De kracht van buurtontmoeting Ondersteuning voor en door buurtbewoners
Colofon Auteurs: Dr. Meike Heessels Jona Janssen Msc Johan Kivits Anton de Boer Dr. Martha van Biene Mld Juli 2013 Kenniscentrum HAN SOCIAAL Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 6960, 6503 GL Nijmegen
[email protected] Fotografie: Koos van der Eijk, Anton de Boer en Goedele Monnens Met dank aan alle geïnterviewden en andere betrokkenen buurtbewoners, de betrokken studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, de Projectgroep Buurtontmoetingspunten, Regio Rivierenland, Provincie Gelderland, de betrokken ambtenaren van de gemeenten Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Geldermalsen, Lingewaal en Tiel, Anton de Boer van Mozaïek Welzijnsdiensten en Gerrit Kapteijns van Spectrum Gelderland, en de collega’s van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen Danielle Damoiseaux, Alex de Veld. Wegens privacyoverwegingen hebben de vertellers in de verhalen een andere naam gekregen en zijn de verhalen van informatie ontdaan die direct naar bepaalde personen te herleiden is.
De kracht van buurtontmoeting
Voorwoord
2
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Werkwijze
6
Buurtontmoeting: uitnodigen en verbinden
7
1.1 Een plek van verbinding
8
1.2 In dialoog over buurtontmoeting
11
1.3 Kwartiermaken in eigen buurt
12
Verhalen
14
2.1 Een tent heeft geen drempel - Nelly
15
2.2 Mensen ontmoeten, dat is belangrijk voor mij – Gerda
17
2.3 Elkaar een beetje helpen, zo hoort dat - Frank
19
2.4 Ik heb niet veel nodig, ik voel me prima op mezelf - Theodoor
21
2.5 Het meeste probeer ik zelf op te lossen - Andrea
23
2.6 In het buurtontmoetingspunt komt iedereen samen - Hettie
25
2.7 Er is geen moeten bij - Hendrik
27
Interactieve werkvormen
29
3.1 Dialoogsessie
30
3.2 Ontdekken van talenten
32
3.3 Inzetten van sociale netwerken
36
3.4 World Café
39
3.5 Interactief presenteren
42
Kennisbronnen
44
4.1 Bakens Welzijn Nieuwe Stijl
45
4.2 Kwartiermaken: hoe creëer je een gastvrije niche?
48
4.3 Verschil tussen dialoog en discussie
49
4.4 De kracht van vragen stellen
50
4.5 De betekenis van verhalen
52
4.6 World Café
53
De kracht van buurtontmoeting Voorwoord
3
4.7 Interactief presenteren
Literatuurlijst
De kracht van buurtontmoeting
55
56
4
Voorwoord
De betaalde begeleiding voor mensen met een zorgvraag is en wordt sterk ingeperkt door maatregelen van de overheid. Deze versmalling van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft als gevolg dat een grote groep mensen minder ondersteund wordt, terwijl de behoefte aan ondersteuning blijft. Steeds meer doet de overheid een beroep op de zelfredzaamheid en eigen kracht van de burger en zijn of haar sociale netwerk om elkaar op andere manieren te ondersteunen. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen startte Regio Rivierenland - een samenwerkingsverband van 10 gemeenten in West Gelderland - in februari 2012 een experiment. De opzet was om in vijf gemeenten burgers een plek te geven waar zij elkaar kunnen ondersteunen en adviseren. Met als doel dat burgers zelf de beperking van de zorgbegeleiding vanuit de overheid gedeeltelijk opvangen. Deze visie op informele ondersteuning voor en door burgers sluit nauw aan bij het programma Welzijn Nieuwe Stijl. Hieruit volgt dat gemeenten en organisaties zich nog meer op participatie en zelfredzaamheid van burgers zouden moeten richten. Hoewel de gemeenten het initiatief hebben genomen voor dit experiment, was het vanaf de start de bedoeling dat de buurtontmoetingspunten een plek van en voor de burgers zelf zijn. Inmiddels fungeren de vijf pilotprojecten als zelfstandig lopende, informele netwerken van buurtbewoners, waar professionals daar waar nodig ondersteunen. Om inzicht te geven in de opgedane ervaringen hebben we een brochure en een werkboek ontwikkeld. Middels dit werkboek kun je aan de slag om een buurtontmoetingspunt in jouw dorp, wijk of stad mogelijk te maken. We hebben persoonlijke verhalen van buurtbewoners opgetekend om een inkijkje te geven in de kracht van buurtontmoeting. Daarnaast hebben we vijf werkvormen ontwikkeld, waarmee je gezamenlijk aan de slag kunt om te ontdekken welke vragen er in jouw wijk of dorp leven en welke talenten er aanwezig zijn om die vragen samen op te pakken. Wij wensen je veel leesplezier! Meike Heessels, Jona Janssen, Johan Kivits, Anton de Boer en Martha van Biene
De kracht van buurtontmoeting
5
Werkwijze
Er is geen kant en klaar recept om een buurtontmoetingspunt op te zetten. Iedere locatie is anders. De verhalen uit de buurtontmoetingspunten in Asperen, Ochten, Maasbommel, Tiel en Deil dienen daarom als inspiratie. Om in je eigen plaats een buurtontmoetingspunt tot stand te brengen, is het van belang om met andere buurtbewoners in dialoog te gaan over jullie wensen, behoeften en bijdragen wat betreft ontmoeting. In hoofdstuk 2 staan zeven verhalen van buurtbewoners. De verhalen zijn verrijkt met dialoogvragen. In hoofdstuk 3 vind je vijf interactieve werkvormen. Door met een groep enthousiaste buurtbewoners met de werkvormen aan de slag te gaan, kun je stap voor stap tot een breed gedragen buurtontmoetingspunt komen. De verhalen van buurtbewoners vormen de basis voor werkvorm 1, de dialoogsessie. Door samen in dialoog te gaan over de deze verhalen krijg je inzicht in jullie eigen wensen en behoeften omtrent ontmoeting. Werkvorm 2 draait om het ontdekken en aanspreken van (verborgen) talenten in de groep. Vervolgens kun je deze talenten samenbrengen door het netwerk in en rondom een buurtontmoetingspunt in kaart te brengen en te activeren middels werkvorm 3 inzetten van sociale netwerken. Deze bronnen, de talenten in de groep en het lokale netwerk, vormen de basis van een buurtontmoetingspunt. Vervolgens kun je door middel van werkvorm 4, World Café, gezamenlijke wensen en initiatieven uitwerken tot concrete plannen. Met werkvorm 5, de interactieve presentatie, kun je jullie inzichten en vaardigheden binnen en buiten het buurtontmoetingspunt presenteren. Deze werkvorm is ook geschikt voor het enthousiasmeren van een breder publiek of potentiële investeerders. In hoofdstuk 4 en bij de dialoogvragen vind je kennisbronnen die achtergrond bieden over centrale thema’s als kwartiermaken en Welzijn Nieuwe Stijl. We gaan in dit werkboek uit van samenwerking in kleine groepen van buurtbewoners. Je stelt een groep van ongeveer vijf personen samen (minimaal drie, maximaal zes). Je kiest voor iedere werkvorm gezamenlijk een persoon uit de groep als coach. De coach houdt de basisgedachte van het werkboek, dialogisch werken, in de gaten. We gaan in het werkboek uit van een participatieve aanpak en zelfsturend leren. Dit wil zeggen dat je als groep beslist welke werkvorm jullie gaan uitvoeren. We raden aan te starten met de dialoogsessie en vervolgens door te werken met de werkvormen die jullie op dat moment als groep passend vinden.
De kracht van buurtontmoeting Werkwijze
6
1 Buurtontmoeting: uitnodigen en verbinden
De kracht van buurtontmoeting Buurtontmoeting: uitnodigen en verbinden
7
1.1 Een plek van verbinding Regio Rivierenland heeft het Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gevraagd om de vijf proef-ontmoetingspunten te onderzoeken. Hiertoe hebben we allereerst onderzocht wat de wensen, behoeftes en talenten van mensen zijn wat betreft ontmoeting in de buurt (Heessels, Janssen en Jansen 2012). Vervolgens hebben we de verschillende locaties en ervaringen onderzocht (Dormans, Koster, & Ortmans, 2013) en tenslotte hebben we de werkzame factoren van buurtontmoeting geanalyseerd (Janssen, Hage, Jansen, Sengers & Hendriks, 2013). Uit deze onderzoeken bleek dat burgers een buurtontmoetingspunt waarderen als een plek waar je erbij hoort, waar je je eigen gang kunt gaan, die toegankelijk is en waar je ondersteund wordt als je dat nodig hebt. Bezoekers ontwikkelen samen een plek waar zij zichzelf kunnen zijn en vanuit die kracht gezamenlijke initiatieven kunnen ontplooien. Scholtens (2007) noemt dit in haar boek over kwartiermaken een gastvrije niche (zie kennisbron 4.2 Kwartiermaken: hoe creëer je een gastvrije niche?). De toegevoegde waarde van een buurtontmoetingspunt ten opzichte van andere lokale activiteiten is het feit dat er verschillende mensen samenkomen. “De mix”, zoals buurtbewoners zeggen. Afkomst of geloof doen er hier niet toe. Allerlei verschillende mensen ontmoeten elkaar, waardoor eenieders sociale kring wordt vergroot. In een buurtontmoetingspunt ontstaan nieuwe contacten en ontmoeten oude bekenden elkaar opnieuw.
De kracht van buurtontmoeting Buurtontmoeting: uitnodigen en verbinden
8
Koffie drinken, gezellig praten en mensen ontmoeten die je niet dagelijks tegenkomt. Het is geweldig dat hier alle gezindten of van alle kerken mensen bij elkaar zitten. Ik dacht dat ik iedereen in ‘t dorp kende, nu pas weet ik hoeveel dorpsgenoten ik niet ken. Ik ben van de achtertuin in de voortuin terecht gekomen, ik ben nu zichtbaar. Als centrale waarde noemen bezoekers beslist: “er voor elkaar zijn”. Bezoekers steunen elkaar emotioneel, door te delen en er voor elkaar te zijn. Daarnaast wordt praktische ondersteuning geboden, zoals elkaar ophalen of helpen in de tuin. De mogelijkheid om deel te nemen aan zelfgekozen activiteiten wordt gewaardeerd, mits deze activiteiten vrijblijvend zijn. Bezoekers benadrukken de ongedwongen sfeer: niets moet, alles mag. Iedereen is welkom, het maakt niet uit of je alleen koffie komt drinken of dat je meedoet aan een activiteit of een spelletje. Er is letterlijk ruimte voor ontmoeting, omdat het geen gestructureerde activiteit is.
Het contact is nummer een. Je eigen ding doen. Dat is belangrijk. Er moet hier helemaal niks. Er mag alles. Dat is de opzet hiero, dat je van andermans problemen hoort en dat je daar misschien met z’n allen wat aan zou kunnen doen. Er zijn voor de mensen. We huilen en we lachen. Je moet er voor elkaar zijn. Het trefpunt is mijn familie, familieleden helpen en verzorgen elkaar.
Bezoekers hebben en houden zelf de regie. Doordat ze zelf sprekers uitnodigen, bijvoorbeeld uit hun eigen netwerk, is de stap kleiner om informatie te vragen en te krijgen. Om goed aan te sluiten bij de wensen van de bezoekers is het belangrijk dat bezoekers hierover met elkaar in gesprek blijven. De kracht van buurtontmoeting
9
Het is ongedwongen, zo van hoe gaat het met je? Kan ik wat voor je doen? Het is wel heel belangrijk dat we het zelf, met ons eigen enthousiasme, doen. Toegankelijkheid is in elk buurtontmoetingspunt een centraal uitgangspunt. Bewoners zetten de ontmoetingspunten breed op en streven er naar zich niet te richten op een bepaalde doelgroep. Verschillende groepen maken gebruik van de punten. Ouderen, jongeren, mensen in een crisis, mensen met een (licht)verstandelijke beperking, iedereen is van harte welkom. Buurtontmoetingspunten worden zeer gewaardeerd door de bezoekers, mensen voelen zich gesteund en kijken er naar uit. Vanuit de Wmo wordt ernaar gestreefd dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen (zie kennisbron 4.1 Bakens Welzijn Nieuwe Stijl). Hulp en ondersteuning vanuit een vertrouwde omgeving dragen hier aan bij.
