De KNUROO wenst U een PRETTIG Kerstfeest EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR. L URNSOR vous souhaite un JOYEUX NOËL ET UNE BONNE ANNEE

De KNUROO wenst U een

P

RETTIG Kerstfeest EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR

L’URNSOR vous souhaite un

JOYEUX NOËL ET UNE BONNE ANNEE Die KNVRUO wüncht ihnen

F

ROHE WEINACHTEN UND EIN GLÜKLICHES NEUES JAHR

Rekening nummer KNUROO :

430-0366581-09 : Numéro de compte URNSOR

Sommaire – Inhoud Woord van de voorzitter Mot du Président Museum van het Leger Sectie Marine Musée de l’Armée Section Marine AESOR Congres THUN AESOR Congrès THOUNE Brief 15Nov Dag van de Dynastie &/of antwoordbrief van de Koning Lettre 15Nov Journée de la Dynastie &/ou lettre de réponse du Roi Gidsen & Grenadiers te VOGELZANG Guides & Grenadiers à VOGELZANG DEFENDER XVIII DEFENDER XVIII Nationale Militaire Kompetitie voor Reserve Kaders Compétition Nationale Militaire des Cadres de Réserve Getrainde of niet getrainde reservist? Réserviste entraîné ou non- entraîné? Uitvoerend bureau K.N.U.R.O.O.

Bureau exécutif

U.R.N.S.O.R.

Adressenlijst

K.N.V.R.U.O. Liste d’adresses

K.N.U.R.O.O.

U.R.N.S.O.R.

Naissance - Geboorte:

K.N.V.R.U.O.

Célestin BALFROID - Fils de Vincent et Fatima BALFROID Zoon van Vincent en Fatima BALFROID - Vincent est un membre actif du Cercle de Bruxelles et Administrateur de l’URNSOR Vincent is een actief lid van de Kring van Brussel en Bestuurder van de KNUROO

- Félicitations pour les heureux parents Onze gelukwensen aan de gelukkige ouders

Geachte reserve onderofficieren, Het jaar loopt weer eens naar zijn einde en traditiegetrouw werpen we dan een blik achteruit naar de verwezenlijkingen van het voorbije jaar jaar. Buiten enkele AESOR-activiteiten is het begin van het jaar relatief kalm begonnen om dan naar het einde toe steeds crescendo te gaan. Onze eerste activiteit dit jaar was onze plenaire vergadering op 03 april in MONS. Het deelnemersaantal was niet echt aan de hoge kant maar de reacties die ik gekregen heb waren toch positief. Ook het feit dat LtKol PECHEUX ons zijn visie op de nieuwe reserve heeft komen presenteren heeft van deze dag een gewaardeerde indruk nagelaten. Eind april zijn verschillende reserve onderofficieren terug op de schoolbanken terechtgekomen om hun Hoger Onderofficier (HOO) cursus te doen in Saffraanberg. Deze professionele vorming gebaseerd op het management opleidingen in de burgersector zijn door alle deelnemers als zeer verrijkend ervaren. Dat deze cursussen gemengd waren (beroeps en reservisten) en probleemloos verlopen zijn, bewijst nog maar eens wij op alle vlakken naast de beroeps ons mannetje kunnen staan en dat wij soms zelfs de boventoon halen. In mei te Liverpool en september te Warendorf was het tijd voor onze AESOR-sporters om hun kunnen nog eens te bewijzen. Zij hebben daar laten zien dat zij nog steeds hun basiskennis, hun goede conditie en groepsgeest op peil houden maar zoals overal in de krijgsmacht zouden ook hier enkele jeugdige impulsen zeer welkom zijn. In oktober was dan de topmaand van DEFENDER XVIII en de nationale militaire competitie voor reserve kaders aangebroken. Van DEFENDER kunnen we zonder blikken of blozen zeggen dat deze oefening topklasse gebracht heeft aan vooral buitenlandse maar toch ook aan binnenlandse ploegen. Zowel de basisorganisatie van de mensen van Kring Antwerpen als de invulling van de standen door de Kringen van overal te lande waren van zeer hoge kwaliteit en degelijk afgewerkt. Er werden in totaal 33 ploegen op het terrein gezet waarvan 27 buitenlandse. Alles tezamen stonden er meer dan 200 reservisten op het terrein die in goede cohesie en zonder noemenswaardige problemen samengewerkt hebben. Ik wens dan ook alle organisatoren speciaal te danken voor hun uitzonderlijke inzet en vakbekwaamheid. Amper één week later was het de beurt aan de nationale militaire competitie voor reserve kaders. Met de Marinebasis van te St-Kruis Brugge als uitvalsbasis werd deze oefening over twee dagen uitgespreid. Deze oefening is een co-organisatie van KNVRO en KNUROO en niettegenstaande dat er iets minder deelnemers waren, mogen we ook deze oefening als geslaagd beschouwen. Eind oktober werd er nog door LtKol Pecheux (HRE-DNR) het Joint Event - Employer Support (JEET) georganiseerd te Charleroi. Aangezien één van de problemen van de reserve het vrijaf krijgen (of nemen ) is om aan wederoproepingen deel te nemen was het hier de bedoeling om de werkgevers organisaties nauwer tot de reserve te brengen zodat een groter wederzijds begrip tot stand gebracht zou kunnen worden. Alleszins waren er een indrukwekkend aantal persoonlijkheden aanwezig, zowel van de werkgevers organisaties als van de generale staf. Het is een goed georkestreerd debat geworden waar zowel werkgevers als reservisten hun mening hebben kunnen geven. Op 11 november hebben wij de jaarlijkse “begeleiding van de vaandels” mogen verzorgen te Brussel. Speciaal dank ik hier de Kring van Gent die het grootste aantal deelnemers voor deze belangrijke manifestatie geleverd heeft. Ook nu weer is het een imposant defilé geworden dat volgens sommigen kon wedijveren met het nationaal defilé van 21juli. Op 19november kwam dan opeens het bericht dat LtKol Pecheux zijn mutatie gevraagd had en opgevolgd zal worden in zijn functie als Nationaal Directeur van de Reserve (DNR) door Kol SBH Van der Meeren R. LtKol Pecheux heeft zich jarenlang ingezet voor de reserve en het reglement A84 is zijn geesteskind. Ook langs deze weg wil ik hem te danken voor wat hij voor de reserve gedaan heeft en wens ik hem nog een fijne verdere carrière toe. Tevens wens ik Kol SBH Van der Meeren een hartelijk welkom als nieuwe Nationaal Directeur van de Reserve.

Binnen de krijgsmacht is er al heel wat gereorganiseerd en zijn er al verschillende besparingen doorgevoerd. Dat deze trend zich nog doorzet en ook bij de reserve toegepast wordt is nu voor iedereen wel duidelijk. Wij zullen dus ook in de toekomst onze flexibiliteit en aanpassingsvermogen moeten gaan toepassen. In de komende jaren zullen wij ook inventief moeten zijn om ons te blijven handhaven. De reserve wordt alsmaar ouder en de aanwerving van jonge rekruten voor de reserve is ook geen echt succes. Het zal voor ons van levensbelang zijn dat alle huidige reservisten ook actieve reservisten blijven zodat we op “aantal” kunnen blijven totdat de aanwerving van nieuwe reservisten begint te lopen. Een goede en nauwe samenwerking met de reserve officieren zal nu nog meer dan vroeger een noodzaak zijn waarbij wij zeker de eigenheid van de reserve onderofficier niet uit het oog mogen verliezen. Hoe de reserve er binnen enkele jaren zal uitzien is moeilijk te zeggen maar volgens onze militaire gezagsdragers zullen wij waarschijnlijk terug een nieuwe weg moeten inslagen. We zullen alleszins beslissingen moeten nemen die bepalend zullen zijn voor onze toekomst. Wat ons ledenaantal betreft hebben wij in 2004 alleszins een goed jaar gehad. Dank zij de inzet van de Kringbesturen en onze Nationale S4 Robert Uyttebroek hebben wij dit jaar 100 leden meer kunnen inschrijven in vergelijking met verleden jaar. Samen met de Kringbesturen zullen wij er alles moeten aan doen om deze trend te kunnen doorzetten. Om te besluiten bied ik U allen graag mijn beste wensen voor het nieuwe jaar aan. Dat het een vruchtbaar jaar voor de reserve onderofficieren mag worden Tot binnenkort,

Adjt (R ) André RONSMANS Nationale Voorzitter KNUROO

Chers sous-officiers réservistes, L’année se termine et la tradition veut que nous jetions un coup d’oeil sur les réalisations effectuées. En dehors des activités AESOR, le début de l’année fut calme mais en allant crescendo au fur et à mesure. Notre première activité a été l’AG plénière du 03 avril à Mons. Le nombre de participants n’était pas important, mais les réactions reçues ont été très positives. Le Lt Col PECHEUX y a présenté sa vision de la nouvelle réserve et a fait en sorte que cette journée fut mémorable… Fin avril, différents SOR sont retournés sur les bancs de l’école pour suivre les cours de SO supérieur à Saffraanberg. Cette formation professionnelle basée sur la formation du management dans le secteur civil a été fort appréciée par les participants. Cette formation mixte (actif et réservistes) s’est passée sans problèmes et elle nous prouve encore une fois que les réservistes savent montrer ce qu’ils valent, sur tous les plans. En mai, à Liverpool et en septembre à Warendorf, nos sportifs AESOR ont montré leurs capacités, leur (parfaite) connaissance des notions militaires de base, leur condition physique et leur esprit d’équipe. Capacités toujours bienvenues. Mais comme partout dans les forces armées nous aimerions encore avoir quelques jeunes recrues pour l’AESOR.

