naar de kaart van de Randstad. In welke provincies ligt de Randstad?
Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland.
rivierenlandschap
4
Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht liggen in de Randstad. Schrijf nog zes steden op die in de Randstad liggen.
Lelystad Ω
zeekleilandschap
Maastricht Ω
heuvellandschap
Bijvoorbeeld: Dordrecht, Delft, Zoetermeer, Leiden, Haarlem, Zaandam,
Amsterdam Ω
zeeklei- en veenlandschap
Almere, Hilversum, Amersfoort.
Leeuwarden Ω
zeekleilandschap
5
Tussen veel steden in de Randstad liggen akkers, weiden en meren. Dit gebied heet het Groene Hart. Welke steden liggen in het Groene Hart? Gouda en Alphen aan den
Rijn
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 16, 17 en 18.
12
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 12-13
Nederland
13 3-4-2009 15:12:59
Ruilen voor even
De regering wil niet dat de weiden van het Groene Hart veranderen in woonwijken en bedrijventerreinen. Waarom niet?
10
Kleur de rondjes bij de goede antwoorden. Kijk naar de kaart op pagina 17 van je lesboek. Zijn de provincies dunbevolkt of dichtbevolkt?
Ruilen voor even
6
De regering wil genoeg open ruimte tussen de steden houden. dunbevolkt Groningen m 8 8 Drenthe m Noord-Holland m 8 Zeeland m 8 Limburg m 8 Flevoland m Utrecht m
Dan kunnen mensen daar in hun vrije tijd genieten van de natuur en de stilte.
7
‘Oei, de melk en boter zijn op,’ zegt moeder. ‘Loop jij snel even naar de winkel?’ Wat is het verschil tussen de winkels in Pieterburen en Den Haag?
In Den Haag kan je uit veel meer winkels kiezen dan in Pieterburen.
∞
8
In deze flat woont Kiran. Waarom staan er in de stad wel flats en op het platteland niet?
11
dichtbevolkt m m 8 m m m m 8 m
Kijk in je lesboek op pagina 17 naar de kaart van Lieneke. Ze schrijft aan haar ouders wat ze in Den Haag heeft gedaan en wat ze van de grote stad vindt. Stel je eens voor dat Kiran een kaart uit Pieterburen stuurt. Wat schrijft zij aan haar ouders?
∞
In de stad moeten veel meer mensen in een klein gebied wonen. Daarom bouwt men in de hoogte.
9
In platteland zie je het woord plat. Betekent dit dat het land altijd plat en vlak is?
Nee, als er in een heuvelachtig gebied weinig mensen wonen, noemen we dat ook platteland.
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 16, 17 en 18.
14
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 14-15
Nederland
15 3-4-2009 15:13:00
π
Blokopdrachten blok 1 Het laatste blok van groep 5 ging over verkeer en vervoer. In deze opdracht verdiep je je meer in de spoorwegen. Maar niet die van Nederland!
Er zijn drie blokopdrachten. Je mag zelf kiezen met welke opdracht je begint. A
E e n n i e u w e i n d e l ing
Over de indeling van de wereld is lang nagedacht. Dat leerde je al in groep 5. Nederland was vroeger anders ingedeeld dan nu. In 1810 regeerde Napoleon over ons land. Nederland kreeg een nieuwe indeling. Noord-Holland en Utrecht heetten toen samen het Departement van de Zuiderzee. ZuidHolland kreeg de naam Departement van de Monden van de Maas.
1
De Transsiberische spoorlijn
Blokopdrachten blok 1
B
Jij mag Nederland opnieuw indelen. Teken jouw indeling in het kaartje hieronder. Schrijf de namen van de delen ernaast.
1
Rusland.
2
Voor dit land heeft Els een visum nodig. Dat is een speciale toestemming om de grens van dat land over te mogen. Je kunt het bij de ambassade van het land krijgen. Zoek in je woordenboek op wat een ambassade is.
π
een gebouw waar de vertegenwoordigers van een land hun werk doen.
N
1 cm
Els maakt een reis met de Transsiberië Expres. Deze spoorlijn begint in Moskou en eindigt in Vladivostok. Zoek in je atlas op in welk land deze plaatsen liggen.
3
De meeste ambassades vind je in Den Haag. Gebruik het telefoonboek op internet: Wat is het adres van de ambassade waar Els haar visum moet halen?
4
Els gaat met het vliegtuig naar Moskou. Over welke landen vliegt zij? Gebruik je atlas.
45 km
Nederland, Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Rusland.
5 2
In hoeveel stukken heb je Nederland verdeeld? Waarom heb dat zo gedaan?
3
In de tijd dat Napoleon over Nederland regeerde, heetten de provincies departementen. Verzin een naam voor jouw delen van Nederland.
4
16
Wil je meer weten over de indeling van landen? Blader eens door een atlas. Bij welke landen zie je dat de grenzen kaarsrecht lopen? Maak een werkstukje over een van die landen. Zoek informatie in het documentatiecentrum of op internet.
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 16-17
Els maakt deze foto op het station van Moskou. Kijk goed naar de foto. Schrijf de namen in Russische letters achter de namen zoals wij die schrijven.
Moskou
Ω
Irkoetsk
Ω
Nederland
17 3-4-2009 15:13:00
Blokopdrachten blok 1
6
¡
De Transsiberische spoorlijn is 9288 km lang. Er zijn 72 stations langs de route. Als de trein gemiddeld 90 km per uur rijdt en dag en nacht zou doorrijden, hoeveel dagen doet de trein dan over de hele spoorlijn? Gebruik je rekenmachine.
lesboek pagina 18 19
Noord-Nederland
4,3 dagen (=103 uur) Wil je meer weten? Zoek dan op internet of in het documentatiecentrum. Maak een werkstuk over het landschap waar de trein doorheen rijdt. C
π
T y pi s c h N e d e r l a nd
Vraag een buitenlander waar hij aan denkt, als hij aan Nederland denkt. Wedden dat hij zegt: aan tulpen, klompen en molens? Wat weet jij zelf eigenlijk over molens?
1
De meeste molens die nu nog in het Nederlandse landschap staan, zijn gebouwd na het jaar 1600. Er zijn twee soorten molens: molens om water weg te malen en molens om een speciaal werk te doen, zoals graan tot meel malen of planken zagen. Teken een molen. Zoek niet eerst een plaatje op, maar teken de molen uit je hoofd.