Ik zie dit als ontmoeting met mijn medemens, het zonnetje in de week! Iedereen kan binnenstappen, dat is ook de kracht die we willen uitstralen. Een succesvol buurtontmoetingspunt fungeert als een spin in het web. Buurtbewoners werken samen met elkaar en met andere organisaties. Ze betrekken op actieve wijze de buurt en lokale initiatieven. Binnen de ontmoetingspunten worden bestaande initiatieven en netwerken uit de buurt samengebracht, zoals sportverenigingen, de kerk, en vrijwilligersorganisaties. In die zin werken buurtontmoetingspunten aanvullend en niet concurrerend. Buurtontmoetingspunten blijken plekken van grote potentie, samen brengen burgers een enorm informeel netwerk met zich mee, waar professionals niet De kracht van buurtontmoeting
10
altijd toegang tot hebben. In feite is de kern van een buurtontmoetingspunt: ontmoeten, verbinden en aanvullen. Wij zijn deel van het netwerk en dus niet de zoveelste organisatie die weer iets doet, maar een samenbindend project.
1.2 In dialoog over buurtontmoeting In dit werkboek stellen we de verhalen van buurtbewoners en bezoekers van buurtontmoetingspunten centraal (zie kennisbron 4.5 De betekenis van verhalen). Elk verhaal is verrijkt met dialoogvragen, waar je vervolgens samen de dialoog over voert. Op basis van wat er in de verhalen verteld wordt, leer je in de groep wat jullie wensen, behoeften en talenten (competenties) zijn wat betreft ontmoeting in de buurt. Om elkaar echt te horen en de ruimte te geven is de dialoog van groot belang. Middels de dialoog leer je elkaar betrekken, naar elkaar te luisteren en constructief samen te werken. De werkvormen in dit boek bieden handvatten om de dialoog te stimuleren. Bij het voeren van de dialoog is het zaak niet recht op overeenstemming af te stevenen, maar vanuit alle aanwezigen onderwerpen in te brengen en vanuit die inhoud koers te bepalen. De basisgedachte is dat iedereen die buurtontmoeting mogelijk wil maken zijn eigen zienswijze heeft over hoe het eruit zou moeten zien, voor wie het is en wat het te bieden heeft. Middels de interactieve werkvormen in dit werkboek ervaar je hoe je kennis opdoet door open te staan voor de ideeën, talenten en inbreng van anderen. De vraag is of je je eigen gedachtegoed kunt loslaten en naar de inbreng van anderen kunt luisteren. Om dit te bereiken voeren we de dialoog. Bij de dialoog gaat het er om dat je elkaar toelaat, daarin liggen de kansen besloten om nieuwe ervaringen en kennis op te doen (van Biene, 2005: 88-89). Bij de dialoog gaat het er niet om wie gelijk heeft (discussie), maar vooral om luisteren naar elkaar en begrijpen van elkaar (zie kennisbron 4.3 verschil tussen dialoog en discussie). Je leert de kunst van het vragenstellen verstaan. Je zult merken dat doorvragen betekenisvolle inhouden oplevert. Je vat participatie niet alleen op als ergens aan meedoen, maar we leren dat het gevoel van erbij horen (inclusie) er het meest toe doet.
De kracht van buurtontmoeting
11
1.3 Kwartiermaken in eigen buurt Het voeren van dialogische gesprekken die ons aanzetten tot doorvragen en de vraag achter de vraag te onderzoeken is een belangrijke vaardigheid, wanneer je een buurtontmoetingspunt op wilt zetten waar iedereen zich thuis voelt. In de eerste ontmoetingspunten was er een kwartiermaker betrokken. Vanaf het begin was duidelijk dat deze kwartiermaker slechts tijdelijk betrokken zou zijn. Wanneer je als groep burgers een ontmoetingspunt opzet, zijn jullie zelf de kwartiermakers. Kwartiermaken heeft als doel gastvrije ruimtes te creëren waarin mensen nieuwe ervaringen kunnen opdoen. Om jullie daarin te ondersteunen hebben we vanuit de literatuur (Kal, 2011; Scholtens 2007) (zie kennisbron 4.2 Kwartiermaken: hoe creëer je een gastvrije niche?) en vanuit de ervaringen in de eerste buurtontmoetingspunten een aantal tips opgesteld. 1. Essentieel bij kwartiermaken is de dialoog. Via dialoog open en eerlijk met elkaar in contact zijn, biedt ruimte voor inclusie van ‘de ander’. Daarom hebben we de dialoog als uitgangspunt gekozen voor dit werkboek. 2. De inhoud en de vorm van een buurtontmoetingspunt moet bepaald worden door de bezoekers zelf. Een buurtontmoetingspunt is een ruimte waar mensen verbinding kunnen aangaan, dat kan een fysieke ruimte zijn, een gebied met verschillende plekken of een digitale ruimte. Deze inhoud en vorm kunnen jullie bespreken en vormgeven door met de werkvormen aan de slag te gaan. 3. Maak gebruik van de kennis en talenten in je buurt. 4. Gebruik de methoden in dit werkboek om jullie proces te faciliteren en inzichtelijk te maken. Bekijk samen welke werkvormen op welk moment bij jullie proces passen.
De kracht van buurtontmoeting
12
5. Werk aan specifieke doelstellingen en verbind hier korte en lange termijn acties aan. Houd tijdens de werkvormen de stip op de horizon scherp voor ogen: waar wil je naartoe? 6. Eigenaarschap. Bewaak het feit dat het ontmoetingspunt van de buurtbewoners is. Zorg ervoor dat organisaties het niet overnemen. 7. Focus op mogelijkheden (ipv on-mogelijkheden): Als je iets mist, bedenk dan: waar kan ik dat vandaan halen? 8. Werk aanvullend aan lokale netwerken en initiatieven en verenig deze in jullie ontmoetingspunt. 9. Verschillende belangen. Een betrokken zorgorganisatie kan andere belangen hebben dan de dorpsbewoners. Maak deze verschillende belangen inzichtelijk bijv. middels een dialoogsessie en kom nader tot elkaar wat betreft concrete initiatieven. 10. Wederkerigheid. Zorg ervoor dat iedereen die betrokken is ruimte krijgt voor eigen wensen en eigen bijdragen. 11. Vraag professionals om advies. Als kwartiermaker in je eigen buurt heb je een dubbelrol. Je bent immers ook buurtbewoner. Schroom niet om een beroepskracht te betrekken voor onafhankelijk advies of bij een evaluatie. Bijv. welzijnswerkers, woonconsulenten of een vrijwilligerssteunpunt. 12. Alternatieve financiering. Kijk verder dan subsidie alleen, denk bijvoorbeeld aan een bakker die bijdraagt in de vorm van lekkers in ruil voor een dienst van jullie. Tot slot, een mooi verschil tussen organisaties en burgerinitiatieven is dat organisaties organiseren en burgers direct aan de slag gaan. De grootste tip is dus misschien wel: gewoon samen beginnen!
De kracht van buurtontmoeting
13
2 Verhalen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Een tent heeft geen drempel – Nelly Mensen ontmoeten, dat is belangrijk voor mij – Gerda Elkaar een beetje helpen, zo hoort dat – Frank Ik heb niet veel nodig, ik voel me prima op mezelf – Theodoor Het meeste probeer ik zelf op te lossen – Andrea In het buurtontmoetingspunt komt iedereen samen – Hettie Er is geen moeten bij – Hendrik
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
14
2.1 Een tent heeft geen drempel - Nelly Ik vind ons dorp prachtig. Het was zelfs het mooiste dorp van de provincie vorig jaar. Verder vind ik het een leuk dorp, waar veel te beleven is. Stel je wilt hier als vrijwilliger bij de speeltuin werken, dan kun je bijvoorbeeld in de spelweek deelnemen. Verder is er een muziekvereniging, een gymvereniging, een kerkkoor, een toneelclub en een bejaardensoos. Er is ook een open eettafel, iedere dinsdag van de maand. Bij die clubjes hoor je vanzelf wat er in het dorp gaande is. Bijvoorbeeld, ik hoorde gisteravond dat er iemand was benaderd door een stichting voor cultuur en kunst. Daar is de gemeente mee bezig omdat het Rijk aardig de duim op de knip houdt en ze die kleine dorpen toch levendig willen houden. Vanuit de clubjes kunnen we soms met anderen wat betekenen voor het dorp. Het dorp is aan het veranderen. De laatste jaren zijn er veel nieuwkomers in het dorp gekomen. Vaak zijn die mensen niet meteen op de hoogte wat er eigenlijk speelt. Toen hebben we gezegd, laten we een stratencompetitie doen om onderling kennis te maken. Dan zitten oud en nieuw gemixt. Tot nu toe is dat aardig gelukt, we mogen niet mopperen. Kennis maken en contact maken, dat gebeurt niet vanzelf. Zeker als mensen geen kinderen hebben. Als je kinderen hebt, dan gaan ze naar school en staan ouders aan het hek om de kinderen te halen. Dan komt er wel een gesprekje en later komen ze elkaar weer eens tegen bij de supermarkt. Dat helpt. De supermarkt is zoals mijn man zegt, net een bruin café. Dan zien ze elkaar weer en zeggen ze: ‘Joh, doe ook een keer mee, dat is toch hartstikke leuk’. In eerste instantie reageren ze dan vaak aarzelend, maar als de kinderen meedoen, groeit dat een beetje. Er zijn er altijd die niet meedoen, maar dat hou je toch. Op sommige gelegenheden hebben we met de vereniging een grote tent. Die hebben we gekregen van de middenstand en die is in beheer van de speeltuin. Daar wordt een biertje getapt, dan kunnen we gezellig en lekker bij elkaar zitten. Ik zeg weleens “een tent heeft geen drempel”. Als je tegen de mensen zegt dat het in het dorpshuis is, dan is die drempel groter. Ze moeten naar binnen om iets te beleven. Ze voelen zich verplicht om een kop koffie, biertje of glaasje fris te pakken. Wanneer datzelfde in de tent gebeurt zeggen ze ‘we gaan eens even kijken hoor.’ En ze lopen erin en ze lopen eruit en ze voelen zich niet verplicht om dit of dat te nemen.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
15
Dialoogvragen Nelly
1 – Nelly noemt de supermarkt een bruin café, waar ontmoet jij mensen uit de buurt? 2 - Nelly vertelt over ‘een tent zonder drempels’. Hoe zou je deze ongedwongen sfeer binnen jullie buurtontmoetingspunt kunnen bereiken? 3 –Bij de stratencompetitie werd ‘oud en nieuw’ gemixt. Wat kan het positieve effect van deze gemixte competitie zijn voor de buurt? 4- Op welke manier activeer je mensen in jullie buurt, wijk of dorp om samen te komen in het buurtontmoetingspunt? 5 - Welke clubjes ken je in jullie buurt, wijk of dorp? 6 – Op welke manier kunnen bestaande clubjes, verenigingen en andere lokale initiatieven samenwerken in het buurtontmoetingspunt?
Je kunt ook eigen dialoogvragen maken Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe.
Verdiepingsvraag over Welzijn Nieuwe Stijl De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat uit van de burger die zorg en ondersteuning steeds meer zelf regelt in samenwerking met zijn of haar omgeving, in plaats van een professional in te schakelen. De acht bakens Welzijn Nieuwe Stijl (zie kennisbron 4.1 Bakens Welzijn Nieuwe Stijl) geven burger en professional handvatten om vraagstukken op deze manier aan te pakken. 7 - Op welke manier komen deze acht bakens terug in het verhaal van Nelly? Kennisbron Wmo gestript deel 1: https://www.youtube.com/watch?v=VDZrGu85MEA geraadpleegd op 26/06/2013.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
16
2.2 Mensen ontmoeten, dat is belangrijk voor mij – Gerda Ik woon hier prima in het dorp, als weduwe van 72. Er is genoeg aanloop en mijn familie woont dichtbij. In de buurt ken ik mensen, maar alleen van groeten. De overbuurman daar deel ik wel het een en ander mee. Toen zijn vrouw nog leefde kwam ik daar regelmatig. Maar verder kom ik niet zo bij mensen. Er komen steeds weer andere mensen dus het is ook niet bij te benen. Als je buiten bent, praten we wel, maar ik ga niet zomaar bij iemand op bezoek. Heb ik ook geen behoefte aan hoor. Ik ben één of twee keer met mijn broer bij het activiteitencentrum gaan kijken. Dat trok me niet zo, door de mensen die daar waren. Dan zijn ze bijvoorbeeld aan het knutselen en dan wordt er ondertussen gesproken over allerlei dingen die ik niet hoef te horen. Daar heb ik absoluut geen zin in. Dan hou ik het liever onder de familie. Ik vind het belangrijk dat mensen in de buurt zich op hun gemak voelen. Je hoeft niet op elkaar neer te kijken. Een vriendin woont in de straat hierachter. Zij blijft altijd staan voor een praatje. Dat is toch heel normaal? Net zo als ik met de overbuurman een praatje maak. Maak een praatje met mensen, dat vinden ze geweldig, ik doe dat altijd. Mijn dochter komt af en toe hier lunchen, dan neemt ze aardbeien mee. Ze werkt hier in de buurt. Dan komt ze eventjes kletsen en een beetje helpen. Het is toch goed als mensen iets voor elkaar doen? Al is het maar voor oudere mensen een boodschap doen. Er zijn zoveel mensen thuis die niks te doen hebben. Ik vind het niet leuk dat ik slecht ter been ben. Ik kan mezelf soms lastig redden. Als ik vraag of familie wil helpen dan doen ze het wel. Maar niet op elk tijdstip waarop ik denk “nou zou ik wel graag eventjes...” Dan val ik ze maar lastig. Voorheen ging ik altijd één keer in de week naar mijn zus in een dorp verderop. Dan maakten we er een leuke dag van. Gingen we naar de markt en dan bleef ik daar eten. Maar nu gaat dat niet meer. Als ik alleen loop zonder steun dan kost dat veel moeite. Ik vind dat ze voor mensen die geen vervoer hebben iets voordeligs zouden kunnen regelen. Ontmoetingen met mensen, dat is toch echt héél belangrijk voor mij. Bijvoorbeeld mijn dochter die onverwachts aankomt. En mijn kleindochter natuurlijk. En mijn zus, die komt elke dag even kijken. Mijn andere zusje werkt, die brengt regelmatig een boodschapje, omdat ik aan het minimum van inkomen zit. Dat betekent heel veel voor mij.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
17
Dialoogvragen Gerda
1 - Wat betekent het voor jou om met buurtgenoten een praatje te maken? 2 – Wat zou een buurtontmoetingspunt aan Gerda kunnen bieden en andersom? 3 – Welk aanbod van activiteiten is er in je eigen omgeving te vinden? 4 - Op welke manier zou Gerda (samen met haar omgeving) vervoer kunnen organiseren? 5 - Op welke manier zou je de mensen die thuis ‘zitten te niksen’, zoals Gerda zegt, kunnen betrekken in een buurtontmoetingspunt?