En octobre, ce fut le mois des compétitions DEFENDER et la compétition nationale militaire des cadres de réserve. Nous pouvons affirmer que Defender est le must pour les équipes nationales et internationales. L’organisation du cercle d’Anvers ainsi que celle des autres cercles furent remarquables. 33 équipes, dont 27 étrangères étaient sur le terrain. Il y avait plus de 200 réservistes qui ont travaillé dans un esprit de collaboration fructueuse. Je souhaite remercier tout particulièrement les organisateurs pour leurs efforts et leurs compétences. Une semaine plus tard, ce fut la compétition nationale militaire des cadres de réserve. Avec l’aide de la base de la marine de Sainte-Croix, cet exercice s’est étalé sur deux jours. C’est une collaboration URNOR-URNSOR et bien qu’il y ait eu peu de participants, ce fut néanmoins une réussite, dans l’ensemble. Fin octobre, le Lt Col PECHEUX HRE-DNR a organisé à Charleroi le Joint Event Employer Support. Un des problèmes les plus important pour la réserve, à savoir la libération des réservistes pour participer aux rappels, y fut discuté. Le but était de prendre contact avec les employeurs pour qu’il y ait une compréhension réciproque entre l’employeur et le réserviste. Il y avait des personnalités intéressantes aussi bien parmi les employeurs que parmi les réservistes. Ce fut un débat orchestré ou tout le monde à eu l’occasion de dire ce qu’ils pensent. Le 11 novembre, cérémonie à la Colonne du Congrès à Bruxelles. Je voudrais remercier le cercle de Gand pour son importante participation. Ce fut un défilé très important que certains ont pu comparer au défilé national du 21 juillet. Le 19 novembre, nous avons reçu une information du Lt Col PECHEUX qui souhaite réorienter sa carrière militaire. Le Colonel VANDERMEEREN devient le nouveau directeur national de la réserve. Le Lt Col PECHEUX s’est dépensé pendant des années pour la réserve, il est l’instigateur du règlement A84. Par la présente, je voudrais le remercier pour tout ce qu’il a fait et lui souhaiter une bonne suite dans sa carrière. Je souhaite également la bienvenue au Colonel VAN DER MEEREN en tant que directeur national de la réserve. Beaucoup de choses évoluent au sein des forces armées, pas mal d’économies sont réalisées et cette tendance risque de perdurer pour la réserve. Nous devrons donc, dans l’avenir, monter nos capacités de flexibilité et d’adaptation.. Nous devons veiller à rester crédibles. La réserve vieillit et le recrutement de nouveaux réservistes n’est pas franchement un succès. Il est important que, nous, les réservistes actuels restions en nombre. Une collaboration étroite avec les OR sera encore plus nécessaire aujourd’hui qu’hier. Sans pour autant perdre de vue l’identité des SOR. Nous ne pouvons dire de quoi sera constituée la réserve dans les années à venir, mais selon les autorités militaires, nous devrons certainement prendre une nouvelle direction. Nous devrons prendre des décisions qui seront déterminantes pour notre avenir. En ce qui concerne le nombre de membres, 2004 a été un excellent cru. Grâce aux efforts de R. UYTTEBROEK, notre S4 national et aux efforts des cercles, nous avons pu inscrire 100 nouveaux membres. Ensemble, nous devrons continuer dans cette direction. Pour terminer, je vous présente à tous mes meilleurs vœux pour l’année à venir et que celle-ci vous soit très profitable. A bientôt. Adjt (R ) André RONSMANS Président National URNSOR

Inzending MINISTERIE VAN NATIONALE DEFENSIE KONINKLIJK MUSEUM VAN HET LEGER EN DE KRIJGSGESCHIEDENIS

Als verantwoordelijke van de afdeling “Marine” van het legermuseum en van de Krijgsgeschiedenis te BRUSSEL, richt ik me tot U om de herinnering aan onze voorouders in stand te houden. Ik zou U dankbaar zijn, mocht U een bericht in Uw tijdschrift laten verschijnen, met het bericht dat we op zoek zijn naar voorwerpen, marine kledij, foto’s van schepen, van marine basissen enz alles in rechtstreeks verband met de Marine. Deze giften komen dan bij het nationale patrimonium terecht en worden opgenomen in de inventaris van de verzamelde voorwerpen van het museum. Dit bericht geldt evenzeer voor de weduwen van mariniers, die zich vaak ontdoen van deze herinneringen van hun echtgenoot. Hopend op Uw gunstig antwoord dat ons zal aanmoedigen om onze inspanningen verder te zetten verzoek ik U, Geachte Heer, mijn voorname groeten te willen aanvaarden. 1 MR WERISSE Pascal Verantwoordelijke Sectie Marine Koninklijk Leger Museum Tel 02/73707967 9248/7967 Fax 02/73707802 Web : www.KLM-MRA.be

Envoi MINISTERE DE LA DEFENSE NATIONALE MUSEE ROYAL DE L'ARMEE ET D'HISTOIRE MILITAIRE - Demande d'objets et documents Etant responsable de la section « Marine » du Musée de l'Armée et d'Histoire Militaire de Bruxelles (MRA), je m'adresse à vous afin de conserver la mémoire de nos aînés. En effet, je vous serais reconnaissant de faire passer un avis dans votre périodique. signalant que nous recherchons des objets, vêtements de marine, photos de navires, photos de bases navale etc. ayant un rapport direct avec la Force Navale. Ces dons entreraient dans le patrimoine national et seraient repris dans l'inventaire des collections du Musée. Cet avis concernerait également les veuves de marins qui. trop souvent, jettent les objetssouvenirs de leur mari. En espérant une réponse favorable de votre part, qui sera un encouragement à continuer nos efforts, je vous prie d'agréer, Monsieur, mes salutations respectueuses. 1 MR WERISSE Pascal Responsable Section Marine Musée royal de l'Armée Tel 02/737 7967 92428/7967 Fax 02/737 7802 Web : www.KLM-MRA.be

XXI CONGRES AESOR te THUN (Zwitserland) 18-20juni 2004 In het tweede semester van 2203, werden we geïnformeerd dat Zwitserland de zware taak op zich had genomen om het voorzitterschap van AESOR waar te nemen in 2004 en 2005. In vergelijking met het congres te BERLIJN in juni 2002, stelden onze Zwitserse vrienden meteen een schappelijker prijs voor dan deze die het Duitse voorzitterschap hanteerde. Niettegenstaande deze informatie, het bijhorende programma en de schappelijke prijs, bleef het aantal inschrijvingen beduidend laag, hoewel het budget man/ dag op twintig deelnemers voorzag met marsbevel. Hoe kwam dat? Om de verplaatsing naar THUN in de beste omstandigheden te laten gebeuren, gezien de afstand en de beperkte verblijfsduur werd een reis per vliegtuig aangevraagd. Het verzoek werd ingewilligd en een Embraer van de 15 Wing stond ter onzer beschikking Onze bedoeling bestond er in, zoals meestal, om buitenkaders en partners te kunnen meenemen. Een officiële aanvraag werd door de nationale Voorzitter ingediend bij de Minister van Defensie begin april 2004 Ondertussen waren reeds een aantal leden ingeschreven. We kwamen dan ook aan het eervolle aantal van 19 personen: hetzij 15 Res Onderofficieren en 4 partners. Gewoon ongelooflijk . Wat is er dan wel voorgevallen, gezien er slechts 12 Onderofficieren aan het vertrek verschenen? Het antwoord is eenvoudig, gezien het een geheel van verschillende moeilijkheden betreft. Vooreerst ontvingen we een mededeling vanwege HRE-DNR: één der deelnemers was niet in orde wat betreft de 7 dagen militaire wederoproeping in 2003. Hij mocht niet deelnemen aan het congres. Het blijkt snel dat hetzelfde lid “slechts” 5 dagen gepresteerd heeft in 2003. Nochtans had hij de voorgaande jaren er meer dan voldoende verricht. Goed ingelicht inzake de nieuwe procédure, heeft de betrokkene een model B ingediend “a.postériori”. Men nam akte van zijn verzoek en zo diende hij 14 dagen te presteren in 2004 in zijn nieuwe Eenheid, maar pas vanaf de maand juni! Zo wordt het reglement A84 toegepast tot in de puntjes. Een goed gemotiveerde en voorbeeldige Réserve Onderofficier tijdens zijn ganse loopbaan moet thans als voorbeeld te dienen. Er is geen sprake van dat hij zich naar Zwitserland mag begeven… De 14 dagen prestatie dienen het congres vooraf te gaan… Terloops gezegd, hij heeft zijn wederoproeping effectief verricht sinds dien! Germain & Pascal BEUCLER (onze gidsen nos guides)

De belanghebbende werd door ons toedoen hierover geïnformeerd nadat we vooraf de nodige stappen ondernamen om toch nog groen licht voor hem te bekomen, gezien zijn loopbaan. Het was evenwel 19 – 1 = 18 Een ander lid, wel in orde inzake de 7 dagen, haakt zonder meer af. Zonder hierover een oordeel te vellen, acht ik deze houding van een van een volwassene erg zwak. Resultaat: 18 – 1 = 17 Onder tussen verstrijkt er tijd, de gegevens der deelnemers worden de organisatoren gemeld. Plots een onverwachte wending: de aanvraag bij de Minister van Defensie is afgewezen. De Voorzitter wordt hiervan op de hoogte gesteld, 48 h vóór het voorziene vertrek. De burgers of liever de vier partners en één Reserve Onderofficier kunnen hierdoor niet inschepen.

Resultaat: 17 – 5 = 12 Het lijkt zo ergens op een nieuwe uitgave van de “tien kleine negers” van Agata Christie. Eindelijk verzamelen de “ overlevende” op vrijdagmorgen in de Militaire Luchthaven. Mooi weer betekent een goed voorteken voor het XXI ste congres. In afwachting van het vertrek, kruisen we Viceadmiraal M. HELLEMANS, eveneens met zending naar het buitenland. De Voorzitter en ikzelf knopen een gesprek aan bij een tas koffie die hij ons aanbood. Ondertussen is het tijd om te vertrekken. De vlucht verloopt uitstekend. De Embraer landt te BERNBELP, amper 20 km van THUN. Mijn beste vriend, Adj Germain BEUCLER en zijn echtgenote, verwelkomen ons aan de uitgang van de luchthaven. De Belgische delegatie is binnen de tijd aangekomen en wordt ter plaatse gebracht, waar het congres zal verlopen. Het betreft een prachtig en rustig gelegen oord nabij de oevers van het THUNE meer. Daar zullen we bovendien verblijven. Eens voldaan aan de formaliteiten, komt het ontbijt er aan. Germain brengt ons enkele kilometers verder, nog steeds aan de rand van het meer naar een idyllisch oord. Alleen is het lastig om een keuze te maken uit de kaart van het restaurant. Het voldoet volkomen aan onze verwachtingen samen met het prachtige uitzicht over het meer lijkt het meer op een rustgevende vakantie. Aan alles komt natuurlijk een eind. Per autocar begeven we ons vervolgens naar de school van het pantserwapen. Het congres begint met de openingsceremonie. Na de toespraak van de militaire en burgerlijke Overheden wacht ons een verassing. We worden allen uitgenodigd om een bezoek te brengen aan de stimulatoren die gebruikt worden bij de verschillende niveaus, dus van soldaat tot hoger Officier. Dit bezoek laat een overweldigende indruk na bij alle congressisten, inzake beroepsbekwaamheid van deze school. Na een verfrissing wacht ons een tweede verassing. Het treft een actieve demonstratie van de verschillende pantservoertuigen die in gebruik zijn bij het Zwitserse Leger. Het zwaarste tuig is een gemoderniseerde versie van de Leopard II – tank. Nadien kan een gesprek met de bemanningen worden gevoerd, vragen gesteld en kunnen foto’s worden genomen. De tijd vliegt evenwel voorbij zodat we meteen naar de volgend afspraak begeven. Militaire demonstratie Démonstration militaire Deze bevindt zich op het kasteel van THUN, een pracht van een bouwwerk in onberispelijke staat. Na de groepsfoto en nog vóór de receptie in de grote zaal, mogen we het museum op de hoogste verdieping van het kasteel bezoeken. Ik zie ervan af de treden te tellen, gezien het er zoveel zijn. Na afloop van de receptie, wordt het avondmaal aangeboden in de nabij gelegen kazerne. Verder verloopt de avond rustig in onze logies.

