Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek
ing. A.J.W. Bouwman Arbo- en Milieuadviseur
Faculteit ITS TU Delft 9 december 2002
Tips voor het inrichten en instellen
3
van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
Inhoudsopgave 1 2 3
4 5
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Inleiding ............................................................................................................................ 5 Werkplekafmetingen......................................................................................................... 5 Binnenklimaat................................................................................................................... 6 3.1 Klimaat parameters.................................................................................................. 6 3.2 Individuele temperatuurregeling ............................................................................... 8 3.3 Verlichting / zonwering ............................................................................................. 8 3.4 Interieurbeplanting ................................................................................................... 8 3.5 Interieurverzorging ................................................................................................... 9 Zitten ................................................................................................................................ 9 4.1 De stoel.................................................................................................................... 9 4.2 Instellen van de bureaustoel .................................................................................... 9 Het bureau...................................................................................................................... 11 5.1 De eisen................................................................................................................. 11 5.2 CAD-werkplek ........................................................................................................ 12 5.3 Instellen van de tafelhoogte ................................................................................... 12 5.4 Voetensteun........................................................................................................... 12 5.5 Beeldschermverhoger ............................................................................................ 13 5.6 Toetsenbordplateau ............................................................................................... 13 5.7 Lessenaar .............................................................................................................. 13 5.8 Concept- of documentenhouder ............................................................................. 14 5.9 Ladenblok .............................................................................................................. 14 Opstellen van het beeldscherm ...................................................................................... 14 Het toetsenbord .............................................................................................................. 16 De muis .......................................................................................................................... 16 Draagbare computer....................................................................................................... 17 Beeldschermbril.............................................................................................................. 17 Werktijden voor beeldschermwerk .................................................................................. 17 Werkhouding .................................................................................................................. 18 Advies Arbo/Milieu-adviseur bij de werkplekinrichting ..................................................... 19 RSI ................................................................................................................................. 19 14.1 Verwijzingen naar informatiebronnen over RSI. ..................................................... 19 14.2 RSI-reventieprogramma......................................................................................... 19 Adressen voor aanvullende informatie............................................................................ 20
4
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
1
5
Inleiding
Regelmatig worden er vragen gesteld over de grootte en de inrichting van de werkplek, die tegenwoordig vrijwel altijd is uitgevoerd als beeldscherm- of CAD-werkplek. Binnen de faculteit ITS in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in nieuw meubilair, dat aan de huidige ergonomische eisen voldoet. Tijdens werkplekonderzoeken, vaak op verzoek uitgevoerd nadat men last heeft gekregen van RSI-klachten, blijkt dat men soms nog werkt met verouderd meubilair, of dat het nieuwe meubilair voor / door de gebruiker niet optimaal is afgesteld of dat, vaak uit onwetendheid, in het geheel geen gebruik gemaakt van de instelmogelijkheden. Dit document behandelt de inrichting van de beeldschermwerkplek maar gaat niet in op RSI. In hoofdstuk 13 wordt verwezen naar internetsites waarin RSI wordt behandeld en naar het RSIpreventieprogramma WorkPace. Met het van kracht worden van de Arbowet-98 gelden de verplichtingen voor de werkgever t.a.v. veiligheid en ergonomie voor zowel medewerkers als voor studenten. In deze notitie worden informatie en praktische wenken gegeven voor het inrichten en instellen van uw beeldschermwerkplek. Vrijwel alle besproken onderwerpen vinden hun grondslag in o.a. de Arbowet-98, het Arbobesluit en de Arboregeling, waarbij voor veel zaken wordt verwezen naar de NEN-normen. Vrijwel alle in de laatste jaren geleverde meubilair en beeldschermapparatuur voldoet aan deze normen. Voor 90 % van de populatie zal een werkplek die aan deze normen voldoen ook een goede werkplek zijn. Voor de overige 10% zal maatwerk moeten worden geleverd, waarvoor u de hulp in kan roepen van uw Arbo/Milieu-adviseur. De toenemende aandacht voor RSI heeft in de afgelopen jaren internationaal veel wetenschappelijk onderzoek opgang gebracht. De opgedane kennis, aangevuld met gegevens uit medische dossiers, draagt er toe bij dat de inzichten op ergonomisch gebied voortdurend aan veranderingen onderhevig zijn. Wat enkele jaren als dé oplossing werd gepropageerd, is nu al weer achterhaald. Neem de verschillende inzichten in u op, probeer ze uit, maar luister vooral naar uw lichaam. Wat goed is voor uw buurman is lang niet altijd dé oplossing voor u. 2
Werkplekafmetingen
In het Arbobesluit wordt NEN1824 gehanteerd om het minimum oppervlak te bepalen voor kantoorwerkplekken, inclusief de looproutes in het vertrek, voor kantoormedewerkers met een beeldschermopstelling. De gegeven waarden gelden alleen voor administratieve werkplekken die grote delen van de dag in gebruik zijn. Werkplekken die slechts gedurende één of twee uur per dag of slechts één of twee dagen per week in gebruik zijn, hoeven niet aan de gegeven eisen te voldoen. De totaal benodigde ruimte per werkplek hoeft niet per se in één ruimte beschikbaar te zijn, maar kan ook over diverse vertrekken verspreid zijn. Ook algemene afdelingsruimten, die aan een groep werknemers ter beschikking staan voor lezen, overleggen, archiveren of bibliotheek, worden tot de werkruimte van die groep werknemers gerekend. Een basiswerkplek, bestaande uit een kantoorstoel, een werktafel met beeldschermopstelling en bergruimte onder de tafel, moet een oppervlakte hebben van minimaal 7 m2, aanbevolen wordt 9 m2. Hierbij moet worden opgeteld: • 1 m2 voor een staande kast, (het aantal kasten is afhankelijk van de uit te voeren taken) • 1 m2 per persoon voor overlegmogelijkheid met maximaal 4 personen of • 1,5 m2 per persoon voor overlegmogelijkheid met 5 personen of meer en • 1 m2 voor de toegangsdeur, onafhankelijk van het aantal werkplekken per vertrek. Let wel, dit zijn de wettelijke normen. Beter is uit te gaan van wat noodzakelijk is voor een goede uitoefening van de opgedragen taken.
