De kunst van het matchen Handvatten en tips voor leerbaanacquisiteurs, jongerenadviseurs en scholen
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
2
Inhoud Samenvatting: Handvatten voor succesvol matchen............................................................ 5 1. Inleiding 1.1 Connections: voor elke jongere een leerbaan ............................................................... 8 1.2 Verbetering acquisitie en matching ............................................................................... 9 1.3 Opzet en status handboek ............................................................................................. 9 1.4 Hoe verder?.................................................................................................................... 10 2. De leerbaan en de jongere 2.1 Wat is een leerbaan precies?......................................................................................... 11 2.2 Welke jongeren hebben een leerbaan nodig? ............................................................... 12 2.3 Wie zoekt voor de jongeren een leerbaan? ................................................................... 12 3. Tekorten aan leerbanen: waar, voor wie en waarom? 3.1 Tekorten aan leerbanen in sectoren............................................................................... 14 3.2 Tekorten in de infrastructuur........................................................................................... 14 3.3 Jongeren met 'tekorten' .................................................................................................. 16 4. De kunst van het matchen 4.1 Wat is een succesvolle matching? ................................................................................. 17 4.2 Methodische uitgangspunten en visie ............................................................................ 17 4.3 De stappen in het matchingsproces............................................................................... 18 4.3.0 Voorbereidingsfase ............................................................................................... 19 4.3.1 Stap 1. Aanmelding jongere bij leerbaanacquisiteur............................................. 21 4.3.2 Stap 2. Profiel van de jongere............................................................................... 22 4.3.3 Stap 3. Acquireren leerbaan ................................................................................. 23 4.3.4 Stap 4. Het leerbaan- en bedrijfsprofiel ................................................................ 25 4.3.5 Stap 5. De matching.............................................................................................. 26 4.3.6 Stap 6. Voorbereiding sollicitatiegesprek ............................................................. 28 4.3.7 Stap 7. Overdracht begeleiding jongere en after sales werkgever ....................... 29 5. Randvoorwaarden: aansturing, afstemming en instrumenten ...................................... 30 6. Matchingsstrategieën en kenmerken/aanpak specifieke doelgroepen......................... 32 7. Profiel van een succesvolle matchmaker ....................................................................... 35 8. Netwerken en relatiebeheer ............................................................................................... 36 8.1 Relatiemanagement ....................................................................................................... 36 8.2 Relatieopbouw ............................................................................................................... 37 9. De ambities voor 2007........................................................................................................ 39
Bijlagen
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
3
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
4
Samenvatting: Handvatten voor succesvol matchen In deze samenvatting zijn de ervaringen met 'succesvol matchen' in de drie Connections regio's op een rij gezet in de vorm van 'handvatten'. 1. Randvoorwaarden a. Maak de taakverdeling tussen de verschillende actoren in het matchingsproces helder. b. Zorg voor goede samenwerking zowel intern (binnen het Actieteam) als extern (met externe samenwerkingspartner als KBB's en werkgeversplatforms). Ga ook samenwerkingsrelaties aan voor advisering rond de matching van specifieke groepen (arbeidsconsulenten MEE, jobcoaches GGz, e.d. voor jongeren met sociaal emotionele problemen, allochtone intermediairs). c. Zorg voor regelmatig overleg en afstemming op zowel beleidsmatig (stuurgroep/regiegroep) als uitvoerend niveau (Actieteams). d. Zorg voor voldoende en goede instrumenten om de resultaten van matching inzichtelijk te maken en te houden en om relatiebeheer mogelijk te maken. e. Huisvest de samenwerkende partners in het Actieteam zijn bij voorkeur op één locatie. f. Organiseer doorstroom/verwijzing naar flankerende trajecten (begeleiding naast leerbaan) of alternatieve trajecten (motivatie, oriëntatie) voor jongeren die nog niet leerbaanrijp zijn. 2. Voorbereiding a. Bereid op de vmbo-scholen jongeren al voor op 'werken' en op de BBL-opleiding (door de school en/of CWI). Benader als Actieteam aan het einde van het schooljaar standaard de vmbo-schoolverlaters die kiezen voor een BBL. b. Geef jongeren op school een goede beroepskeuze en train werknemersvaardigheden voordat de jongere aan een leerbaan/stage begint. c. Zorg voor goede dossiervorming op het vmbo, die als portfolio meekomt met de leerling naar de mbo-opleiding. d. Als een jongere is ingeschreven op mbo BBL-opleiding maar nog geen leerbaan heeft, zorg dan voor een begeleidings- en trainingsaanbod, eventueel in samenwerking met het CWI. e. Maak de aanmelding op een ROC (letterlijk) laagdrempelig voor jongeren, ook voor hen die nog geen keuze hebben gemaakt (zichtbaar loket, goede opvang, duidelijke informatie). 3. Matchingsproces Aanmelding a. Maak goede werkafspraken rondom aanmelding, doorverwijzing en informatieuitwisseling binnen het Actieteam en de partijen die daarin samenwerken. Jongerenprofiel b. Zorg dat jongerendossiers (portfolio's) vanuit het vmbo meekomen. Acquireren leerbaan c. Neem als leerbaanacquisiteur altijd persoonlijk contact op met een bedrijf. d. Zorg dat de leerbaanacquisiteur om kan gaan met weerstanden bij werkgevers die te maken hebben met discriminatie. Probeer weerstanden weg te nemen. e. Bouw een werkgeversbestand op die ervaring hebben met jongeren die extra hulp nodig hebben.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
f.
5
Betrek de sociale omgeving (ouders) van jongeren bij zoektocht naar leerbaan (mede verantwoordelijk maken voor behoud van leerbaan). Leerbaanprofiel en bedrijfsprofiel: g. De leerbaanacquisiteur maakt een volledig leerbaan- en bedrijfsprofiel met positieve en negatieve aspecten van de leerbaan. Het leerbaanprofiel is zo opgesteld dat het voor de jongere concreet en te begrijpen is. h. De leerbaanacquisiteur schakelt in overleg met de school een KBB in als een accreditatietraject nodig is. De matching i. Zorg dat de verwachtingen van jongeren kloppen met de werkelijkheid. Jongeren hebben een realistisch beeld van een leerbaan. j. Zorg dat de jongeren beschikken over algemene sociale vaardigheden. (De taakgerichte vaardigheden leren zij op de werkplek). k. De werkgever kan differentiëren in niveau leerbaan en gunt de jongere een 'ontplooiingsperiode'. De werkgever beseft dat het om een 'leerling' gaat die nog geen volwaardige kracht is. l. Leer werkgevers realistische eisen te stellen aan de leerbaan en de jongere (ook een rol van de KBB's). m. De praktijkopleider van het leerbedrijf kan adequaat 'begeleiden' in het leerproces (wat iets anders is dan iemand 'inwerken'). Voorbereiding sollicitatiegesprek: n. Zorg dat de jongere zich goed kan presenteren aan de werkgever, CV. o. Zorg dat de jongere een reëel beeld heeft van het werk dat hij/zij in de leerbaan gaat verrichten. p. De jongere beschikt over algemene, sociale en werknemersvaardigheden. q. Het niveau van de competenties van de jongere is helder voor werkgever en jongere. Er moet een opbouw zijn in taken, afgestemd op de leerbaarheid en aanwezige begeleiding. r. Er is sprake van affiniteit vanuit de werkgever/praktijkopleider met de jongere. s. Informeer na het sollicitatiegesprek bij werkgever en jongere naar het verloop; haal er leerpunten uit. Overdracht begeleiding jongere en after sales naar werkgevers t. Bewaak de zorgvuldige opbouw en uitvoering van het leertraject van de jongeren tijdens de leerbaan. u. Zorg voor een goede begeleiding/ondersteuning aan praktijkopleider/werkgever. v. Zorg voor een goede begeleiding aan jongeren tijdens de leerbaan. w. Zorg voor aanspreekpunten voor werkgever en voor jongeren tijdens de leerbaan. Deze intermediaire functie is met name voor de specifieke groepen 'allochtonen' en 'jongeren met sociaal emotionele problematiek' van belang. x. De leerbaanacquisiteur weet wie de begeleider van de school is van de leerling op betreffende leerbaan en kan de werkgevers hiernaar verwijzen. y. De leerbaanacquisiteur heeft tijd om aan relatiemanagement te doen. 4. Matchingsstrategieën voor specifieke groepen. a. Geef extra ondersteuning bij het sollicitatiegesprek. b. Probeer bij werkgevers negatieve beelden over 'allochtone jongeren' bij te stellen. Geef aan dat er wel probleemjongeren onder deze groep zijn, maar dat dit niet voor iedereen geldt. c. Let bij het opstellen van een leerbaanprofiel op de bedrijfscultuur.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
6
d. Zorg dat de vmbo-scholen de beroepskeuze van veel allochtone jongeren ombuigen/ sturen naar kansrijke sectoren. Geef voorlichting aan de brede sociale omgeving van allochtone jongeren (bij moskeeën en andere belangrijke personen in de allochtone gemeenschap) over beroepsoriëntatie, promotie techniek, salarissen, etc. om ouders/ jongeren te stimuleren te kiezen voor kansrijke sectoren. e. Organiseer voor jongeren die niet weten wat ze kunnen en willen 'een programma van oriënterende stages' in vaste bedrijven waar jongeren twee weken snuffelen om zo de periode zonder leerbaan te kunnen overbruggen. f. Zorg dat de leerbaanacquisiteur kan signaleren of er achter het 'niet-gemotiveerd zijn' problemen spelen. Zorg voor een deskundige, goede diagnose op problematiek en de relatie met leerbaan/arbeid om te voorkomen dat de leerling later vastloopt. g. Betrek ouders bij zorgen om het kind. Ouders mee verantwoordelijk maken, evaring leert dat ouders het prettig vinden dat school zich mee verantwoordelijk voelt en zorg deelt. (Het gaat erom als school te signaleren en door te verwijzen naar huisarts). h. Zorg voor afstemming tussen zorgverleningstrajecten op leerbaantraject. i. Zet waar mogelijk jobcoaches in. 5. Profiel leerbaanacquisiteur a. De leerbaanacquisiteurs moeten affiniteit hebben met de groep jongeren die op eigen kracht geen leerbanen vinden. b. De leerbaanacquisiteurs moeten deskundig zijn of deskundigheid opbouwen met betrekking tot jongeren met sociaal emotionele problemen in relatie tot arbeid en allochtone jongeren. 6. a. b. c.
Netwerkopbouw en relatiemanagement De leerbaanacquisiteur heeft tijd en faciliteiten om aan relatiebeheer te doen. Er wordt structureel gewerkt aan p.r., aan relatiemanagement en -opbouw. Zorg dat de betrokkenheid van bedrijven bij scholen en omgekeerd in het algemeen wordt bevorderd.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
7
1. Inleiding Welke benadering is nodig voor het succesvol matchen van jongeren op een leerbaan? Deze vraag staat centraal in dit handboek De kunst van het matchen. Dit handboek is een (tussen)product van één van de acht deelactiviteiten in het project Connections.
1.1
Connections: voor elke jongere een leerbaan Connections is een EQUAL-project dat tot doel heeft ervoor te zorgen dat er voldoende leerbanen komen én blijven voor jongeren. Een goede leerwerkplek is immers vaak noodzakelijk om een diploma te halen of om je perspectieven op de arbeidsmarkt te vergroten. Connections is er vooral voor jongeren die er op eigen kracht niet in slagen een goede leerbaan te vinden. Om hen gelijke kansen te geven in het onderwijs en op de arbeidsmarkt hebben zij extra ondersteuning nodig. De centrale doelstelling van Connections luidt: 'het ontwikkelen van een integrale regionale aanpak met benodigde instrumenten die een geschikte leer/werkplek garandeert voor elke jongere die zo'n plek nodig heeft om reële kansen te hebben op een goede plaats op de arbeidsmarkt of in het onderwijs." In het project Connections werken CWI’s, gemeenten, werkgevers en onderwijsinstellingen gezamenlijk in drie regio's aan de centrale doelstelling. De drie regio's zijn: - regio De Vallei (Ede/Wageningen en omstreken); - regio Stedendriehoek (Apeldoorn, Deventer, Zutphen); - gemeente ’s-Hertogenbosch. Elke regio probeert voor jongeren in hun regio voldoende aanbod aan leerbanen te creëren, door daarvoor een regionale voorziening te organiseren. De Actieteams Leerbanen in de drie regio's (voortgekomen uit het landelijke Actieplan MKB Leerbanen) vervullen in die voorziening een belangrijke rol. Daarnaast ontwikkelen de regio’s gezamenlijk instrumenten en methoden om het aanbod aan leerbanen in de toekomst te kunnen garanderen. In totaal heeft Connections acht deelactiviteiten: Acht deelactiviteiten van Connections (zie www.equal-connections.nl) 1. Opzetten van één regionale voorziening voor vraag en aanbod aan leerbanen (voortbouwend op de regionale Actieteams Leerbanen). 2. Ontwerpen van een database die inzicht biedt in vraag en aanbod aan leerbanen. 3. Handboek Matching voor verschillende doelgroepen jongeren (voor uitvoerders) en Handboek Regionale samenwerking (voor beleidsmakers en bestuurders). 4. Effectievere werkgeversbenadering: afspraken met werkgevers op regionaal niveau over leerbanen. 5. Aanbevelingen om begeleiding van jongeren op de werkplek te verbeteren. 6. Ontwikkelen van alternatieven voor sectoren met structurele tekorten aan leerbanen, bijvoorbeeld via praktijkleerbedrijven. 7. Verbeteren van werknemersvaardigheden van jongeren. 8. Mogelijkheden onderzoeken voor inzet van een arbeidsmarktpaspoort met een overzicht van competenties van werkzoekende jongeren.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
1.2
8
Verbetering acquisitie en matching Subdoelstelling 1 van Connections is het verbeteren van de acquisitie van leerbanen door: - het bundelen van acquisitie-inspanningen voor leerbanen op regionaal niveau; - het verhogen van de effectiviteit van de acquisitie; concreet moet dit leiden tot extra (ingevulde) leerbanen: 175 extra in ’s-Hertogenbosch gedurende de looptijd van EQUAL, 250 extra in De Vallei, 300 in de Stedendriehoek; - het inzichtelijk maken van succes- en faalfactoren in de acquisitie van leerbanen (handboeken). Het ontwikkelen van een handboek over matching is één van de activiteiten binnen deze doelstelling. In De kunst van het matchen is vastgelegd welke methodische en praktische aspecten van belang zijn bij het (succesvol) acquireren en invullen van leerbanen. Het handboek is bedoeld voor iedereen die in de uitvoering bezig is met de acquisitie van leerbanen, van stages en van jeugdbanen voor jongeren. Grenzen aan de rol van de leerbaan acquisiteur De leerbaanacquisiteur is geen coach of begeleider van het leertraject van de jongere. Die rol ligt meestal bij de school en/of bij de praktijkopleider van het leerbedrijf. De verschillende organisaties die in een regio betrokken zijn bij de acquisitie van leerbanen maken, over ieders taken en verantwoordelijkheden rondom de matching, afspraken binnen een Actieteam leerbanen of binnen een andere afstemmingsstructuur. In De kunst van het matchen ligt de nadruk op de 'methodiek' van het matchen. De organisatorische randvoorwaarden worden kort aangestipt. Naast dit handboek over matching is er ook een handboek over regionale samenwerking ontwikkeld, waarin een beschrijving is gemaakt van de strategische samenwerking tussen organisaties in de keten, de afstemming en de randvoorwaarden voor succesvolle acquisitie van leerbanen 1 .