De laatste eer wordt bewezen aan adjudant Max Jost Les derniers honneurs sont rendu à l’adjudant Max Jost

Op zaterdagmorgen nemen de 4 officiëlen deel aan de centraal comité vergadering terwijl de andere congressisten aan side-seeing doen. In de namiddag vinden wij hen terug. Dan staat het bezoek van de hoofdstad van Zwitserland op het programma. Bern is een zeer mooie stad, met een rijke historische achtergrond en zeer gastvrij. Onze gids Germain toont ons enkele interessante plekjes die meestal niet door de toeristen bezocht worden. Een bezoek aan een wapenmaker laat ons toe het verschil in cultuur met ons land gewaar te worden als het over wapens gaat.

In de late namiddag is het tijd om in te schepen op de boot die op slechts enkele tientallen meters van ons hotel aangemeerd licht. De Zwitserse organisatie heeft aan alles gedacht, onthaal, orkest en een uitzonderlijke maaltijd. Wij gooien de trossen los en al heel snel worden we verblind door een prachtig Zwitserse landschap. De natuur is wondermooi en de typische alpenhutjes passen hier perfect in het decor. Ik krijg de gelegenheid om kennis te maken met de kapitein die niet alleen indruk op mij maakt door de technische details die hij meegeeft over zijn schip maar ook over de geschiedenis van het meer van Thun. Het is op die manier dat ik verneem dat er op het diepste punt van het meer, en dat is toch +/2000 meter, op het einde van de tweede wereldoorlog de overschot van de munitie gedumpt werd. En nu het milieu bewustzijn toeneemt bestaan er plannen om deze weg te halen. Maar de avond is reeds voorbij e met spijt in het hart moeten wij weer naar het vasteland. ‘s zondags ‘s morgens na de oecumenische dienst is het tijd om de valiezen te pakken. Voor we onze laatste Zwitserse maaltijd gaan nuttigen gaan wij nog naar een kerkhof de laatste eer bewijzen bij het graf van onze betreurde vriend adjudant Max Jost die ons veel te vroeg verlaten heeft. Na een rustige vlucht, gaan we voldaan te Melsbroek uit elkaar. De volgende afspraak is reeds vastgelegd voor binnen twee jaar ( waarschijnlijk ) in Oostenrijk. The Sailor

XXI CONGRES AESOR – THOUNE ( SUISSE ) 18-20 Juin 2004 Depuis le deuxième semestre 2003 l’information fut difusée, que la Suisse s’était engagée à reprendre la lourde tâche de reprendre la présidence de l’AESOR pour 2004 et 2005. Par rapport au congrès de Berlin en juin 2002, nos amis suisses avaient annoncé un prix nettement plus abordable quant à la P.A.F. Malgré l’information diffusée, le programme y afférent et le prix abordable, un nombre finalement peu important s’était inscrit nonobstant le fait que le budget jour/homme était fixé à vingt participants avec ordre de marche. Que s’est-il passé ? Afin d’effectuer le déplacement à Thoune dans les meilleures conditions, tenant compte de la distance et du temps somme toute réduit du séjour, la demande fut introduite pour effectuer le déplacement par avion. Ladite demande fut acceptée et un Embraer du 15W mis à notre disposition. Notre objectif était de pouvoir, comme cela est fréquemment le cas, de pouvoir enmener des membres hors cadre et des partenaires. Une demande offcielle fut introduite par notre président national auprès du ministre de la Défense au début du mois d’avril 2004. Dans l’entre-temps des membres se sont inscrits. Nous arrivons à un nombre plus que honorable de 19 personnes : soit : 15 SOR et 4 partenaires. Fabuleux ! Que s’est-il passé pour nous retrouver au départ à 12 sous-officiers de réserve? Très simple, il s’agit d’un ensemble de difficultés d’ordre différent.

Overzicht op de openingsplechtigheid

Vue d'ensemble sur la cérémonie d'ouverture

D’abord une information nous est communiquée par HRE-DNR : l’un des membres n’est pas en ordre s’agissant de la prestation des 7 jours de rappel devant être effectué en 2003. Il ne peut pas participer au congrès. Rapidement il appert que ledit membre pour l’année 2003 a presté ‘seulement’ 5 jours. Hors dans les années précédentes il en a effectué bien plus. Par ailleurs bien informé de la nouvelle procédure, celui-ci a introduit un Mod B ‘à postériori’. Cette fomalité est actée et l’intéressé devra prester 14 jours de rappels en 2004 dans sa nouvelle unité, hélas après le mois de juin ! Le règlement A84 est appliqué dans toute sa splendeur. Un type motivé, exemplaire dans sa manière de servir tout au long de sa carrière de sous-officier de réserve doit servir d’exemple. Sanction : son nom est rayé de la liste. Il ne pourra pas se rendre en Suisse... Les 14 jours devaient être réalisé AVANT le congrès..... Pour la petite histoire, il a effectivement fait ses jours depuis lors ! L’intéressé en est informé par nos soins, non sans avoir effectué au péalable beaucoup de démarche pour obtenir le feu vert tenant compte de la carrière de notre membre. Peine perdue. Résultat : 19 – 1 = 18 Un autre membre inscrit et en ordre des 7 jours ayant appris cette nouvelle et décide subitement de ne pas accompagner. Sans émettre de jugement, je trouve ce genre d’attitude très faible de la part dun adulte. Résultat : 18 – 1 = 17 Le temps passe, les coordonnées des participants sont communiquées aux organisateurs. Coup de théâtre : la demande auprès du ministre de la Défense est rejetée. E président en est informé 48 heures avant le départ ! Les civils, soit quatre partenaires et un SOR hors cadre ne peuvent pas embarquer dans l’avion. Résultat : 17 – 5 = 12 On pourrait croire à un ‘remarque’ des ‘Dix petits nègres’ d’Agatha Christie. Enfin les ‘survivants’ se retrouvent le vendredi matin à AML. Il fait beau, un bon présage pour la réussite de ce XXIème congrès. Durant l’attente du départ, nous croissons le Vice-amiral M. Hellemans également en partance pour une mission à l’étranger. Notre président et moi-même engageons la conversation avec l’Amiral en dégustant le café qu’il nous offre. Il est temps d’embarquer. Le vol se déroule dans les meilleures conditions. L’Embraer atterrit à Bern - Belp, soit à moins de 20 kilomètres de Thoune. Mon grand ami, l’Adjt Germain Beucler et son épouse nous accueillent à la sortie de l’aéroport. La délégation belge est dans les délais et est amenée sur les lieux ou se déroulera le congrès. Un endroit superbe et très calme en bordure du lac de Thoune. Nous y logeront également. Les formalités réalisées, il est temps de songer au déjeuner. Germain nous emmène quelques kilomètres plus loin, toujours en bordure du lac. Un endroit idyllique. Nous avons l’embarras du choix en examinant la carte du restaurant. Ce qui nous est servi est à la hauteur de nos espérances avec en prime vue sur le lac ou autrement dit ‘des vacances pour les nerfs’. Les meilleurs moments ont une fin. Nous reprenons l’autocar pour rejoindre l’école de l’Arme blindée. La cérémonie d’ouverture du congrès commence. Après les discours des autorités militaires et civiles, une surprise nous attend. Nous sommes conviés à visiter les simulateurs utilisés dans le cadre de la formation du personnel à des niveaux différents, c’est-à-dire du soldat à l’officier supérieur. Chaque congressiste ressort très impressionné des compétences et du professionnalisme de cette école. Après avoir consommé un rafraîchissement, une autre surprise nous est présentée. Une démonstration active par les différents blindés utilisés au sein de l’armée suisse. L’engin le plus lourd étant une version modernisée du Leopard II. La possibilité est ensuite donnée de dialoguer avec les équipages, de poser toutes les questions et de prendre des photos. Mais le temps passe et il faut se rendre au prochain rendez-vous. Celui-ci est fixé au château de Thoune. Un édifice superbe en parfait état de conservation. Après la photo de groupe, mais avant la réception dans la grande salle, nous avons le temps de visiter le musée situé au niveau le plus élevé du château. Je renonce à compter le nombre de marche, mais il y en

avait beaucoup. A l’issue de la réception, le repas du soir est servi dans une caserne proche. La soirée se termine calmement à notre base. Le samedi matin les 4 ‘officiels’ assistant à la réunion du comité central, pendant que les autres congressistes font du side-seeing. Nous les retrouverons le midi. La visite de la capitale suisse constitue la suite du programme. Berne est une très jolie ville, riche en histoire et accueillante. Notre guide Germain nous présente des endroits peu connu des touristes. La visite d’un armurier nous permet de mieux apprécier la différence de culture entre nos deux pays dans ce domaine. Fin d’après-midi, il est temps d’embarquer sur le bateau amarré à quelques mètres à peine de notre hôtel. Les organisateurs suisses ont tout prévu, accueil, orchestre et excellent buffet. Nous larguons les amarres et très rapidement nos yeux sont éblouis par la beauté du paysage du type ‘carte postale’. La nature est de toute beauté et les habitations, généralement de superbes chalets, cadrent parfaitement dans le décor. L’occasion m’est donnée de faire connaissance du capitaine, qui s’empresse de donner quelques explications technique, mais aussi concernant le lac de Thoune. C’est ainsi que A l’endroit le plus profond du lac, soit +/- 2000 mètres, l’armée suisse y a jetée les surplus de munitions à la fin de la Seconde guerre mondiale. Maintenant, écologie oblige, différents projets existent pour les renflouer. Mais déjà la soirée s’achève et nous devons, à regret, regagner la terre ferme. Après le service oecuménique du dimanche, il temps de charger les valises. Avant de prendre le dernier repas, nous allons rendre hommage sur la tombe de notre regretté ami l’adjudant Max Jost disparu trop vite. Après un vol tranquille, nous nous séparons à Melsbroek. A l’unanimité la délégation belge est très satisfaite de cette mission en Suisse. Rendez-vous est fixé dans 2 ans ( probablement ) en Autriche. The Sailor

De deelnemers aan het Congres te THUN 2004

Les participants au congrès de THOUNE 2004

Brief verstuurd aan Zijne Majesteit de Koning ter gelegenheid van Koningsdag Lettre envoyée a Sa Majesté le Roi à l’occasion de la Fête du Roi

De 10e november 2004 Nr : 2.15 - 410202

KNUROO URNSOR KNVRUO

Aan Zijne Majesteit de Koning,

Sire,

Wij voorzitter, leden van het uitvoerend bureau en leden van het Koninklijke Nationale Unie der Reserve Onderofficieren, herhalen ter gelegenheid van deze vijftiende november onze eed van trouw en onze gehechtheid aan Uwe Majesteit .