2
Zoek nu meer informatie over molens. Bijvoorbeeld in het documentatiecentrum of op internet. Klopt de tekening die je gemaakt hebt? Wat voor soort molen heb je getekend?
1
Kijk naar kaart 1 van je miniatlas. Maak de namen van de provincies en plaatsen af.
A Groningen
B Drenthe
C Friesland
1 Groningen
4 Assen
8 Leeuwarden
2 Delfzijl
5 Emmen
9 Drachten
3 Veendam
6 Hoogeveen
10 Sneek
7 Meppel
11 Heerenveen
Wat ligt er bij de volgende nummers? Schrijf het op.
3
18
14 Vlieland
16 Ameland
13 Waddenzee
15 Terschelling
17 Schiermonnikoog
Wat weet je nu over molens? Schrijf dat in trefwoorden op.
Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 18-19
12 Afsluitdijk
Noord-Nederland
19 3-4-2009 15:13:01
Noord-Nederland
Hoogezand staat niet op de kaart. Maar het ligt tussen Groningen en Veendam. Die plaatsen staan wel op de kaart.
Kijk in je lesboek op pagina 18 en 19. Maak nu opdracht 5 en 6.
Lees de teksten. Ze gaan over plaatsen die niet op de kaart staan. Weet jij waar ze liggen?
5
Kleur het rondje bij het goede antwoord. m Op deze kaart kun je zien waar klei, veen of zand in de bodem zit. 8 Op deze kaart kun je zien waarvoor het land wordt gebruikt. m
6
Schrijf de woorden onder het goede plaatje. Kies uit: industrie, akkerland, natuurgebied, strand en duinen, grasland, bebouwing.
Noord-Nederland
2
Filebericht: Op de A7, Heerenveen richting Sneek, staat voor de rotonde bij Joure een file van zes kilometer. Teken Joure op de kaart. Schrijf er een J bij.
¡
akkerland
industrie
strand en duinen
bebouwing
natuurgebied
grasland
¡
Uit een geschiedenisboek: Appingedam ligt tussen Groningen en Delfzijl. Vroeger was dit een rijk havenstadje. Nu heeft Delfzijl die functie overgenomen. Teken Appingedam op de kaart. Schrijf er een A bij. Uit een folder voor toeristen: Bij het plaatsje Borger, op de Hondsrug tussen Assen en Emmen, vindt u het grootste hunebed van Nederland. Teken Borger op de kaart. Schrijf er een B bij. Kijk naar kaart 1 in je miniatlas. Maar dan opdracht 3 en 4.
3
Maak de zinnen af. De provincie Groningen grenst aan de provincies
Drenthe
en aan buurland
4
Groningen , Friesland
7 en
Overijssel
Maak de zinnen af. Emmen ligt in het
zuidoosten
van de provincie Drenthe.
Delfzijl ligt in het
oosten
van de provincie Groningen.
Veendam ligt ten
zuiden
van Delfzijl.
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 20-21
en De schaatsers van de Elfstedentocht komen langs elf plaatsen. Maar of het nu steden zijn …? Wanneer noem je een plaats volgens jou een stad?
Duitsland .
De stad Groningen ligt ten
20
Friesland
Duitsland .
en aan buurland
Drenthe grenst aan
Zoek elk woord op in de legenda. Kleur het hokje onder de foto in de kleur die bij het woord past.
westen
van Veendam.
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 34, 35 en 36.
Noord-Nederland
21 3-4-2009 15:13:03
1
6
Kijk in je lesboek naar de foto op pagina 20. Wat zie je niet op de foto? Streep die woorden door. koeien boerderijen kerk
duinen flats bossen
Het zeekleilandschap
™
lesboek pagina 20 21 22
Het zeekleilandschap
zee sloten akkers
Wat zie je wel in het zeekleilandschap? Schrijf de woorden op die je overhoudt.
zee, boerderijen, sloten, kerk, akkers
2
m m 8 m m
3
™
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Kijk in je lesboek naar de kaart op pagina 18 en 19. Vergelijk deze kaart met kaart 6 in je miniatlas.Hoe wordt de bodem gebruikt in de zeekleigebieden? voor bos en akkerbouw voor akkerbouw voor akkerbouw en veeteelt voor industrie en tuinbouw
Kijk naar de foto. Lees ook de tekst boven aan pagina 21 in je lesboek. Ω De boer werkt op het land. Wat doet hij?
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Als je een huis bouwt, moet je eerst een gat in de grond graven. Wat is het verschil tussen kleigrond en zandgrond?
Hij ploegt.
Bij deze grond moeten de wanden van het gat stevig gemaakt worden. In deze grond moet je zwaar scheppen. Deze grond blijft aan je schep kleven.
Aardappelen, graan of suikerbieten.
kleigrond
zandgrond
m 8 m 8 m
8 m m m
Ω Welke planten zal de boeren waarschijnlijk kweken?
7
Kleur op de kaart de gebieden met een zeekleilandschap groen. Kijk op kaart 6 in je miniatlas.
Kijk in je lesboek naar de grote foto op pagina 21. Maak opdracht 4 en 5.
4
Wat zie je? Schrijf losse woorden op.
Bijvoorbeeld: palen, gras, water, klei.
5
Streep het foute antwoord door en maak de zin af. Op de foto is het eb / vloed, want
22
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 22-23
de kwelder ligt droog.
Noord-Nederland
23 3-4-2009 15:13:05
8
Het zeekleilandschap
£
Nieuw land krijg je door indijken of droogmalen. Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. Zeeland
1
Groningen
lesboek pagina 23 24 25
Brune bonen
Kijk in je lesboek op pagina 23. Lees de strip nog eens. Bartje spreekt dialect. Schrijf de zinnen in het Nederlands onder de tekening op.
Indijken Flevoland
Friesland Droogmalen Zuid-Holland
Noord-Holland
™
▼
9
In de Waddenzee slibt klei aan. Waarom gebeurt dat niet langs de Noordzeekust?
Voor de Noordzeekust liggen geen eilanden. Eilanden maken het
▼
Bartje, houd je bord eens bij.
Bonen zul je eten!