1.3
Opzet en status handboek Het handboek De Kunst van het matchen is gebaseerd op de ervaringen van praktijkexperts uit de drie Connections regio's, aangevuld met inzichten/werkwijzen elders in het land. Het definitieve handboek komt in drie stappen tot stand. - november 2006; interviews met twee experts (uitvoerders) in elke regio, om een globaal beeld te krijgen van het werkproces en de actoren en factoren die een rol spelen bij acquisitie en matching. - december 2006: eerste expertmeeting met uitvoerders uit elke regio met als doel de 'methodiek van het matchen' verder te expliciteren, goede ervaringen uit te wisselen en gezamenlijk vast te stellen waar verbeteringen in de methodiek nodig zijn (ambities 2007). Deze expertise is vastgelegd in het De Kunst van het matchen en aangevuld met inzichten elders in het land. - juni/september 2007: tweede expertmeeting waarin nieuwe ervaringen rondom matching, met name op de ambities, worden geëxpliciteerd.
1
Zie: E,til, Ketenen en ontketenen; naar een handboek regionale samenwerking voor leerbanen in 'sHertogenbosch, Stedendriehoek en De Vallei. Maastricht: december 2006.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
9
Het handboek De kunst van het matchen gaat in op de volgende vragen:
1.4
Wat is een leerbaan?
Hoofdstuk 2
Welke actoren en factoren spelen een rol bij acquisitie en matching van leerbanen? Wat zijn de kritische matchingsfactoren?
Hoofdstuk 3 en 4
Welke groepen leerlingen/ jongeren vinden zelf geen leerbaan? Waar ligt dat aan? Zijn er bepaalde groepen jongeren te onderscheiden?
Hoofdstuk 3 en 8
Hoe gaat het matchen in zijn werk? Wat moet je weten van de leerling, hoe vertaal je dat naar een zoekprofiel, wat moet je weten van het bedrijf, hoe 'verkoop' je de leerling aan het bedrijf en welk begeleidingsprofiel geef je mee? Wanneer kan het misgaan?
Hoofdstuk 4 en 8
Wat moet een goede matchmaker kunnen, weten en hoe gedragen?
Hoofdstuk 6
Welke randvoorwaarden en instrumenten zijn er nodig?
Hoofdstuk 5
Hoe houd je werkgevers beschikbaar voor een leerbaan?
Hoofdstuk 7
De ambities voor 2007
Hoofdstuk 9
Hoe verder? In de eerste expertmeeting is een aantal ambities voor 2007 geuit om de matching van jongeren met leerbanen verder te verbeteren. Deze ambities staan opgesomd in het laatste hoofdstuk van dit handboek. In de drie Connections regio's zullen betrokken uitvoerders en projectleiders gezamenlijk vaststellen welke aspecten van de matching zij in de eerst helft van 2007 verder willen ontwikkelen. In de tweede expertmeeting, in juni 2007, vullen we het handboek aan met opgedane kennis op deze punten.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
10
2. De leerbaan en de jongere 2.1
Wat is een leerbaan precies? Een leerbaan is een baan waar jongeren tegelijkertijd kunnen werken en leren. De leerbaan kan worden ingevuld door leerlingen in een leerwerktraject (vmbo), door leerlingen op een beroepspraktijkvormingsplaats (mbo) of door werkzoekende jongeren. De wijze waarop een leerbaan wordt ingevuld, is afhankelijk van het opleidingsniveau van de leerling. Leerbanen voor vmbo-jongeren hebben vaak het karakter van een stage. Leerbanen voor jongeren op het mbo bieden de mogelijkheid de jongere daadwerkelijk (betaald) te laten meedraaien in het (productieproces van het) bedrijf. Het gaat hier om BOL-stages en BBLleerbanen. Belangrijke algemene deler is dat de jongere 'leren en werken' combineert in een duaal traject: werkend leren. Een leerbaan in een vmbo-leerwerktraject of een mbo-opleiding moet formeel erkend zijn als Beroepspraktijkvormingsplaats door de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. In brede zin wordt het begrip 'leerbaan' ook gebruikt voor alle werkplekken waar jongeren praktijkervaring opdoen. Het kan dan gaan om al dan niet tijdelijke jeugdbanen waar jongeren werkervaring kunnen opdoen of om jeugdbanen waar de mogelijkheid bestaat voor scholing/cursussen vanuit de branche. In het laatste geval is er duidelijk sprake van een scholingscomponent. We zetten de mogelijke betekenissen van het begrip 'leerbaan' op een rij: •
De 'leerbaan' als vmbo-stage: Binnen het vmbo kunnen leerlingen met een praktische leerstijl via een leerwerktraject in de gelegenheid worden gesteld een vmbo-diploma en daarna een startkwalificatie te behalen op een manier die beter bij hen past. Door deze leerlingen te boeien wil men ze aan de school binden. In een leerwerktraject kunnen leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg een deel van het onderwijsprogramma volgen bij een leerbedrijf, als stage of als werkplek.
•
De 'leerbaan' als stage (BPV-plaats) voor de mbo BOL-opleiding De Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) is een dagopleiding, waarbij de jongere de hele week naar school gaat. Tijdens de opleiding wordt praktijkervaring opgedaan doordat er stage wordt gelopen bij een erkend leerbedrijf. Deze stage wordt de BeroepsPraktijkVorming genoemd. Per opleiding is het verschillend met welke frequentie of voor welke aaneengesloten periode(s) men op stage gaat. De stage omvat een vast percentage van de opleidingsduur.
•
De 'leerbaan' als BPV-plaats voor mbo BBL-opleiding Tijdens de BBL-opleiding (Beroepsbegeleidende Leerweg), werkt de jongere zestig tot tachtig procent van zijn/haar studie. Bij de meeste opleidingen houdt dat in dat de jongere één dag per week naar school gaat en de rest van de week wordt bij een erkend leerbedrijf gewerkt, die de jongere in dienst neemt. Bij sommige opleidingen gaat een jongere een paar weken fulltime werken en volgt dan een paar weken fulltime les. Als een jongere geen leerbaan (BPV-plaats) heeft, kan hij/zij de BBL-opleiding niet starten.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
2.2
11
•
De leerbaan als oriënterende stage voor AKA-opleiding De opleiding arbeidsmarktkwalificerend assistent (AKA) is een niveau 1-opleiding, gericht op doorstroming en kwalificerend voor de regionale arbeidsmarkt. De AKA-opleiding onderscheidt zich van de reguliere niveau 1 beroepsopleidingen doordat de AKA voor een groot deel gericht is op beroepsoriëntatie en beroepskeuze. Een belangrijk onderdeel vormt de beroepspraktijkvorming in de vorm van stages om jongeren te laten onderzoeken en ervaren welke beroepsrichting hun voorkeur heeft en of dat ook haalbaar is.
•
De leerbaan als jeugdbaan Jeugdbanen zijn banen voor werkzoekende jongeren, die eventueel openstaan voor de combinatie van leren en werken, 'learning on the job'. Hieronder valt de groep jongeren die door het ontbreken van een leerbaan een jaar moeten wachten met de BBL-opleiding of die uitgevallen zijn uit BOL en die ter overbrugging werk zoeken. Ook zijn er de voortijdig schoolverlaters, waaronder een groot aantal zonder vmbo-diploma.
Welke jongeren hebben een leerbaan nodig? Veel jongeren in het vmbo en mbo en veel werkzoekende jongeren die onvoldoende gekwalificeerd zijn, zijn gebaat bij duale leertrajecten. Daarvoor zijn geschikte leerwerkplekken nodig. Tot voor kort was er een nijpend tekort aan leerbanen om aan de vraag tegemoet te komen. In het schooljaar 2003/2004 waren er ROC's waarbij wel 200 jongeren vanwege een tekort aan een goede BPV-plaats geen BBL-opleiding konden gaan volgen of daarmee voortijdig moesten stoppen. Als gevolg van de aantrekkende economie zijn die tekorten begin 2007 veel minder. Toch blijven er groepen jongeren voor wie het moeilijk is een geschikte leerbaan te vinden. Bij het ontbreken van een geschikte werkplek moet de school leerlingen weigeren in opleidingen binnen de beroepsbegeleidende leerweg (BBL, 4 dagen werken, 1 dag naar school). Ook voor het voltijdsonderwijs zijn leerwerkplekken nodig in de vorm van stages om een opleiding met een diploma te kunnen afsluiten. Een tekort aan leerwerkplekken heeft een toename tot gevolg van het aantal leerlingen dat het onderwijs verlaat zonder diploma of startkwalificatie. Voor werkzoekende jongeren met onvoldoende kwalificaties is het vaak (nog) lastiger om werkplekken te vinden die een combinatie van leren en werken mogelijk maken. Want als werkgevers moeten kiezen aan wie zij een leerbaan ter beschikking stellen, geven zij in het algemeen de voorkeur aan een jongere die nog op school zit boven een jeugdige werkzoekende. Ook voor deze groep heeft de aantrekkende economie positieve effecten.
2.3
Wie zoekt voor de jongeren een leerbaan? Reguliere werkwijze De verantwoordelijkheid voor voldoende (geaccrediteerde) leerbanen in een branche/sector ligt formeel bij de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB’s). Voor bepaalde doelgroepen/sectoren slagen zij daar echter onvoldoende in. Normaal gesproken is het de leerling/jongere zelf die een leerbaan zoekt. De leerling kan voor een overzicht van geaccrediteerde leerbedrijven in de regio terecht bij het betreffende
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
12
KBB of bij de opleiding. Welke ondersteuning leerlingen krijgen van de BPV-coördinatoren van de opleiding, van de stagecoördinatoren, van de docent of leertrajectbegeleider is per opleiding/afdeling verschillend. Jongeren die een BBL-leerbaan zoeken of werkloos zijn en een jeugdbaan zoeken, kunnen ook terecht bij het CWI waar zij door een jongerenadviseur worden geholpen. Bijzondere voorzieningen: Actieteams Leerbanen Vanwege de tekorten aan leerbanen zijn in de drie Connections regio's vanuit de actieplannen Leerbanen 'Actieteams Leerbanen' actief om extra leerbanen te werven voor jongeren zonder BPV-plaats, stageplaats of baan. De Actieteams zijn meestal samenwerkingsverbanden tussen CWI, gemeente en scholen (vmbo en mbo). Binnen een Actieteam vindt de afstemming van de acquisitie plaats, op uitvoerend niveau en op strategisch niveau. Daarnaast zijn er speciale 'leerbaanacquisiteurs' aangesteld die tot taak hebben extra leerbanen te werven en in te vullen voor jongeren die zelf geen leerbaan kunnen vinden. Werkwijze Actieteams Leerbanen De regionale voorzieningen 'leerbanen' in de drie Connections regio's (de Actieteams Leerbanen en hun stuurgroepen/regiegroepen) vormen de context waarbinnen de Connectionsactiviteit 'verbetering matching' wordt ontwikkeld. De regionale Actieteams Leerbanen zijn per regio verschillend georganiseerd en functioneren nog niet overal optimaal. In bijlage 1 is een kort overzicht opgenomen van de stand van zaken per regio.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
13
3. Tekorten aan leerbanen: waar, voor wie en waarom? Er zijn verschillende oorzaken waarom het voor jongeren lastig is een geschikte leerbaan te vinden. Oorzaken zijn te vinden in: - … specifieke sectoren op de arbeidsmarkt waar weinig leerbanen beschikbaar zijn; - … de infrastructuur voor het matchen, waarin actoren tekortschieten; - … de jongeren zelf die tekorten kunnen hebben in vaardigheden, capaciteiten, motivatie en gedrag. 3.1
Tekorten aan leerbanen in sectoren De kenniscentra voor beroepsonderwijs hebben per opleidingsrichting en regio een overzicht van vraag en aanbod op de stageplaatsen en -leerbanenmarkt 2 . Zie bijlage 3. De leerbaanacquisiteurs in de drie Connections regio's ervaren vooral tekorten aan BBLleerbanen op niveau 1 en 2 in de richting: administratie, zorg en welzijn, detailhandel, kappers en autotechniek.
3.2
Tekorten in de infrastructuur In het proces van werven van een leerbaan tot en met het matchen van de jongere op de leerbaan spelen vijf 'actoren' een rol: a. de jongere (en zijn omgeving); b. de school (BPV-coördinator, docent, stagebegeleider, mentor); c. de werkgever (praktijkbegeleider, bedrijfsleider); d. de leerbaanacquisiteur/ bemiddelaar (CWI /Actieteam leerbanen); e. de gemeente (leerplichtambtenaar/ RMC-medewerker). (De leerbaanacquisiteur is een extra voorziening om leerbanen te werven voor jongeren 'die daar op eigen kracht niet in slagen'). Elk van bovengenoemde actoren vormt een belangrijke schakel in het matchingsproces en kan er de oorzaak van zijn dat de matching niet tot stand komt of niet succesvol wordt afgerond. We zetten mogelijke oorzaken op een rij: Oorzaken gelegen bij de leerling/jongere (zie ook de volgende paragraaf): - ontbrekende motivatie, passief gedrag, afspraken niet nakomen, soms voortkomend uit onzekerheid. Dit is te beïnvloeden door op het vmbo/mbo of CWI trainingen te geven); - ontbrekende leergierigheid of interesse (bij aanwezige capaciteiten); - verkeerd beroepsbeeld, niet weten wat werk inhoudt, verkeerde branche gekozen, te laag inkomen (bij BBL); - ontbrekende vaardigheden: sociale en communicatieve basisvaardigheden (algemeen werknemersgedrag), reflectief vermogen en zelfbepalingsvaardigheden (leggen alles buiten zichzelf); - ontbrekende stimulerende ondersteuning in de sociale omgeving van de jongere (veel werkloosheid, laag opleidingsniveau thuisfront, geen interesse/ondersteuning van ouders bij opleiding).
