Startnotitie Lokaal Gezondheidsbeleid 2014 - 2017
Inleiding Voor u ligt de startnotitie Lokaal Gezondheidsbeleid van de gemeente Westvoorne. De startnotitie is bedoeld als richtinggevend kader voor de komende vier jaar als het gaat om gezondheidsbeleid in Westvoorne. Vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg) zijn gemeenten verplicht om vierjaarlijks een lokale nota gezondheidsbeleid vast te stellen, en wel binnen twee jaar na het verschijnen van de landelijke nota. Deze nota benoemt landelijke prioriteiten die door afzonderlijke gemeenten in hun lokale beleid in acht genomen dienen te worden. De landelijke nota is in 2011 verschenen. In een normale cyclus betekent dit dat de gemeentelijke nota’s uiterlijk in 2013 klaar moesten zijn. Echter, er is voor gekozen om deze nota in 2015 te laten verschijnen. De reden dat deze nota in 2015 verschijnt, ligt in het gegeven dat we de nota zoveel mogelijk willen baseren op de meest recente gezondheidsgegevens van onze inwoners. De GGD levert deze gegevens voor de gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond aan. Deze gegevens zijn voor alle gemeenten in januari 2014 beschikbaar gekomen. Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid. In het plan wordt per aandachtspunt uitgewerkt wat de doelstellingen zijn en hoe het beleid wordt uitgevoerd. Het plan geldt voor maximaal vier jaar.” De vorige nota Lokaal Gezondheidsbeleid is vastgesteld in december 2009. Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning De GGD stelt de regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning (rVTV) van de regio Rotterdam-Rijnmond op. Het rapport en het bijgevoegde gezondheidsprofiel geven inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking van Westvoorne. Het is een bundeling van gegevens over de gezondheid en over factoren die samenhangen met gezondheid of invloed hebben daarop. Naast deze feitelijke cijfers benoemen we de belangrijkste thema’s voor lokaal gezondheidsbeleid. De beleidsaanbevelingen voor het gemeentelijke gezondheidsbeleid formuleren we aan de hand van kernboodschappen. De rVTV geeft invulling aan een van de wettelijke taken van de gemeente zoals vastgelegd in de Wet publieke gezondheid (Wpg). Hieronder vindt u de kernboodschappen voor Westvoorne. De kernboodschappen voor het gezondheidsbeleid van Westvoorne zijn: Op het gebied van bevolking: Westvoorne is een vergrijzende gemeente. De kernen scoren op sociaal-economische status gemiddeld tot zeer hoog. Ook is de financiële situatie voor een groot deel van de inwoners gunstiger dan in de rest van de regio en Nederland. Het gemiddeld besteedbaar inkomen ligt hoger dan gemiddeld in Nederland. Op het gebied van sterfte en levensverwachting: Inwoners van Westvoorne zijn gezonder dan gemiddeld in de regio. De score op de gezondheidsbarometer is hoger dan gemiddeld in de regio. Inwoners van Westvoorne hebben een hogere levensverwachting en een lagere sterfte dan gemiddeld in Nederland. Op het gebied van ziekte en aandoeningen: Diabetes komt in Westvoorne voor bij 2,7% van de 19- tot 65-jarigen en bij 10% van de ouderen. Dit is lager dan gemiddeld in de regio en in Nederland. Preventie van diabetes blijft belangrijk, want in veel gevallen kan diabetes voorkomen worden. Op het gebied van de psychische gezondheid: Ongeveer vier op de tien volwassenen in Westvoorne loopt een matig en of hoog risico op een depressie of angststoornis .Preventieve maatregelen kunnen voorkomen dat inwoners daadwerkelijk psychische problemen ontwikkelen. Zo kan de groep inwoners met een hoog risico op een depressie of angststoornis Westvoorne lager blijven dan gemiddeld in de regio.