Ik lust geen bruine bonen.
Je had mij een ander prakje beloofd!
water rustig. Zo kan de klei bezinken.
10
Maak de zinnen af. Kijk in je miniatlas naar kaart 1. Ω Ameland ligt
ongeveer tien
Ω Zeeland ligt in het
kilometer van de kust af.
zuidwesten
van Nederland.
Ω De Groningse Waddeneilanden liggen in kaartvak
▼
E 1/2
▼
Zwijg, Bartje! En bid! .
Ik bid niet voor bruine bonen! Teken in het vierde vak hoe het met Bartje verdergaat. Schrijf ook op wat ze zeggen.
2
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Wat is een ander woord voor dialect? 8 streektaal m
3 Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 34, 35 en 36.
24
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 24-25
m cultuur
m boerentaal
Zet een streep door de woorden die niets met cultuur te maken hebben. taal planten
eten sport
het weer gewoonten
muziek televisieprogramma’s
Noord-Nederland
25 3-4-2009 15:13:06
Brune bonen
‘Veel toeristen gaan naar Spanje voor de zon, maar wij willen ook iets van de cultuur zien,’ zegt meneer De Bruin. Wat wil meneer De Bruin zien?
10
Inwoners van provincies zijn vaak trots op hun taal en cultuur. Veel provincies hebben een eigen volkslied. Dit is het volkslied van Groningen in het dialect. Probeer het eens te vertalen!
Brune bonen
4
Bijvoorbeeld: mooie gebouwen, een muziekuitvoering, mensen in
5
£
6
7
klederdracht, museums met schilderijen of over de geschiedenis.
Van Lauwerzee tot Dollard tou, Ω
Spreek jij dialect? Schrijf dan eens een paar zinnen op in jouw dialect. Schrijf het op zoals je het zegt. Als je geen dialect kent, mag je deze opdracht overslaan.
Van Drenthe tot aan ’t Wad,
Ω
Van Drenthe tot aan de Waddenzee,
Doar gruit, doar bluit
Ω
Daar groeit en bloeit
ain wonderlaand.
Ω
een wonderland.
Rondom ain wondre stad.
Ω
Rondom een prachtige stad.
Misschien spreek jij geen dialect. Maar kan iemand uit een ander deel van Nederland toch horen waar jij woont? Waar hoort die persoon dat aan?
Van de Lauwerszee tot aan de Dollard,
Ain Pronkjewail in golden raand Ω
Een Pronkjuweel in gouden rand
is Grönnen, Stad en Ommelaand. Ω
is Groningen, stad en ommeland.
£
Maak de zin af. Als ik op het jeugdjournaal een kind uit een andere provincie anders hoor praten dan ik zelf doe, dan denk ik
8
Veel provincies en streken hebben hun eigen dialect. Schrijf de namen van de dialecten op. Groningen Ω
Gronings
Limburg
Ω
Limburgs
Zeeland
Ω
Zeeuws
Den Haag Ω
11
Streep het foute antwoord door. Zou jij les willen krijgen in het dialect van jouw streek? Ja / nee
Haags Schrijf een voordeel en een nadeel op van les krijgen in jouw dialect. Voordeel Ω
9
Waarom heeft de provincie Flevoland geen eigen dialect? Nadeel
Ω
Deze provincie ligt in polders die nog geen honderd jaar oud zijn. Daar is nog geen eigen cultuur ontstaan.
26
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 26-27
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 34, 35 en 36.
Noord-Nederland
27 3-4-2009 15:13:06
1
Kijk in je lesboek naar de foto op pagina 27. Maak dan opdracht 5 en 6.
Zou jij in de zomervakantie een week naar een zeilschool in Friesland willen? Waarom (niet)?
5
Naar het water!
¢
lesboek pagina 26 27 28
Naar het water!
Wat zie je in de jachthaven? Schrijf vier dingen op.
Bijvoorbeeld: water, aanlegsteigers, boten, gebouwen, enz.
6
Teken een plattegrond van de jachthaven die je op de luchtfoto ziet. Wat laat je weg? Welke kleuren gebruik je?
Wat doe je allemaal in een zeilweek? Schrijf jouw ideeën op.
2
¢
Vul in: toeristen of recreanten? Meneer en mevrouw Hanneman uit Zeeland gaan twee weken op vakantie naar Sneek. Zij zijn
toeristen
.
De familie Groustra uit Sneek gaat een dagje spelen en spetteren aan de rand van het Sneekermeer. Zij zijn
recreanten
.
Sanne gaat met haar vader en moeder een dagje naar de Efteling. Zij zijn
recreanten
.
De familie Petterson uit Zweden gaat een lang weekend naar Amsterdam.
7
Welke voorzieningen zijn nodig voor de volgende toeristen en recreanten? Ω Recreanten die willen ontspannen in het bos.
Zij zijn
3
toeristen
.
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Gebruik kaart 1 van je miniatlas. In welk deel van Friesland ligt het merengebied? m In het zuidoosten van Friesland. 8 In het zuidwesten van Friesland. m
Bijvoorbeeld: wegen, parkeerterrein, wandelpaden, fietspaden, restaurant, bezoekerscentrum, boswachter. Ω Toeristen die Amsterdam willen bekijken.
4
28
Buitenlandse toeristen komen graag naar de Noordzeestranden. Naar welke provincies gaan ze dan?
Bijvoorbeeld: wegen, station, vliegveld, hotels, campings,
Zeeland, Zuid- en Noord-Holland, Friesland (Waddeneilanden).
VVV, museums, rondvaartboten.
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 28-29
Noord-Nederland
29 3-4-2009 15:13:07
Naar het water!
8
9
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Er waait een zuidwestenwind. Paul en Achmed fietsen op de Afsluitdijk in de richting van Noord-Holland. m Ze hebben de wind in de rug. 8 Ze moeten tegen de wind in fietsen. m
∞ 1
Fabrieken van boeren
lesboek pagina 29 30 31
Kijk in je lesboek naar de grote foto‑op pagina 29. Wat gebeurt er?
Ω Naast het huis van meneer De Jong ligt een jachthaven. Toeristen vinden het een mooi gebied. Meneer De Jong is niet zo blij. Waarom niet?
