De Konvo Een uitgave van het KNNV Amersfoort e.o. nummer 33 september 2013
Van de redactie In deze Konvo veel aandacht voor gebeurtenissen tijdens de Spetterexcursie, de inmiddels traditionele excursie naar een natuurgebied in de buurt. Deze keer was landgoed Appel aan de beurt. Voorts een artikel over de zeldzame Pilvaren, een artikel over de mogelijkheid om subsidie voor groene activiteiten binnen te slepen, en - vanwege een rechtstreekse plak- en knipmethode helemaal achteraan - een uitgebreid artikel over de inventarisatie van korstmossen in de Soester duinen. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
we hopen het uiteraard niet – ziek zijn of om dwingende redenen niet aanwezig kunnen zijn, dan wordt de uitslag van de fotowedstrijd sowieso bekend gemaakt. Een reden te meer om naar de jaarvergadering te komen. Joop de Wilde ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Stem Egeltuin of Tegeltuin
Van de voorzitter Uitslag fotowedstrijd komt er aan De uitslag van de fotowedstrijd van de KNNV, afdeling Amersfoort e.o. laat helaas enige tijd op zich wachten. Dit heeft een legitieme reden. Ons bestuurslid Wim de Lange, specialist bij uitstek op het gebied van fotografie, zou tijdens de laatste ledenvergadering van de afdeling de uitslag bekend maken, maar lag helaas ziek op bed. Een tweede mogelijkheid was om de uitslag bekend te maken tijdens de Spetterexcursie op 1 september. Helaas kon Wim die dag niet aanwezig zijn. De uitslag had natuurlijk bekend gemaakt kunnen worden door bijvoorbeeld ondergetekende of een ander lid van het bestuur, maar dat wordt lastig als de meeste bestuursleden zelf aan de fotowedstrijd meedoen. Gelukkig staat de datum van de eerst volgende ledenvergadering van de afdeling in de agenda van Wim de Lange. Mocht hij –
Met het project Egeltuin of Tegeltuin? doet de KNNV mee aan de prijsvraag van Groen en Doen. Acht projecten met de meeste stemmen maken kans op 25.000 euro. Wij staan nu bovenaan. Om de eerste plek te behouden, hebben we nog veel meer stemmen nodig. Stem ook en maak dit landelijke project mogelijk. Stemmen kan tot 29 september. STEM HIER: www.groenendoen.nu/projecten/1117/egelt uin-of-tegeltuin
Van ringwal tot pluimvoetbij door Kees Quaadgras Koffie met perentaart en pecannotentaart stonden 1 september klaar voor de rond dertig deelnemers aan de Spetterexcursie. De taarten waren weer van de bekende Bart Ipingkwaliteit.
Leendert de Boer geeft uitleg. Foto: Henri Lindenhof
Na de koffie gaf Leendert de Boer een uitgebreide en interessante inleiding over de historie van Appel, het landgoed binnen de driehoek Nijkerk, Putten en Barneveld waar de ruilverkaveling nog niet heeft toegeslagen. Dit laatste geldt ook andere landgoederen in deze streek, waar onder Gerven, Blarinckhorst, De Ridder, Renselaer en Oldenaller. Zo doende zijn veel historische plekjes bewaard gebleven. Een geoefende waarnemer ‘leest’ het terrein en ontdekt zo de bolle vormen van akkers, wallen met ge-
riefhout en restanten van zandverstuivingen. Zo ontdekte Leendert de Boer, IVN’er uit Nijkerk, een duizend jaar oude schans, een ringwal die de boeren moest beschermen tegen rondzwervend gespuis en wilde dieren. De ringwal archeologisch doorzocht en dat leverde een oude boerderij en een spieker op. Een spieker is een
voorraadschuur voor granen. Deze stond op een eilandje binnen de ringwal, opdat de muizen er niet bij konden komen. De Boer deed jarenlang onderzoek naar de geschiedenis van het gebied en schreef het boek Landschapsjuwelen. Daar in gebruikt hij de persoon van een pionierende boer uit de veertiende eeuw om de strijd tegen de natuur, het leven van die natuur, de religieuze beleving, gebruiken en ge-
