3
Onderwijs, gezondheidszorg of bedrijfsleven… kunstzinnige therapie wordt al jarenlang op allerlei terreinen succesvol ingezet voor het behandelen en begeleiden van mensen. Mensen die last hebben van psychische of lichamelijke klachten, maar ook werknemers die vragen hebben over hun persoonlijke ontwikkeling of over de samenwerking met collega’s. Kunstzinnige therapie geeft inzicht, vergroot het zelfvertrouwen en geeft structuur. Daarnaast kan de therapie mensen sterker maken, zodat ze ziekte of psychische problemen makkelijker het hoofd kunnen bieden. Dit boekje neemt u mee in de praktijk van een boeiend en nog altijd groeiend vakgebied.
kunstzinnige therapie in gezondheidszorg, onderwijs en bedrijfsleven
2
De De kracht vankleur kleur en vorm kracht van en vorm
leverde vier jaar later de eerste afgestudeerde kunstzinnig therapeuten af. Voor het team van initiatiefnemers en medewerkers van de opleiding was een belangrijke mijlpaal in hun pioniersarbeid bereikt: een volwaardige en erkende hbo-opleiding voor het al langer bestaande beroep van kunstzinnig therapeut. Een opleiding ingebed in een hogeschool met andere hogere beroepsopleidingen, onder meer op het terrein van gezondheidszorg en welzijn.
V o o r w o o r d
In 1992 ging aan Hogeschool Leiden de opleiding Sociaal Kunstzinnige Therapie1 van start en die
5
Ook de afgestudeerden verrichtten pioniersarbeid. Beroep en opleiding genoten in het reguliere veld van gezondheid en welzijn aanvankelijk weinig bekendheid. Sommigen slaagden er desondanks in een zelfstandige praktijk op te bouwen. Anderen vonden een plek binnen een zorginstelling en verschillende afgestudeerden gaven een eigen invulling aan het vak.
Veel instellingen hebben inmiddels een goed beeld van de mogelijkheden en de deskundigheid van kunstzinnig therapeuten van Hogeschool Leiden. Dat is te danken aan de afgestudeerden die hun kwaliteiten hebben bewezen. En aan medewerkers van de opleiding die goede relaties hebben opgebouwd met het veld. Toch is niet iedereen op de hoogte van het beroep kunstzinnig therapeut en
bestaan van de opleiding aan om in deze lacune te voorzien.
1
De naam die de opleiding bij de start kreeg was Antroposofische Gezondheidszorg, leerroute Sociaal Kunstzinnige Therapie. De opleiding werd in het opleidingenregister CROHO ingeschreven als Antroposofische Gezondheidszorg. In de praktijk is de opleiding bekend onder de naam Sociaal Kunstzinnige Therapie. Per september 2003 is de officiele naam: Kunstzinnige Therapie.
Dick Keijzer, opleidingsdirecteur
de competenties waarover deze Hbo-ers beschikken. Daarom grijpt Hogeschool Leiden het 10-jarig
V o o r w o o r d
6
3
In dit boekje vertellen afgestudeerden over de inhoud van hun werk en over de plek waar zij terecht gekomen zijn. Hoewel het om persoonlijke verhalen gaat, is geprobeerd een breed beeld te schetsen. Het eerste hoofdstuk gaat over het beroep en de achtergronden van waaruit wordt opgeleid. De hoofdstukken daarna geven een globale indruk van de werkterreinen en beroepsmogelijkheden. Het doel van deze uitgave is zicht te verschaffen op de kwaliteiten van afgestudeerden aan de opleiding Sociaal Kunstzinnige Therapie en hun inzetbaarheid in de praktijk.
Tegelijkertijd is dit boekje een tastbaar aandenken, dat de inzet van alle betrokkenen bij de eerste
Wat is kunstzinnige therapie?
tien jaar Sociaal Kunstzinnige Therapie illustreert. Ik wil graag iedereen bedanken die eraan heeft
De kracht van kunstzinnige oefeningen
bijgedragen dat beroep en opleiding zich een plaats hebben verworven in de maatschappij.
Dick Keijzer, opleidingsdirecteur
Ruim honderd therapeuten zijn de afgelopen 10 jaar afgestudeerd en het werk dat ze doen is zeer divers. Verpleegtehuizen, psychiatrische klinieken, huisartsenpraktijken, scholen en bedrijven…
* Grondlegster van de kunstzinnige therapie is de Duitse arts Margarethe Hauschka. In 1924
Je komt ze overal tegen waar mensen behoefte hebben aan ondersteuning bij ontwikkelingsvragen of bij lichamelijke of psychische klachten. Maar wat houdt kunstzinnige therapie in?
ontwikkelde zij oefeningen om kankerpatiënten te ondersteunen. In Nederland is de eerste opleiding tot kunstzinnig therapeut opgericht door kunstenaar en therapeut Eva Mees-Christeler en de arts Leen Mees, haar man. De hbo-opleiding SKT aan Hogeschool Leiden komt voort uit een initiatief van Cornelie Herman, begin jaren negentig.
Kunstzinnige therapie is een beeldende, non-verbale therapie. Beeldend omdat technieken uit de beeldende kunst worden gebruikt. Hiermee onderscheidt kunstzinnige therapie zich van andere non-verbale therapieën, zoals muziektherapie of bewegingstherapie. Non-verbaal, omdat het probleem niet met praten wordt aangepakt, maar door mensen te laten werken aan kunstzinnige opdrachten.
4
Het mensbeeld
mensen aan. Iemand die veel verdriet heeft omdat een naaste is overleden, zal niet voortdurend gestimuleerd worden
Kunstzinnige therapie is ontwikkeld binnen de antroposofische gezondheidszorg. Het antroposofische mensbeeld ziet de mens als een geheel van lichamelijke, psychische en individueel-biografische aspecten. Wanneer in één van deze gebieden iets mis is, dan is dit direct van invloed op een ander gebied. Is iemand bijvoorbeeld emotioneel overbelast, dan is hij eerder vatbaar voor ziekte. De opvatting dat er een relatie bestaat tussen hoe iemand zich voelt en zijn gezondheidstoestand is overigens niet uniek voor de antroposofie. Het bestaan van psychosomatische klachten is algemeen geaccepteerd.
om telkens opnieuw zijn woede en pijn te uiten. Al worden deze gevoelens natuurlijk niet ontkend. De therapeut zoekt opdrachten die positieve belevingen oproepen en versterken.
Hoe werkt ‘t? Tekenen, schilderen of boetseren spreekt mensen aan in hun ervaringsgebied. Het kunstzinnige werk maakt hun problemen zichtbaar: voor de therapeut, maar vaak ook voor de patiënt zelf. Nadat de diagnose is gesteld, bedenkt de therapeut oefeningen die ervaringen van de cliënt op een positieve manier beïnvloeden. De oefeningen herstellen het evenwicht tussen de verschillende gebieden in de mens. Hierbij zet de therapeut de kwaliteiten van beeldende middelen - zoals kleur, lijn en vorm - gericht in (de werking van rood op de mens bijvoorbeeld is een andere dan de werking van blauw). De creatieve opdrachten ondersteunen een genezingsproces of geven mensen inzicht in wat ze kunnen en willen. De therapeut kiest oefeningen uit die aansluiten bij de problematiek of vraag van een patiënt of cliënt. Zo zal een erg druk kind oefeningen krijgen waar het rustig van wordt. Een teruggetrokken kind wordt juist gestimuleerd om naar buiten te treden, om gevoelens te uiten. Schilderen, tekenen en boetseren zijn de meest gebruikte technieken, maar soms werken therapeuten ook met andere technieken. De basisprincipes blijven hetzelfde. Uitgangspunt is steeds de therapeutische of ondersteunende werking van de specifieke kwaliteiten van de beeldende middelen. Kunstzinnige therapie spreekt het gezondmakende in
Voor wie? Kunstzinnige therapie helpt en ondersteunt mensen met een geestelijk of lichamelijk probleem of met een ontwikkelingsvraag. Pubers met eetstoornissen, angstige kinderen, mensen met rugklachten of kankerpatiënten. De therapie bevordert het genezingsproces of helpt mensen met hun probleem om te gaan wanneer genezing niet mogelijk is. Een groot voordeel van de therapie is dat er niet altijd een gesprek nodig is. Mensen die moeite hebben zich verbaal te uiten, kunnen communiceren via het werk dat ze maken. Denk aan jonge kinderen, verstandelijk gehandicapten of sommige ouderen. Of aan mensen die wel goed kunnen praten, maar die bepaalde blokkades hebben. Kunstzinnige therapie helpt ze hun verhaal te ontdekken, te onderzoeken en op een andere manier te vertellen. Veranderingen en ontwikkelingen kunnen via de nonverbale weg in gang worden gezet. De therapeut laat mensen zelf ontdekken hoe ze een probleem kunnen aanpakken of een vraag kunnen beantwoorden. Soms gebruikt de therapeut daarbij een sprookje, een gedicht of een beeld waarin de patiënt zichzelf kan herkennen.