2
Zie: bijlage 2.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
14
- jongeren van het vmbo zijn soms qua ontwikkelingsniveau 'te jong' om al werkend te leren, kunnen nog niet in een werkomgeving functioneren; - aanwezigheid sociaal-emotionele problemen, persoonlijk of in de thuisomgeving. Oorzaken gelegen bij de school: - functies op niveau 1 en 2 in de zorg & welzijn, administratie, autotechniek verdwijnen uit het beroepsveld. De school zou deze opleidingen dan niet meer (in beperkte omvang) aan moeten bieden op niveau 1 en 2; - de intake op een ROC die niet goed beargumenteerd is gebeurd. (Bij AKA is het een uitgebreider assessment om een diagnose te maken op allerlei leefgebieden); - ontbreken van een goede beroepenoriëntatie en beroepskeuze in het voortgezet onderwijs (vmbo) én op het mbo; - jongeren zijn geen algemene werknemersvaardigheden bijgebracht en hebben evenmin een motivatietraining gekregen; - ROC-afdelingen die werkloze jongeren niet inschrijven noch flexibel laten instromen; - te weinig begeleiding vanuit de school naar de praktijkopleider van het leerbedrijf en naar de leerling. (ROC's hebben voor begeleiding speciale budgetten beschikbaar); - als jongeren een verkeerde keuze hebben gemaakt (willen wisselen) moet de school niet alleen BOL- maar ook BBL-jongeren begeleiden naar een nieuwe opleidingsrichting. Oorzaken gelegen bij de werkgever/praktijkopleider: - verkeerde inschatting van tijd en vaardigheden die nodig zijn om de jongere te begeleiden; - verkeerde inschatting van het niveau van werkzaamheden dat een leerling aan kan. Dit komt vaak voor bij AKA, niveau 1 en 2. Jongeren hebben vaak een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Het gaat mis als de werkgever de leerling/jongere geen ruimte gunt zich te ontplooien, te snel afrekent op presteren. Vaak komt een leerling pas tot presteren als hij zich vertrouwd voelt in het bedrijf. Leerlingen eerst positief bekrachtigen en beginnen met kleine opdrachten. (In een bedrijf werkt het vaak andersom). BOL-leerlingen zijn op hun leerbaan/stage vaak boventallig en hebben meer dan BBL- leerlingen of werkloze jongeren de ruimte om 'fouten te maken' of niet direct productief te zijn; - werkgever legt te veel werkdruk bij de leerling; - het ontbreekt de werkgever/praktijkopleider aan kennis over de opbouw van een leertraject; - verschil in rolopvatting praktijkopleider en rolverwachting vanuit de school/acquisiteur. Bij beperkte beschikbaarheid van leerbanen, kun je als acquisiteur ook niet té veeleisend zijn wat betreft begeleiding. Er wordt vanuit gegaan dat na tekening van de leerovereenkomst de begeleider van de school hierover met de leerling en praktijkopleider afspraken maakt; - discriminatie van allochtone jongeren; - negatieve ervaringen bij werkgevers leiden tot geringe bereidheid om nieuwe leerbanen aan te bieden. Oorzaken gelegen bij de bemiddelaar (leerbaanacquisiteur): - geen juist bedrijfs- /jongerenprofiel gemaakt, dingen over het hoofd gezien; - onvoldoende verbeeld voor de jongere in wat voor bedrijf hij komt, hoe het bedrijf in elkaar steekt en wat de leerbaan inhoudt; - onvoldoende onderzocht waarom het in het betreffende bedrijf/bij betreffende jongere is misgegaan (onwil, onkunde, etc.); - vooraf geen gesprek gevoerd met het bedrijf of leerling.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
15
Oorzaken elders gelegen: - onvoldoende betrokkenheid tussen scholen (beroepsopleidingen) en bedrijven. Men heeft onvoldoende zicht op en begrip voor elkaars werk. Docenten zijn onvoldoende naar bedrijven te krijgen en andersom, bedrijven zijn onvoldoende naar scholen te krijgen voor gastcolleges, e.d. 3.3
Jongeren met 'tekorten' De groep jongeren die ondersteuning nodig heeft bij het vinden van een leerbaan, is onder te verdelen in grofweg vier categorieën: • Leerbaan/jeugdbaan starters: Hieronder vallen vooral de jongeren die starten met de BBL-opleiding en nog geen leerbaan hebben kunnen vinden en werkloze jongeren die een jeugdbaan zoeken. Het gaat om schoolverlaters van het vmbo of praktijkonderwijs, om leerplichtige en niet-leerplichtige voortijdig schoolverlaters, om werkloze jongeren of jongeren die werken via uitzendbureaus en zich nu heroriënteren op een opleiding. Ook is er een groep leerplichtige vmbo-jongeren die dreigen vast te lopen in het vmbotraject. Om ze voor het onderwijs te behouden, starten ze met de BBL-opleiding (in overleg met de leerplichtambtenaar). De leerbaanacquisiteur zoekt voor hen een leerbaan. • Leerbaanwisselaars Jongeren die een leerbaan hebben die niet bevalt of waardoor zij tot het inzicht komen een verkeerde beroepskeuze te hebben gemaakt, zijn de leerbaanwisselaars. Deze jongeren zijn op zoek naar een nieuwe leerbaan. Ook is er een groep jongeren die van BOL naar BBL wil overstappen en daarvoor een leerbaan nodig heeft. Zij krijgen hulp van de leerbaanacquisiteur. • Leerbaanzoekers in lastige beroepssectoren Er is een aantal sectoren waar het vinden van een leerbaan lastig of onmogelijk is (zie paragraaf 3.1). Daarnaast zijn er de populaire beroepsrichtingen met een grotere vraag naar leerbanen dan het aanbod in die branches (bijvoorbeeld kappers en kinderopvang). • Specifieke groepen jongeren Er is een aantal groepen jongeren te onderscheiden voor wie het, vanwege specifieke 'problemen' of 'kenmerken', lastig is een leerbaan te vinden ook bij tussenkomst van de leerbaanacquisiteur. Het gaat dan om: 1. Allochtone jongeren die vanwege een mix van integratieproblemen, discriminatie op de arbeidsmarkt en lage opleiding in een kansarme sector geen leerbaan vinden of een leerbaan niet succesvol afronden. 2. Jongeren die niet weten wat ze kunnen en willen (schoolverlaters praktijkonderwijs/ vmbo met en zonder diploma). 3. Jongeren met persoonlijke, sociaal-emotionele problematiek. 4. Ongemotiveerde jongeren met een sociaal-maatschappelijke problematiek (verslaving, justitiecontacten). Een nadere omschrijving en specifieke matchingsstrategieën voor deze vier specifieke doelgroepen is opgenomen in hoofdstuk 6.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
16
4. De kunst van het matchen De drie Connections regio's hebben elk hun eigen werkwijze in het proces van matchen. We hebben de succesvolle benaderingen in dit hoofdstuk samengebracht als 'de methodiek van het succesvol matchen'.
4.1
Wat is een succesvolle matching? De leerbaanacquisiteurs spreken van een 'succesvolle matching' wanneer: - de werkgever tevreden is over de nieuwe leerling/werknemer, wat wil zeggen dat de leerbaan langere tijd beschikbaar blijft; - de jongere tevreden is, wat wil zeggen dat de jongere er kan leren wat hij/zij wil of tot een inzicht komt een verkeerde beroepskeuze te hebben gemaakt; - de school tevreden is, wat wil zeggen dat de praktijkervaring het leerproces ondersteunt waarbij begeleiding een belangrijk aspect is.
4.2
Methodische uitgangspunten en visie Aanbodgericht (jobhunting) en op maat De Actieteams Leerbanen in de Stedendriehoek en De Vallei zijn aanvankelijk gestart met een grote wervingsactie van leerbanen. Toen bleek dat geworven banen niet allemaal gemakkelijk in te vullen waren met geschikte jongeren is van deze werkwijze afgestapt. In alle drie de regio's wordt nu hoofdzakelijk aanbodgericht gewerkt: op maat van de leerling/jongere een leerbaan gezocht wordt. Ook naar werkgevers toe wordt op maat gewerkt. Wanneer een werkgever een leerbaan heeft maar niet voor betreffende jongeren, wordt voor deze leerbaan zo snel mogelijk een invulling gezocht. Jobhunting en maatwerk is de enige sleutel tot succesvol matchen. Jongeren motiveren tot leren in een kansrijke sector Als vertrekpunt hanteren de leerbaanacquisiteurs dat alle (werkloze) jongeren een startkwalificatie halen. Dat betekent dat ook werkloze jongeren wordt geadviseerd alsnog een diploma niveau 2 te halen, indien dat haalbaar is. De mogelijkheden van een BBL-opleiding motiveert de jongere tot leren. Omdat er ook sectoren zijn met een overschot aan leerbanen, zoals in de techniek, worden leerlingen door de school of CWI gestimuleerd te kiezen voor deze sectoren. Met name in de AKA-opleiding worden leerlingen steeds beter ingelicht over hun perspectieven in beroepen in verschillen sectoren. Er zijn leerlingen die daardoor afwijken van hun eerste voorkeur. Het werkt stimulerend voor de jongeren dat in zijn of haar 'tweede keus'-richting er wel direct een goede leerbaan beschikbaar is. Jongeren gelijkwaardig behandelen en vertrouwen geven Onder de groep jongeren voor wie de leerbaanacquisiteur nodig is om een leerbaan te vinden bestaat een groep jongeren met een negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen en vertrouwen in instanties. Deze jongeren hebben een speciale benadering nodig. Positieve bekrachtiging, aandacht en een gelijkwaardige behandeling. Dienstverlening naar werkgevers Voor de leerbaanacquisiteur is niet alleen de jongere, maar ook de werkgever 'klant'. Een tevreden werkgever is immers de beste ambassadeur voor leerbanen. De leerbaanacquisi-
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
17
teur is met het plaatsen van de jongere op een baan niet klaar. Er wordt ook tijd besteed aan de after sales naar werkgever, aan relatie-opbouw en -management.
4.3
De stappen in het matchingsproces Het proces van matchen gebeurt vanuit twee perspectieven: dat van de werkgever die een leerbaan meldt en het perspectief van de jongere die een leerbaan zoekt. Het proces kent, naast een voorbereidingsfase, 7 stappen.
Perspectief jongere
Perspectief werkgever Fase 0: Voorbereiding
1. Aanmelding jongere
1. Aanmelding leerbaan
↓
↓
2. Profiel jongere
2. Profiel leerbaan/bedrijf
↓
↓
3. Werving leerbaan
3. Werving jongere
↓
↓
4. Profiel leerbaan/bedrijf
4. Profiel jongere
↓
↓ 5. Matching jongere en leerbaan ↓ 6. Voorbereiding sollicitatiegesprek ↓
7. Overdracht begeleiding jongere & after sales naar werkgever Hieronder beschrijven we de stappen in het matchingsproces vanuit het perspectief van de jongere. Per stap geven we aan 'wat' er gebeurt. Ook de 'kritische factoren' tot succes worden in elke fase benoemd. We spreken steeds van 'kritische factoren' in plaats van 'succes- en faalfactoren' omdat deze in feite elkaars spiegelbeeld zijn. Zo is een 'onduidelijk beeld van wat je als jongere wil en kan' een faalfactor en is 'goed weten wat je wil en kan' juist een succesfactor.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
4.3.0
18
Voorbereidingsfase
Voorbereiding door de school De school speelt een belangrijke rol in de voorbereiding van de jongeren op de leerbaan. Een werkgever die een BBL-leerbaan aanbiedt verwacht dat de jongere beschikt over algemene werknemersvaardigheden zoals op tijd komen. Jongeren die zich aanmelden voor een BBLopleiding (niveau 1 en 2) en nog geen leerbaan hebben, worden (ter preventie van voortijdig schooluitval) in de periode augustus-december door de school (ROC Aventus) extra begeleid bij het oriënteren en bij het trainen van algemene werknemersvaardigheden, ter vergroting van de kans op een leerbaan. De leerbaanacquisiteur maakt van deze extra begeleidingsfaciliteit gebruik. Voorlichting In het ideale geval heeft de jongere voordat hij door de school wordt verwezen naar de leerbaanacquisiteur, een beroepskeuze gemaakt, een reëel beroepsbeeld gekregen en beschikt over de basisvaardigheden om op de stage/leerbaan te kunnen functioneren. Om zoveel mogelijk preventief te werken organiseren leerbaanacquisiteurs voorlichtings- en trainingsactiviteiten bij potentiële leerbaanzoekers, zoals werkloze jongeren, vierdejaars vmbo en praktijkonderwijs en jongeren die een BOL-opleiding volgen (op laag niveau). Mogelijke voorlichtings- en trainingsactiviteiten zijn: - algemene voorlichting over 'wat is werken'; - voorlichting over een CV maken en solliciteren; - sollicitatietraining; - training werknemersvaardigheden; - beroepenoriëntatie; - opleidingsoriëntatie. Ook decanen van het vmbo worden voorgelicht over mogelijke oriëntatiekanalen en kanalen voor het vinden van leerbanen, zodat zij hun leerlingen goed kunnen verwijzen. Voorts vinden belacties plaats aan het einde van het schooljaar naar alle vmboschoolverlaters om hun vervolgplannen te inventariseren. Aan jongeren die een BBLopleiding willen gaan doen, wordt dan al voor de zomervakantie aangeboden per augustus een leerbaan voor ze te zoeken. Leerstijl ervarend leren Veel jongeren die geen werk of leerbaan hebben, moeten om een beroepskeuze te kunnen maken zelf ondervinden wat bij ze past en wat niet. Binnen de vmbo-scholen wordt steeds meer aandacht besteed aan praktijkgerichte sectororiëntatie en aan snuffelstages om te zorgen dat een gemaakte beroepskeuze beklijft. Toch hebben nog veel vmbo-schoolverlaters geen duidelijke beroepswens, wat voor een belangrijk deel te maken heeft met hun relatief 'jonge' leeftijd. In de opleiding op niveau AKA wordt binnen het programma veel aandacht geschonken aan het maken van een bewuste en haalbare beroepskeuze. Leerlingen wordt zoveel mogelijk het inzicht bijgebracht niet voor richtingen te kiezen waar nauwelijks (leer)banen zijn. Om keuzes te maken oriënteren leerlingen zich in bedrijven en ervaren zo wat een beroep inhoudt. Ook het beroepskeuzeadvies dat de werkgever aan de leerling geeft, telt bij de leerling zwaar mee in de beroepskeuze. Leerlingen worden in hun beroepskeuze begeleid naar richtingen waar ze de meeste kansen hebben (gezien hun capaciteiten).