Je kunt ook eigen dialoogvragen maken Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe.
Verdiepingsvragen over wederkerigheid in relaties Gerda vertelt over haar relaties in de buurt. Uit onderzoek (Hortulanus, Machielse & Meeuwesen, 2000) is gebleken dat wederkerigheid een belangrijke voorwaarde is voor een goed functionerend sociaal netwerk. 6 - Welke kwaliteiten heb jij buurtgenoten te bieden? 7- Welke kwaliteiten herken je in je buurtgenoten? Kennisbron Hortulanus, R. Machielse, A. & L. Meeuwesen. (2000). Eenzame naasten. In: Wie is mijn naaste? Het Sociaal Debat, deel 2. Den Haag: Elsevier. Pp. 53-67.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
18
2.3 Elkaar een beetje helpen, zo hoort dat - Frank Het hele flatblok heeft contact met elkaar. Wij wonen in een buurt die in principe bewoond is door verschillende generaties. Het bevalt mij prima. We hebben contact met de hele buurt. We kennen ze niet allemaal bij naam hoor, maar we behandelen elkaar wel met respect. Sommige mensen komen hier op de koffie. Als er wat is, help ik mensen graag. Ik zou ook graag willen dat er iemand voor mij klaarstaat als er wat is. Elkaar een beetje helpen, zo hoort dat. Hierachter woont iemand uit Italië. Hoe ze hier gekomen is weet ik niet. Ze kan eigenlijk totaal geen Engels of Nederlands. Ze zat deze winter met de verwarming in de knoop. Dus die heb ik op gang geholpen. De buurvrouw verderop heeft een kledingwinkel en op de hoek woont iemand die een zaak heeft in gereedschappen. Dus eigenlijk weet ik heel veel van de mensen die hier omheen wonen. We houden met z’n allen alles goed in de gaten. Met al die diefstallen moet dat ook. Maar je moet wel toenadering zoeken, het is niet zo dat iedereen naar jou toekomt. Als je hulp nodig hebt wel, dan doen ze dat wel. Die jongen verderop heeft wel eens gereedschap nodig dat heb ik dan wel in huis. Maar je moet zelf het initiatief nemen. Ik kom uit een dorp en daar is het heel normaal dat iedereen elkaar goedendag zegt. Zelfs als ik nu nog het dorp in rijd, word ik goedendag gezwaaid. Een hoop mensen kennen mij hier wel van gezicht. Maar ik zal niet zeggen dat de hele stad hier naar elkaar loopt de zwaaien. Nee, dat is er niet bij. Qua ontmoeting heb ik op het moment genoeg. Het is wel iets wat ik de afgelopen jaren gemist heb. Maar wat ik zoek is meer aan tafel, discussies, gezamenlijk praten. Waarover maakt niet uit eigenlijk. Ik ben een nieuwe zaak aan het opzetten, maar dat loopt niet zo’n vaart. Eigenlijk zou ik wel meer contact willen met mensen. Het laatste wat ik gedaan heb is een winkel. Dan praatte je met iedereen die binnenkwam. Dat heb ik de laatste jaren wel gemist. Door omstandigheden moest ik de winkel verkopen. En dan doe je ineens niet meer mee. Als je thuis zit ben je snel van je vrienden af. Dat heb ik zelf meegemaakt. Op een gegeven moment hoor je er niet meer bij. Als er ergens iets georganiseerd wordt wat geld kost, hoef je je eigen ook niet aan te melden want dat kost geld dat je niet hebt. Dan doe je dus niet mee, dan verlies je daar sociaal contact mee. Daar is moeilijk mee om te gaan. Nou goed, wij proberen het via ons eigen pakkie-an op te lossen. Het is niet zo dat wij hulp vragen. Dat is ook weer zoiets. De meeste mensen vragen geen hulp. De mensen die het nodig hebben, die vragen het niet.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
19
Dialoogvragen Frank
1 – Frank benoemt dat mensen niet vanzelf naar je toe komen in het flatblok. Hoe zit dat in jouw buurt? 2 - Wat betekent ontmoeting voor Frank? 3 – Wat gebeurde er met Frank nadat hij stopte met werken? 4 - Hoe zou het komen dat Frank het lastig vindt hulp te vragen aan anderen? 5 - Hoe zorg je er voor dat geld geen drempel is in een buurtontmoetingspunt?
Je kunt ook eigen dialoogvragen maken Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe.
Verdiepingsvragen over vraagverlegenheid Uit onderzoek van Linders (2009) blijkt dat mensen die bereid zijn te helpen, hun hulp niet zomaar aan relatief onbekende anderen durven aan te bieden (handelingsverlegenheid). De ander zal dus moeten vragen om hulp. Echter, mensen schromen om hulp te vragen (vraagverlegenheid). Op de website sociaal werk in de wijk vind je een heel aantal tips om om te gaan met buurthulp en vraagverlegenheid. 6 - Waar komt het taboe op hulpvragen vandaan volgens jou? 7 - Welke tips van de website sociaal werk in de wijk over gelijkwaardige hulp zijn bruikbaar voor het buurtontmoetingspunt? Kennisbronnen Buurthulp en vraagverlegenheid http://www.sociaalwerkindewijk.nl/sites/default/files/docs/SWW_Leaflet_vraagverlegenheid.pdf en http://www.sociaalwerkindewijk.nl/leaflets beiden geraadpleegd op 09/07/2013. Linders, L. (2009). De betekenis van nabijheid. Een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt. Den Haag: Sdu Uitgevers.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
20
2.4 Ik heb niet veel nodig, ik voel me prima op mezelf - Theodoor Ik ben 83 jaar en woon hier al mijn hele leven. Het is een rustig dorp, veel meer is er eigenlijk niet over te zeggen. Het dorp verandert de laatste jaren. Het is 50% import hè. En ouwe mensen zakken af hier. De kinderen moeten eruit, want die hebben hier niks te doen. Die moeten werken. De ene gaat naar Nijmegen en de ander naar Arnhem en zo verliezen we ze allemaal. Alles trekt naar het grotere dorp verderop. De mensen, het vervoer, alles. Je bent eigenlijk op de taxi’s aangewezen. Er zijn wel andere mensen met wie ik mee kan rijden, eventueel, maar die wil ik eigenlijk niet lastigvallen. Ik heb zelf geen auto, maar de regiotaxi is gemakkelijk te bestellen. Maar ik hoef niet ver te gaan, daar zie ik niks meer in. Ik ga niet naar de familie toe wat niet nodig is. Diegenen die een taxiabonnement hebben kunnen zich goed redden. Maar er zijn ook een hoop oude mensen die zo’n abonnement niet zomaar krijgen van de gemeente. Ik heb het toen gekregen omdat ik niet meer kon fietsen. Zo heb ik een scooter gekregen van de gemeente. Ik heb een douche gekregen helemaal kant en klaar gemaakt. Ze kwamen kijken hier en dan krijg je het gemaakt. Sociale activiteiten in het dorp daar doe ik niet veel aan mee. Rondrijden een beetje, dat wel. En koffie met de buurman altijd ’s maandags, en dan is de week weer vol. En met anderen in de buurt, dat doe ik drie keer in de week om 11 uur met dezelfde mensen die allemaal van mijn leeftijd zijn. Voor het grootste deel ken ik die van vroeger. Dan hebben we het gewoon over dagelijkse dingen. Ik zit niet meer bij een club of vereniging. De mensen die ik spreek ken ik voornamelijk toch van vroeger. Verder zit ik veel in de schuur op mijn stoel op de uitkijk. Dan komt die of die ineens binnen. Het is mooi dat ik overdag nog contact heb met mensen. Vooral voor de gezelligheid. Nou en dan is de dag weer voorbij. Ik heb niet veel nodig. Ik red me wel. Gewoon thuis zijn, koffie drinken. Dat is een beetje wat ik doe. Ik kan dit dorp niet missen. Ze zeggen tegen mij ook wel eens: ‘Ga eens naar hier of daar, daar is meer te doen en alles.’ Ik ben hier geboren en ik wil hier sterven ook. Dat is het belangrijkste wat ik te zeggen heb.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
21
Dialoogvragen Theodoor
1 – Wat onderneemt Theodoor om zijn dagen te vullen? 2 – Welke activiteiten doe je zelf in een gemiddelde week? 3 – Hoe merkt Theodoor dat het dorp aan het veranderen is? 4 – Hoe kan worden voorkomen dat ‘alles naar het grotere dorp verderop trekt’ in de woorden van Theodoor? 5 – Op welke manier kun je verschillende groepen mensen aan het buurtontmoetingspunt binden (bijv. ouderen en jongeren)?
Je kunt ook eigen dialoogvragen maken Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe.
Verdiepingsvraag over demografische krimp In een snel groeiend aantal regio’s in Nederland is sprake van een krimpende bevolkingsomvang, doordat er meer mensen uit een gebied trekken dan er binnen komen (vertrekoverschot) (Hospers & Reverda, 2012). 6 - Op welke manier speelt krimp en bevolkingsgroei in jouw omgeving? 7 - Welke kansen biedt demografische krimp voor buurtontmoeting? Kennisbronnen Rijksoverheid (2013). Oorzaken en gevolgen bevolkingskrimp, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bevolkingskrimp/oorzaken-en-gevolgenbevolkingskrimp geraadpleegd op 18/08/2013. Hospers, G.J. & Reverda, N. (2012). Krimp, het nieuwe denken. Bevolkingsdaling in theorie en praktijk. Boom Lemma: Den Haag.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
22
2.5 Het meeste probeer ik zelf op te lossen - Andrea Ik woon landelijk, rustig en met uitzicht. Dat is heerlijk. We moeten helaas weg, we kunnen het onderhoud niet meer aan. Dat is heel jammer. Ik krijg wel hulp van mijn kleinzoon. Daar krijgt hij dan een kleinigheidje voor. Dat scheelt een stuk, want mijn man en ik kunnen het lichamelijk slecht aan. Er staat nog steeds heel veel in bloei in de tuin, maar ik kan er bijna niks aan doen. Toen mijn man in het ziekenhuis lag heeft de buurman de heg gesnoeid en onkruid weggehaald, dus als er echt iets is kan je hier in het dorp op elkaar bouwen. We hebben veel contact met de buurt. Niet dat we constant bij elkaar over de vloer lopen, maar als we buiten zijn, praten we en we drinken af en toe een keer koffie. Deze buren zien we iedere week bijvoorbeeld, omdat zij boodschappen voor ons meebrengen. Bij de mensen die ik ken, kan ik in ieder geval terecht. We hebben een appartement gekocht in de buurt. Het voordeel is dat we daar minder dingen moeten. Je krijgt thuiszorg en hulp op huishoudelijk gebied. Maar hier kan je buiten zitten. Daar krijg je een klein balkonnetje. We hebben vijf kinderen, allemaal met aanhang. Ze helpen ook, maar je kunt niet wekelijks op ze rekenen. Ze hebben hun eigen gezin en hun eigen werk. Het is tegenwoordig niet zo simpel. Als ik ergens helemaal niet uitkom, vraag ik het aan de kinderen. Maar ik doe het liever niet, omdat ik weet dat ze druk zijn. De afgelopen periode ook toen ik uit het ziekenhuis kwam. Ze zeggen: als er iets is: zeg het dan. Maar dat vind ik best moeilijk naar de kinderen. Ik vind het sowieso moeilijk. Ik moet proberen niet altijd bij de pakken neer te gaan zitten. Toch dingen proberen te doen. Zelfs leuke dingen zijn dan moeilijk. Ik heb ervaren dat je heel gauw in een isolement zit. Vroeger werkte ik als caissière, maar ik verloor mijn baan omdat ik het fysiek niet meer aan kon. Ik zat in een diepe put. Ik voelde me zo rot dat ik juist in de drukste periode was weggegaan, ik had het gevoel dat ik hun in de steek liet. Toen heb ik wel een paar jaar gehad dat ik bijna de deur niet uit ging. Ik voelde me zo lamlendig. Toen ben ik gaan zoeken naar een oplossing. De dokter zei: daar moet je niet zo zwaar aan tillen, je moet gewoon doorgaan. Maar ja, hij had lekker praten. Achteraf denk ik, had hij gelijk. Dan had ik aan het arbeidsproces deel kunnen blijven nemen. Dat was beter geweest. Iedereen is wel eens ziek.