6
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
Rond 1997 zijn de TU-gebouwen in eigendom overgegaan van de Rijksgebouwendienst naar de TU Delft. De faculteiten moesten voor de gebruikte ruimten huur gaan betalen aan de dienst Vastgoedbeheer, die de TU-gebouwen beheert namens het College van Bestuur. Om hiervoor een compensatie te kunnen berekenen, is men toen, rekening houdend met gegeven grootte van de vertrekken binnen het complex ITS, uitgegaan van de volgende uitgangspunten: • Oppervlakte standaardkamer: 25 m2 • Administratiewerkplek zoals secretariaten: 9 m2 + 2 m2 voor 2 kasten. Totaal 11 m2, max. 2 werkplekken per vertrek • Full time hoogleraar: een hele kamer, inclusief overlegmogelijkheid voor 6 personen. • Personeel t/m UD: 2 per kamer = 2x 10 m2 + 4 m2 overlegmogelijkheid voor 4 personen + 1 m2 voor de deur = 25 m2. Er werd vanuit gegaan dat AIO’s en studenten niet allemaal tegelijk aanwezig zijn: • 4 AIO’s per standaardkamer • 6 Studenten per standaardkamer Als een medewerker naast zijn kantoorwerkplek ook werkruimte in b.v. een laboratorium of werkplaats heeft, wordt het daar beschikbare oppervlak meegeteld bij de totale beschikbare werkruimte. Met 2 personen per standaard vertrek van 25 m2, wordt bij ITS ruimschoots voldaan aan de wettelijke minimum eis van 7 m2 + 1 m2 voor de deur. Met drie personen voldoet men ook nog ruim aan deze minimum eis. Als niet iedereen gelijktijdig aanwezig is, zoals bij deeltijdbanen, zou bij grote ruimtenood ook nog voor 4 personen per standaardkamer van 25 m2 kunnen worden gekozen. Bij DIMES is het oppervlak van de standaardkamer 21 m2. Twee personen per kamer zou juist aan de geadviseerde norm voor een beeldschermwerkplek voldoen. Door een chronisch ruimtegebrek zit men bij DIMES vaak met 3 personen of soms zelfs 4 personen per standaardvertrek van 21 m2. De meeste medewerkers werken een deel van de dag in het laboratorium (clean room). 3 3.1
Binnenklimaat Klimaat parameters
Aan het klimaat binnen het kantoor wordt door de wetgever eisen gesteld. De belangrijkste parameters worden in tabel 1 opgesomd. Tabel 1. Waarden van de belangrijkste parameters voor het binnenklimaat
Parameter Temperatuur Luchttemperatuurverschil hoofd - enkels Oppervlakte temperatuur vloer Ruimtetemperatuur gedurende max. 100 h/j Ruimtetemperatuur gedurende max. 25 h/j Luchtsnelheid Relatieve vochtigheid Ventilatie minimaal per persoon Ventilatie minimaal per persoon met PC-opstelling e.d. CO2-concentratie
Winter Zomer 20 – 24 oC 23 – 26 oC < 3 oC < 3 oC o 19 – 26 C > 25 oC > 28 oC < 0,15 m/s < 0,25 m/s 30 – 70 % 30 m3/h 50 m3/h < 1000 ppm
Behalve voor de lage hallen staat binnen het complex ITS in de technische ruimten op de middelste van elke drie etages een luchtbehandelingskast, waarin de van buiten aangezogen
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
7
lucht wordt voorbehandeld. De lucht wordt in de zomermaanden, met water uit een ‘koude bron’ in de bodem rond het complex, gekoeld tot ca. 24 oC en in het stookseizoen met water uit een ‘warme bron’ voorverwarmd tot ca. 19 oC, waarbij de relatieve vochtigheid op ongeveer 50% wordt gebracht. Deze voorbehandelde lucht wordt via het luchttoevoerkanaal over de kamers van drie etages verdeeld. Via de inductie-units wordt 200 m3/h voorbehandelde lucht per standaardkamer ingeblazen. Ongeveer 1/3 deel verdwijnt via de ventilatiesleuven in de wand tussen kamer en gang via de gang en de afzuigroosters in de technische ruimten naar buiten. Ongeveer 2/3 deel van de lucht in de kamer komt in recirculatie via de recirculatieopening aan de onderzijde van de inductie-units en wordt daar verwarmd of gekoeld. Met de individuele temperatuurregeling (zie § 3.2) kan de temperatuur met enkele graden aan de individuele behoefte worden aangepast. De technische dienst meet regelmatig steekproefsgewijs de relatieve vochtigheid binnen het gebouw. Alleen bij strenge vorst, met zeer droge buitenlucht, kan de relatieve vochtigheid van de lucht in de werkruimten onder de minimale waarden van 30% komen. Normaal ligt de relatieve vochtigheid op de werkplekken tussen de 45 en 60%. Toch wordt er vaak geklaagd over pijnlijke ogen, waarbij men veronderstelt dat de lucht te droog is. Zie hiervoor ook § 6. De in oktober 1998 opgeleverde installatie garandeert een optimaal binnenklimaat. Een probleem doet zich voor als in de maanden juli en augustus de buitentemperatuur gedurende langere tijd beneden 20oC blijft. Omdat in die periode de warmtekrachtcentrale van de TU Delft wegens onderhoud geen warmte levert, kan het in de werkruimten vaak te fris aanvoelen. De geforceerde ventilatie wordt dan als tocht ervaren. Het aantal personen dat in een werkruimte kan werken, wordt niet alleen bepaald door de minimale afmetingen van de werkplek, maar ook door de ventilatie van het vertrek. Binnen het complex ITS is bij het ontwerp van de installatie en het inregelen in 1998, rekening houdend met een bezetting van 4 personen met apparatuur per standaardvertrek van bijna 100 m3, uitgegaan van een ventilatie van 200 m3/h. Hiermee wordt de ruimte dus twee maal per uur gespoeld. Bij een grotere bezetting kan de koeling van de ruimte onvoldoende zijn. Ook zal de hoeveelheid verse lucht onvoldoende zijn en zal de CO2-concentratie na enkele uren boven de 1000 ppm stijgen, waardoor de kans op klachten over bedompte lucht en hoofdpijn zal toenemen.
Figuur 1 Doorsnede standaardvertrek en gang complex ITS TU Delft.
Een voorwaarde voor goede temperatuurregeling is dat u er voor zorgt dat de recirculatieopeningen aan de onderzijde van de inductie-units niet worden afgesloten door dozen of kasten. Plaats ook geen dossiers en dozen op de ventilatieroosters aan de bovenzijde van de inductie-units. Voor een goede ventilatie is het van belang dat de ventilatiesleuven in de wand tussen kamer en gang vrijgehouden worden. Als u links en rechts naast de deur kasten wil plaatsen, zet die dan op een console, van ca 120 mm hoog waardoor de lucht onder de kasten door naar de gang kan.
8
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
3.2
Individuele temperatuurregeling
Iedere werkkamer is voorzien van een individuele temperatuurregeling. Naast de deur of op de betonnen paal in de hoek is daarvoor een crème kleurig kastje van ca 10 x 10 x 4 cm aangebracht. Als de rode led knippert, staat de unit stand by. Door op de knop rechts onder op het kastje te drukken, activeert u de regelaar en gaat de led constant branden. In de zomermaanden kunt u maximaal 3oC extra koelen, door de knop naar –1, -2 of –3 te draaien. In de wintermaanden kunt maximaal 3oC extra verwarmen door de knop naar +1, +2 of +3 te draaien. Indien u dat wenst kunnen de medewerkers van de technische dienst de temperatuur van de ingeblazen lucht nog enkele graden corrigeren. U kunt daar een verzoek indienen zoals vermeld in § 15. 3.3
Verlichting / zonwering
In de meeste kantoorvertrekken van de TU gebouwen wordt vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van directe verlichting d.m.v. TL-balken aan het plafond. Er moeten armaturen worden toegepast waarbij de zijdelingse uitstraling met behulp van roosters of spiegeloptieken wordt beperkt tot 40o ten opzichte van het horizontale vlak. Indirecte verlichting aangevuld met een bureaulamp als aanvullende werkplekverlichting, is zeer geschikt voor kantoorwerk waarbij veel beeldschermwerk wordt verricht, omdat spiegeling op papier en beeldscherm minimaal is. Het complex ITS is voorzien van zonwering die bij zon enkele malen per dag omlaag gaat en dan geheel gesloten is. Veel mensen vinden dat vervelend, omdat dan niet naar buiten kan worden gekeken en trekken de zonwering dan geheel op. Kies voor de gulden middenweg. Laat de zonwering tenminste tot de helft van het raam zakken en kantel de lamellen onder een hoek zodat u wel naar buiten kunt kijken maar geen last hebt van lichtinval op uw beeldscherm. 3.4
Interieurbeplanting Planten dragen bij aan de werksfeer op de werkplek en kunnen ook een gunstig effect hebben op het binnenklimaat. Planten hebben regelmatig onderhoud nodig. Regelmatig worden potplanten aangetroffen met schimmels op de potgrond, wat bij sommige mensen aanleiding kan zijn voor allergische reacties.