2
Het aandeel jeugdigen met een verhoogd risico op psychosociale problemen is in Westvoorne 8%. Aandacht voor psychische gezondheid voor deze doelgroep is nodig door preventie al op jonge leeftijd te starten. Op het gebied van leefstijl: Ondanks een stabilisatie moet het aandeel mensen met overgewicht verder worden teruggedrongen. In de regio heeft de helft van de 19- tot 65-jarigen overgewicht, waarvan 13% ernstig overgewicht. Bij de ouderen ligt dit percentage nog hoger. In Westvoorne is de omvang van het probleem overgewicht vergelijkbaar met de regio en met Nederland. Een brede aanpak gericht op voeding en beweeggedrag blijft nodig. Het is van belang om seksueel (grensoverschrijdend) gedrag op alle scholen bespreekbaar te maken. De basis hiervoor wordt gevormd door kennis over de normale seksuele ontwikkeling, maar ook het wegnemen van de handelingsverlegenheid van professionals, het kunnen en durven signaleren van ongewenst gedrag en het ontwikkelen en bijhouden van een daarop toegerust zorgnetwerk. Roken is een bedreiging voor de volksgezondheid. Het rookgedrag lijkt een positieve ontwikkeling in Westvoorne te maken. In 2012 zien we dat 19- tot 65-jarigen en vrouwen van 19 jaar en ouder minder roken dan gemiddeld in de regio. In 2008 was het rookgedrag nog vergelijkbaar met het regionaal gemiddelde. Inzet op het voorkomen dat jongeren beginnen met roken blijft van belang. Op het gebied van de sociale leefomgeving: Eenzaamheid is in Westvoorne net als in de regio en Nederland een omvangrijk probleem. Er is sprake van een toename van eenzaamheid in de regio. Eenderde van de volwassenen en bijna 50% van de ouderen in Westvoorne geeft aan eenzaam te zijn. In de gemeente Westvoorne geven inwoners van 19 tot 65 jaar vaker dan gemiddeld in de regio aan in de afgelopen vijf jaar slachtoffer van huiselijk geweld te zijn. Andere uitkomstmaten van huiselijk geweld en het aantal meldingen laten een positiever beeld zien. Aandacht voor dit onderwerp is wenselijk. Op het gebied van de fysieke leefomgeving: Om de blootstelling van inwoners aan roet te verminderen, raadt de GGD aan om structurele bronmaatregelen te nemen (gericht op schoner vervoer) en langs drukke wegen (zones binnen 50m langs drukke wegen en 300m langs snelwegen) geen nieuwe woningen en ‘gevoelige bestemmingen’ (bijvoorbeeld scholen, kinderopvangcentra en verzorgingshuizen) te bouwen. Inwoners van Westvoorne zijn meer tevreden over hun woonomgeving en het groen in de buurt dan gemiddeld in de regio. Inwoners ervaren vaker dan gemiddeld ernstige geluidshinder door industrie en bedrijven. Vanwege de ligging van de gemeente is geluidshinder door bedrijven en industrie een aandachtspunt. Op het gebied van toekomstige bevolkingsontwikkeling: De vergrijzing neemt in Westvoorne naar verwachting sterk toe. Dit vraag om specifiek beleid voor deze doelgroep op het gebied van zorg.
Naast deze kernboodschappen uit de rVTV zijn ook de verslavingspreventie, benoemd in het coalitieakkoord, en de ondersteuning van ouderen prioriteiten in dit gezondheidsbeleid.