Begeleiding van werknemers Ook ‘gezonde’ mensen die vragen hebben over hun persoonlijke ontwikkeling of over de samenwerking met collega’s kunnen terecht bij de kunstzinnig therapeut. Deze kan bijvoorbeeld hulp bieden bij vragen over loopbaanontwikkeling of
Kunstzinnige therapie heeft haar wortels in de antroposofie. Toch komt het merendeel van de therapeuten
Esther Beumer is beeldend therapeut bij het Cen-
pas komen bij mijn werk, maar de antroposofie speelt
er is veel overlap met reguliere disciplines, zoals cre-
trum voor Geestelijke Gezondheidszorg Rijnaarde
geen belangrijke rol meer.
atieve therapie. Vaak is het gewoon een kwestie van
terecht in de reguliere gezondheidszorg. Kan dat wel, een antroposofisch vak in een
in Alphen aan den Rijn, een psychiatrische instelling
regulier werkveld? Drie therapeuten geven hun mening.
met een kliniek, ambulante behandeling en deeltijd-
Vanessa: Het is een misvatting dat de antroposofische
ik wil er voor iedereen zijn, ook voor Jan met de pet.
behandeling. Haar cliënten: mensen met depressies
gezondheidszorg fundamenteel verschilt van de regu-
Daar is een heel aardse aanpak voor nodig.
en angstklachten.
liere gezondheidszorg. Antroposofische artsen heb-
Wieke van der Arend werkt bij het regionaal instituut
de juiste woorden gebruiken. Ik doe dat graag, want
ben precies dezelfde studie Geneeskunde gedaan als
Wieke: Dat vertalen doe ik ook. Ik vertel patiën-
hout. Ze behandelt veel chronische patiënten: autis-
Stelling:
hun reguliere collega’s. Het verschil is dat ze daarna
ten niet dat we gaan ‘vormtekenen’, maar dat we
ten, schizofrenen en mensen met een niet-aangeboren
Kunstzinnige therapie is alleen geschikt voor de antroposofische gezondheidszorg.
nog een aanvullende opleiding hebben gevolgd. Vaak
‘gymnastiekoefeningen op papier’ gaan doen. In
is de manier van behandelen gelijk. Antroposofische
feite komt het op hetzelfde neer: je wilt mensen in
Wieke: Daar ben ik het niet mee eens. De cliënt heeft
artsen schrijven ook reguliere medicijnen voor, zoals
beweging krijgen.
Vanessa Baddeley-Swinkels is docent bij de opleiding
een klacht en klopt aan bij de GGZ. Daarbij doet het
antibiotica. Het grootste verschil is dat er meer aan-
SKT. Daarnaast heeft ze in Den Haag een eigen prak-
er niet toe wat voor achtergrond de therapeut heeft,
dacht is voor de mens als geheel, als een eenheid van
Stelling:
tijk als kunstzinnig therapeut. Haar cliënten krijgt ze
als de aanpak maar effect heeft. Ik zie de opleiding
denken, voelen en handelen.
via twee antroposofische huisartsen. Het zijn veelal
als een basis waar antroposofische elementen in zit-
Kunstzinnige therapie helpt alleen mensen die erin geloven
mensen met psychosomatische klachten, zoals fo-
ten. Na het afstuderen gaat iedereen zijn eigen weg.
Esther: In het begin heb ik wat vooroordelen bij col-
Vanessa: Het heeft helemaal niets met geloven te
Ik gebruik elementen uit mijn opleiding die me van
lega’s moeten wegnemen. Dat was niet moeilijk, want
maken. Mensen komen bij mij omdat ze bepaalde
voor geestelijke gezondheidszorg in Noordwijker-
hersenletsel.
bieën, depressies, slaapstoornissen en burnout.
5
Stelling: 6
klachten hebben. Als ze merken dat de therapie iets
Wieke: Voor mij bestaan dingen pas, als ik ze zelf
Kunstzinnige therapie kan mensen niet genezen
sief is, heeft meestal veel baat bij medicijnen. Het
met ze doet, zijn ze gemotiveerd om verder te gaan.
heb gezien. Daarom gebruik ik alleen maar dingen
Vanessa: Het ligt eraan wat je onder genezen ver-
gaat om de totaalaanpak: de samenwerking tussen
Ik hoef ze dan verder niets uit te leggen. Het helpt
uit de opleiding, waarvan ik ervaren heb dat ze klop-
staat. Als je bedoelt dat het mensen helemaal geneest
artsen, psychologen en therapeuten. Ik probeer altijd
natuurlijk wel als mensen openstaan. Als ze alleen
pen. Dat is lang niet alles. Tijdens de opleiding leer je
van een ziekte, dan is het antwoord nee. Niets van
mijn therapie in een kader te zetten. Ik kijk wat er al
maar bij me komen ‘omdat het moet van de dokter’,
bijvoorbeeld dat mensen door kunstzinnige therapie
buitenaf kan mensen genezen. Therapie niet, maar
gedaan is en sluit daar bij aan.
dan wordt het moeilijk, maar dat geldt voor iedere
‘innerlijk in beweging’ komen. Ik zie dat niet en ik
ook medicijnen of een operatie niet. Uiteindelijk
therapie. Gelukkig kom ik dat zelden tegen.
wil het ook niet zomaar aannemen. Ik heb een ander
moet de totale mens zelf het werk doen. Ik geloof wel
Wieke: Tijdens de kunstzinnige therapie krijgen men-
doel; ik wil mensen fysiek in beweging krijgen en ze
dat kunstzinnige therapie helend werkt. Je brengt
sen veel persoonlijke aandacht. Alleen al daardoor
Esther: Ik werk veel met groepen depressieve men-
plezier laten hebben in de dingen die ze doen. Bij
een proces op gang waardoor mensen zich sterker
gaan ze zich beter voelen.
sen. Zij worden vaak wel door ‘de dokter’ gestuurd.
mijn werk is dat het hoogst haalbare. Ik werk vooral
gaan voelen. Het is een feit dat mensen altijd beter
Ze zijn niet gemotiveerd, soms zelf erg sceptisch. Ik
met ouderen en chronisch zieke mensen: schizofre-
bij me weg gaan, dan dat ze kwamen.
zie het als een uitdaging om ze warm te krijgen voor
nen, autisten en mensen met een hersenbeschadiging.
de therapie. Eigenlijk lukt me dat altijd.