Natuuronderzoek met pollepel. Foto: Henri Lindenhof
woontes uit die periode te beschrijven. Na de presentatie brachten de KNNV’ers een bezoek aan de ringwal waarna het tijd was voor de weer door Bart Iping bereide gevarieerde en lekkere lunch, met onder andere prei- en zalmtaart en verschillende quiches. Vervolgens per auto naar de natte heidevelden van landgoed Appel, die gewoonlijk voor het publiek zijn gesloten. Bij wijze van uitzondering kregen we toestemming dit bijzondere gebied te betreden. Als snel bleek het gebied niet nat, maar kurkdroog te zijn; het gevolg van een langdurige periode zonder regen. Dus we vonden ze wel, de zonnedauw, orchideeën, zegges, biezen en
russen, maar stuk voor stuk uitgedroogd. Onder een dikke laag alg was het nog vochtig. Daar zat een mooi groen kikkertje. Het gebied is een van de weinige plekken waar – buiten het wildpark De Hoge Veluwe – het edelhert voorkomt. Van deze dieren troffen we inderdaad meerdere sporen aan. Het hoogtepunt kwam, zoals het hoort, op het laatst: twee kolonies met pluimvoetbijen. Prachtige beestjes. Overal in het terrein lagen en zaten KNNV’ers op hun knieën voor de kleine holletjes van de solitaire bijen, de fototoestellen in de aanslag. De bijen beloonden de moeite en lieten zich goed zien. Na nog een bezoek aan een meertje, waar verschillende libellen werden gezien, kwam er een einde aan een geslaagde dag. Met applaus voor de organisatoren Joop de Wilde en Arie van den Bremer. En voor gids Leendert de Boer.
Opwinding over exoot
Nog een bijzondere vondst
door Kees Quaadgras
door Arie van den Bremer
Grote opwinding: op het heideveld werd een soort ‘Venus vliegenval’ ontdekt, een plant die met flinke, aan de bovenkant open buizen, insecten opslokt.
Natuurlijk was het een exoot, uitgezet door een onbekende grappenmaker, of wie weet, een wetenschapper die eens wilde kijken of deze plant zou aanslaan. Floron maakte al in het najaar van 2011 in een natuurbericht duidelijk dat het om een bekerplant gaat, waarschijnlijk van het geslacht Sarracenia: “De plant doet exotisch aan en behoort dan ook niet tot onze inheemse flora. Toch werd hij ‘in het wild’ aangetroffen. In een natuurontwikkelingsgebiedje in het midden van het land.” “De merkwaardige aanblik van de planten is niet de enige verassing. Bekerplanten zijn vleeseters, net als de wel inheemse zonnedauw. Zij kunnen in hun voedingsbehoefte voorzien door insecten in hun bekervormige kelk te vangen en met enzymen te verteren.” “Dergelijke soorten horen thuis in NoordAmerika, maar weten na aanplant soms in onze regio te overleven.”
Tijdens onze spetterexcursie in het natuurgebied Appel in Nijkerk zagen we naast de Kleine zonnedauw nog twee vleesetende planten. Een ervan was al vorig jaar ontdekt. Zie het artikel van Kees Quaadgras. De andere, met een wel zeer bijzondere vormgeving, stond er in de buurt. Het leek op een kluster knolletjes. Op elk knolletje zaten een paar rechtopstaande steeltjes van tien tot vijftien centimeter lang. De top van dat steeltje wikkelde zich af zoals sommige varens dat doen. Het lijkt op de kop van de staf van Sinterklaas maar dan hooguit drie millimeter groot. De steel zat vol met klierhaken waarmee insecten aan de stengel worden geplakt. Heel mooi om te zien. Er stonden tien tot vijftien van deze polletjes. Na wat zoekwerk door Leo Spier kwam de naam Drosera filiformis. Knap gevonden. Een exemplaar is intussen naar Naturalis in Leiden, voor onderzoek naar herkomst en dergelijke en opslag in hun herbarium.
