TV CR JANUARI 2012
BIJ DE BUREN
105
De kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde
I.A. VAN DEN DRIESSCHE*
1. Inleiding Het is bekend: de Belgische federale verkiezingen die op 13 juni 2010 plaatsvonden hebben geleid tot een ongekend lange periode van regeringsvorming. De vervroegde val van de regering-Leterme II in 2010 was te wijten aan het ontbreken van een oplossing voor de kwestie BrusselHalle-Vilvoorde. Brussel-Halle-Vilvoorde domineerde vervolgens de verkiezingscampagnes en lag aan de basis van de lange onderhandelingsperiode voor de huidige regeringsvorming. Eind september 2011 is uiteindelijk een akkoord gesloten over de splitsing van deze kieskring. Dit akkoord wordt historisch genoemd, omdat de Franstalige en Nederlandstalige politieke onderhandelaars het voor het eerst in 48 jaar eens lijken te zijn over de oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde. Voor buitenstaanders is het soms moeilijk te begrijpen: wat is nu precies de kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde (hierna ook: BHV)? De kern van de BHV-kwestie is, kort uitgelegd, dat de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, anders dan alle andere kieskringen in België, op twee verschillende taalgebieden is gelegen. Hoe dit, nogal ingewikkelde, systeem in elkaar zit, zal ik hieronder in kort bestek proberen uit te leggen (par. 2). Wat zei het Grondwettelijk Hof hierover in 2003 en wat waren de gevolgen van deze uitspraak (par. 3)? De pogingen om de kieskring te splitsen in de voorbije jaren hebben bovendien geleid tot het inroepen van een aantal bijzondere staatsrechtelijke procedures die hier niet onbesproken kunnen blijven (par.4).
2. De kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde De 150 kamerleden van de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers (hierna Kamer) worden verkozen volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging in combinatie met een districtenstelsel. In elf districten of kieskringen worden kandidatenlijsten opgesteld. Het aantal zetels dat een
bij de buren
*
Dr. I.A. (Ilse) Van den Driessche is stafmedewerker bij de Eerste Kamer der StatenGeneraal. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel. In 2011 (afl. 4) verscheen in dit tijdschrift ook reeds een andere uiteenzetting over de problematiek rondom de Belgische regeringsformatie: Velaers 2011.
JANUARI 2012 TV CR
106
BIJ DE BUREN
1 Zie bijv. VRT 2010.
kieskring oplevert voor de Kamer is in verhouding met het aantal inwoners in die kieskring (art. 63, lid 2 Belgische Grondwet). Zo levert de grootste kieskring, Antwerpen, 24 zetels op en de kleinste, Luxemburg, 4 zetels. Negen van deze elf kieskringen vallen samen met de grenzen van negen provincies: West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Luik, Namen, Luxemburg, Henegouwen en Waals-Brabant. De twee andere kieskringen zijn Brussel-Halle-Vilvoorde (22 zetels) en Leuven (7 zetels). De inwoners van de tiende provincie, Vlaams-Brabant, kiezen hun kamervertegenwoordigers door middel van kandidatenlijsten in de kieskringen Leuven en Brussel-Halle-Vilvoorde. Het Brussel Hoofdstedelijk Gewest is provincieloos. De inwoners van de 19 gemeenten in dit Gewest stemmen in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. In de provinciale kieskringen in het Vlaamse Gewest: West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en de kieskring Leuven kan men stemmen op Nederlandstalige kieslijsten. In de provinciale kieskringen Luik, Namen, Luxemburg, Henegouwen en Waals-Brabant (ook Nijvel genaamd) kan men stemmen op Franstalige kieslijsten. De kieskring BHV is een bijzondere kieskring omdat deze, anders dan alle andere kieskringen, in twee taalgebieden ligt: een Nederlandstalig en een tweetalig taalgebied. De kieskring bestaat uit de 19 tweetalige gemeenten die Brussel vormen en 35 Vlaamse gemeenten in de omgeving van Brussel. Deze 35 gemeenten, waarvan Halle en Vilvoorde de twee belangrijkste zijn, liggen in de provincie Vlaams-Brabant. Zij vormen de zogenaamde ‘Vlaamse Rand’ rond Brussel. In de kieskring BHV staan Nederlandstalige en Franstalige partijen op twee aparte kieslijsten. Kandidaten voor de verkiezing van de Kamer moeten vooraf aangeven tot welke taalgroep zij behoren. Omdat de kieskring deels op Brussels grondgebied ligt, worden de Franstalige lijsten uit het tweetalige Brussel automatisch ook aangeboden in Halle-Vilvoorde. De kiezer mag slechts op één kieslijst zijn stem uitbrengen, maar heeft wel de keuze voor de Vlaamse of Franstalige lijst. Als zij dat willen, kunnen inwoners in de 35 Vlaamse gemeenten dus stemmen op Franstalige politici uit Brussel. En hoewel deze gemeenten in het Vlaamse taalgebied liggen, wonen er overwegend Franstaligen. 80% van de inwoners van Brussel en de Vlaamse Rand zou Franstalig zijn. Dit levert voor de Franstalige politici in Brussel veel stemmen op. De Franstalige politieke invloed reikt daardoor tot op Vlaams grondgebied. Vlaamse politici vrezen bovendien dat dit systeem de verfransing van de Vlaamse Rand verder in de hand werkt.1 Bovendien merken zij op dat er geen Waalse kieskringen bestaan waarbinnen inwoners op Vlaamse kieslijsten kunnen stemmen.