Ze zijn absoluut niet gemotiveerd, geloven in geen
Esther: Om ernstig zieke mensen te genezen, is meer
wende proces. Een succeservaring met het kunstzin-
enkele therapie, maar toch hebben ze er baat bij.
nodig dan therapie alleen. Iemand die ernstig depres-
nige werk steunt en sterkt mensen.
bij het voorkomen van een burnout. In dat geval hebben we het niet over kunstzinnige therapie, maar over kunstzinnige begeleiding. Het vak ‘kunstzinnige begeleiding’ werd in 2001 toegevoegd aan de opleiding. Al langer werden in het werkveld kunstzinnige activiteiten ingezet bij loopbaanontwikkeling. Een paar studenten van de hogeschool liepen stage op dat gebied en wijdden er hun afstudeerscriptie aan. Ze ontdekten dat de kennis en ervaring uit hun opleiding daarvoor heel goed inzetbaar waren. Inmiddels wordt kunstzinnige begeleiding ook met succes ingezet op andere terreinen binnen het bedrijfsleven. Bijvoorbeeld bij coaching van individuele werknemers of bij ontwikkelingsprocessen binnen teams.
De opleiding De opleiding tot kunstzinnig therapeut duurt vier jaar. Uiteraard neemt de beeldende kunst een belangrijke plaats in binnen de opleiding. Studenten maken kennis met verschillende beeldende middelen en technieken en met de therapeutische werking van materiaal, kleuren, vormen en composities. Ze tekenen, schilderen en boetseren niet alleen zelf, maar leren ook het werk van anderen interpreteren. Vakken als anatomie, fysiologie, psychologie, pedagogiek en agogiek zorgen voor een gedegen basis. Daarnaast is er aandacht voor therapeutische methodiek en de ontwikkeling als professional. Hoe stel ik een therapieplan op? Hoe onderzoek ik het effect van de therapie? Hoe werk ik samen met bijvoorbeeld artsen, psychologen en leerkrachten? Tijdens de stages en hun afstudeerproject doen de studenten veel praktijkervaring op. In de opleiding zijn aspecten van het antroposofische mens- en wereldbeeld geïntegreerd, maar studenten bepalen zelf hoe ze daar mee omgaan. De hogeschool wil therapeuten afleveren die weten wat de mogelijkheden zijn van hun vak. Tegelijkertijd zijn ze zich bewust van hun persoonlijke kwaliteiten en kiezen ze op basis daarvan hun eigen weg. Dat de wegen heel verschillend kunnen zijn, blijkt uit de beroepen waarin mensen terecht komen. Ouderenzorg, psychiatrie, onderwijs of bedrijfsleven… Het zijn slechts een paar voorbeelden.
Vanessa: Daarnaast speelt naar mijn mening ook het kunstzinnige aspect een belangrijke rol in het opbou-
7
gesties aan en geef ik complimenten om hun gevoel van eigenwaarde te vergroten. Ik vraag om iets van henzelf in het
8
werk te leggen, zoals persoonlijke betekenis. Een jongen met wanen is die bijvoorbeeld gaan boetseren. Dat is een manier om ze zichtbaar en bespreekbaar te maken en gevoelens en problemen te verwerken. De introverte groep is apatisch: lichamelijk en geestelijk afgevlakt. Deze patiënten probeer ik te prikkelen door ze opdrachten te geven. Een van hen heeft lang geroepen dat ze het niet kon. Op een dag kreeg ze de geest en begon kleurige strepen te schilderen. Ze wilde er niet mee ophouden toen de tijd om was. Fantastisch. Van dit soort kleine wondertjes moet je het hebben in dit werk. De vooruitgang is bij deze groep over het algemeen klein. Mijn aandeel in de behandeling van de patiënten is begeleidend en ondersteunend. De casemanagers vinden het echter wel belangrijk, het is toch iets extra’s.”
Depressieve patiënten langzaam in beweging brengen
Geestelijke gezondheidszorg De behandeling van psychiatrische patiënten bestaat vaak uit een combinatie van medicijnen en therapie. Daarbij kan de therapie talloze vormen aannemen: psychotherapeutische gesprekken, psychomotorische therapie, ergotherapie, muziek-, drama- of kunstzinnige therapie. Muriël Remmerswaal en Marijke Esselman, beiden werkzaam bij algemeen psychiatrisch ziekenhuis De Robert-Fleury Stichting in Leidschendam, vertellen wat kunstzinnige therapie te bieden heeft in de behandeling van psychiatrische patiënten.
Je moet het hebben van kleine wondertjes Muriël Remmerswaal behandelt patiënten met chronische aandoeningen, zoals schizofrenie. “Deze mensen hebben vaak veel verloren: hun vrienden, hun opleiding of werk, hun huis. Ze krijgen medicatie en moeten leren hun leven opnieuw in te richten. Ik richt me meestal op de ontwikkeling van eigenheid en autonomie. Mijn doel is dat ze weer feeling krijgen met waar ze van houden, waar ze blij van worden. Ook dat zijn ze vaak kwijt. Er zijn globaal twee typen: het extraverte en het introverte. De eerste groep bruist van creativiteit en inspiratie. Die hoef ik weinig te stimuleren. Wel bied ik sug-
Marijke Esselman werkt veel met depressieve patiënten. “Mensen met een depressie zijn tijdelijk de grip op hun leven kwijt, zijn in zichzelf gekeerd, passief en kunnen zich vaak moeilijk concentreren. Mijn doel is dat ze innerlijk weer in beweging komen en plezier kunnen beleven, al is het maar een uurtje. Ik probeer samen met de patiënt de ingang tot zijn creativiteit te zoeken, die is bij iedereen anders. Dat ze bij mij iets moeten dóen kan confronterend zijn en daarom is het belangrijk dat de therapie voldoende veiligheid en structuur biedt. Als mensen nog heel ziek zijn laat ik ze bijvoorbeeld geometrische vormen tekenen met passer en liniaal. Daar zit evenwicht in en dat helpt bij de concentratie. Ik bouw het langzaam op, bijvoorbeeld door ze een cirkel te laten tekenen met losse vormen erin. Maar ook nat-in-nat landschappen kunnen in stapjes met veel begeleiding worden opgebouwd. Verder gebruik ik waarnemingsoefeningen: ik vraag ze iets mee te nemen uit de natuur en dat na te tekenen, of laat ze kleuren mengen. Je ziet dat ze voorzichtig weer wat zelfvertrouwen krijgen door het werk dat ze maken. De vooruitgang van een patiënt wordt regelmatig geëvalueerd in het team van behandelaars. Ik breng mijn observaties in, bijvoorbeeld dat iemand veel moeite heeft om over een drempel te stappen, of juist op de voorgrond durft te treden en plezier beleeft aan het schilderen. Dat biedt aanknopingspunten voor de andere behandelaars. Ook voor de patiënten zelf is het verhelderend om terug te zien wat ze weken eerder hebben gemaakt. Elk werk symboliseert een fase in hun ziekteproces.”
9
10
Getraumatiseerde kinderen draagkracht geven
11
Mirjam Koops zet haar kunstzinnig therapeutische vaardigheden in voor vluchtelingen en ontheemden. Zij heeft ruime ervaring in het buitenland en werkt daarnaast in Nederlandse asielzoekerscentra en in Centrum ’45. Haar hart ligt bij mensen met een (oorlogs)trauma.
Hoe kwam je in het buitenland terecht? Tijdens de opleiding hoorde ik via via van een project voor kinderen met een oorlogstrauma in Soedan. Daar heb ik drie maanden stage gelopen. Later, het project was inmiddels overgenomen door War Child, ben ik nog twee keer teruggeweest. Onlangs was ik een maand in Oost-Timor.
Wat is het doel van die projecten? Het gaat erom lokale mensen op te leiden om op een kunstzinnig therapeutische manier met kinderen te werken. Ik zet een project op en draag het over aan de mensen in het land. Ik geef trainingen en begeleid samen met hen de groepen kinderen.
Huisarts Bart Janssen
Waarom vindt War Child creativiteit belangrijk? Hun slogan is: ‘je kunt een kind wel uit de oorlog halen, maar de oorlog niet uit een kind’. Tekenen en schilderen laat ze weer even kind zijn. Humor en vrolijkheid zijn heel belangrijk. Door het gezonde in een kind aan te spreken, vergroot je zijn draagkracht. In Soedan lopen verschillende creatieve programma’s: in een jeugdgevangenis, waar de talloze straatkinderen terechtkomen die door de oorlog hun familie zijn kwijtgeraakt. En in speciale schooltjes voor kinderen in vluchtelingenkampen.