De kracht van buurtontmoeting
23
Dialoogvragen Andrea
1 - Andrea zegt: ‘Als er echt iets is kan je hier in het dorp op elkaar bouwen.’ Naar wie ga je in je eigen omgeving als je hulp nodig hebt? 2 – Hoe gaat Andrea om met de lichamelijke beperkingen van haarzelf en haar man bij het doen van de taken in en rondom haar huis? 3 – Wat voelt Andrea als ze anderen moet vragen om haar te helpen? 4 – Andrea zegt dat ze beter door had kunnen gaan met haar werk als caissière, omdat ze dan aan het arbeidsproces deel had kunnen blijven nemen. Wat betekent arbeidsparticipatie voor jou? 5 - Wat kunnen mensen in de situatie van Andrea voor een buurtontmoetingspunt betekenen?
Je kunt ook eigen dialoogvragen maken Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe.
Verdiepingsvragen over eigen kracht 6 - Wat houdt het voor jou in om in ´je eigen kracht te staan´? 7 – In het filmpje van de eigen Kracht centrale worden mensen geïnterviewd over de hulp van vrienden en familie. Op welk moment in jouw leven maakten familie en/of vrienden het verschil waardoor je jezelf meer zelfredzaam voelde? Kennisbronnen Filmpje Eigen kracht doe je samen van de Eigenkracht centrale: http://www.youtube.com/watch?v=C94XpSCkMdQ geraadpleegd op 24/06/2013. Kennisbron 4.1 Bakens Welzijn Nieuwe Stijl
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
24
2.6 In het buurtontmoetingspunt komt iedereen samen - Hettie Elke keer als ik hier niet heen kan, vind ik een straf. Wij vinden het hier echt toegevoegde waarde hebben. Gezellig praten met elkaar en mensen ontmoeten die je niet dagelijks tegenkomt. Dat is leuk aan al die contacten. Praten met elkaar, gezelligheid, drinken, nieuwe mensen ontmoeten of gewoon alleen maar rondkoekeloeren. Ik ga vast op dinsdagochtend hierheen. Ik zat ook bij de vrouwenvereniging, maar daar ben ik weggegaan. Te veel verplichtingen. Dat is hier minder. Vorige week was ik er niet en ik miste de gezelligheid. De saamhorigheid. Ik denk dat dat een goed woord is. Dat moeten we aanmoedigen, terwijl dat is eigenlijk helemaal niet nodig want hier ligt dat min of meer van nature klaar. Ik vind ook dat er hier een enorme gelijkwaardigheid is. We kijken niet naar elkaar van: ‘oh die is vreemd’ of ‘dat is een echte dorpeling’. We hebben respect voor elkaar, dat is heel belangrijk. Hier kom je soms mensen tegen die je al in jaren niet hebt gezien en ze wonen in hetzelfde dorp! Ik ben alleenstaand en mijn kinderen zijn al de deur uit. Daardoor deel je toch minder. Het steunen aan alleenstaanden, ja, dat vind ik echt een heel sterk punt van deze ontmoetingsplek. Ik ben een tijd geleden weer naar het dorp verhuisd omdat je in het buitengebied niemand tegen komt. Nu kom je elkaar weer tegen bij de Spar. Als je mensen zo weinig ziet en je komt ze weer tegen, dat is hartstikke leuk. Als we hier in het ontmoetingspunt zijn kletsen we lekker met elkaar. Ook verhalen die je normaal nooit hoort. Er worden ook dingetjes georganiseerd zoals informatie over de belastingaangifte. Of aanstaande dinsdag, dan komt er bijvoorbeeld een notaris uitleg geven over het testament. En met kerst was hier een schooljuffrouw van dertig jaar geleden, kan je het geloven! Samen herinneringen ophalen, dat was geweldig. We doen het hier zo dat het de ene week thema is en de andere zonder enige verplichting. Je kan ook zelf aangeven waar je het over wilt hebben, dan kijken we of we iets kunnen organiseren. Buiten het buurtontmoetingspunt spreken sommigen hier ook wat af. Ik doe dat zelf niet, ik ben op dinsdagochtend standaard hier, maar verder zie ik deze mensen niet. Eén mevrouw is wel een goede vriendin geworden. De jongeren die komen hier niet. Die kun je ook niet dwingen, want die hebben hun eigen dingen te doen overdag. Mensen hier hebben de leeftijd vanaf de 40 en hoger. Ik ga meestal bij mensen van mijn eigen leeftijd zitten. Sommigen komen dan weer alleen voor het kaarten. Dat er groepjesvorming is vind ik niet erg. Daar kun je volgens mij ook niet zoveel aan veranderen.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
25
Dialoogvragen Hettie
1 – Op welke manier steunt het buurtontmoetingspunt alleenstaanden? 2 – Wat waardeer jij in ontmoeting met andere mensen? 3 – Hettie noemt dat ze aan het ontmoetingspunt waardeert dat je er jezelf kan zijn: “praten met elkaar, gezelligheid, drinken, nieuwe mensen ontmoeten of alleen maar koekeloeren”. Wat zou jij fijn vinden om in een buurtontmoetingspunt te doen?
Je kunt ook eigen dialoogvragen maken Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe.
Verdiepingsvragen sociale netwerken Sociale netwerken zijn een belangrijke drager van de levenskwaliteit van mensen (Steyaert en Kwekkeboom, 2012). In het Youtube-filmpje over VenloDroom wordt beschreven hoe sociale netwerken worden gebruikt om mensen meer zelfredzaam te maken en om vrienden- en burendiensten te organiseren. 4 - Hoe zetten buurtbewoners zich samen in voor de buurt in Venlo? 5 - Welke elementen van deze werkwijze zijn bruikbaar voor het buurtontmoetingspunt? Kennisbronnen Venlodroom, aflevering 2: https://www.youtube.com/watch?v=cZHAw__nJaM Geraadpleegd op 24/06/2013. Steyaert, J., & Kwekkeboom, R. (2012), De zorgkracht van sociale netwerken, Utrecht: Movisie. Zie ook: http://www.wmowerkplaatsen.nl/wmowerkplaatsen/docs/De_zorgkracht_van_sociale _netwerken.pdf geraadpleegd op 24/06/2013.
De kracht van buurtontmoeting
26
2.7 Er is geen moeten bij - Hendrik Wat er zo belangrijk is aan het buurtontmoetingspunt? Nou, dat klinkt heel normaal, maar eigenlijk gewoon een kopje koffie en met elkaar praten. En nadenken over wat we allemaal kunnen doen om het ontmoetingspunt in stand te houden. Ja, daar komen we ook wel voor, want het is een goed initiatief en alle onderwerpen komen aan de orde. Ik kan met iemand over het religieuze praten. Met iemand anders misschien over het weer of over een goeie film. Voor iedereen geldt dat hij zomaar binnen moet kunnen lopen om even gezellig met elkaar te kletsen. Het moet ongedwongen en vrij zijn, dat vinden we belangrijk. Eenieder mag z’n zegje doen over een bepaald onderwerp. Allerlei onderwerpen worden besproken. Daar proberen de actieve mensen wel een beetje lijn in te krijgen. Als je het graag over computers wilt hebben, dan gaan we dat gewoon een keer proberen. Praten kan over alles. We zijn allemaal fantasierijk, maar het is soms wel moeilijk om elke keer iets te verzinnen. We hebben een spelletjesavond gehad, die was leuk. Of een potje kaarten, daar heb ik me goed vermaakt. Er zitten hier mensen die heel actief zijn kerkelijk en gelovig en er zitten hier mensen die daartegen aan schoppen bij wijze van spreken. Het is voor iedereen en alle mensen. Die ergens mee zitten of die het moeilijk hebben. We proberen vol liefde met elkaar om te gaan. Daar kan ik kracht uit putten, daar word ik blij van. Dat lukt goed ja, daar ben ik niet moeilijk in hoor, dat kan net zo goed met die en met die en met die. Het is geweldig dat hier van alle gezindten of van alle kerken de mensen zo door elkaar zit. Dat is het voordeel van een open ontmoetingsplek. Alles zit hier door elkaar heen, het is echt voor iedereen. Alle mensen, voor iedereen. Ook van jong tot oud. Het is net alsof de deur op deze ontmoetingsplek, alsof de drempel die d’r wel vaak is, alsof die hier gewoon niet is. Daar is het ook een ontmoetingsplek voor. Het is ook heel ongedwongen, van ja hoe gaat het met je? Kan ik wat voor je doen? Vertel eens wat je gedaan hebt deze week? Soms komt er een heleboel verdriet boven en dan ga je even apart zitten. Er komen allerlei verschillende mensen maakt niet uit hoe ze eruit zien, dat maakt het verrassend. En je hoeft niet ergens over te praten als je dat niet wilt. Het is helemaal niet zo dat je alleen maar moet, soms is dat ook gewoon alleen maar van, hee joh leuk dat je naast me zit. En soms komt er zo wat uit rollen. Er is geen moeten bij. Ik probeer ook altijd open te staan, van wie komt er binnen en hoe gaat het nou écht met je.
De kracht van buurtontmoeting
27
Dialoogvragen Hendrik
1 – Wat betekent een kopje koffie en praten in het buurtontmoetingspunt voor Hendrik? 2 - Waar merkt Hendrik aan dat de drempel er bij het buurtontmoetingspunt niet is? 3 - Wat onderscheidt een buurtontmoetingspunt van andere initiatieven zoals een sportvereniging of kerkelijke activiteiten? 4 – Op welke manier zorg je voor blijvende inbreng van bezoekers?
Je kunt ook eigen dialoogvragen maken Een dialoogvraag is een open vraag die begint met: wat, wie, welke, wanneer of hoe.
Verdiepingsvragen over zorg in de buurt In Elsendorp hebben buurtbewoners zelf de organisatie van zorg en welzijn in het dorp op zich genomen. Elsendorp is een inspirerend voorbeeld van de manier waarop burgers de regie in eigen handen kunnen nemen. 5 - Wat onderscheidt de zorg in Elsendorp? 6 - Wat doet het met mensen als niet elke dag een ander komt voor de verpleging thuis? 7 – Op welke manier wordt er in Elsendorp gebruik gemaakt van het sociale netwerk om de leefbaarheid in het dorp te vergroten? 8 – Welke elementen van de werkwijze in Elsendorp zijn bruikbaar voor jullie? Kennisbron Elsendorp, zorg van om de hoek: http://brandpunt.kro.nl/seizoenen/seizoen_2012/afleveringen/23-092012/fragmenten/elsendorp_-_zorg_van_om_de_hoek geraadpleegd op 24/06/2013.
De kracht van buurtontmoeting Verhalen
28
3 Interactieve werkvormen
De kracht van buurtontmoeting
29
3.1 Dialoogsessie
Instructie De dialoog wordt aangestuurd door de intentie open te staan voor het perspectief van de ander. Op basis van de dialoog vormen zich vernieuwende ideeën waarmee jullie als groep aan de slag kunnen met het opzetten van een buurtontmoetingspunt.
Groepen -
We werken in groepen. Een groep bestaat bij voorkeur uit 5 personen.