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
19
Niet leerbaanrijp, wat dan? Om de goede relatie met een leerbedrijf in stand te houden, nemen leerbaanacquisiteurs niet snel het risico om een jongere die niet arbeidsrijp is toch op een leerbaan te plaatsen. Als een jongere nog niet 'arbeidsrijp' genoeg is om op een leerbaan te starten, wordt in overleg met de RMC-medewerker in het Actieteam gekeken of er alternatieve trajecten mogelijk zijn om deze jongere voor te bereiden op werk. Als een jongere niet arbeidsrijp is, wordt de jongere verwezen naar een gemeentelijk jongerenproject, zoals het JADS-project (Jongeren aan de Slag) in 's-Hertogenbosch of het Activerium in Apeldoorn. Over jongeren die zelf geen inzet tonen en gedragsproblemen hebben overleggen RMC, leerbaanacquisiteurs en school (binnen het Actieteam) wat de beste strategie is: uitschrijven, in beeld houden, passieve inschrijving, etc. Samenwerking en afstemming Als alle partijen samen op één locatie zitten (Ede en 's-Hertogenbosch) is een sluitende aanpak veel beter te realiseren. Soms moet het CWI jongeren adviseren een uitkering aan te vragen om toegang te krijgen tot voorzieningen die niet-arbeidsrijpe jongeren nodig hebben. Door op één locatie te werken is de toegang naar jongerenprojecten, alternatieve scholingstrajecten, vaak een samenwerking tussen gemeente en vmbo/mbo-scholen), veel beter te organiseren en is overleg en samenwerking beter te realiseren. Kritische factoren in de voorbereiding - een goede beroepskeuze en training werknemersvaardigheden voordat de jongere aan een leerbaan/stage begint, leidt tot minder uitval op de leerbaan (vmbo/mbo); - zorg voor verwijzingsmogelijkheden voor jongeren die nog niet arbeidsrijp zijn (gemeentelijke samenwerkingsprojecten); - voor een sluitende aanpak, ook voor jongeren die nog niet arbeidsrijp zijn, is nauwe samenwerking nodig. Eén locatie voor verschillende partijen (bedrijfsverzamelgebouw) levert daaraan een positieve bijdrage; - als een jongere is ingeschreven zonder BPV-plaats, zorg dan voor een begeleidings- en trainingsaanbod, eventueel in samenwerking met het CWI.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
20
4.3.1 Stap 1. Aanmelding jongere bij de leerbaanacquisiteur Hoe verloopt de aanmelding? Omdat de leerbaanacquisiteurs in feite alleen maar 'extra' leerbanen zoeken voor jongeren die daar zelf niet in slagen, moet de aanmelding goed geregeld zijn. Niet alle jongeren kunnen zich aanmelden, maar de jongeren voor wie het is bedoeld moeten wel toegang hebben tot de leerbaanacquisiteur. De aanmelding van een jongere bij de leerbaanacquisiteur van het Actieteam Leerbanen vindt op verschillende manieren plaats en is afhankelijk van de regionale afspraken daarover. Wijzen van aanmelding Mogelijke wijzen van aanmelding zijn: - de jongeren/leerlingen melden zich zelf bij de leerbaanacquisiteur; - de stagecoördinatoren van het vmbo verwijzen jongeren door voor wie zij zelf geen stageplaats kunnen vinden. Met de aanmelding komt ook een 'dossier' mee met alle relevante informatie over de jongere; - de BPV-coördinator verwijst jongeren die zelf geen leerbaan kunnen vinden door naar de leerbaanacquisiteur. De school geeft het dossier met alle relevante informatie over de jongere door aan de leerbaanacquisiteur. - het CWI verwijst werkloze jongeren door die interesse hebben in de combinatie leren en werken. In verband met privacy kan de leerbaanacquisiteur niet in het dossier kijken van de jongere en dient overdracht mondeling plaats te vinden tussen CWI en leerbaanacquisiteur. Soms gaat het om een interne doorverwijzing van de CWI-jongerenadviseur naar de leerbaanacquisiteur van het CWI (meestal dezelfde persoon). - de RMC-medewerker/leerplichtambtenaar of een ander gemeentelijk 'trajectbureau' verwijst een jongere door. Kritische factoren in de aanmelding - goede werkafspraken rondom aanmelding, doorverwijzing en informatie-uitwisseling binnen het Actieteam en de partijen die daarin samenwerken.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
21
4.3.2 Stap 2. Profiel van de jongere Waarom een jongerenprofiel? In deze fase maakt de acquisiteur een profiel van de jongere met daarin alle gegevens die nodig zijn voor een goede matching. Behalve de objectieve gegevens van de jongere en de opleiding, gaat het vooral om een beeld van de werkhouding, capaciteiten, competenties en ambities en motivatie. Achtergrondgegevens van de jongeren worden alleen in beeld gebracht voorzover deze voor de werkgever en eventuele extra begeleiding op de werkplek van belang zijn. Intakegesprek of overdracht dossier Om gericht een leerbaan te zoeken moet de leerbaanacquisiteur een goed beeld hebben van de jongere. In goede samenwerkingsrelaties vaart de leerbaanacquisiteur op de kwaliteit van de dossiers gemaakt door de scholen. Voor de jongere die een stage zoeken voor de BOL, AKA of een vmbo-leerwerktraject, geeft het overdrachtsdossier en de informatie van de schoolbegeleider vaak voldoende informatie. Soms is het nodig dat de leerbaanacquisiteur de jongere ook zelf ziet en een intake gesprek voert. De acquisiteur hanteert als instrument voor het gesprek een intakeformulier of het jongerenprofiel (zie bijlage 2). De leerbaanacquisiteur van het CWI voert met de jongere, die op zoek is naar een jeugdbaan of BBL-leerbaan, een intakegesprek. Een jongere die zich aanmeldt bij het CWI is dan ook direct ingeschreven (van belang voor de WVA-subsidie die een leerbedrijf kan ontvangen). Het helder krijgen van wat een jongere wil of kan duurt bij de CWI-aanmelders een tot enkele weken. Jongeren gaan zelf oriënteren of er gebruik wordt gemaakt van een test op een Competentie Test Centrum van het CWI of de leerbaanacquisiteur verwijst de jongere terug naar de studieadviseur van de school voor een nieuw opleidingsadvies. Hiermee voorkomt de acquisiteur mismatches. Samenwerking en afstemming In situaties waar de leerbaanacquisiteur tevens jongerenadviseur is op het CWI (Stedendriehoek en De Vallei) is er tweewekelijks contact tussen jongere en jongerenadviseur. In deze gesprekken adviseert de jongerenadviseur in brede zin de jongere in zijn of haar zoektocht naar 'werk'. Hierdoor krijgt de jongerenadviseur/leerbaanacquisiteur een goed profiel van de jongere. In situaties waar de BPV-consulenten vooral zelf leerbanen acquireren voor jongeren, is er nauw overleg tussen de BPV-acquisiteur en de leertrajectbegeleider (docent) die een uitgebreid profiel maakt van de leerling en dit overdraagt aan de BPV-consulent die de leerbaan gaat werven. Kritische factoren bij het opstellen van het jongerenprofiel - dossiervorming (portfolio) die vanuit het vmbo meekomt; - de leerbaanacquisiteur heeft affiniteit met de groep jongeren die zelf geen leerbanen vinden; - goede samenwerking tussen leerbaanacquisiteur en BPV-coördinator; - goede werkafspraken rondom informatie-uitwisseling binnen het Actieteam en de partijen die daarin samenwerken.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
22
4.3.3 Stap 3. Acquireren leerbaan Hoe krijgt de leerbaanacquisiteur potentiële leerbanen op het netvlies? Doordat de leerbaanacquisiteur een groot netwerk van bedrijven kent, begint de vertaling van de jongeren naar een zoekprofiel in feite al tijdens stap 2. Naarmate het beeld van de jongere steeds duidelijker wordt, wordt ook een concreet zoekprofiel duidelijker. Zoekkanalen Als zoekkanalen gebruikt de leerbaanacquisiteur: - het eigen opgebouwde netwerk van werkgevers en collega leerbaanacquisiteurs; uit succesvolle plaatsing komen nieuwe leerbanen voort, of zijn te creëren; - het netwerk van de BPV-coördinatoren; - het bestand erkende leerbedrijven van de KBB's (Kenniscentra Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven); - het CWI-netwerk van werkgevers. Alle werkgevers die iets willen met de WVA worden door de leerbaanacquisiteur bezocht om te kijken of ze ook leerbaan mogelijkheden hebben. De kenniscentra worden gevraagd voor de erkenning en geïntroduceerd; - reguliere zoekkanalen als telefoonboek, Gouden Gids, vaktijdschriften, Kamers van Koophandel, etc.; - mailing naar bedrijven; - (bestuurders van) brancheorganisaties inschakelen als ambassadeur voor het vinden van een leerbaan; komen anders de branche binnen en worden minder snel afgewimpeld. (Adressen branche organisaties zijn op te vragen via de Kamer van Koophandel, zie bijlage 3); - een ambassadeursnetwerk van werkgevers (zie hoofdstuk 8). Acquireren leerbanen De acquisitie van leerbanen gebeurt langs verschillende routes: a. Open wervingsacties voor leerbanen Het MKB-leerbanenplan en zo ook de drie regionale Actieteams Connections zijn aanvankelijk gestart met grote 'open' wervingsacties bij bedrijven om 'meer leerbanen' beschikbaar te stellen. Dit leverde vele leerbanen op, die echter niet gemakkelijk in te vullen bleken met geschikte jongeren. Deze grote wervingsacties vinden niet meer plaats. Wel wordt vanuit p.r. oogpunt en relatiebeheer voortdurend gewerkt aan goede contacten met werkgevers voor 'potentiële leerbanen'. b. Gerichte éénmalige wervingsacties op maat Voor een bepaalde groep bedrijven (één sector of bedrijventerrein) en/of voor een bepaalde groep jongeren een wervingsactie opzetten gericht op een aantal potentiële leerbanen. Voorbeelden hiervan zijn: - bedrijfsbezoeken voor een aantal jongeren tegelijk ('s-Hertogenbosch); - speeddates op maat (Stedendriehoek/ Deventer): Alle werkloze jongeren ingeschreven bij het CWI Deventer werden uitgenodigd voor een voorlichting over 'leren en werken' waar ook werkgevers bij werden betrokken. Tijdens de voorlichting werden presentaties gegeven over de bedrijven in de regio, waar de jongeren op bedrijfsbezoek konden. Deze jongeren zijn met de MKB-bus de bedrijven langs gegaan voor een speeddate en hebben hun CV's achter mogen laten.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
c.
23
Werving vaste leerbaan verstrekkers Het gaat hier om het opbouwen van een 'pool' van werkgevers die als 'vaste leverancier' functioneren van een aantal leerbanen (stages). Het ROC Aventus heeft bijvoorbeeld voor leerlingen op de AKA-opleiding met vijf bedrijven de afspraak dat zij een bepaald aantal leerbanen ter beschikking stellen, zonder de garantie te hebben dat die leerbanen voortdurend zijn ingevuld. (Het gaat bijvoorbeeld om een Kringloopbedrijf, een drukkerij, een kinderdagverblijf en technische handelsonderneming). Deze werkgevers worden ook betrokken als gastdocenten in de opleiding. Dit zijn vooral werkgevers die bereid zijn te investeren in jongeren en het risico aandurven dat het mislukt.
d. Als de schoolprestaties (opdrachten) haalt uit het bedrijfsleven, levert dat nieuwe contacten met bedrijven op. De AKA-opleiding haalt veel werk binnen in opdracht van bedrijven (verzorgen lunches, jubilea etc.). e. Opbouwen eigen bestand werkgevers voor potentiële leerbanen. Om ook voldoende potentiële leerbedrijven te hebben, bouwt de leerbaanacquisiteur ook een eigen netwerk op. Deze relatieopbouw staat beschreven in hoofdstuk 5. f.
Gerichte individuele jobhunting 'op maat' Deze manier van werken komt bij de leerbaanacquisiteurs het meeste voor. Hier zoekt de acquisiteur als een 'jobhunter' vanuit het jongerenprofiel een bedrijf waar mogelijk een leerbaan beschikbaar of te creëren is. Als het gaat om een niet-erkend leerbedrijf, regelt de acquisiteur dat een erkenningstraject start.
Meer over werkgeversbenadering en matchingsstrategieën is te vinden in hoofdstuk 6. Samenwerking en afstemming Voor werkgever en jongeren is het van belang dat melding van leerbanen, die jongeren zoeken op één punt/loket gebeurt of op één punt samenkomen. Samenwerking en informatieuitwisseling binnen het Actieteam tussen de BPV-coördinatoren en de andere leerbaanacquisiteurs is daarom noodzakelijk. Ook vaste contactpersonen bij CWI/leerbaanacquisiteur en het ROC is van belang voor de overdracht van de begeleiding en de after sales naar werkgevers. Kritische factoren bij acquireren leerbaan - als bemiddelaar altijd persoonlijk contact opnemen met het bedrijf. Na het gesprek informeren bij werkgever naar verloop, leerpunten uit halen; - de leerbaanacquisiteur heeft tijd en faciliteiten om aan relatiebeheer te doen; - om kunnen gaan met weerstanden bij werkgevers die te maken hebben met discriminatie; - bestand aan werkgevers die ervaring hebben met jongeren die extra hulp nodig hebben.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
24
4.3.4 Stap 4. Leerbaan- en bedrijfsprofiel Profiel van de leerbaan De acquisiteur maakt van het potentiële leerbedrijf een bedrijfsprofiel. Daarin wordt opgenomen: erkenning, aard werkzaamheden, aard begeleiding en omgangscultuur binnen het bedrijf. Ook peilt de acquisiteur hoe het bedrijf omgaat met eventuele achtergrondaspecten van de leerling (bijvoorbeeld sociaal-emotionele problematiek). Bij het acquireren van nieuwe leerbedrijven wordt steeds vaker gelet op specifieke bedrijfsaspecten die de match kunnen doen mislukken of juist doen slagen. Het bedrijf TNT Post in 's-Hertogenbosch is bijvoorbeeld qua cultuur een mannenbolwerk waar niet echt respectvol omgegaan wordt met moslima's. Na twee daardoor mislukte matches, plaatst de acquisiteur daar alleen nog maar jongens. Realistisch beeld schetsen voor de jongeren Het leerbaanprofiel moet zo opgesteld zijn dat het voor de jongere concreet en te begrijpen is. Jongeren die cognitief wat beperkter zijn horen/lezen vaak alleen maar wat ze in hoofd hebben. Kritische factoren bij opstellen profiel - de leerbaanacquisiteur schakelt het KBB in als een accreditatietraject nodig is; - de leerbaanacquisiteur maakt een volledig leerbaan- en bedrijfsprofiel met positieve en negatieve aspecten van de leerbaan; - leerbaanprofiel moet zo zijn opgesteld dat het voor de jongere concreet en te begrijpen is.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
25
4.3.5 Stap 5. De matching Het komt maar zelden voor dat de jongere en de leerbaan, zoals het bedrijf die voor ogen heeft, direct 100% matchen. Om (toch) een succesvolle matching te realiseren, moet de leerbaanacquisiteur acties ondernemen naar zowel de jongere als naar de werkgever om verwachtingen goed op elkaar af te stemmen. Hieronder worden deze acties beschreven. De jongere: beroepsbeeld en bijstellen verwachtingen - In het papieren jongerendossier is de opleiding en het niveau van de jongere bekend. De leerbaanacquisiteur weet welke eisen aan de opleiding zijn verbonden en waar de leerbaan dus aan moet voldoen. Binnen een sector zijn vele beroepen mogelijk met allerlei voorkomende werkzaamheden. Jongeren hebben vaak een eigen beeld/verwachting van het werk, soms heel open soms heel specifiek. - Voor jongeren op niveau 1 en 2 zijn de mogelijkheden op de arbeidsmarkt beperkt. Gezien hun capaciteiten is het aanbod aan 'werk' minimaal. Vaak blijkt wat ze willen niet te matchen met wat kan en moeten jongeren hun beeld bijstellen. Met een aantal concrete leerbanen voor ogen probeert de leerbaanacquisiteur de jongere alternatieven voor te houden. - De opleidingseisen zijn bij het zoeken van een leerbaan leidend, niet wat de jongere precies aan werkzaamheden wenst te doen. De acquisiteur zoekt leerbanen passend bij de opleiding en bij het type jongere. Deze biedt hij de jongere aan. Komt het niet overeen met de verwachting van de jongere dan kan het nodig zijn het beroepsbeeld bij te stellen. - In het algemeen hebben de jongeren, die zelf geen leerbaan vinden ook geen uitgesproken beroepswens of beroepsbeeld. De eerste leerbaan is een eerste kennismaking met 'werk'. Dit zijn vooral de jongeren die zich halverwege het schooljaar aanmelden. Dit geeft de leerbaanacquisiteur mogelijkheden om hun beroepswens bij te buigen. Jongeren die aan het einde van het schooljaar al aanmelden hebben vaak wel een heldere beroepswens. - BBL-jongeren hebben wel verwachtingen over het geld wat ze gaan verdienen, maar hebben niet nagedacht over de werkzaamheden die ze daar voor moeten doen en wat werken is. Ter preventie van uitval wordt de keuze voor een BBL-opleiding soms omgebogen tot een BOL-opleiding. Ook als er sprake is van een ongemotiveerde keuze voor een sector waarin weinig leerbanen zijn, tracht de leerbaanacquisiteur de beroepskeuze om te buigen; - Bij het helder maken van wat de geboden leerbaan inhoudt, is het leerbaanprofiel een belangrijk instrument. Het leerbaanprofiel moet zo opgesteld zijn dat het voor de jongere concreet en te begrijpen is. Jongeren die cognitief wat beperkter zijn horen/lezen vaak alleen maar wat ze in hun hoofd hebben. Checken of het leerbaanprofiel helder is, kan door de jongeren te laten vertellen wat ze denken dat ze de eerste dag gaan doen. Dan hoor je vaak terug wat ze gemist hebben in hun opname 'voorbereiding'. Het is sowieso lastig voor de jongeren om een goed beeld te krijgen. 3
3
De leerbaanacquisiteur moet jongeren vaak ook motiveren als de leerbaan die zich voordoet 'tegenvalt'. Het gaat er om deze jongeren te doen inzien dat ze zich kunnen ontplooien in een leerbaan. Hun alternatieven zijn productiewerk of thuis zitten.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
26