“Ik ben al achttien jaar verbonden aan het Antroposofisch Therapeuticum in Leiden, en al die tijd heb
Het lijken me moeilijke omstandigheden om onder te werken? Inderdaad! Er gaat veel energie op aan het creëren van
ik samengewerkt met een kunstzinnig therapeut. Ik verwijs mensen door die op het gevoelsgebied on-
randvoorwaarden: een werkruimte, eten voor de kinderen, materialen, zorgen dat iedereen zijn afspraken nakomt. Dat is ontzettend belangrijk, want juist deze kinderen hebben een veilige omgeving en structuur nodig. Je moet enorm improviseren en concessies doen aan de kwaliteit van de materialen. Wat ik zelf het moeilijkst vind, is dat je deze kinderen niet de specifieke hulp kunt geven die ze nodig hebben. Noodgedwongen werk je in grote groepen.
Hoe communiceer je met de mensen daar? Ik heb een cursus Arabisch gevolgd, dat breekt het ijs. Met de begeleiders in Soedan sprak ik Engels met handen en voeten. Voor inhoudelijke zaken tijdens de training was er een tolk. De uitwisseling met de kinderen verliep via de begeleiders. Zij moeten immers leren hoe ze met de kinderen moeten praten over hun werk. De Soedanezen waren nieuwsgierig en stonden meer open voor contact dan de mensen in Oost-Timor. Daar kon ik ook alleen via een tolk communiceren; dat vond ik een gemis.
Ga je terug? Zeker! Maar niet meteen. Voorlopig werk ik met getraumatiseerde mensen in Nederland, onder andere in asielzoekerscentra. In asielzoekerscentra wordt vooral preventief en ondersteunend gewerkt. Aan therapie komt men vaak niet toe. Kunstzinnige therapie is, ook in de vorm van begeleiding, voor deze groep nog een onontgonnen gebied. De typisch antroposofische methode ‘nat in nat’ is bijvoorbeeld minder bruikbaar voor traumapatiënten. Kleuren die mengen en uitvloeien kunnen zij als bedreigend ervaren. Bij hen gaat het erom grip te krijgen op hun eigen leven en hun machteloosheid te verminderen. Controle is dus een belangrijk begrip. Er valt op dit gebied nog veel te ontwikkelen!
dersteuning nodig hebben. Vaak zijn dat patiënten die psychisch zijn vastgelopen, zoals mensen met een depressie, een burnout of vermoeidheidsverschijnselen. Kunstzinnige therapie heeft hen vaak meer te bieden dan gewone gesprekstherapie. De kunstzinnige oefeningen brengen hen weer bij hun gevoel en dit is precies wat ze nodig hebben, omdat ze teveel in hun hoofd zitten. Ook voor mensen met een lichamelijke aandoening, zoals kanker, migraine of astma, is kunstzinnige therapie heilzaam. De therapie helpt ze om even los te komen van hun ziekte, om emotionele spanning te doorbreken en om lichamelijke gebreken te accepteren. Veel van mijn patiënten vragen zelf om kunstzinnige therapie. Ze hebben erover gehoord of gelezen en voelen zich erdoor aangesproken. Ik geef zelf regelmatig cursussen over antroposofie, samen met de kunstzinnig therapeut. We laten mensen kunstzinnige oefeningen doen, zodat ze ervaren wat het met ze doet. De reacties zijn doorgaans erg positief.”
12
Re v a l i d a t i e e n o u d e r e n z o r g
In beweging brengen, in beweging blijven Veel verpleeg- en verzorgingstehuizen organiseren dagactiviteiten. Onder begeleiding kunnen mensen bijvoorbeeld schilderen, handwerken of muziek maken. Het belangrijkste doel daarbij is dat ouderen sociale contacten blijven onderhouden en dat ze in beweging blijven. Kunstzinnige therapie wordt vaak in één adem genoemd met activiteitenbegeleiding. Toch is er een belangrijk verschil. De kunstzinnig therapeut zet beeldende kunst in om mensen geestelijk of lichamelijk beter te laten functioneren. Ook werkt de therapie ondersteunend bij revalidatieprocessen. In dat geval hebben niet alleen ouderen er baat bij, maar mensen van alle leeftijden die moeten herstellen van een ziekte, een ongeluk of medische ingreep.
Nienke de Kreuk werkt als kunstzinnig therapeut in het reguliere Leiderdorpse Verpleeghuis Leythenrode. Ze maakt deel uit van het team Activiteiten Begeleiding, maar haar taken zijn ruimer. Nienke: “Collega’s sturen mensen naar me door die extra ondersteuning nodig hebben. Dat kunnen ouderen met psychische of lichamelijk klachten zijn. Toen ik net in het tehuis kwam, verliep het contact met artsen, verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werkers niet vanzelf. Ik heb echt moeten bewijzen wat ik kon. Collega’s waren verbaasd wanneer ik dingen zag, die zij niet hadden gezien. Langzaamaan werd mijn inbreng groter. De rapporten die ik schrijf komen nu standaard in het zorgdossier.” Els Wallenburg is na haar opleiding SKT gaan werken bij het geriatrische centrum en verpleegtehuis Antonius Binnenweg in Rotterdam. “Ik werk veel met aquarelverf en krijt,” vertelt ze. “Vooral de nat-in-nat techniek, waarbij je met aquarelverf op nat papier werkt, is heel geschikt voor ouderen. Je hebt geen kracht en vaste hand nodig om iets moois op papier te krijgen. Ik let heel goed op de kleuren die ik aanbied. Ik kies kleuren die mensen aanspreken, zodat ze ervan genieten om ermee te werken. Tegelijkertijd houd ik rekening met de werking van de kleuren. Ik gebruik bijvoorbeeld geen rood bij
13
14
onrustige mensen, maar kies liever voor rustgevend blauw. Vaak laat ik mijn patiënten zelf kleuren mengen. Ze reageren meestal blij verrast wanneer ze nieuwe schakeringen zien ontstaan.” Volgens Els voegt kunstzinnige therapie belangrijke extra’s toe aan de ouderenzorg: “De huidige generatie ouderen is niet gewend om te praten over gevoelens. Tijdens het tekenen of schilderen kunnen ze hun emoties vorm geven, zonder dat er woorden nodig zijn.”
Els probeert dementerende ouderen houvast te geven. Ze werkt met beelden, verhalen en liedjes die voor deze mensen herkenbaar zijn. Ook probeert ze mensen uit hun isolement te halen. “Alzheimer patiënten zitten opgesloten in hun eigen wereldje. Ik probeer ze te verbinden met iets buiten henzelf, met het werk dat ze maken. Wanneer hun belevingsniveau nog redelijk is, lukt me dat. Ik beschouw het als een grote overwinning wanneer ik zie dat iemand plezier krijgt in het schilderen.”
Juul van Aken, werkzaam in een antroposofisch verpleeghuis als coördinator dagbesteding en kunstzinnige therapie, beaamt dit en voegt er nog wat aan toe: “Ouderen raken steeds meer overgeleverd aan lichamelijke problemen. Pijn, lichamelijke beperkingen en geestelijke achteruitgang nemen de overhand. Kunstzinnige therapie biedt hen de mogelijkheid zelf iets te scheppen, laat ze zien dat ze nog steeds nieuwe dingen kunnen maken. Ze hebben daardoor het gevoel dat
Afscheidsproces
ze weer meedoen.”