Figuur 2 Interieurbeplanting
De afdeling groenvoorziening van de facilitaire dienst van de TU Delft kan uw werkruimte een persoonlijk en sfeervol karakter geven. Zij adviseert u graag hoe u dat met beplanting voor elkaar krijgt. Groenvoorziening heeft jarenlange ervaring met interieurbeplanting en adverteert met: • De planten op hydrocultuur zijn voor u onderhoudsvrij. • Verzorging ervan doen we eens in de twee à drie weken. • Naarmate u meer planten heeft staan, worden de onderhoudskosten lager. • Ook hier geldt: een kwalitatief concurrerend product, tegen het voordeligste tarief.
Voor telefoon en e-mail adres zie § 15.
9
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
3.5
Interieurverzorging
Ruim regelmatig, liefst dagelijks u bureau op. Zorg er voor dat de vloer in uw werkkamer vrij is van dozen, snoeren, ordners, boeken e.d. Hiermee is niet alleen uw veiligheid gediend (struikelgevaar). Veel spullen op de grond belemmeren een goede ventilatie en het schoonmaken van de kamer, waardoor stofnesten (huisstofmijt) kunnen ontstaan. Ruim etensresten op, om het aantrekken van ongedierte te voorkomen. Ook planten moeten goed verzorgd worden (§ 3.4). Het werken aan een opgeruimd bureau in een goed verzorgde kamer is niet alleen prettiger, maar draagt bij aan het voorkomen van stress. 4 4.1
Zitten De stoel
De belasting voor de wervelkolom is bij zitten ruim de helft hoger en bij vooroverbuigen zonder steun, bijna twee maal hoger dan bij staan. Bij het zitten op een gewone stoel kantelt het bekken bijna automatisch naar achter, waardoor de natuurlijke holling in de rug ter hoogte van de lende vervlakt en de belasting op de tussenwervelschijven toeneemt. Om deze houding te handhaven moeten de rugspieren langdurig statisch werk verrichten. Omdat de spieren daarvoor niet zijn gebouwd, zult u na enkele minuten automatisch vervallen in de zithouding met een ronde rug. Goed zitten houdt in dat de natuurlijke kromming van de wervelkolom wordt bewaard, met een holte ter hoogte van de lende (broekriem). Onontbeerlijk hiervoor is een goede stoel, die voldoet aan NEN 1812, en een juiste instelling daarvan. 4.2
Instellen van de bureaustoel
1 Weet u waar alle knoppen en handels voor dienen? Raadpleeg de bij de stoel geleverde handleiding. Soms zit die in een vakje onder de zitting. 2 Stel de zithoogte van de stoel zodanig in, dat rechtop zittend en met beide voeten plat op de vloer, uw bovenbenen een hoek van 90o maken met uw romp. Als u staat komt de voorrand van de zitting ter hoogte van de knieholte. 3 Stel de zitdiepte zodanig in dat een vuist horizontaal kan worden geplaatst tussen knieholte en zitting (met de rechterhand: de duim tegen zitting en de pink in de knieholte). 4 Stel de hoogte van de rugleuning zodanig af dat de bolling in de rugleuning goed steun geeft in de lende (broekriem). 5 Laat de armen met ontspannen schouders langs het lichaam hangen, buig de onderarm door de hand naar de schouder te bewegen, en stel de hoogte van de armsteun zo af dat deze de elleboog juist raakt. 6 Als uw stoel is uitgevoerd met een synchroonmechaniek voor dynamisch zitten, stelt u de veerdruk van de rugleuning zodanig in dat u de druk van de rugleuning tegen uw rug als prettig ervaart.
Figuur 3 Zitten met 'open hoek'.
Ad.1 Voor lange mensen, of beter gezegd voor mensen met lange onderbenen, kan onder de stoel een langere gasveer worden gemonteerd. Vraag het uw leverancier. Aan mensen met rugklachten wordt om de houding te corrigeren door therapeuten vaak het "zitten met een open hoek" geadviseerd. Zittend in de houding met een ‘open hoek’ kan het bekken gemakkelijk in haar natuurlijke, licht naar voren gekantelde uitgangspositie blijven en komt de wervelzuil in de natuurlijke kromming. Het zwaartepunt licht nu voor of boven het steunvlak. Niet iedereen vindt dit een prettige manier van zitten, vooral omdat deze zithouding niet zo goed bekend is. Men heeft het gevoel van de stoel af te glijden, wat echter een kwestie van wennen is.