-
Een van jullie is de coach.
-
De coach zorgt dat de groep in dialoog blijft (geen discussie) (zie kennisbron 4.3 Verschil tussen dialoog en discussie).
-
De coach laat dialogen samenvatten en coacht richting actie/experiment/initiatief: wat gaan we doen met onze ideeën?; of wat ga jij doen met jouw idee? (zie kennisbron 4.4 De kracht van vragen stellen)
De dialoogsessie -
We kiezen een verhaal en lezen dat (zie kennisbron 4.5 De betekenis van verhalen).
-
We maken een keuze uit de dialoogvragen. Of we maken eigen dialoogvragen. De gekozen vraag wordt voorgelezen.
-
We schrijven in 1 minuut op – ieder voor zich - wat ons idee is bij de vraag.
De kracht van buurtontmoeting Interactieve werkvormen
30
-
De coach nodigt vervolgens iemand uit om te vertellen wat hij of zij heeft opgeschreven en we gaan in dialoog hierover. We maken dus geen rondje om te horen wat iedereen heeft bedacht, maar gaan in gesprek en brengen onze ideeën zo in.
-
De coach nodigt tussentijds de groepsleden uit de dialogen samen te vatten.
-
We formuleren, persoonlijk of op groepsniveau naar aanleiding van de dialoog een actie om het buurtontmoetingspunt verder te ontwikkelen.
-
Bij ieder verhaal staan kennisbronnen vermeld, waarmee je jezelf verder kunt verdiepen in overkoepelende thema’s zoals Welzijn Nieuwe Stijl, demografische krimp, eigen kracht en vraagverlegenheid.
Opbrengsten -
Dialogisch werken: Luisteren naar elkaar; Uitnodigen tot vertellen; Elkaar laten uitpraten; Vragen stellen en doorvragen; Onderzoek de vraag achter de vraag; Niet invullen maar aanvullen waar nodig; Vermogen tot reflecteren op persoonlijk gedachtegoed; Aansluiten bij individuele behoeften;
-
Gezamenlijk gedragen acties formuleren.
Kennisbronnen 4.3 Verschil tussen dialoog en discussie 4.4 De kracht van vragen stellen 4.5 De betekenis van verhalen
Ondersteunend lesmateriaal Bohm, D. (2004). On Dialogue. Routledge, New York. Dixon, N.M. (2000). Dialoog op het werk. Een gids voor managers. Nieuwezijds, Amsterdam.
De kracht van buurtontmoeting
31
3.2 Ontdekken van talenten Jullie kwaliteiten zijn de middelen waarmee jullie het buurtontmoetingspunt opzetten. De eerste smiley ‘Mijn talenten’ kun je gebruiken om de positieve kwaliteiten binnen de groep in kaart te brengen en om te zetten naar concrete wensen en acties. Wanneer de groep vervolgens al deze talenten samen brengt zul je zien hoe veel je samen al kunt. In de tweede smiley ‘Mijn wensen en mijn bijdragen’ koppel je jouw talenten aan jouw wensen en bijdragen aan de groep: wat zou jij graag willen en hoe kun je dit samen bereiken?
Instructie Mijn talenten: - Zet je positieve bril op - Schrijf in de eerste smiley alles op waar je trots op bent, waar je blij van wordt en wat je graag doet. - Het is in het belang van de groep dat je je bescheidenheid tijdelijk laat varen en je focust op wat je allemaal kunt, leuk vindt en bij kunt dragen. We zijn er nu op uit te ontdekken wat er allemaal mogelijk is. - Suggestie: je kunt de smiley ook voor elkaar invullen door met elkaar in dialoog te gaan over elkaars kwaliteiten (zie kennisbron 4.4 De kracht van vragen stellen). Mijn bijdragen en mijn wensen: - Vul op basis van wat jij graag doet in wat je graag zou willen doen in het buurtontmoetingspunt (wensen). - Wees zo concreet mogelijk, wat kun jij ondernemen om dit te organiseren/maken/doen? (bijdragen) Gedeelde wensen en gezamenlijke acties - Kijk vervolgens naar de talenten en wensen in de groep. Welke wensen worden gedeeld? Beslis samen welke mensen elkaar kunnen helpen met hun talenten. En welke wensen je gezamenlijk wilt oppakken. - Werk zo concreet mogelijk uit: Wat hebben jullie nodig om dit te bereiken? - Maak hierbij gebruik van de coachende vragen uit kennisbron 4.4 De kracht van vragen stellen.
De kracht van buurtontmoeting Interactieve werkvormen
32
Mijn talenten
Het leuke aan mij is… Ik houd van… Ik kan goed…
Ik ben een liefhebber van… Ik word blij van…
Mijn ideaal is…
Je kan mij altijd wakker maken voor... Ik durf goed…
De kracht van buurtontmoeting
33
Mijn wensen
Mijn bijdragen
In het buurtontmoetings-punt zou ik graag met anderen…
In het buurtontmoetingspunt zou ik zelf graag…
1 Wat ga ik daar voor doen?
1 Wat ga ik daarvoor doen?
2 Wie kan me daar bij helpen?
2 Wie heb ik daar voor nodig? 3 Wat heb ik daar voor nodig?
3 Wat heb ik daar voor nodig?
De kracht van buurtontmoeting
34
Opbrengsten -
Het naar boven halen van talenten, wensen en bijdragen in de groep Omzetten van persoonlijke ideeën naar gedeelde wensen naar acties Vragen stellen en doorvragen
Kennisbronnen 4.4 De kracht van vragen stellen
De kracht van buurtontmoeting
35
3.3 Inzetten van sociale netwerken Om een buurtontmoetingspunt op te zetten is het van belang gebruik te maken van de bestaande lokale netwerken (zie kennisbron 4.2 Kwartiermaken: hoe creëer je een gastvrije niche?). In deze werkvorm vind je twee manieren om inzicht te krijgen in de kracht van sociale netwerken om een vraag, probleem of idee op wijkniveau op te pakken: netwerkanalyse en speeddating.
Netwerkanalyse Voordat er gebruik gemaakt kan worden van het lokale netwerk, moet je het netwerk zichtbaar maken. Wie er om je heen zijn en wie mogelijk zouden kunnen bijdragen is niet zo vanzelfsprekend. Poorthuis (2006) heeft een methode ontwikkeld, de zogenaamde netwerkanalyse, waarmee je in kaart kunt brengen welke mensen en eventueel ook instanties een rol kunnen spelen bij een bepaald vraagstuk. Met de netwerkanalyse ontstaat zicht op een dynamisch netwerk van betrokkenen. Deze betrokkenheid kun je vervolgens inhoudelijk uitwerken en omzetten in gerichte acties.
Instructie Stap 1 Je start met een initiatief. Dit kan bijv. het organiseren van een opknapbeurt van de speeltuin zijn. Als er nog geen initiatiefnemer is, nodig dan een van de groepsleden uit om initiatiefnemer te zijn. Initiatiefnemers benoemen het vertrekpunt en nodigen uit. Stap 2 Laat de initiatiefnemer het initiatief benoemen in één of enkele krachtige woorden en schrijf deze in het midden van een groot vel papier. De kracht van buurtontmoeting
36
Stap 3 Als groep buurtbewoners draag je het initiatief en doe je er alles aan om het te realiseren. Laat alle inbreng vanuit de groep toe, brainstorm samen over wat en wie er betrokken zijn en zet dit in een zeer ruime kring om het initiatief heen. Alles wat (positief of negatief) betrokken is, mag er zijn, maar het kan ook weer verdwijnen als het geen rol meer speelt. Stap 4 Laat tussen het initiatief en de inbreng vanuit de groep ruimte over om verbindingen te maken, een concrete bijdrage neer te zetten of een voorbeeld te geven. De groepsleden gaan samen op zoek naar wat ze zelf willen en kunnen bijdragen. De groepsleden kunnen fungeren als partners of als schakels. Als partner draag je zelf bij en werk je samen met de initiatiefnemer. Als schakel leg je relaties en maak je verbindingen maken met andere personen en netwerken (bijvoorbeeld de thuiszorg, de gemeente, welzijnswerkers). Stap 5 Vraag uit welke mensen verbindingen kunnen maken (schakels) of zelf kunnen bijdragen (partners). Zo vul je de netwerkanalyse in met concrete namen van personen waar buurtbewoners contact mee hebben of kunnen maken. Stap 6 Koppel aan deze rollen ook de acties die mensen (samen) gaan ondernemen. Stap 7 Plan een moment van terugkoppeling, waarin je samen met de groep bespreekt hoe het initiatief zich heeft ontwikkeld en welke vervolgacties nog nodig zijn. Je kunt hierbij opnieuw gebruik maken van de netwerkanalyse of van het World Café.
Speeddating De speeddating sessie heeft als doel om op laagdrempelige wijze verbindingen te ontdekken tussen vraag en aanbod in de buurt.
Instructie -
-
Je nodigt alle bewoners, organisaties, winkels, ambtenaren, professionals, vrijwilligers en andere betrokken in de buurt uit voor een speeddatingsessie. Tijdens de speeddating-sessie koppel je telkens een buurtbewoner vanuit het ontmoetingspunt aan een andere betrokkene om met elkaar in gesprek te gaan. Iedere ronde duurt 8 minuten. Centrale vragen tijdens de speeddating rondes zijn: Wat zouden wij voor elkaar kunnen betekenen? Hoe kunnen wij ons aan elkaar verbinden ten behoeve van de buurt?
De kracht van buurtontmoeting
37
-
Welke acties kunnen we daar voor ondernemen/inzetten? Bespreek plenair welke contacten zijn gelegd en welke acties hieruit voortkomen.
Tip: Het voordeel van deze werkvorm is de laagdrempelige en snelle manier waarop je met elkaar in contact komt. Zo kwamen in Ochten een fysiotherapeut en ouderen uit de buurt met elkaar in contact. De ouderen wilden meer in beweging zijn en wilden graag advies over wilden hoe zij dit in groepsverband (veilig) konden ondernemen. Een dergelijke vraag kan tijdens de sessie zelf al beantwoord zijn, andere vragen vergen vervolgacties die door middel van een netwerkanalyse of World Café verder uitgewerkt kunnen worden.
Opbrengsten
Inzicht krijgen en geven in de kracht van netwerken Omzetten van persoonlijke initiatieven naar een gedragen, collectief plan Vormgeven van initiatieven op wijkniveau in samenwerking met lokale partijen Leggen van structurele verbindingen in de wijk
Kennisbronnen 4.2 Kwartiermaken: hoe creëer je een gastvrije niche? 4.3 Verschil tussen dialoog en discussie 4.4 De kracht van vragen stellen
Ondersteunend lesmateriaal Poorthuis, A., & Van der Bijl, C. (2006). Van netwerkanalyse naar organisatieroutine. In: Poorthuis, A. (red.), De kracht van de netwerkbenadering: een dynamische en inspirerende kijk op de organiserende samenleving. Van Gorcum: Assen.
De kracht van buurtontmoeting
38
3.4 World Café Om een buurtontmoetingspunt vorm te geven is het raadzaam aan specifieke doelstellingen te werken waaraan je lange en korte termijn acties verbindt (zie tips over kwartiermaken in de inleiding). Een World Café helpt je om van wens tot concrete initiatieven te komen door op eenvoudige wijze kennis te delen en op elkaars inzichten voort te bouwen (zie kennisbron 4.6 World Café).
World Café in Regio Rivierenland waar actieve bewoners hun idee van ‘een plek waar je erbij hoort’ hebben uitgewerkt tot concrete plannen om dit te bereiken.
Acht principes voor het houden van een succesvol World Café: 1. Verduidelijk de context 2. Creëer een uitnodigende omgeving 3. Gebruik vragen die er echt toe doen 4. Ieders bijdrage wordt aangemoedigd 5. Verbindt de diverse perspectieven 6. Gezamenlijk luisteren 7. Deel de gezamenlijke ontdekkingen die geoogst zijn 8. Kom tot doelgerichte actieplanning De kracht van buurtontmoeting Interactieve werkvormen
39
Instructie Stap 1 - Met een World Café creëer je een gemakkelijke en ontspannen sfeer door in kleine groepjes (cafétafels) van 4 tot 6 personen een gekozen vraag bespreken aan kleine ‘cafétafels’. -
Elke cafétafel heeft een gastheer/vrouw. Deze blijft aan zijn tafel zitten. Op de tafel ligt een groot vel papier (tafelkleed) en stiften.
-
Elke cafétafel heeft een centrale vraag. Dit kan bijvoorbeeld zijn: ‘Hoe stimuleer ik mensen in de buurt om elkaar te ontmoeten?’ De gastheer/vrouw schrijft deze vraag in het midden van het vel papier.