Het is druk. Er komen allemaal vreemde mensen. Veel recreanten laten vuil slingeren. Ω Meneer Kingma heeft een café met een terras aan het water. Waarom is meneer Kingma wel blij met de jachthaven?
¢
Mensen uit de haven komen naar zijn café. Hij verdient daaraan. Ω Noem minstens vier dingen die je ziet.
Ω Toerisme brengt veel geld op. Ieder jaar is er in Sneek een week feest. Daar komen duizenden mensen. Die geven samen meer dan vier miljoen euro uit. Waaraan geven ze dat geld uit, denk je?
Bijvoorbeeld: aan eten, drinken, overnachtingen, entree en boothuur.
10
Kijk naar kaart 8 van je miniatlas. Op veel plaatsen in Nederland trekt het water toeristen. Kleur in dit kaartje de gebieden waar veel waterrecreatie is blauw.
Bijvoorbeeld: fabriek, vrachtwagen, opslagterrein, aardappelen.
2
Wat moet er gebeuren voordat je aardappelmeel hebt? Schrijf een kort verhaal. Gebruik deze woorden: voorjaar, najaar, boer, poten, transporteren, rooien, fabriek, aardappelmeel.
Bijvoorbeeld: In het voorjaar poot de boer aardappelen. Daaruit groeit een aardappelplant met veel nieuwe aardappelen. In het najaar haalt de boer die uit de grond. Dat heet rooien. De aardappelen worden naar de fabriek getransporteerd. Daar wordt er aardappelmeel van gemaakt.
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 34, 35 en 36.
30
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 30-31
Noord-Nederland
31 3-4-2009 15:13:08
Fabrieken van boeren
De Veenkoloniën bestaan uit de driehoek van de Hondsrug, naar het Winschoterdiep en de Duitse grens. Kleur dat gebied op dit kaartje. Je mag je atlas gebruiken.
8
Het uit de grond halen van aardappelen noemen we rooien. Je kunt planten ook plukken of maaien. Hoe worden de planten op de tekening van het land of uit de boom gehaald? Trek een lijntje van de plant naar het goede woord.
rooien
4
∞
maaien
Fabrieken van boeren
3
plukken
Welke ankers staan er op deze kaart? Zet de eerste letter van de plaats bij de stip. Schrijf dan de hele naam hieronder.
∞
Groningen, Assen, Delfzijl, Veendam.
5
Welke plaatsen liggen in het gebied van de Veenkoloniën? Zet de eerste letter van de plaats bij de stip. Schrijf de hele naam hieronder.
9
Hoogezand, Winschoten, Stadskanaal.
6
Suikerfabrieken vind je vooral in het: noordoosten / zuidwesten / zuidoosten van het land.
Aardappelmeel is geen eindproduct. Het is een grondstof om andere producten mee te maken. Schrijf vier dingen op waar het in zit.
Aardappelmeelfabrieken vind je vooral in het: noordoosten / zuidwesten / zuidoosten van het land.
Bijvoorbeeld: vla, lijm, drop, plastic, soep, chips, papier.
7
Maak de zinnen af. Kies uit: suikerbieten, eindproduct, grondstof.
10 suikerbieten
Suiker komt uit Suiker is een
eindproduct
Streep de foute antwoorden door.
Kijk in je lesboek op pagina 31 naar het kaartje. Waarom staan de suikerfabrieken in die delen van Nederland?
Omdat de fabrieken gebouwd zijn dicht bij de plaats waar de meeste .
suikerbieten verbouwd worden. als je het
in de winkel koopt. Maar de suikerfabriek verkoopt ook suiker aan andere fabrieken. Suiker is dan een
grondstof
om
11
Lees in je lesboek de tekst ‘Agro-industrie’. Welke fabrieken horen niet bij de agro-industrie? Streep ze door. suikerfabriek staalfabriek
autofabriek elektriciteitscentrale
papierfabriek zuivelfabriek
andere producten mee te maken. Snoep bijvoorbeeld!
32
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 32-33
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 34, 35 en 36.
Noord-Nederland
33 3-4-2009 15:13:09
Blokopdrachten blok 2 B
In het vorig blok heb je geleerd over hoog en laag Nederland. Sommige delen van Nederland komen steeds lager te liggen. De provincie Groningen bijvoorbeeld. Daar wordt aardgas uit de bodem gehaald. Het gas zit in een steenlaag die eruitziet als een spons. Als het gas eruit is, wordt de steenlaag in elkaar gedrukt. Daardoor daalt de bodem ongeveer 1 cm per jaar. Waarschijnlijk zakt Groningen op deze manier ongeveer 40 cm.
Er zijn drie blokopdrachten. Je mag zelf kiezen met welke opdracht je begint. A D e r a d i o t e l e s c oop
1
De bodem daalt
Blokopdrachten blok 2
π
In groep 5 schreef Bart zijn adres. Hij eindigde met het heelal. Wat is dat? Je mag je woordenboek gebruiken.
LEGENDA
De oneindige ruimte en alles wat
bodemdaling meer dan 34 cm
daar in zit. Het heelal wordt ook
26 - 34 cm
wel ruimte of kosmos genoemd.
10 - 18 cm
18 - 26 cm
π
2 - 10 cm minder dan 2 cm
2
In Drenthe ligt het plaatsje Westerbork. In de bossen bij deze plaats staat een radiotelescoop. Dat is een grote antenne. Je kunt er signalen uit het heelal mee opvangen. Met die signalen maken sterrenkundigen beelden van het heelal. Zo ontdekken ze onbekende sterren en planeten.
1
langs de grens met Duitsland.
Stel je voor dat jij een sterrenkundige bent. Met je radiotelescoop heb je een nieuwe planeet ontdekt. Hoe noem je die?
2 3
Kijk op de kaart. Waar daalt de bodem in de provincie Groningen niet?
In de buurt van welke plaatsen daalt de bodem het meest? Gebruik je atlas.
in het gebied tussen de stad Groningen, Delfzijl en de Eemshaven.
Hoe ziet het landschap van jouw planeet eruit? Maak hier een tekening.
3
De bodemdaling heeft vooral gevolgen voor de waterstand in het Groningse landschap. Een brug staat met twee kanten vast op het land. Het land zakt, maar het water niet. Wat is het gevolg?