André Ronsmans

Adjudant(R) Nationaal Voorzitter

VOGELSANG Het regiment Gidsen, de TSU van Vlaams-Brabant deed eind september 2004 een wederoproeping in Vogelsang. Het 2de Regiment Grenadiers werd door hen uitgenodigd. Het werd een prachtige wederoproeping, Dit Kamp is sedert 1950 onder Belgische bevelvoering. …. Na zijn machtsovername en zijn benoeming tot rijkskanselier op 30 januari 1933, kondigde Adolf Hitler tijdens een bezoek aan een opleidingsschool te Bernau, voor de eerste maal, het bouwen van geschikte opleidingscentra voor de nieuwe leidersgeneratie van de NSDAP, aan. Dr LEY nam Hitler’s idee over en plande vier opleidingscentra waar de toekomstige partijfunctionarissen zouden opgeleid worden. • • • •

In het NOORDEN : de FALKENBURG , in CRÖSSINSEE In het ZUIDEN : SONTHOFEN in de Allgäu. In het WESTEN : VOGELSANG, in de NOORD-EIFEL, nabij de Belgische grens In het OOSTEN : de MARIENBURG, in OOST-PRUISEN

Op 15 maart 1934 deed GOHDES, leider van opleiding, de eerste spadesteek te VOGELSANG, waarna 650 werkkrachten begonnen met de bouw van de Ordensburg volgens de plannen van architect en Klemens KLOTZ en onder de leiding van architect en bouwtoezichter Karl-Friedrich LIEBERMANN. Op 22 september 1934 werd door Dr LEY plechtig de eerste steen gelegd. In een rekordtijd van twee jaren werden de belangrijkste gebouwen opgericht.Voor het bouwmateriaal werden drie steengroeven in de Eifel gekocht. Tot 1500 arbeiders waren gelijktijdig bij de opbouw te werk gesteld. Op 1 mei 1936 begon een groep van 500 junkers hun eenjarige opleiding te Vogelsang. De kandidaten moesten talrijke en strenge voorwaarden vervullen • Minstens 25 jaar oud zijn, maar niet ouder als 30 jaar • Lid zijn van de partij, Hitlerjeugd, arbeidsdienst, SA of SS • Lichamelijk gezond zijn • Van zuiver arisch ras zijn en zonder erfelijke lasten • het bewijs van herkomst kunnen leveren Einde 1939 stond de Ordensburg bijna volledig leeg en dit bleef zo tot begin 1940. Dan verzamelden zich hier de troepen van de weermacht die aan het WEST-offensief deelmanen. Na de 10de mei 1940 werd VOGELSANG als lazaret gebruikt voor de geëvacueerde frontsoldaten. 1941 werden de uitbreidingsplannen voor VOGELSANG uitgewerkt en werden de fondamenten voor het “Haus des Wissens” gedeeltelijk gelegd. Op 22 juni verklaarde Duitsland de oorlog aan de Sovjetunie en hierdoor verloor VOGELSANG zijn oorspronkelijke betekenis. Vanaf mei 1942 tot midden 1944 bevonden zich de Adolf Hitler-scholen WESTMARK, FRANKEN, en MOSELLAND in VOGELSANG. In het lazaret werden zwangere vrouwen uit de omgeving en enkele geëvacueerden uit de streek van KEULEN en AKEN ondergebracht. Zo ontstond de legende van het reproductiekamp “Lebensborn”. Einde 1944 werd de driehoek URFTTALSPERRE WOLLSEIFEN - VOGELSANG meerdere malen door de geallieerde luchtmacht gebombardeerd. Het in VOGELSANG aanwezige personeel werd naar SONTHOFEN geëvacueerd. Enkel nog een kleine groep militairen en bediendes bleef in de Ordensburg VOGELSANG achter. Op 16 december 1944 verlieten de Duitse troepen, die kort voordien in VOGELSANG gelegerd waren, de Burg om aan het Ardennenoffensief deel te nemen. Op het vliegveld van WALBERHOF landen enkel nog vliegtuigen om de gekwetsten af te voeren. Op 4 februari 1945 werd VOGELSANG door het 1ste bataljon van het 47ste infanterieregiment van de 9 (US) divisie bezet, met generaal CRAIG als bevelhebber en Luitenant – Kolonel WESTMORELAND als stafchef, en namen de geallieerden het bevel over de Burg. Na enkele dagen werden Amerikanen door de Engelsen afgelost, met daarbij het 21ste Belgische fusiliersbataljon. In juni 1946 richten de Engelsen op de Burg VOGELSANG een militair oefenterrein op. Zij namen zich het recht om het gebied rond de Burg tot 6.354 ha te vergroten. Zo kwam het tot de ontruiming van het dorp WOLLSEIFEN. De tweede zondag van augustus 1946 kwam het bevel dat het dorp twee weken later volledig moest ontruimd zijn. De inwoners van WOLLSEIEFN vonden een onderkomen in de omliggende dorpen. De door de bomaanvallen beschadigde gebouwen van de Burg werden door de Engelsen, in de periode van 1946 tot 1959, gedeeltelijk terug opgebouwd. Het nieuwe oefenterrein beschikte over 9 schietstanden en een oefenterrein voor de infanterie.

Op 1 april 1950 werd het commando over het oefenterrein aan de Belgen overgedragen. De eerste Belgische bevelhebber was Luitenant-Kolonel CLOETENS. De belgen namen 6.354 ha gesperd gebied, het dorp DREIBORN en het westelijk gedeelte van SCHLEIDEN inbegrepen, over. In 1960 werden deze twee laatst genoemde gebieden aan de burgerbevolking terug gegeven. VOGELSANG werd het oefenterrein van het 1ste Belgische Korps in Duitsland, en het was de 4de brigade die als eerste Belgische eenheid, van 1 tot 15 juli 1950, in het Kamp op oefening kwam. Van juli 1950 tot einde 1955 oefenden alleen Belgische eenheden in het Kamp. Sedert 1956 gebruikten eveneens andere NORTHAG-partners regelmatig het oefenterrein. In de loop der jaren hebben de verantwoordelijken van VOGELSANG, die zich de waarde van de militaire opleiding bewust waren, zich ingezet om de installaties te verbeteren en te moderniseren. Men begon met de logementgebouwen: Zo kunnen, sedert het begin van de zestiger jaren, 2.500 soldaten in goede omstandigheden ondergebracht worden. Het hoofddoel van het commando is het oefenterrein goed te laten werken. Dit word verwezenlijkt door leden van de Belgische Strijdkrachten en burger personeel. Dit personeel bestaat uit 62% Duitsers en 38% Belgen en heeft verschillende opdrachten, zoals voerder, wegenbouwers, ambachtsmannen, onderhoudspersoneel, bediendes, alsook keuken- en wachtpersoneel. Met dit personeel onderhoud het commando eveneens 37 schietstanden. Op deze kunnen infanterie- en pantsereenheden schieten en op bepaalde hoogvlaktes kunnen tactische oefeningen plaats vinden. De leiding van het oefenterrein volgt van kort bij de verdere ontwikkeling op gebied van techniek en verbetering aan wapens om de schietstanden aan deze ontwikkeling aan te passen. Het dorp WOLLSEIFEN werd terug opgebouwd om de troepen toe te laten zich in straatgevechten te oefenen. Van 1981 tot 1990 werden 20 huizen terug opgebouwd. Voor sportactiviteiten beschikken de troepen over een voetbalveld met een atletiekpiste, een volley- en basketbalterrein, alsook een overdekt zwembad van 25 meter en een sportzaal. De vroegere Ordensburg VOGELSANG werd opgericht om een 'HERRENRAS' te vormen dat over Europa zou heersen. In de loop der jaren gebeurde er een belangrijke verandering. Vandaag is VOGELSANG een oefenterrein waar de militairen van de westelijke democratische landen, zijde aan zijde, oefenen om de vrijheid van de Europese staten te verzekeren.

VOGELSANG Le régiment Guides, De la TSU du Brabant Flamand a fait fin septembre 2004 un rappel à Vogelsang. Ils ont invité le 2 ème régiment grenadiers. Ce fût un rappel remarquable, … Le camp est sous controle belge depuis 1950 Le 30 janvier 1933, Adolf Hitler devient Chancelier du Reich. Lors d'une visite à Bernau, il annonce, pour la première fois, la construction d'établissements appropriés pour la formation de la future génération de cadres du parti nazi. Le Dr Ley, le leader de l'organisation du Reich, reprend cette idée et planifie la construction de quatre établissements d'enseignement dans lesquels seraient formés les futurs dirigeants du Parti. Dans le Nord de l'Allemagne, non loin de Falkenburg au bord du CRÖSSINSEE, en Poméranie, dans l'actuelle Pologne. dans le Sud, à SONTHOFEN, en Bavière. A l'Ouest, VOGELSANG, dans le Nord de l'Eifel, à proximité de la frontière belge. A l'Est, MARIENBURG, en Prusse-Orientale. Le 15 mars 1934, Göhdes, le directeur de l'enseignement, donne, à Vogelsang, le premier coup de pelle symbolique. Suivant les plans de l'architecte Clemens Klotz et sous la direction du directeur des travaux, l'architecte Karl-Friedrich Liebermann, 650 ouvriers et artisans commencent la construction du Burg . Le 22 septembre 1934, le Dr Ley pose solennellement la première pierre. Les bâtiments les plus importants sont terminés en un temps record de deux ans. Le chantier occupe jusqu'à 1500 ouvriers simultanément. Pour l'approvisionnement en matériel de construction, trois carrières sont acquises dans l'Eifel. Le 24 avril 1936 le Dr Robert Ley remet officiellement les trois premiers Ordensburg à Adolf Hitler. Pendant l'inauguration au Crössinsee, Hitler tient sa première allocution au sujet de l'Ordre. Il considérait, disait-il, comme allant de soi, que la classe dirigeante d'un peuple doive être aussi bien formée et instruite sur le plan politique, qu'elle l'est dans les autres domaines. Le 1 mai 1936, le premier groupe de 500 junkers commence à Vogelsang une unique année de formation.