Hersengymnastiek Nienke legt een schildering van één van haar patiënten op tafel. Een groen veld, een blauwe lucht en een boom. Wat opvalt, is dat de boom helemaal rechts staat en naar rechts buigt. Ook alle takken zitten aan de rechterkant. Nienke: “Hier zie je hoe een schildering iets zegt over iemands ziekte. De man die deze boom heeft gemaakt is eenzijdig verlamd.” Nienke komt tijdens haar werk veel mensen met hersenletsel tegen, veroorzaakt door bijvoorbeeld een beroerte, een ongeluk, een operatie of een tumor. Ze probeert via kunstzinnige oefeningen, zoals vormtekenen, het beschadigde deel van de hersenen te trainen. De patiënt moet bijvoorbeeld proberen een gelijkmatig golvende lijn te tekenen. Aanvankelijk blijft de lijn aan één kant vrijwel plat, terwijl er aan de andere kant extreme pieken zijn. Na veel oefenen is meestal een verbetering zichtbaar. Maar kunstzinnige therapie biedt meer dan alleen oefeningen. Bij afasiepatiënten is het spraakvermogen verstoord door een hersenbeschadiging. Ze kunnen nauwelijks meer met anderen communiceren en raken opgesloten in zichzelf. Kunstzinnige therapie biedt hen de mogelijkheid om zichzelf te uiten. Nienke: “In het sociale leven nemen deze mensen nauwelijks ruimte in, staan vaak overal buiten. Die ruimte krijgen ze tijdens het schilderen wel, waardoor ze zich gezien voelen. Hun frustraties verminderen, ze zijn meer ontspannen en functioneren daardoor beter.”
Alzheimer Binnen de ouderenzorg is voor kunstzinnig therapeuten nog veel pionierswerk te verrichten. Vooral over een ziekte als dementie is nog relatief weinig bekend. De therapeuten ervaren dat bepaalde oefeningen een positief effect hebben op Alzheimer patiënten. Els: “In de opleiding SKT leer je hoe je vooruitgang kunt bereiken bij patiënten. Deze vooruitgang is er bij mijn werk met dementerende ouderen vaak niet. Ik richt me op andere aspecten. Ik probeer mensen in contact te brengen met de dingen om hen heen, werk aan hun concentratie en bied ze rust en houvast.” Het streven van Els is om mensen zo lang mogelijk ‘erbij te houden’. Wanneer iemand steeds minder kan, past ze haar oefeningen aan. “In het beginstadium kan ik mensen nog echt vormen laten tekenen. Wanneer ze zover wegglijden dat ze geen structuur meer zien, laat ik ze kleuren schilderen of bied ik ze concrete vormen aan, zoals een cirkel. In het eindstadium kunnen mensen zelf vaak helemaal niets meer. Dan schilder ik zelf en laat ik de patiënt toekijken. Dat kijken alleen is vaak heel prettig voor mensen. Ze genieten van de kleuren en de vormen.”
Juul van Aken werkt in het Rudolf Steiner Verpleeghuis in Den Haag. Het merendeel van de patiënten is daar niet of nauwelijks bekend met de antroposofie. Toch zijn de reacties op de werkwijze van de kliniek zeer positief, vooral als het gaat om stervensbegeleiding. Antroposofen geloven in een leven na de dood. Wanneer iemand sterft, neemt hij afscheid van het aardse bestaan en gaat over naar een geestelijke wereld. Bij de begeleiding van terminale patiënten speelt dit een belangrijke rol. Juul ondersteunt met kunstzinnige therapie het afscheidsproces. “Soms verzetten mensen zich hevig tegen de dood. Ze houden zich verkrampt vast aan het leven op aarde, terwijl ze eigenlijk niet meer kunnen. Ik zit dan naast hun bed en schilder voor. De patiënten kunnen zelf aangeven wat ze willen dat ik uitbeeld, bijvoorbeeld dingen uit het verleden, waardoor ze hun verdriet kunnen verwerken. Door te schilderen met mooie zachte kleuren breng ik hen tot rust.” Juuls therapie staat niet op zichzelf. In het antroposofische verpleeghuis helpt het hele team mee om een sfeer van warmte en rust te creëren. Er wordt vaak liermuziek gespeeld of een voetinwrijving gegeven om te patiënt te laten ontspannen. Juul: “Het afscheidsritueel werkt verzachtend en troostend voor de patiënt én voor de familie.”
15
16
Hulpverlening aan kinderen en jeugd Kunstzinnige therapie leert kinderen omgaan met gevoelens als angst, verdriet en woede. Belangrijk daarbij zijn rust en aandacht. Rust voor kinderen met concentratiestoornissen; aandacht voor kinderen die emotioneel of lichamelijk verwaarloosd zijn. Drie therapeuten vertellen aan de hand van een praktijkvoorbeeld hoe ze proberen kinderen sterker en stabieler te maken.
Ontploffing in mijn buik “Het wordt steeds zo druk in mijn hoofd en dan ontploft het in mijn buik.” Als Jan (7) een tekening van zichzelf moet maken, tekent hij een figuur vol chaos. Buik en ledematen gevuld met fel rood gekras en voeten die in de lucht zweven. Jan heeft een overmatige belangstelling voor treinen. Zijn gezin tekent hij als een spoorbaan. Twee katten, Jan zelf en zijn moeder lopen over de rails. De katten lopen het snelst, dan volgt Jan. Zijn moeder blijft ver achter. Jan is een patiënt van Judith Witte. Het jongetje heeft een aan autisme verwante stoornis. Hij heeft grote moeite om prikkels te verwerken en kan slecht tegen veranderingen. Wanneer de situatie hem teveel wordt, krijgt hij woede-aanvallen. Jans moeder is licht verstandelijk gehandicapt. Ze kan hem wel praktisch verzorgen, maar niet emotioneel. Toen Jan voor het eerst bij Judith kwam, liet ze hem tekenen hoe hij zich voelde en hoe hij zich zou willen voelen. Door de tekeningen werd duidelijk waar Jan behoefte aan had: structuur en affectie. Al snel bleek dat de kern van het probleem bij zijn moeder lag. Het lukte haar niet om hem liefde en positieve feedback te geven. De jongen kon geen basis opbouwen en voelde zich daardoor in veel situaties onveilig. Judith besloot zowel de jongen als de moeder therapeutisch te begeleiden. Dat deed ze niet alleen via tekeningen maar ook via gesprekken en drama. Ze speelde bijvoorbeeld dat ze zelf boos werd en vroeg Jan wat ze ertegen kon doen. “Je moet gewoon rustig blijven. En als het toch komt, dan gaat het vanzelf wel weer over.” Voor Jans moeder speelde ze situaties voor. Ze liet bijvoorbeeld zien hoe je kunt omgaan met driftbuien en hoe je een kind complimenten kan geven. Judith: “Jan en zijn moeder zijn niet te genezen. Ik heb ervoor gekozen hun systeem en gedrag te veranderen, zodat ze beter omgaan met hun handicap. Bij Jan heb ik ook gewerkt aan zijn autonomie. Hij voelde zich overdonderd door de dingen om hem heen. Ik heb met hem geoefend hoe hij controle kan houden over zichzelf en zijn omgeving.” Judith Witte (26) rondde in 2000 haar opleiding SKT af. Ze heeft een eigen praktijk als kunstzinnig therapeut en werkt voor een instituut voor gezinsbehandeling. Op dit moment volgt ze een opleiding kindertherapie aan de Nederlandse Academie voor Psychotherapie in Amsterdam.