De afstand tussen het water en de brug wordt kleiner. Boten kunnen hierdoor misschien niet meer onder de brug doorvaren.
4 4
34
Wil je niet fantaseren, maar gewoon meer weten over het heelal? Zoek dan in het documentatiecentrum of op internet. Maak er een kort werkstuk over.
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 34-35
Regenwater blijft op de laagste plekken van het land staan. Sommige dorpen, akkers en weilanden kunnen onder water komen te staan. Wat kun je daaraan doen?
Je kunt gemalen bouwen om het water weg te pompen.
Noord-Nederland
35 3-4-2009 15:13:10
Blokopdrachten blok 2
5
¡
Wie zou de schade volgens jou moeten betalen?
Bijvoorbeeld: Het bedrijf dat het aardgas uit de bodem haalt.
6
lesboek pagina 32 33
Oost-Nederland
Kijk in je lesboek op pagina 32 en 33. De foto’s gaan over de provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland.
Wil je meer weten over het winnen van aardgas? Zoek in het documentatiecentrum of op internet en maak er een kort werkstuk over.
1
De Veluwe is een groot natuurgebied in Gelderland. Wat voor natuur vind je daar?
Bos en heide. C
W ad e e n e i l a n d …
2
In Nederland zijn verschillende landschappen. Bij Friesland horen vier eilanden. Elk eiland is een land in het klein: met verschillende landschappen. Hier zie je een deel van het eiland Terschelling.
π
1
Geef alle vakjes van de legenda een kleur. Kleur nu de kaart.
Bijvoorbeeld: Omdat bijna alle spullen over het water werden vervoerd.
LEGENDA strand en duinen
3
heide
2
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Welk landschap komt het meest voor op dit stuk van Terschelling? m zandlandschap m heuvellandschap 8 duinlandschap m
3
m veenlandschap m zeekleilandschap m rivierenlandschap
bos weiland
In Almere wonen veel mensen die in de Randstad werken. Ze wonen
dijk N 1 cm
5
graag in Almere, omdat daar meer ruimte is dan in de Randstad.
West-Terschelling
1,7 km
4
Onder de weilanden zit klei in de grond. Waar komt die klei vandaan?
Waaraan kun je zien dat Flevoland geen oude provincie is?
De wegen lopen kaarsrecht, de akkers zijn rechthoekig, er zijn geen
In de titel van deze opdracht zit een grapje verstopt. Eén woord is fout geschreven. Waarom denk je?
oude gebouwen.
5
Flevoland is een nieuwe provincie. Toch liggen er een paar oude plaatsen in Flevoland, bijvoorbeeld Schokland. Hoe kan dat?
uit de Waddenzee.
Schokland was vroeger een eiland in de Zuiderzee. Dat eiland is aan
Het noorden van het eiland bestaat uit zand. Waar komt dat zand vandaan?
het nieuwe land vast komen te liggen toen de polder gemaakt werd.
uit de Noordzee.
6
Almere bestaat ruim dertig jaar. Toch hoort het nu al bij de acht grootste steden van Nederland. Waarom is Almere zo snel gegroeid, denk je?
Midsland
zee
Wad slaat op wadden; Terschelling is een Waddeneiland.
4
Langs rivieren liggen oude steden waar vroeger handel werd gedreven. Waarom kozen de mensen toen een plek aan een rivier?
6
Maak de zinnen af. Kies uit: natuurgebied, fruitteelt, grasland, akkerland.
Welk deel van het eiland zal plat zijn? Hoe komt dat? Het belangrijkste bodemgebruik in Overijssel is
De weilanden zijn plat. Zand stuift op tot duinen, maar klei niet. In de Betuwe is veel
7
36
Wil je meer weten over de Waddeneilanden? Zoek in het documentatiecentrum of op internet en maak een kort werkstuk over een Waddeneiland.
Noord-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 36-37
fruitteelt
grasland
.
. De Veluwe wordt vooral gebruikt als
natuurgebied . Flevoland wordt vooral gebruikt als
akkerland
.
Oost-Nederland
37 3-4-2009 15:13:11
Oost-Nederland
9
Zoek de volgende plaatsen op. Schrijf op waar de plaats ligt. Kampen ligt ten Urk ligt in het
Lelystad
10
¡
westen noorden
B Gelderland
1 Zwolle
7 Arnhem
Emmeloord en
van Flevoland tussen
IJsselmeer
aan de rand van het
.
.
Schipper Klaassen vaart met zijn boot van Tiel naar Kampen. Over en langs welke topografische ankers vaart hij? Maak de zinnen af.
Kijk naar kaart 2 van je miniatlas. Maakde namen van de provincies en plaatsen af. A Overijssel
IJssel
van Zwolle aan de
Schipper Klaassen vaart vanaf Tiel over de rivier de
7
Oost-Nederland
Gebruik kaart 2 van je miniatlas bij opdracht 9, 10, 11, 12 en 13.
Nijmegen
. Dan gaat hij over het
Arnhem
C Flevoland
naar de stad
13 Lelystad
IJssel
langs de steden
Zwolle
naar
Waal
¡
naar
Pannerdens Kanaal (of: de Rijn)
. Van daar vaart hij over de rivier de
Zutphen
Deventer ,
en
2 Kampen
8 Nijmegen
3 Deventer
9 Apeldoorn
14 Almere
Kampen
.
15 Emmeloord
4 Almelo
10 Wageningen
5 Hengelo
11 Zutphen
6 Enschede
12 Doetinchem
11
Waar vaart schipper Klaassen tegen de stroom in?
Van Tiel tot aan het Pannerdens Kanaal (de Rijn).
12
Waar heeft schipper Klaassen de stroom mee?
Vanaf het Pannerdens Kanaal (de Rijn) tot aan Kampen.
8
Streep het foute antwoord door. Kijk naar de kaart bij opdracht 7. Wat ligt er bij de nummers? 16 17 18 19 20 21
38
IJsselmeer / Noordzee IJsselmeer / Markermeer Maas / Rijn IJssel / Schelde Neder-Rijn / Maas Rijn / Lek
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 38-39
22 23 24 25 26
IJsselmeer / Waal Maas / Schelde Rijn / Amsterdam-Rijnkanaal Twente / Veluwe Twente / Veluwe
13
Aan welke provincies grenst Gelderland?