In de luwte van de houtwal van het eerste natuurgebied vlogen de volgende dagvlinders: ongeveer twintig kleine koolwitjes, zo’n tien klein geaderde witjes, rond de tien grotekoolwitjes, twee atalanta’s en (waarschijnlijk twee) oranje luzernevlinders. We zagen drie rupsen, allen Acronictasoorten: 1. de rood-wit-zwarte is de Acronicta rumicis (Zuringuil) 2. met de gelige haarbosjes: Acronicta auricoma (Goudhaaruil) 3. Acronicta psi (Psi-uil)
Bij de Floron zijn ze niet erg blij met de twee vleesetende planten. Ze zijn naar Nederland gehaald vanuit Noord-Amerika en door een ‘gek”’daar waarschijnlijk gezaaid. De Floron vindt dit natuurvervalsing. Je kan daar inderdaad een discussie over voeren. Het is steeds weer de vraag wanneer een plant een wilde plant is. Dan komen begrippen als stinzenplanten, exoten, kruisingen, invasieven, cultuur- en tuinplanten en dergelijke aan de orde. Een lastige maar wel altijd boeiende discussie . ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Weinig vogels door Alice van Hunnik Aan vogels hebben we weinig kunnen waarnemen, het was erg stil. Ik noteerde: Grote bonte specht, Boomkruiper, Houtduif, Staartmees, Pimpelmees, Koolmees en Zwartkop. Atty en ik waren op de fiets en hebben er onderweg nog aan kunnen toevoegen: Buizerd en Huismus bij Appel, Havik langs Kallenbroekerweg, Aalscholver bij Barneveldse beek en een roepende Raaf bij Groot Zandbrink.
De Pluimvoetbij door Rob Reijnders Op een hoge droge plek van landgoed De Appel troffen we een hele kolonie Pluimvoetbijen aan. Voor mij geheel onbekend en dus dook ik in het ‘web’,
met onderstaand resultaat. Van de vele soorten wilde bijen die er zijn is de Pluimvoetbij het makkelijkst te herkennen. Hij heet Dasypoda hirtipes. Maar de Franse naam is veel welsprekender: Abeille à culotte. Dus een bij met de broek aan. Dit komt doordat de vrouwtjes opvallende, dicht opeen geplaatste lange oranje haren aan de achterpoten hebben. Vandaar ook de naam Pluimvoetbij. Voorts hebben zij duidelijke lichte haarbandjes op hun donker behaarde achterlijf. De mannetjes hebben geen pluimvoeten,
maar hebben over het hele lichaam okerbruine haren. De haren in het gezicht zijn licht en de poten zijn lang en rank. De antennes van de mannetjes zijn langer dan die van de vrouwtjes. Mannetjes kunnen slapend in bloemen worden gezien, vrouwtjes slapen meestal in hun nestgang. Ze vliegen van begin juni
tot begin september; daarna gaan ze allemaal dood. Oligolectisch... Deze bijen komen algemeen voor op open, zandige terreinen en in de kustduinen, maar ook in de steden, als er maar zand is. Ze zijn oligolectisch: ze bezoeken een beperkt aantal planten. In dit geval alleen composieten, met een voorkeur voor gele bloemen. De Pluimvoetbijen zijn solitair, maar nestelen toch graag met soortgenoten bij elkaar, zoals
de pollenbal omgevormd. Weer later krijgt de pollenbal haar karakteristieke vorm met drie ‘pootjes’. Een eitje van vijf, zes millimeter wordt in de lengte boven op de pollenbal gelegd. Nadat alle eitjes gelegd zijn sterven de bijen.