Les candidats devaient entre autres, répondre aux critères suivants: • • • •

Etre âgés de 25 à 30 ans. Etre membres du Parti, de la Hitlerjugend, du Service du travail du Reich, de la SA ou de la SS. Etre en parfaite santé physique. Etre de race pure et exempts de toute tare.

De fin 1939 à début 1940, l'Ordensburg se retrouve pratiquement vide. Des troupes de la Wehrmacht s'y rassemblent alors, en vue de l'offensive vers l'ouest. Après le 10 mai 1940, le Burg sert d'hôpital de campagne. En 1941, des plans d'expansion de Vogelsang sont encore élaborés et les fondations de la "Maison des Sciences" en partie réalisées. Le 22 juin 1941 l'Allemagne déclare la guerre à l'Union soviétique, de ce fait, Vogelsang perd tout intérêt. De mai 1942 à mi-1944 les "écoles Adolf Hitler" Westmark, Franken et Moselland s'installent à Vogelsang. L'infirmerie accueille des femmes enceintes des environs ainsi que celles évacuées de la région de Cologne et d'Aix-la-Chapelle en raison des bombardements aériens incessants. De là, est née la légende d'un "Lebensborn" ou centre de reproduction. Fin 1944, le triangle "Barrage de l'Urft-WollseifenVogelsang" est bombardé à plusieurs reprises, par les Forces aériennes alliées. Le personnel administratif encore présent à Vogelsang est alors évacué vers Sonthofen et seuls restent dans l'ancien Ordensburg un petit groupe de soldats et d'employés. Le 16 décembre 1944, les troupes allemandes, stationnées quelque temps plus tôt aux alentours du Burg, quittent celui-ci pour participer à l'Offensive des Ardennes. Le 4 février 1945, Vogelsang est occupé par le 1er Bataillon du 47ème Régiment d'Infanterie appartenant à la 9ème Division américaine commandée par le Général Graig et avec le Lieutenant-colonel Westmoreland comme chef d'Etat-Major. Quelques jours plus tard, les Américains sont relevés par des Anglais auxquels est rattaché le 21ème Bataillon belge de fusiliers. Fin 1945, le Burg est abandonné et reste vide durant tout l'hiver 45/46. Pendant cette période, pratiquement tous les meubles et objets d'équipement disparaissent : poussés par le besoin, les habitants des villages voisins démontent et emportent tout ce qui peut l'être. En comparaison du Burg, les villes de Gemünd et de Schleiden, ainsi que la plupart des villages avoisinants avaient, en effet, subi des destructions importantes. En juin 1946, les Anglais font de Vogelsang un terrain d'exercice. Ils s'arrogent le droit de porter la superficie du Camp à 6354 ha, ce qui entraîne aussi l'évacuation du village de Wollseifen. Le deuxième dimanche d'août 1946, les habitants reçoivent l'ordre irrévocable d'évacuer le village dans les deux semaines. Ces personnes auront à se trouver un nouveau toit dans les villages avoisinants. Entre 1946 et 1950, les Anglais reconstruisent les bâtiments du Burg endommagés par les bombardements. Le Camp se voit doter de neuf stands de tir et d'un terrain d'exercice pour l'infanterie. Le 1 avril 1950, le commandement du terrain d'exercice est remis aux Forces armées belges, qui reprennent les 6354 ha de domaine militaire incluant le village de Dreiborn et la partie ouest de Schleiden. Ces deux dernières zones seront rendues à la population locale, en 1960.Vogelsang devient alors "Le" terrain d'exercice du 1er Corps belge en Allemagne. La 4ème Brigade est la première unité qui, du 1er au 15 juillet 1950, s'entraîne dans la plaine. Jusque fin 1955, seules des unités belges utilisent le Camp. Elles logent alors, pour l'essentiel, dans des camps de tentes ou de baraques en bois. Depuis 1956, nos partenaires de l'OTAN viennent aussi s'y entraîner ; jusque dans les années 80-90, il s'agit surtout d'Américains, d'Anglais, de Néerlandais et de Canadiens, ensuite, essentiellement des Néerlandais et certains Etats-Majors internationaux. Les responsables de Vogelsang, conscients de la valeur du Camp pour l'instruction militaire, s'emploieront à l'améliorer et à le moderniser au fil des ans en commençant par le logement des troupes: • • •

construction du bâtiment Van Dooren et de la salle de cinéma restauration du quartier St Georges rénovation du quartier Escaut

Depuis le début des années soixante, c'est plus de 2500 militaires qui peuvent y être logés dans de bonnes conditions. La tâche principale de l'Etat-Major du Camp est de gérer celui-ci et de le maintenir en état, ce qui est réalisé par une fine équipe de militaires belges et de salariés civils. Même si, au milieu des années 90, la restructuration des Forces armées belges a aussi signifié réduction de personnel pour le Camp, il reste aujourd'hui, à coté d'une soixantaine de militaires, plus de 160 employés et ouvriers civils, pour la plupart allemands. Ce personnel civil remplit diverses tâches dans le domaine de l'administration et du fonctionnement du domaine militaire. Il entretient 4200 ha de terrain et de surface d'eau ainsi que 35 stands de tir. Ce terrain et ses infrastructures permettent aux unités d'exécuter des tirs d'infanterie ainsi que d'effectuer toutes sortes d'exercices tactiques. Le Camp est un des plus grands employeurs de cette région structurellement faible. Le Commandement du Camp suit, de près, l'évolution des techniques et de l'armement afin de maintenir les stands de tir à la pointe du progrès. Entre 1981 et 1990, une vingtaine de nouvelles maisons ont été construites à Wollseifen afin de créer un village qui permette l'entraînement au combat en milieu urbain ainsi que la préparation aux missions de soutien de la Paix. En raison de la qualité de son infrastructure, des compétitions militaires et sportives y sont régulièrement organisées. Depuis la chute du Mur et la fin de la Guerre froide, la menace militaire est dépassée. L'Europe occidentale doit, néanmoins, faire face à divers risques, présents, latents ou potentiels : conflits interethniques, antagonismes religieux, terrorisme, violation des Droits de l'Homme, prolifération des armes de destruction massive, etc., etc. .. Les armées occidentales sont pleinement impliquées dans la prévention ou la gestion de tels conflits. Aussi ont-elles, plus que jamais, besoin de s'entraîner à cet effet, dans les conditions les plus réalistes possibles. De par les dimensions et la configuration de son terrain d'exercice, la diversité de ses installations et la qualité de ses stands de tir, Vogelsang est devenu un passage quasi obligé pour les unités belges et néerlandaises avant un engagement, par exemple, en Ex-Yougoslavie A l'origine, l'Ordensburg fut édifié pour façonner une race de seigneurs qui devait dominer l'Europe entière. Au fil du temps, de nombreux changements se sont opérés, le contexte des années 2000 n'est plus celui de l'avant Deuxième Guerre mondiale, ni encore, celui des années 50 et de l'Allemagne occupée. Un demi-siècle s'est écoulé. Aujourd'hui, Vogelsang est devenu un Camp où les soldats des démocraties occidentales s'entraînent, côte à côte, afin de garantir la liberté et la paix aux pays européens.

VOGELSANG Anno 1934

DEFENDER XVIII – Compétition Internationale de l’URNSOR LEOPOLDSBURG – 8, 9 et 10 Oct 04

Du 8 au 10 octobre 2004, l’Union Royale des Sous-officiers de Réserve organisait, grâce au ‘kern’ des membres du cercle d’Anvers la 18ème édition de la Compétiton Internationale, mieux connue sous le nom de DEFENDER depuis 1986, qui en réalité existe déjà depuis 33 ans. Cette activité dont la réputation n’est plus à faire, y inclus hors de nos frontières, regroupait des réservistes de sept nations étrangères - Allemagne, Danemark, Grande-Bretagne, Pays-Bas, Pologne, Suisse et bien entendu la Belgique. Dès le jeudi 7 novembre l’avant garde de l’organisation était à pied d’oeuvre pour régler les derniers détails avec le Regt Libération 5Li. Nous tenons au passage à remercier chaleureusement son commandant le Lieutenant-colonel BEM DASSEVILLE et tout son personnel, sans oublier les responsables du Camp de Beverlo - Leopoldsburg pour le support et l’aide effective apportés dans différents domaines – logistique, armement, etc – et cela depuis la création de DEFENDER. L’organisation d’un tel exercice prend un an. Le comité du cercle de l’URNSOR Anvers réalise plusieurs reconnaissances pour analyser et mettre au point un scénario renouvelé à chaque édition, tout en s’assurant des possibilités et moyens que l’unité d’appui peut mettre en oeuvre. Ce travail de longue haleine est cependant toujours réalisé avec la même motivation et les compétences indispensables. L’aspect sécurité est également un point primordial qui n’est jamais négligé. A l’arrivée des autres organisateurs le vendredi matin le tempo s’accélère. Mise en place des stands, réception de l’approvisionnement et des munitions et toutes autres tâches trop longues à énumérer, mais indispensable, pour pouvoir accueillir dans de bonnes conditions les compétiteurs, mais aussi pour leur faire vivre un exercice captivant. En fin d’après-midi les 68 organisateurs étaient parés. Le premier pari était gagné. A 16.00hr le bureau d’accueil est opérationnel, les premières équipes arrivent dont nos camarades suisses, toujours aussi redoutables dans les épreuves de tir. L’administration et l’attribution des chambres se déroulent avec célérités. Finalement 33 équipes se présentent sur les 35 inscrites initialement. Dans ce nombre figure 6 équipes belges. A cet effet il faut signaler l’aspect ‘Joint’ de cette compétition, pas seulement tout les forces sont présent mais aussi un certain nombre d’officiers de réserve venu pour nous aider dans l’organisation. Dans la soirée un briefing sera donné par le directeur de l’exercice à chaque chef d’équipe en quatre langues – néerlandais, anglais allemand et français. L’aspect des langues est aussi une particularité de DEFENDER, le but n’étant pas qu’une équipe ne pratiquant pas la langue de Vondel ou de Voltaire soit pénalisé par une mauvaise compréhension de la mission à accomplir. Les documents et le briefing sur les stands sont également quadrilingue.