-
De gastheer/vrouw nodigt alle deelnemers uit om ieder voor zich hun reactie op de vraag op het papier te schrijven. Vervolgens vraag je wie zijn reactie wil delen. De gastheer/vrouw probeert de gasten te stimuleren hun ideeën de vrije loop te laten en alles op te schrijven. Maak hierbij gebruik van kennisbron 4.3 Verschil tussen dialoog en discussie en kennisbron 4.4 De kracht van vragen stellen. De groepen schuiven na 15 minuten door naar de volgende tafel.
-
Stap 2 - Na de eerste ronde blijft de gastheer/vrouw aan tafel om de nieuwe deelnemers te verwelkomen en de kernvragen over te dragen. -
De vraag aan de nieuwe groep is dan, hoe kun je deze ideeën nog verder versterken en hoe werk je ze praktisch uit? Maak gebruik van je ervaring, denk out of the box en moedig iedere bijdrage aan.
-
De gastheer/vrouw nodigt alle deelnemers uit om om beurten kort te reageren (1 minuut). Vraag de deelnemers aanvullende informatie op te schrijven op het tafelkleed.
-
Na 15 minuten schuiven de groepen weer door.
Stap 3 Na de laatste ronde worden alle tafelkleden opgehangen aan een centrale muur. Bij voorkeur in een pauze kunnen deelnemers op deze manier kennis nemen van de resultaten van andere groepen. Stap 4 Dan volgt er een plenaire sessie, waarbij iedereen rondom de tafelkleden staat of zit. In deze sessie proberen de gastheren/vrouwen per tafel de aangescherpte vraag te benoemen gekoppeld aan concrete acties. Wees daarbij niet bezorgd als het niet in de eerste ronde lukt. Oefening baart kunst en als de werkwijze bevalt, kan deze ook bij vervolgbijeenkomsten worden gebruikt. Dan wordt je er als groep steeds beter in.
De kracht van buurtontmoeting
40
Stap 5 Vervolgens worden de gekozen acties in de groep besproken en wordt gekozen wie actieeigenaar is/zijn. Actie-eigenaren dragen zorg voor voortgang en evaluatie van de acties.
Opbrengsten Voor de gastheer/vrouw: - Je stelt inviterende (uitnodigende) vragen. - Je leert een informele sfeer te creëren waarin mensen gedachten met elkaar durven delen en alle bijdragen verwelkomd worden. - Je hanteert de systematiek van World Café ten behoeve van groepen mensen met een specifieke hulpvraag. - Je koppelt de resultaten plenair terug en faciliteert hierbij een proces van toewijzen van concrete acties voortgekomen uit de dialoog. Voor de deelnemers: - Je leert voort te bouwen op je eigen kennis en die binnen een groep. - Je kunt gezamenlijk ontwikkelde ideeën vertalen naar concrete acties. - Je stimuleert mededeelnemers out of the box te denken en hun ideeën te delen.
Kennisbronnen 4.3 Verschil tussen dialoog en discussie 4.4 De kracht van vragen stellen 4.6 World Café
Ondersteunend lesmateriaal Brown, J. & Isaacs, D. (2005). The World Café. Shaping our Futures Through Conversations That Matter. San Fransisco, CA: Berrett-Koehler Publishers. De bekendste uitdragers (Juanita Brown en David Isaacs) van het World Café principe geven uitleg en voorbeelden van deze werkvorm: http://www.youtube.com/watch?v=1cv82Yl0H7M&feature=player_embedded geraadpleegd op 24/06/2013.
De kracht van buurtontmoeting
41
3.5 Interactief presenteren Instructie In duo’s bereid je een interactieve presentatie aan andere buurtbewoners voor. Het doel is om kennis te vergaren over onderwerpen waar de groep meer over wil weten. Dit kun je gebruiken om een voorlichting in het buurtontmoetingspunt te organiseren of om jullie inzichten aan bijvoorbeeld de gemeente te presenteren (zie kennisbron 4.2 Kwartier maken: hoe creëer je een gastvrije niche?). Het doel van interactief presenteren is dat de ander zich uitgenodigd voelt te participeren. De kunst is om zo te presenteren dat er dialoog ontstaat. Dit biedt kans om oude denk- en werkwijzen op te schorten en tot nieuwe handelingsrepertoires en referentiekaders te komen. Er kan gebruik gemaakt worden van creatieve middelen die uitnodigen tot gesprek. Denk bijvoorbeeld aan: een film, een gedicht, een act, een muziekstuk of een andere creatieve vorm. Stap 1 Voorbereiding door de twee presentatoren: - Ga in overleg met de groep op zoek naar een thema waar de groep meer over wil weten (gemotiveerd en gezamenlijk kiezen). -
Bepaal met zijn tweeën de manier waarop je het thema wil presenteren en hoe je de groep op een creatieve manier uitnodigt om actief deel te nemen.
-
Voor het voorbereiden van de presentatie, zie kennisbron 4.7 Interactief presenteren.
-
Zorg er voor dat je de luisteraars actief deelnemen en dat er tijdens of na de presentatie naar concrete acties toegewerkt wordt. Maak hier ruimte en tijd voor.
Stap 2 Uitvoering interactieve presentatie: - De presentatoren leiden het thema in en leggen uit dat jullie meer verwachten dan luisteren alleen, nodig mensen uit samen door te werken en maak hier ruimte voor in de presentatie. -
Geef de presentatie met de participatie-opdracht voor het publiek.
-
Zorg dat de ontwikkelde inzichten in de groep gedeeld worden en dat er in het geval van concrete acties actie-eigenaren worden gekozen.
Suggesties uitnodigen tot participatie Je kunt creatieve vormen inzetten om het publiek te vragen bij te dragen en de dialoog te prikkelen. Dit kan bijv. door middel van tekeningen:
De kracht van buurtontmoeting Interactieve werkvormen
42
1. Geef iedere deelnemer een vel papier en potloden. 2. Geef iedereen de opdracht ‘om in 10 minuten te tekenen wat ontmoeting voor hen betekent.’ 3. Vraag wie zijn tekening wil laten zien en wil vertellen wat diegene met de tekening bedoelt. Gebruik deze tekeningen als uitgangspunt voor de dialoog. Ook persoonlijke objecten kunnen een goede ingang zijn tot persoonlijke verhalen vanuit de groep. Vraag de groep een object van huis mee te nemen dat te maken heeft met het thema van de presentatie. Suggestie dialoogvragen: 1. Wat maakt dit object voor jou speciaal? 2. Welke plek heeft dit object in jouw dagelijkse leven of dat van je familieleden? 3. Welke vergelijkbare objecten hebben anderen uit de groep in huis?
Opbrengsten -
Je stelt uitnodigende vragen.
-
Je vraagt door.
-
Je zet mensen aan het denken, stimuleert ze om inzichten te delen en om gezamenlijk concrete acties te formuleren.
-
Je draagt zorg voor maximale participatie van de deelnemers door gezamenlijk de thematiek te kiezen, een werkvorm te ontwerpen/kiezen die uitgaat actieve inbreng ter plekke of van tevoren.
Kennisbronnen 4.3 Verschil tussen dialoog en discussie 4.4 De kracht van vragen stellen 4.7 Interactief presenteren
De kracht van buurtontmoeting
43
4 Kennisbronnen
De kracht van buurtontmoeting
44
4.1 Bakens Welzijn Nieuwe Stijl Baken 1: Gericht op de vraag achter de vraag Welzijnswerk in Nederland probeert al enige tijd een omslag te maken van aanbod- naar vraaggerichtheid. Hoewel het vanzelfsprekend lijkt, blijkt de praktijk nogal weerbarstig. Het vraagt een wezenlijke omslag, zowel bij de vragende als de aanbiedende partij. Vraaggericht werken is niet zonder meer de vraag van de burger als uitgangspunt nemen bij de organisatie van het aanbod. Het is geen kwestie van ‘u vraagt en wij draaien’. Dat zou juist leiden tot claimgedrag, waarbij de eigen kracht van de burger en diens netwerk onvoldoende worden aangesproken en de achterliggende problemen niet worden aangepakt. Bijna altijd is de vraag van burgers in eerste instantie een vraag naar het bekende aanbod. Maar met een hulp bij het huishouden zijn de eenzaamheidsproblemen niet op te lossen. Het is nodig om breder te kijken naar de mensen die om ondersteuning vragen: breder kijken om problemen bij mensen écht op te lossen.
Baken 2: Gebaseerd op de eigen kracht van de burger Als de vraag van de burger eenmaal helder is, moet de vraag beantwoord worden wie wat doet. Wat kunnen de burgers zelf, of met hulp uit de directe sociale omgeving doen? Wat kan de rol zijn van de sociale verbanden in de wijk of buurt? Hoe kunnen buurtbewoners worden ingezet? Wat kunnen buren en familieleden betekenen? Met andere woorden: wat doen de professionals en wat doen de burgers? Maar ook, wat kan de professional doen om de zelfredzaamheid van de burger (in en met de eigen omgeving) te versterken. Te snel wordt nu nog voorbij gegaan aan de eigen kracht van de burger, diens netwerk, de straat of wijk. Het uit handen nemen van problemen werkt meestal averechts op het zelfoplossend vermogen. De ‘eigenkracht benadering’ of een andere, vergelijkbare methode, vraagt om een cultuuromslag bij de burger en de professional. Die omslag is niet eenvoudig. Burgers hebben geleerd toch vooral tijdig een beroep op de overheid of de hulpverlenende instanties te doen. Maar nog ingewikkelder ligt de cultuuromslag bij de hulpverlener. Het is toch immers zijn of haar vak de problemen van anderen op te lossen en om die ‘kwetsbare mensen' te ondersteunen.
Baken 3: Direct er op af Er zijn mensen die ondersteuning claimen en er zijn mensen die zorg mijden. Het gaat bij de zogenoemde zorgmijders om mensen die niet om ondersteuning durven of willen vragen, terwijl ze al langer vereenzamen, zich verwaarlozen, met onoplosbare schulden kampen, of verslavingsgedrag vertonen. Deze burgers weten de weg niet te vinden naar ondersteuning. Ze zijn op basis van eerdere ervaringen teleurgesteld in de hulpverlening, of vastgelopen in de bureaucratie. Deze mensen worden niet bereikt door ze op te roepen om op kantoor te verschijnen ten einde daar een goed gesprek te voeren. Daar moet de professional op af, en De kracht van buurtontmoeting Kennisbronnen
45
het liefst zo snel mogelijk, om erger te voorkomen. Dat gebeurt te vaak nog niet, omdat andere – legitieme - uitgangspunten een direct ingrijpen in de weg staan, of lijken te staan. Het gaat dan om privacy, zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid.
Baken 4: Formeel en informeel in optimale verhouding Het kenmerk van de Wmo is dat de participatie wordt bevorderd niet alleen door een beroep te doen op de eigen mogelijkheden van de burger of de inzet van professionals, maar ook op de inzet van sociale netwerken, buurtbewoners-initiatieven en wijkverbanden. In Welzijn Nieuwe Stijl wordt gezocht naar de optimale verhouding tussen wat burgers (onderling) zelf kunnen en wat professionals moeten. Ook dit baken betekent voor burgers, professionals en gemeenten een forse verandering van houding en aanpak, die breekt met de traditie van recht, of vanzelfsprekend een beroep kunnen doen op professionele ondersteuning. Het past bij Welzijn Nieuwe Stijl dat de professional zich terughoudend opstelt. Zijn of haar kracht ligt er juist in om samen met burgers te bezien op welke wijze de burgers zelf de problemen kunnen oplossen. Het probleemoplossend vermogen, zowel van individuen als groepen moet geactiveerd worden. Het voorkomt daarnaast structurele afhankelijkheid van de professional. Eenzaamheid kan mogelijk beter bestreden worden door het herstellen van sociale netwerken.
Baken 5: Doordachte balans van collectief en individueel De verzorgingsstaat is doorgeschoten met individuele oplossingen voor problemen van burgers. Mensen zijn daaraan gewend geraakt. De financiering ervan komt echter steeds meer onder druk te staan en de negatieve gevolgen van de individualisering van de samenleving worden steeds meer zichtbaar. Ook daarom is het ontwikkelen van meer collectieve aanpakken onvermijdelijk. De sector die hier vanouds de meeste ervaring mee heeft is de welzijnssector. Collectieve aanpakken zijn niet alleen goedkoper, maar bieden ook vaak een betere oplossing. De buurtmaaltijd is niet zelden effectiever (want biedt bijvoorbeeld mogelijkheden tot contact) dan de individuele bezorging aan huis. Ook voor dit baken geldt dat het er niet om gaat dat professionals te allen tijde automatisch voor collectieve oplossingen kiezen. Het gaat om het vinden van de juiste balans tegen de achtergrond van het probleem dat moet worden aangepakt.