bijgaande foto uit Appel toont. De vrouwtjes maken en onderhouden, ieder afzonderlijk, een nest. Hoe zij dat behendig graven is een prachtig gezicht. Met haar voorpoten werkt ze het zand onder haar achterlijf, waarna het met de behaarde achterpoten, als met een soort roeispan, opzij wordt gedrukt. Met haar middelste poten loopt ze daarbij achteruit. Een nest bestaat uit een twintig tot vijftig centimeter diepe hoofdgang, met zijgangen van tien tot vijftien centimeter, waar aan een tot vier broedcellen liggen. Een broedcel is ovaal van vorm en is ongeveer 17 millimeter lang en een centimeter breed. Het vrouwtje kan met haar behaarde poten grote hoeveelheden stuifmeel vervoeren. Zij bevoorraadteestal een broedcel per dag en is vooral actief in de morgen. Ze maakt zes tot tien voedselvluchten per dag en sluit daarna – iedere dag – het nest af. Tijdens de laatste dagvlucht wordt geen stuifmeel verzameld; waarschijnlijk verzamelt ze op die vlucht slechts voedsel voor eigen gebruik. Het per broedcel verzamelde stuifmeel wordt later met nectar tot een zogenaam-
De incubatietijd van een ei is zo’n zes dagen. De larve eet een dag of zeven van de pollenvoorraad en overwintert als rustlarve, zonder cocon. Volgend jaar mei verpoppen de larven zich. Dit duurt vijf tot zes weken. De larven moeten dus zichzelf redden. Er zijn geen werksters, zoals bij de honingbij, die de larven voeren. Uit de laatste (voorste) broedcellen komen als eersten de mannetjes. Ze kunnen daardoor direct paren met de later uitgevlogen of nog uitsluipende vrouwtjes. De mannetjes patrouilleren zeven tot twaalf langs de nestplekken en vliegplanten van de vrouwtjes. Ze herkennen de vrouwtjes vooral aan hun geur en de opvallende scheenbeharing. Copulaties duren niet langer dan een minuut. Een vrouwtje paart maar een keer en weert mannetjes daarna af door haar achterpoten hoog te houden en haar achterlijf naar binnen te krommen. In tegenstelling tot sociale insecten, zoals de honingbijen en gewone wespen die in echte kolonies leven, zijn solitaire bijen zoals de Pluimvoetbij zachtaardig. Ze zullen eerder vluchten dan agressief zijn. Ze hebben immers geen koningin of honingvoorraad te verdedigen. Hun angel kan de menselijke huid bovendien niet doorprikken.
Gras? Zeldzame Pilvaren! door Joop de Wilde Het kan raar lopen. Het begon met de Stichting Utrechts Landschap die voor haar vrijwilligers een excursie in de omgeving van Kasteel Stoutenburg organiseerde. De bezoekers werden ingedeeld in verschillende groepjes die elk naar een ander gebied op het landgoed gingen voor een natuurwandeling. De groep waar ik deel van uitmaakte wandelde langs de Barneveldsebeek en door de aangrenzende weilanden. Onder de deelnemers was ook een florist die in het verleden voor het Utrechts landschap een inventarisatie had uitgevoerd in een van de weilanden. Hij was nog steeds enthousiast over de vondst van een heel bijzondere varensoort: de Pilvaren. Met de neuzen op de grond Die wilden wij natuurlijk graag zien. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het plantje is niet groter dan zo’n vijf tot zes centimeter en zoek dat maar eens terug in een gigantisch groot, bloemrijk, nat weiland. Wel is het zo dat de Pilvaren redelijke matten kan vormen, maar dan nog valt het niet mee.
Aan de voet van de bladbundels vormt de Pilvaren sporenkapsels die pilvormig zijn.
Het lukte. De plant werd teruggevonden en al snel lagen we met onze neuzen op de grond om voor de eerste keer in ons leven een Pilvaren te aanschouwen. Zoals gezegd: ieder plantje apart niet groter dan zo’n vijf centimeter. Je hoeft je niet te schamen als je de eerste keer denkt met een gras of een kleine bies te maken te hebben. De plantjes verkeerde niet in een al te beste conditie. Waren bijna zwart verkleurd. Duidelijk bleek waar de naam Pilvaren zijn oorsprong vond. Aan de voet van de bladbundels vormt de plant sporenkapsels die lijken op ronde pilletjes. Op de een of andere manier fascineerde dat plantje mij en dat bracht de vraag naar boven: “Als het hier staat zou het dan ook niet in het Schammer voor kunnen komen?” De varen groeit namelijk regelmatig op plekken die pas zijn afgegraven en plaatsen die regelmatig onder water staan. Er bestaat ook een voorkeur voor ijzer- of kalkhoudend (kwel)water. Binnen het Schammer zijn dergelijke plekken uiteraard wel te vinden. Ik nam mij voor er naar te gaan zoeken.