Help me, want ik ben zo bang Iris(9) is bleek, maakt een gespannen indruk en praat zacht en aarzelend. Ze heeft nachtmerries waarin enge mannen haar proberen te vangen. Als ze wakker wordt heeft ze het idee dat ze in haar dekens stikt. Op school is ze altijd moe. Hoe ze onder haar angsten lijdt, blijkt tijdens haar eerste ontmoeting met de therapeut: “Help me, want ik ben zo bang.” Iris heeft al heel wat meegemaakt. Op haar derde was ze getuige van een vuurgevecht tussen drugscriminelen en op haar achtste werd ze lastig gevallen door een exhibitionist. Na deze traumatische ervaringen voelde het meisje zich voortdurend onveilig en bedreigd. Reden voor de ouders om hulp te zoeken bij een reguliere orthopedagoog. Deze besloot om haar kunstzinnige therapie te geven en zo kwam Iris terecht bij Guusje Moll van Charante. Guusje werkte bijna een jaar met Iris en boekte goede resultaten. Doel van de therapie was het meisje te leren haar emoties te uiten en haar weer rust en vertrouwen te geven. Guusje zette verschillende middelen in om erachter te komen wat het meisje precies dwars zat. Ze liet Iris schilderen en boetseren en ze voerde gesprekken met haar. Al snel werd duidelijk dat Iris zich niet alleen onveilig voelde, maar dat ze zich ook schaamde voor haar angst. Als ze ’s nachts bang was, durfde ze haar bed niet uit te komen, omdat ze vreesde dat haar ouders boos zouden worden. Guusje: “Ik heb de ouders gevraagd om altijd naar haar te
17
18
luisteren, haar altijd serieus te nemen. Op die manier kon ze zich thuis ook weer veilig gaan voelen. Die veilige plek
Toen Amber 9 jaar was, overleed haar moeder. Ze woont nu in een pleeggezin. De pleegouders en de school proberen het
probeerde ik haar ook tijdens de therapie te geven en dat lukte. Ze voelde zich heel vertrouwd met mij en durfde daardoor over al haar gevoelens te praten. Voor jonge kinderen is het vaak al voldoende wanneer ze één keer goed hun verhaal mogen doen. Ze zetten zich veel makkelijker dan volwassenen over een nare gebeurtenis heen.” Guusje vertelde Iris veel verhalen over angst en moed. Bijvoorbeeld over een meisje dat verdwaalt in het ‘ondoordringbare woud’. In het donkere, dreigende bos ontmoet ze mensen en dieren die haar helpen om haar angst te overwinnen. Guusje: “De verhalen, die ze al tekenend of schilderend op zich laten inwerken, zijn bedoeld om kinderen te laten zien dat iedereen wel eens bang is, maar dat er anderen zijn die je kunnen helpen.”
meisje op alle mogelijke manieren tot rust te brengen: met ritmische massage, met muziektherapie en met kunstzinnige therapie. Voor dat laatste riepen ze de hulp in van Marije Laarakker-Van Oosterhout. Marije: “Amber heeft wat wij noemen een ‘te dunne huid’. Ze is overgevoelig voor prikkels en heel snel afgeleid. Ze heeft zichzelf niet onder controle, maar laat zich meeslepen door wat er om haar heen gebeurt. Dat merkte ik toen ik haar vrij liet schilderen, maar ook tijdens de therapeutische oefeningen. Het lukte haar niet om zelf onderwerpen te bedenken. Steeds vroeg ze aan mij wat ze moest doen.” Marije werkte maandenlang twee keer per week met Amber. Daarbij probeerde ze van chaos tot vorm te komen. Ze begon met nat-in-nat schilderen: een techniek waarbij je met sterk verdunde waterverf op een nat papier werkt. De kleuren lopen gemakkelijk in elkaar over en de vormen zijn moeilijk onder controle te houden. Later liet Marije het meisje vormtekeningen maken met krijt. Aanvankelijk had Amber daar heel veel moeite mee, maar door eindeloos oefenen leerde ze zich te concentreren op haar werk. Nu de therapie is afgerond kunnen de school en de pleegouders nog steeds gebruik maken van de tekenoefeningen van Marije wanneer het meisje druk en ongeconcentreerd is. Kunstzinnig therapeuten werken vooral op vrije scholen. Jammer vindt Marije, want ook kinderen op reguliere scholen kunnen baat hebben bij de therapie. “Ik zou graag zien dat er een brug geslagen werd tussen het reguliere en antroposofische werkveld. De opleiding SKT heeft al een eerste stap gezet, want hier wordt het goede uit twee werelden gecombineerd.”
Guusje Moll van Charante (32) werkte na haar opleiding SKT als maatschappelijk werker, als woonbegeleider in de psychiatrie en als begeleider in kindertehuizen. Sinds 2000 heeft ze een eigen praktijk voor kunstzinnige therapie. Haar specialisatie: kinderen met een trauma.
Gooien met verf Bij Amber (11) gaat vaak van alles mis. Ze struikelt over haar eigen voeten en wat ze aanraakt breekt. Ze is intelligent, maar heeft moeite zich te concentreren. Daarom zit ze op een vrije school voor kinderen met leerproblemen, een zogeheten Tobiasschool. Van netjes tekenen houdt ze niet. Het liefst is ze met verf in de weer, spat en gooit ze kleuren op een groot papier.
Kunstzinnig therapeut Marije Laarakker-Van Oosterhout (30) heeft altijd met kinderen gewerkt: tijdens haar opleiding SKT en direct daarna. Ze heeft ruim drie jaar een eigen praktijk gehad in de Tobiasschool in Amsterdam.
19
20
Begeleiding in het arbeidsproces
21
Werken aan jezelf, werken met anderen Werknemers blijken behoefte te hebben aan persoonlijke ontwikkeling in de werksituatie. Soms lopen mensen op hun werk tegen problemen aan, maar komen er zelf niet achter wat de oorzaak daarvan is. De oorzaak kan liggen in henzelf, maar ook in de relatie tot anderen. Soms zoeken ze hiervoor advies bij loopbaanbegeleiding, soms is outplacement nodig. Afgestudeerden van de opleiding SKT hebben ervaren dat inzichten en technieken uit de kunstzinnige therapie uitstekend kunnen worden ingezet om medewerkers en teams te begeleiden. Door kunstzinnig bezig te zijn, leren mensen zichzelf en anderen kennen en worden dingen bespreekbaar gemaakt.
Kunstzinnige begeleiding: een vak in ontwikkeling Kunstzinnige begeleiding helpt mensen bij ontwikkelingsvragen. Anders dan bij kunstzinnige therapie zijn de cliënten ‘gezonde’ mensen, die inzicht willen krijgen in hun mogelijkheden en beperkingen. Binnen de opleiding SKT gaat de aandacht vooral uit naar ontwikkelingsvragen van het individu. Sinds enkele jaren is het curriculum van de opleiding uitgebreid met een module die zich ook op de begeleiding van groepen richt. De studenten leren tijdens deze module hoe ze kunstzinnige oefeningen kunnen inzetten om het functioneren van een team te verbeteren. Ook leren ze hoe ze na afloop van de oefeningen het groepsgesprek kunnen begeleiden. Uit het groepsgesprek moeten dingen naar voren komen waar mensen in hun dagelijkse werk iets mee kunnen. Kunstzinnig begeleiders kunnen werkzaam zijn bij bureau’s voor loopbaanbegeleiding, outplacement of reïntegratie. Ook binnen andere organisaties die zich op het bedrijfsleven richten kunnen ze iets extra’s toevoegen aan het bestaande team of aan de bestaande manier van werken. Denk aan arbodiensten, trainings- of adviesbureau’s.
Teamontwikkeling en trainingen Kunstzinnige begeleiding wordt binnen bedrijven en instellingen ingezet om samenwerkingsprocessen te ondersteunen. De begeleider kan bijvoorbeeld onderliggende problemen boven tafel krijgen, sociale structuren inzichtelijk maken of zwakke plekken in de communicatie aanwijzen. SKT-docente Brechtje Duijzer kan daar uit eigen ervaring over meespreken: “Wanneer je mensen samen een tekening laat maken, zie je hoe ze met elkaar omgaan. Is er overleg of gaan ze ieder hun eigen gang? Zitten er perfectionisten tussen? Wie neemt op het tekenpapier heel veel ruimte in en wie houdt zich op de achtergrond? Besteden de deelnemers veel aandacht aan details of houden ze goed zicht op het geheel? Tijdens het tekenen komen mensen vaak helemaal los, tonen hun ware gevoelens. Wie goed observeert, kan dan ook enorm veel informatie halen uit het kunstzinnig werken. Het leuke is dat je iets tastbaars hebt om over te praten. Je kunt in de tekening dingen aanwijzen en naar aanleiding daarvan processen binnen het team bespreekbaar maken.” Kunstzinnige begeleiding kan ook worden ingezet ter ondersteuning van veranderingsprocessen. Via gerichte opdrachten kunnen teams nieuw gedrag oefenen. Zo kunnen dominante werknemers leren hun collega’s meer ruimte te geven. Of kunnen mensen getraind worden op het gebied van communicatie en stresshantering.