3
Wettelijke kaders Openbare gezondheidszorg is gericht op bescherming, bevordering en bewaking van de gezondheid van de acute hulpverlening aan de bevolking. Bij openbare gezondheidszorg gaat het om de gezondheid van de gehele bevolking, van risicogroepen en van mensen die tussen wal en schip vallen. Het meest karakteristieke aan openbare gezondheidszorg is dat er vooral sprake is van een preventieve insteek en een maatschappelijke hulpvraag. Met preventief wordt bedoeld: ‘het zoveel mogelijk voorkomen van gedragsproblematieken, de uitbraak van ziekten, e.d.’ De openbare gezondheidszorg omvat naast de taken van de jeugdgezondheidszorg en de infectieziektebestrijding, ook voorlichting over diverse gezondheidsthema’s, de verslavingspreventie en activiteiten die te maken hebben met overheidsverantwoordelijkheid voor beschikbaarheid en toegankelijkheid van zorg en het optreden bij (dreigende) ongevallen en rampen. Vanwege de samenhang van gezondheidsbeleid met allerlei beleidsterreinen heeft de gemeente de centrale rol in de openbare gezondheidszorg. Wet publieke gezondheid (Wpg) De Wet publieke gezondheid regelt de organisatie van de openbare gezondheidszorg, de bestrijding van infectieziektecrises en de isolatie van personen/vervoermiddelen die internationaal gezondheidsgevaren kunnen opleveren. Ook regelt de wet de jeugd- en ouderengezondheidszorg. De Wet publieke gezondheid vervangt sinds 2008 de Infectieziektenwet, de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid en de Quarantainewet. Gemeenten brengen de hieruit voortvloeiende werkzaamheden over het algemeen onder bij de GGD. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) is onderdeel van de Wpg. Het basistakenpakket, uitgevoerd door Stichting CJG Rijnmond, bevat de volgende taken: • • • • •
Geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding. Vroegtijdige opsporing en preventie van een aantal specifieke stoornissen. Verwerven van inzicht in de ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren (signalering). Ramen van de behoefte aan zorg. Formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.
Decentralisatie overheidstaken De komende jaren zijn er in de jeugdzorg, de langdurige zorg, op het gebied van werk en inkomen en onderwijs inhoudelijke veranderingen gaande. Gemeenten krijgen er de komende jaren verschillende taken bij in het kader van: • • • •
De Jeugdwet De AWBZ extramurale begeleiding De Participatiewet Wet Passend Onderwijs
Het doel van de decentralisaties naar gemeenten is dat zoveel mogelijk mensen: • • • •
Actief participeren in de samenleving. Werken om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. De regie over hun eigen leven voeren. Bijdragen aan het welbevinden van hun sociale omgeving.
De decentralisaties maken het gemeenten mogelijk dwarsverbanden te leggen tussen de Wmo/Awbz, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Kernwoorden bij de samenhang tussen de drie decentralisaties zijn: eigen kracht, zelfredzaamheid, sociale samenhang, participatie en integraliteit. Hierbij zijn ook (zeker voor de doelgroepen jeugd, ouderen en doelgroepen met gezondheidsachterstanden) verbindingen te leggen met preventie en gezondheid. 4
