gezondheidsmonitor & kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid
2015
Rijswijk
Kijk op gezondheid
inhoud
voorwoord
5
inleiding
7
deel 1 kernboodschappen
11
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
31
bijlagen
101
voorwoord Rijswijk is gelegen in het groene hart van Haaglanden, is goed bereikbaar en een populaire bedrijven- en kantoren locatie. De bevolkingsdichtheid is hoog en er wonen relatief veel senioren. Om het gemeentelijk gezondheidsbeleid doelgericht en effectief in te richten, is het van belang inzicht te hebben in de gezondheidssituatie van de diverse inwoners. Daarom bieden we u deze Kijk op gezondheid van de inwoners van Rijswijk aan. Conform de Wet publieke gezondheid moeten gemeenten de gezondheid van hun inwoners monitoren. GGD Haaglanden maakt daarom iedere vier jaar een integrale analyse van de gezondheidsgegevens van de inwoners van Rijswijk: de Gezondheidsmonitor. Hierin wordt de gezondheidssituatie van de bevolking van Rijswijk in beeld gebracht. Daarnaast bevat de Gezondheidsmonitor een analyse van de cijfers en adviezen over de thema’s die aandacht behoeven. GGD Haaglanden heeft op basis van gegevens uit de Gezondheidsmonitor beleidsaanbevelingen voor het lokale gezondheidsbeleid van Rijswijk geformuleerd. Dit zijn de Kernboodschappen. Deze bieden de gemeente handvatten om – naast de landelijke prioriteiten uit de Volksgezondheid Toekomstverkenning “Een gezonder Nederland” – het gemeentelijk gezondheidsbeleid te formuleren, de verbinding te leggen tussen verschillende beleidsterreinen en invulling en inkleuring te geven aan andere lokale nota’s. Ook vormen de Kernboodschappen een basis om het gesprek met partners in de gemeente aan te gaan over de uitvoering van het lokale beleid. In de Gezondheidsmonitor 2015 vergelijken we de situatie van Rijswijk met die van de andere gemeenten uit de regio Zuid-Holland West. De gemeente Den Haag is hierbij buiten beschouwing gelaten: de Haagse Gezondheidsmonitor is in 2014 uitgebracht en er zijn voor de regiogemeenten inmiddels meer recente cijfers beschikbaar. GGD Haaglanden heeft de wens om in de toekomst de Gezondheidsmonitor voor alle negen gemeenten in de regio gelijktijdig uit te brengen. Dan is het ook mogelijk om – daar waar gegevens beschikbaar zijn – Rijswijk te vergelijken met gemeenten die qua omvang, populatie en problematiek vergelijkbaar zijn met Rijswijk. Ik hoop dat de Gezondheidsmonitor 2015 u inzicht geeft in de gezondheidssituatie van Rijswijk en dat de Kernboodschappen ter inspiratie dienen voor het te voeren lokale gezondheidsbeleid. Ton van Dijk Directeur Publieke Gezondheid Haaglanden (wnd.) November 2015
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
5
6
kijk op gezondheid rijswijk
inleiding De gemeente Rijswijk heeft in het Coalitieakkoord
Bij de interpretatie van de gezondheidscijfers van
2014-2018 Open Vizier de uitgangspunten voor de
Rijswijk moet rekening worden gehouden met de
huidige collegeperiode beschreven. De focus ligt
diversiteit van de bevolking. Met een groot deel van
hierbij onder andere op de extra taken in het
de bevolking gaat het goed. Deze burgers zijn veelal
sociaal domein.
hoogopgeleid en beschikken over voldoende (finan-
In de Beleidsnota volksgezondheid Rijswijk 2013-2016
ciële) middelen. Toch zijn er ook in Rijswijk inwoners
heeft de gemeente haar maatschappelijke opgave
met een lage sociaaleconomische status: bijna een
voor het lokaal gezondheidsbeleid geformuleerd.
derde van de inwoners heeft een laag onderwijs
Rijswijk wil de zelfredzaamheid en eigen verantwoor-
niveau, ruim vier op de tien van de huishoudens
delijkheid van burgers stimuleren en kiest daarmee
hebben een laag inkomen en ruim een op de tien
voor een samenleving met burgers die actief partici-
huishoudens moet rondkomen van een inkomen
peren en zich voor elkaar en voor de stad inzetten.
onder 110% van het sociaal minimum. Deze groep
GGD Haaglanden heeft een belangrijke adviserende
heeft meer gezondheidsproblemen en leeft vaak
rol naar het gemeentebestuur van Rijswijk op het
ongezonder. Rijswijk besteedt in het huidige beleid
terrein van publieke gezondheid. Vanuit de wettelijke
al aandacht aan kwetsbare groepen, in het bijzonder
taak in het kader van de Wet publieke gezondheid
aan jeugdigen. Voor deze groepen kan het interessant
heeft GGD Haaglanden de Gezondheidsmonitor 2015
zijn om bij de vertaling van de Kernboodschappen
opgesteld en op basis daarvan Kernboodschappen
naar beleid de verbinding te leggen tussen techno
geformuleerd. Gezamenlijk bieden deze een basis
logie en gezondheid. Te denken valt aan de inzet van
voor het ontwikkelen van integraal gemeentelijk
technologie in de zorg, bijvoorbeeld met domotica 2
gezondheidsbeleid.
en e-health. De inzet van digitale toepassingen kan bijvoorbeeld bijdragen aan het voorkomen van een-
Rijswijk uitgelicht
1
zaamheid, het versterken van de zelfredzaamheid,
Rijswijk is een stad in het hart van de Randstad. Op
het koppelen van vrijwilligers aan mensen met
de relatief kleine grondoppervlakte is sprake van een
een hulpvraag en aan digitale ondersteuning
hoge bevolkingsdichtheid (het aantal inwoners per
van mantelzorgers.
km2). Ruim tweederde van de bevolking van Rijswijk is van autochtone herkomst en drie op de tien inwoners heeft een hoog onderwijsniveau. De bevolking is, in vergelijking met Nederland, sterk vergrijsd. De goed. Toch doen volwassenen (19 t/m 64 jaar) het op
uit de beleidsnota volksgezondheid rijswijk 2013-2016
diverse gebieden minder goed dan leeftijdsgenoten
• De burger is zelf verantwoordelijk
in de regio Zuid-Holland West en in Nederland. Zo zijn
• Gezond leven makkelijker maken
zij vaker eenzaam en als mantelzorger vaker overbe-
• De gemeente als regisseur
last. In vergelijking met hun leeftijdsgenoten ervaren
• Jeugd heeft prioriteit
zij vaker hun gezondheid als minder goed (78% van
• Gezondheidsbeleid is integraal
meeste inwoners ervaren hun eigen gezondheid als
de Rijswijkers van 19 t/m 64 jaar ervaart zijn gezondheid als goed ten opzichte van 82% in de regio).
1 Zie voor cijfers bij deze paragraaf de Gezondheidsmonitor Rijswijk 2015.
2 Domotica omvat alle apparaten en infrastructuren in en rond woningen, die elektronische informatie gebruiken voor het meten, programmeren en sturen van functies ten behoeve van bewoners en dienstverleners.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
7
inleiding Gezondheidsmonitor
GGD Haaglanden adviseert Rijswijk om expliciet de
De Gezondheidsmonitor 2015 biedt een brede analyse
verbinding te blijven leggen in nota’s. Bijvoorbeeld
van de gezondheidssituatie van de inwoners van
door vanuit de nota gemeentelijk gezondheidsbeleid
Rijswijk. Op gemeenteniveau wordt een actueel beeld
het thema fysieke leefomgeving terug te laten komen
geschetst van de gezondheid van inwoners, de facto-
en door in ruimtelijke plannen aandacht te besteden
ren die de gezondheid beïnvloeden, het zorggebruik
aan het thema gezondheid.
en ontwikkelingen in de omvang, samenstelling en lende bronnen geraadpleegd 3. Een belangrijk deel
Toepassing van de Kernboodschappen in de praktijk
van de gegevens komt uit de gezondheidsenquêtes
In de Kernboodschappen wordt aandacht gevraagd
van de GGD. Daarnaast is ook informatie uit externe
voor specifieke problematiek en kwetsbare
bronnen gebruikt om dit overzicht tot stand te
groepen. Deze problematiek komt voor in heel
brengen. Hierbij zijn de meest recent beschikbare
Rijswijk, specifiek bij mensen met een lage
gegevens gebruikt. De Gezondheidsmonitor is een
sociaaleconomische status.
gezondheid van de bevolking. Hiervoor zijn verschil-
belangrijke bron van informatie voor het formuleren De Kernboodschappen vormen voor de gemeente
van de Kernboodschappen.
Rijswijk en haar samenwerkingspartners een aan-
Kernboodschappen
knopingspunt om actieplannen op te stellen. Het is
In het licht van de landelijke en lokale ontwikke-
waardevol en zinvol hierover als gemeente in gesprek
lingen en gezondheidsthema’s die in Rijswijk aan-
gaan met maatschappelijke partners.
dacht behoeven, zijn in de Gezondheidsmonitor 2015 de belangrijkste speerpunten uitgewerkt in de Kernboodschappen. De Gezondheidsmonitor en Kernboodschappen zijn te gebruiken voor het verder uitwerken van (bestaand) beleid, zoals het Coalitieakkoord 2014-2018 en de Beleidsnota volks gezondheid Rijswijk 2013-2016 en/of voor het opstellen van nieuw beleid, zoals voor de nieuwe nota maatschappelijke ondersteuning. Om effectief beleid ter bevordering van de gezondheid te voeren, is het van belang om tussen verschillende beleidsterreinen de verbinding te leggen. De gemeente Rijswijk werkt integraal vanuit de verschillende beleidsterreinen. Dit is terug te zien in diverse nota’s. Ook de Kernboodschappen raken aan verschillende beleidsterreinen en overstijgen het terrein van gezondheid.
3
8
Zie bijlage III: Bronnen.
kijk op gezondheid rijswijk
Context De Gezondheidsmonitor en Kernboodschappen staan niet op zichzelf maar zijn binnen een bredere context te plaatsen. In het onderstaande kader is een aantal (landelijke) ontwikkelingen geschetst.
Landelijke ontwikkelingen Nederland is bezig met een heroriëntatie op
Het Rijk en de gemeente spelen gezamenlijk een
gezondheid, zorg en ondersteuning. De gezond-
belangrijke rol binnen de publieke gezondheid.
heidsdefinitie van de Wereldgezondheids
Alle factoren die invloed hebben op de volksge-
4
organisatie gaat uit van volledig welbevinden en
zondheid komen terug in de Volksgezondheid
de afwezigheid van ziekten. Hier is nu een positief
Toekomstverkenning: opvoeding, gedrag/leefstijl,
concept van gezondheid naast geplaatst waarin de
fysieke en sociale (leef)omgeving en toegang en
eigen regie op het leven en participatie de hoofd-
kwaliteit van de gezondheidszorgvoorzieningen 6.
rol spelen: “Gezondheid is het vermogen zich aan
Voor gemeenten is het van belang in het lokale
te passen en zoveel mogelijk een eigen regie te
gezondheidsbeleid aandacht aan de onderwer-
voeren, in het licht van fysieke, emotionele en
pen te besteden die aansluiten op problematiek
sociale uitdagingen van het leven”
5.
Deze posi-
binnen de eigen gemeente.
tieve definitie is meer operationeel: het gaat nu om het vermogen om zich aan te passen, waar de
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
universele definitie uitgaat van een staat van zijn.
Milieu (RIVM) heeft binnen de nieuwe landelijke Volksgezondheid Toekomstverkenning vier per-
Deze omslag sluit aan op de ontwikkelingen in
spectieven geformuleerd: ‘op en top gezond’,
het sociaal domein: ieder van de drie decentra-
‘iedereen doet mee’, ‘heft in eigen handen’ en
lisaties (transitie van de AWBZ naar de Wmo,
‘gezonde welvaart’ 7. Deze spelen een belangrijke
invoering van de Jeugdwet en invoering van de
rol in maatschappelijke discussies over de volksge-
Participatiewet) benadrukt maatschappelijke parti-
zondheid. De kunst is om deze perspectieven een
cipatie. Het gaat om meedoen in de samenleving,
plek te geven in het beleid om zo recht te doen
in werk en in onderwijs. Hierbij speelt gezondheid
aan de diversiteit. Afhankelijk van de problema-
een belangrijke rol. Participatie bevordert gezond-
tiek en het beleidsterrein komt een perspectief in
heid en vice versa.
meerdere of mindere mate naar voren.
4 Definitie WHO (1948): Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte. 5 Huber, M. e.a. (2013). Towards a conceptual framework relating to ‘Health as the ability to adapt and to self manage’, Operationalisering gezondheidsconcept.
6 Lalonde M. (1974). A new perspective on the health of Canadians. Ottawa: Government of Canada. 7 RIVM (2014). Volksgezondheid Toekomstverkenning “Een gezonder Nederland”.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
9
inleiding Leeswijzer
Deel 2: Gezondheidsmonitor
Deze publicatie omvat twee delen. Deel 1 betreft de
De Gezondheidsmonitor geeft eerst een beschrijving
Kernboodschappen, deel 2 de Gezondheidsmonitor.
van de regio Zuid-Holland West. Vervolgens gaat de Gezondheidsmonitor in op cijfers specifiek voor de
Deel 1: Kernboodschappen
gemeente Rijswijk zoals over demografie, gezond-
Er zijn op basis van de Gezondheidsmonitor
heid, ziekte en sterfte, factoren die de gezondheid
zes Kernboodschappen geformuleerd voor het
beïnvloeden, gezondheidszorg en een vooruitblik op
gemeentelijk gezondheidsbeleid van Rijswijk.
de toekomst. Waar mogelijk zijn gegevens gepresen-
De Kernboodschappen reiken verder dan alleen
teerd op wijkniveau.
de analyses uit de Gezondheidsmonitor. De Kernboodschappen raken verschillende beleids-
In de hoofdtekst van de Gezondheidsmonitor wor-
terreinen en leggen tevens de verbinding tussen de
den belangrijke kerncijfers met betrekking tot de
drie recente decentralisaties en het gemeentelijk
verschillende thema’s besproken. In bijlage I zijn alle
gezondheidsbeleid.
gebruikte cijfers gebundeld in een tabel met cijfers op gemeenteniveau (A) en een tabel met cijfers op
De verschillende beleidsterreinen waaraan een
wijkniveau (B). Per indicator is aangegeven uit welke
Kernboodschap raakt zijn telkens benoemd. Bij iedere
gegevensbron deze afkomstig is. Voor de leesbaar-
Kernboodschap zijn in een kader de belangrijkste
heid van de rapportage is de uitleg van begrippen in
cijfers uit de Gezondheidsmonitor weergegeven.
de tekst beknopt; bijlage II geeft een uitgebreidere
Waar in de tekst cijfers genoemd zijn, is links
toelichting. De bronverwijzing van gegevens is sum-
van de tekst een verwijzing opgenomen naar het
mier in de tekst; bijlage III geeft een overzicht van de
betreffende hoofdstuk van de Gezondheidsmonitor
gegevensbronnen en bijlage IV de verantwoording.