Outplacement en reïntegratie Sinds 1 april 2002 geldt de wet Poortwachter, die bedoeld is om de WAO-instroom te beperken. Van werknemers en werkgevers wordt verwacht dat ze zich tot het uiterste inspannen om langdurig ziekteverzuim te voorkomen. Doen ze dat niet dan krijgen ze te maken met sancties. De werknemer ontvangt bijvoorbeeld een lagere WAO-uitkering of de werkgever wordt verplicht om het loon door te blijven betalen. Reïntegratie wordt daardoor belangrijker dan ooit. Kunstzinnige begeleiding kan steun bieden bij reïntegratie of outplacement. Door middel van oefeningen kunnen zieke of ontslagen werknemers inzicht krijgen in hun mogelijkheden en ambities. Mensen die lange tijd thuis zitten of die herplaatst worden op een lager niveau kunnen via kunstzinnige begeleiding weer zelfvertrouwen krijgen en zelfwaardering opbouwen. De kunstzinnig therapeut verzorgt niet de volledige loopbaanbegeleiding, maar een deel van het proces.
Wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik? 22 Annemarie Hakvoort (27) werkt bij Van Ede & Partners, een bureau voor loopbaanbegeleiding en out-
placement. Haar belangrijkste cliënten zijn hoger opgeleiden die ontslagen zijn of uit eigen beweging op zoek zijn naar een nieuw carrièreperspectief. Van Ede & Partners heeft een aantal jaren met stagiaires van de opleiding SKT gewerkt. Het begon met een stagiaire van Hogeschool Leiden, die onderzoek deed naar burnout. Het bureau zag toen dat kunstzinnige begeleiding mensen kan helpen antwoord te vinden op vragen die essentieel zijn bij het bepalen van de loopbaan: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik? Annemarie: “Ik maak mensen bewust van hun eigen functioneren. Aan de manier waarop ze schilderen kan ik veel zien. Of ze chaotisch zijn of juist heel gestructureerd. Of ze initiatief durven nemen of juist op de achtergrond willen blijven. Ik wijs ze op bepaalde patronen en probeer die met ze te doorbreken. Ooit werkte ik met een technicus die ontslagen was, omdat hij slecht met zijn collega’s communiceerde. De man was vreselijk intelligent, maar had moeite om informatie te ordenen en te verwoorden. Deze man heb ik geometrische vormen laten boetseren. Aanvankelijk lukte hem dat helemaal niet, maar na eindeloos oefenen maakte hij vorderingen. Het kunstzinnig werken ondersteunende hem bij zijn pogingen om zich helder en gestructureerd uit te drukken. Kunst kan mensen ook zelfvertrouwen geven. Op hun werk worden mensen voortdurend beoordeeld en dat kan voor spanningen zorgen. Bij mij leren ze zich uiten zonder kritisch te zijn op zichzelf. Zelf stel ik me ook niet kritisch op, maak ze duidelijk dat ik bij voorbaat het eindproduct al mooi vind. Daarmee geef ik ze de ruimte de dingen te accepteren zoals ze zijn.”
Burnout Vermoeidheid, stress, negatieve gevoelens en vage lichamelijke klachten zijn de eerste voortekenen van burnout. Door op tijd in te grijpen kunnen bedrijven voorkomen dat een werknemer langdurig in de ziektewet belandt. SKT-docente Hannah van Ruiten werkte net als Annemarie Hakvoort bij Van Ede & Partners en deed onderzoek naar burnout: “Kunstzinnige begeleiding kan mensen die bijna zijn opgebrand weer kracht geven. Het creatieve proces van schilderen, tekenen of boetseren werkt voedend, versterkend en geeft mensen inzicht en zelfvertrouwen.”
Begeleiding of therapie? Soms blijkt tijdens het begeleidingstraject dat mensen toch therapie nodig hebben. Zo kan het voorkomen dat iemand die net ontslagen is, last krijgt van depressieve gevoelens. Ook bij burnout is niet altijd duidelijk of iemand al zo ziek is dat medische ondersteuning nodig is. In zo’n geval is het een groot voordeel dat de kunstzinnig begeleider een therapeutische achtergrond heeft. Er is immers voldoende kennis aanwezig om de behoefte aan verdere ondersteuning te signaleren en mensen indien nodig door te kunnen verwijzen of een therapieplan te maken.
Citaten van cliënten:
Het heeft me een veel bredere kijk op mezelf gegeven, vanuit meer invalshoeken. | Ik vond het opvallend dat persoonskenmerken terugkwamen in mijn manier van werken. | Het is iets heel anders dan alleen maar praten. | Voor mij was schilderen een nieuwe ervaring. In combinatie met het praten erover kwamen er interessante conclusies en zienswijzen uit voort. Citaten van consulenten:
Het heeft bijgedragen aan de prachtige balans die ze bereikt heeft tussen haar gevoel en haar verstand. | Door te boetseren kreeg hij meer zelfvertrouwen. | Outplacement is voor mij op de eerste plaats persoonlijke ontwikkeling en daarbij zie ik SKT als goede aanvulling. Pure verbale benadering werkt niet steeds voor alle cliënten.
23
24
Kunstzinnig therapeuten in andere beroepen
25
Een goede hbo-opleiding geeft mensen een stevige basis voor de arbeidsmarkt. Een basis waar ze meer mee kunnen, dan het specifieke werk waarvoor ze zijn opgeleid. Analytisch denken, goed kunnen waarnemen en effectief communiceren zijn voorbeelden van basisvaardigheden die zeer breed kunnen worden ingezet. Kunstzinnig therapeuten Wouter van Veen en Chantal Koopmans werken buiten hun eigenlijke werkveld. Kijk mee in hun dagboek.
De week van Wouter Wouter van Veen (29) werkt voor Stichting De Bruggen in Zwammerdam. Hij begeleidt verstandelijk gehandicapten met een gedragsstoornis. Daarnaast traint, coacht en adviseert hij andere begeleiders. Bij zijn werk komen de observatie- en gesprekstechnieken uit zijn opleiding SKT goed van pas.
Maandag Deze dag werk ik op Fort Wierickerschans in Bodegraven. Daar bied ik met een collega dagbesteding aan jongeren die tijdelijk niet terecht kunnen op een dagbehandeling of speciale school. Op dit moment begeleiden we drie jongens van 9 tot 15 jaar. De jongste, Gary mag maximaal zes weken blijven. Hoewel hij nu zijn laatste week in gaat, is nog niet bekend waar hij straks heen kan. Als tijdbesteding voor de jongens hebben we wat klussen gekregen van Staatsbosbeheer. Vandaag gaan we een boom omzagen, een activiteit die veel samenwerking vereist. Even dreigt het mis te gaan en moeten we ingrijpen om te voorkomen dat de jongens elkaar te lijf gaan. Bij dit soort conflicten komen de gesprekstechnieken van de opleiding me goed van pas. Je moet goed kunnen luisteren om erachter te komen wat iemand dwars zit.
Dinsdag ’s Morgens heb ik een opfriscursus weerbaarheid. Ik leer hoe ik cliënten veilig een fysieke beperking kan opleggen. Zo’n herhalingscursus volg ik één keer per jaar. Na de lunch heb ik een teamvergadering.
Woensdag Vandaag ga ik naar Jolanda, een meisje van 15 met een autistische stoornis. Ze kan moeilijk contact maken met anderen, ziet ze als een bedreiging. Haar begeleiders hebben niet verteld dat ik zou komen en dat is te merken: ze scheldt me uit en wil niets met me te maken hebben. Na anderhalf uur is Jolanda gewend aan mijn aanwezigheid. Omdat ze veel van dieren houdt, besluit ik met haar naar een kinderboerderij te gaan. Daar geniet ze zichtbaar. Na een uurtje breng ik haar weer thuis. Ik wil de relatie voorzichtig opbouwen, moet eerst haar vertrouwen winnen.