Samedi 9 novembre 7 heures du matin. Le départ de la première équipe est donné. Le thème: une ‘Force Internationale de la paix’ effectue une patrouille. L’exercice consiste à parcourir une distance de 20 kilomètres. Outre l’épreuve classique de lecture de cartes durant le parcours il faut réaliser des épreuves physiques et théoriques. Le parcours du matin consiste à rejoindre un point central. Durant le parcours il y a une épreuve IM. L’équipe doit trouver et identifier des navires. Dès son arrivée au dispatching, l’équipe accomplira 14 épreuves réparties sur un parcours en forme de trèfle. L’accent est mis sur le travail en équipe, sauf pour le tir ou un classement individuel est prévu. Parmi les épreuves dites classiques – piste d’obstacle, lancement de grenade, etc. – il y en a d’autres, dont le scénario est original et surprend plus d’une équipe. Le stand LOAC et IM en sont des exemples. Une nouveauté, l’épreuve ‘MILIEU’ qui allait rencontrer un immense succès. Vers 19.00 hr les dernières équipes rejoignent le Bloc K21. Le moral est au beau fixe, d’autant plus que, c’est pratiquement devenu une tradition, un temps splendide fut présent tout au long de la compétition. A l’issue du repas de gala qui s’ensuivit, il fut procédé à la remise des prix. L’équipe VBK52 Baden 1 d’Allemagne remporta le classement général, suivie d’une équipe polonaise. A noter que le 1Sgt Pierre MALLIEU de Namur s’est adjugé le premier prix au tir de combat. La date du 7, 8 en 9 octobre 2005 est déjà prévue pour l’édition suivante de DEFENDER. L’objectif, sera d’atteindre les 40 équipes.

DEFENDER XVIII – Internationale Competitie van de KNUROO LEOPOLDSBURG – 8, 9 en 10 Oct 04

Van 8 tot 10 oktober 2004, heeft de Koninklijke Nationale Unie de Reserve Onderofficieren, dank zij de kern van de kring van Antwerpen zijn 18e Internationale Competitie georganiseerd. Deze competitie is reeds sinds 1986 beter gekend onder de naam van DEFENDER en eigenlijk bestaat ze al sinds 33 jaar. De goede reputatie van deze activiteit is reeds ver over onze grenzen gekend en buiten België waren er dan ook zes buitenlandse naties op het appel, namelijk: Duitsland, Denemarken, Groot-Brittannië, Nederland, Polen en Zwitserland. Vanaf donderdag 7 november staat de voorwacht van de organisatie reeds klaar om de laatste details met het Regt Bevrijding 5Li door te nemen. Graag maken wij hier van de gelegenheid gebruik om zijn commandant de Luitenant Kolonel SBH DASSEVILLE en zijn personeel te danken voor hun steun aan deze oefening. Ook danken wij de verantwoordelijken van het Kamp van Beverlo - Leopoldsburg voor hun steun en effectieve hulp, die zij al sinds de eerste DEFENDER, op verschillende domeinen zoals logistiek, bewapening, enz geboden hebben.. De organisatie van zo een omvangrijke oefening neemt een volledig jaar in beslag. De centrale kern van de kring van KNUROO Antwerpen voert verschillende verkenningen uit om elk jaar weer een vernieuwde editie te kunnen uitbrengen, steeds rekening houdende met de mogelijkheden die de steuneenheid hen kan ter beschikking stellen. Niettegenstaande deze lange voorbereiding wordt dit werk steeds met dezelfde motivatie en de nodige competenties gerealiseerd waarbij het primordiaal aspect van de veiligheid steeds in het oog wordt gehouden.

Bij de aankomst van de andere organisatoren op vrijdagmorgen begint het tempo toe te nemen. De opstelling van de standen, het inslaan van de bevoorrading, het opslagen van de munitie en alle andere taken, veel te veel om hier op te noemen maar onmisbaar om de deelnemers een boeiende oefening te kunnen aanbieden. In de namiddag zijn de 68 organisatoren klaar met de hun opgelegde taken en staan te popelen om met de uiteindelijke oefening te beginnen. Om 16u00 is het ontvangstbureel operationeel en de eerste ploegen, waaronder onze Zwitserse kameraden , bieden zich reeds aan. De Zwitsers zijn geduchte schutters en hebben hier iets te verdedigen. De administratie en de uitdeling van de kamers gebeurt op een rustige maar kordate manier. Uiteindelijk bieden er zich 33 van de 35 ingeschreven ploegen aan. Onder deze 33 ploegen tellen we ook 6 Belgische teams. Ook kunnen we hier ook het aspect “Joint” vermelden. Niet alleen zijn alle machten vertegenwoordigt maar tevens zijn er enkele reserve officieren aanwezig om ons te helpen in de organisatie. Tijdens de avond wordt er door de directeur van de oefening een briefing in vier talen gegeven aan elke ploegoverste. Ook deze taalvaardigheid is weer een bijzonder kenmerk van DEFENDER. Het doel is iedere deelnemer op gelijkwaardige voet te behandelen zodat er niemand kan benadeeld worden omdat hij de taal van Vondel of van Voltaire niet machtig is. Het is belangrijk dat iedere deelnemer weet wat van hem in de verschillende opdrachten verwacht wordt en daarom zijn zelfs alle briefings op alle standen viertalig. Het is nu zaterdag 9 november om 7 uur in de morgen en de start van de eerste ploegen wordt gegeven. Het thema van de oefening is actueel, namelijk een patrouille uitgevoerd door een Internationale Vredesmacht over een afstand van iets meer dan 20 kilometer. Buiten de klassieke kaartleesoefening moeten er tijdens het parkoers ook fysieke en theoretische proeven uitgevoerd worden. Gedurende het ochtendtraject moeten de deelnemers zich naar het centrale punt van het parcours begeven en op de verplichte doorgangen moeten zij verschillende afbeeldingen van schepen vinden en identificeren. Eens de ploegen op de dispatching van het centraal punt aangekomen zijn moeten zij veertien proeven afleggen die verdeeld zijn over een traject in de vorm van een klaverblad. Het accent van de oefening wordt gelegd op het ploegwerk, enkel tijdens de schietproeven is er een individueel klassement voorzien. Onder de zogenaamde klassieke proeven vinden we: hindernispiste, granaatwerpen enz. maar er zijn ook andere testen voorzien met een origineel en verrassend scenario. De standen LOAC et IM zij hier enkele voorbeelden van. We hadden ook een nieuwigheid namelijk de proef milieu die een ongekend succes kende. Tegen 19u00 vervoegen de laatste ploegen blok K21. Traditiegetrouw is het weer uitzonderlijk goed geweest gedurende de ganse competitie en het moreel van de troepen is dan ook zeer hoog. Op het einde van de daarop volgende galamaaltijd werd de prijsuitreiking gehouden. De ploeg VBK52 Baden 1 uit Duitsland wint de eerste prijs in het algemeen klassement gevolgd door een Poolse ploeg. Daar kunnen we nog aan toevoegen dat de 1Sgt Pierre MALLIEU van Namen de eerste prijs in het “combat” schieten in de wacht sleept. Er is reeds een datum voorzien voor de volgende editie van DEFENDER namelijk 7, 8 en 9 oktober 2005. Het objectief is om dan de 40 ploegen te bereiken.

STAND:LOAC’S ( Laws of Armed Conflict’s ) Le Barakistan? Cela vous dit-il quelque chose ? Une croisière lointaine ? Une expédition dans un pays exotique ? Et LOAC’S ? N’est-ce pas une ligne aérienne d’un de ces pays du bout du monde ? Ah non ! Vous voilà plongés dans les énigmes du Stand Black 3 de notre exercice Defender 2004 LOAC’S, les « lois des conflits armées » ! Hé oui, il a bien fallu légiférer, l’être humain se rappelant toujours au bon souvenir de ses semblables par des actions primaires, primates, au-delà du bon sens et des règles de bienséance. Chaque équipe a été mise en situation : présentation du stand, lecture des différentes données, documentations (textes, photos, images). Dans le stand, 4 sujets : -Fria FRATER : moine soldat, Mil combattant régulier -Maj MAKOR : Med Mil musulman -Mr PERSONSKI : milicien, PAS terroriste, en habits civils + brassard - Sdt EXKA (crâne et os rongés) : enfant soldat, ex Mil régulier. Bien sûr, Personski est un cannibale, d’ ailleurs l’anthropophagie est reconnue par ses croyances (« il acquiert la force, la jeunesse et la puissance des victimes qu’il aura ingurgitées »).Tout comme naturellement, Personski est atteint du virus « Pink Lady ». Le rôle des équipiers : reconnaître les lieux (ils étaient classés – voir panneaux), y entrer, remettre à chacun des sujets présent ou représentes une arme (fusil M16, pistolet, Kalachnikov, fusil cassé) et un objet (clé en plastique, brassard « pirates », crucifix, brassard Croissant- Rouge). Pour ce faire, il fallait retenir les infos distillées dans la farde- briefing, lors de l’arrivée au stand. D’ autant plus qu’aucun des Barakistanais présents ne parlaient une langue européenne, et qu’ils rejetaient bruyamment toute arme ou tout objet qui ne correspondait pas à leur fonction. Ensuite, les équipiers participant au challenge Defender devaient répondre à 10 questions, relatives au droit de la guerre, en relation avec la situation présentée au stand. Nous avons vu arriver chez nous des équipes réagissant dès avant l’entrée dans notre « temple » : qui s’équipaient (gants, masques, demandes de masques anti-gaz, de tenues NBC) ; nous avons eu quelques équipes qui ont d’abord refuse d’entrer dans le temple, virus présent selon elles ; toutes les équipes ont marqué un mouvement de recul lorsque Mr Personski leur a présenté les restes du soldat EXKA et des couverts, proposant de partager un repas ; toutes les équipes ont apprécié le fait que nous étions dans l’impossibilité de communiquer avec elles …. Jusqu’ au débriefing après le questionnaire. Il y aurait tant à dire encore, et que du bon. Ce n’est pas de l’autosatisfaction, mais des journées comme celle-ci, il faut en vivre encore. En effet, l’espace me manque ici pour vous faire part de chaque situation vécue, avec ses temps forts,… ses émotions.

(Sé) PERSONSKI.