TV CR JANUARI 2012
BIJ DE BUREN
107
Het kiesdistrict BHV levert echter ook electorale voordelen op voor de Vlaamse partijen. Doordat Vlaamse inwoners van Halle-Vilvoorde ook op Vlaamse partijen kunnen stemmen in Brussel, levert de kieskring BHV ook voor hen zetels in de Kamer op. Het beperken van een kieskring tot Brussel zou niet voldoende stemmen opleveren voor Vlaamse politieke partijen om een zetel te bemachtigen vanuit deze kieskring. Politieke partijen zouden dan samen moeten optrekken om voldoende stemmen te kunnen halen voor een zetel. Ondanks deze voordelen willen Vlaamse politici BHV splitsen in een tweetalig deel (Brussel) en een Vlaams deel (Halle-Vilvoorde), om zo de provinciale kieskring Vlaams-Brabant te kunnen vormen. Franstalige politici vrezen dat het splitsen van de kieskring betekent dat de vele Franstaligen in de Vlaamse rand hun culturele rechten verliezen. Daarom pleitten zij tot voor kort voor het behoud van de huidige situatie. Als BHV toch moest worden gesplitst dan eisten zij óf een inschrijvingsrecht voor Franstalige inwoners in de Vlaamse Rand om in Brussel te kunnen stemmen, óf een uitbreiding van de grenzen van het tweetalige Gewest Brussel naar de gemeenten in de Vlaamse Rand. Het splitsen van de kieskring betekent volgens Franstalige politici namelijk het verlies van Franstalige invloed rond Brussel, waardoor Brussel nog meer geïsoleerd komt te liggen in het Vlaamse Gewest.2
3. Het ontstaan van de ‘anomalie’ Brussel-Halle-Vilvoorde 3.1 BHV: al 48 jaar een bron van wrevel De discussies over het al dan niet opsplitsen van de kieskring BHV zijn niet van recente datum. Hoewel het lijkt alsof BHV vooral sinds de laatste tien jaar een probleem is geworden, ligt de kwestie al 48 jaar op de onderhandelingstafel. Het arrondissement BHV bestaat al sinds de 19de eeuw, maar algemeen wordt aangenomen dat de wrevel over BHV met name is begonnen in 1963, toen de wet van 2 augustus 1963 het bestaan van vier taalgebieden in België erkende: het Nederlandse, het Franse, het Duitse en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Elke kieskring valt daardoor in een begrensd taalgebied, behalve de kieskring BHV. Bij de staatshervorming in 1970 werden de taalgebieden in artikel 4 van de Grondwet opgenomen. De oude provincie Brabant werd in 1995 gesplitst in de provincie VlaamsBrabant, de provincie Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De wetten van 13 december 20023 voerden vervolgens de huidige provinciale kieskringen in, maar de regering-Verhofstadt I slaagde er niet
2 Zie bijv. Parti Socialiste 2008. 3 Wet tot wijziging van het kieswetboek evenals zijn bijlage van 13 december 2002, B.S. 10 januari 2003 en Wet houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving van 13 december 2002, B.S. 10 januari 2003.