Baken 6: Integraal werken De vraag centraal stellen vraagt om een integrale en samenhangende aanpak van professionals. De burgers die bij bijvoorbeeld het Wmo-loket, of het maatschappelijk werk aankloppen, hebben meestal problemen die niet door één instelling of één voorziening kunnen worden opgelost. Het gaat vaak om meerdere problemen tegelijk. Problemen die met elkaar samenhangen en dus ook in samenhang moeten worden aangepakt. Als een burger geen werk en daardoor te weinig geld heeft, in een slecht huis woont en spanningen in het gezin heeft, wordt dat ervaren als een ongedeeld vraagstuk. Dienst- en hulpverleners komen niet ver als ze opereren alsof ze op een eiland zitten. De kracht van buurtontmoeting
46
Goed met elkaar samenwerken is belangrijk. Nadrukkelijk is hier de invulling van de regierol van de gemeente aan de orde. Het is de gemeente als opdrachtgever én regisseur die bij uitstek geschikt is om partijen bij elkaar te brengen. Op cliëntniveau moeten de aanbieders van ondersteuning zelf de verantwoordelijkheid voor ketenregie oppakken.
Baken 7: Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht Welzijn Nieuwe Stijl is niet vrijblijvend. Waar organisaties ondersteuning bieden aan burgers, worden concrete afspraken gemaakt over de vraag op welke ondersteuning van professionals en buurtbewoners men kan rekenen, wat daarbij de eigen inzet is (met en in de eigen omgeving) en naar welke resultaten wordt toegewerkt. De doelen in een ondersteuningstraject moeten voor de burger duidelijk, concreet en haalbaar zijn en zij moeten niet alleen perspectief bieden op de langere termijn, maar zich ook richten op praktische, snelle resultaten. Dat wil zeggen dat doelen voor de cliënten in concrete, meetbare termen moeten worden geformuleerd. Er moet sprake zijn van een gezonde mix van korte en lange termijn doelen.
Baken 8: Gebaseerd op ruimte voor de professional Centraal thema in Welzijn Nieuwe Stijl is de relatie tussen de burger en zijn netwerk enerzijds en de welzijnsprofessional anderzijds. Niet alleen de regels van de organisatie of de wensen van de gemeente zijn bepalend, maar ook de professionele bagage van de beroepskracht. Deze moet voldoende aan bod kunnen komen. Daarvoor heeft de professional de ruimte nodig om zelfstandig te handelen op basis van een ruime vrije beslissingsruimte. Professionals Welzijn Nieuwe Stijl moeten midden in de samenleving staan. Tegelijkertijd moeten zij ook adequaat kunnen communiceren met collega's van de eigen organisatie, met cliënten en hun naaste omgeving, buurtbewoners en met de partners in de keten. Ook wordt van hen verwacht dat ze ondernemend zijn, outreachend werken, in ketens kunnen samenwerken en hier soms de regie in nemen. Samenwerking tussen informele zorg en professionele dienstverlening vraagt om fine-tuning wie wat precies doet. Kortom, je weet wanneer je op je handen moet zitten en wanneer de handen uit de mouwen moeten. Deze professionals moeten dan wel ruimte krijgen om zelf te beslissen hoe zij die kennis en ervaring inzetten. Ruimte voor de professional kan alleen bestaan wanneer er vooraf goede afspraken zijn gemaakt over de te behalen resultaten en daarover achteraf verantwoording wordt afgelegd.
Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport (2011). Welzijn Nieuwe Stijl, Den Haag: VWS. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuningwmo/vraag-en-antwoord/wat-is-de-wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo.html, geraadpleegd op 26/06/2013.
De kracht van buurtontmoeting
47
4.2 Kwartiermaken: hoe creëer je een gastvrije niche? Scholtens (2007) beschrijft kwartiermaken als werken aan gastvrijheid in de samenleving. Hierbij staan de volgende uitgangspunten centraal (Kal, 2011; Scholtens, 2007): 1. Maatschappelijk ideaal van kwetsbaar burgerschap: een andere houding met betrekking tot zorg is essentieel. Zorg zou net zo hoog gewaardeerd moeten worden als autonomie, zelfredzaamheid en arbeidsethos. 2. Opschorting: geijkte patronen loslaten en openstaan voor nieuwe principes. 3. Een open ruimte creëren waar mensen zich kunnen ontwikkelen. - Een omgeving met prettige ruimtelijke verhoudingen, met mensen die emotioneel steunend zijn en tijd hebben en waar activiteiten geboden worden die door de betrokkene als zinvol worden ervaren. - Een omgeving waar de betrokkene zelf keuzes kan maken. - Een omgeving die uitnodigt tot medezeggenschap in het persoonlijke proces en in de organisatie waar hij deel van uitmaakt. 4. Anders denken over anders zijn. Via dialoog open en eerlijk met elkaar in contact zijn, biedt ruimte voor inclusie van ‘de ander’. Competenties van een kwartiermaker: de kern van de functie van de kwartiermaker is bemiddelen tussen de wensen en behoeften van in dit geval buurtbewoners en de samenleving. De volgende competenties zijn daarbij aan de orde: a. Een kwartiermaker is een netwerker. b. Een kwartiermaker kan relaties aangaan vanuit erkenning en respect voor de leefwereld van betrokkenen. c. Een kwartiermaker is behulpzaam in het proces van ontdekken van wensen, behoeften en bijdragen. d. Een kwartiermaker is meertalig: je weet de weg in communicatie met verschillende betrokkenen.
Bronnen Kal, D. (2011). Methodebeschrijving kwartiermaken. Databank effectieve sociale interventies, Utrecht: Movisie. Zie ook www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies geraadpleegd op 1 juli 2013. Scholtens, G. (2007). Acht keer kwartiermaken. Een verkennend onderzoek naar de methodische aspecten van kwartiermaken. Amsterdam: SWP.
De kracht van buurtontmoeting Kennisbronnen
48
4.3 Verschil tussen dialoog en discussie
Een dialoog is volgens Dixon (2000) een gesprek dat uitgaat van wederkerigheid en gezamenlijkheid. Dialoog heeft de potentie verandering te brengen in de betekenis van wat wordt gezegd en kan daardoor in de groep, de organisatie en de samenleving een transformatie teweeg brengen. Mezirow (1990) geeft als doel van de dialoog aan: mensen te verlossen van hun eigen ongetoetste veronderstellingen die hun ontwikkeling beperken. Freire (1984) ten slotte zag als doel van de dialoog, de wereld te transformeren door haar te doorgronden en te herscheppen. Deelnemers aan de dialoog worden in de gelegenheid gesteld hun eigen veronderstellingen tegen het licht te houden en nieuwe gemeenschappelijke betekenissen te construeren die getoetst zijn aan hun redeneringen. De dialoog is niet nieuw. We kennen allemaal wel een fijn gesprek. Tijdens dit soort gesprekken spant elk van beide personen zich in om het gezichtspunt van de ander te vatten. Je voelt dat de ander er niet op uit is een oordeel te vellen, maar probeert de wereld te zien door jouw ogen. Elk van beiden ervaart dat zijn denken serieus wordt gesteund. Mensen waarderen doorgaans de inhoud van de dialoog, omdat zij inzien dat zij erdoor zijn gegroeid. Dat maakt dat dialoog een waardevolle gespreksmethode is. Dit in tegenstelling tot discussie. Het voeren van een discussie vergt andere vaardigheden en brengt andere emoties teweeg. Aan de hand van de volgende voorbeelden kun je bij jezelf nagaan of je een dialoog of een discussie type bent. Ben je het type van ´ja, het kan wel als…´ , dan is de dialoog jouw favoriet. Zeg jij vaak ´ja, maar…´ of ´het kan niet want…´ of ´ik vind dat…´ dan ben je een discussie type. Dialoog Het kan wel als… Tweegesprek Onderzoeken van de vraag achter de vraag Vragen en doorvragen Van de ander iets willen weten Aanvullen i.p.v. invullen Nieuwe kennis opdoen De kwaliteit van je gesprekspartner wordt zichtbaar
Discussie Het kan niet want… Ja maar …….. Ik vind dat….. Eigen mening opdringen Gelijk willen hebben Vasthouden aan eigen visies (patronen) Bestaande kennis handhaven In de verdediging schieten, er komt geen kennis vrij
Bron: Van Biene, M. (2005). Wederkerig leven. Onderzoek naar georganiseerde leerondersteuning voor mensen met een verstandelijke beperking en de professionals. Delft: Eburon.
De kracht van buurtontmoeting
49
4.4 De kracht van vragen stellen De essentie van dialogisch werken is de ander te willen begrijpen. De vragen hieronder zijn slechts voorbeelden die je kunnen helpen om door te vragen om er achter te komen wat iemand beweegt. Hoe stimuleer je mensen om te vertellen? Allereerst door te luisteren, door te laten zien dat je oprecht geïnteresseerd bent en vervolgens door open vragen te stellen. Hieronder geven we een instructie voor het stellen van open en coachende vragen die uitnodigen tot het vertellen van verhalen en het formuleren van acties volgens de formule van ‘Dialoog en Actie’ (Van Biene, 2005). Open vragen Hoe
vraagt naar dingen die zich in de omgeving voordoen, roept ervaring op
Tip
HOE-vragen zetten antwoorden in een verband. Je kunt actief met de uitkomst aan de gang vraagt naar personen vraagt naar dingen ‘wat bedoel je’ vraagt naar ‘wat voor een’ vraagt naar plaats vraagt naar moment, tijd, datum vraagt om te verantwoorden
Wie Wat Welke Waar Wanneer Waarom Tip
Vermijd WAAROM-vragen, dan volgt meestal DAAROM. Je raakt snel in discussie.
Coachende vragen Actievragen
Doelvragen
Wat ga je doen? Welke obstakels kun je tegen komen? Hoe ga je die aanpakken? Wie moet je informeren voor je actie? Welke ondersteuning heb je nodig? Hoe ga je die mobiliseren? Wanneer ga je die mobiliseren? Wanneer ga je actie ondernemen? Wat wil je bereikt hebben aan het eind van dit gesprek? Wat wil je op lange termijn bereiken? Hoe weet je dat je het bereikt hebt? Hoe ga je meten dat je het doel bereikt hebt? Hoe ziet de situatie eruit als je het probleem hebt opgelost?
De kracht van buurtontmoeting Kennisbronnen
50
Realiteitsvragen
Optievragen
Hoe uitdagend is het doel voor jezelf? Hoe realistisch is je doel? Wanneer wil je het idee gerealiseerd hebben? Of je vraagstuk hebben opgelost? Wat gebeurt er nu? Wat heb je tot nu toe gedaan? Wat was daarvan het resultaat? Wie zijn er nog meer bij betrokken behalve jij zelf? Wie is verantwoordelijk? Welke dingen kunnen verkeerd gaan? Wat gebeurt er dan met jou? Wat gebeurt er met anderen die direct betrokken zijn? Wat zijn de belangrijkste obstakels onderweg? Waar ben je onzeker over? Wat zou je willen? Wat voor mogelijkheden zie je? Wat zijn de voors en tegens daarvan? Wie zou je nog kunnen helpen met opties? Welke sleutelfiguren zijn bepalend voor slagen of falen? Welke alternatieven brengen het eindresultaat het meest dichtbij?
Bron: Van Biene, M. (2005). Wederkerig leven. Onderzoek naar georganiseerde leerondersteuning voor mensen met een verstandelijke beperking en de professionals. Delft: Eburon.