De werkgever: bijstellen verwachtingen - De leerbaanacquisiteur geeft werkgevers een realistisch beeld van het aanbod aan jongeren op niveau 1 en 2. Ook de werkgever heeft immers een irreëel beeld van wat een jongere kan als hij van het vmbo komt. Soms willen werkgevers een 16-jarige met werkervaring. Werkgevers worden door de leerbaanacquisiteur 'bewerkt' om hun eisen aan te passen. - Wanneer de werkgever positief is, maar extra begeleiding van de jongere nodig is, kan de acquisiteur hier een extra instrument op organiseren (trajectbegeleiding of andere coaching bijvoorbeeld). - Niet altijd lukt het een perfecte match te realiseren. Soms is de acquisiteur genoodzaakt te roeien met de riemen die hij heeft en kan er voor een leerling geen leerbaan op maat worden gevonden en is men genoodzaakt breder te kijken. Overleg, samenwerking en afstemming De leerbaanacquisiteur die leerbanen zoekt voor jongeren in de BBL–opleiding overlegt voortdurend met de BPV-coördinator(en) op welke leerbaan de jongere het best te matchen is en andersom. Eens per twee weken zijn er casuïstiekbesprekingen, tussentijds is er telefonisch overleg. De leerbaanacquisiteur en zijn Actieteam kennen de leerbaan en de jongere. Om werkelijk goede matches te kunnen maken is een warme overdracht tussen de school, degene die de jongere kent, en degene die de baan kent van belang. Deze personen moeten op elkaar ingewerkt zijn en elkaar verstaan. Bij twijfel over haalbaarheid van de match wordt onderling overlegd. Kritische factoren bij de matching: Jongere - verwachtingen van de jongere kloppen met de werkelijkheid. Jongeren hebben een realistisch beeld van een leerbaan; - jongeren beschikken over algemene sociale vaardigheden. (De taakgerichte vaardigheden leert hij op de werkplek); - jongeren zijn gemotiveerd voor deze leerbaan; - er is sprake van een stimulerende ondersteuning in de sociale omgeving van de jongere (thuisfront). Werkgever: - werkgevers moeten kunnen differentiëren in niveau leerbaan en de jongere een 'ontplooiingsperiode' gunnen; - de eisen die een werkgever aan de jongere stelt, moet passend zijn met de kandidaat die je stuurt voor die leerbaan; - een werkgever moet inzien dat het om een 'leerling' gaat en nog geen 'volwaardige kracht'; - praktijkopleider van het leerbedrijf moet adequaat 'begeleiden' in het leerproces (wat iets anders is dan iemand 'inwerken'). Samenwerking en afstemming: - om haalbaarheid van de match zo goed mogelijk te kunnen inschatten, zijn er goede contacten nodig tussen de verschillende betrokkenen die kennis hebben van de jongere, het bedrijf en/of de leerbaan.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
27
4.3.6 Stap 6. Voorbereiding sollicitatiegesprek Voorbereiding jongere De acquisiteur heeft een gesprek met de jongere om het leerbaan- en bedrijfsprofiel door te geven. Tevens peilt de leerbaanacquisiteur of de jongere in staat is een goed gesprek te voeren. Er wordt aan jongeren uitgelegd hoe ze het gesprek moeten voeren in de brede zin: hoe zich voor te stellen, te kleden, houding, etc. Met name de BBL-leerlingen en werkloze jongeren hebben deze voorbereiding van de leerbaanacquisiteur nodig. Voor BOL-leerlingen en VMBO-leerlingen gebeurt dat als onderdeel van het onderwijsprogramma. Met de leerling wordt afgesproken na het gesprek terug te koppelen naar de acquisiteur hoe het gesprek is verlopen en met welk resultaat. Voorbereiding werkgever De leerbaanacquisiteur informeert het bedrijf over het type leerling, het niveau en andere eisen aan de werkplek (bijvoorbeeld inplannen op rustige dagen, etc.). Met de werkgever wordt afgesproken na het gesprek terug te koppelen naar de acquisiteur hoe het gesprek is verlopen en met welk resultaat. Kritische factoren bij voorbereiding gesprek - de jongere kan zich goed presenteren aan de werkgever, CV; - de jongere heeft een reëel beeld van het werk dat hij/zij in de leerbaan gaat verrichten; - de jongere beschikt over algemene en sociale werknemersvaardigheden; - het niveau van de competenties van de jongere is helder voor werkgever en jongere. Er moet een opbouw zijn in taken, afgestemd op de leerbaarheid en aanwezige begeleiding; - affiniteit vanuit de werkgever/praktijkopleider met de jongere; - verwachtingen van de jongere kloppen met de werkelijkheid.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
28
4.3.7 Stap 7. Overdracht begeleiding jongere en after sales werkgever Overdracht begeleiding jongere Als het matcht tussen de jongere en de werkgever geeft de acquisiteur de begeleiding van de jongere over aan de mentor of BPV-coördinator van de school. Deze regelt met de werkgever een gesprek om afspraken vast te leggen over het leertraject van de jongere en wat er precies van de werkgever wordt verwacht aan begeleiding. Voor behoud van de ingevulde leerbaan is een aanspreekpunt voor werkgever en jongere van cruciaal belang. Meestal is dat de mentor/docent/ BPV-coördinator van de school het centraal aanspreekpunt voor de werkgever en voor de jongere/leerling. De werkgever wordt door de school begeleid/ondersteund bij de invulling en uitvoering van het leertraject van de jongeren. Er is regelmatig contact tussen school en praktijkopleider om de vorderingen van de leerling te bespreken en vragen/knelpunten op te lossen. Ondersteuning werkgevers De leerbaanacquisiteur informeert de werkgever dat de leerbaanacquisiteur na plaatsing niet meer de contactpersoon is voor het begeleiden van de jongere en geeft aan e werkgever door wie dat is en dat de persoon binnen een week contact opneemt met de werkgever voor een kennismakingsgesprek. De leerbaanacquisiteur informeert als after sales bij de werkgever nog wel hoe het loopt. Mochten er dan vragen zijn, dan koppelt de leerbaanacquisiteur dat door aan de begeleider van de school. Vinger aan de pols In alle gevallen hebben de werkgever en jongeren elk een persoon nodig om ervaringen te delen en ondersteuning te krijgen. Het is in ieders belang de jongeren binnen boord te houden en de begeleiding is daarbij essentieel. Gaat het mis tussen leerling en werkgever dan is er 'bemiddeling' nodig. Binnen het Actieteam wordt afgesproken wie deze bemiddelende rol op zich neemt: de school of de leerbaanacquisiteur (vanuit relatie onderhoud), of jongerenadviseur van het CWI. Kritische factoren bij overdracht begeleiding en after sales - werkgever/praktijkopleider kan bij vragen en knelpunten terecht bij de leerlingbegeleider van de school of een andere bemiddelaar; - leerling kan ergens terecht als het niet lekker loopt; - er is regelmatig overleg tussen school/werkgever/leerling/over het functioneren en de voortgang van het leerproces; - de praktijkopleider beschikt over tijd en vaardigheden om een jongere te begeleiden en kan het niveau van de jongere goed inschatten; - de leerbaanacquisiteur weet wie de begeleider van de school is van de leerling op betreffende leerbaan en kan de werkgevers hiernaar verwijzen; - de leerbaanacquisiteur heeft tijd om aan relatiemanagement te doen.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
29
5. Randvoorwaarden: aansturing, afstemming en instrumenten Om succesvol te kunnen matchen als leerbaanacquisiteur is een aantal organisatorische randvoorwaarden van belang: - de taakverdeling tussen de verschillende actoren in het matchingsproces moet helder zijn, zowel intern (binnen het Actieteam) als extern (met externe samenwerkingspartner als KBB's, werkgeversplatforms); - er moet regelmatig overleg en afstemming zijn op zowel beleidsmatig (stuurgroep/regiegroep) als uitvoerend niveau (Actieteams); - er moet voldoende en goed instrumentarium zijn om de resultaten van matching inzichtelijk te maken en te houden en om relatiebeheer mogelijk te maken Goede afstemming en samenwerking in het matchingsproces is noodzakelijk zodat school leerbaanacquisiteur - CWI - leerplichtambtenaar elkaar in het uitvoerende werkproces vinden en versterken. Die taakverdeling en afstemming is te regelen in een Actieteam en regiegroep/ stuurgroep. Beleidsmatig overleg Een stuurgroep of regiegroep heeft op regionaal niveau de regie over beleid ten aanzien van leren en werken. Belangrijke participanten zijn beslissers/beleidmakers vanuit vmbo, mbo, CWI, gemeente (RMC en Sociale Zaken), bedrijfsleven en een vertegenwoordiger vanuit de uitvoering met goed overzicht van stand van zaken en mogelijke problemen/obstakels. De stuurgroep komt regelmatig bijeen (elke zes weken of twee maanden). De stuurgroep bespreekt de huidige stand van zaken en belangrijke beleidsmatige ontwikkelingen (landelijk en regionaal) die van invloed zijn op activiteiten. Acties van verschillende partners worden op elkaar afgestemd. De stuurgroep maakt afspraken over hoe om te gaan met gesignaleerde problemen vanuit de uitvoering en wendt zijn invloed aan binnen de eigen organisatie om die obstakels te slechten. Uitvoerdersoverleg (Actieteam) Uitvoerders die in de matching van leerbanen en jongeren een rol spelen komen regelmatig (tweewekelijks) bij elkaar om concrete zaken rond jongeren en leerbanen te bespreken. Deelnemers aan dit overleg: actieleider Actieplan leerbanen, leerbaanacquisiteurs, BPVcoördinator, vmbo-stagecoördinator, jongerenadviseurs CWI, RMC-/leerplichtmedewerkers en gemeente afdeling Sociale Zaken. Daarnaast is er een voortdurende afstemming tussen de leerbaanacquisiteur en de contactpersonen van de mbo-opleiding in verband met jongerenprofiel en overdracht van de begeleiding. Een vertegenwoordiger van het uitvoerdersoverleg (Actieleider/leerbaanacquisiteur) neemt deel aan het regionale beleidsmatig overleg om overdracht van informatie te waarborgen. Instrumenten Om het matchingsproces goed te laten verlopen wordt een aantal instrumenten ingezet, zoals: - formats om informatie over kandidaten voor leerbanen en vacatures te kunnen weergeven, waarmee een goede matching mogelijk wordt gemaakt: (jongerenprofiel, bedrijfsprofiel, (zie bijlage 2);
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
30
- instrumenten/werkwijzen om ontwikkelingen/kandidaten te volgen en successen of falen in beeld te brengen (evaluatie-instrumenten); - instrumenten/werkwijzen om de behoefte op de regionale arbeidsmarkt in beeld te brengen en te houden (Colo-barometer, CWI), (zie bijlage 4); - instrumenten om problemen/belemmeringen te kunnen diagnosticeren (trajectbureaus, Competentie Test Centrum CWI); - instrumenten/trajecten om tekorten te kunnen opheffen (sollicitatietrainingen, (job)coaching, maatwerktrajecten zowel in beroepsrichtingen als voor werknemersvaardigheden). Voorlichtingsmateriaal Daarnaast is er behoefte aan goed voorlichtingsmateriaal rond leerbanen, de BBL-opleiding, BeroepsPraktijkVorming en actueel foldermateriaal voor jongeren, vmbo-decanen en voor werkgevers. Foldermateriaal is nodig voor p.r. en relatieopbouw. Administratieve ondersteuning De administratieve ondersteuning van de leerbaanacquisiteurs (of van het Actieteam) wordt ingezet om: - profielen en digitale dossiers van betrokken jongeren en bedrijven op te bouwen; - ondersteuning relatiemanagement met werkgevers; - ondersteunen van actieleider en leerbaanacquisiteurs bij alle administratieve taken (zowel schriftelijke correspondentie als telefoon- en mailverkeer, eventueel agendabeheer); - bijhouden financieringsgebonden (bijvoorbeeld EQUAL/ESF) deelnemersadministratie, urenregistratie, etc.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
31
6. Matchingsstrategieën en kenmerken/aanpak specifieke doelgroepen Matchingsstrategieën: hoe 'verkoop' je de jongere aan een werkgever? De acquisiteur 'verleidt' de werkgever tot het bieden van een leerbaan door: - het bedrijf persoonlijk te bezoeken; - de jongere op een persoonlijke manier voor te stellen bij de werkgever zodat deze een goed beeld krijgt van de jongere; - open en eerlijk te zijn naar werkgever maar niet altijd alles vertellen over de leerling, wat werkgever zou doen twijfelen. Het is van belang informatie over de jongere tactisch te doseren; - door sympathie te wekken voor de vraag die gesteld wordt. Een neutrale vraag 'om een leerbaan' is door een werkgever makkelijker af te wijzen dan wanneer concreet wordt voor welke jongeren en waarom je juist deze werkgevers vraagt. Door het persoonlijk te en maken kun de leerbaanacquisiteur appelleren aan het besef hoe lastig het is voor een jongere een leerbaan te vinden. Als de jongere in kwestie gaat leven voor een werkgever, dan zal de werkgever eerder geneigd zijn te kijken of de leerbaan te regelen is. (Verleiding loopt via het 'zeehondjesgevoel'); - door de vraag in te kaderen. Concreet maken voor welke jongeren je een leerbaan zoekt en wat je van de werkgever verwacht en wat de werkgever van de jongere, school en acquisiteur mag verwachten. Er is een aantal groepen jongeren voor wie het, vanwege specifieke 'problemen'/'kenmerken', lastig is een leerbaan te vinden, ook bij tussenkomst van de leerbaanacquisiteur 4 . Groep 1. Allochtone jongeren die vanwege een mix van integratieproblemen, discriminatie op de arbeidsmarkt, lage opleiding in een kansarme sector, geen leerbaan vinden of een leerbaan niet succesvol afronden. Veel allochtone leerlingen vinden moeilijk een leerbaan omdat zich bij deze leerlingen vaak een mix van problemen voordoet, zoals integratieproblemen (taal en cultuur), weinig aanmoediging door de ouders, gebrekkige (Nederlandse) werknemersvaardigheden en discriminatie op de arbeidsmarkt. Veel allochtone jongeren willen als individu iets bereiken omdat zij daarmee iets betekenen in en voor hun groep. Zij kiezen daarom vaak voor beroepsrichtingen met een zekere status (administratie, handel en economie) terwijl dit niet altijd bij hun individuele capaciteiten past. Dit leidt dan tot tegenvallende schoolresultaten en een mogelijk gezichtsverlies in de groep en bij sommige jongeren ook tot gedragsproblemen. De problemen zijn vooral te zien bij Marokkaanse jongens. Bij sommige werkgevers bestaat hierdoor het beeld dat álle Marokkaanse jongeren probleemjongeren zijn. Voor bijna alle Marokkaanse jongens is het daarom moeilijk een leerbaan te vinden. Ook is er een groep allochtone meisjes die door het dragen van een hoofddoek een zekere weerstand ondervinden bij werkgevers als het gaat om het vinden van een leerbaan. Deze meisjes zijn vaak leergierig en goed opgeleid, maar moeten soms onder hun niveau aan het werk. De ervaring van leerbaanacquisiteurs is dat voor werkgevers werkhouding en werknemersgedrag altijd belangrijker vinden dan het allochtoon zijn. Onverlet blijft natuurlijk dat het niet 4
Zie ook: PSW. Jongeren en zoekgedrag, deelrapport van het onderzoek "Drijfveren van Jongeren in beeld". PSW augustus 2006.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
32
goed geintegreerd zijn of de taal niet goed beheersen belemmerend werkt. Werkgevers spreken overigens niet vaak openlijk uit 'niet' in zee te willen gaan met een allochtone jongere. Specifieke acties van de leerbaanacquisiteur bij matching - extra ondersteuning bij sollicitatie; - beeld bij werkgevers proberen bij te stellen. Aangeven dat er wel probleemjongeren onder deze groep zijn, maar dat dit niet voor iedereen geldt; - bij opstellen leerbaanprofiel letten op bedrijfscultuur; - samenwerking zoeken met locale projecten en initiatieven zoals in 's-Hertogenbosch de Stage Helpdesk Allochtone Jongeren en het Allochtone jongerenpromotieteam Pasha; - voor werkgevers is het belangrijk, dat ze een aanspreekpunt, een 'intermediair' hebben. Hiervoor samenwerking zoeken met mentoren die deze doelgroep kennen en ze kunnen volgen en ondersteunen gedurende de proeftijd; - voor jongeren is het belangrijk dat ze een aanspreekpunt, een 'intermediair' hebben. Benodigde algemene acties: - beroepskeuze ombuigen naar kansrijke sector moet al op het vmbo gebeuren, bijvoorbeeld door beroepsoriënterende stages, excursies, projecten binnen de lessen en opdrachten voor deelnemers waar het beroepsveld bij betrokken is; - jongeren laten uitzoeken hoe reëel het perspectief op een baan is (toekomstperspectief, salaris, hoeveel kans op een baan, e.d.). Meerdere keuzes laten maken en uitzoeken; - afstemming vmbo-mbo; - aan brede sociale omgeving (bij moskeen en andere belangrijke personen in de allochtone gemeenschap) voorlichting geven over beroepsoriëntatie, promotie techniek, salarissen, etc. om ouders/jongeren te stimuleren te kiezen voor kansrijke sectoren. (In samenwerking met 'allochtonen' organisaties of allochtone promotieteams op ROC's). Groep 2. Jongere die niet weten wat ze kunnen en willen (schoolverlaters praktijkonderwijs/VMBO met en zonder diploma) Een belangrijke groep jongeren die problemen heeft met het vinden en succesvol afronden van een leerbaan is de groep jongeren die niet weet wat zij willen of kunnen, vaak in combinatie met een laag niveau. Het enige wat zij wel weten is dat zij bepaalde richtingen niet interessant vinden. Ze hebben vaak een onrealistisch beeld van wat zij denken te kunnen gaan doen en denken te kunnen verdienen. De ondersteuning van deze jongeren moet niet starten met de vraag aan de jongere wat hij/zij wil. Vaak zijn jongeren niet gewend om eigen wensen en doelen te formuleren en zijn zij juist in de problemen gekomen omdat ze niet wisten wat ze echt wilden. Beter is het om te starten vanuit wat de jongere kan, zodat de jongere gaandeweg kan ontdekken wat hij/zij wil. Een leerbaan of stage waar de jongere zich thuis kan voelen, waar de jongere kan werken aan zelfvertrouwen en waar bevestigd en beloond wordt wat de jongere wel kan (in plaats van wat hij/zij níet kan) is de aangewezen weg om de jongere bewust te maken van wat hij/zij wil en kan. Specifieke acties van de leerbaanacquisiteur bij matching… - extra en intensievere gesprekken voeren met de jongere, ook met de ouders of verzorgers erbij om tot een goede keuze te komen; - inzetten CTC-scan van het CWI (competentietest); - als jongere nog niet te matchen is met leerbaan is een andere voorziening nodig (leren werken/werknemersvaardigheden, oriëntatietraject, beroepentest);
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
-
33
organiseer 'een programma van oriënterende stages' in vaste bedrijven waar jongeren twee weken snuffelen en zo de periode zonder leerbaan kunnen overbruggen. Laat de jongeren praktijkgericht opdrachten uitvoeren en link deze met sociale/ werkgeverscompetenties.