(deel 2). Hier zijn de cijfers terug te lezen waarop de Kernboodschappen zijn gebaseerd.
10
kijk op gezondheid rijswijk
deel 1
Kernboodschappen 1 Gezondheidswinst behalen door inzet van preventie en vroegsignalering
12
2 Bevorderen van gezondheid en participatie in Rijswijk
14
3 Kwetsbare Rijswijkers ondersteunen bij het gezond(er) worden, regie voeren en participeren
16
4 Rijswijkers stimuleren om hun leefstijl blijvend positief te beïnvloeden
20
5 Naar een gezonde leefomgeving die bijdraagt aan de gezondheid en het welbevinden van Rijswijkers
22
6 Bijdragen aan de positieve ontwikkeling en vorming van de jeugd van Rijswijk
26
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
11
deel 1 kernboodschappen
1 Gezondheidswinst behalen door inzet van preventie en vroegsignalering Rijswijk vindt het van belang om te voorkomen dat burgers tot een zorgvraag komen die ze niet zelfstandig kunnen oplossen. Stimuleren van gezond gedrag en het inzetten van preventieactiviteiten dragen hieraan bij. Hierdoor zullen aanspraken van burgers op de Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet en Jeugdwet – naar verwachting – worden beperkt. Dit vraagt om een beweging van zorg en ziekte naar gezond gedrag. Preventie en vroegsignalering zijn belangrijke instrumenten om te voorkomen dat burgers zorg nodig hebben.
Voor inwoners die (nog) geen problemen ervaren kan de gemeente inzetten op universele preventie. Wanneer inwoners tot een risicogroep behoren of ondersteuning nodig hebben, kan selectieve preventie worden ingezet. De gemeente Rijswijk kan selectieve preventie met name inzetten binnen de drie transities.
Preventie in de praktijk In het onderstaande worden de doelen van de Wmo, Participatiewet en Jeugdwet kort toegelicht en de rol
Introductie
die de gemeente hierin, door middel van preventie
Zoals verwoord in het Coalitieakkoord 2014-2018 zijn
en vroegsignalering, kan spelen.
het zelf kunnen, waar nodig met behulp van de omgeving, eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
belangrijke uitgangspunten van het beleid in Rijswijk.
Het doel van de Wmo is dat burgers optimaal partici-
Dit betekent dat de Rijswijkse burgers ook een eigen
peren in de samenleving en zo lang mogelijk thuis
verantwoordelijkheid hebben voor hun gezondheid
kunnen blijven wonen. De verantwoordelijkheid die
en dat van hen wordt verwacht dat zij regie nemen
hiervoor door het Rijk bij gemeenten is belegd,
over hun gezondheid. Vroeg signaleren en kwetsbare
betekent voor de gemeente Rijswijk dat van burgers
situaties voorkomen, kan leiden tot eenvoudiger hulp.
verwacht wordt dat zij verantwoordelijkheid nemen
De gemeente Rijswijk is alléén aan zet waar de eigen
voor hun gezondheid en de regie ervan. Inzet van
kracht van burgers ontoereikend is en faciliteert
preventieactiviteiten in een zo vroeg mogelijk
bij het vinden en uitvoeren van oplossingen en
stadium vergroot de mogelijkheid dat mensen langer
vernieuwing door de belanghebbenden zelf.
in goede gezondheid zelfstandig thuis kunnen wonen en – zo nodig – pas op een later moment aanspraak
Publieke gezondheidszorg heeft tot doel de
maken op de Wmo. Onder meer E-health-oplossingen
gezondheid van (nog) gezonde burgers te bevorderen
kunnen hieraan ondersteunend zijn, zoals
en te beschermen. Er zijn verschillende soorten
rondom valpreventie.
preventie, waaronder universele en selectieve preventie. De gemeente Rijswijk is verantwoordelijk voor universele en selectieve preventie. Universele preventie bevordert en beschermt actief de gezondheid van de gehele bevolking. Selectieve preventie probeert te voorkomen dat personen met één of meer risicofactoren (determinanten) voor een bepaalde aandoening daadwerkelijk ziek worden 8.
8 Bron: Nationaal Kompas Volksgezondheid.
12
kijk op gezondheid rijswijk
Wet maatschappelijke ondersteuning Optimaal participeren en zo lang mogelijk in goede gezondheid thuis kunnen blijven wonen
Participatiewet Een goede gezondheid draagt bij aan het vinden en behouden van werk
Jeugdwet Inzetten op eigen kracht van jeugdigen en hun ouders, integrale hulp op maat, vroegsignalering en preventie
Participatiewet of zonder arbeidsbeperking – die kunnen werken
gerelateerde beleidsterreinen
maar daarbij ondersteuning nodig hebben, werk te
• Zorg
laten vinden. Het is voor alle inwoners van Rijswijk
• Welzijn
wenselijk om naar vermogen te werken en bij te
• Inkomen & Schuld
dragen aan de samenleving. Participeren, actief zijn
• Activering
en blijven is voor iedereen van belang. Gezondheid
• Jeugd
Het doel van de Participatiewet is om burgers – met
en participatie beïnvloeden elkaar over en weer. Een minder goede gezondheid vormt een belemmering voor arbeidsparticipatie en een goede gezondheid helpt mensen juist om aan het werk te blijven. Inzetten op preventieactiviteiten die de gezondheid van de inwoners bevorderen, levert hieraan een bijdrage.
Jeugdwet Het doel van de stelselwijziging jeugd is om in een vroeg stadium meer preventie en ondersteuning te organiseren waar dat nodig is. Uitgangspunt is eigen kracht van de jeugdigen en hun ouders, problemen minder snel medicaliseren en integrale hulp op maat organiseren rond gezinnen. De gemeente Rijswijk biedt hiertoe preventieve activiteiten. Vroegsignalering en preventie vinden plaats op plekken waar jeugdigen komen zoals speelplaatsen, (voor)scholen, sport verenigingen en jeugdgezondheidszorg.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
13
deel 1 kernboodschappen
2 Bevorderen van gezondheid en participatie in Rijswijk Om de bevolking van Rijswijk zo goed en zelfstandig mogelijk te laten participeren is het belangrijk dat burgers zich gezond voelen. Daarbij zijn het hebben van een baan, onderwijs volgen, een gezonde leefstijl en sociale contacten van belang. Ruimte voor lokale en burger initiatieven zorgt voor aansluiting op de wensen van de bevolking.
Aandachtspunten Voor Rijswijk is het van belang om samen met de samenwerkingspartners in de stad specifiek aandacht te blijven besteden aan de volgende doelen en doelgroepen.
zie 2.3
Werkzoekenden en arbeidsongeschikten actief houden Van de potentiële beroepsbevolking (15 t/m 74 jaar)
Introductie
van Rijswijk is 6% werkloos. 6% van de inwoners
Participatie, het meedoen aan de samenleving, is
(15 t/m 64 jaar) heeft een arbeidsongeschiktheids-
voor iedereen belangrijk. Mensen willen (volwaardig)
uitkering. Om gezondheidsproblemen te voorkomen
onderdeel zijn van de maatschappij. Het gaat om
en terugkeer naar betaalde arbeid of deelname aan
werken en onderwijsdeelname, maar ook om het
andere vormen van participatie te bevorderen, is
hebben van sociale contacten en het opdoen van
het belangrijk dat werkzoekenden en arbeidsonge-
vaardigheden. Participatie zorgt voor persoonlijke
schikten actief zijn en blijven in de maatschappij.
ontwikkeling, geeft een gevoel van eigenwaarde en
Het is van belang te zorgen dat deze burgers kunnen
zelfvertrouwen en zorgt voor uitdaging, zingeving en
participeren, bijvoorbeeld door ondersteuning naar
structuur. Veel mensen kunnen dit op eigen kracht,
werk, deelname aan (sport)clubs en vrijwilligerswerk.
anderen hebben daarbij ondersteuning nodig. Ieder
Het loket Sociale Dienstverlening kan fungeren als
binnen de eigen mogelijkheden.
plek om, naast de reguliere gespreksonderwerpen, gezondheid en participatie te bespreken.
Gezonde mensen hebben vaker een betaalde baan en doen meer vrijwilligerswerk. Hierdoor kunnen zij meer deelnemen aan de maatschappij. Gezondheid
zie 2.3
Activering van vrijwilligers Actief zijn als vrijwilliger is een vorm van participa-
bepaalt – mede – de mate waarin mensen participe-
tie en kan bijdragen aan de participatie van andere
ren in de samenleving. Andersom draagt meedoen
burgers doordat de vrijwilliger hen betrekt bij het
ook bij aan een goede gezondheid en welbevinden.
maatschappelijke leven. Actief zijn zelf draagt ook
Dit vraagt om een balans tussen het stimuleren van
weer bij aan de gezondheid van de vrijwilliger. Uit de
eigen mogelijkheden enerzijds en ondersteunende
Gezondheidsmonitor blijkt dat in Rijswijk ongeveer
voorzieningen anderzijds.
8.800 vrijwilligers (19 jaar en ouder) actief zijn en dat nog eens 7.600 inwoners van Rijswijk belangstelling
Een uitzondering op de gezonde effecten van partici-
hebben voor vrijwilligerswerk, maar (nog) niet in
patie vormt mantelzorg. Mantelzorg geeft de volwas-
actie komen. Het aantal inwoners dat actief is als
sen mantelzorger weliswaar vaak voldoening, maar
vrijwilliger is in verhouding lager dan in de regio.
kan ook leiden tot negatieve gezondheidseffecten bij
Als duidelijk is wat inwoners ervan weerhoudt of
de mantelzorger zelf, zoals overbelasting, zeker als de
wat zij nodig hebben om daadwerkelijk actief te
mantelzorg langdurig en intensief is. Dan verminde-
worden als vrijwilliger, kan hierop gericht beleid
ren ook welbevinden en autonomie. Mantelzorg door
worden ingezet.
jongeren kan een risico vormen voor hun deelname aan onderwijs en in het sociale leven.
14
kijk op gezondheid rijswijk
zie 2.3
Werkzoekenden en arbeidsongeschikten actief houden
Aandacht voor overbelaste mantelzorgers
6%
(2.000) is werkloos (15-74 jr)
14%
(5.300) is mantelzorger (19+)
6%
(1.941) heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering (15-64 jr)
21%
is zwaar belast (mantelzorgers 19-64 jr)
Activering van vrijwilligers
Voortijdig schoolverlaten voorkomen
23%
(8.800) is vrijwilliger (19+)
2%
20%
(7.600) heeft belangstelling voor vrijwilligerswerk (19+)
Aandacht voor overbelaste mantelzorgers 2% van de 12 t/m 18-jarigen is mantelzorger in Rijswijk. Op plekken waar jeugdige mantelzorgers veel komen (zoals school en (sport)clubs) is vaak
zie 3.4 zie 2.3
(61) voortijdig schoolverlaters (leerlingen 12-22 jr)
Voortijdig schoolverlaten voorkomen Op jonge leeftijd betrokken zijn en blijven bij het maatschappelijke leven is van invloed op het verdere leven. Een op de negen jongeren (15-26 jaar)
niet bekend dat zij mantelzorger zijn. Aandacht voor
in Rijswijk volgt geen bekostigd onderwijs en werkt
de belasting van jeugdige mantelzorgers op plek-
niet. Van deze groep krijgt een derde een uitkering
ken waar ze vaak komen, vergroot hun kansen: het
sociale zekerheid. Naar verwachting volgt een deel
verkleint het risico op vroegtijdig schoolverlaten en
van de jongeren mogelijk onderwijs dat niet door
op sociaal isolement (ook als zij naast mantelzorg
de overheid wordt bekostigd, bijvoorbeeld aan een
sociale activiteiten ondernemen). Door de kennis
particuliere onderwijsinstelling.
te vergroten over de gezondheidsrisico’s van jonge mantelzorgers en de organisatie van vroegsignalering
In het schooljaar 2012-2013 verliet 2% van de 12 t/m
te verbeteren, kunnen de gezondheidsrisico’s
22-jarige leerlingen in Rijswijk het onderwijs zonder
worden beperkt.
startkwalificatie. Om betere kansen op de arbeidsmarkt te hebben is het voor jongeren van belang
zie 2.3
Ongeveer 5.300 volwassenen in Rijswijk (19 jaar en
deze startkwalificatie wel te hebben. Dit vraagt om
ouder) zetten zich in als mantelzorger. Veel van hen
een aanpak die schooluitval voorkomt.
zijn mantelzorger naast werk en gezin. Ruim een op de vijf van de volwassen mantelzorgers (19 t/m 64 34% van de mantelzorgers (19 t/m 64 jaar) heeft
gerelateerde beleidsterreinen
behoefte aan (extra) hulp. Overbelaste mantelzorgers
• Zorg
lopen een groter risico op (verergering van hun)
• Welzijn
gezondheidsklachten en op sociaal isolement. Het is
• Economische zaken
van belang mantelzorgers zowel te ondersteunen bij
• Inkomen & Schuld
het krijgen van overzicht van het beschikbare aanbod
• Activering
jaar: 21%) is tamelijk zwaar belast tot overbelast.
voor degene die de zorg ontvangt als ook hen te informeren over mantelzorgondersteuning.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
15
deel 1 kernboodschappen
3 Kwetsbare Rijswijkers ondersteunen bij het gezond(er) worden, regie voeren en participeren De overheid verwacht meer autonomie van burgers. Maar niet iedere burger is zelf in staat om voldoende regie te voeren om gezond te leven en te participeren in de samenleving. Het is van belang dat Rijswijk voor burgers die onvoldoende zelfredzaam zijn extra aandacht besteedt aan preventie en aan ondersteuning om de zelfregie te vergroten en binnen de eigen mogelijkheden te kunnen participeren.