Overijssel, Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg.
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 55, 56 en 57.
Oost-Nederland
39 3-4-2009 15:13:12
Het rivierenlandschap
™
lesboek pagina 34 35 36
Het rivierenlandschap
Kijk in je lesboek op pagina 34 naar de twee foto’s. Maak opdracht 1 en 2.
1
Wat zie je op de foto’s? Schrijf zo veel mogelijk dingen op.
Bijvoorbeeld: rivier, dijken, uiterwaarden, (steen)fabriek, een ruim landschap.
2
Zet de woorden op de goede plaats in de tekening. Kies uit: winterdijk, zomerdijk, rivier, uiterwaard.
winterdijk
™
zomerdijk uiterwaard
rivier
4
Klei uit de uiterwaarden wordt afgegraven voor de steenfabrieken. Raakt die klei ooit op?
Nee, want de rivier laat bij iedere overstroming van de uiterwaarden nieuwe klei achter.
3
Welke provincies hebben een rivierenlandschap? Gebruik kaart 6 van je miniatlas.
5
Overijssel, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg.
Bij Dordrecht stromen veel rivieren. Toch ligt Dordrecht niet in het rivierenlandschap. Hoe komt dat? Gebruik je miniatlas.
Omdat Dordrecht in het zeekleilandschap ligt. De zee heeft daar klei neergelegd.
6
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Toen er nog geen dijken waren stond bij overstromingen veel land onder water. Daarom bestaat de bodem uit het rivierenlandschap vooral uit: 8 klei m
40
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 40-41
m zand
m veen
Oost-Nederland
41 3-4-2009 15:13:13
Het rivierenlandschap
7
£
Kijk goed naar de rivier in het landschap. Waarom kan deze foto niet in Nederland zijn genomen?
Ω
lesboek pagina 37 38 39
Goederen op weg
1
Iedere dag kopen Nederlanders heel veel verschillende dingen. Hoe is dat bij jou thuis? Maak een boodschappenlijstje voor één dag.
2
Vijftig jaar geleden waren er nog geen supermarkten. Toch moesten mensen toen ook elke dag eten. Waar haalden ze hun boodschappen?
Bijvoorbeeld: Omdat er helemaal geen dijken zijn.
™
8
9
Waarom wordt er nu meer ruimte aan de rivieren gegeven dan vroeger? 1
Omdat de kans op overstromingen kleiner wordt.
2
Omdat er zo nieuwe natuurgebieden bij komen.
Wie zouden er niet zo blij zijn met meer ruimte voor rivieren?
Bijvoorbeeld: mensen die uit hun huis moeten. Boeren die hun land kwijtraken. Mensen die het landschap mooi vinden en het niet graag
De mensen deden boodschappen in kleine winkels in hun eigen
zien veranderen.
woonplaats: de kruidenier, de slager, de bakker en de groenteboer.
3
Kijk in je lesboek op pagina 37. Je ziet een vrachtwagen van Blokker. Ω Van welke bedrijven rijden er vrachtauto’s bij jou in de buurt?
Ω Waar zie je die vrachtauto’s vooral?
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 55, 56 en 57.
42
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 42-43
Oost-Nederland
43 3-4-2009 15:13:14
Goederen op weg
Kijk in je lesboek op pagina 37 naar de eerste foto.
8
Kleur het rondje bij het goede antwoord. In het rivierengebied liggen veel distributiecentra. Waar nog meer?
Goederen op weg
4
Wat valt je op aan de foto van het distributiecentrum? m Drenthe
m Zeeland
8 de Randstad m
Bijvoorbeeld: er staan heel veel vrachtauto’s,
9
het ligt buiten de stad.
5
In Marokko wonen meer mensen dan in Nederland. En er zijn daar goede wegen tussen de grote steden. Toch zijn er lang niet zo veel distributiecentra als in Nederland. Hoe komt dat?
Waarom is de A2 zo’n drukke snelweg? Gebruik kaart 10 van je miniatlas.
De mensen in Nederland zijn rijker dan in Marokko. Rijkere mensen
Omdat de A2 de Randstad verbindt met grote Brabantse en
kopen meer, dus moeten er ook meer winkels en distributiecentra zijn.
Limburgse steden.
£
6
Er wordt een nieuw distributiecentrum voor een supermarkt gebouwd. De winkels van die supermarkt komen in het hele land. Wat is de beste plek voor het distributiecentrum? Zet daar een rondje op de kaart.
10
N
£
De Betuwelijn is naast de snelweg aangelegd. Noem twee voordelen van vervoer met de trein.
Bijvoorbeeld: het is
1 cm 45 km
goedkoper en het is beter voor het milieu.
LEGENDA autosnelwe g
11 7
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Gebruik kaart 9 en 10 van je miniatlas. Er staan twintig containers met computers in de haven van Rotterdam. Die moeten naar een groot bedrijf in Eindhoven. Je kiest voor vervoer over: m de weg
8 het spoor m
Er is lang gepraat over de voor- en nadelen van de aanleg van de Betuwelijn. Bedenk twee nadelen van de Betuwelijn. Bespreek jouw mening met een klasgenoot.
1
Bijvoorbeeld: Het landschap verandert (dus het spoor is niet
helemaal goed voor het milieu). 2
Het aanleggen van de spoorlijn kost de overheid veel geld.
m het water
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 55, 56 en 57.
44
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 44-45
Oost-Nederland
45 3-4-2009 15:13:14
1
lesboek pagina 40 41 42
7
Kijk eens rond in de klas. Schrijf alle dingen op waarin computerchips zitten.
De ondernemende universiteit
¢
De ondernemende universiteit
Stel je eens voor dat jij op een universiteit zit. Wat zou je willen onderzoeken?
Bijvoorbeeld: computer, horloge, klok, walkman, mp3-speler, mobiele telefoon.
2
Kijk in je lesboek naar de foto’s op pagina 40. Wat zie je? Schrijf zo veel mogelijk dingen op.
¢
Bijvoorbeeld: een ingewikkelde proef, mensen in een zaal die naar iemand luisteren.
3
4
5
8
Wat is een hightechbedrijf? Schrijf het in je eigen woorden op.
1
Amsterdam
Een bedrijf waar nieuwe technische producten worden gemaakt.