Groep 3. Jongeren met persoonlijke, sociaal-emotionele problematiek Jongeren met een 'rugzakje' vanwege persoonlijke sociaal-emotionele problematiek vragen ook extra aandacht van de leerbaanacquisiteur. Vaak spelen onderliggende problemen (psychisch, in de thuissituatie, alcohol/drugs, schulden, relaties, seksualiteit) een rol waardoor de leerling niet goed functioneert in de leerbaan. Sommige persoonlijke problemen zijn (nog) niet door de jongere zelf of school gesignaleerd, men merkt vooral dat schoolprestaties tegenvallen en dat de jongere 'geen zin' hebben in school of werk. Leerlingen die vanwege een persoonlijke problematiek geen leerbaan vinden of uitvallen, vragen om een specifieke aanpak. Van belang is dus om enerzijds de jongeren te helpen in hun persoonlijke problematiek - en waar nodig deskundige hulp/zorg in te schakelen - en anderzijds de jongeren een leerbaan aan te bieden waarin zij zich veilig voelen (matching aan de hand van persoonlijke, etnische en sociale kenmerken) en kunnen ontdekken wat zij leuk vinden en wat zij wel goed kunnen. Persoonlijke groei en versterking van het zelfvertrouwen zijn belangrijke voorwaarden voor de jongere om een haalbaar en realistisch antwoord te vinden op de vraag wat wil ik en wat kan ik? Deze groep komt op eigen kracht vaak al ver door de schoolloopbaan heen. Extra inzet om een goede leerbaan te vinden is dan van belang. Specifieke acties leerbaanacquisiteur: - goed kunnen herkennen of er achterliggende (psychische) problemen spelen en kunnen verwijzen. Deskundigheid daarop bevorderen; - ouders betrekken bij zorgen om het kind en mee verantwoordelijk maken. De ervaring leert dat ouders het prettig vinden dat school zich mee verantwoordelijk voelt en de zorg deelt. (Het gaat erom als school te signaleren en door te verwijzen naar huisarts); - inzetten jobcoach; - korte lijnen met bedrijven onderhouden; - 'vaste' leerbedrijven tools aanbieden (bijvoorbeeld korte workshops en kaart met tips over omgang met een jongere). Benodigde algemene acties: - zorgen voor een deskundige, goede diagnose op problematiek en de relatie met leerbaan/arbeid om te voorkomen dat de leerling later vast loopt; - afstemming met zorgverleningstraject op leerbaan; - p.r.-campagne 'elk bedrijf is een sociaal ondernemer', ter promotie van beschikbaar stellen leerbanen voor 'lastige jongeren' die zo weer een kansrijk perspectief hebben. Gebruik maken van lokale radio en televisie. Groep 4. Ongemotiveerde jongeren met een sociaal-maatschappelijke problematiek (verslaving, justitiecontacten). Jongeren die ongemotiveerd zijn, zelf geen inzet tonen en afspraken niet nakomen, worden door de leerbaanacquisiteurs niet geholpen. Vaak is er ook sprake van mijdingsgedrag naar instanties of ze hebben een negatief beeld van instanties, al dan niet veroorzaakt door teleurstellende ervaringen. Deze jongeren zijn aangewezen op andere (gemeentelijke) begeleidingstrajecten.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
34
7. Profiel van een succesvolle matchmaker Het profiel van de leerbaanacquisiteur bestaat uit een aantal algemene competenties en een aantal specifieke competenties die de leerbaanacquisiteur tot een succesvol matcher maken. Wat zijn die specifieke competenties? Kennis Wat moet de leerbaanacquisiteur weten om een succesvol matcher te kunnen zijn? - vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt; - beroepenkennis en kennis van functie-eisen die daar bij horen; - kennis/inzicht in hoe bestaande taken/functies op te splitsen zijn, zodat een leerbaan gecreëerd kan worden; - kennis van het onderwijs en van opleidingen; - wet- en regelgeving, subsidie kennis; - mensenkennis (jongeren, allochtonen, werkgevers); - kennis over jongeren in de v.o.-leeftijd (school, keuzes); - kennis van andere culturen; - pedagogisch inzicht. Vaardigheden Wat moet de leerbaanacquisiteur kunnen om een succesvol matcher te zijn? - inlevingsvermogen hebben; - snel persoonlijk en informeel contact kunnen maken (met werkgevers); - motiverende gesprekstechnieken beheersen (naar jongeren en werkgever); - op alle niveaus kunnen communiceren: de taal van jongeren spreken en begrijpen, de taal van werkgevers spreken en begrijpen, de taal van samenwerkingspartners spreken en begrijpen; - assertief zijn; - creatief zijn; - kunnen netwerken. Houding Hoe moet de leerbaanacquisiteur zich gedragen om een succesvol matcher te zijn? - zelfverzekerd zijn (uitstralen); - overwicht hebben op de jongere; - vertrouwen wekken naar jongere en werkgever; - informele houding naar werkgevers kunnen aannemen; - opstellen als gelijkwaardige gesprekspartner voor werkgevers; - vasthoudendheid, gedrevenheid in vinden match; - gedrevenheid in het zoeken van oplossingen voor de meest kwetsbare jongeren; - sociale bewogenheid, compassie bij de jongeren; - integere en open houding die vertrouwen wekt naar jongere en werkgever; - verder durven kijken dan strikte taak; - recepties aflopen, borrelen; - humor, situaties kunnen relativeren.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
35
8. Netwerken en relatiebeheer Een leerbedrijf vinden is één, het houden is twee! In een markt waar veel concurrentie is, zal men zich moeten onderscheiden. Dat kan door meerwaarde in de relationele sfeer toe te voegen. Het onderhouden van een werkgeversnetwerk is te vergelijken met het onderhouden van een vriendschap: regelmatig iets laten horen is van belang om de ander niet kwijt te raken. Vaak zijn het kleine dingen die het 'm doen, kleine attenties zorgen ervoor dat we hem niet vergeten zijn. We zorgen ervoor dat we in gesprek blijven en op tijd delen we complimenten uit. In het Actieteam zijn taken en verantwoordelijkheden rondom het matchingsproces vastgelegd. De stuurgroepen/regiegroepen hebben uren en faciliteiten/uren beschikbaar gesteld. Relatieopbouw en -onderhoud is een tijdrovend onderdeel van het werk. De leerbaanacquisiteur moet gefaciliteerd zijn (in uren) om die taak goed uit te kunnen voeren. Waarom relatieonderhoud? Als de match tussen jongere en leerbedrijf is gelukt is het de taak van de leerbaanacquisiteur de relatie met het leerbedrijf te 'onderhouden'. Dat relatieonderhoud dient verschillende doelen: - het verloop van de huidige plaatsing bewaken en signaleren wat de werkgever eventueel aan extra ondersteuning nodig heeft; - het leerbedrijf voor langere tijd beschikbaar houden voor (potentiële) leerbanen; - in beeld houden hoe het de jongeren vergaat (en zo het resultaat van de match te volgen); - door een langdurige relatie met werkgevers aan te gaan kan de leerbaanacquisiteur ook de kwaliteit van de leerbanen en praktijkopleiders ter sprake brengen en verbeteren; - credits opbouwen om ook risicovollere plaatsingen aan te gaan zonder de werkgever direct te verliezen als 'klant'; - drempel verlagen voor werkgevers om zelf te melden bij de acquisiteur als er iets niet naar wens verloopt. Hoever gaat de rol van de leerbaanacquisiteur? Wiens taak het is om in te grijpen als een plaatsing niet naar wens verloopt, wordt onderling afgesproken in het Actieteam (tussen CWI, leerbaanacquisiteur en school.) Het is in ieder geval ieders belang dat de relatie goed blijft. De leerbaanacquisiteur kan signaleren en vervolgens de BVP-coördinator inlichten om actie te ondernemen richting deze werkgever. Op het moment dat de leerbaanacquisiteur relatieonderhoud pleegt en contact zoekt met werkgevers en jongeren ontkomt hij/zij er niet aan dat je problemen tegenkomt, die vaak iemands anders verantwoordelijkheid zijn, op te lossen. In het belang van relatieonderhoud zal de leerbaanacquisiteur een bijdrage leveren door de verantwoordelijke daarvoor kort, per email met een cc naar het bedrijf te informeren. 8.1
Relatiemanagement Relatiemanagement door de leerbaanacquisiteur kan vanuit verschillende invalshoeken plaatsvinden. We noemen er enkele 5 :
5
Bron: PSW, Cursusmap werkgeversbenadering' detacheren en begeleid werken', 2006.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
36
- Gratis extra's bieden Een aantal aspecten van de matching behoren tot de kern van de activiteiten en van wat de werkgever van de leerbaanacquisiteur verwacht. Er zijn echter ook aspecten in de dienstverlening te bedenken die voor de leerbaanacquisiteur misschien wel vanzelfsprekend zijn, maar die toch als extra naar de werkgever te presenteren zijn. Bijvoorbeeld: het bieden van begeleiding na plaatsing, het regelen van subsidies, het opleiden van de praktijkopleider (door het KBB). - Uiterlijke en innerlijke extra's Voorbeeld van uiterlijke extra's zijn relatiegeschenken, nieuwjaarskaarten, liefst met een persoonlijk tintje. Innerlijke extra's zijn lastiger te benoemen, het zijn dingen waaruit de werkgever opmaakt dat de leerbaanacquisiteur niet alleen vakbekaam is maar ook in staat is klantvriendelijk te communiceren. - After sales per e-mail Het nabellen van bedrijven als after sales is een enorm tijdrovende actie. E-mail is een veel gemakkelijkere en efficiëntere manier om een grote groep werkgevers te bereiken en contact te leggen. De werkgever kan daar op ingaan op een moment als hem dat uitkomt. Er kan een standaardmail gemaakt worden die je per geplaatste deelnemer, standaard na een maand verstuurt. Het staat de werkgever dan vrij om daarover contact op te nemen. In de mail biedt de leerbaanacquisiteur de werkgever aan als vraagbaak te fungeren, zo is te signaleren of de begeleiding vanuit de school goed functioneert.