Typisch voor varens is de wijze waarop de plant nieuwe bladstelen als het ware ontrolt. Dat is ook bij de Pilvaren het geval.
Een week later organiseerde Erik van Beers van de gemeente Amersfoort een inventarisatietocht naar het Schammer. Tijdens die tocht kwamen we ‘stukjes gras’ tegen waarvan niemand wist welk ‘gras’ het was. Ik besloot een stukje mee naar
huis te nemen. Thuis gekomen direct een stukje onder de bino gelegd. Toen zakte mijn mond zachtjes open van verbazing. Ik keek naar een ‘grasstengel’ die was opgerold zoals een ontluikende varen. Mijn hart tikte wat sneller en direct verplaatste ik het materiaal onder de bino naar beneden zodat het wortelstelsel in beeld kwam. EN JA HOOR! Daar zaten de pilletjes. Pilvaren dus. Ook in het Schammer. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Start Groen en Doen 2013 De KNNV-afdeling Amersfoort e.o. kreeg vorig jaar twee vouchers van € 1.000,- toegekend, voor de aanschaf van vijf stereomicroscopen, generator met doek voor nachtvlinderonderzoek en bijdrage Natuuracademie 2013. Het bestuur beraadt zich over aanvragen 2014. Individuele leden kunnen ook een voucher aanvragen, maar liever niet namens de KNNV, tenzij in overleg met het bestuur. Als een individuele vraag gelinkt wordt aan de KNNV wordt dat al snel als een KNNV–aanvraag beschouwd en dat kan tot afwijzing van een de vouchers leiden en dat is in niemands belang. Een aanvraag kan bijvoorbeeld dienen voor een cursus bomen knotten. Als er een link met de KNNV nodig is, dan graag in overleg met het bestuur, via Arie van den Bremer. De navolgende tekst is overgenomen van de website Groenendoen van het ministerie van Economische Zaken. Groene vrijwilligers kunnen vanaf 15 augustus weer meedoen met de Groen en Doen prijsvraag en tussen 1 oktober en 15 november subsidies aanvragen. EZ heeft in haar begroting van 2013 opnieuw 2 miljoen euro beschikbaar gemaakt voor vrijwilligersactiviteiten op het gebied
De pilvaren kan matten vormen waar duizenden planten deel van uit kunnen maken. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
van natuur- en landschapsbeheer. Met deze actie onderstreept staatssecretaris Dijksma haar voornemen om natuur een plek te geven midden in de samenleving: een kernpunt van de natuurvisie die ze begin 2014 uitbrengt. Groen en Doen toont hoe leuk het is samen te werken aan groen en stimuleert vrijwilligerswerk op het gebied van natuuren landschapsbeheer. Op www.groenendoen.nu delen deelnemers ervaringen en activiteiten. De blogs, foto’s en kaart maken duidelijk hoeveel vrijwilligers zich actief inzetten. Prijsvraag Vrijwilligers of vrijwilligersorganisaties kunnen tot en met 29 september projecten aanmelden en stemmen werven voor de Groen en Doen prijsvraag. De acht projecten met de meeste stemmen worden beoordeeld door een jury. Zij maken kans op prijzen van €25.000,- en €5.000,-. Vouchers voor opleidingsactiviteiten Van 1 oktober tot en met 15 november mogen vrijwilligers(organisaties) vouchers aanvragen voor opleidingsactiviteiten op het gebied van natuur- en landschapsbeheer. Dit jaar reikt Groen en Doen 750 vouchers uit t.w.v. €1.000,-. Opleidingsactiviteiten kunnen uiteenlopen van cursussen oeverplanten determineren en weidevogels herkennen tot opleidingen heggenvlechten.