Op 25 februari 2014 is het beleidsplan drie decentralisaties ‘de krachten gebundeld 2014 – 2017’ in Westvoorne vastgesteld. Dit beleidsplan biedt het inhoudelijk kader voor het vormgeven aan de decentralisatieopgaven die voor een forse toename in verantwoordelijkheden vanaf 1 januari 2015 op lokaal niveau zorgen. Dit gezondheidsbeleid is wel gelinkt aan de drie decentralisaties, maar we richten ons hier voornamelijk op de gezondheid van onze inwoners en op verslavingspreventie. De Wmo Wmo maakt de gemeente verantwoordelijk voor maatschappelijke participatie van alle burgers. Onder de Wmo moeten gemeenten periodiek per prestatieveld aangeven welke doelen ze nastreven, welke activiteiten ze ondernemen, welke resultaten ze daarop behalen en wat de samenhang is tussen de prestatievelden. In 2012 is het Wmo beleidsplan 2012- 2015 ‘Iedereen telt’ in Westvoorne vastgesteld. De Wmo regelt dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen. De Wmo streeft ernaar dat iedereen langer kan meedoen aan de maatschappij en langer zelfstandig kan blijven wonen. Het Wmo-beleid is breed. Het Wmo-beleid biedt een paraplu voor veel beleidsthema’s. Veel onderdelen van de Wmo zijn al uitgewerkt in andere beleidsnota’s, bijvoorbeeld in het sportbeleid, het gezondheidsbeleid, het mantelzorgbeleid, het subsidiebeleid, het veiligheidsbeleid, de woonvisie etc. De
Samenhang Wpg en Wmo •
•
•
•
•
•
•
Zowel bij de Wpg als bij de Wmo gaat het (ook) om preventie. Bij de Wpg om de preventie van gezondheidsproblemen en bij de Wmo van te weinig participatie door het compenseren van belemmeringen bij het participeren als gevolg van een beperking. Bij beide wetten is er samenhang met andere beleidsterreinen als onderwijs, sport, veiligheid, wonen en ruimtelijke ordening. Afspraken maken over een gezamenlijke aanpak zijn voor beide relevant. Zowel binnen de Wmo als de Wpg werkt de gemeente samen met diverse externe partijen. Dit kunnen dezelfde partijen zijn, zoals bijvoorbeeld de GGD, sportservice instellingen en zorgverzekeraars. Afstemming over het betrekken van deze partijen bij beleidsvorming van beide beleidsplannen bijvoorbeeld, werkt efficiënt. Er is een duidelijke samenhang te zien in de taken en verantwoordelijkheden vanuit de Wmo voor jeugd en de basistaken voor de jeugd vanuit de Wpg. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een goed voorbeeld waar gezondheid en Wmo kunnen samengaan. Zowel vanuit de Wmo als vanuit de Wpg heeft de gemeente taken rond informatie en advies. Vanuit de Wmo richten gemeenten een loket in waar burgers met al hun vragen terechtkunnen. Bij dat loket kunnen ook vragen worden gesteld over gezondheid en preventie. Het is vanuit dit punt mogelijk noodzakelijke verbindingen te maken. Gegevensverzameling is voor beide wetten nodig. Gegevens die vanuit de Wpg verzameld worden voor gezondheidsbeleid zijn bijvoorbeeld ook relevant voor het Wmobeleidsplan, zeker op gedeelde doelgroepen. De visieontwikkeling in de Wmo en de Wpg loopt gelijk als het gaat om het versterken van de zelfredzaamheid van burgers en het stimuleren van hun zelforganisatie. Gemeenten en organisaties kunnen deze uitgangspunten in concrete plannen voor gezondheidsbevordering vertalen.
Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft als doel bestaande functies en taken op het gebied van opvoeden en opgroeien in een samenhangend pakket van diensten aan te bieden. De organisaties die bij het preventieve jeugdbeleid betrokken zijn, zijn veelal op regionaal niveau georganiseerd, zoals Stichting PUSH, Careyn, Stichting CJG Rijnmond en Flexus Jeugdplein. De aanpak van alcohol- en drugsgebruik zal ook in dit gezondheidsbeleid worden meegenomen. De openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) In de Wmo zijn thema’s opgenomen waarin gezondheid een centrale rol speelt zoals: op preventie gerichte ondersteuning aan jongeren en ouders met problemen met opgroeien en 5