Het is van belang om van persoon tot persoon te kijken welke mogelijkheden iemand heeft tot zelfregie en participatie om daarop zo goed mogelijk te kunnen aansluiten met interventies en zo individueel de zelfredzaamheid te vergroten of te stabiliseren. Daarnaast is een collectieve aanpak belangrijk. Wijk- en gebiedsgericht werken is een manier om een collectieve aanpak vorm te geven. In een aantal wijken is de sociaaleconomische status iets lager dan
Introductie
gemiddeld. In deze wijken zijn er meer huishoudens
Er zijn vele vormen van kwetsbaarheid en verschil-
die moeten rondkomen van een laag inkomen of zelfs
lende redenen waardoor iemand kwetsbaar is.
van het sociaal minimum. Om kwetsbare burgers in
Kwetsbaarheid is niet altijd te voorkomen. Als we
deze, maar ook in andere wijken te ondersteunen is
spreken over kwetsbare burgers gaat het om een
het belangrijk om aandacht te besteden aan zelfregie
heel diverse groep mensen die zelf onvoldoende regie
in relatie tot gezondheid. Hierbij moet rekening wor-
hebben over hun leven, zoals kwetsbare ouderen en
den gehouden met de diversiteit en achtergronden
burgers die gebruik maken van diverse sociale rege-
van burgers.
lingen. Een groot deel hiervan zijn mensen met een lage sociaaleconomische status. De gezondheid en
Rijswijk heeft twee sociale wijkteams ingesteld om
gezondheidsvaardigheden van deze kwetsbare groe-
zorg en ondersteuning voor kwetsbare burgers te
pen zijn vaak slechter dan van mensen die wel zelf
organiseren. Het is belangrijk om binnen deze sociale
de regie over hun leven weten te voeren. Sommigen
wijkteams ook preventie te borgen. Door de inzet van
van hen hebben minder kennis over het zorgsysteem,
preventie is de gezondheid van mensen met een lage
leven ongezonder, participeren minder en hebben
sociaaleconomische status te verbeteren, waardoor
minder gunstige werk- en woonomstandigheden.
de verschillen tussen sociaaleconomische groepen op
Wanneer zij de ‘wereld om hen heen’ kennen, heb-
termijn kleiner worden. Belangrijke (preventie)taken
ben zij meer mogelijkheden tot participatie.
zijn (vroeg)signalering, educatie en (terugval)preventie. Deze kunnen eraan bijdragen om toename van zorgbehoefte te voorkomen en de zelfredzaamheid te vergroten.
16
kijk op gezondheid rijswijk
Aandacht voor psychische en sociale gezondheid
39%
(15.100) heeft een verhoogd risico op angststoornis of depressie (19+)
44%
is eenzaam (19-64 jr)
17%
is sociaal uitgesloten (19-64 jr)
Kwetsbare ouderen faciliteren
Alert zijn op burgers met een lage sociaaleconomische status
33%
grijze druk in 2025
31%
laag onderwijsniveau (15-74 jr)
21%
(2.000) is kwetsbaar (65+)
43%
laag inkomen (huishoudens)
Aandacht voor burgers met gestapelde regelingen
25%
(6.195) heeft een stapeling van sociale regelingen (huishoudens)
Aandachtspunten
Het aantal 65-plussers zal toenemen met 17%. De
Er is in Rijswijk met name aandacht nodig voor de
grijze druk (het aantal 65-plussers gedeeld door het
volgende thema’s en groepen.
aantal 20 t/m 64-jarigen) zal hierdoor dalen van 39% in 2014 tot 33% in 2025. Door de vergrijzing en door
zie 2.1 zie 6.1
Kwetsbare ouderen faciliteren
de tendens om mensen langer thuis te laten wonen
Rijswijk is relatief een sterk vergrijsde gemeente.
wordt het beroep op de zorg groter.
In het komende decennium zal het aantal senioren (65-plussers) in absolute zin toenemen maar niet in relatieve zin. Dit komt doordat de verwachting is dat
zie 3.4
Een op de vijf senioren (65 jaar en ouder) in Rijswijk is kwetsbaar. Deze oudere burgers voelen zich relatief
het aantal jeugdigen (0-18 jaar) en volwassenen (19-
minder gezond, hebben meer beperkingen en voelen
64 jaar) meer zal toenemen dan het aantal senioren.
zich vaker eenzaam. De beperkingen vormen een
Naar schatting zal de totale bevolking van Rijswijk
belemmering voor hun participatie in het maatschap-
met 42% toenemen in de periode
2014-2025 9.
pelijke leven, waardoor hun eenzaamheid toeneemt.
9 De bevolkingsstijging in de periode 2014-2025 is een prognose van het Planbureau voor de Leefomgeving. De gemeente Rijswijk verwacht zelf ook een groei, maar wel een minder sterke. Een van de verklaringen voor deze groei is de verwachting dat als gevolg van de vergrijzing relatief veel mensen komen te overlijden. Jonge gezinnen (vaak afkomstig uit Den Haag) zullen naar verwachting de woningen opvullen die de huidige, veelal alleenwonende hoofdbewoners, achterlaten. Een andere verklaring is de nieuwbouwprojecten, zoals Rijswijk Buiten.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
17
deel 1 kernboodschappen
zie 2.3
18% van de Rijswijkse senioren heeft niet minimaal wekelijks een sociale activiteit (13% in de regio Zuid-Holland West). Door deze senioren meer te faciliteren in het kunnen meedoen aan de maat-
zie 2.2 zie 3.4
Alert zijn op burgers met een lage sociaal economische status In Rijswijk heeft 31% van de bevolking (15 t/m 74 jaar) een laag onderwijsniveau, 43% van de huis-
schappij kan hun eenzaamheid afnemen en stijgt de
houdens heeft een laag inkomen en ruim een op de
kwaliteit van leven. Het is van belang dat Rijswijk
tien huishoudens moet rondkomen van een inkomen
zich blijvend inspant om kwetsbare ouderen op te
onder 110% van het sociaal minimum. In Rijswijk
sporen – bijvoorbeeld door de sociale wijkteams –
ervaren minder inwoners (19 t/m 64 jaar) dan in de
en vroegtijdig problematiek bij hen te signaleren.
regio Zuid-Holland West de eigen gezondheid als (zeer) goed (78 versus 82%).
zie 3.3 zie 3.4 zie 5.2
Aandacht voor psychische en sociale gezondheid Veel volwassenen in Rijswijk voelen zich eenzaam. Bijna de helft (44%) van de volwassenen (19 t/m
zie 3.6
Burgers met een lagere opleiding en/of laag inkomen hebben meer problemen op het gebied van lichame-
64 jaar) voelt zich matig tot zeer ernstig eenzaam.
lijke, psychosociale en sociale gezondheid. Zo ervaart
In de regio Zuid-Holland West is dit 34% en in
een op de drie laagopgeleiden de eigen gezondheid
Nederland 37%. Bijna een op de zes volwassenen
als minder goed; bij hoogopgeleiden geldt dit voor
(17%) voelt zich enigszins tot sterk sociaal uitgesloten.
een op de acht. Bijna de helft van de laagopgeleiden
Vier op de tien inwoners van Rijswijk heeft een
voelt zich matig tot zeer ernstig eenzaam, terwijl
verhoogd risico op een angststoornis of een depressie
dit bij hoogopgeleiden bij bijna een op de drie het
(39%; 19 jaar en ouder). In totaal gaat het om zo’n
geval is. Ook onder mensen met een niet-westerse
15.100 mensen. Per 1.000 inwoners maken in
herkomst komen gezondheidsproblemen vaker voor.
Rijswijk meer inwoners gebruik van tweedelijns
De Volksgezondheid Toekomstverkenning 2014 voor-
GGZ-zorgtrajecten dan in de regio Zuid-Holland West
spelt dat de gezondheidsverschillen tussen mensen
en Nederland.
met een verschillende sociaaleconomische status
Het is van belang aandacht te hebben voor psycho-
in de toekomst mogelijk verder zullen toenemen.
sociale gezondheid. Daarbij is specifiek aandacht voor
Dit vraagt om aandacht voor groepen met een lage
voorzieningen voor volwassenen gewenst, aangezien
sociaaleconomische status.
deze groep groeiende is. Problemen op dit gebied veroorzaken de grootste ziektelast. Wanneer inwoners goed in hun vel zitten,
zie 2.2
Onder mensen met een lage sociaaleconomische status bevinden zich ook relatief veel laaggeletterden.
is de kans groter dat ze kunnen blijven participeren.
In Nederland is 12% van de bevolking (16 t/m 64
Depressiepreventie is dan ook erg belangrijk.
jaar) laaggeletterd. Deze groep vraagt een specifieke benadering. Taalbeleid is een speerpunt voor de gemeente Rijswijk. Dit geldt zowel voor jongeren als ouderen, allochtoon en autochtoon. Rijswijk neemt deel aan de regionale wervingscampagne Doe Weer Mee! en ondersteunt inwoners met vragen op het gebied van taal, rekenen, digitale vaardigheden en sociale media.
18
kijk op gezondheid rijswijk
zie 3.4
Aandacht voor burgers met gestapelde regelingen Een op de vier huishoudens in Rijswijk maakt gebruik
gerelateerde beleidsterreinen
van sociale regelingen op meer dan één gebied.
• Zorg
De combinatie van regelingen op het gebied van
• Welzijn
inkomensondersteuning en arbeidsparticipatie en/of
• Inkomen & Schuld
welzijn/zorg komt relatief veel voor.
• Activering
Bezuinigingsmaatregelen hebben veel impact op huishoudens met een stapeling van regelingen: zij worden ook geconfronteerd met een stapeling van bezuinigingen, waardoor hun positie verder verzwakt. Rijswijk werkt aan gerichte armoede bestrijding door mensen te ondersteunen naar werk, participatie te bevorderen en (tijdelijke) financiële ondersteuning te bieden om uit de armoede te komen.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
19
deel 1 kernboodschappen
4 Rijswijkers stimuleren om hun leefstijl blijvend positief te beïnvloeden Het blijvend positief beïnvloeden van leefstijl van volwassenen vraagt een langetermijnaanpak. Snel resultaat boeken is lastig omdat gedrag moeilijk te veranderen is en daarnaast de effecten van beleid pas op langere termijn te meten zijn. Om de zorgkosten en maatschappelijke kosten nu en in de toekomst beheersbaar te houden, is het van belang aandacht te hebben en te houden voor het verbeteren van de leefstijl van de burger uit Rijswijk. Dit vraagt om beleid dat zorgt dat voor de burger de gezonde keuze het meest voor de hand ligt. V erbetering is te realiseren door de uitvoering van preventieve programma’s gericht op specifieke doelgroepen en door het effectief inrichten van de buitenruimtes.
De gemeente kan bijdragen aan het positief veranderen van de leefstijl van haar burgers door: • Te faciliteren dat burgers kennis kunnen opdoen over gezond gedrag, gezond bewegen en gezond gewicht. • Gerichte preventieprogramma’s op wijkniveau in te zetten en aan te sluiten op landelijke campagnes. Van belang is goed aan te sluiten bij de belevingswereld van de specifieke doelgroep waarop het programma zich richt: dichtbij de burger, toe gankelijk en op maat. Daarbij verdient het aanbeveling mensen uit de doelgroep waarvoor het programma bedoeld is te betrekken bij de opzet en uitvoering. Dit vergroot de kansen op een succesvolle implementatie.
Introductie
• De buitenruimte zo in te richten dat deze verleidt
In Gezondheid op peil, de regionale Volksgezondheid
tot gezond gedrag, beweging en sporten. Zo kun-
Toekomstverkenning voor Rijswijk uit 2011, waren
nen inwoners van Rijswijk hun leefstijl verbeteren.
drie Kernboodschappen specifiek gericht op de leef-
• Oog te hebben voor levensfases waarin mensen
stijlthema’s alcoholgebruik, roken en overgewicht.
meer open staan voor gezondheidsboodschappen
Er is in Rijswijk de afgelopen jaren gericht aandacht
en meer geneigd zijn om hun gedrag te verande-
besteed aan deze thema’s. Uit de Gezondheidsmonitor
ren. Het is goed om interventies hierbij te laten
2015 blijkt dat ze nog altijd actueel zijn.
aansluiten. Te denken valt aan aanstaande of jonge ouders, mensen bij wie een ziekte is vastgesteld en
Een ongezonde leefstijl brengt gezondheidsrisico’s
mogelijk ook mensen die met pensioen gaan.
met zich mee. Hierdoor verslechtert de gezondheid, participeren burgers minder en doen ze een groter beroep op zorg- en maatschappelijke voorzieningen.
Aandachtspunten
Het streven is om individuen te stimuleren zelf hun
Zowel voor jeugd als volwassenen is een gezonde
leefstijl te verbeteren. Rijswijk heeft in dit kader al
leefstijl belangrijk. De hier genoemde adviezen
verschillende activiteiten ontplooid, zoals een cursus
gelden voor beide groepen, maar zijn gebaseerd
over gezonde voeding en beweegprogramma’s ter
op de cijfers over volwassenen (19 jaar en ouder).
preventie van depressie. Voortzetting is gewenst.
In kernboodschap 6 komt de leefstijl van de jeugd specifiek aan bod. In Rijswijk spelen voor volwassenen de volgende leefstijlthema’s een rol.