10
Ad.2
Ad.3
Ad.4
Ad.5
Nb.1
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
Mensen met specifieke rugklachten, zwaar gebouwde mensen en zwangere vrouwen ervaren deze houding vaak als prettig. Bij sommige stoelen is de helling van het zitvlak apart in te stellen. (optie op Ahrend 220). Ook bij stoelen met de mogelijkheid voor dynamisch zitten is deze stand vaak in te stellen. Een andere mogelijkheid is om een los wigvormig kussen aan te schaffen. Ongeveer 2/3 van het dijbeen moet op de zitting rusten. Als de zitdiepte te groot is, kunnen de bloedvaten in de knieholten worden afgekneld of zit men te ver naar voren zodat de steun van de rugleuning onvoldoende is en men met een bolle rug tegen de leuning steunt. Als de zitdiepte te klein is, dan worden de dijbenen onvoldoende ondersteund. Bij vrijwel alle moderne bureaustoelen is de zitdiepte in te stellen en zijn zittingen met verschillende zitdiepte en breedte te bestellen. Bij het uitvoeren van een werkplekonderzoek staat de rugleuning vaak nog in de, bij de levering van de stoel ingestelde, laagste stand. Men zit dan met de billen tegen de bolling (lordose of lendesteun) in de rugleuning en daardoor te ver naar voren. Op de hoogte waar de rug gesteund zou moeten worden, wijkt de rugleuning nu naar achteren, waardoor men met een bolle rug in de stoel zit en ook onvoldoende steun van de bovenrug ondervindt. Bij sommige stoelen is de instelhoogte van rugleuning onvoldoende voor mensen waarbij de afstand zitvlak – taille groter is dan gemiddeld. Kies in overleg met uw leverancier voor een ander type stoel. De grote spieren in de bovenrug en de nek zorgen ervoor dat de schouders omhoog gehouden worden. Als u uw armen urenlang in dezelfde houding draagt (b.v. bij het muizen) moeten de spieren statisch werk verrichten, waardoor ze overbelast worden. Nekklachten, gespannen schouders en spanningshoofdpijn kunnen hiervan het gevolg zijn. Goed ingestelde armsteunen zijn dus noodzakelijk. De armsteunen moeten kort zijn, zodat men kan aanschuiven aan het bureau. Bij het typen en muizen moeten de armen langs het lichaam worden gehouden. Als de zitting te breed is, en daarmee ook de afstand tussen de armsteunen, kan hieraan niet worden voldaan. De meeste stoelen kunnen worden geleverd met smallere of juist bredere zittingen, waarmee ook de afstand tussen de armsteunen varieert. Soms kan de afstand tussen de armsteunen worden ingesteld. Veel stoelen kunnen als optie worden geleverd met armsteunen waarbij de bovenkant van de armsteun tot 30o naar binnen kan worden gedraaid en in het horizontale vlak naar voren en achteren kan worden geschoven. Veel moderne bureaustoelen zijn, soms als optie, uitgevoerd met een mechanisme voor dynamisch zitten. Andere benamingen hiervoor zijn b.v. synchroonmechaniek of neigmechaniek. Bij deze stoelen wijzigt de stand en de soms ook de openingshoek tussen zitkussen en rugleuning afhankelijk van de houding die men aanneemt. Dit bevordert een wisselende zithouding en vermijdt zo een statische spierspanning. Bij deze stoelen zit er meestal aan de linkerzijde onder de zitting een handel waarmee het mechanisme kan worden geactiveerd of geblokkeerd. Met een knop van de veerspanningsregelaar, midden onder de zitting, kan de druk van de rugleuning tegen uw rug kan worden ingesteld. De juiste instelling is afhankelijk van uw lichaamsbouw en gewicht. Als de druk voor u te hoog staat moet u veel moeite doen om de rugleuning naar achteren te duwen. Als de druk te licht staat afgesteld heeft u het gevoel achterover te vallen. Bij nieuw geleverde stoelen is de veer vaak geheel ontspannen, zodat weinig of geen tegendruk wordt gegeven. Voor zwaar gebouwde mensen kan de maximaal in te stellen druk onvoldoende zijn. Bij de meeste leveranciers kan de stoel worden besteld met een zwaarder veerpakket. Gebruik de dynamische instelling als u niet actief met beeldschermwerk bezig ben. Bij beeldschermwerk gebruikt u een actieve zit, waarbij u (als u dat prettig vindt) de stoel instelt als onder ad1 genoemde open hoek. De bureaustoel wordt standaard geleverd met harde ongeremde wielen voor gebruik op tapijt. Als optie kunnen tegen een kleine meerprijs zachte geremde wielen voor gebruik op harde vloerbedekking worden geleverd. Harde wielen zijn van een materiaal gemaakt, meestal zwart kunststof. Bij zachte wielen is de toplaag meestal gemaakt van
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
11
wit of lichtgrijs rubber. Bij gebruik van harde en ongeremde wielen op harde vloerbedekking kost het meer moeite de stoelbewegingen onder controle te houden. 5 5.1
Het bureau De eisen
De kantoorwerktafel moet voldoen aan NEN 2449. Het tafelblad heeft tenminste de afmetingen van 80 x 120 cm en moet op individuele hoogte ingesteld kunnen worden. De dikte van het blad plus de draagconstructie mag aan de kant waar wordt gezeten niet dikker zijn dan 50 mm. Het bureaublad moet rustig zijn voor de ogen en is niet spiegelend, licht getint en zonder patronen uitgevoerd. De afmetingen van 80 x 120 cm zijn vastgesteld in het preWindowstijdperk, waarin nog met WordPerfect onder DOS werd lxbxh 120 x 120 x V 120 x 80 x V cm gewerkt op 12” – 14” beeldschermen. Om goed met Windows toepassingsprogramma’s te kunnen werken is de schermgrootte vereist van ten minste 17”. Steeds vaker worden, zeker bij gebruik van tekenprogramma’s, grote schermen tot 22” toegepast. Om deze grote schermen te kunnen plaatsen is een 40x80 apart hoekblad voor het beeldscherm noodzakelijk. Om Figuur 4 Bureau met beelddocumenten, telefoon en andere zaken bij uw werkzaamheden schermhoekblad en vrij hangend steeds binnen armbereik te hebben, wordt een tafelblad van ten blad 40 x 80 cm. minste 40x 80 cm aan de rechterzijde voor rechtshandigen en aan de linker zijde voor linkshandigen sterk aanbevolen. Tegenwoordig ziet men ook veel tafels in de vorm van een cockpit, waarbij men als het ware in een uitsparing in de tafel zit en alle veel gebruikte zaken binnen het bereik van beide armen op tafel staan. Als een hoektafel wordt toegepast voor het opstellen van het beeldscherm, moet de zijde waaraan wordt gezeten ten minste 50 – 60 cm bedragen om voldoende ruimte te hebben voor het toetsenbord. Als men klein behuisd is, zodat er geen ruimte is voor een hoekblad, kies dan voor een duurder TFT-LCD-scherm, waarbij men dan wel een dure hoektafel uitspaart. Bijkomend voordeel is dat deze schermen ook beduidend minder energie verbruiken. Zorg voor voldoende vrije ruimte onder de tafel voor benen en voeten (ten minste 60 cm breed en 80 cm diep). Plaats geen systeemkasten en dozen onder uw bureau en zorg dat vloer vrij is van kabels en snoeren door ze in de daarvoor bestemde kabelgoot van het bureau te leggen. Van groot belang is dat u recht voor uw beeldscherm zit. Plaats uw concepten en naslagwerk tussen het toetsenbord en het scherm, zodat u in een rechte lijn kan werken. Als u steeds scheef voor het beeldscherm zit, kunnen op den duur klachten ontstaan, omdat u voortdurend met een getordeerde wervelkolom zit, waarbij spiergroepen langdurige statisch en asymmetrisch belast worden. Denk ook om de houding van de nek. Vermijd het klemmen van de hoorn tussen schouder en wang, maar maak gebruik van de Figuur 5. Denk om uw nek! luidspreker in uw telefoon of van een hoofdtelefoon. Ook als het beeldscherm te laag is opgesteld, zult u geneigd zijn de romp en het hoofd naar voren te laten overhellen, waarbij de nekspieren en -wervels worden overbelast. Bij onvoldoende verlichting of als u een beeldschermbril nodig heeft, gaat u automatisch de ogen dichter bij het werk brengen, zodat u een voorovergebogen houding gaat aannemen die de rug extra belast. Voldoende licht, dat op een juiste manier gebruikt wordt, is dus belangrijk.