2
Rotterdam
3
Utrecht
Schrijf drie hightechproducten op.
4
Leiden
Bijvoorbeeld: computer, chips, raketten, radars.
5
Wageningen
6
Groningen
7
Tilburg
8
Nijmegen
9
Maastricht
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Wat is geen hightechbedrijf? m Philips m Sony 8 Albert Heijn m
6
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Waarom is het voor een hightechbedrijf handig als er een technische universiteit in de buurt is? m Het hightechbedrijf kan producten verkopen aan de universiteit. m Het hightechbedrijf kan grondstoffen van de universiteit kopen. m 8 Het hightechbedrijf kan de kennis van de universiteit gebruiken.
46
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 46-47
Nederland heeft drie technische universiteiten. Maar er zijn nog meer universiteiten in ons land. In elke plaats op de kaart staat een universiteit. Welke plaatsen zijn dat? Schrijf ze naast de kaart.
9
Waarom is het logisch dat Eindhoven een technische universiteit heeft?
Omdat Philips hier veel fabrieken en kantoren heeft.
Oost-Nederland
47 3-4-2009 15:13:15
De ondernemende universiteit
10
Op de tekeningen worden geen hightechproducten gemaakt, maar wel gebruikt. Wat zie je? En wat voor hightechproducten worden er gebruikt? Schrijf dat naast elke tekening.
Ω
∞ 1
lesboek pagina 43 44 45
Nieuw land
Kijk in het lesboek op pagina 43 naar de foto’s. Welke verschillen zie je in het landschap? Schrijf zo veel mogelijk dingen op.
Ik zie een operatiekamer.
Bijvoorbeeld: ingericht of niet-ingericht, landbouw of natuur,
Er wordt gereedschap gebruikt,
windmolens of geen windmolens.
waarin kleine cameraatjes en chips
2
Zo zag Nederland er in 1900 uit. Vergelijk dit kaartje met een kaart van Nederland nu.
zitten. Teken het nieuwe land erbij.
¢
Ω Kleur het nieuwe land lichtgroen.
Ik zie een raket.
µ
Ω Kleur het oude land donkergroen. Ω Kleur het zeewater lichtblauw.
Die zit vol met elektronica.
Ω Kleur het zoet water donkerblauw.
Daarmee wordt onderzoek in de ruimte gedaan.
Ω
Ik zie een speelgoedstation. In de treinen en op het station is veel elektronica om de treinen goed te laten rijden.
Ik zie een regiekamer in een
µ
televisiestudio. Via de schermen en de computers worden televisie- programma’s gemaakt.
3
Streep het foute woord door en maak de zin af. Ingenieur Lely bedacht een plan om delen van de Zuiderzee droog te maken. Dat plan zie je in het lesboek op pagina 43. Eén deel is niet drooggemaakt. Dat deel zou de Markerwaard gaan heten. De Markerwaard ligt in het zuidoostelijke / zuidwestelijke deel van het IJsselmeer. Waar de Markerwaard zou komen, ligt nu een dam. Die dam verbindt de provincies
Noord-Holland
en
Flevoland
.
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 55, 56 en 57.
48
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 48-49
Oost-Nederland
49 3-4-2009 15:13:16
Nieuw land
Welke plaats in de provincie Flevoland is genoemd naar ingenieur Lely?
10
Lelystad. Dit is de hoofdstad van Flevoland.
5
6
∞
Streep de foute woorden door. Om een stuk IJsselmeer droog te maken moest eerst een dam / dijk om het gebied worden gemaakt. Met molens / gemalen werd het water weggepompt. Het nieuwe land ligt hoger / lager dan het water in het IJsselmeer. Het drooggevallen land bestaat voornamelijk uit zeeklei / zand. Omdat je moet blijven pompen om het land droog te houden, noem je het gebied een polder / weiland.
Oostvaardersplassen
Rest van Flevoland
▼
▼
natuurlandschap
cultuurlandschap
niet door mensen ingericht
door mensen gemaakt
meertjes met een natuurlijke vorm
rechte sloten
Kijk in je lesboek naar de foto op pagina 44. Waarom is het land op deze manier het handigst ingericht voor de boeren?
Alle akkers zijn rechthoekig. De boeren kunnen er gemakkelijk met machines op werken.
7
Wat is het verschil tussen de Oostvaardersplassen en de rest van Flevoland? Zet de volgende woorden in de goede rij. Kies uit: cultuurlandschap, natuurlandschap, door mensen gemaakt, niet door mensen ingericht, rechte sloten, meertjes met een natuurlijke vorm.
Nieuw land
4
∞ 11
Toen er voor het eerst nieuw land werd ingericht, kwam niemand met het idee er een natuurgebied van te maken. Waarom dacht niemand daaraan?
Bijvoorbeeld: omdat de mensen toen anders over de natuur dachten.
Het Wieringermeer werd in 1930 ingepolderd. Zuidelijk Flevoland werd in 1968 drooggemaakt. Waarom werden er in Wieringermeer meer dorpen gemaakt dan in Zuidelijk Flevoland?
Omdat natuur geen geld oplevert.
Omdat er in 1930 bijna geen auto’s en fietsen waren. De dorpen moesten dus dicht bij elkaar liggen. In 1968 hadden veel mensen een auto en konden ze grotere afstanden rijden.
8
Kleur het rondje bij het goede antwoord. Vlak na de droogmaking wisten de mensen heel goed waarvoor ze het nieuwe land wilden gebruiken. Dat land kon het best worden gebruikt voor: m industrie
9
m nieuwe steden
m 8 landbouw
Sommige mensen willen de Markerwaard toch droogmaken. ‘Dan kan daar een nieuw vliegveld komen,’ zeggen sommige mensen. Wat vind jij van dat idee? Praat er met een groepje over. Schrijf jullie mening op.
Ben je klaar? Ga dan verder met de blokopdrachten op pagina 55, 56 en 57.
50
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 50-51
Oost-Nederland
51 3-4-2009 15:13:16
Blokopdrachten blok 3 5
Stel je voor: jij richt een jamfabriek op. Schrijf op een blaadje wat je daar allemaal voor moet doen.