20
kijk op gezondheid rijswijk
zie 4.1
Stimuleren van voldoende beweging
Voorkomen van zwaar alcoholgebruik
42%
7%
(16.200) beweegt onvoldoende (19+)
(2.600) gebruikt zwaar alcohol (19+)
Streven naar een gezond gewicht
Stoppen met roken
48%
21%
(18.200) heeft overgewicht (19+)
Stimuleren van voldoende beweging Bewegen gaat niet alleen om het beoefenen van
zie 4.1
(8.200) rookt (19+)
Voorkomen van zwaar alcoholgebruik Alcoholgebruik leidt vrij snel tot gewenning en
sport, maar bijvoorbeeld ook om een wandeling naar
lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid en geeft
de supermarkt of een eindje fietsen. Ruim vier op
risico’s op de korte en lange termijn. Een op de veer-
de tien volwassen inwoners (19 jaar en ouder) van
tien inwoners (19 jaar en ouder) van Rijswijk geeft
Rijswijk beweegt onvoldoende (45% bij 19 t/m 64 jaar
aan zwaar alcohol te drinken 10. In maart 2015 heeft
en 36% 65 jaar en ouder). Het percentage sporters
GGD Haaglanden onder andere in Rijswijk aandacht
neemt af met het stijgen van de leeftijd. In Rijswijk
gevraagd voor de IkPas-campagne 11. Dit is een
worden beweegcursussen aangeboden in groeps-
bewustwordingscampagne die de discussie op gang
verband. Aanbevolen wordt dit soort initiatieven
wil brengen over de gewoonte van alcoholgebruik.
te blijven ondersteunen en ook het bewegen onder volwassenen (19 t/m 64 jaar) te stimuleren.
zie 4.1
zie 4.1
Stoppen met roken Roken verhoogt de kans op verschillende soorten
Streven naar een gezond gewicht
kanker en luchtwegaandoeningen (bijvoorbeeld
Het hebben van overgewicht brengt gezondheids-
COPD). In vergelijking met andere leefstijlfactoren is
risico’s met zich mee, zoals een verhoogd risico op
de bijdrage van roken aan de totale ziektelast hoog.
diabetes type 2 en verschillende soorten kanker.
13% van de ziektelast is toe te schrijven aan roken 12.
Bijna de helft (48%) van de volwassen inwoners
Het aantal rokers (19 jaar en ouder) in Rijswijk is een
(19 jaar en ouder) van Rijswijk heeft overgewicht.
op de vijf. Vier op de tien van de rokers geeft aan te
Ernstig overgewicht beperkt lichamelijke activiteiten
willen stoppen.
zoals (trap)lopen. Daarnaast krijgen mensen met ernstig overgewicht vaak te maken met stigmatisering en discriminatie en dit kan hen belemmeren in hun functioneren.
gerelateerde beleidsterreinen • Zorg • Sport Cultuur en Onderwijs • Mobiliteit, Duurzaamheid, Groenbeleid • Activering
10 Iemand drinkt zwaar alcohol als hij of zij op minimaal
één dag in de week zes of meer (mannen) of vier of meer (vrouwen) glazen per dag drinkt. 11 IkPas is een initiatief van diverse gemeenten, GGD-en, Instellingen voor Verslavingszorg, het Trimbos-instituut en het lectoraat verslavingspreventie van de hogeschool Windesheim. 12 Bron: Nationaal Kompas. Ziektelast in DALY’s.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
21
deel 1 kernboodschappen
5 Naar een gezonde leefomgeving die bijdraagt aan de gezondheid en het welbevinden van Rijswijkers De kwaliteit van de leefomgeving, zowel buitens- als binnenshuis, beïnvloedt de lichamelijke en mentale gezondheid en het welbevinden van de inwoners van Rijswijk. Het beperken van milieubelastende factoren zoals luchtverontreiniging, omgevingslawaai en vocht en schimmel in huis, vermindert de negatieve invloed hiervan op de gezondheid. Door als gemeente gezonde keuzes te maken bij de inrichting van de buitenruimte, wordt het aantrekkelijker voor de bevolking om buiten actief te zijn. Hierdoor verbetert de gezondheid en het welbevinden. De kwaliteit van het binnenmilieu wordt vooral bepaald door een combinatie van de kwaliteit van de woning en het ventilatiegedrag van de bewoner.
uit bouwmaterialen of meubilair. Ook roken in huis vermindert de kwaliteit van het binnenmilieu 14.
Aandachtspunten Rijswijk kan gezondheidswinst behalen door verbetering van luchtkwaliteit, vermindering van omgevingslawaai, creëren van een groene omgeving in de meer stedelijke delen van de gemeente en door de burger te informeren over een gezond binnenmilieu.
zie 4.2
Buitenmilieu effectief inrichten In Rijswijk wordt meer dan de helft van het grondgebied (56%) gebruikt wordt voor bebouwing en verkeer. Bijna een derde (29%) is in gebruik voor bos,
Introductie
open natuurlijk terrein en recreatie (in Nederland is
De fysieke buitenomgeving (buitenmilieu) is van
dit gemiddeld 14%). Het aandeel gestapelde bouw
invloed op de gezondheid. Het gaat daarbij om
en het aantal huurwoningen verschilt sterk tussen
directe en indirecte effecten en om negatieve en
de wijken. In totaal heeft Rijswijk 60% gestapelde
positieve effecten. Directe invloed ontstaat door
bouw. In de wijk met postcode 2286 (Stervoorde,
blootstelling aan factoren als luchtverontreiniging
Eikelenburg, Hoekpolder en Sion) is er sprake van
en omgevingslawaai, maar ook door hitte die vooral
90% gestapelde bouw.
in bebouwd gebied meer dan gemiddeld optreedt 13. Het indirecte effect is bijvoorbeeld stress vanwege
Het overgrote deel van de inwoners (19 t/m 64 jaar)
omgevingsgeluid. De aanwezigheid van groen, stilte
van Rijswijk geeft zijn woning (94%) en woonomge-
en water kunnen positieve effecten hebben op
ving (96%) een voldoende en 94% is tevreden over
de gezondheid.
het groen in de buurt. Dit staat los van de mate waarin woningen en woonomgeving ook daadwerke-
22
De kwaliteit van het binnenmilieu vermindert onder
lijk gezond zijn en de gezondheid positief beïnvloe-
andere door vocht, schimmel, allergenen en ver-
den. Door wijken in te richten met water en autoluwe
brandingsproducten die vrijkomen tijdens het koken
zones, en specifiek in wijken met veel gestapelde
of stoken en door vluchtige stoffen die vrijkomen
bouw voldoende groene ruimte te creëren,
13 De gemiddelde mens ervaart comfortabele omstandigheden bij een temperatuur tussen de 20 en 27°C en een luchtvochtigheid van 35 tot 60%. Wanneer één van beide factoren te ver stijgt, beginnen mensen zich oncomfortabel te voelen, wat niet direct inhoud dat dit direct schadelijk is voor het lichaam. Mogelijke gevolgen van hittestress zijn mentale, psychofysiologische en fysieke problemen. Bron: Canadian Centre for Occupational Health and Safety.
14 Bron: Jongeneel, W.P. (23 juni 2014). Binnenmilieu samengevat. In: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.
kijk op gezondheid rijswijk
Buitenmilieu effectief inrichten
96%
geeft een voldoende voor woonomgeving (19-64 jr)
94%
is tevreden over groen in de buurt (19-64 jr)
Rekening houden met luchtkwaliteit
3-5%
van ziektelast veroorzaakt door fijnstof
Geluidhinder verminderen
14%
ervaart ernstige geluidhinder in/om het huis (19-64 jr)
Informeren over een gezond binnenmilieu
9%
heeft vocht/schimmel in woonkamer/slaapkamer (19-64 jr)
19%
woont in een huis waarin dagelijks wordt gerookt (19-64 jr)
kan Rijswijk een gezondere leefomgeving voor haar burgers scheppen en zijn inwoners verleiden tot
zie 4.2
Rekening houden met luchtkwaliteit Hoewel de luchtkwaliteit in Nederland de laatste
gezond gedrag. Een samenhangend fietsroutenet-
decennia sterk is verbeterd, blijft fijnstof een pro-
werk met doorgaande fietsroutes, fietsveiligheid en
bleem. De Europese normen voor fijnstof worden in
kwalitatief en kwantitatief goede fietsvoorzieningen
Rijswijk gehaald, maar ook onder deze normen zijn er
dragen ook bij aan het creëren van een prettiger
nog aanzienlijke gezondheidseffecten. Blootstelling
leefomgeving. Deze zetten de burger aan tot bewe-
aan fijnstof veroorzaakt in Nederland 3 tot 5% van
gen en dragen bij aan de lichamelijke en mentale
de totale ziektelast 15. Vooral roetdeeltjes in fijnstof,
gezondheid. De gemeente Rijswijk heeft het
die grotendeels door verkeer worden uitgestoten,
Groenbeleidsplan 2010-2020 BomeNatuuRecreatie
veroorzaken gezondheidsschade zoals ziekten van de
dat richting geeft aan het denken over groen, priori-
ademhalingswegen en hart- en vaatziekten. Dit speelt
tering bij de uitvoering en keuzes in groenbeheer.
met name langs drukke wegen. Gevoelige groepen zoals kinderen, ouderen en mensen met luchtwegaandoeningen hebben hier het meeste last van. Bij de reconstructie van de Haagweg houdt de gemeente rekening met het verbeteren van de luchtkwaliteit.
15 Bron: Maas, R. et al., 2015. Luchtkwaliteit en gezondheidswinst. RIVM, april 2015.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
23
deel 1 kernboodschappen
Het verdient aanbeveling om het ruimtelijk beleid zo te formuleren dat de negatieve gezondheidseffecten
zie 4.2
Informeren over een gezond binnenmilieu Een op de elf inwoners van Rijswijk (19 t/m 64 jaar)
van luchtkwaliteit zo klein mogelijk zijn. Bijvoorbeeld
heeft vocht of schimmel in woon- of slaapkamer.
door in de buurt van drukke wegen geen speelplaat-
Soms zijn hiervoor bouwkundige oorzaken aan te
sen aan te leggen of kinderdagverblijven of scholen
wijzen, in andere gevallen is onvoldoende ventileren
te vestigen.
de oorzaak. Bij een op de vijf inwoners wordt dagelijks in huis gerookt. Het vergroten van kennis van
zie 4.2
Geluidhinder verminderen
bewoners over een gezond binnenmilieu, bijvoor-
Een op de zeven inwoners van Rijswijk (19 t/m 64
beeld door middel van voorlichting, kan gezond
jaar) ervaart ernstige geluidhinder in of om het
gedrag stimuleren. Voldoende ventileren om schade-
huis. De belangrijkste bronnen van geluidhinder
lijke stoffen uit het binnenmilieu goed af te kunnen
zijn buren, brommers en scooters en wegverkeer.
voeren en het regelmatig onderhouden van verbran-
Hiervan is vooral sprake rondom drukke verkeers-
dingstoestellen zijn manieren om de kwaliteit van
wegen zoals de autosnelwegen A4 en A13 en de
het binnenmilieu te verbeteren. Daarnaast is het
Sir Winston Churchilllaan, maar ook langs de spoor-
plaatsen van koolmonoxidemelders van belang om
lijn Den Haag - Delft. De gevolgen van geluidbelasting
de veiligheid van het binnenmilieu te bewaken.
door wegverkeer kunnen variëren van hinder en
Over de kwaliteit van de woning kan de gemeente
slaapverstoring tot klinische gezondheidseffecten
afspraken maken met verhuurders.
zoals hart- en vaatziekten. De geluidbelasting is te verminderen door bij herinrichting en nieuwbouw hier expliciet aandacht aan te besteden.
gerelateerde beleidsterreinen
Evenals luchtkwaliteit is ook omgevingslawaai, zeker
• Wonen & Woonruimteverdeling
in de stedelijke delen van Rijswijk, sterk gerelateerd
• Sport Cultuur en Onderwijs
aan verkeersdrukte. Het is dan ook van belang om
• Stedenbouw / Ruimtelijke
bij het maken van keuzes op het gebied van verkeer en ruimtelijke inrichting rekening te houden met de effecten hiervan op de gezondheid.
Ordening • Mobiliteit, Duurzaamheid, Groenbeleid • Activering
24
kijk op gezondheid rijswijk
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
25
deel 1 kernboodschappen
6 Bijdragen aan de positieve ontwikkeling en vorming van de jeugd van Rijswijk Alle kinderen moeten gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en binnen hun mogelijkheden kunnen participeren in de samenleving. Ouders zijn hiervoor primair verantwoordelijk. De overheid komt pas in beeld als dit proces niet vanzelf gaat. De overheid draagt bij aan het creëren van de juiste randvoorwaarden in de omgeving van het kind. Er zijn vele factoren die invloed hebben op hoe de jeugd zich ontwikkelt: gezinssituatie, opvoeding, school, leefomgeving, leefstijl en dergelijke. Preventie en zorg voor de jeugd vragen dan ook een integrale aanpak.
Dit maakt dat aandacht voor jeugdbeleid en een sluitend aanbod van belang is. In Rijswijk is met name behoefte aan aanvullend aanbod op het gebied van preventie en lichte ondersteuning 17. Leefstijl en gedrag van jeugdigen zijn ook in Rijswijk blijvende aandachtspunten. Het blijkt dat wie op jonge leeftijd gezond is dat in veel gevallen ook op latere leeftijd is. Aandacht voor preventie van jongs af aan is van belang om gezondheidsproblemen op latere leeftijd te voorkomen. Naast de gezinssituatie (opvoeding) zijn de school- en leefomgeving de belangrijkste aanknopingspunten voor preventie.
Introductie
Vroegsignalering en een integraal aanbod zijn
Vanaf 2015 is de zorg voor de jeugd ondergebracht
gewenst evenals een intensivering van de Gezonde
bij de gemeente. De verantwoordelijkheden van de
School-aanpak 18.
gemeente zijn vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet. De wet zet meer in op preventie, vroegsignalering en eigen kracht van burgers. Het streven is dat ieder
Aandachtspunten
kind gezond en veilig opgroeit en zo zelfstandig
Door gezonde keuzes zo makkelijk mogelijk te maken
mogelijk kan deelnemen aan het maatschappelijk
en door het sociale systeem te ondersteunen (dit
leven, rekening houdend met zijn of haar ontwikke-
zijn onder meer het gezin en de school) kan de jeugd
lingsniveau. In de Wet publieke gezondheid is een
zich positief ontwikkelen. Onder andere Stichting
belangrijk deel van de preventieve zorg voor de jeugd
Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West kan bij de
geregeld. Rijswijk heeft een Centrum voor Jeugd en
uitwerking een rol vervullen. De volgende gezond-
Gezin (CJG) waar medewerkers samenwerken van
heidsthema’s spelen hierbij een rol.
onder andere jeugdgezondheidzorg, het opvoed adviespunt, (school)maatschappelijk werk, Sociaal Wijkteam West en het Jeugteam. Wanneer dit nodig is, biedt het CJG direct ondersteuning of hulp.
zie 5.3
Faciliteren prenatale en perinatale zorg De zorg voor de gezondheid van kinderen begint al vóór de conceptie. Gebruik van foliumzuur, aanpassen van de leefstijl (bijvoorbeeld stoppen
Het aantal jeugdigen in Rijswijk zal in de periode
met alcohol en roken) voordat een vrouw zwanger
2014-2025 toenemen met 86%, terwijl de totale
is en het in een vroeg stadium van de zwangerschap
bevolking naar verwachting groeit met 42%
26
16.
bezoeken van de verloskundige of gynaecoloog zijn
Dit leidt tot een toename van de groene druk (het
van invloed op de gezondheid van het ongeboren
aantal 0 t/m 19-jarigen gedeeld door het aantal
kind. In de regio Rijswijk/Leidschendam-Voorburg/
20 t/m 64-jarigen) van 32% in 2014 tot 42% in 2025.