108
BIJ DE BUREN
JANUARI 2012 TV CR
in de provincie Vlaams-Brabant als kieskring in te richten. Daardoor bleef BHV bestaan. De regering zag zich bovendien genoodzaakt om een ingewikkeld compromis sluiten om zo de belangen van beide taalgemeenschappen te beschermen. De nieuwe wetten schaften het systeem van apparentering - een ingewikkelde vorm van toewijzen van restzetels door het samenvoegen van kieslijsten over de grenzen van kieskringen heen deels af en voerden, naast de provinciale kieskringen, onder andere een kiesdrempel van 5% in en demogelijkheid tot dubbele kandidaatstelling voor Kamer en Senaat. 3.2 Arrest 73/2003 van het Grondwettelijke Hof Verschillende leden van de oppositie waren niet te spreken over het behaalde compromis en stapten als belanghebbenden naar het Grondwettelijke Hof (toen nog Arbitragehof geheten) om een vernietiging van de wetgeving van 13 december 2002 te verkrijgen. De bestreden bepalingen hadden betrekking op de wijze van indeling in kieskringen voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers, op de mogelijkheid tot lijstenverbinding, op het instellen van een kiesdrempel van 5% en op de mogelijkheid tot gelijktijdige kandidaatstelling voor de Kamer en de Senaat. Wat het Hof met betrekking tot de zetelverdeling en de kieskringindeling oordeelde, wordt hieronder behandeld. Het Grondwettelijk Hof oordeelt op 26 mei 2003 in arrest nr. 73/2003 over de behandeling ten gronde en geeft de verzoekers gelijk met betrekking tot een aantal klachten waarin zij de discriminatie opvoeren ten gevolge van de wijze van zetelverdeling voor de verkiezing van de Kamer in de kieskringen BHV en Leuven. De zetelverdeling druist in tegen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 63 Grondwet. De artikelen 10 en 11 zien toe op gelijkheid en non-discriminatie; artikel 63 stelt de wijze van zetelverdeling vast. Dit artikel bepaalt dat aan iedere kieskring een aantal zetels toekomt al naar gelang zijn bevolkingsaantal. De bestreden wetgeving bepaalt echter dat voor Leuven de zetelverdeling niet op grond van het bevolkingscijfer verloopt, maar mede op grond van het stemgedrag van de kiezers in BHV. De wetgever gaat namelijk zelf uit van twee afzonderlijke kieskringen, maar kiest ervoor om voor de zetelverdeling de kieskringen BHV en Leuven samen te tellen, alsof BHV en Leuven voor de zetelverdeling onder de Nederlandstalige kandidaten één kieskring zouden vormen (overweging B.8.3). Hierdoor kan voor de kieskring Leuven niet het grondwettelijke aantal zetels dat het toekomt worden verzekerd en worden de kandidaten en inwoners gediscrimineerd (overweging B.8.4). Het Hof spreekt zich vervolgens uit, op grond van artikel 10 en 11 van de Grondwet, over de discriminatie die zou zijn gelegen in het feit dat de
TV CR JANUARI 2012
BIJ DE BUREN
109
provincie Vlaams-Brabant afwijkt van de regel dat voor de verkiezingen van de Kamer de kieskringen samenvallen met de provincies. Het Hof oordeelt dat, omdat de indeling van de kieskringen op grond van de provinciegrenzen is gestoeld en Vlaams-Brabant niet één kieskring uitmaakt, de indeling van de huidige kieskring BHV binnen dit stelsel ongrondwettig is. Het Hof wijst met name op het evenwicht tussen de belangen van de verschillende gemeenschappen en gewesten in België. In een eerder arrest uit 1994 (arrest nr. 90/94) had het Hof geoordeeld dat het in stand houden van de kieskring BHV niet ongrondwettig was, in het kader van een bereikt evenwicht op dat moment. De instandhouding van de kieskring was en is volgens het Hof echter niet vereist (overweging B.9.2). Naar het oordeel van het Hof heeft de wetgever nu zelf besloten de bestaande situatie met betrekking tot de kieskring BHV te verwerpen en heeft hij een nieuw evenwicht gezocht door identieke Nederlandstalige kandidatenlijsten in Leuven en in BHV in te voeren. Het Hof vernietigt in een ander onderdeel van dit arrest echter de bepalingen over de identieke lijsten (overwegingen onder B.8), waardoor het door de wetgever vermeende evenwicht wegvalt en een verschil in behandeling van de kandidaten ontstaat. De keuze voor de provinciale kieskringen met een anomalie voor wat betreft de provincie Vlaams-Brabant wordt door het Hof ongrondwettig verklaard, maar niet vernietigd. Het Hof laat het aan de wetgever over om een evenwicht in de federale staat te vinden (B.9.6). Het Hof sluit niet uit dat de wetgever daarbij kan kiezen om de provinciale kieskringen te handhaven. Het is echter aan de wetgever om vervolgens modaliteiten te vinden om de belangen van Franstaligen en Nederlandstaligen te vrijwaren (overweging B.9.7). Het Hof geeft de wetgever een periode van vier jaar om opnieuw een evenwicht te vinden in de indeling van de kieskringen voor de verkiezingen voor de Kamer (B.9.8).