12
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
Bij het gebruik van een beeldscherm zal ook de plaatsing daarvan goed overwogen moeten worden om hinder in de nek en de schouders te vermijden. Als een bureau of tafel dagelijks door verschillende personen wordt gebruikt is het zinvol om de tafel aan te schaffen die met een slinger of elektrisch in hoogte is in te stellen. Hieraan zit natuurlijk wel een prijskaartje. Een tafel met slinger is ongeveer € 300 en elektrisch verstelbare tafel ongeveer € 2000 duurder dan een met boutjes instelbare tafelhoogte. Voor (computer)practica is het zinvol om tafels op verschillende hoogten in te stellen b.v. op 70, 73 en 76 cm, zodat de student de tafel kan kiezen die bij zijn/haar lichaamsafmetingen past. 5.2
CAD-werkplek
Voor de CAD-werkplek worden vaak grote beeldschermen gebruikt van 20” – 22”, waardoor de bovenste regel op het scherm meestal ruim boven het horizontale vlak door de ogen ligt. Om te voorkomen dat men voortdurend omhoog moet kijken, moet de CAD-tafel met een apart instelbaar blad voor het beeldscherm zijn uitgevoerd. Ook kan gebruik worden gemaakt van een in het bureaublad geïntegreerde kantelbare beeldschermhouder. Zie ook onder § 6 Opstellen van het beeldscherm. 5.3
Instellen van de tafelhoogte
Nadat de stoel goed is ingesteld, wordt de hoogte van het beeldschermblad zodanig ingesteld dat de bovenkant van het tafelblad ongeveer op dezelfde hoogte of iets lager (1 á 2 cm) staat dan de bovenkant van de armsteunen van de stoel. Met de onderarmen horizontaal en de polsen gestrekt, hangen de licht omlaag gebogen vingers juist boven de toetsen. Als het tafelblad te hoog staat zal met opgetrokken schouders worden getypt en gemuisd, wat de kans op RSI-klachten doet toenemen. 5.4
Voetensteun
Op een aantal werkplekken binnen de faculteit wordt nog aan bureaus gewerkt die niet in hoogte instelbaar zijn. De tafelhoogte moet dan 74 – 76 cm bedragen. Vooral voor vrouwen, maar ook voor veel mannen is dat voor het beeldschermwerk te hoog. Soms is het mogelijk de poten in te korten. Als de tafel te laag is kunnen houten klossen of balkjes onder de poten worden geplaatst. Als het tafelblad te hoog staat en de tafelhoogte niet instelbaar is, zet dan de stoel hoger en compenseer het hoogteverschil tussen vloer en voeten met een voetensteun. Een goede voetensteun voldoet aan DIN 4556. Afmetingen: 45 cm breed en 35 cm diep, hoogte in te stellen tussen 5 en 11 cm en de hoek tussen 5 en 15o. Als de werkzaamheden vereisen dat veel wordt gewisseld tussen beeldscherm en de rest van het bureau, is een voetensteun onhandig omdat de voetensteun steeds moet worden verplaatst. Een Figuur 6. Voorbeeld voetensteun heeft ook als nadeel dat men aan de plek ‘vast’ zit, terwijl van een voetensteun. wisselende houdingen juist worden gepromoot om RSI-klachten te voorkomen. In beide gevallen biedt slechts het aanschaffen van een individueel in hoogte instelbaar bureau soelaas. Als dat niet op korte termijn mogelijk is, zou u b.v. bij de timmerman van uw ondersteunende dienst een alternatieve voetensteun kunnen laten maken. Vraag om
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
13
een plank van 18 mm dik met een afmeting van b.v. 40 x 100 cm. Laat aan de voorzijde een lat aanbrengen van 2 cm dik en aan de achterzijde ca. 5 cm dik. 5.5
Beeldschermverhoger
Figuur 7. Voorbeeld van een beeldschermverhoger
5.6
Zoals onder ad.2 van § 6 wordt uiteengezet, werd tot voorkort de hoofd-rechtop-houding geadviseerd, waarbij voor hen die blind kunnen typen het beeldscherm zo moet worden opgesteld dat de bovenste regel op het beeldscherm in het horizontale vlak door de ogen ligt. Als u dat prettig vindt, kan het beeldscherm als dat nodig is op een beeldschermverhoger worden geplaatst. Probeer het eerst eens uit met een of meer dikke boeken, voordat u de beeldschermverhoger aanschaft. Ook hier kunt u kiezen uit een grote verscheidenheid die door de verschillende leveranciers kunnen worden geleverd.
Toetsenbordplateau
80 x 80 cm
Als de tafels links en rechts van het beeldschermblad een haakse hoek vormen, is er onvoldoende ruimte om het toetsenbord te plaatsen. Een oplossing biedt dan een los toetsenbordplateau waarmee de hoek kan worden opgevuld.
120 x 80 cm
Figuur 8. Plaatsen van een toetsenbordplateau.
5.7
Lessenaar
Als men naast het beeldschermwerk ook veel leest en schrijft, moet het tafelblad dat wordt gebruikt voor lezen en schrijven 3 tot 4 cm hoger worden ingesteld dan het beeldschermblad, om te voorkomen dat men bij het lezen of schrijven voorover gebogen over het bureau hangt. Uw hoofd weegt 7% van uw lichaamsgewicht. Wanneer u urenlang voorovergebogen werkt, betekent dat een voortdurende belasting voor de spieren van de nek en schouders en de tussenwervelschijven van uw nek. De monniken wisten het eeuwen geleden al en Figuur 9 Voorbeeld van een lessenaar. werkten daarom aan een schuim werkvlak. Ook de tafeltjes op de lagere school waren tot de jaren zestig uitgevoerd met een schuin werkvlak. Enkele nadelen van het op verschillende hoogte instellen van de beide bladen: je stoot met je hand tijdens het muizen tegen het hoger ingestelde blad en pennen e.d. kunnen tussen de opening vallen. Als beeldschermblad en schrijf/leesblad niet onafhankelijk kunnen worden ingesteld en men veel leest of schrijft, wordt aanbevolen een perspex lessenaar aan te schaffen, die u op het bureau plaatst. Er zijn verschillende
14
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
uitvoeringen in de handel. De meeste hebben een afmeting van 30 x 60 cm. Soms is de achterzijde in hoogte in te stellen. Kies altijd voor een gematteerde uitvoering om hinderlijke reflecties van de TL-verlichting te vermijden. 5.8
Concept- of documentenhouder
Als bij beeldschermwerk vaak van concepten wordt overgetypt, is het plaatsen van een documentenhouder direct links of rechts van het scherm zinvol, om jaknikken tussen concept en beeldscherm te voorkomen. Deze documentenhouders zijn echter slechts geschikt voor enkele velletjes A4 papier. Soms biedt een documentenhouder op A3 formaat uitkomst, waarbij het jaknikken wordt vervangen door de nee-beweging van het hoofd. Bij van veel van de binnen de faculteit uitgevoerde administratieve werkzaamheden wordt tijdens het beeldschermwerk gebruik gemaakt van dossiers en mappen die niet op de vaak fragiele concepthouder kunnen worden geplaatst. In die gevallen is een lage meer robuuste documentenhouder die tussen het beeldscherm en het toetsenbord kan worden geplaatst meer zinvol. Voorwaarde is wel dat de werkblad voldoende diep is, om dit mogelijk te maken. Een groot aantal leveranciers leveren een grote verscheidenheid aan concepthouders aan. Een goede documenthouder voldoet aan NPR 1813. Kies Figuur 10 Robuuste conceptaltijd voor een gematteerde uitvoering om hinderlijke houder tussen toetsenbord en beeldscherm. reflecties van de TL-verlichting te vermijden. 5.9