Donderdag Vandaag ga ik weer naar het fort. Eerst haal ik Gary op. Hij weet nog steeds niet waar hij na deze week heen gaat en dat maakt hem onrustig. Hij weigert te werken en neemt in zijn negatieve bui de anderen mee. Ik treed streng op en dat helpt: binnen de kortste keren zijn ze vrolijk aan het werk. De jongens waren op zoek naar grenzen, en die hebben ze gekregen. Na het avondeten bezoek ik Jolanda. Ik drink thee met haar en vertel dat we gaan schilderen. ‘Bah, wat stom,’ is haar reactie, maar als ik de spullen klaarzet, komt ze toch kijken. Na wat aanmoediging gaat ze aan de slag. Als ik vraag wat het wordt, antwoordt ze: ‘kunst’. Tijdens het schilderen ontspant ze, maakt zelfs grapjes.
Vrijdag Vanmorgen moet ik om half acht in een Vlaardingse instelling zijn. Daar woont Ben, een dementerende man van 45 met het syndroom van Down. Hij is angstig, gooit met spullen en heeft herhaaldelijk geprobeerd een medebewoner te wurgen. Hij mag alleen van zijn kamer af als ik er ben. Samen gaan we naar beneden voor een ontbijt met de groep. Iedereen komt bij hem kijken, blij dat hij er weer eens is. Om elf uur ga ik naar een dagbestedingproject, ook in Vlaardingen. Hier adviseer ik het team over de 15-jarige autist René. De jongen zat een half jaar thuis, omdat hij op school probleemgedrag vertoonde. De dagbesteding wilde hem alleen opnemen op voorwaarde dat ik het team zou ondersteunen. Gelukkig ben ik door mijn ervaring in staat om ze veel praktische tips te geven.
26
De week van Chantal
27
Chantal Koopmans (28) is clustermanager van een zestal woningen met sterk gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten. Vijf jaar geleden begon Chantal als groepsleider bij Stichting De Bruggen in Zwammerdam. Via de functie van teamcoördinator klom ze op tot manager. Ze pakt na vier maanden zwangerschapsverlof haar werk weer op.
actie vragen en waarbij ik de richting kan bepalen. Onder grote tijdsdruk overleg ik met alle betrokkenen wat we moeten regelen voor de komst van de cliënt. Ik heb mezelf aangeleerd iedereen vanaf het begin te betrekken bij dit soort zaken. Dat biedt vaak nieuwe inzichten en zorgt voor een breed draagvlak.
Dinsdag
Maandag
Op deze eerste werkdag kom ik veel bekenden tegen die allemaal willen weten of ik zin heb om weer te beginnen. Dat heb ik! Mijn collega draagt in grote lijn de ontwikkelingen van de afgelopen maanden over. We moeten bezuinigen en dat levert veel spanningen op binnen de organisatie. Ik stel voor om de problemen te inventariseren, samen te brainstormen over oplossingen en tot slot een stappenplan te maken waar iedereen mee uit de voeten kan. Deze aanpak werkt altijd, of het nu gaat om een vraag van een cliënt, een vastgelopen team of een klus op strategisch niveau. In de loop der jaren heb ik samen met een gedragswetenschapper, een coach en de groepsbegeleiders een beleidslijn uitgezet. We proberen erachter te komen waar bewoners behoefte aan hebben en proberen daar op in te spelen. Tijdens mijn opleiding SKT heb ik geleerd eerst onbevooroordeeld te observeren en dan pas een mening te vormen. Met veel creativiteit en doorzettingsvermogen zijn we erin geslaagd om bewoners die lange tijd in isolement op hun kamer leefden weer te betrekken bij activiteiten, werkzaamheden en ontmoetingen.
Ik heb een gesprek met mijn nieuwe directeur. We spreken over de cliënten op wie we ons in de toekomst moeten gaan richten. Het is een prettig gesprek. Mijn vorige leidinggevende zei bij zijn afscheid tegen mij dat mijn kracht in de ontmoeting ligt, ik weet daarmee mensen aan me te binden.
Donderdag Vandaag heb ik een drukke dag: eerst managementoverleg op Cunera Den Haag en daarna een aanvraag voor crisisplaatsing in Zwammerdam. Vooral dat laatste vind ik erg leuk. Ik geniet ervan wanneer er veel zaken op me af komen die om
Dinsdag Deze ochtend voer ik drie gesprekken met teamcoördinatoren. Uit mijn SKT-tijd heb ik meegekregen hoe ik me optimaal kan voorbereiden op een ontmoeting. Ik maak mezelf als het ware ‘vrij’, zodat ik kan openstaan voor iemand anders. Ik zie het als een uitdaging de coördinatoren zo te sturen dat ze kunnen groeien en het beste uit zichzelf halen. Van nature ben ik geneigd een gesprek sterk te sturen, maar ik leerde dat het ook goed kan zijn om zaken even op zijn beloop te laten. Aan het einde van de dag spreek ik met het Hoofd Behandelzaken over het ‘tuinproject’. Vijf bewoners werken al twee jaar met intensieve begeleiding iedere dag op een tuin. Ze hebben alles van de grond af zelf opgebouwd: het pad gelegd en de grond omgeploegd. Het werken in de tuin is een succesvolle dagbesteding voor bewoners met moeilijk gedrag. In plaats van dat ze tijdens de creatieve therapie met spullen gaan gooien kunnen ze zich nu samen uitleven met hun handen in de aarde.
D a n k w o o r d
28
Dit boekje is tot stand gekomen door de enthousiaste inzet van veel mensen. Dank gaat uit naar allen die hun gevarieerde ervaringen met kunstzinnige therapie en begeleiding hebben willen delen in dit boekje: Michaël Hoedjes, Marieke Mulder, Dick Keijzer, Wieke van der Arend, Vanessa Baddeley-
Colofon: Naam: Uitgave:
Laarakker-Van Oosterhout, Brechtje Duijzer, Hannah van Ruiten, Annemarie Hakvoort, Wouter van Veen en Chantal Koopmans.
In het kader van het tienjarig bestaan van de opleiding Sociaal Kunstzinnige
Swinkels, Esther Beumer, Muriël Remmerswaal, Marijke Esselman, Mirjam Koops, Bart Janssen, Nienke de Kreuk, Els Wallenburg, Juul van Aken, Judith Witte, Guusje Moll van Charante, Marijke
De kracht van kleur en vorm
Therapie aan de Hogeschool Leiden Tekst:
Ilse Ariëns en Janneke Allers, Lansu+Paulis Bedrijfsjournalisten
Eindredactie: Dick Keijzer en Barbara van de Loo Vormgeving:
Creja Ontwerpen
Drukwerk:
Drukkerij Intercontact
Foto’s en ander beeldmateriaal zijn ter beschikking gesteld / verzorgd door: Merlijn Tukker,
Adresgegevens:
Marjolijn Engelhard, Guusje Moll van Charante, Mirjam Koops, Barbara van de Loo,
Hogeschool Leiden
Michaël Hoedjes en Brechtje Duijzer.
Zernikedreef 11, 2333 CK Leiden Postbus 382, 2300 AJ Leiden Internet www.hsleiden.nl
Zonder de hulp van deze en andere mensen was het niet gelukt om een duidelijk beeld te schetsen van het beroep en de mogelijkheden die het in zich heeft.
Opleiding Kunstzinnige Therapie tel. 071 - 5188 715 fax 071 - 5188 412 e-mail
[email protected]
De citaten in hoofdstuk 5 over begeleiding in het arbeidsproces zijn afkomstig van de afstudeerscriptie KunstZinnigWerk van A. Hakvoort, E. Oehlen, M. Ritsema van Eck., R. van Schagen (2000).
Uit het oogpunt van privacy zijn in dit boekje niet de echte namen van patiënten en cliënten gebruikt.