Herken wadvogels met gratis app De Vogelbescherming Nederland heeft een gratis digitale vogelgids uitgebracht. Deze app richt zich vogels die in het waddengebied voorkomen.
Film De Nieuwe Wildernis: Korting voor KNNV-leden Twee jaar lang filmen in de Oostvaardersplassen leidde tot een natuurfilm zoals die nog nooit in Nederland is gemaakt. Donderdag 26 september is de publiekspremière tijdens het Nederlands Film Festival in Utrecht. KNNV-leden betalen € 9 in plaats van € 11. Bestel HIER uw kaarten (http://www.filmfestival.nl/publiek/festival/ta lks-events/speciale-acties/knnv/) met de speciale actiecode: KNNV2013_2000. Ook theater De Lieve Vrouw vertoont de film.
De app bevat 180 illustraties van Elwin van der Kolk en een determinatiemethode. De app is onderdeel van het project Rust voor vogels, Ruimte voor mensen, waarmee de vogelbescherming en vijf andere natuurorganisaties de omstandigheden voor vogels in het waddengebied willen verbeteren en tegelijkertijd de natuurbeleving voor recreanten vergroten. Voorts heeft de app een gps-functie die naar mooie vogelgebieden verwijst plus een getijdentabel. De app is ook geschikt voor een tablet. De filosofie achter de app: hoe meer mensen genieten van vogels en natuur in het waddengebied, hoe groter de steun voor behoud en herstel. Een demonstratiefilmpje en meer informatie op www.vogelbescherming.nl/waddenapp.
Zie voor de filmtrailer www.denieuwewildernis.nl . ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Landelijke Dag Sovon in Ede De Landelijke Sovondag is het jaarlijkse evenement voor vogeltellers en andere actieve natuurliefhebbers. De dag heeft plaats op zaterdag 30 november in de Reehorst te Ede. Naast veel lezingen zijn er tal van stands van vogelwerkgroepen, organisaties en handelaren met boeken, tijdschriften, kijkers, reizen en informatie. Ook is er een actief jeugdprogramma.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Filmpje kerkuil http://www.youtube.com/watch_popup?v= mWhD5bc6Fmg&vq=large
Informatie over de KNNV De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) is een vereniging voor veldbiologie en houdt zich actief bezig met natuurbeleving, natuurstudie en natuurbescherming. Jong en oud kunnen er terecht. Onder de leden zowel vakmensen als liefhebbers die meer willen weten. De KNNV verzorgt excursies, kampen, reizen, lezingen en inventariseert natuurgebieden. Leden ontvangen het verenigingsblad Natura dat zes keer per jaar verschijnt, met informatieve artikelen over natuur, natuurbescherming, boekbesprekingen en nieuws uit de vereniging. KNNVleden krijgen kortingen op boeken uit de eigen KNNV-Uitgeverij. Landelijk bezoekadres Boulevard 12 3707 BM Zeist Postbus 310, 3700 AH Zeist Tel. 030 - 231 47 97 Fax 030 - 236 89 07 E-mail
[email protected] Lidmaatschap Het lidmaatschap van de vereniging kost 28 euro per jaar voor leden en 14 euro voor huisgenootleden. Het is mogelijk donateur te worden van de afdeling voor minimaal 10 euro per jaar. Huisgenootleden ontvangen niet het blad Natura, maar kunnen wel aan alle activiteiten deelnemen. Aanmelden als lid bij Han Schippers, Klein Klaasjestraat 6, 3813 MX Amersfoort, Email :
[email protected] . Het gironummer is 64 62 41 ten name van de KNNV afdeling Amersfoort. Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden gemeld aan de ledenadministratie. Dit geldt ook voor opzeggingen en wel vóór 1 november.