Wassenaar komt een op de acht zwangere vrouwen
16 De bevolkingsstijging in de periode 2014-2025 is een prognose van het Planbureau voor de Leefomgeving. De gemeente Rijswijk verwacht zelf ook een groei, maar wel een minder sterke. Zie voor mogelijke verklaringen voetnoot 8.
17 Dit blijkt uit onderzoek van JSO, uitgevoerd in opdracht van de gemeente Rijswijk. 18 De Gezonde School-aanpak is een werkwijze voor scholen om structureel te werken aan gezondheid. Initiatiefnemers zijn o.a. de ministeries van VWS en OCW en het RIVM.
kijk op gezondheid rijswijk
Faciliteren prenatale en perinatale zorg
12%
heeft laat contact met verloskundige/gynaecoloog (zwangere vrouwen)
Signaleren kwetsbare gezinnen
Preventie van roken, alcohol en druggebruik
8% 25% 5%
rookt dagelijks (12-18 jr) deed recent aan binge drinken (12-18 jr) gebruikte recent cannabis (12-18 jr)
14%
(1.000) leeft in gezin met een inkomen onder 110% van sociaal minimum (0-17 jr)
Aandacht voor relationele en seksuele vorming
22%
(2.444) groeit op in een eenoudergezin (0-24 jr)
53%
Aandacht voor de sociaalemotionele ontwikkeling
gebruikt niet altijd een condoom (12-18 jr)
Vergroten bewustzijn van risico’s harde geluiden
3-7%
heeft verhoogde score voor psychosociale problematiek (5-18 jr)
34%
17-40%
is recent gepest (5-18 jr)
Veilig inrichten van de fysieke omgeving
Inzetten op voeding, sport en bewegen
heeft weleens last van het gehoor (12-18 jr)
Een stimulerende en veilige omgeving is van belang
55-70%
beweegt onvoldoende (4-18 jr)
Leren omgaan met sociale media en internet
11-36%
heeft overgewicht (2 jr t/m klas 2 VO)
Aandacht voor pestgedrag en mediawijsheid
pas laat (op of na achttien weken zwangerschap) in
deze vrouwen tijdig in beeld krijgen en tijdens
beeld bij de verloskundige. Mogelijk is een deel van
consulten aandacht besteden aan preconceptiezorg
deze vrouwen al wel onder controle van de huisarts
en preventie.
in verband met de zwangerschap. Vóór en tijdens hun zwangerschap zijn vrouwen
zie 3.4
Signaleren kwetsbare gezinnen De sociaaleconomische status van een gezin, de
extra ontvankelijk voor adviezen en informatie over
erfelijke aanleg en de opvoeding (waarden en
hun eigen gezondheid en de gezondheid van hun
normen) bepalen in belangrijke mate de kansen die
kind. Het is daarom van belang dat zorgverleners
kinderen hebben als volwassene 19. Een op de zeven
19 CBS (2015).
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
27
deel 1 kernboodschappen
minderjarige kinderen in Rijswijk leeft in een huis houden met een inkomen lager dan 110% van het
zie 4.1
Inzetten op voeding, sport en bewegen De meerderheid (55-70%) van de jeugd in Rijswijk
sociaal minimum. Ruim een op de vijf van de kinde-
(4 t/m 18 jaar) voldoet niet aan de Nederlandse
ren (0 t/m 24 jaar) woont in een eenoudergezin. De
Norm Gezond Bewegen. Een tot bijna vier op de
gemeente Rijswijk biedt mogelijkheden voor kinderen
tien kinderen (2 jaar t/m klas 2 VO) in Rijswijk heeft
die opgroeien in armoede om te participeren in de
overgewicht. Deze cijfers zijn gemeten bij kinderen op
samenleving door mee te doen aan activiteiten of
Rijswijkse scholen, waarbij op het voortgezet onder-
lid te worden van een vereniging. Dit stimuleert
wijs het overgrote deel van de leerlingen afkomstig
de gezondheid.
is uit Den Haag. Haagse kinderen hebben gemiddeld
Er zijn gezinnen waar huiselijk geweld voorkomt;
genomen vaker overgewicht dan kinderen in de
ook deze gezinnen zijn als kwetsbaar aan te merken.
omliggende gemeenten. Dit is echter een deel van
Alle partners in de stad hebben een signaleringsfunc-
de verklaring. Ook Rijswijkse kinderen hebben vanaf
tie om kwetsbare gezinnen in beeld te krijgen. Ook is
het basisonderwijs meer overgewicht dan de andere
de aanwezigheid van Veilig Thuis
20
van belang.
kinderen in de regio Zuid-Holland West. Om overgewicht te voorkomen is, behalve beweging, kennis van
zie 3.3
Aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling
gezonde voeding van essentieel belang, zowel bij de
Sociale omgangsvormen tussen kinderen zijn van
scholen werken volgens de werkwijze van de
invloed op hun gezondheid en hun deelname aan de
Gezonde School.
jeugd zelf als bij hun ouders. Verschillende Rijswijkse
samenleving, zowel op jonge leeftijd als in hun latere leven. In Rijswijk heeft 7% van de 5 t/m 11-jarigen en 3% van de 12 t/m 18-jarigen een verhoogde score op
zie 4.1
Preventie van roken, alcohol en druggebruik Op middelbare schoolleeftijd komen veel jongeren
psychosociale problematiek. 16% van de Rijswijkse
in aanraking met genotmiddelen. Ruim een op
jongeren (12 t/m 18 jaar) heeft weleens suïcidale
de twaalf jongeren (12 t/m 18 jaar) rookt dage-
gedachten gehad.
lijks. Binge drinken 22 is op deze leeftijd ook geen uitzondering. Een kwart van de jongeren in Rijswijk
Specifieke aandacht vraagt pesten. Veel kinderen,
(12 t/m 18 jaar) had dit recent gedaan. Een op de vier
zowel in het primair als het middelbaar onderwijs,
ouders raadt hun kinderen het drinken van alcohol af.
zijn weleens gepest. 40% van de 5 t/m 11-jarigen en
Een op de twintig gebruikte cannabis. Onder de
17% van de 12 t/m 18-jarigen is in de afgelopen drie
17- en 18-jarigen rookt 9% dagelijks, deed 50%
maanden gepest. Pesten heeft impact op het welbe-
recent aan binge drinken en gebruikte een op de
vinden en de gezondheid van het gepeste kind, maar
tien recent cannabis. Overmatig cannabisgebruik
ook op de pester zelf. Op de lange termijn kunnen
kan onder meer leiden tot schooluitval. Jong starten
ook pesters sociale problemen krijgen. Ze komen
met gebruik van genotmiddelen vergroot de kans op
vaker met justitie in aanraking en drinken meer
verslaving op latere leeftijd. Aandachtspunt vormt
alcohol
28
21.
Aandacht voor sociale omgangsvormen op
voorbeeldgedrag en normverandering. Om het
scholen en (sport)verenigingen is dan ook belangrijk.
alcoholgebruik te verminderen is het van belang dat
Rijswijk besteedt specifiek aandacht aan voorlichting
de gemeente Rijswijk zich richt op zowel de jongere
van de jeugd over cyberpesten.
zelf als op de attitude van de ouders.
20 Veilig Thuis Haaglanden is het centrale advies- en meldpunt voor iedereen die met huiselijk geweld en/of kindermishandeling te maken heeft of krijgt. 21 Bron: NJI. Dossier Pesten.
22 Voor jongeren wordt binge drinken gebruikt als een maat voor overmatig alcoholgebruik. Binge drinken: Het drinken van vijf of meer glazen alcohol bij één gelegenheid.
kijk op gezondheid rijswijk
zie 4.1
Aandacht voor relationele en seksuele vorming
Leren omgaan met sociale media en internet
Ruim de helft (53%) van de jongeren (12 t/m 18 jaar)
Kinderen groeien op met internet en sociale media.
uit Rijswijk met seksuele ervaring gebruikte niet
Naast de voordelen die dit biedt, zijn er ook nega-
altijd een condoom. Gezond seksueel gedrag waar
tieve gevolgen. Pestgedrag via sociale media speelt
onder het gebruik van voorbehoedsmiddelen verdient
zich ook buiten schooltijd en in de veilige omgeving
aandacht via ouders en scholen.
van het eigen huis af. Daarnaast is het van belang kinderen al jong mediawijsheid bij te brengen, zoals
zie 4.1
Vergroten bewustzijn van risico’s harde geluiden
het leren herkennen van betrouwbare bronnen van
Door langdurig en regelmatig blootstaan aan (te)
identiteit kunnen beschermen op sociale media en
harde muziek neemt de kans op gehoorschade toe.
alert te zijn op volwassenen die zich voordoen als
Ruim een op de drie jongeren (12 t/m 18 jaar) uit
minderjarige. Het is ook belangrijk dat kinderen en
Rijswijk heeft weleens last van het gehoor; een op
jongeren leren dat de normale sociale omgangs
de twintig heeft vaak of altijd last van het gehoor.
vormen ook online gelden. Verstandig leren omgaan
Jongeren onderschatten het risico dat zij zelf lopen op
met sociale media en internet vraagt aandacht van
gehoorschade door geluidsdragers. Naast het gezin is
school en opvoeders.
informatie op internet, te leren hoe zij hun eigen
de school een goede plek om het bewustzijn van de risico’s te vergroten en preventie van gehoorschade
zie 4.2
bij jongeren onder de aandacht te brengen.
gerelateerde beleidsterreinen
Veilig inrichten van de fysieke omgeving
• Gerelateerde secties:
De omgeving waar kinderen wonen, spelen, bewegen
• Jeugd
en onderwijs krijgen dient stimulerend te werken
• Zorg
en veiligheid te bieden. Het is van belang om bij de
• Welzijn
(her)inrichting van wijken aandacht te hebben voor
• Sport Cultuur en Onderwijs
veilige speelplekken, oversteekplaatsen, fietspaden
• Mobiliteit, Duurzaamheid,
en dergelijke (zie ook Kernboodschap 5).
Groenbeleid • Ruimtelijke ordening
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
29
30
kijk op gezondheid rijswijk
deel 2
Gezondheidsmonitor 2015 1 De regio Zuid‑Holland West
33
2 Demografie
37
2.1 Bevolking 2.2 Sociaaleconomische status 2.3 Participatie
3 Gezondheid, ziekte en sterfte 3.1 Ervaren gezondheid 3.2 Fysieke gezondheid en beperkingen 3.3 Psychische gezondheid 3.4 Sociale gezondheid en sociale kwetsbaarheid 3.5 Levensverwachting en sterfte 3.6 Sociaaleconomische gezondheidsverschillen
4 Leefstijl en fysieke omgeving 4.1 Leefstijlfactoren 4.2 Fysieke omgeving 4.3 Sociaaleconomische verschillen in leefstijl en leefomgeving
5 Gezondheidszorg 5.1 Preventieve gezondheidszorg 5.2 Geestelijke gezondheidszorg 5.3 Perinatale zorg 5.4 Zorg voor de jeugd 5.5 Wmo en AWBZ
6 Toekomst 6.1 Verandering in bevolkingsomvang en –samenstelling 6.2 Toekomstverkenning gezondheid
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
37 41 43
47 47 48 55 59 64 66
69 69 75 79
85 85 87 89 91 92
95 95 96
31
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Informatiebronnen
Landelijke harmonisatie Voor de gezondheidsenquête in 2012 hebben
Gezondheidsenquêtes van de GGD
alle GGD’en in Nederland tegelijkertijd en op
De gezondheidsenquêtes van de GGD vormen
dezelfde manier het onderzoek uitgevoerd. Hierbij
een belangrijke bron van informatie voor deze
werd samengewerkt met het Rijksinstituut voor
Gezondheidsmonitor. In het onderstaande
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Centraal
wordt een korte schets gegeven van de achter-
Bureau voor de Statistiek (CBS). In een landelijk
grond en inhoud van deze enquêtes.
harmonisatietraject zijn de onderzoeksopzet en vraagstellingen op elkaar afgestemd. In 2015 zal
Inzicht in de gezondheidssituatie van verschillende leeftijdsgroepen
een dergelijke harmonisatie ook plaatsvinden
Op basis van de Wet Publieke Gezondheid
onderzoek onder volwassenen en senioren her-
draagt de GGD zorg voor het verwerven van
haald worden. De harmonisatie voor de doelgroep
inzicht in de gezondheid van de bevolking
kinderen is momenteel nog in ontwikkeling.
voor de doelgroep jongeren en in 2016 zal het
in de regio. Een van de manieren waarop zij dit doet is door gezondheidsenquêtes uit te
Nadere analyses
voeren bij verschillende groepen inwoners, te
De Gezondheidsonderzoeken van de GGD Haaglanden
weten kinderen (0 t/m 11 jaar), jongeren (12
bevatten een grote hoeveelheid gegevens die niet
t/m 18 jaar), volwassenen (19 t/m 64 jaar) en
allemaal opgenomen kunnen worden in deze rap-
senioren (65 jaar en ouder). De gegevens uit
portage. Voor cijfers over specifieke subgroepen of
deze onderzoeken vormen een belangrijke basis
relaties tussen bepaalde factoren kunt u een verzoek
voor de ontwikkeling van het lokale gezond-
voor extra analyses indienen bij de GGD.
heidsbeleid en het organiseren van activiteiten om de gezondheid en het welzijn van inwoners te verbeteren.