STAND LOAC’S

( Laws of Armed Conflict’s )

Barakistan? Zegt dat U iets? Een verre cruise? Een ontdekkingstocht in een exotisch land? En LOAC’S? Is dat geen luchtvaartmaatschappij van een land aan het einde van de wereld? Geenszins! U staat meteen te midden van de raadsels eigen aan de Stand Black 3, van onze oefening DEFENDER 2004 LOAC’S, de “wetten op gewapende conflicten”! Heel zeker, men moest wel regels stellen, want men herinnert zich nog steeds hoe onze soortgenoten destijds niet aarzelden bij het stellen van primaire en primitieve daden die een aanfluiting waren van alle elementaire regels van fatsoen. Iedere ploeg wordt op de hoogte gebracht van de situatie: voorstelling van de stand, voorlezen van de verschillende gegevens, documentatie (teksten, foto’s en beelden ) . In de stand vinden we vier onderwerpen: - Friar FRATER : monnik soldaat, strijder en dus militair van het geregelde leger. - Maj. MAKOR : militair dokter en Moslim. - Mr. PERSONSKI : militielid, GEEN terrorist, in burgerkledij met armband. - Sdt EXKA : ( aangetaste resten van schedel en beenderen ) kind – soldaat en dus ex geregeld militair. Het staat vast, dat PERSONSKI een menseneter is, gezien kannibalisme deel uitmaakt van zijn godsdienstige overtuiging die hij aankleeft ( hij kan zo de kracht, de jeugd en de macht van zijn verzwolgen slachtoffers, in zich opnemen ). Zoals velen, is PERSONSKI bovendien besmet met het “ Pink Lady “ virus. De taak der teamgenoten bestaat in: het verkennen van de verschillende plaatsen ( ze werden gerangschikt – zie de borden ), er binnen te komen, aan alle aanwezigen en vertegenwoordigers een wapen te overhandigen ( M16 geweer, pistool, Kalachnikov, gebroken geweer ) en een bepaald voorwerp ( plastic sleutel, piraten armband, kruisbeeld, Rode Kruis armband ). Om dit te kunnen, diende men de nodige informatie te schiften en te onthouden uit de farde ” Briefing “, bij het betreden van de stand . Daarenboven was geen enkele van die Barakistanen een Europese taal machtig en wezen ze luidruchtig elk wapen of voorwerp af, dat niet met hun functie overeenstemde. Vervolgens moesten de teamgenoten die aan de wedstrijd “ Defender “ deelnamen, 10 vragen beantwoorden met betrekking op het oorlogsrecht en in verband met de uitgebeelde situatie in de stand. Wij bemerkten ploegen die al vóór het betreden van onze tempel hadden gereageerd: ze waren uitgerust ( met handschoenen, maskers, verzochten om gasmaskers, NBC – kledij ) ; wij kregen ook te maken met enkele ploegen die weigerden om de stand te betreden wegens het aanwezige virus; alle ploegen deinsden terug, toen Mr PERSONSKI hen de stoffelijke resten van Soldaat EXKA opdiende, met het voorstel om ze samen op te eten; alle ploegen waardeerden het feit dat er geen mogelijkheid tot communicatie bestond … tot aan de debriefing die plaats vond na het beantwoorden van de vragenlijst. Er valt nog veel goeds te vertellen. Het is immers geen zelfvoldoening, maar die dagen zouden we nog eens willen beleven. Het spreekt vanzelf, dat me de tijd en ruimte ontbreekt om elke meegemaakte situatie te beschrijven met de grote momenten … en de daarbij horende emoties.

Get. PERSONSKI

Enkele sfeerfoto’s van de Nationale Militaire competitie der Reserve Kaders 2004 te St-Kruis BRUGGE Quelques fotos spécifiques de la Compétition Nationale des Cadres de Réserve 2004 à St-Kruis BRUGGE

Getrainde of niet getrainde Reservist? Het militaire reglement A84 stelt heel duidelijk tot welke categorie je als reservist behoort Als getrainde of niet getrainde reservist moet je uw militaire verplichtingen nakomen. Enkel het ontslag uit de reserve ontheft je van deze verplichting. Hierna een korte uitleg over de trainingscategorie.

1. Wie behoort tot de getrainde reserve? Tot de getrainde reserve behoren alle reservisten die van begin 2003 minimaal 7 dagen per jaar wederoproeping voor het kader of je 5 dagen per jaar wederoproeping als soldaat in je eenheid en in je functie volbracht hebben. Het jaar 2003 werd als een overgangsjaar beschouwd waarbij de vereiste dagen wederoproeping diende op te bouwen om in 2004 tot de getrainde reserve gerekend te worden. Indien dit voor jou het geval was, stuurde je eenheidscommandant je begin januari 2004 het document “Bericht van aanwijzing” toe. Dit document vermeldt je naam en je functie voorkomt en dat je tot de categorie “getrainde reserve” behoort. Dit document dien je in je militair zakboekje te bewaren en op welbepaalde momenten zoals deelname aan de Nationale Competitie van het Reserve Kader aan de militaire overheid voor te leggen. Indien je in 2004 je minimale dagen wederoproeping terug hebt volbracht, dan zal je eenheidscommandant je in januari 2005 weer aanschrijven met een “Bericht van aanwijzing” dat je tot de getrainde reserve behoort en vervalt je bericht van 2004. Als getrainde reservist heb je recht op marsbevelen en toegang tot de sociale structuren van Defensie. 2. Wie behoort tot de niet getrainde reserve? Alle reservisten die niet aan de aan de voorwaarden van de getrainde reserve in 2003 voldeden worden ingedeeld bij de niet getrainde reserve ( geen 7 dagen wederoproeping per jaar volbracht als kader of 5 dagen per jaar als soldaat). Je hebt geen recht op marsbevelen en je krijgt geen toegang tot de sociale structuren van Defensie. Evenmin bouw je de vereiste anciënniteit op om deel te nemen aan cursussen, deel te nemen aan bevorderingen, het bekomen van militaire eretekens en de eretekens van de Nationale Orden. De anciënniteit wordt per aangevatte trimester bepaald en niet volgens het aantal dagen dat je tot de niet getrainde reserve behoorde. Je behoort ook niet meer tot je oorspronkelijke eenheid want die heeft je militair dossier doorgestuurd naar HRC-G/Res in Neder-over-Heembeek, die je dossier verder beheert. Je eenheidscommandant verkeert niet meer in de mogelijkheid om je dossier op te volgen en je verzoeken via het model B te viseren. Als niet getrainde reservist blijf je militaire verplichtingen kennen.

Uitzondering op de niet getrainde reserve. Indien je via de procedure a priori of a posteriori, je minimaal aantal dagen wederoproepingen wenst te volbrengen dan moet je verzoek een gunstig advies heeft krijgen van je eenheidscommandant.

Je eenheid beheert verder je eenheid je persoonlijk dossier. Defensie is de mening toegedaan dat deze procedures slechts in uitzonderlijke gevallen wordt volbracht en dat een jaarlijkse training de meest optimale vorm is voor de getrainde reserve.

Hoe functioneert de procedure “a priori”? Je stelt vast dat je werkgever volgend jaar een kalme activiteitsperiode met zijn bedrijf tegemoet gaat ; je de mogelijkheid hebt om 14 dagen of 21 dagen van je werk afwezig te zijn om je minimale dagen wederoproeping te volbrengen. Je schrijft je Eenheidscommandant aan met een model B voor 31 december van het jaar aan, waarin je hem het verzoek richt om het volgende jaar je 14 of 21 dagen wederoproepingen in het komende jaar in je eenheid en in je functie te volbrengen waardoor je het tweede en/of het derde jaar vrijgesteld bent van wederoproepingen. Het reglement A 84 schrijft de beperkingen voor die je ondergaat wanneer je deze procedure volgt. (Voeg hier bijgaande schets 1 in.)

Hoe functioneert de procedure “a posteriori”? Je stelt vast dat je werkgever dit jaar en/of de tweede eerstkomende jaren een vol orderboek kent en dat je dit jaar en/of de twee volgende jaren niet aan je verplichtingen kan voldoen om de minimale termijn van je wederoproepingen te volbrengen om in de getrainde reserve te blijven. Wel dan bestaat de mogelijkheid om je minimale termijn van 14 en/of 21 dagen, in een later stadium te volbrengen. Je verzoekt je eenheidscommandant via een model B, vooraleer het eerste jaar van onvoldoende wederoproepingen afgesloten wordt, om je wederoproepingen het volgende jaar of over 2 jaar te volbrengen. Tijdens de periode dat je de minimale wederoproepingen niet in je eenheid en je functie hebt vol gemaakt, behoor je tot de niet getrainde reserve en rusten de beperking van de niet getrainde reserve op je schouders (geen marsbevel, geen toegang tot de sociale structuren, geen opbouw van anciënniteit, geen cursussen, geen bevorderingen,…..) Je dossier wordt wel verder door je eenheid beheerd. (Voeg hier bijgaande schets 2 in.) Wat als je tot de niet getrainde reserve behoort en terug tot de getrainde reserve wilt vervoegen? Je vraagt met een brief aan HRC-G/Res om wederopname in de getrainde te onderzoeken. Je voegt aan je brief het formulier toe waarop je de voorkeursvolgorde van de eenheden vermeld waar je als getrainde reservist wil toetreden. Dit document kan op de webside www.mil.be - Reserve opgehaald worden. Je dient een medisch onderzoek door te lopen.. Indien je functie op het OT is voorzien en de plaats open staat, wel dan kan je terug tot de getrainde reserve toetreden. Je zal een akte van wederdienstneming voor 5 jaar moeten onderschrijven en die telkens moeten vernieuwen tot je de leeftijd van 60ste jaar bereikt. Je persoonlijk dossier wordt door HRC-G/Res naar je nieuwe eenheid doorgestuurd.

En het medisch onderzoek? Elke getrainde reservist zal jaarlijks het medisch onderzoek ondergaan. Indien je lichamelijke conditie om welke reden dan ook niet aan de basisvereisten voldoet kan je uit de reserve worden gestoten. Telkenmale je uw overeenkomst van wederdienstneming vernieuwd wordt, dien je een medische controle te doorlopen. Indien het resultaat van dit onderzoek op een negatief advies uitdraait, zal je overeenkomst niet verlengd worden.

En de MTLG testen? Elke getrainde reservist dient om de twee jaar de MTLG-testen af te leggen (sit ups, push up en het lopen van een afstand van 2400m.). De MTLG testen moeten afgelegd zijn vooraleer je voor een bevordering in aanmerking komt. Het niet afleggen van de MTLG-testen kan tuchtrechterlijke sancties tot gevolg hebben. Een medische controle gaat elke MTLG test vooraf.

Wat vragen we je? Om je als KNUROO beter te kunnen helpen, verzoek ik je telkens je het “Bericht van aanwijzing” ontvangt, dit document te kopiëren en dat aan het Secretariaat van de KNUROO door te sturen. Uiteraard behoren je militaire gegevens tot de privacysfeer en zijn zij niet voor verspreiding vatbaar. Maar je geeft de KNUROO door deze actie een belangrijk instrument om de procedure tot aanvraag van marsbevelen, van eretekens, bevorderingen, knelpunten, oplossen van persoonlijke problemen,e.a.…. te vergemakkelijken.

Adjt Res Roger LAMBERT Briefer Landcomponent.