Advertenties zijn mogelijk. Adverteerders kunnen contact opnemen met de redactie. De KNNV Amersfoort heeft een eigen website: www5.knnv.nl/amersfoort. Webredacteur: Wim de Lange E-mail:
[email protected] Webmeester: Rogier Foyer E-mail
[email protected] Bestuur Voorzitter: Joop de Wilde Tel. 033 494 21 26 E-mail:
[email protected] Secretaris: B. (Bart) Iping Tel.033-8795070 E-mail :
[email protected] Penningmeester: H. (Han) Schippers Tel. 033 - 480 52 61 E-mail :
[email protected] Bestuurslid: Arie van den Bremer Tel. 033 - 432 57 00 E-mail
[email protected] Bestuurslid E.(Erwin) B. Adema Tel. 033 - 46 57 009 E-mail:
[email protected] Bestuurslid: Wim de Lange E-mail:
[email protected]
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Colofon De Konvo is de digitale nieuwsbrief van de KNNV-afdeling Amersfoort en omstreken. De nieuwsbrief verschijnt wanneer er iets is te melden. Redactie: Kees Quaadgras E-mailadres:
[email protected]
Interessante korstmosvondsten, waaronder Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos) en Usnea filipendula (visgraat- baardmos), in de Soester Duinen door Arie van den Bremer en Leo Spier
Inleiding Na de vorming van de Utrechtse Heuvelrug door het landijs in de voorlaatste ijstijd, het Saalien, is er in de laatste ijstijd, het Weich-‐ selien, een pakket zand (dekzand) afgezet door de wind. Toen het ijs zich terugtrok ontstonden bossen en – onder invloed van beheer door de mens – heidevelden. Door te intensief plaggen en overbegrazing van de heide werd de grond plaatselijk vegeta-‐ tie-‐ loos en begon het zand te stuiven. Na de in-‐ troductie van kunstmest raakte het oude potstalsysteem in onbruik en werden veel droge heiden en stuifzanden bebost, of ze groeiden vanzelf dicht. De Korte en Lange Duinen zijn echter grotendeels vrij geble-‐ ven van bos. Zij behoren tot de laatste ge-‐ bieden in Nederland waar actief stuifzand over een groot oppervlak voorkomt. In 1997 zijn de Lange en Korte Duinen door de provincie Utrecht tot aardkundig monu-‐ ment verklaard. De Provinciale weg 413 van Soest naar Soesterberg splitst de Soester Duinen in de Lange Duinen en de Korte Dui-‐ nen. Langs deze weg lag het sa-‐ natorium Zonnegloren. In januari 2000 werden de ge-‐ bouwen van Zonnegloren (in totaal 16.000 m2) gesloopt. Het terrein werd in 2002 deTinitief terugge-‐ geven aan de natuur. Ter plaatse van de ou-‐ de ingang naar het sanatorium is een par-‐ keerplaats aangelegd en daarvandaan is het nieuwe natuurgebied te betreden. Dat vindt zeer intensief plaats, vooral door hondenbe-‐ zitters. Het terrein waar de gebouwen ston-‐ den is voor een groot deel ingeplant met jonge eiken en grove den. Een relatief klein deel tussen het parkeerterrein en de jonge aanplant is vrij van bomen gehouden. De verdere omgeving bestaat uit grove den en meer naar het zuiden liggen de Korte Dui-‐ nen.