4. De politieke nasleep van het arrest Wie het arrest van het Grondwettelijk Hof goed leest, ziet dat het Hof niet zegt dat de kieskring BHV moet worden gesplitst, maar wel dat het behoud ervan niet is vereist in het licht van artikel 10 en 11 van de Grondwet. De Vlaamse partijen zien in dit arrest steun voor hun interpretatie dat het bestaan van de kieskring BHV ongrondwettig is en dat het in stand houden van de kieskring geen optie meer is. De Franstaligen benadrukken echter dat het Hof nergens zegt dat de kieskring gesplitst moet worden en dat er andere oplossingen voor handen zijn. 4 De regering-Verhofstadt II kan in de vier jaar die volgen op het arrest geen oplossing voor BHV aandragen en schrijft nieuwe verkiezingen uit voor
4 Zie de moties met betrekking tot het inroepen van een belangenconflict hier verderop genoemd.
110
5 Zie bijvoorbeeld Storme 2010; zie ook Vuye 2010. 6 Wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, Parl. St., Kamer, B.Z. 2007, 52-37/1, en wetsvoorstel tot wijziging van de kieswetgeving met het oog op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (2), Gedr. St., Kamer, B.Z. 2007, 52-39/1. 7 Zie uitgebreid Depré 1995, p. 149-170. 8 Rimanque spreekt hier van een regel van staatsrechtelijk fatsoen in een federale staat; Rimanque 1995, p. 321. 9 Proposition de motion relative à un conflit d’intérêts suscité par l’adoption par la Commission de l’Intérieur de la Chambre des représentants des propositions de loi modifiant les lois électorales, en vue de scinder la circonscription électorale de Bruxelles-HalVilvorde (52-0037/001 et 520039/001, SE 2007), Gedr. St., Parl. Fr. Gem., 2007-2008, 476/1.
BIJ DE BUREN
JANUARI 2012 TV CR
de kamervertegenwoordigers. De berekening van de periode van vier jaar waarbinnen de wetgever volgens het Hof een oplossing moet vinden blijkt echter voor interpretatie vatbaar (overweging B.9.8), zodat niet geheel duidelijk is wanneer deze termijn afloopt. De regering interpreteert het arrest echter zo dat de vierjarige periode waarover sprake is in het arrest eindigt op 19 juni 2007. De nieuwe verkiezingen worden daarom op 10 juni 2007 gehouden, om zo nog op de valreep de grondwettigheid van deze verkiezingen te kunnen verzekeren. De discussies over de grondwettigheid van de verkiezingen blijven bestaan,5 maar zij belemmeren de verkiezingen uiteindelijk niet. Na de verkiezingen blijft de kieskring BHV wel het grote probleem bij de vorming van de regering. In de periode na de verkiezingen wordt opnieuw geen oplossing gevonden. Maar aangezien de kieskringen zijn omschreven in een gewone kieswet en de Nederlandstalige vertegenwoordigers in het federale parlement in de meerderheid zijn, kan de splitsing eenzijdig door Vlamingen worden doorgedrukt. Die weg wordt ingeslagen wanneer in de Kamercommissie twee splitsingsvoorstellen worden ingediend.6 De Kamercommissie neemt vervolgens bij (Vlaamse) meerderheid de wetsvoorstellen tot splitsing van BHV aan op 7 november 2007. De Franstalige partijen aanvaarden deze eenzijdige actie echter niet en, vooraleer het wetsvoorstel in de plenaire vergadering kan worden behandeld, starten zij een aantal bijzondere procedures in het Belgische staatsrecht die het wetgevingsproces enkele jaren zouden opschorten. De eerste is het aanhangig maken van het zogenaamde belangenconflict. 