De Levensloopregeling De meest gestelde vragen
Januari 2007 7.0093ML /GW
De Levensloopregeling De meest gestelde vragen Het belang van een goede regeling
Wellicht wilt u binnenkort een lange reis maken, een opleiding volgen , (aanvullend) ouderschapsverlof nemen of eerder stoppen met werken. Maar hoe komt u tijdens uw (onbetaalde) verlof dan aan inkomen? De levensloopregeling maakt het mogelijk om voor uw eigen inkomen tijdens uw verlof te sparen op een belastingtechnisch voordelige wijze. Misschien biedt deze regeling u mogelijkheden: het is aan u om te kiezen wat u wilt.
Om deel te kunnen blijven nemen aan het arbeidsproces is variatie tussen werken en verlof wenselijk – ook op lifetimebasis. Werknemers willen zelf optimaal keuzes kunnen maken over hun arbeidsdeelname en verlof. Werknemers willen kunnen sparen voor een inkomen tijdens verlof en zelf kunnen beslissen wanneer ze het gespaarde verlof op willen nemen: in het begin, tijdens het spitsuur of aan het eind van hun loopbaan.
Levensloopregeling
Sparen voor vrijaf Wat houdt dat verlofsparen precies in?
Elk kalenderjaar kunt u bij uw werkgever melden of u wilt sparen. U moet daarbij aangeven in welk kader u wilt sparen: levensloopregeling of spaarloonregeling. U mag namelijk geen gebruik maken van beide regelingen: het is het één of het ander.
De levensloopregeling is gestart in een periode dat de mogelijkheden om met FPU te gaan zijn opgeheven. De discussie over wel of niet deelnemen aan de levensloopregeling is daarom ook gestart met het oogmerk om toch nog vervroegd uittreden mogelijk te maken. Maar levensloop omvat meer. Het achterliggende idee is dat werknemers van hun brutosalaris een bedrag sparen om op een bepaald moment om wat voor reden dan ook onbetaald verlof te kunnen opnemen. Of dat nu (aanvullend) ouderschapsverlof is, een studie, een reis of verlof voorafgaand aan het pensioen. De fiscus draagt een steentje bij en u bepaalt zelf met welke bank of verzekeraar u zaken doet.
De werkgever kan u deelname aan de levensloopregeling niet verbieden., want het is uw wettelijk recht. Voor het opnemen van verlof – en dan met name voor de duur van de door u gewenste periode van verlof moet uw werkgever echter wel toestemming geven, tenzij het bepaalde wettelijke vormen van verlof betreft: ouderschapsverlof en zorgverlof.
1. Wat houdt de levensloopregeling in? Met de levensloopregeling kunt u jaarlijks een percentage van uw bruto inkomen opzij zetten. Over dat deel van uw bruto inkomen betaalt u (op dat moment) geen loonbelasting. Met het tegoed dat u opbouwt, kunt u later een periode onbetaald verlof opnemen en uw inkomen betrekken uit het gespaarde tegoed van de levensloopregeling. In de meeste situaties betaalt u daarover wel belasting, maar aanzienlijk minder dan in uw actieve periode.
2. Hoeveel mag ik sparen per jaar? Per jaar maximaal twaalf procent van uw brutojaarsalaris. Minder mag natuurlijk ook. In totaal kunt u tot maximaal 210 procent van uw laatstverdiende jaarsalaris sparen. Een simpele rekensom leert dat het minimaal 17,5 jaar duurt voordat u dat spaarplafond heeft bereikt.
3. Geldt de 12 % grens voor iedereen? Er geldt een uitzondering: was u op 31 december 2005 51 jaar of ouder en jonger dan 56, dan valt u in een overgangsregeling. U mag meer mag sparen dan twaalf procent per jaar. Zo kunt u de maximale 210 procent van uw jaarinkomen sneller bijéén sparen.
4. Wat kan ik met mijn tegoed doen? Tijdens de periode dat u onbetaald verlof opneemt heeft u geen recht op salaris. U moet in die periode dus zelf voorzien in een vorm van inkomen. U kunt met de levensloopregeling maximaal drie jaar verlof financieren, waarbij u op zeventig procent van uw inkomen blijft. Of 2,1 jaar bij honderd procent van uw inkomen. U kunt dat verlof ook gebruiken om eerder te stoppen met werken. Hoeveel en hoelang u moet sparen voor een bepaalde verlofperiode, kunt u laten becijferen met behulp van een rekenmodule. De meeste aanbieders hebben op hun website zo’n module staan, zoals de ABP dochter Loyalis http://www.loyalis.nl/loyalis/loyalis/klant/levensloop/Rekenen.asp
5. Moet mijn werkgever me ook vrij geven? Ja en nee. In de Wet arbeid en zorg is geregeld dat de werkgever moet meewerken aan het opnemen van ouderschapsverlof en (langdurig) zorgverlof. Maar als u drie maanden vrij wilt om uw huis te verbouwen of een cruise te maken, kan de werkgever dat opnemen van het gewenste verlof weigeren.
6. Ik wil deeltijdverlof: twee dagen in de week. Kan dat? In het algemeen geldt: ook dat is mogelijk met de levensloopregeling. Maar opnieuw: mits uw werkgever het toestaat.
7. En als ik de tijd tussen twee banen wil in overbruggen? Lastig. De levensloopregeling, en dus het verlof, geldt alleen als u in dienst bent bij een werkgever. Wat wel kan: uw tegoed eerder opnemen, zeg drie maanden voordat u uw werkgever verlaat. Zo knipt u dus eigenlijk het laatste stukje van uw huidige dienstverband af, voordat u met de volgende begint.