Informatie uit registratiebestanden en externe gegevensbronnen Om een zo breed mogelijk beeld te schetsen van
Onderzoek bij de jeugd in 2010, onderzoek bij volwassenen in 2012
de gezondheid van de inwoners in de regio, wordt
De gezondheidsenquêtes worden uitgevoerd
gebruik gemaakt van registratiebestanden (van
met behulp van vragenlijsten die schriftelijk of
de GGD of andere instellingen) en externe gege-
via internet ingevuld kunnen worden. In 2010
vensbronnen. De elektronische database StatLine
werd de gezondheidsenquête uitgevoerd onder
van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
de ouders van kinderen van 0 t/m 11 jaar en
is hier een voorbeeld van. Hierin is informatie
onder jongeren van 12 t/m 18 jaar. In 2012
opgenomen over diverse thema’s die relevant
onder volwassenen van 19 t/m 64 jaar en
zijn voor een brede blik op gezondheid en wel-
senioren van 65 jaar en ouder. Eerdere onder-
zijn, zoals: Bevolking, Gezondheid en Welzijn,
zoeken werden uitgevoerd in 2004 (senioren),
Arbeid en Sociale Zekerheid of Onderwijs. Via de
2005 (jongeren, volwassenen), 2006 (kinderen),
Werkgroep Regionale Gezondheids Informatie (RGI)
2008 (senioren) en 2009 (volwassenen). In het
van GGD GHOR Nederland wordt voor de GGD’en
najaar van 2015 wordt opnieuw een onderzoek
in Nederland informatie aangekocht uit externe
uitgevoerd onder jongeren, in 2016 onder
bronnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om cijfers
volwassenen en senioren.
over sterfte, medicatiegebruik, verslavingszorg en
naast informatie uit de gezondheidsenquêtes ook
perinatale gezondheid. Ook het RIVM heeft veel cijfers beschikbaar over Volksgezondheid en Zorg. Een compleet overzicht van de bronnen die in deze monitor zijn gebruikt is opgenomen in bijlage III.
32
kijk op gezondheid rijswijk
1
1 De regio Zuid‑Holland West De regio Zuid‑Holland West bestaat uit de acht
Wassenaar en Midden-Delfland. Weinig en niet ver-
gemeenten rondom Den Haag: Rijswijk, Delft,
stedelijkte gemeenten komen in Zuid‑Holland West
Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-
niet voor. Voor de meeste gemeenten geldt dat een
Nootdorp, Wassenaar, Westland en Zoetermeer.
hogere mate van stedelijkheid (aantal adressen per
Met ruim een half miljoen inwoners op 320
km2
km2) 1 samengaat met een groter aantal inwoners
landoppervlakte is Zuid‑Holland West een dichtbe-
en een hogere bevolkingsdichtheid (aantal inwoners
volkte regio. De variatie is echter groot: van kleinere
per km2) 2. Rijswijk en Westland vormen hierop een
kernen in plattelandsgebied tot steden met meer dan
uitzondering (figuur 1.1).
100.000 inwoners, van (glas)tuinbouw tot industrie
Alhoewel Westland in de regio de gemeente is met
en dat alles met een grote dichtheid van het wegen-
het op een na hoogste inwoneraantal, zijn de bevol-
netwerk. Ook de opbouw van de bevolking varieert
kingsdichtheid en stedelijkheidsgraad relatief laag.
sterk tussen de gemeenten, zowel wat betreft
Ruim de helft van het oppervlak wordt gebruikt voor
leeftijd, etnische herkomst als sociaaleconomische
agrarische activiteiten, met name glastuinbouw.
kenmerken van de inwoners.
Ook in Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp wordt de helft tot driekwart van
Zowel matig als zeer sterk verstedelijkte gemeenten in de regio
het oppervlak gebruikt voor agrarische activiteiten.
De regio Zuid‑Holland West kent zowel zeer sterk
helft uit bebouwd terrein, voor onder andere wonen,
verstedelijkte gemeenten zoals Rijswijk, Zoetermeer,
werken, voorzieningen en verkeer. In Wassenaar
Delft en Leidschendam-Voorburg als matig verstede-
bestaat de helft van het oppervlak uit bos, open
lijkte gemeenten zoals Westland, Pijnacker-Nootdorp,
natuurlijk terrein en recreatieterrein (tabel 1.1).
Rijswijk, Delft en Zoetermeer bestaan voor ruim de
Figuur 1.1 Inwoneraantal en stedelijkheid van de gemeenten in Zuid‑Holland West, 2014 (Bron 4). 140.000
Matig stedelijk (1.000 - 1.500 adressen/km2) Zeer sterk stedelijk (≥ 2.500 adressen/km2)
120.000
Aantal inwoners
100.000 80.000 60.000 40.000 20.000
0 Zoetermeer
Westland
Delft
Leidschendam- PijnackerVoorburg Nootdorp
Rijswijk
Wassenaar
MiddenDelfland
1 Zie bijlage II: stedelijkheid 2 Zie bijlage II: bevolkingsdichtheid
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
33
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Tabel 1.1 Aantal inwoners, bevolkingsdichtheid en bodemgebruik per gemeente in Zuid‑Holland West (Bron 4). Delft
LeidschendamVoorburg
MiddenDelfland
PijnackerNootdorp
Rijswijk
Wassenaar
Westland
Zoetermeer
ZHW
NL
100.046
73.356
18.456
51.071
47.634
25.675
103.241
123.561
543.040
16.829.289
Bevolkingsdichtheid (aantal inwoners per km2)
4.381
2.245
390
1.367
3.390
504
1.298
3.578
1.701
500
Totale oppervlakte (hectare)
2.406
3.562
4.938
3.862
1.449
6.237
9.058
3.705
35.217
4.154.307
Bebouwd terrein / verkeer (%)
62%
32%
12%
26%
56%
13%
26%
56%
29%
12%
Agrarisch terrein (%)
11%
49%
78%
59%
12%
19%
55%
19%
43%
55%
Bos, natuurlijk terrein, recreatie (%)
22%
11%
6%
12%
29%
49%
7%
18%
18%
14%
5%
8%
4%
3%
3%
18%
12%
7%
9%
19%
Aantal inwoners (aantal)
Water (%)
Tabel 1.2 Leeftijdsopbouw, etnische herkomst en sociaaleconomische kenmerken van de bevolking per gemeente in Zuid‑Holland West (Bron 4).
Groene druk (%)
34
Delft
LeidschendamVoorburg
MiddenDelfland
PijnackerNootdorp
Rijswijk
Wassenaar
Westland
Zoetermeer
ZHW
NL
29%
36%
44%
50%
32%
46%
40%
38%
38%
38%
Grijze druk (%)
22%
38%
28%
23%
39%
48%
29%
25%
29%
29%
Autochtonen (%)
68%
71%
90%
82%
69%
69%
87%
71%
75%
79%
Westerse allochtonen (%)
13%
14%
6%
8%
15%
22%
8%
11%
12%
9%
Niet-westerse allochtonen (%)
19%
15%
4%
10%
16%
9%
5%
19%
14%
12%
Laag onderwijsniveau (15 t/m 74 jr) (%)
25%
24%
29%
27%
31%
28%
33%
28%
-
30%
Hoog onderwijsniveau (15 t/m 74 jr) (%)
36%
37%
36%
32%
31%
39%
22%
29%
-
28%
Huishoudens met laag inkomen (%)
46%
38%
25%
25%
43%
33%
35%
35%
-
40%
Huishoudens met hoog inkomen (%)
18%
24%
34%
34%
18%
35%
25%
23%
-
20%
kijk op gezondheid rijswijk
De regio Zuid-Holland West Studenten, senioren en gezinnen
65-plussers gedeeld door het aantal 20 t/m 64-jari-
De bevolkingsopbouw van de regio Zuid‑Holland West
gen (tabel 1.2) 4. In Wassenaar is de groep 20 t/m
komt overeen met die van Nederland, behalve dat
40-jarigen ondervertegenwoordigd, wat tot uitdruk-
de groep mannen van 20 t/m 24 jaar in Zuid‑Holland
king komt in een hogere groene (<20 jaar) en grijze
West wat groter is (figuur 1.2)
3.
Tussen de gemeen-
1
(≥ 65 jaar) druk. Pijnacker-Nootdorp is een relatief
ten bestaat echter een behoorlijke variatie.
‘jonge’ gemeente, waar veel gezinnen met kinderen
Zo kent Delft een grote populatie studenten, voorna-
wonen (48% van de huishoudens). Ook in Midden-
melijk in de leeftijd van 20 t/m 29 jaar: 27% van de
Delfland, Westland en Zoetermeer wonen meer
mannen en 19% van de vrouwen in Delft is tussen de
gezinnen met kinderen dan elders in de regio (respec-
20 en 30 jaar oud, ten opzichte van 12% en 11% in de
tievelijk 42%, 39% en 39% van de huishoudens tegen-
rest van de regio. Rijswijk en Leidschendam-Voorburg
over 33% in geheel Zuid‑Holland West), al verschilt in
hebben relatief veel senioren (65+), wat tot uitdruk-
de laatste twee gemeenten de leeftijdsopbouw van
king komt in een hogere ‘grijze druk’; het aantal
de bevolking niet veel van die in Nederland.
Figuur 1.2 Percentage inwoners naar leeftijd (in jaren) en geslacht per 1-1-2014, Zuid‑Holland West (Bron 4).
≥ 95
Mannen in ZHW
90-94
Vrouwen in ZHW
85-89
Mannen in NL
80-84
Vrouwen in NL
75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 12%
9%
6%
3%
0%
3%
3 Dit wordt met name veroorzaakt door de relatief grote groep (mannelijke) studenten in Delft.
6%
9%
12%
4 Zie bijlage II: demografische druk
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
35
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Meer inwoners met niet-Nederlandse herkomst in de verstedelijkte gemeenten en Wassenaar
Delft ook relatief veel huishoudens met een lager inkomen (46% versus 40% in Nederland).
In Zuid‑Holland West is gemiddeld een kwart van de bevolking allochtoon, tegenover een vijfde in
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent
Nederland. Dit betekent dat ten minste één van de
eens per vier jaar de sociaaleconomische status-score
ouders in het buitenland is geboren
5.
In Midden-
per viercijferig postcodegebied in Nederland.
Delfland en Westland wonen relatief weinig alloch-
Hiervoor worden zowel indicatoren met betrekking
tonen (respectievelijk 10% en 13%). In Pijnacker-
tot opleiding en werk als inkomen meegenomen.
Nootdorp komt het aandeel allochtonen met 18%
In Zuid‑Holland West is de sociaaleconomische
ongeveer overeen met dat in Nederland. In de
status voornamelijk gemiddeld tot hoog. In Rijswijk,
overige gemeenten in de regio is bijna een derde van
Delft, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer komt
de bevolking allochtoon.
een aantal postcodegebieden voor met een lager
In Rijswijk, Wassenaar en Leidschendam-Voorburg
dan gemiddelde sociaaleconomische status, in
wonen relatief veel allochtonen met een overig-
Westland gaat het om een enkel postcodegebied. In
westerse herkomst (respectievelijk 15%, 22% en 14%),
Wassenaar, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp
in Zoetermeer en Delft juist met een niet-Westerse
zijn de statusscores voor de meeste postcode-
herkomst (beide 19%) (tabel 1.2).
gebieden hoger dan gemiddeld.
Aantal wijken met lage sociaaleconomische status in Rijswijk, Delft, Leidschdam-Voorburg en Zoetermeer
In dit hoofdstuk is ingegaan op de regio Zuid‑Holland West. In de volgende hoofdstukken wordt voor de gemeente Rijswijk ingegaan op specifieke thema’s.
De sociaaleconomische status (SES) staat voor de positie van mensen op de maatschappelijke ladder 6. Sociale gelaagdheid of maatschappelijke ongelijkheid ontstaat doordat hulpbronnen zoals kennis, arbeid en bezit ongelijk verdeeld zijn over mensen. Naarmate mensen over meer of minder van deze hulpbronnen beschikken, nemen zij een hogere of lagere positie in de maatschappij in. In Wassenaar, Delft, Midden-Delfland en Leidschendam-Voorburg is de bevolking relatief hoog opgeleid, in Westland ligt het opleidingsniveau iets lager 7. Voor deze laatste gemeente komt dit echter niet tot uitdrukking in het aandeel huishoudens met een laag inkomen (besteedbaar huishoudinkomen maximaal 25.200 euro) 8. In Wassenaar, Midden-Delfland en Pijnacker-Nootdorp zijn meer huishoudens met een hoog inkomen (35%, 34% en 34%) dan gemiddeld in Nederland (20%). Onder een hoog inkomen wordt verstaan een besteedbaar huishoudinkomen hoger dan 47.400 euro. Ondanks het hoge opleidingsniveau zijn er in
5 6 7 8
36
Zie bijlage II: etnische herkomst Zie bijlage II: sociaaleconomische status Zie bijlage II: onderwijsniveau Zie bijlage II: inkomen
kijk op gezondheid rijswijk
2
2 Demografie 2.1 Bevolking bevolking
leeftijd
rijswijk
zhw
nl
Aantal inwoners
0+
47.634
543.040
16.829.289
Bevolkingsdichtheid (aantal inwoners per km2)
0+
3.390
1.701
500
Groene druk (%)
-
32%
38%
38%
Grijze druk (%)
-
39%
29%
29%
Autochtonen (%)
0+
69%
75%
79%
Westerse allochtonen (%)
0+
15%
12%
9%
Niet-westerse allochtonen (%)
0+
16%
14%
12%
Hoge bevolkingsdichtheid in Rijswijk
Meeste wijken zijn zeer sterk verstedelijkt
Op 1 januari 2014 telde Rijswijk 47.634 inwoners 1.
Rijswijk is, met een gemiddelde van 3.152 adressen
Rijswijk heeft een hoge bevolkingsdichtheid: gemid-
per km2, een zeer sterk stedelijke gemeente 3. Vrijwel
deld bijna 3.400 inwoners per km2 (Nederland:
alle wijken in Rijswijk zijn zeer sterk verstedelijkt.
500)
2.
De variatie tussen de wijken is groot: in de
Binnen Rijswijk is de mate van stedelijkheid het
wijken met postcode 2281 (Cromvliet, Leeuwendaal)
hoogst in de wijken met postcode 2282 (Oud Rijswijk,
en 2282 (Oud-Rijswijk, Bomenbuurt, Welgelegen,
Bomenbuurt, Welgelegen, Rembrandtkwartier,
Rembrandtkwartier, Havenkwartier) is de bevol-
Havenkwartier), 2281 (Cromvliet, Leeuwendaal),
kingdichtheid met meer dan 8.500 inwoners per
2284 (Spoorzicht, Kleurenbuurt, Artiestenbuurt)
km2
en 2285 (Overvoorde, Strijp, Presidentenbuurt,
het hoogst en in de wijken met postcode 2888
(Plaspoelpolder, Elsenburg, Pasgeld, Haantje)
Ministerbuurt), allen meer dan 3000 adressen
en 2889 (Hoornwijck, Broekpolder, Kraayenburg,
per km2. De wijk met postcode 2289 (Hoornwijck,
Vrijenban) het laagst (respectievelijk 298 en 1.187
Broekpolder, Kraayenburg, Vrijenban) is met 1.388
inwoners per
km2).
adressen per km2 matig verstedelijkt.