8.2 Relatieopbouw Nieuwe bedrijven werven voor leerbanen kan op een directe manier (jobhunting) en op een indirecte manier (p.r.). Algemene p.r. is uit te voeren door: - Algemene p.r: - inleidingen houden bij regionale afdelingen van Rotary of Lions of vergelijkbare clubs; - inleidingen bij de regionale afdelingen van het NCW of KNOV; - verenigingen waar veel ondernemers lid van zijn; - bedrijvencontactdagen, regio businessdagen bezoeken; - dagen voor startende ondernemers bezoeken; - recepties bezoeken; - gebruik lokale radio en televisie. - Oprichten ambassadeursnetwerk werkgevers Het ambassadeursnetwerk bestaat uit een aantal grote werkgevers die elke zes weken bij elkaar komen om te lunchen. De leerbaanacquisiteur brengt daar de tekorten aan leerbanen in beeld (niveau en sector) en doet een beroep op de relatienetwerken van de ambassadeurs. Meestal binnen een week komen er dan namen van nieuwe bedrijven binnen waarmee de leerbaanacquisiteur direct contact kan opnemen. - Sponsoren regionale voetbal/sportclub Het Actieteam 's-Hertogenbosch heeft via het management van de voetbalclub FC Den Bosch contact kunnen leggen met ruim 200 bedrijven (sub-/sponsoren). Met het logo van de voetbalclub FC Den Bosch en het MKB-leerbanenproject zijn deze bedrijven aange-
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
37
schreven. Uit deze p.r.-actie melden zich nog steeds werkgevers aan als potentieel leerbedrijf (weliswaar hoofdzakelijk in de techniek). - Artikelen schrijven De leerbaanacquisiteur schrijft regelmatig artikeltjes voor regionale kranten en in uitgaven van winkeliers- en ondernemersverenigingen en in huis-aan-huis-blaadjes. Na dergelijke algemene p.r.-acties komen altijd weer nieuwe leerbanen binnen. - Bijeenkomsten praktijkbegeleiders KBB's zoals de Innovam, organiseren praktijkbegeleidersbijeenkomsten per branche. Hierin worden cases besproken ter ondersteuning van praktijkbegeleiders van leerbedrijven. Aanwezigheid van de leerbaanacquisiteur op dergelijke bijeenkomsten kan nieuwe contacten opleveren. - Themabijeenkomsten met alle leerbedrijven Eens per jaar organiseert het ROC themabijeenkomsten voor alle leerbedrijven. Deel van de bijeenkomst is in branches bij elkaar. De leerbaanacquisiteur kan hier nieuwe contacten opdoen en relatie-onderhoud plegen. - Werkgeversteam CWI Interne p.r. van de leerbaanacquisiteur naar het werkgeversteam van het CWI om in hun contacten ook oog te hebben voor mogelijke leerbanen. - Contacten onderhouden met de Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
38
9. De ambities voor 2007 Welke verbeteringen zijn er aan te brengen in het proces van matchen om meer succesvolle matches te krijgen en ook specifieke groepen specifiek te kunnen benaderen. Mogelijke verbeterpunten Preventie/Voorlichting a. Op het vmbo leerlingen beter voorbereiden op de BBL (door CWI/school): motivatietrainingen, voorlichtingsbijeenkomsten over 'wat is werken', sollicitatietrainingen. b. Voorlichting geven aan jongeren in buurthuizen, e.d. c. Op het vmbo al leerlingen begeleiden naar richtingen waar ze de meeste kansen hebben. d. Standaard de vmbo-schoolverlaters die kiezen voor BBL einde schooljaar als Actieteam benaderen. e. Alle jongeren die naar een BBL-opleiding gaan zich laten inschrijven bij het CWI. (CWI helpt bij zoeken leerbaan en werkgever kan subsidie ontvangen). f. Samenwerkingsverbanden school/bedrijfsleven realiseren. Bedrijfsleven de school binnenhalen door bijvoorbeeld gastlessen, maar ook de docenten/jongeren het bedrijfsleven binnenhalen door bijvoorbeeld excursies/interviews. Mogelijke verbeterpunten Afstemming en Samenwerking a. Intensiveren en verbeteren samenwerking en afstemming in het Actieteam. Zorgen dat verloop in de actieteams minder wordt, zodat de actieteams meer op elkaar ingespeeld raken en effectiever kunnen werken. b. Vaste contactpersonen bij ROC, CWI en gemeente (jongerenloket). c. Betere afstemming met de (vmbo-)school waar de jongere vandaan komt en met de eventuele hulpverleners. d. Partijen in het Actieteam op één locatie huisvesten (ook inschrijving ROC) e. Doorstroom/verwijzing naar flankerende trajecten (begeleiding naast leerbaan) of alternatieve trajecten (motivatie, oriëntatie) mogelijk maken als jongeren nog niet leerbaanrijp zijn. f. Samenwerking aangaan, met arbeidsconsulenten MEE, jobcoaches GGz, e.d. voor jongeren met sociaal-emotionele problemen. g. Korte communicatielijnen met verschillende partijen (ook ouders). Mogelijke verbeterpunten matchingsproces a. Aanmelding op ROC laagdrempelig maken voor jongeren die nog geen keuze hebben gemaakt. b. Dossiervorming op het VMBO die via een heldere routing mee komt naar het MBO en bij de juiste medewerker terecht komt. c. Jongeren begeleiden in het maken van de keuze. d. (Ongemotiveerde) jongeren motivatietrainingen geven (CWI/school). e. Intensieve sollicitatietrainingen geven en sociale vaardigheden verbeteren. f. Sociale omgeving (ouders) van jongeren betrekken bij zoektocht naar leerbaan (mede verantwoordelijk maken voor behoud). g. Werkgevers realistische eisen laten stellen aan de leerbaan (rol KBB's). h. Weerstanden bij werkgevers weg kunnen nemen ten aanzien van allochtone jongeren. i. Zorgen voor aanspreekpunten voor werkgever en voor jongeren tijdens de leerbaan. Deze intermediaire functie is met name voor de specifieke groepen 'allochtonen' en 'jongeren met sociaal-emotionele problematiek' van belang.
Connections: De kunst van het matchen, PSW, februari 2007
39
j.
Bewaken zorgvuldige opbouw en uitvoering van het leertraject van de jongeren op de leerbaan. k. Intensiveren begeleiding/ondersteuning aan praktijkopleider/werkgever. l. Verbeteren communicatie school/werkgever. m. Intensiveren begeleiding aan jongeren op de leerbaan. n. Specifieke benaderingen voor specifieke groepen Mogelijke verbeterpunten Relatiemanagement a. Ervan bewust zijn dat bijna alle werkzaamheden naar bedrijven, jongeren en betrokken organisaties gebaseerd zijn op persoonlijke relaties en deze ook zo behandelen. b. Structureel after sales acties plannen; menskracht voor vrij roosteren. c. Structureel p.r.-activiteiten uitvoeren. d. Structureel relatiemanagement op de agenda van het Actieteam. e. Betrokkenheid van bedrijven bij scholen en omgekeerd in het algemeen bevorderen (meer begrip voor elkaars werk). Mogelijke verbeterpunten Deskundigheidsbevordering a. Deskundigheid opbouwen met betrekking tot jongeren met sociaal-emotionele problemen in relatie tot arbeid. Deze kunnen signaleren en juiste doorverwijzing kunnen plegen. b. Deskundigheid opbouwen van organisaties die in de zorgstructuur wat kunnen betekenen (jeugdzorg, maatschappelijk werk, geestelijke gezondheidszorg). c. Deskundigheidsbevordering in verschillende 'verkooptechnieken' om 'lastige' jongeren toch aan een leerbaan te helpen.
Bijlagen Bijlage 1. Korte schets werkwijzen actieteams in Connections regio's Bijlage 2. Instrumenten Bijlage 3. Sectoren met tekorten Bijlage 4. Handige sites Bijlage 5. Afkortingenlijst
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
41
Bijlage 1. Korte schets werkwijzen Actieteams in Connections regio’s
Actieteam Leerbanen De Vallei Het Actieteam Leerbanen De Vallei bestaat uit de jeugdbaan- en leerbaanacquisiteurs van de CWI's (die tevens jongerenadviseurs zijn), de gemeentelijke RMC-coördinatoren, het ROC en de actieleider MKB leerbanen. Het Actieteam is per 1 januari 2006 gestart, maar is pas sinds september echt operationeel met het aanstellen van een actieleider die het Actieteam aanstuurt in de uitvoering en de afstemming en samenwerking randvoorwaardelijk organiseert. Er is op dit moment op uitvoerend niveau nog geen goed functionerende samenwerking of afstemming tussen de leerbaanacquisiteurs van het CWI en de BPV-coördinatoren van het ROC A12 rondom werving van leerbanen. De BPV-coördinatoren doen geen beroep op de leerbaan- en jeugdbaanacquisiteurs van het CWI om leerbanen te werven. Ook ontbrak lange tijd een vaste contactpersoon bij het ROC. Er is wel sprake van samenwerking tussen de leerbaanacquisiteurs van het CWI en de RMC-coördinator en met het ROC Trajectbureau, waar de beroepskeuze- en opleidingsadviezen worden gedaan. De VMBO-scholen nemen (nog) niet structureel deel aan het Actieteam Leerbanen. De leerbaanacquisiteurs werven voornamelijk leerbanen voor werkloze jongeren die zich zelf melden bij het CWI voor een BBL-leerbaan of jeugdbaan. Actieteam Leerbanen Stedendriehoek Het Actieteam Leerbanen Stedendriehoek is ontstaan in maart 2006 en bestaat uit de leerbaanacquisiteurs van de CWI's, een afvaardiging van BPV-coördinatoren van het ROC Aventus en de gemeente (leerplicht/RMC-medewerker). De afvaardiging van de vmbo-scholen is beperkt omdat zij geen tekorten aan stageplaatsen ervaren. Het Actieteam functioneert nog niet optimaal. Na een voorspoedige start is in de loop van de tijd de structuur onder de samenwerking verwaterd. Dat betekent: discontinuïteit in vertegenwoordiging ROC-leden Actieteam, vrijblijvende aanwezigheid, ontbrekende aansturing/regie van het Actieteam en het ontbreken van één locatie waar alle partners voor jongeren bij elkaar zitten. Hierdoor zijn de korte lijnen naar elkaar verdwenen en gaan ketenpartners weer ieder huns weegs. Op uitvoerend niveau is er weinig samenwerking en communicatie tussen de BVPconsulenten van het ROC en de leerbaan/jeugdbaanacquisiteurs van het CWI. Ieder zoekt voor haar 'eigen jongeren/leerlingen' een leerbaan. Dat heeft tot gevolg dat een jongere nog steeds van het kastje naar muur wordt gestuurd: melding bij CWI, die doorverwijst naar ROC voor inschrijving, die vervolgens terugverwijst naar CWI voor eerst een leerbaan, etc). Op uitvoerend niveau is er wel een goede samenwerkingsstructuur tussen de CWI leerbaanacquisiteur en gemeente (RMC), die de mogelijkheid heeft begeleidingstrajecten in te zetten voor alle jongeren die zonder startkwalificatie de school hebben verlaten. Ook het contact tussen ROC en gemeente verloopt goed als het gaat om concrete jongerengebonden vragen. Een vaste overleg- en afstemmingstructuur voor het Actieteam functioneert in de regio nog niet overal zoals het zou moeten. De geïnterviewde leden van het Actieteam streven er naar in 2007 de samenwerking te verbeteren en te intensiveren, zodat een echt 'vangnet' ontstaat voor jongeren die zich melden bij een ROC of RMC en een leerbaan zoeken die dan naar de CWI-leerbaanacquisiteur worden verwezen, die vervolgens kan terugkoppelen of de jongere is ingetaked.
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
42
Actieteam Leerbanen 's-Hertogenbosch Het Actieteam Leerbanen is een samenwerkingsverband tussen de gemeente, MKB 'Hartje ’s-Hertogenbosch', CWI en het onderwijs in ’s-Hertogenbosch: KW1C, de regionale Groenschool Helicon, het Hervion College en het Duhamel College (onderwijsinstellingen voor mbo en vmbo). Het Actieteam met als werknaam 'project Leerbanen' is gehuisvest in een bedrijfsverzamelgebouw, waarin behalve het Actieteam Leerbanen ook het CWI, UWV, uitzendbureaus en de gemeentelijke sociale dienst zitten. Het Actieteam functioneert op uitvoerend niveau naar ieders tevredenheid. De leerbaanacquisiteurs in het Actieteam komen in contact met jongeren via de BPV/stagecoördinatoren van de onderwijsinstellingen en via de jongerenadviseurs van het CWI, maar ook via de leerplichtconsulent van de gemeente. In onderlinge concrete afstemming en samenwerking worden leerbanen gezocht en ingevuld. Er is maandelijks overleg met alle betrokkenen, waar alle jongeren besproken worden.
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
43
Bijlage 2. Instrumenten In het proces van matchen hanteren de Actieteams verschillende instrumenten/formulieren. Alleen het Actieteam 's-Hertogenbosch heeft eigen specifieke instrumenten ontwikkeld. In de Stedendriehoek en De Vallei maken de leerbaanacquisiteurs van het CWI gebruik van de reguliere CWI intakeformulieren. Het ROC Aventus (Stedendriehoek) hanteert geen standaard procedures of formulieren. Ook de toolbox van het Landelijke Actieteam Leerbanen geeft een aantal instrumenten voor de acquisitie van leerbanen. De inhoudsopgave van de toolbox is opgenomen in deze bijlage.
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
44
Jongerenprofiel (Actieteam 's-Hertogenbosch) Dhr /Mevr Telefoon: Adres: Postcode en woonplaats: SoFi-nummer: E-mailadres: Geboortedatum: Nationaliteit: Afkomst: Ingeschreven bij: Datum inschrijving project: Contactpersoon: Niveau*: Aantal werkuren*: Vervoer*: Opleidingen: Hoogst afgeronde opleiding + eventuele vervolgopleidingen Periode
School
Opleiding
Stage of (vrijwilligers)werkervaring: PeUren per Werkgever rioweek de
Divers: Ambities * Omschrijf het wensberoep Omschrijf de tweede keus Omschrijf de interesses Functiebeperkingen Bijzonderheden
Vakkenpakket
Diploma
Omschrijving werkzaamheden
Functie
Beoordeling
Uitvoerend
Reden vertrek
Teamverband
Vaardigheden (noteer:1 =matig, 2 = voldoende, 3 = goed): Neder- Spreekvaardiglands heid
Schrijfvaardigheid
Computer:
Word
Excel
Rekenvaardigheden
wiskunde
Rekenen
Beroepshouding (noteer:1 = zwak/niet, 2 = normaal, 3 = sterk): Verzorgd/ representatief
Punctueel
Gemotiveerd
Sociaal betrokken
Initiatiefrijk
Reflecteren
Communicatief
Samenwerking
Respectvol
Besluitvaardig
Tempo
Teamplayer
Leervermogen
Leergierig
Nauwkeurig
Conceptueel denken
Betrouwbaar
Verantwoordelijk
Zorgzaam
Omgang met volwassenen
Omgang met leeftijdgenoten
Loyaal
Taakbewust zijn
Assertiviteit
Weerbaar
Geïnteresseerd
ProAnalysevaardig bleemoplossend
Luistervaardig
Plannen
Humor
Flexibel
Resultaatgericht
Stressbestendig
Oriëntatie Voortgangsop compucontrole ter
Collegiaal
Doorzettingsvermogen
Ondernemend
Ambitieus
Zelfstandig
Autoriteitsacceptatie
Klantgericht
VeranOnafhankelijk deringsgericht
CommerOrganiseren Creatief cieel
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
45
Bedrijfsprofiel (Actieteam 's-Hertogenbosch) Naam: Telefoon: Adres: Postcode Plaats: Postbusadres: Locatie functie leerbaan: Bereikbaar met*: Contactpersoon, functie: Functie leerbaan: Aantal leerbanen: Toelichting functie: Leerbaanomschrijving*: Niveau*: Handicap: Start leerbaan: Periode leerbaan: Aantal werkuren*: Vaste dagen*: ·
ov / fiets / brommer / auto /er is een parkeerplaats
BOL 1 BPV / BOL 2 en 3 BPV / BOL 4 BPV / BBL / Leerwerktraject / BL 1 / 2/ 3 / 4 Geen bezwaar / rolstoel niet mogelijk / 8 / 16/ 24 / 32/ 40 maandag / dinsdag / woensdag / donderdag / vrijdag
Aard van de werkzaamheden (Aankruisen wat van toepassing is): (Personeels)Admini stratie
Correspondentie
Transport
Magazijn
Schilder
Bouw
Vaardigheden Neder-
Acquisitie
IT
Plant en dier
Kinderen
Technisch
Productie
Verzor ging
Mon tage
Huishoudelijk Schoonmaak
Onderhoud
Horeca
Verkoop
Installatie
Assemblage
Winkel
Beveiliging
Timmerwerk Metselwerk
(noteer:1 = soms nodig, 2 = regelmatig nodig, 3 = moet goed ontwikkeld zijn, nvt=leeglaten):
Spreekvaardigheid
Schrijfvaardigheid
1.1.
Computer
1.2.
1.3.
Rekenvaardig-
1.4.