opvoeden, maatschappelijke opvang, inclusief bestrijding van huiselijk geweld en verslavingszorg. Het beleidskader van de OGGZ valt onder de Wmo, prestatieveld 7,8 en 9. Dit veld heeft ook nog raakvlakken met de collectieve preventie volksgezondheid op het gebied van verslavingszorg. De centrumgemeente Spijkenisse speelt een centrale rol. In de Wmo staat expliciet vermeld dat de centrumgemeente overleg voert met de regiogemeenten over de inzet van de bovenlokale middelen voor openbare geestelijke gezondheidszorg en over de afstemming tussen preventie en nazorg enerzijds en bemoeizorg en maatschappelijke opvang anderzijds. De volgende wetten hebben naast de Wpg en de Wmo raakvlakken of zelfs enkele gemeenschappelijke punten met lokaal gezondheidsbeleid: 1. Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Op 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) van kracht geworden. Het doel van de wet is om de ontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren en de kwaliteit van de peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties te verbeteren, zodat er met minder achterstand in het basisonderwijs gestart kan worden. 2. Jeugdzorg Sinds 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg van kracht. Daarin is het recht op hulp bij ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen geregeld. Bureau Jeugdzorg verzorgt de indicatiestelling. Het gemeentelijk jeugdbeleid moet erin voorzien dat problemen zoveel mogelijk worden voorkomen en als er toch problemen ontstaan deze tijdig worden gesignaleerd. Vanaf 1 januari 2015 heet deze wet de Jeugdwet. Het doel hiervan is het jeugdstelsel te vereenvoudigen en efficiënter en effectiever te maken. Het voorstel voorziet in een bestuurlijke en financiële overheveling van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden en is daardoor gelinkt aan het gezondheidsbeleid. Het beleidsplan Hulp en Zorg voor de Jeugd 2014-2017 zal in september dit jaar worden behandeld in de gemeenteraad. 3. Ambulancezorg Eind 2007 vervangt de Wet ambulancezorg de Wet ambulancevervoer. De zorgverzekeraars hebben hierin een centrale rol. De ambulancezorg wordt regionaal georganiseerd. Daarmee ontstaat er meer helderheid in de aansturing en verantwoordelijkheden. 4. Huiselijk geweld Met de Wet tijdelijk huisverbod (Wth) bij huiselijk geweld, wil het kabinet het huiselijk geweld verder terugdringen. De gemeenten dragen zorg voor het uitvoeren van deze wet. Alle gemeenten dienen voor 1 januari 2015 een regionale visie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling te hebben vastgesteld. 5. Participatiewet Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat jonggehandicapten die kunnen werken, aan het werk gaan (participeren). De beoogde ingangsdatum van deze wet is 1 januari 2015. 6. Drank- en horecawet Uiterlijk 1 juli 2014 dienen gemeenten op grond van artikel 43a van de nieuwe Drank- en Horecawet (die per 1 januari 2014 van kracht is) in de gemeenteraad het eerste preventie- en handhavingsplan alcohol te hebben vastgesteld. Dit is de enige keer waarin het preventie- en handhavingsplan alcohol niet gelijktijdig met het lokaal gezondheidsbeleid vastgesteld dient te worden. Vanaf 2018 wordt het preventie- en handhavingsplan elke vier jaar gelijktijdig vastgesteld met het lokale gezondheidsbeleid 7. Sportbeleid In februari 2014 is in Westvoorne het sportbeleid vastgesteld. Alhoewel dit beleid geen wettelijk kader heeft, zijn er toch raakvlakken met het gezondheidsbeleid.