1 In bijlage I (Gezondheidsprofiel) is ook informatie opgenomen over het aantal inwoners per 1/1/2015 (48.216 inwoners). Omdat de meeste achtergrondkenmerken die in dit hoofdstuk gepresenteerd worden betrekking hebben op het jaar 2014, is ervoor gekozen om voor de bevolkingsaantallen en -opbouw ook gegevens uit 2014 te presenteren. 2 Zie bijlage II: bevolkingsdichtheid
3 Zie bijlage II: stedelijkheid
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
37
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
wijkindeling rijswijk volgens cbs en gemeente rijswijk
Wijk 07: Muziekbuurt, Wilhelminapark (2287)
Het CBS en de gemeente Rijswijk hanteren niet
Haantje (2288)
helemaal dezelfde wijkindeling van Rijswijk. Het
Wijk 09: Hoornwijck, Broekpolder, Kraayenburg,
CBS deelt de wijken in op basis van viercijferige
Vrijenban (2289)
Wijk 08: Plaspoelpolder, Elsenburg, Pasgeld,
postcodes (9 wijken). De gemeente Rijswijk hanteert sinds 2011 een nieuwe indeling in 11 wijken.
Wijkindeling volgens gemeente Rijswijk
In deze gezondheidsmonitor wordt de wijkinde-
(= vergelijking met wijkindeling CBS)
ling van het CBS gebruikt, omdat het helaas niet
Wijk 01: Cromvliet, Leeuwendaal (= wijk 01)
mogelijk is om de wijkcijfers van het CBS om te
Wijk 02: Oud-Rijswijk, Bomenbuurt, Welgelegen,
rekenen naar de wijkindeling die de gemeente
Rembrandtkwartier, Havenkwartier (= wijk 02)
Rijswijk hanteert. Bij de interpretatie van de wijk-
Wijk 03: Hoornwijck, Broekpolder
cijfers kan het belangrijk zijn om rekening te hou-
(= deel van wijk 09)
den met onderstaande verschillen in wijkindeling:
Wijk 04: Julianapark, Huis te Lande, Te Werve (= wijk 03 minus Stationskwartier)
Wijkindeling volgens CBS (op basis van vier
Wijk 05: Plaspoelpolder (= deel van wijk 08)
cijferige postcode)
Wijk 06: Spoorzicht, Kleurenbuurt, Artiestenbuurt,
Wijk 01: Cromvliet, Leeuwendaal (2281)
Stationskwartier (= wijk 04 plus Stationskwartier)
Wijk 02: Oud-Rijswijk, Bomenbuurt, Welgelegen,
Wijk 07: Muziekbuurt, Wilhelminapark (= wijk 07)
Rembrandtkwartier, Havenkwartier (2282)
Wijk 08: Overvoorde, Strijp, Presidentenbuurt,
Wijk 03: Julianapark, Huis te Lande,
Ministerbuurt (= wijk 05)
Stationskwartier, Te Werve (2283)
Wijk 09: Stervoorde, Eikelenburg, Hoekpolder
Wijk 04: Spoorzicht, Kleurenbuurt, Artiestenbuurt
(= wijk 06 minus Sion)
(2284)
Wijk 10: Elsenburg, Pasgeld, Haantje, Sion
Wijk 05: Overvoorde, Strijp, Presidentenbuurt,
(= wijk 08 plus Sion)
Ministerbuurt (2285)
Wijk 11: Kraayenburg, Vrijenban
Wijk 06: Stervoorde, Eikelenburg, Hoekpolder,
(= deel van wijk 09)
Sion (2286)
Relatief veel ouderen in Rijswijk
Als gekeken wordt naar de bevolkingsopbouw per
In figuur 2.1 is te zien dat de leeftijdsgroep 5 t/m
wijk, blijkt dat in de wijken met postcode 2284
24 jarigen iets ondervertegenwoordigd is in Rijswijk,
(Spoorzicht, Kleurenbuurt, Artiestenbuurt) en 2286
terwijl 60-plussers iets oververtegenwoordigd zijn.
(Stervoorde, Eikelenburg, Hoekpolder, Sion) relatief
Dit weerspiegelt zich in een hogere grijze druk (het
veel senioren (65-plussers) wonen en in de wijk met
aantal 65-plussers gedeeld door het aantal 20 t/m
postcode 2281 (Cromvliet, Leeuwendaal) relatief veel
64-jarigen; 39% in Rijswijk versus 29% in Nederland).
jongeren (0 t/m 14 jaar) (figuur 2.2).
De groene druk (het aantal 0 t/m 19-jarigen gedeeld door het aantal 20 t/m 64-jarigen) is juist lager dan in Nederland (32% in Rijswijk versus 38% in Nederland) 4.
4 Zie bijlage II: demografische druk
38
kijk op gezondheid rijswijk
Demografie
2
Figuur 2.1 Percentage inwoners naar leeftijd (in jaren) en geslacht per 1-1-2014, Rijswijk (Bron 4). Mannen in Rijswijk
≥ 95
Vrouwen in Rijswijk
90-94
Mannen in NL
85-89
Vrouwen in NL
80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 12%
9%
6%
3%
0%
3%
6%
9%
12%
Figuur 2.2 Percentage inwoners naar leeftijd (in jaren) en wijk (postcode) per 1-1-2014, Rijswijk (Bron 4). 0 t/m 14 jaar
Rijswijk
15 t/m 24 jaar
Wijk 01 (2281)
25 t/m 44 jaar
Wijk 02 (2282)
45 t/m 64 jaar
Wijk 03 (2283)
65 jaar en ouder
Wijk 04 (2284) Wijk 05 (2285) Wijk 06 (2286) Wijk 07 (2287) Wijk 08 (2288) Wijk 09 (2289) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
39
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Bijna een derde van de inwoners is allochtoon In Rijswijk is 31% van de inwoners allochtoon in vergelijking met 21% in Nederland 5. Het aandeel allochtonen van westerse en niet-westerse herkomst is gemiddeld in Rijswijk ongeveer even groot (respectievelijk 15% en 16%). Met name in de wijken met postcode 2287 (Muziekbuurt, Wilhelminapark), 2284 (Spoorzicht, Kleurenbuurt, Artiestenbuurt) en 2283 (Julianapark, Huis te Lande, Stationskwartier, Te Werve) wonen relatief veel allochtonen (respectievelijk 44%, 37% en 36%). In de wijken met postcode 2288 (Plaspoelpolder, Elsenburg, Pasgeld, Haantje) en 2289 (Hoornwijck, Broekpolder, Kraayenburg, Vrijenban) wonen minder allochtonen (respectievelijk 21% en 24%).
5 Zie bijlage II: etnische herkomst
40
kijk op gezondheid rijswijk
Demografie
2
2.2 Sociaaleconomische status sociaaleconomische status
leeftijd
rijswijk
zhw*
nl
Laag onderwijsniveau (%)
15-74 jr
31%
nb
30%
Hoog onderwijsniveau (%)
15-74 jr
31%
nb
28%
Huishoudens met laag inkomen (%)
-
43%
nb
40%
Huishoudens met hoog inkomen (%)
-
18%
nb
20%
Laaggeletterd (%)
19-64 jr
nb
nb
12%
* nb = niet beschikbaar
Hoogste statusscore in Cromvliet-Leeuwendaal, laagste in Muziekbuurt-Wilhelminapark
2288: Plaspoelpolder, Elsenburg, Pasgeld, Haantje)
De sociaaleconomische status (ses) staat voor de posi-
(2884: Spoorzicht, Kleurenbuurt, Artiestenbuurt;
tie van mensen op de maatschappelijke ladder 6. Het
2887: Muziekbuurt, Wilhelminapark) (figuur 2.3).
Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent elke
In 2010 scoorde postcodegebied 2284 (Spoorzicht,
vier jaar statusscores, die aangeven hoe de sociale
Kleurenbuurt, Artiestenbuurt) gemiddeld. In 2014
status van een 4-positie postcodegebied is in verge-
was dit gedaald naar iets lager dan gemiddeld.
lijking met het gemiddelde in Nederland. In Rijswijk
Postcodegebied 2289 (Hoornwijck, Broekpolder,
komen zowel postcodegebieden voor met een zeer
Kraayenburg, Vrijenban) daalde van een hoge score in
hoge statusscore (2281: Cromvliet en Leeuwendaal;
2010 naar een iets hoger dan gemiddelde score in 2014.
als met een iets lager dan gemiddelde statusscore
Figuur 2.3 Gestandaardiseerde statusscore naar postcodegebied in Rijswijk in 2010 en 2014. Weergegeven is het aantal standaardafwijkingen dat een postcodegebied hoger of lager scoort dan het gemiddelde in Nederland (Bron 6). 2,5
2010
2,0
zeer hoog
2014
1,5 hoog
1,0
iets hoger dan gemiddeld
0,5
gemiddeld
0,0 -0,5
iets lager dan gemiddeld
-1,0
laag
-1,5 -2,0
zeer laag
Hoornwijck, Broekpolder, Kraayenburg, Vrijenban 2289
Plaspoelpolder, Elsenburg, Pasgeld, Haantje 2288
Muziekbuurt, Wilhelminapark 2287
Stervoorde, Eikelenburg, Hoekpolder, Sion 2286
Overvoorde, Strijp, Presidentenbuurt, Ministerbuurt 2285
Spoorzicht, Kleurenbuurt, Artiestenbuurt 2284
Julianapark, Huis te Lande, Stationskwartier, Te Werve 2283
Oud Rijswijk, Bomenbuurt, Welgelegen, Rembrandtkwartier, Havenkwartier 2282
Cromvliet, Leeuwendaal 2281
-2,5
6 Zie bijlage II: sociaaleconomische status
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
41
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Veel hoogopgeleiden maar ook veel huishoudens met een laag inkomen
Van de laaggeletterden in Nederland is bijna 70% van
Bijna een derde (31%) van de inwoners van Rijswijk
sterk oververtegenwoordigd onder allochtonen van
(15 t/m 74-jarigen) is hoogopgeleid, ten opzichte
de eerste generatie; meer dan een derde is laaggelet-
van 28% in Nederland
7.
Nederlandse afkomst. Laaggeletterden zijn echter
Bijna een vijfde van de
terd. Ouderen zijn vaker laaggeletterd dan jongeren:
huishoudens (18%) heeft een hoog inkomen. Dit is
onder ouderen loopt het percentage laaggeletterden
een besteedbaar huishoudinkomen van meer dan
op van 14,1% onder de 45 t/m 54-jarigen tot ruim
47.400 euro. 43% van de huishoudens heeft een
21,5% van de 55-plussers. Mensen die problemen
laag inkomen. Dit betekent dat het besteedbaar
hebben met lezen en schrijven zijn minder vaak actief
huishoudinkomen maximaal 25.200 euro is
8.
In
op de arbeidsmarkt, participeren maatschappelijk
Nederland heeft 20% van de huishoudens een hoog
minder en lopen meer risico op gezondheidsproble-
inkomen en 40% een laag inkomen. Binnen Rijswijk
men dan iemand die geletterd is.
zijn de meeste huishoudens met een laag inkomen te Kleurenbuurt, Artiestenbuurt), 2287 (Muziekbuurt,
Een op de vier Nederlanders bezit weinig computervaardigheden
Wilhelminapark), 2283 (Julianapark, Huis te Lande,
Het huidige kabinet streeft ernaar in 2017 alle over-
Stationskwartier, Te Werve) en 2282 (Oud-Rijswijk,
heidsdiensten digitaal aan te bieden en ook steeds
Bomenbuurt, Welgelegen, Rembrandtkwartier,
meer andere informatie en diensten worden gedigita-
Havenkwartier), respectievelijk 56%, 50%, 49% en
liseerd. Veel mensen hebben echter beperkte (digi-
47%. 21% van de inkomensontvangers in Rijswijk
tale) basisvaardigheden. Hierdoor kunnen zij moeilijk
(15 tot 65 jaar) had in 2013 een uitkering als voor-
meekomen met de digitalisering van deze (overheids)
naamste inkomensbron (Nederland: 21%). Dit percen-
diensten. In Nederland bezit 18% van de 12 t/m
tage was het hoogst in de wijken met postcode 2287
74 jarigen die wel eens een computer gebruikt
(Muziekbuurt, Wilhelminapark), 2286 (Stervoorde,
hebben weinig computervaardigheden en 9% zeer
Eikelenburg, Hoekpolder, Sion) en 2284 (Spoorzicht,
weinig vaardigheden. De computervaardigheden van
Kleurenbuurt, Artiestenbuurt), respectievelijk 29%,
75-plussers blijven hierbij achter; in deze groep heeft
26% en 25%. Dit percentage was het laagst (13%)
83% weinig tot geen computervaardigheden.
vinden in de wijken met postcode 2284 (Spoorzicht,
in de wijk met de postcode 2281 (Cromvliet,
Internetgebruik onder senioren toegenomen
Leeuwendaal).
Bijna zes op de tien (58%) van de 65-plussers uit
Ruim een op de negen Nederlanders is laaggeletterd
Rijswijk gebruikt maandelijks of vaker internet. Dit
Laaggeletterden ervaren grote problemen met lezen
West (60%) en een flinke toename sinds 2008 (45%).
is vergelijkbaar met het gemiddelde in Zuid‑Holland
en schrijven. Nederland kent ongeveer 1,3 miljoen laaggeletterden tussen de 16 en 65 jaar, dit komt neer op 12% van de Nederlandse beroepsbevolking. Dit percentage is in de afgelopen jaren gestegen. In de regio Haaglanden is dit percentage hoger dan gemiddeld in Nederland, namelijk 16.5% 9. Dit valt mede te verklaren doordat laaggeletterden oververtegenwoordigd zijn in de grote steden (in dit geval Den Haag).