De kracht van buurtontmoeting
51
4.5 De betekenis van verhalen Sociaal wetenschappers die zich bezig houden met verhalen, ofwel narratieven, zien ‘de werkelijkheid’ als een sociale constructie, waarbij de interpretatie van mensen centraal staat. Ze zijn niet gericht op de vraag hoe de wereld in elkaar steekt, maar willen weten hoe mensen zelf denken dat de wereld in elkaar zit. Taal wordt daarbij gezien als het belangrijkste medium. Taal is niet neutraal. Iedere verwoording is een selectie van woorden en daarom altijd een interpretatie. Naast grammaticaal taalgebruik is er sociaal taalgebruik. In het taalgebruik wordt de betekenis van woorden niet enkel bepaald door het taalsysteem, maar ook door de woorden die mensen daadwerkelijk gebruiken. Een levensverhaal is een weergave van iemands kijk op het leven op dat moment. Het draait dus niet zozeer om een ‘objectieve’ schets van de werkelijkheid, maar om de manier waarop de verteller de gebeurtenissen weergeeft. De verteller vertelt het verhaal in eigen woorden. In levensverhalen laten mensen niet alleen zien welke betekenissen zij aan het leven toekennen, maar ook welke verklaringen zij door de tijd heen hebben ontwikkeld voor wat er in hun leven is gebeurd. Levensverhalen zijn het resultaat van onze percepties en interpretaties. Een levensverhaal is geen objectieve beschrijving, maar een reactie op een persoonlijk verleden. Levensverhalen maken interpretaties achter de gebeurtenissen inzichtelijk. In persoonlijke documenten, zoals een levensverhaal, kan bemiddeling door onderzoekers worden teruggedrongen, doordat informanten voor zichzelf spreken. Het levensverhaal wordt daarom door onderzoekers gebruikt wanneer zij zich bijvoorbeeld in een cultuur willen ‘inleven’. Desondanks komen levensverhalen niet onbemiddeld tot stand. De taal zelf bemiddelt. De taal waarin mensen vertellen is nooit volledig hun eigen taal. Zij spreken de taal die hen door de samenleving wordt aangereikt. De onderzoeker heeft bovendien een actieve rol als publiek. De verteller kan het verhaal op de toehoorder afstemmen door bijvoorbeeld een thema te benadrukken en/of te verzwijgen. Bovendien verloopt de interpretatie via de onderzoeker en is dus niet onbemiddeld, omdat de onderzoeker er ook een eigen interpretatie aan geeft. Bron: Nijhof, G. (2000). Levensverhalen. Over de methode van autobiografisch onderzoek in de sociologie. Boom: Amsterdam. Samenvatting gemaakt door Karen Lips (2008), docentonderzoeker HAN.
De kracht van buurtontmoeting Kennisbronnen
52
4.6 World Café Principe 1. Maak een uitdagend programma met een duidelijk doel Doel: Waarom brengen we mensen bij elkaar? Wat is de beste uitkomst die we kunnen voorstellen? Een resultaat hoeft lang niet altijd direct een oplossing te zijn. Vaak is alleen al het gezamenlijk ontdekken van vragen die er echt toe doen een waardevolle uitkomst. Deelnemers: Wie nodigen we uit om de doelen van het gesprek te bereiken? Welke andere mensen voegen een waardevol perspectief toe aan het gesprek?
Principe 2. Creëer een uitnodigende omgeving Het is belangrijk om een omgeving te creëren waarin mensen zich op hun gemak voelen. Dit is een voorwaarde voor deelnemers om hun uiterste best te doen bij het gezamenlijk meedenken, praten en luisteren. In de uitnodiging zet je de startvraag. Formuleer de vraag eenvoudig en positief zodat deze nieuwsgierigheid opwekt en zorg dat er geen eenduidig antwoord op te geven is. Laat deelnemers weten dat het geen gewone bijeenkomst is maar een waar met plezier, toewijding en creativiteit gewerkt zal worden en waar ieders bijdrage er toe doet. Maak met eenvoudige middelen een café ambiance door bijvoorbeeld kaarsen op de tafels te plaatsen en koffie en thee te serveren.
Principe 3. Onderzoek vragen die er echt toe doen Vragen die ertoe doen zijn vragen die duidelijk zijn, je aan het denken zetten, energie opwekken, tot focus leiden, aannames blootleggen en nieuwe mogelijkheden genereren.
Principe 4. Ieders bijdrage wordt aangemoedigd De tafels worden met opzet klein gehouden om ervoor te zorgen dat iedere deelnemer voldoende gelegenheid heeft om bij te dragen. Voor de eerste ronde kan een talking object worden ingezet (bijvoorbeeld een steen of een pen). Zo’n talking object wordt door de spreker vastgehouden tijdens het praten, zodat de groep weet dat je niet kunt onderbreken. Het voorwerp wordt in het midden van de tafel gelegd of doorgegeven aan de spreker die erna het woord wil nemen. Deelnemers worden door de gastheer/vrouw aangemoedigd om naar elkaars ideeën te luisteren.
Principe 5. Verbind de diverse perspectieven Het feit dat deelnemers in verschillende rondes van tafel tot tafel gaan, waarbij zij zorgen voor kruisbestuiving van ideeën doordat zij inzichten, thema’s en vragen meenemen in nieuwe conversatierondes is een van centrale onderscheidende kenmerken van de werkvorm World Café. Licht daarom als gastheer/vrouw de regels van deze werkvorm kort toe. Moedig deelnemers aan om inzichten direct vast te leggen.
De kracht van buurtontmoeting Kennisbronnen
53
Principe 6. Gezamenlijk luisteren Om te komen tot gezamenlijke inzichten en om patronen te herkennen in op het oog rommelige mindmaps is het noodzakelijk om te werken aan een competentie die de oprichters van World Café aanduiden met de term ‘dynamisch luisteren’. - Luister om te leren: probeer van iedere deelnemer iets te leren - Luister naar verschillen: zie verschillende perspectieven als geschenk, omdat deze een goede voedingsbodem vormen voor onvoorziene mogelijkheden. - Luister met erkenning: om voort te bouwen op bijdragen van anderen, is het nodig om goed te luisteren naar bijdragen van anderen en die gedachten over te nemen. - Luister naar verbanden: om tot de diepere betekenis van individuele bijdragen te komen is ‘gezamenlijk luisteren’ noodzakelijk. Herinner deelnemers eraan om naar collectieve inzichten te luisteren en patronen te ontdekken. - Reflectief luisteren: moedig deelnemers aan in stilte na te denken over alle bijdragen en/of de vraag: Wat is in het centrum van ons gesprek?
Principe 7. Deel de gezamenlijke ontdekkingen die geoogst zijn Gastheren/vrouwen benoemen in een plenaire sessie met hulp van de deelnemers een synthese van de gedachten uit de verschillende rondes.
Principe 8. Kom tot doelgerichte actie-planning Iedere actie wordt toegewezen aan een buurtbewoner (actie-eigenaar) die de actie uitvoert. Deze actie-eigenaar draagt zorg voor voortgang en evaluatie.
Bron: Brown, J., & Isaacs, D. (2005). The World Café. Shaping our futures through conversations that matter. San Fransisco, CA: Berrett-Koehler.
De kracht van buurtontmoeting
54
4.7 Interactief presenteren Presenteren is je standpunten duidelijk formuleren en deze overdragen aan een groep. Om een goede presentatie te kunnen geven volgen hieronder een aantal handreikingen. Bedenk wat je wil bereiken: doel Denk na over het doel van je presentatie. Vragen die jezelf hierbij kunt stellen zijn: Wat wil ik bereiken met mijn presentatie? Wil je de nieuwe bezoekers over het reilen en zeilen in het ontmoetingspunt informeren? Dan is je doel kennis overdragen. Wil je budget van de gemeente loskrijgen voor een project? Dan is je doel overtuigen. Het doel van de presentatie bepaalt de inhoud en de vorm. Noem jouw doel tijdens de inleiding van de presentatie. Bedenk wat je wilt vertellen: centrale boodschap Tijdens een presentatie krijgen de ontvangers veel informatie over zich heen, het is daarom belangrijk om een scherpe centrale boodschap te formuleren. Dit is een boodschap die na afloop van de presentatie in ieder geval moet blijven hangen. Leef je in je publiek in: benadering en interactiviteit Ieder publiek vraagt om een andere benadering. Stel je zelf vragen als: Wie is mijn publiek? Wat weten zij al van het onderwerp? Hoe staan ze er tegenover? Door deze vragen te beantwoorden kun je de inhoud en de opbouw van je presentatie beter laten aansluiten bij je publiek. Probeer je presentatie zo interactief mogelijk te maken. Leg je toehoorders stellingen voor of vraag ze naar hun ervaringen. Op die manier kom je ter plekke meer te weten over je publiek en kun je hierop ingaan. Ook kun je beeld, filmpjes of een heldere powerpoint gebruiken om je verhaal te ondersteunen. Structuur van je presentatie: inleiding, kern, slot Een goede presentatie bestaat uit een inleiding, kern en een slot. In de inleiding leg je uit wie je bent, wat je gaat vertellen, hoe lang je aan het woord zult zijn en op welke momenten het publiek vragen kan stellen. De kern bevat de meeste informatie. Het is dan ook van belang om hoofd- en bijzaken te onderscheiden zodat het publiek jouw verhaal goed kan volgen. Herhaal je belangrijkste standpunten een paar keer in iets andere bewoordingen en geef concrete beeldende voorbeelden. Dit werkt verhelderend en zo kunnen de luisteraars de hoofdpunten beter onthouden. In het slot werk je naar een conclusie toe. Maak daarbij een vertaalslag naar de groep. Wat wil je ze meegeven en wat verwacht je dat ze gaan doen?
De kracht van buurtontmoeting Kennisbronnen
55
5 Literatuurlijst
De kracht van buurtontmoeting Literatuurlijst
56
Althof, A., & Setz, R. (2011). Interactief presenteren. Een persoonlijke masterclass. Culemborg: Van Duuren Management. Bohm, D. (2004). On Dialogue. New York: Routledge. Brown, J. & Isaacs, D. (2005). The World cafe. Shaping our Futures Through Conversations That Matter. San Fransisco, CA: Berrett-Koehler Publishers. De Grood, D.J., & Iedema, J. (2010). Presenteren? Alles mag! Werkboek voor Boeiende Presentaties: Van Idee Tot Applaus. Den Haag: Sdu. Dixon, N.M. (2000). Dialoog op het werk. Een gids voor managers. Amsterdam: Nieuwezijds. Dormans, Y., Koster, L., & C. Ortmans (2013). De verbindingen van het BOP. Onderzoek naar de ervaringen en het gebruik van buurtontmoetingspunten en hun omgeving in Regio Rivierenland. Minor scriptie: HAN. Freire, P.(1984). Pedagogy of the Oppressed. New York: Continuum. Gustavsen, B. (1986a) Social research and participative dialogue, in Heller, F. (1986). The use and abuse of social science. London: Sage. Heessels, M., Janssen, J., Jansen, E. (2012). Een huis zonder drempels. Vraagpatronen onderzoek naar buurtontmoetingspunten in de regio Rivierenland. Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief, Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hortulanus, R. Machielse, A. & L. Meeuwesen. (2000). Eenzame naasten. In: Wie is mijn naaste? Het Sociaal Debat, deel 2. Den Haag: Elsevier. Pp. 53-67. Hospers, G.J. & Reverda, N. (2012). Krimp, het nieuwe denken. Bevolkingsdaling in theorie en praktijk. Boom Lemma: Den Haag. Janssen, C., Hage, L., Jansen, C., Sengers, S., & K. Hendriks. (2013). De kracht van buurtontmoeting. Onderzoek naar de waardering van de gebruikers van buurtontmoetingspunten in Regio Rivierenland. Bachelor scriptie: HAN. Kal, D. (2011). Methodebeschrijving kwartiermaken, Databank effectieve sociale interventies, Utrecht: Movisie. Zie ook www.movisie.nl/effectievesocialeinterventies geraadpleegd op 01/07/2013. Linders, L. (2009). De betekenis van nabijheid. Een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt. Den Haag: Sdu Uitgevers.
De kracht van buurtontmoeting Literatuurlijst
57
Mezirow, J. (1990). Fostering critical reflection in adulthood. A guide to transformative and emancipatory learning. San Fransisco: Jossey-Bas. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2011). Welzijn Nieuwe Stijl. Den Haag: VWS. Nijhof, G. (2000). Levensverhalen. Over de methode van autobiografisch onderzoek in de sociologie. Amsterdam: Boom. Poorthuis, A., & Van der Bijl, C. (2006). Van netwerkanalyse naar organisatieroutine. In: Poorthuis, A. (red.). De kracht van de netwerkbenadering: een dynamische en inspirerende kijk op de organiserende samenleving. Assen: van Gorcum. Rijksoverheid (2013a),’Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten’, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-wet-bijzondere-ziektekosten-awbz, geraadpleegd op 23-05-2013. Rijksoverheid (2013b),’Wet Maatschappelijke ondersteuning' http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-maatschappelijke-ondersteuning-wmo’, geraadpleegd op 23-05-2013. Schalock, R.L., Verdugo Alonso, M. A., & Keith, K.D. (2002). Handbook of quality of life for human service practitioners. Washington: American Association on Mental Retardation. Scholtens, G. (2007). Acht keer kwartiermaken. Een verkennend onderzoek naar de methodische aspecten van kwartiermaken. Amsterdam: SWP. Steyaert, J., & Kwekkeboom, R. (2012), De zorgkracht van sociale netwerken, Utrecht: Movisie. Van Biene, M. (2005). Wederkerig leven. Onderzoek naar georganiseerde leerondersteuning voor mensen met een verstandelijke beperking en de professionals. Delft: Eburon.
De kracht van buurtontmoeting
58