In dit artikel wordt beschreven welke korstmossen zijn gevonden op 1) het boom-‐ loze stuk grenzend aan het parkeer-‐ terrein, en 2) tussen en op jonge eiken en beuken daarachter, richting de Korte Dui-‐ nen. Van belang is te melden dat het boomloze deel min of meer een ronde heuvel is met een hoogte van 3 tot 5 meter ten opzichte van de omgeving. Er zijn dus veel hellingen. Wat is er gevonden? Dinsdag 19 maart 2013 zijn we naar het ge-‐ bied gereden. Tijdens een vluchtige ver-‐ kenning een week eerder was al opge-‐ val-‐ len dat er interessante waarnemingen te verwachten waren. Bijvoorbeeld Evernia prunastri (eikenmos) op gras en mos. Het ge-‐ bied is vervolgens vrij minutieus ver-‐ kend en we vielen van de ene verbazing in de an-‐ dere. Na 2 uur waren bijna 40 soorten ge-‐ vonden. Na nog vele malen gezocht te heb-‐ ben, kwamen we op 58 uit. Het resul-‐ taat van onze inspanningen is te lezen in Tabel 1. En dat op een terrein van ca. 100 × 100 me-‐ ter! Bijzondere waarnemingen van terrestrisch groeiende korstmossen zijn vooral die van Cladonia cariosa (knobbelig heidestaartje), Cladonia pyxidata (grof bekermos), Evernia prunasti (eikenmos), Diploschistes muscorum (duindaalder) en Peltigera rufescens (klein leermos). Evernia prunastri f. herinii werd zowel op de grond als op eik gevon-‐ den. Op de stammen van de jonge eikjes troffen we de volgende zeldzaamheden aan: Physcia aipolia (gemarmerd vingermos), Phys- cia stellaris (groot vingermos), Pseudever- nia furfuracea (purper geweimos), Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos), Usnea fili- pendula (visgraatbaardmos) en Usnea sub- floridana (gewoon baardmos).
Tabel 1. Aangetroffen korstmossen. Wetenschappelijke naam Zeldzaamheid volgens BLWG-site Amandinea punctata Arthonia radiata Buellia griseovirens Candelariella concoler Candelariella reflexa Cladina portentosa Cladonia cariosa Cladonia coccifera Cladonia crispata Cladonia fimbriata Cladonia furcata Cladonia grayi Cladonia humilis Cladonia pyxidata Cladonia ramulosa Cladonia scabriuscula Cladonia subulata Diploschistes muscorum Evernia prunastri Evernia prunastri f. herinii Flavoparmelia caperata Flavoparmelia soredians Hypogymnia physodes Hypogymnia tubulosa Hypotrachyna revoluta Lecanora barkmaniana Lecanora carpinea Lecanora chlarotera Lecanora expallens Lecanora symmicta Lecidella elaeochroma Lepraria incana Lepraria lobificans Melanelia subaurifera Melanohalea exasperatula Parmelia sulcata Parmotrema perlatum Peltigera didactyla Peltigera rufescens Phaeophyscia orbicularis Physcia adscendens Physcia aipolia Physcia stellaris Physcia tenella Placynthiella icmalea Placynthiella uliginosa Pseudevernia furfuracea Punctelia jeckeri Punctelia subrudecta Ramalina farinacea
40
Ondergrond
Nederlandse naam
Buxbaumiella 98 (2013)
Ramalina fastigiata Sarcogyne regularis Usnea cornuta Usnea filipendula Usnea subfloridana Verricaria muralis Xanthoria parietina Xanthoria polycarpa
Enkele opmerkingen over bijzonderheden
Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos) Grote Evernia prunastri Evernia prunastri Evernia prunastri Usnea filipendula s.l. weer in Nederland Usnea filipendula
herinii E. prunastri
Ongebruikelijke grondbewoners
Usnea hirta U. filipendula
Hypotrachyna revoluta Parmelia sulcata Physcia tenella Evernia prunastri herinii Punctelia jeckeri
Conclusie
U. filipendula U. chaetophora Usnea filipendula U. filipendula Cladonia cariosa (knobbelig heidestaartje) C. cariosa
Buxbaumiella 98 (2013)
U. cornuta
Literatuur
41
Auteursgegevens: Usnea cornuta Evernia prunastri Parmelia sulcata Abstract Remarkable finds, a.o. Körb. and Stirt., in the Soester Duinen
muscorum furfuracea
Peltigera rufescens Physcia stellaris
Diploschistes Pseudevernia
Usnea filipendula
Enkele foto’s van bijzondere vondsten (alle foto’s: Arie van den Bremer)
Foto 1. Usnea filipendula (visgraatbaardmos).
42
Buxbaumiella 98 (2013)