4.1 Het belangenconflict Het aanhangig maken van een belangenconflict is een procedure die kan worden ingeroepen ingeval de federale overheid, een gemeenschap of gewest meent dat een orgaan van één van de andere overheden een bevoegdheid uitoefent op een wijze die schadelijk is.7 Artikel 143 van de Grondwet bepaalt immers: ‘Met het oog op het vermijden van de belangenconflicten nemen de federale Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden, de federale loyauteit in acht’.8 Een belangenconflict met betrekking tot de splitsingsvoorstellen in de federale Kamer wordt op 9 november 2007 ingeroepen door het Parlement van de Franse gemeenschap.9 In een dergelijk geval wordt de behandeling van de akte vervolgens opgeschort voor mogelijk maanden. Wanneer na overleg tussen de betrokken vergaderingen geen oplossing is gevonden, is het aan een overlegcomité om, na advies van de Senaat, een oplossing te vinden voor het conflict. Dit overlegcomité is samengesteld uit twaalf vertegenwoordigers van de federale regering, gemeenschaps- en
TV CR JANUARI 2012
BIJ DE BUREN
111
gewestregeringen. In de maanden daarna bereikt het overlegcomité echter geen akkoord, waardoor de splitsingsvoorstellen opnieuw op de parlementaire agenda zouden komen te staan. Om dat te vermijden werpt de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie op 9 mei 2008 het tweede belangenconflict op, waardoor de schorsingsprocedure van voren af aan begint.10 Op 14 januari 2009 maakt het Waals Parlement op zijn beurt een belangenconflict aanhangig.11 Op 26 oktober 2009 werpt vervolgens het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap een belangenconflict op tegen de wetsvoorstellen.12 Door het inroepen van deze vier belangenconflicten wordt het stemmen over een splitsingsvoorstel voor BHV twee jaar uitgesteld. Ook daarbuiten kan geen akkoord worden getroffen. Wegens het blijven ontbreken van een oplossing voor BHV trekt een van de regeringspartijen, Open VLD (de Vlaamse liberalen), uiteindelijk zijn steun voor de regering Leterme II terug, waardoor de regering op 26 april 2010 valt. 4.2 De alarmbelprocedure Enkele dagen later komt de plenaire vergadering van de Kamer samen en voor de aanvang van de zitting beroept de Franstalige taalgroep in de Kamer zich op een andere zeer uitzonderlijke procedure: de communautaire alarmbelprocedure.13 Dit is een procedure die tijdens het wetgevingsproces kan worden ingeroepen. Hij is in het leven geroepen om te vermijden dat in de Kamer een taalgroep eenzijdig een wet doordrukt die ‘de betrekkingen tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang [kan] brengen’ (artikel 54 Grondwet). In feite is die taalgroep steeds de Nederlandstalige die in de Kamer 88 van de 150 zetels bezet.14 De wetgevingsprocedure wordt in zo een geval tijdelijk opgeschort en een met redenen omklede motie wordt voorgelegd aan de ministerraad. De ministerraad heeft vervolgens 30 dagen de tijd om een gemotiveerd advies, amendement, of gewijzigd ontwerp of voorstel van wet voor te stellen aan de betrokken kamer en die uit te nodigen zich hierover te buigen. De regering Leterme II is op dat moment al ontslagnemend en niet meer bevoegd om dergelijke controversiële besluiten te nemen.15 De vervroegde verkiezingen, die op 13 juni 2010 zullen plaatsvinden, zorgen er bovendien voor dat aanhangige wetsvoorstellen, die nog niet in één van de Kamer zijn goedgekeurd, komen te vervallen. Zo ook de splitsingsvoorstellen.
10 Proposition de motion relative au règlement d’un conflit d’intérêts, Stuk Franse Gemeenschapscommissie, 2007-2008, 129/2. 11 Proposition de motion en conflit d’intérêts, Stuk Waals Parlement, 2008-2009, nr. 907/1 en Stuk Waals Parlement, CRA, 14 januari 2009, nr. 9/2008-2009. 12 Parlement Duitstalige Gemeenschap, 2009-2010, stukken nrs. 24/1-2. 13 Zie Integraal verslag van de Kamer op 29 april 2010, 20092010, CRIV 52 PLEN 151, p. 2. Deze procedure was nog maar één keer eerder ingeroepen: op 4 juli 1985 met betrekking tot het wetsontwerp houdende de integratie van de Economische Hogeschool Limburg in het Universitair Centrum Limburg. 14 Zie ook Rimanque 1995, p. 152. 15 Velaers 2010, p. 443, voetnoot 36.