Ladenblok
Iedere werkplek moet zijn voorzien van een opbergruimte onder het bureau. Bij de oudere bureaus is het ladenblok, soms links én rechts van de zitplaats, vast aan de tafel gemonteerd. Omdat hierdoor de vrijheid van de medewerker om de werkplek naar eigen wens in te richten sterk wordt beperkt, is men hiervan afgestapt. De laatste jaren worden vrijwel uitsluitend verrijdbare ladenblokken (rolcontainers) toegepast. Als het bureau is uitgevoerd met aan beide zijden een vast ladenblok, kan men alleen in het midden van het bureau zitten. De tegenover zittende collega heeft veelal hetzelfde probleem, waardoor men de beeldschermen noodgedwongen links of rechts plaatst en men niet recht voor het beeldscherm kan zitten. Een mogelijke oplossing is als bij beide bureaus één van de ladenblokken wordt verwijderd. Men kan nu recht voor het beeldscherm zitten, waarbij de achterzijde van de monitor over de tafel van de tegenover zittende collega steekt. 6
Opstellen van het beeldscherm
Vrijwel alle moderne beeldschermen met beeldbuis voldoen aan de eisen van NEN-ISO 9241-2 en de platte beeldschermen aan ISO 13406-2. Voor het opstellen van het beeldscherm volgen hier enkele adviezen met voor de eerste drie punten een meer uitgebreide toelichting. 1 Stel het beeldscherm zo op dat u recht voor het scherm zit, zonder getordeerde rug- of nekwervels. 2 Stel het beeldscherm zo op dat het zichtveld op het scherm ligt tussen 15o en 50o met het horizontale vlak door de ogen. (zie figuur 11). 3 Aanbevolen afstand tussen scherm en ogen is afhankelijk van de beeldschermgrootte: 15”: 55 – 75 cm, 17”: 60 – 85 cm, 19”: 70 – 95 cm en 21”: 75 – 105 cm.
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
15
4 Stel de resolutie van het scherm zodanig in dat de tekengrootte op het scherm voldoet aan vuistregel: tekengrootte(in mm)= kijkafstand (in mm) / 160. Dus bij afstand oog tot scherm van 60 cm, is de tekengrootte (hoofdletter) dus 720/160= 4,5 mm. Bij veel moderne Windows toepassingen kan worden ingezoomd. Maak daar gebruik van. 5 Plaats het beeldscherm niet tegen een heldere achtergrond (raam). Grote luminantieverschillen zijn vermoeiend voor de ogen. Figuur 11. Beeldscherm laag geplaatst. Let op 6 Vermijdt reflecties van b.v. TL-verlichting. voorbeeld indirecte verlichting. Schakel het scherm uit en controleer op reflecties. Vaak helpt het voorover kantelen van het scherm of het plaatsen van een zonnekap rond het scherm. Dit kan ook iets eenvoudig zijn zoals een stuk karton dat enkele centimeters voorbij de bovenrand van het scherm uitsteekt. Het gebruik van voorzetschermen wordt afgeraden, omdat daarmee de lichtintensiteit en de kijkhoek sterk wordt verminderd, wat weer vermoeiender is voor de ogen. ad. 1 Als u zich aanwent om scheef of in een gedraaide houding voor het beeldscherm te zitten, worden bepaalde spieren in de rug voortdurend overbelast, met rugpijn als gevolg. ad. 2 Op basis van onderzoek uit 1963 wordt tot nu toe aanbevolen om het scherm zo op te stellen dat, bij ontspannen zit en met het hoofd rechtop, de bovenste regel op het scherm in een horizontaal vlak met de ogen ligt. Voor deze houding is vaak het gebruik van een beeldschermverhoger nodig. De nekspieren worden nu vrijwel niet belast. Voorwaarde is dat u blind kunt typen. Zoniet, dan wordt geadviseerd het scherm wat lager te zetten, zodat de ja-knikbeweging van het hoofd tussen toetsenbord en scherm wordt vermeden. De juiste hoogte kunt u eerst uitproberen met wat boeken onder het beeldscherm. Bij een in het voorjaar van 2002 door de Arbeidsinspectie uitgevoerde controle werd de werkgever dwingend opgelegd om voor enkele medewerkers een beeldschermverhoger aan te schaffen. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat zelfs mensen die blind kunnen typen niet lang achtereen rechtop zitten, maar al snel omlaag kijken. Met een opstelling van het beeldscherm volgens de hoofd-rechtop-houding, zijn er niet veel mogelijkheden om een andere houding aan te nemen. Als men het hoofd omlaag buigt, zal men met de ogen omhoog gedraaid naar het scherm moeten kijken, wat zeer vermoeiend is. Het kijken onder een hoek tussen 20o en 50o wordt volgens het onderzoek als prettig ervaren. Uit het onderzoek bleek ook dat de ogen gemakkelijker accommoderen (scherpstellen) en met minder inspanning convergeren (de ogen draaien naar de neus toe om dubbel zien te verkomen) als ze omlaag kijken. Omlaag kijken zou het aantal hoofdpijn- en oogklachten doen afnemen. Tevens bleek dat, als men omlaag kijkt, de oogleden minder ver worden opgetrokken en dat er vaker met de oogleden wordt geknipperd dan wanneer men recht vooruit kijkt. Omdat hierdoor de verdamping van het oogvocht vermindert, zullen ook de klachten over droge ogen afnemen. ad. 3 Veel van de oogklachten die ontstaan bij gebruik van de computer hebben te maken met de afstand tussen ogen en het beeldscherm. Om een dichtbij gelegen voorwerp goed te kunnen zien, moeten de ogen accommoderen en convergeren. Hoe verder een voorwerp is verwijderd, des te kleiner is de spanning op de oogspieren en zal de kans op oogklachten door beeldschermwerk afnemen. Als de ogen niets kunnen zien, zoals in totale duisternis blijken de ogen naar een rustpunt op een afstand van ca. 115 cm recht
16
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
vooruit of naar een afstand van ca. 90 cm onder een hoek van 30o omlaag te kijken. Het voortdurend kijken naar een voorwerp dat dichterbij staat dan het rustpunt, zal de oogklachten doen toenemen. Als u de letters niet meer kunt lezen, volg dan advies 4 op. 7
Het toetsenbord
1 Het toetsenbord moet voldoen aan NEN-ISO 9241-4. 2 Zet het toetsenbord recht voor u op circa 10 cm van de rand van de tafel, met de pootjes plat. 3 Schuif de stoel zo aan. Als tafel en stoel goed staan ingesteld, kunt u nu met ontspannen schouders, de onderarmen ongeveer horizontaal, met rechte polsen en de vingers Figuur 12 Een verkort toetsenbord. licht omlaag gebogen typen. 4 Gebruik tijdens het typen geen polssteun. Als u dat prettig vindt, mag u uw polsen wel op de polssteun laten rusten in de korte pauzes die u maakt tijdens het typen. 5 Als u weinig gebruik maakt van het numerieke blok aan de rechterzijde van het toetsenbord, is het te overwegen om een verkort toetsenbord (figuur 12) aan te schaffen. Hierdoor kan de muis dichterbij worden geplaatst. (voor meer informatie zie § 15). 8
De muis