6
De veranderende rol van de gemeente Lokaal gezondheidsbeleid staat niet op zichzelf. Door rijksbeleid, regionale en lokale politieke keuzes, en door de toename en veranderingen van maatschappelijke problemen, verandert de rol van de gemeente met enige regelmaat. Op het gebied van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg heeft de gemeente een belangrijke taak gekregen. De gemeente is de aangewezen partij om de regie over het lokale gezondheidsbeleid te voeren. Deze regisserende taak wordt voor de gemeenten ook steeds groter, denk aan de regie op de ketenaanpak en op de samenwerking. De gemeente kan zowel intern als extern de regie voeren, waar het gaat over particuliere organisaties en gesubsidieerde instellingen. Het lokale bestuur is bij uitstek geschikt om alle relevante partijen die nodig zijn voor het voeren van een integraal en proactief gezondheidsbeleid aan tafel te krijgen. De gemeente staat het dichtst bij de burger en kent de lokale situatie in de volle breedte. Per 1 januari 2014 werkt de gemeente Westvoorne met een nieuwe zorgstructuur. De coördinatie van het Lokaal Team Huiselijk Geweld en de coördinatie van het Lokaal Zorgnetwerk liggen bij de gemeente. Tevens is er bij de gemeente een maatschappelijk werker gedetacheerd. Op die manier zijn de lijnen kort en kan er snel ingegrepen worden. Opzet lokaal gezondheidsbeleid 2014 - 2017 In het beleidsplan komen de volgende zaken aan de orde: • Evaluatie beleidsplan 2009 – 2012. • (Her)formuleren van de gemeentelijke doelstellingen. • Formuleren samenhangend beleid en welke acties worden ondernomen in de periode die het plan bestrijkt. • Welke resultaten de gemeente wenst te behalen in de periode die het plan bestrijkt. • Welke maatregelen de raad en het college van B&W nemen om de kwaliteit te borgen van de uitvoering van het lokaal gezondheidsbeleid. (Burger)participatie Bij het opstellen van het beleidsplan is de inbreng van de doelgroep van zeer groot belang. De Adviesraad Wet Maatschappelijke Ondersteuning & Sociale Zaken is het platform van de gemeente waar de inwoners van de verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld: mantelzorgers, mensen met een lichamelijke beperking etc.) vertegenwoordigd zijn. De adviesraad is een belangrijke partner bij het opstellen van beleidsplannen. Tevens zijn in 2012 en 2013 bij het opstellen van het Wmo beleidsplan en het sportbeleid zeer veel werkbezoeken / overleggen gevoerd met externe organisaties die de Wmo raken. Het gaat dan bijvoorbeeld om Het Rode Kruis, Ouderenorganisaties zoals de PCOB / ANBO, Inloophuizen, zorginstellingen, sportverenigingen, fysiotherapeuten etc. De signalen uit deze overleggen/werkbezoeken worden meegenomen bij het opstellen van het Lokaal Gezondheidsbeleid. Gemeenteraad Gemeenteraadsleden worden ook actief betrokken. In de Commissie Inwonerszaken van 3 juli jl. is afgesproken dat er een werkgroep, bestaande uit raadsleden, actief meedoet bij dit lokale gezondheidsbeleid. De planning wordt samen met deze werkgroep nader ingevuld. Financiën Zie hieronder de begroting gezondheid voor het jaren 2015 – 2017. Omschrijving Gezondheidszorg algemeen Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Centrum Jeugd en Gezin (Jeugdgezondheidszorg) Centrum Jeugd en Gezin (overige producten)
2015 € 99.636,-
2016 € 99.274,-
2017 € 103.263,-
€ 187.510,-
€ 187.510,-
€ 187.510,-
€ 285.686,-
€ 285.686,-
€ 285.686,-
€ 184.794,-
€ 184.794,-
€ 184.794,-
7
Verslavingspreventie Ondersteuning ouderen
€ 25.000,€ 50.000,-
€ 25.000,€ 50.000,-
€ 25.000,€ 50.000,-
Planning De Adviesraad Wet Maatschappelijke Ondersteuning & Sociale Zaken wordt betrokken bij het opstellen van het beleidsplan. Bij het opstellen van het Wmo-beleidsplan in 2012 is de Adviesraad in een vroeg stadium betrokken. Dit werkte voor zowel de adviesraad als de gemeente als zeer positief om in de beginfase al overleg met elkaar te hebben. In het voorjaar van 2015 wordt het uiteindelijke beleidsplan in de raad behandeld.
Wat Startnotitie lokaal gezondheidsbeleid 2014 - 2017
Beleidsplan lokaal gezondheidsbeleid 2014 - 2017
Wie college
Wanneer april 2014
adviesraad college commissie + raad college
juni 2014 augustus 2014 september 2014 januari 2015
adviesraad + inspraaktermijn 6 weken verwerken inspraakreacties college commissie + raad
februari / maart 2015 Maart 2015 april 2015 april 2015
8