Réserviste entraîné ou pas entraîné ? Le règlement militaire A84 montre clairement à quelle catégorie vous appartenez en tant que réserviste. En tant que réserviste entraîné ou pas entraîné, il fait de sorte que vous vous acquittiez de vos obligations militaires. Seul le licenciement de la réserve vous dispensera de cette obligation. Ci-dessous une courte explication sur la catégorie des entraînements : 1. Qui appartient à la réserve entraînée ? Les réservistes, qui depuis début 2003 sont rappelés minimum 7 jours par année en tant que cadre ou 5 jours de rappel an tant que soldat dans son unité et dans sa fonction, appartiennent à la réserve entraînée. L’année 2003 a été considérée comme une année de transition durant laquelle les jours exigés de rappel compteront pour obtenir le nombre exigé pour l’année 2004. Si c’est ton cas, ton commandant d’unité te fera parvenir pour le mois de janvier 2004 un document intitulé : ‘Avis d’Instruction’. Sur ce document sera mentionné ton nom, ta fonction et à quelle catégorie de réserve (entraînée ou non) tu appartiens. Vous devez conserver ce document dans votre carnet militaire et celui-ci doit pouvoir être montré à n’importe quel moment à l’autorité militaire pour pouvoir participer à la compétition nationale de la réserve. Si en 2004, tu as le nombre exigé de jours de rappel, ton commandant d’unité t’informera une fois de plus en janvier 2005 par un ‘Avis d’Instruction’ que tu appartiens bien à la réserve entraînée et ton avis de 2004 expirera. En tant que réserviste entraîné, tu as le droit aux ordres de marche et entrée aux structures sociales de la Défense. 2. Qui appartient à la ‘réserve non entraînée’ ? Tous les réservistes qui ne répondent pas aux conditions de la réserve entraînée en 2003 appartiennent à la réserve non entraînée (pas 7 jours de rappel par an en tant que cadre ou pas 5 jours de rappel en tant que soldat). (En tant que réserviste non entraîné) tu n’as pas droit aux ordres de marche et ne reçois aucune autorisation d’entrée dans les structures sociales de la Défense. De même, tu n’as pas l’ancienneté exigée pour participer aux cours, à l’avancement, pour (obtenir) les décorations militaires et les ordres nationaux. L’ancienneté est définie par un trimestre commencé et non selon le nombre de jours où tu as appartenu à la réserve non entraînée. Tu n’appartiens donc plus à ton unité d’origine parce que ton dossier militaire a été envoyé à HRC – G – RES à NOH, qui gérera dorénavant ta carrière. Ton CO n’a donc plus la possibilité de suivre ton dossier et (on) te prie de compléter un modèle B. En tant que réserviste non entraîné, tu es sensé connaître toutes obligations militaires. Exception pour la réserve non entraînée. Si tu souhaites obtenir le nombre de jours de rappel exigé via la procédure à-priori ou à-posteriori, tu dois faire une demande sur avis favorable de ton CO. Ton unité gérera ensuite ton dossier. La Défense est d’avis que ces procédures sont à utiliser de manière exceptionnelle et que l’entraînement annuel reste la forme la plus optimale pour la réserve entraînée.

Comment fonctionne la procédure à-priori ? Tu constates que ton employeur aura une période d’activités beaucoup plus calme l’année prochaine et que (à ce moment) tu as la possibilité d’être absent de ton travail pendant 14 ou 21 jours (de rappel). Tu t’adresses alors à ton CO via mod. B avant le 31 Déc (de l’année dans laquelle tu lui demandes) pour effectuer un rappel de 14 ou 21 jours l’année qui suit. Pa cette procédure tu es exempt de la deuxième ou troisième de rappel. Le règlement A84 présente les restrictions que tu encours en suivant cette procédure. Comment fonctionne la procédure à-posteriori ? Tu constates que ton employeur, cette année ou les deux années à venir, a beaucoup de travail et que cette année ou les deux années à venir, tu ne pourras répondre à tes obligations (mil) pour obtenir le quota minimum de jours de rappel pour rester dans la réserve entraînée. Il existe alors yune possibilité pour que tu obtiennes ton quota. Tu t’adresses à ton CO avant le 31 Déc (de la première année pour laquelle tu n’as pas le nombre de jours suffisant) pour remplir ton obligation de jours de rappel l’année qui suit ou dans les deux ans. Pendant cette période, où tu ne réponds pas à tes jours de rappel minima dans ton unité et ta fonction, tu appartiens à la réserve non entraînée et tu es soumis aux restrictions (pas d’OM, pas de structures sociales, pas d’ancienneté, pas de cours et pas d’avancement). Ton dossier est géré ensuite par ton unité. Que se passe t-il si tu appartiens à la réserve non entraînée et que tu veux rejoindre la réserve entraînée ? Tu demandes via HRC-G-RES pour rejoindre la réserve entraînée et tu ajoutes à ta lettre tes préférences pour les unités dans lesquelles tu souhaiterais prester en tant que réserve entraînée. Le document se trouve sur le site www.mil.be. Tu devras passer un examen médical. Si ta fonction est prévue au TO et que la place est vacante, tu peux alors rejoindre la réserve entraînée. Tu devras signer un acte de réengagement de 5 ans et tu pourras prester jusqu’à 60 ans. Ton dossier sera alors envoyé à ta nouvelle unité. Enquête médicale ? Chaque réserviste entraîné devra passer un examen médical chaque année. Si ta condition physique, pour n’importe quelle raison, ne satisfait pas aux conditions de base, tu peux être démis de la réserve. Tu passeras un examen caque fois que tu renouvelleras ton acte d’engagement. Si suite aux tests médicaux, les résultats sont négatifs, cet accord ne sera plus prorogé. Et les TMAP ? Chaque réserviste entraîné doit subir ces tests tous les deux ans (Sit-up, flexions, tractions, course de 2400m). Les TMAP doivent être faits avant tout avancement. Le fait de ne pas passer les TMAP peut avoir des conséquences disciplinaires. Un contrôle médical est prévu lors de chaque TMAP. Que te demande t-on ? Pour pouvoir (mieux) t’aider, en tant que (membre de l’)URNSOR, je te conseille de taper l’avis d’instruction et de le renvoyer au Srt URNSOR. Tes données mil appartiennent à la sphère privée et ne seront pas divulguées. Tu donnes ainsi un moyen important à l’URNSOR pour te faciliter les demandes d’OM, de décoration, d’avancement, résolution de problèmes personnels.

Adjt Res Roger LAMBERT Briefer composent de terre

Kalender - Calendrier 2005

19Jan, 16Feb, 16Mar, 20Apr, 18May, 15Jun, 21Sep, 19Oct, 16Nov, 21Dec05

: Vergadering Nationaal bureau KNUROO Réunion du Bureau National URNSOR

. . . Apr 05

: Plenaire vergadering KNUROO Assemblée plénière URNSOR

7 – 9 Oct 05

: Int Mil Comp Res Kaders van de KNUROO Comp Int Cadres de Res de l’URNSOR DEFENDER

. . . / . . . / 05

: Nat Mil Compet Res Kaders Compet Nat Mil Cadres de Res

11 Nov 05

: Escorte van de Vaandels te Brussel Escorte des étendards à Bruxelles

. . . / . . . / 05

: Bestuurders vergadering KNUROO Assemblée des administrateurs URNSOR

K.N.U.R.O.O.

U.R.N.S.O.R.

UITVOEREND BUREAU

K.N.V.R.U.O.

BUREAU EXECUTIF

Nationaal Voorzitter - Président National André RONSMANS Leuvensebaan, 158 3040 HULDENBERG GSM : 0478 696 203 E-mail : [email protected] Nationaal S1 National Yves VANDENBERGHE Avenue des Pagodes 79 1020 BRUXELLES GSM : 0476 878 593 E-mail : [email protected] Nationaal AS1 National Olivier LOUWET Place de Hombroux 16 4432 ALLEUR GSM : 0478/60 68 79 E-mail : [email protected] Nationaal S3 National Patrick CHRISTIAENS Schoonhoudstraat, 79 9111 BELSELE GSM : 0496 550 468 E-mail : [email protected] Nationaal S4 National Robert UYTTEBROEK St Pietersstraat, 92 3300 TIENEN GSM : 0496 521 465 E-mail : [email protected] Nationaal S5 National Laurent LAMBOTTE Rue des Sept Blasons 3 7063 SOIGNIES GSM : 0477 23 65 42 E-mail : [email protected]

K.N.U.R.O.O.

U.R.N.S.O.R.

ADRESSENLIJST

K.N.V.R.U.O.

LISTE D’ADRESSES

Antwerpen

HAGENDORENS Kurt H. Consciencelaan 31

2960 SINT-JOB-IN'T-GOOR (03)636 30 03

Brugge

VANHOECKE Didier

Kerkebekestraat 3

8490 VARSENARE

(050)38 71 28

Bruxelles

CHANTRAINE Georges

Clos du Chemin Creux 2/3

1030 BRUXELLES

(02)241 58 34

Charleroi

BARBE Christian

Place d' Hymiée 49

6280 GERPINNES

(071)50 50 53

Faé - LuM

VERPLANCKE Jean

Boulevard Général Wahis 2224/42 1030 BRUXELLES

(02) 726 29 91

Gent

DELHEYE Erwin

Ploegstraat 10

9050 GENTBRUGGE

(09)231 88 22

Leuven

LAMBERT Roger

Albert Servaesweg 2

1861 WOLVERTEM

(02)305 64 10

Rue L. Dewonck 114

4432 ALLEUR-ANS

(04)263 16 05

Buizegemlei 86/2

2650 EDEGEM

(03)458 32 18

Rue de la Station 37

1430 QUENAST

(02)509 36 44

BACCUS Liège Fonck Michel

Limburg

GREGOIR Stefaan

DUCAMP Luxembourg Jean-Louis

Marine

BATAILLE François

Kalemeersstraat 20

9030 MARIAKERKE

(09)227 44 20

Mons

MICHAUX Eric

Rue de Colfontaine 194

7080 ENGIES

0476 44 93 87

Namur

FRANCOIS Stéphane

Rue de Frumont 2

5520 ONHAYE

(082)64 70 74

Nikolausfeld 26

4700 EUPEN

(087)557088

OSSEMANN Ost Kantone Alfred

Para Cdo

VANDAEL Lodewijk

Schrieksebaan 23A

3210 TREMELO

(03)457 75 96

Serv Med Med Dienst

ZELLER Benoit

Rue Du Hac 13

4650 HERVE

(087)67 94 51

Tournai

HUBAUT Jacques

Rue Reine Astrid 285

7730 NECHIN-ESTAIMPUIS (056) 35 32 63

Turnhout

DE ROOVER Guido

Hertoginstraat 92

2300 TURNHOUT

(014)42 41 37