1 Beperk het gebruik van de muis tot het meest noodzakelijke en maak gebruik van toetsencombinaties die de muis vervangen. (voor meer informatie zie § 15). 2 Plaats de muis op een goede ondergrond (muismat), zodat de aanwijzer op het scherm de bewegingen van de muis goed volgt, en zodanig dat de bovenarm zo dicht mogelijk tegen het lichaam kan worden gehouden. 3 Als u nog met een kogelmuis gebruikt, zorg er dan voor dat u de kogel regelmatig schoonmaakt om haperen tijdens het muizen te voorkomen. In het CEM magazijn kunt u voor enkele tientjes kiezen uit enkele draadloze optische muizen met slimme functies en software. 4 Als u de muis veel gebruikt, bij b.v. CAD-werk, plaats het toetsenbord dan zodanig dat u kunt muizen met de elleboog in de zij. Vermijdt dat u tijdens het muizen uw arm ver van het lichaam reikt en / of slechts vanuit de pols beweegt. Figuur 13 Voorbeeld van een 5 Het gebruik van een moderne muis met bijgeleverde draadloze optische muis. intelligente software vermindert de inspanning bij het muizen. Zo hebben verschillende typen muis een handige scroll-functie en een duimknop. Vink het hokje aan in het vak ‘Naar standaardknop’ op het tabblad ‘Bewegingen’ van de bijgeleverde software. Dat scheelt onnodige bewegingen met de muis. 6 Maak gebruik van de mogelijkheden om op het tabblad ‘Bewegingen’ van de bijgeleverde software om de snelheid en de versnelling van de cursor op het beeldscherm als reactie op een verplaatsing van de muis in te stellen. Vooral tekenwerk en werken in tabellen e.d. waarbij de cursor nauwkeurig moet worden gepositioneerd, vergen veel coördinatie en inspanning van uw spieren. Als de snelheid en / of de versnelling waarmee de cursor op verplaatsing van de muis reageert te hoog staat ingesteld, schiet u steeds uw doel voorbij en moet u voortdurend corrigeren. Zet met de software de versnelling uit of laag en de snelheid één of twee posities links van het midden. Probeer verschillende posities uit.
17
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
Het gebruik van andere aanwijzers zoals de track ball en muispen, die allebei in verschillende uitvoeringen te koop zijn in het CEM, vormen een alternatief voor de muis met ieder hun eigen voor en nadelen. Wat u prettig vindt is vaak een kwestie van persoonlijke voorkeur. 9
Draagbare computer De draagbare computer (Laptop) is handig voor het werken in het veld of in de trein bij woon-werkverkeer. Vanwege de ergonomische beperkingen, zoals klein toetsenbord en beeldscherm dat vast zit aan het toetsenbord, dient het gebruik van de laptop te worden beperkt tot maximaal 2 uur per dag. Wenst u de laptop thuis of op kantoor langer dan 2 uur per dag te gebruiken, plaats de laptop dan in een houder en gebruik een los toetsenbord en muis.
Figuur 14. Laptophouder.
10
Beeldschermbril
U bent beeldschermwerker als u dagelijks in totaal 2 uur of langer beeldschermwerk verricht. Bij veel mensen ouder dan circa 45 jaar vermindert het accommodatievermogen van de ogen, waardoor voor het lezen, leesafstand 30- 35 cm, vaak een leesbril nodig is. Voor het werken achter het beeldscherm, gemiddelde afstand 60 -70 cm, is de leesbril ontoereikend en zal de werkgever u op verzoek een beeldschermbril verstrekken. De beeldschermbril is dus niet bedoeld om de vermeende schadelijke straling, die volgens uitgebreid onderzoek te verwaarlozen is, te absorberen, maar als oogcorrectiemiddel. Omdat documenten en concepten veelal ook op beeldschermafstand worden geplaatst, zal in 95% van de gevallen het monofocale glas voldoen. Voor het werken achter grote beeldschermen, zoals bij de CAD-werkplek, zal het beeldschermleesglas (kijkafstand 30 -100 cm) beter voldoen. Voor de brildragende baliewerker is soms het bi-focale glas met een klein segment voor veraf gewenst. Het bi-focale glas met leesdeel en het tri-focale glas worden slechts weinig toegepast. Bij de 'multifocale data '-bril, verloopt de sterkte van het glas van leesafstand via beeldschermafstand tot een afstand van circa 3 meter. De 'multifocale data'-bril wordt in principe slechts aan medewerkers verstrekt, die privé al een multifocale bril dragen. Bij de niet monofocale beeldschermbril is een zo groot mogelijk deel van het glas gereserveerd voor de schermafstand, met een klein segment voor lezen en/of veraf. Doordat de afstand voor veraf beperkt is tot 3 á 4 meter, is de beeldschermbril niet als normale bril te gebruiken. De beeldschermbril wordt persoonlijk aangemeten en standaard geleverd met ontspiegelde kunststofglazen, montuur met soft neussteunen en etui. Voor het aanvragen van een beeldschermbril kunt u e-mail sturen naar uw Arbo/Milieu-adviseur (zie § 15). Uw adviseur meet op uw werkplek de voor de opticien van belang zijnde afstand van uw ogen tot het beeldscherm resp. toetsenbord en geeft zonodig aanvullende adviezen. 11
Werktijden voor beeldschermwerk
1 Werk maximaal 6 uur per dag achter het beeldscherm (inclusief thuiswerk) 2 Houd iedere 2 uur tenminste 10 minuten pauze of doe ander werk of ontspanningsoefeningen (zie § 14, RSI preventieprogramma)
18
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
3 Houd regelmatig micropauzes.(5 - 15 seconden) tijdens het typen. 4 Omdat toetsenbord en scherm van een Laptop niet kunnen worden gescheiden, dient het gebruik van de Laptop te worden beperkt tot maximaal 2 uur per dag. 12
Werkhouding
Veel beeldschermwerkers typen en muizen met de onderarmen en polsen steunend op het tafelblad of polssteun, waarbij alle bewegingen slechts vanuit de pols worden gemaakt. Het eerste bezwaar van deze werkhouding is dat hierbij de polsen omhoog en naar buiten worden geknikt, waardoor de wrijving van de pezen in het polsgewricht (carpaaltunnel) toeneemt en de kans op RSI-klachten wordt vergroot. Deze stand van de pols zal worden versterkt bij een te laag afgestelde tafel of als de pootjes aan de achterzijde van het toetsenbord zijn uitgeklapt. (klap de pootjes dus in). Een tweede bezwaar van deze werkhouding is dat de bovenarmen en schouders worden vastgezet. Door gebrek aan beweging, vermindert de doorbloeding van schouder- en nekspieren waardoor deze verzuren en pijn gaan doen. Dit wordt vaak weer gecompenseerd door een andere slechte werkhouding, enz. Met een goed ingestelde stoel en tafel is de beste werkhouding tijdens het typen en muizen: 1 Actieve zit met ópen hoek’ en goede steun in de rug, recht voor het beeldscherm. 2 Toetsenbord / muis op circa 10 cm van de rand van de tafel. 3 Bovenarmen zo dicht mogelijk tegen het lichaam. 4 Onderarmen ongeveer horizontaal. 5 Houd de handen in het verlengde van de onderarmen met de vingers licht gebogen omlaag. Vermijd het naar buiten draaien van de handen. (maximale doorgang voor de pezen in de carpaaltunnel). Dit blijkt het gemakkelijkst te gaan als de voorzijde van het toetsenbord ongeveer 5 cm hoger ligt dan de achterzijde. Probeer het eens uit door iets van die dikte aan de voorzijde onder het toetsenbord te leggen. Klap in ieder geval de pootjes aan de achterzijde in.