1.5.
heid
lands
Word
Excel
Wiskunde
Rekenen
Specifieke vaardigheden:
Beroepshouding Verzorgd/ Punctueel representatief
Reflecteren
(noteer:1 = soms nodig, 2 = regelmatig nodig, 3 = moet goed ontwikkeld zijn, nvt=leeg laten): Gemotiveerd
Sociaal betrokken
Weerbaar
Besluitvaardig
Analysevaardig
Probleemoplossend
Leervermogen Leergierig
Nauwkeurig
Luistervaardig
Humor
Verantwoordelijk
Zorgzaam
Plannen
Communica SamenwerRespectvol tief king
Tempo
Teamplayer
Conceptueel denken
Betrouwbaar
Geïnteresseerd
Initiatiefrijk
Loyaal
Korte omschrijving bedrijf: Functie omschrijving:
1.5.1. Erkend: * Omcirkel wat van toepassing is.
Ja/Nee
tot
Flexibel
Collegiaal
Resultaatgericht
Ambitieus
Zelfstandig
Klantgericht
Onafhankelijk
Stressbestendig
VoortOriëntatie op gangscomputer controle
Commercieel
DoorzettingsOndernemend vermogen
Organiseren
Autoriteitsacceptatie
Veranderings-gericht
Creatief
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
46
Nieuwe instrumenten i.o.: Learn2work 'Van school naar werk' is een EQUAL-project van onder andere Fontys Opleidingscentrum voor Speciale Onderwijszorg waarin gewerkt wordt aan de ontwikkeling van instrumenten voor competentiegericht matchen. De opbrengst van het project is een instrument dat scholen en bedrijven gezamenlijk gaan gebruiken. Het instrument heet Learn2Work. Doel is die jongeren en de werkgevers houvast te geven bij de begeleiding op de werkvloer. Het instrument stelt hen in staat een vergelijking te maken tussen persoonlijke kwaliteiten en kwaliteiten die voor een specifieke arbeidsplaats vereist zijn. Op basis van deze vergelijking komt een actieplan tot stand waarop de begeleiding gebaseerd kan worden. Een van de deelproducten is een set competentiekaartjes met concrete vragen. De jongeren hebben hier steun aan bij het gesprek met hun begeleiders. Zie van www.vanschoolnaarwerk.nl Toolbox 10.000 MKB leerbanen De toolbox is een uitgave uit 2004 van MKB Nederland en bestaat uit de volgende onderdelen: I. Planvorming op regio-/brancheniveau 1. Planningsagenda: gezamenlijk een regionaal activiteitenplan opzetten 2. Brancheaanpak op maat: aansluiten bij de specifieke (on)mogelijkheden die de branche biedt 3. Actiepuntenlijst: rubriceren en ordenen van mogelijke actiepunten II. Behoefteonderzoek 4. Werkgelegenheidsanalyse: hoe ziet de regionale werkgelegenheid er (per branche) uit? 5. Scholenanalyse: hoeveel jongeren komen vanuit het vmbo beschikbaar en wat is hun belangstelling voor de verschillende branches? 6. Identificatie kansrijke sectoren: welke sectoren zijn (bezien vanuit de Actieteams en de jongeren) naar verwachting het meest kansrijk? III. Werving van en voorlichting aan jongeren 7. MKB - werk aan de winkel: hoe bedrijven warm te maken voor leerbanen? 8. Werving leerbanen door scholen: gebruik het relatiebestand van scholen 9. Werving leerbanen bij toeleveranciers van scholen: voor wat, hoort wat 10. Belrondje bedrijven: directe benadering werkt nog altijd het beste 11. Fiets een rondje in de buurt: de meeste kansen liggen op fietsafstand 12. Zwaan-kleef-aan: zet je vrienden, verwanten en bekenden in 13. Van bijbaan naar leerbaan: what’s in a name? 14. De fiscus maakt het leuker: fiscale faciliteiten kunnen het bedrijf over de streep trekken 15. MKB-Leerbanenposter: alle informatie in één oogopslag IV. Loopbaanoriëntatie van jongeren 16. Loopbaanscan: wat kan en wil de jongere zelf en wat past daarbij 17. Vsv’ers aan de bak: via een werkervaringscarroussel weer aansluiting vinden V. Werkmethodiek 18. Competentiecatalogus: wat kan een leerwerker?: een leerwerker kan meer dan u denkt VI. Registratie 19. Opbrengsten van de leerbanen: wat levert het op?
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
47
Bijlage 3. Sectoren met tekorten Colo-barometer van de stageplaatsen- en leerbanenmarkt Een inventarisatie door Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, verenigd in Colo, peiling 1 februari 2007. Het aantal door kenniscentra erkende leerbedrijven is sinds de meting van 1 november 2006 gegroeid met 2400 tot 182.500 binnen Nederland. Die groei wordt vrijwel in zijn geheel gerealiseerd door de technische branches. Het aantal erkende leerbedrijven buiten Nederland is het afgelopen jaar gegroeid met 100 tot 1550 in 71 landen. Alle leerbedrijven zijn te vinden op de stage- en leerbanensite stagemarkt.nl. Met ingang van 1 februari 2007 is er een verbinding gemaakt tussen stagemarkt.nl en de website van het CWI Werk.nl. Daarmee zijn de aan het CWI gemelde vacatures die overeenkomen met een MBO kwalificatie door de gebruikers van stagemarkt.nl te raadplegen. Het aantal beschikbare vacatures via deze koppeling betreft momenteel ruim 9.500 leerbanen. Een actueel overzicht van de afstemming van vraag en aanbod in de stageplaatsen en leerbanenmarkt op 1 februari 2007 vormt de kern van deze notitie. Daaruit blijkt een overschot aan stageplaatsen en leerbanen. Dit overschot is verder gegroeid ten opzichte van de vorige rapportage en de tekorten aan leerplaatsen die er bestonden in een aantal branches/regio’s zijn vrijwel geheel verdwenen, met uitzondering van de opleidingen in de branches kapper, uiterlijke verzorging, mode, audio/video, toerisme, dierverzorging en zorg en welzijn. Dat zijn de populaire opleidingen die structureel meer leerlingen trekken dan er werkgelegenheid is in deze branches. De sociale partners in de branches zorg en welzijn hebben in de Stichting van de Arbeid aangegeven te zoeken naar oplossingen voor dit knelpunt. De MBO-scholen voelen de fricties ook in eigen huis en lichten de jongeren voor over de arbeidsmogelijkheden in de verschillende branches. In één geval komt het zelfs tot een leerlingenstop. Aan de aansluiting van de leerlingen op niveau 1 op de arbeidsmarkt is de laatste drie maanden veel aandacht besteed en de problematiek wordt kleiner, vooral in de grote steden. De volgende trends worden door de kenniscentra geconstateerd: - De groei van de economie en de uistroom door vergrijzing doet het aantal vacatures bij de bedrijven snel groeien. Daarmee groeit ook het aanbod van stage- en leerbanen, vooral voor de hogere niveaus. - Door de toenemende behoefte van bedrijven aan leerlingen treedt er een verschuiving op van stages naar werkend leren (BOL-BBL). Dit is vooral het geval bij de technische opleidingen. - Grote kansen op zowel stageplaatsen als leerwerkbanen zijn er in alle technische opleidingen, in de handel, voedingsindustrie, horeca, plantenteelt, veehouderij en mobiliteit. - Kansen voor leerbanen op de niveaus 1 en 2 zijn er vooral in de branches bouw, afbouw, (vers)afdelingen supermarkten, voedingsindustrie, textiel, horeca, vrachtauto- en tweewielerbranche, plantenteelt en veehouderij. - In de productie, de bewerking, de verkoop, het bereiden en serveren van voedsel is, verspreid over de verschillende sectoren, veel kans op stage en werk. - In de branches bouw en mobiliteit starten brancheorganisaties voorlichtingscampagnes om jongeren te informeren over de toekomstmogelijkheden in deze branches. Ook andere branches hebben plannen in die richting.
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
-
-
48
Door technologische innovatie in veel branches groeit de behoefte aan niveau 3 opgeleide medewerkers. Door vergrijzing in de branches neemt de behoefte aan medewerkers op niveau 4 snel toe. De doorstroom van gediplomeerden op niveau 4 naar HBO neemt verder toe. Jongeren in opleiding op niveau 4 zijn zeer gewild op de arbeidsmarkt. Hier liggen voor jongeren de meeste kansen. De arbeidsmarktkansen voor de zorghulp (niveau 1) lopen terug, vooral in het noorden en oosten van het land. Bij deze opleiding is het aantal deelnemers groter dan het aanbod aan stage- en leerplaatsen.
4 keer per jaar brengt Colo de partijen in het veld van arbeidsmarkt en beroepsonderwijs op de hoogte van de actuele stand van zaken op de stageplaatsen- en opleidingenmarkt. De vorige rapportage was van 1 november 2006. De volgende zal verschijnen in mei 2007. Jaarlijks publiceren de kenniscentra hun arbeidsmarktadviezen ten behoeve van de afstemming van de leerlingeninstroom op de behoefte op de regionale arbeidsmarkt. De arbeidsmarktadviezen van de kenniscentra worden door Colo gebundeld zodat het landelijke en regionale plaatje ontstaat. Op www.kansopstage.nl en www.kansopwerk.nl kan iedereen zien hoe groot het stageaanbod en het banenaanbod is voor elke opleiding in elke regio. In december 2006 zijn deze gegevens ververst met de adviezen voor de instroom in het opleidingsjaar 2007-2008. De scholen kunnen bij de werving van leerlingen in de eerste helft van 2007 dan rekening houden met de ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt.
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
49
Overzicht van vraag en aanbod op de stageplaatsen- en leerbanenmarkt + =
: :
: =/+ : +/= :
er zijn meer dan voldoende stageplaatsen en leerbanen t.o.v. het aantal leerlingen de vraag naar en het aanbod aan stageplaatsen en leerbanen zijn in evenwicht er is een tekort aan stageplaatsen en leerbanen t.o.v. het aantal leerlingen over het algemeen is er evenwicht, bij sommige opleidingen zijn er meer dan voldoende stageplaatsen en leerbanen over het algemeen zijn er meer dan voldoende stageplaatsen en leerbanen, bij sommige opleidingen is er evenwicht
Branche
Bouw Verssector superm.industr.slagerij Installatietechn, elektro en metaal. Econ. Adm. ICT Veiligheid Textiel Mode Grafimedia Kappers, verzorging Handel Afbouw en onderhoud Reclame, media Zorg Welzijn Sport en bewegen Hout en meubel Transport en logistiek Scheepvaart Carrosserie Procestechniek, labtechniek Fotonica Gezh. Creat en Ambacht. techniek Horeca en bakkerij Toerisme Mobiliteit Groene ruimte Bloemen en tuincentra Veehouderij Voedingsindustrie Plantenteelt Dierverzorging/Paarden
regio 1 noord
regio 2 oost
regio 3 midwest
regio 4 nrdwest
regio 5 zuidwest
regio 6 zuidoost
+ = + = = = + +/= -/= +/= +/= = =/+ = +/= + + -/= + = -/= =/= = + + + =/-
+ + + = = = + +/= +/= +/= =/=/=/+/= +/= +/= +/= + = + = =/+ = = + + + =/-
+ + + = = = = = +/= =/+/= +/= = +/= =/=/+ = +/= + + +/= + =/+ -/= =/+ = = + + + =/-
+ + + =/+ =/+ = = = +/= = +/= +/= = +/= +/= =/= = +/= +/= + = + =/+ -/= =/+ = = + + + =/-
+ +/= + =/+ = = = =/+ +/= +/= =/+ +/=/+ + +/= +/= + + = -/= =/+ = = + + + =/-
+ +/= + =/+ = = + +/= =/+/= +/= = +/= +/=/= = +/= +/= + = + =/+ = =/= = + + + =/-
Voor meer informatie: Will Seignette, 079-3294031 - 0651337531 Colo, Zoetermeer, 1 februari 2007
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
50
Bijlage 4. Handige sites www.mkbleerbanen.nl De site van het Landelijke Actieteam MB leerbanen, Informatie over het 10.000 MKB-leerbanenplan voor werkgevers, scholen en jongeren waarop een Toolbox met instrumenten te downloaden is.
www.kansopwerk.nl en www.kansopstage.nl Deze site toont de kans op werk en kans op stage in termen van perspectieven voor MBOschoolverlaters (mét diploma) op de arbeidsmarkt en deelnemers in het MBO-onderwijs die stage willen gaan lopen. De stage-perspectieven (kans op stage) op deze site hebben betrekking op het schooljaar '06-'07. De arbeidsmarktperspectieven (kans op werk) kijken een periode van vier jaar vooruit.
www.werk.nl en www.cwinet.nl Site van het CWI met informatie over werk en vacatures.
www.jeugdwerkloosheid.nl De taak van de Taskforce is om samen met werkgevers, intermediairs, opleiders, gemeenten en jongeren de oplopende jeugdwerkloosheid terug te dringen. Site voor werkgevers, jongeren en intermediairs
www.kamervankoophandel.nl Geeft, per regio, in één oogopslag brancheorganisaties, opleidingen, vakbladen en cijfers over een branche.
www.colo.nl Databank van de stichting COLO, de vereniging van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (KBB), die elk bedrijfstakgewijs georganiseerd zijn.
www.hetplatformberoepsonderwijs.nl Het platform beroepsonderwijs, bericht op deze site over innovaties binnen het beroepsonderwijs die worden uitgevoerd. Veel aandacht voor onder ander de leerwerktrajecten binnen het vmbo
www.liesa.nl Databank, waarin in samenwerking met het speciaal onderwijsveld praktijkrelevante kennis, methodieken en ervaringen verzameld worden op het terrein van arbeidstoeleiding.
www.jongerenloket.nl www.kominhetleerbedrijf.nl Site met informatie over beroepenoriëntatie. Geeft ook een overzicht van de kenniscentra per bedrijfstak Sector Techniek Bouw: FUNDEON Afbouw en onderhoud: SAVANTIS Hout, interieur: SH&M Metaal: KENTEQ Motorvoertuigen: INNOVAM Carrosserie: VOC Elektrotechniek: KENTEQ Installatietechniek: KENTEQ Gezondheidstechniek: SVGB Grafische techniek: KENNISCENTRUM GOC Proces-, milieu en laboratoriumtechniek: VAPRO-OPV
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
Sector Economie Administratie: ECABO ICT: ECABO Handel en verkoop: KC HANDEL Transport en logistiek: VTL Beveiliging: ECABO Horeca, instellingskeuken, catering: LOBHTV Toerisme: LOBHTV Mode en Textiel: LIFT GROUP Sector zorg en welzijn Verzorging: OVDB Verpleging: OVDB Kinderopvang/crèches: OVDB Sport: OVDB Dienstverlening: OVDB Welzijn: OVDB Uiterlijke verzorging: KOC Sector Groen Landbouw: AEQUOR Dierverzorging: AEQUOR Plantenteelt: AEQUOR
51
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
Bijlage 5. Afkortingenlijst AKA
Arbeidsmarktkwalificerend Assistent
BBL BOL BPV
Beroepsbegeleidende Leerweg Beroepsopleidende Leerweg Beroepspraktijkvorming
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
KBB
Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
MBO
Middelbaar Beroepsonderwijs
RMC ROC
Regionaal Meld- en Coordinatiepunt voortijdig schoolverlaten Regionaal Opleidingen Centrum
VMBO
Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs
WVA
Wet Vermindering Afdracht
52
Bijlagen bij Connections: De kunst van het matchen, PSW , februari 2007
Colofon
De kunst van het matchen is een uitgave van: PSW Stationsplein 4 Postbus 1228 5200 BG ‘s-Hertogenbosch telefoon: : (073) 612 43 25 telefax: : (073) 612 85 75 e-mail: :
[email protected] In opdracht van: Ontwikkelingspartnerschap Connections De kunst van het matchen is tot stand gekomen met medewerking van: Connections regio De Vallei: - Annet Roelofs (jongerenadviseur/leerbaanacquisiteur CWI Ede) - Susanne Slagman (jongerenadviseur/leerbaanacquisiteur CWI Ede) Connections regio 's-Hertogenbosch: - Gerard van der Heijden (Actieleider Leerbanen/ leerbaanacquisiteur) - Helma Verhoeven (BVP coördinator ROC Koning Willem 1 College) Connections regio Stedendriehoek: - Trudie Odinot (BPV consulent ROC Aventus) - Arjan Knoeff (zorgcoördinator ROC Aventus) - Linda van der Ploeg (jongerenadviseur/ leerbaanacquisiteur CWI Deventer)
Tekst: Lay-out:
Laura Dekkers, Gerda de Ruijter, Annemie van de Moosdijk (PSW) Jolanda Kroon
's-Hertogenbosch, februari 2007 Notitie 1473 44
53