8. Betaalt de overheid mee? Per jaar dat u heeft gespaard, krijgt u een korting van € 188 op de loonbelasting. Het maakt niet uit hoeveel u in dat jaar heeft gespaard. Die korting krijgt u op het moment dat u uw gespaarde tegoed opneemt voor onbetaald verlof. De korting kan overigens niet meer zijn dan hetgeen u aan belasting verschuldigd bent – het gaat om een korting op het aan de belastingdienst verschuldigde bedrag.
9. Hoe zit het met ouderschapsverlof? Het fiscaal voordeel voor ouders die de levensloopregeling gebruiken om ouderschapsverlof op te nemen is aanzienlijk groter. De korting komt ruwweg neer op € 30 per (volledig) opgenomen verlofdag. Deze korting is extra omdat u als relatief jonge werknemer nog niet voldoende heeft kunnen sparen voor ouderschapsverlof. Maar let op: wanneer u betaald ouderschapsverlof geniet, kunt u slechts voor het eventueel resterende onbetaalde gedeelte gebruik maken van de levensloopregeling.
10. Hoe zit het met loonbelasting en premies? U spaart uit uw brutoinkomen. Loonbelasting wordt niet bij het inleggen in uw levenslooprekening geheven, maar bij het uitkeren van het gespaarde tegoed. Premies voor werknemersverzekeringen (BWOO, WIA) worden wel over de inleg geheven.
U bouwt dan ook rechten op over datzelfde inkomen. Het in de levenslooprekening gestorte vermogen , wordt fiscaal niet belast in “box drie”.
11. Betaalt mijn werkgever mee?
Dat hangt af van wat er is afgesproken. Iedere werknemer in het onderwijs die niet valt onder het overgangsrecht voor de FPU-regeling (dus degenen die op 1-1-2007 57 jaar of ouder zijn), krijgt een verhoging van zijn brutosalaris van 0,8 procent. Degenen die deelnemen aan de levensloopregeling betalen daarover eerst belasting op het moment van opnemen van het verlof. De overigen zullen hierover direct loonbelasting moeten betalen.
12. Kan ik tegelijkertijd meedoen aan de levensloopregeling en de spaarloonregeling? Nee, allebei tegelijk is niet toegestaan. U moet voor het begin van het kalenderjaar kiezen.
13. Ook niet als ik twee banen en verschillende werkgevers heb? Nee, ook dan niet.
14. Wat zijn de verschillen met de bestaande spaarloonregeling? Bij de spaarloonregeling bedraagt de inleg per jaar maximaal 613 euro, bij de levensloopregeling ligt het plafond hoger: twaalf procent van het bruto jaarsalaris. Pas bij het opnemen van uw levensloopvermogen rekent de belastingdienst de loonbelasting af, inclusief een fiscale korting. Bij de levensloopregeling staat uw geld vast en kunt u het tegoed in principe alleen gebruiken voor verlof; alleen bij ontslag kunnen, binnen een redelijke periode, de aanspraken worden afgekocht. Bij spaarloon geldt de regel: na vier jaar komt het gespaarde bedrag vrij. Over het vrijgevallen bedrag wordt in het geheel geen belasting ingehouden. Wel kunt u, als u vermogen heeft, door dit extra bedrag in belastingbox drie vallen en vermogensbelasting moeten betalen.
15. Kan ik mijn spaarloon nog steeds gebruiken voor een lijfrente? Veel mensen sparen via hun spaarloon voor een lijfrente. Per 1 januari 2006 zijn de regels hiervoor ingrijpend gewijzigd kunt u echter geen fiscaal vrijgestelde premies meer betalen voor een overbruggingslijfrente. Wel kunt u het tegoed dat u tot 1 januari 2006 heeft opgebouwd gebruiken om eerder op te houden met werken, voorafgaande aan het pensioen. U kunt nog wel premies aftrekken voor een lijfrente die niet het karakter heeft van een overbrugging..
16. Kan ik zelf bepalen met welke aanbieder ik in zee ga? Ja, u heeft de vrijheid om zelf een aanbieder te kiezen. Voor een levensloopregeling kunnen werknemers terecht bij banken, verzekeraars en pensioenfondsen. De keuze is aan u.
17. Valt er echt wat te kiezen dan?
Aan aanbieders geen gebrek. Aan rekenmodules op internet trouwens ook niet, maar die geven slechts een indicatie. Bovendien is vergelijken soms lastig, omdat de rekenprogramma’s niet allemaal dezelfde gegevens vragen. Bovendien kunt u vaak ook nog kiezen tussen sparen, beleggen en een combinatie. Er wordt met spaarrendementen geschermd van vier procent, maar bij veel banken is een half procent daarvan bijvoorbeeld een actiepercentage voor één jaar. Ook wordt vaak niet aangegeven wat de kosten zijn. Bekend is dat bij beleggingsrekeningen een groot deel van de inleg opgaat aan kosten. Sterretjes en kleine lettertjes niet overslaan dus.
18. En wat als ik mijn spaartegoed helemaal heb opgenomen? Dan kunt u opnieuw beginnen met sparen.
19. Kan ik mijn ouderdomspensioen aanvullen met de levensloopregeling? U kunt uw gespaarde levenslooptegoed aan uw ouderdomspensioen toevoegen als u een pensioentekort heeft. Heeft u een pensioengat en bent u van plan met de levensloopregeling dit gat te dichten, dan moet u eerst een levenslooptegoed opbouwen op uw levenslooprekening. Dit tegoed kunt u belastingvrij doorstorten naar uw pensioenvoorziening. U krijgt dan echter geen korting op de loonbelasting. Heeft u daarna op pensioendatum nog levenslooptegoed over, dan wordt dit restant uitgekeerd en belast als loon.