Figuur 15 Fout! Typ en muis niet met gebogen pols.
Figuur 16 Goed! Polsen gestrekt en vingers in het verlengde van de onderarm.
6 De handen rusten tijdens het typen en muizen nergens op, maar worden door de armen vanuit de schouder bewogen, om doorbloeding van schouder en nekspieren te bevorderen. Alleen in de korte pauzes tijdens het typen en muizen rusten de handen en armen in de schoot, op polssteunen, op de armsteunen van de stoel of op tafel. 7 Plan de werkzaamheden zodanig, dat piekbelasting (stress) wordt voorkomen.
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
19
8 Beweeg de handen vanuit de schouder om doorbloeding van schouder en nekspieren te bevorderen. Slechts in de korte pauzes tijdens het typen rusten de polsen op de polssteun en de onderarmen op de armsteunen of op de tafel. 9 Plan de werkzaamheden zodanig, dat piekbelasting (stress) wordt voorkomen. 10 Installeer het programma WorkPace (zie § 14). 11 Klem geen telefoon tussen hoofd en schouders. 12 Verwijder computerspelletjes van uw PC. Niets is zo belastend als de vele repeterende bewegingen die in de spelletjes vaak in wedstrijdtempo moeten worden uitgevoerd. 13
Advies Arbo/Milieu-adviseur bij de werkplekinrichting
De Arbo-/Milieu-adviseur (AMa) geeft, zoals de functienaam al aangeeft, adviezen en beschikt dus niet over een budget om meubilair of wat dan ook voor u aan te schaffen. Het aan te schaffen meubilair of voor het werk noodzakelijke accessoires zal uit het budget van uw afdeling of sectie moeten worden betaald. De adviezen van de AMa kunnen betrekking hebben op het inrichten van de werkplek, op de keuze bij het aanschaffen en op het instellen van dat meubilair. De AMa beschikt over een met een slinger verstelbare tafel, waarmee voor u de juiste bureauhoogte kan worden bepaald. Maak, voordat uw nieuwe meubilair wordt geplaatst, een afspraak met uw AMa, zodat bij aflevering uw bureau door de leverancier direct op de juiste hoogte wordt afgesteld. Wenst u naderhand de hoogte te wijzigen dan kan u hiervoor een per e-mail verzoek indienen bij de conciërgedienst. (zie § 15) Ook voor het verstrekken van een beeldschermbril of een veiligheidsbril op sterkte kunt u terecht bij de AMa. De adviseur vult een formulier in met de voor u van belang zijnde gegevens. Nadat de het formulier is ondertekend door het hoofd P&O, zijnde de budgethouder van het facultair Arbo-budget, gaat u te werk zoals aan de achterzijde van het formulier is aangegeven. 14 RSI 14.1 Verwijzingen naar informatiebronnen over RSI. Dit document beperkt zich tot de inrichting van de beeldschermwerkplek. Informatie over RSI kunt u vinden in de door de Arbo Milieu Dienst rond kerst 2000 toegestuurde folder RSI-files, facts and fiction, en de internetsites van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.stoprsi.nl ) en van de Studentengezondheidszorg (www.sgz.nl ). 14.2 RSI-reventieprogramma De centrale Arbo en Milieudienst van de TU Delft heeft een campuslicentie afgesloten voor het RSI preventieprogramma WorkPace. U kunt het programma downloaden van de site van de DTO TU Delft. Kies achtereenvolgend www.dto.tudelft.nl en klik op start. Kies in het eerste keuzevenster ‘Software’. Click in zwarte vlak op ‘Campuslicentie’ en vervolgens ‘Zoeken’. Type in de rechter keuzelijst het woord: ‘WorkPace’. Nadat de zoekopdracht is uitgevoerd verschijnt een kleine tabel op het scherm met onder de kolom ‘product’ het woord WorkPace blauw onderstreept. Click op WorkPace en volg de instructies voor het downloaden van WorkPace. Het programma biedt veel informatie, bewaakt de werktijden, geeft voorbeelden voor ontspanningsoefeningen tijdens de pauzes enz. Hebt u problemen met het instaleren van WorkPace, vraag dan assistentie aan de systeembeheerder van uw afdeling.
20
15
Tips voor het inrichten en instellen van de beeldschermwerkplek Faculteit ITS TU Delft
Adressen voor aanvullende informatie
Op de Internetsites, zoals www.backshop.nl vindt u veel informatie over alternatieve toetsenborden, muizen, voetpedalen, headsets, spraakherkenningprogramma’s en ergonomische accessoires. Veel van deze onderdelen zijn speciaal uitgevoerd voor linkshandigen en gehandicapten. Via de Internetsite van de auteur Addo Stuur, http://www.visualsteps.nl/toetsenbord kunt u enkele overzichtskaarten met toetsenbordaanslagen ter vervangen van de muis voor Windows, Verkenner, Word en Outlook Express als pdf-bestanden downloaden. Uw verzoek om een werkplekonderzoek, ergonomische adviezen, een beeldscherm- of veiligheidsbril of andere informatie op het gebied van Arbeidsomstandigheden en milieu kunt u richten aan uw Arbo/Milieuadviseur. E-mail
[email protected]. Als u hulp nodig heeft om uw tafel op een andere hoogte in te stellen, kunt u een verzoek indienen bij de conciërgedienst per e-mail:
[email protected]. Voor informatie over het aanschaffen van meubilair kunt u terecht bij de medewerkers van de Dienst Verkoop en Repro in het magazijn van de faculteit ITS. Men beschikt over catalogi van verschillende leveranciers. Voor advies en bestellingen van Interieurbeplanting kunt u contact opnemen met Ben Tetteroo. Tel: 015-2783912. E-mail:
[email protected] Informatie over computeronderdelen, -accessoires en software kunt u vinden op de DTO-site: www.dto.tudelft.nl. RSI: www.stoprsi.nl van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. www.sgz.nl . Studentengezondheidszorg www.hp.com/ergo Hewlett & Packard, Handleiding voor veiligheid en comfort. Juiste inrichting van een werkstation, houding en gezondheids- en werkgewoonten voor computergebruikers. Document van 60 pagina’s als pdf-bestand in 30 talen waaronder Nederlands, Engels, Chinees, Japans.