112
BIJ DE BUREN
JANUARI 2012 TV CR
5. Een ‘historisch’ deelakkoord, onderdeel van een regeringsakkoord De rest is bekend… België verzeilt na de verkiezingen van juni 2010 in een ongekend lange periode van regeringsvorming. Pas in september 2011 lijken de onderhandelingen onder leiding van formateur Di Rupo uiteindelijk uit te draaien op resultaten. In de nacht van 14 op 15 september 2011 wordt er een politiek akkoord over, onder andere, de splitsing van BHV door de acht onderhandelende partijen bereikt.16 De kieskring BHV zal worden gesplitst in een tweetalige kieskring en een Vlaamse kieskring. De 19 tweetalige Brusselse gemeenten zullen de kieskring BrusselHoofdstad vormen. De 35 gemeenten uit Halle-Vilvoorde zullen nu, samen met de oude kieskring Leuven, de kieskring Vlaams-Brabant vormen. De kieskring en de provincie vallen daardoor samen. Zes gemeenten gelegen in Vlaams-Brabant, zogenaamde faciliteitengemeenten, worden samengebracht in een kieskanton. Deze faciliteitengemeenten zijn gelegen in het eentalig Vlaams gebied, maar grondwettelijk is vastgesteld dat de inwoners kunnen vragen dat de gemeentelijke diensten in het Frans worden aangeboden. De inwoners van dit kieskanton zullen, volgens het akkoord, door middel van dubbele kiesbrieven kunnen kiezen of ze op de lijst in de kieskring Vlaams Brabant of op de lijst in de Brusselse kieskring willen stemmen.17 De splitsing van BHV maakt deel uit van een groter institutioneel akkoord voor een nieuwe staatshervorming in België. Hoe alle bereikte akkoorden zich tot elkaar verhouden is ten tijde van dit schrijven nog niet te overzien. Het is nu aan de onderhandelaars om zich verder in te zetten voor een algeheel regeringsakkoord en op korte termijn een regering te vormen die opnieuw rust en stabiliteit in het land kan brengen.
Literatuur
16 De acht onderhandelingspartijen waren CD&V, Open VLD, SP.A, Groen!, CDH, Ecolo, MR en PS. 17 Di Rupo 2011, p. 12-14.
Depré 1995 S. Depré, ‘Les conflits d’intérêts: une solution à lumière de la loyauté fédérale?’, Revue Belge de droit constitutionnel 1995, p. 149-170 Di Rupo 2011 E. Di Rupo, ‘Een efficiëntere federale staat en een grotere autonomie voor de deelstaten. Institutioneel akkoord voor de zesde staatshervorming’, 11 oktober 2011, www.dekamer.be/kvvcr/pdf_sections/home/ NLdirupo.pdf (geraadpleegd oktober 2011) Rimanque 1995 K. Rimanque, De grondwet, toegelicht, gewikt en gewogen, Antwerpen: Intersentia 1995
TV CR JANUARI 2012
BIJ DE BUREN
Parti Socialiste 2008 Parti Socialiste, ‘BHV, pourquoi ce n’est pas si facile’, 8 mei 2008, www.ps.be/_iusr/bhv___texte_explicatif__8_mai_2008_.pdf (geraadpleegd september 2011) Storme 2010 M. Storme, ‘Wie gelooft de Von Münchhausens nog over BHV?’, 3 maart 2010, www.kuleuven.be/metaforum/page. php?LAN=N&FILE=opiniestuk&ID=63 (geraadpleegd september 2011) Velaers 2011 J. Velaers, ‘België een land in crisis, een regering in lopende zaken’, Tijdschrift voor Constitutioneel Recht 2011, afl. 4, p. 436 e.v. VRT 2010 VRT, ‘Hoe verfranst is de Vlaamse Rand?’, reportage van 22 april 2010: www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/ koppen/2.10208/2.10209/1.765201 (geraadpleegd september 2011) Vuye 2010 Henrik Vuye, ‘Verkiezing met plakband en elastiekjes’, De Morgen 28 april 2010 www.demorgen.be/dm/nl/2461/De-Gedachte/article/ detail/1098835/2010/04/28/Verkiezingen-met-plakband-enelastiekjes.dhtml (geraadpleegd september 2011)
113