Blokopdrachten blok 3
π
Er zijn drie blokopdrachten. Je mag zelf kiezen met welke opdracht je begint. A
Wat voor soorten jam ga je maken? Wat voor machines heb je nodig? Hoeveel mensen werken er in je fabriek? Wat voor werk doen zij? Waar houd je rekening mee bij het kiezen van de plaats voor de fabriek?
Fruit en fabriek
In Gelderland wordt veel fruit geteeld. Vooral in het gebied dat
de Betuwe
1
6
heet.
Welke soorten fruit worden er in Nederland geteeld? Teken die in de fruitmand. Schrijf de namen in het lijstje naast de fruitmand.
Vind je het leuk om meer te weten te komen over fruit? Zoek dan in het documentatiecentrum of op internet. Maak er een kort werkstuk over. Belangrijke vragen: Waar wordt fruit geteeld? Waarom daar? Wat zie je daar precies? Hoe gaat dat?
Bijvoorbeeld: appels, peren, pruimen, B
π
H et bos in
kersen, aardbeien, bessen, bramen, frambozen.
2
1
In het vorige hoofdstuk leerde je over waterrecreatie. Veel mensen recreëren ook graag in het bos. Op de Veluwe bijvoorbeeld. Waar vind je bosgebieden in Nederland? Kijk in je miniatlas. Kleur die gebieden groen in het kaartje hiernaast. Zet een rode stip op de plaats waar jij woont. Zet een rondje om de bossen waar jij wel eens bent geweest.
Fruit kun je gewoon kopen in de supermarkt of bij de groenteboer. Maar veel fruittelers brengen hun fruit ook naar een fabriek. Wat gebeurt er dan met het fruit?
Het wordt in blikken of potten gestopt of er wordt jam of appelmoes van gemaakt.
3
Wat is een conservenfabriek? Gebruik je woordenboek.
Een fabriek waar levensmiddelen worden verwerkt om ze langer houdbaar te maken.
4
2
Maak een tekening van mensen die recreëren in het bos. Wat zie je op die tekening? Wat doen die mensen? Zijn er ook voorzieningen voor de recreanten gemaakt?
Hoe kun je fruit conserveren?
Door er jam of moes van te maken, door het te drogen, in te vriezen of in te blikken.
52
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 52-53
Oost-Nederland
53 3-4-2009 15:13:17
Blokopdrachten blok 3
3
Vind je het leuk om meer te weten te komen over de Veluwe? Maak dan een kort werkstuk. Zoek in het documentatiecentrum of op internet. Belangrijke vragen zijn: Hoe groot is de Veluwe? Wat zie je er allemaal? Waar gaan toeristen naartoe als ze op de Veluwe zijn? C Witte Wieven C Bartje sprak Drents. In Gelderland en Overijssel zijn ook streken met hun eigen dialect. In Twente bespreken ze bijvoorbeeld Twents. En de mensen noemen zichzelf Tukkers. In de Achterhoek spreken mensen weer een ander dialect.
π
1
Kleur de Achterhoek geel en kleur Twente oranje. Gebruik je miniatlas.
2
Deze streken hebben hun eigen cultuur. Daar horen ook oude verhalen bij. Het zijn sagen en legenden. Ze spelen zich vaak af in het oude landschap met kleine dorpen, smalle wegen en donkere bossen. Veel verhalen gaan over de witte wieven (vrouwen). ’s Nachts kwamen ze tevoorschijn. Uit een mistvlaag, in witte kleren. Wat is een sage? En wat is een legende? Zoek het op in het woordenboek.
Een sage is een volksverhaal dat voor het grootste gedeelte verzonnen is, maar waarin ook een historische gebeurtenis zit. Een legende is een volksverhaal over een heilige of over een wonder.
3
Schrijf zelf een sage of legende op een blaadje of teken er een strip over. Het verhaal begint zo: Die middag moet Anna eieren halen bij boer Wanders. Het is al laat. Het wordt al donker als ze aan de terugweg begint. …
4
54
Vind je het leuk om meer te weten over witte wieven? Zoek dan in het documentatiecentrum of op internet. Zoek ook eens meer informatie over Twente. Wat is daar te zien? Maak er een kort werkstuk over.
Oost-Nederland
5867-Liz6-1AB-BW.indd 54-55
3-4-2009 15:13:18
Colofon Hoofdauteurs André de Hamer Arend Pottjegort Advies Dick van Schreven Cartografie Van Oort, redactie en kartografie, Almere Foto's binnenwerk Aerophoto Eelde (23), APB (45), Avebe (31), Bert Buiring (19), Robin Cohen (27), Jan Elhorst (12), Foto Natura (51), Peter Horree (11), Guus Jautze (1, 21), Martin de Jong (25), Pat Kockelkorn (43), Els van der Kolk (21), Ministerie van Verkeer en Waterstaat (7, 21), Fokke Nauta / Stichting ReCreatief Fietsen (19), Persbureau Noordoost (19, 21, 28), Renate Reitler (5, 7, 30, 31), RIZA (42), André Ruigrok (1), Shutterstock (23),Karel Tomei (15, 41, 51), Universiteit Twente (46, 47), Frank Viergever (26), Linda Vogelesang (42), Marco Waaijenberg (17), Jochem Wijnands (3, 11, 14, 19, 34, 51) Foto’s omslag CC Vision, Renate Reitler, Karel Tomei, VVV Groningen Beeldresearch Picture Contact, Amsterdam Illustraties binnenwerk Fred de Heij, Anjo Mutsaars, Peter Nuyten, Erwin Suvaal Medewerking lay-out Vormgevers Arnhem, Arnhem Redactie TRC, Marinell Bruys, Hoogerheide Bureauredactie Boekwerk, Maasbommel Projectgroep Zwijsen Els van der Kolk (projectleiding) Linda Vogelesang (bureauredactie / projectleiding) Marion van de Ven, Renate Reitler (beeldredactie) Harriëtte van den Heuvel (vormgeving) Tessa Sponselee (productiebegeleiding) Christa Hage (marketingadvies) Jan van Wonderen (uitgever) 3e druk ISBN 978-90-276-5867-8 © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg www.zwijsen.nl www.zwijsenlandinzicht.nl Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht. nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Indien iemand meent als rechthebbende in aanmerking te komen, kan hij of zij zich tot de uitgever richten.
5867-Liz6-1AB-BW.indd 56
3-4-2009 15:13:18