7 Zie bijlage II: onderwijsniveau 8 Zie bijlage II: inkomen 9 Bron: Stichting Lezen & Schrijven en ecbo, 2014. Laaggeletterdheid in kaart. www.lezenenschrijven.nl
42
kijk op gezondheid rijswijk
Demografie
2
2.3 Participatie participatie
leeftijd
Werkzame beroepsbevolking (%)
15-74 jr
rijswijk
zhw*
nl*
63%
nb
65%
Werkloze beroepsbevolking (%)
15-74 jr
6%
nb
5%
Niet beroepsbevolking (%)
15-74 jr
31%
nb
30%
Arbeidsongeschiktheidsuitkering (%)
15-64 jr
6%
5%
7%
Volgt geen (bekostigd) onderwijs, werkt niet (%)
15-26 jr
11%
nb
10%
Mantelzorger (%)**
12-18 jr
2%
2%
nb
Mantelzorger (>3 mnd en/of >8 uur/wk) (%)
19-64 jr
15%
13%
12%
65+
12%
13%
13%
19-64 jr
21%
13%
14%
Tamelijk zwaar belast tot overbelast (% van mantelzorgers)
65+
10%
13%
14%
Bekend met Steunpunt Mantelzorg
19–64 jr
57%
50%
nb
(% van mantelzorgers)
65+
66%
58%
nb
Vrijwilliger (%)
12-18 jr
12%
10%
nb
Geen vrijwilliger; heeft belangstelling (%)
19-64 jr
21%
29%
nb
65+
27%
31%
nb
19-64 jr
23%
22%
nb
65+
10%
10%
nb
* nb = niet beschikbaar ** Onder de doelgroep 12 t/m 18-jarigen is niet gevraagd naar de duur van de mantelzorg (in aantal maanden of aantal uren per week).
Een op de achttien Rijswijkers is op zoek naar werk
Een op de negen jongeren volgt geen bekostigd onderwijs en werkt niet
De potentiële beroepsbevolking bestaat uit alle
Onder jongeren (15 t/m 26 jaar) volgt 88% onderwijs
(niet-geïnstitutionaliseerde) inwoners in de leef-
en of werkt, 11% (ongeveer 600 jongeren) volgt geen
tijd van 15 t/m 74 jaar. Van deze groep heeft in
bekostigd onderwijs en werkt niet in vergelijking met
Rijswijk 63% betaald werk in vergelijking met 65% in
10% in Nederland. Van deze groep krijgt een derde
Nederland. Zes procent van de inwoners (ongeveer
(33%) een uitkering sociale zekerheid (o.a. Wajong,
2.000 mensen) heeft geen betaald werk, heeft hier
WW, WWB) en ongeveer tweederde (67%) niet.
wel recent naar gezocht en is daarvoor direct beschik-
zoek naar werk (Nederland: 30%). Van de Rijswijkers
Ruim twintig procent van de volwassen mantelzorgers is zwaar belast, een derde heeft behoefte aan extra hulp
van 15 t/m 64 jaar ontvangt 6% (1.941 mensen) een
Mantelzorgers geven zorg aan een bekende uit hun
arbeidsongeschiktheidsuitkering (Nederland: 7%).
omgeving, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend
baar (Nederland: 5%). De overige 31% van de potentiële beroepsbevolking werkt niet en is niet actief op
of gehandicapt is. Twee procent van de jongeren van 12 t/m 18 jaar uit Rijswijk geeft mantelzorg 10 (ongeveer 60 jongeren). Het percentage jonge mantelzorgers is vergelijkbaar onder 12 t/m 14-jarigen,
10 Zie bijlage II: mantelzorg
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
43
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
2%, 1% en 2%.
18 procent van de senioren heeft niet elke week een sociale activiteit
Van de Rijswijkers van 19 t/m 64 jaar is 15% mantel
Van de senioren van 65 jaar en ouder uit Rijswijk
zorger (ongeveer 4.100 mensen) in vergelijking met
heeft 82% wekelijks een sociale activiteit, zoals
12% in Nederland. 21% van deze mantelzorgers is
een cursus volgen of sporten waarbij ze andere
tamelijk zwaar belast tot overbelast (Nederland:
mensen ontmoeten. Dit is minder dan gemiddeld in
14%). Ruim een derde (34%) van deze mantelzorgers
Zuid‑Holland West (87%). Dit betekent echter ook dat
heeft behoefte aan (extra) hulp en 57% is bekend met
18% (ongeveer 1.800 senioren) minder dan wekelijks
het Steunpunt Mantelzorg.
een sociale activiteit heeft. Het percentage senioren
Van de inwoners van 65 jaar en ouder is 12% mantel
dat wekelijks een sociale activiteit heeft is wel toege-
zorger (ongeveer 1.100 mensen). Tien procent van
nomen sinds 2004 (van 77% naar 82%).
15- en 16-jarigen en 17- en 18-jarigen, respectievelijk
deze mantelzorgers geeft aan tamelijk zwaar belast tot overbelast te zijn in vergelijking met 14% in
Mensen met een beperking participeren minder
Nederland. 21% van de mantelzorgers van 65 jaar
Rijswijkers met een beperking 12 participeren minder
en ouder heeft behoefte aan (extra) hulp en 66%
in de samenleving. Ze hebben minder vaak betaald
van de mantelzorgers is bekend met het
werk en doen minder vaak vrijwilligerswerk (zie
Steunpunt Mantelzorg.
figuur 2.4). Het hebben van een risicovolle schuld en moeite met rondkomen komt in deze groep vaker
Drieëntwintig procent van de volwassenen heeft belangstelling om vrijwilliger te worden
vaker sociaal uitgesloten en hebben ze vaker het
Twaalf procent van de 12 t/m 18-jarige Rijswijkers
gevoel de regie over het eigen leven kwijt te zijn 14, 15.
voor 13. Daarnaast zijn mensen met een beperking
(ongeveer 340 jongeren) is vrijwilliger 11 in vergelijking met 10% in Zuid‑Holland West. Van de volwassen Rijswijkers tot 65 jaar is 21% vrijwilliger. Dit is minder dan gemiddeld in Zuid‑Holland West (29%). Het percentage vrijwilligers onder de 19 t/m 64-jarigen blijft ongeveer gelijk in de loop van de jaren (2005: 22%, 2009: 23%, 2012: 21%). 27% van de senioren van 65 jaar en ouder is vrijwilliger. Ook dit percentage is lager dan in Zuid‑Holland West (31%). Drieëntwintig procent van de 19 t/m 64-jarigen is nog geen vrijwilliger maar heeft belangstelling om vrijwilliger te worden (Zuid‑Holland West: 22%). Van de senioren van 65 jaar en ouder is dat 10% (Zuid‑Holland West: 10%). In totaal zijn er ongeveer 8800 vrijwilligers van 19 jaar en ouder in Rijswijk en ongeveer 7600 mensen die hiervoor belangstelling hebben.
11 Zie bijlage II: vrijwilliger
44
12 Mensen met een beperking in mobiliteit, gehoor, gezichtsvermogen of een beperking in algemene dagelijkse levensverrichtingen zoals wassen en aankleden. Zie bijlage II: beperkingen. 13 Zie bijlage II: schulden 14 Zie bijlage II: sociale uitsluiting 15 Zie bijlage II: regie over eigen leven
kijk op gezondheid rijswijk
Demografie
2
Figuur 2.4 Diverse vormen van participatie bij mensen met en zonder een beperking in Rijswijk (Bron 3).
betaald werk (19-64) vrijwilligerswerk (19+) wekelijks sociale activiteit (65+) niet of matig sociaal uitgesloten (19+) geen moeite met rondkomen (19+) regie over het eigen leven (65+) 0%
25% mensen zonder beperking
50%
75%
100%
mensen met beperking
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
45
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
46
kijk op gezondheid rijswijk
3
3 Gezondheid, ziekte en sterfte 3.1 Ervaren gezondheid ervaren gezondheid
leeftijd
rijswijk
zhw
nl*
Ervaart de eigen gezondheid als (heel) goed (%)
0-11 jr
95%
95%
nb
12-18 jr
89%
89%
nb
Ervaart de eigen gezondheid als (zeer) goed (%)
19-64 jr
78%
82%
81%
65+
61%
62%
61%
* nb = niet beschikbaar
Het grootste deel van de inwoners ervaart de eigen gezondheid als goed
goed tot heel goed. Onder jongeren beoordeelt 89%
In de gezondheidsenquêtes van de GGD wordt aan
leeftijd daalt het percentage mensen dat de eigen
alle doelgroepen gevraagd hoe zij hun eigen gezond-
gezondheid als goed ervaart; van de 85-plussers
heid ervaren
1.
Volgens de ouders van 0 t/m 11-jarige
kinderen is de gezondheid van 95% van de kinderen
de eigen gezondheid als goed. Vooral op hogere
ervaart vier op de tien (40%) de eigen gezondheid als goed (figuur 3.1).
Figuur 3.1 Percentage inwoners in Rijswijk dat de eigen gezondheid als (heel) goed ervaart, naar leeftijd (in jaren). Voor kinderen (0 t/m 11 jaar) is het oordeel van de ouders over de gezondheid van het kind opgenomen (Bron 1, 2 en 3).
100%
80%
60%
40%
20%
0% 0-11
12-18
19-34
35-49
50-64
65-74
75-84
85+
1 Zie bijlage II: ervaren gezondheid
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
47
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
3.2 Fysieke gezondheid en beperkingen fysieke gezondheid en beperkingen
leeftijd
Perifere artrose (aantal)
15+
zhw*
nl*
4.600
41.100
1.263.100
Diabetes mellitus (aantal)
15+
3.000
28.500
880.700
Gehoorstoornissen (aantal)
15+
3.100
27.700
847.300
Beperking in mobiliteit, gezichtsvermogen en/of gehoor (%)
19-64 jr
11%
10%
11%
65+
31%
29%
30%
65+
16%
14%
nb
Beperkingen bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (%) Beperkingen bij het huishouden (%)
65+
48%
45%
nb
Constitutioneel eczeem (aantal)
0-14 jr
220
2.700
85.500
Astma (aantal)
0-14 jr
170
2.300
74.900
Kinderen met een handicap (%)
0-17 jr
1,2%
nb
2,0%
* nb = niet beschikbaar
Artrose, diabetes en gehoorstoornissen meest voorkomende chronische ziekten bij volwassenen Uit landelijke cijfers op basis van zorgregistraties blijkt dat perifere artrose (gewrichtsslijtage van de ledematen), diabetes mellitus (suikerziekte) en gehoorstoornissen (doofheid/slechthorendheid) 2 in 2011 de meest voorkomende chronische aandoeningen waren onder inwoners van 15 jaar en ouder in Nederland. Onder senioren (65+) komen hiernaast ook regelmatig coronaire hartziekten en gezichtsstoornissen voor, terwijl onder de groep 15 t/m 64-jarigen nek- en rugklachten en astma in de top-5 staan. Op basis van deze landelijke cijfers kan, door middel van extrapolatie 3, geschat worden hoe vaak deze aandoeningen voorkomen in Rijswijk in 2014. Naar schatting zijn er in Rijswijk ongeveer 4.600 mensen (15 jaar en ouder) met artrose, 3.000 met diabetes en 3.100 met gehoorstoornissen. Het voorkomen van deze aandoeningen neemt sterk toe met de leeftijd (figuur 3.2).
2 Zie bijlage II: gehoorstoornissen 3 Zie bijlage II: extrapolatie
48
rijswijk
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte
3
Figuur 3.2 Percentage inwoners in Nederland met perifere artrose, diabetes mellitus of gehoorstoornissen, naar leeftijd (in jaren) en geslacht. Op basis van gegevens uit zorgregistraties (Bron 5).
Perifere artrose
60% 50% 40% 30% 20%
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85+
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85+
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85+
25-29
30-34
mannen
20-24
15-19
10-14
5-9
0%
0-4
10%
vrouwen
Diabetes mellitus
60% 50% 40% 30% 20%
mannen
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0%
0-4
10%
vrouwen
Gehoorstoornissen
60% 50% 40% 30% 20%
mannen
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0%
0-4
10%
vrouwen
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
49
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Hoge bloeddruk, gewrichtsslijtage en migraine meest zelf-gerapporteerde aandoeningen bij volwassenen
In Rijswijk gebruiken ruim 2.600 mensen medicijnen voor diabetes
Als aan de inwoners zelf wordt gevraagd of zij lijden
hoe vaak ziekten voorkomen is om te kijken naar
aan een chronische ziekte of aandoening, dan is
medicijngebruik. Op basis van de registratie van
onder volwassenen van 19 t/m 64 jaar migraine of
medicijngebruik door zorgverzekeraars is berekend
ernstige hoofdpijn de meest genoemde aandoening
dat 1.966 inwoners in Rijswijk medicijnen gebruiken
(17%). Bij 65-plussers komen hoge bloeddruk (47%) en
voor diabetes type 2 (ouderdomssuikerziekte). Dit
gewrichtsslijtage (40%) het meeste voor (figuur 3.3).
is 4% van de inwoners (Nederland: 3%). Daarnaast
Diabetes mellitus (suikerziekte)
4,
een belangrijk
Een andere manier om een beeld te krijgen van
gebruiken 669 inwoners (1%) medicijnen voor dia
speerpunt in het landelijke gezondheidsbeleid 5,
betes type 1 (Nederland: 2%) 6.
komt voor bij 3% van de 19 t/m 64-jarigen en 14% van de 65-plussers. In totaal is het aantal mensen (19 jaar en ouder) in Rijswijk dat een van bovenstaande aandoeningen rapporteert ongeveer gelijk aan 5.600 (migraine), 8.800 (hoge bloeddruk), 6.900 (gewrichtsslijtage) en 2.200 (suikerziekte).
Figuur 3.3 De meest voorkomende zelf-gerapporteerde aandoeningen onder volwassenen en senioren in Rijswijk (Bron 3).
50%
19 - 64 jaar 65+
40% 30% 20% 10%
4 Zie bijlage II: diabetes mellitus 5 Bron: Alles is gezondheid. Het Nationaal Programma Preventie 2014 – 2016. Rijksoverheid, 2013.
50
diabetes mellitus
onvrijwillig urineverlies
aandoening van de rug
artrose, gewrichtsslijtage
hoge bloeddruk
aandoening van nek of schouder
artrose, gewrichtsslijtage
aandoening van de rug
hoge bloeddruk
migraine of ernstige hoofdpijn
0%
6 Zie bijlage II: diabetes mellitus
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte Beperkingen in mobiliteit nemen toe met de leeftijd
Eén op de zes senioren is beperkt in algemene dagelijkse levensverrichtingen
11% van de volwassenen (19 t/m 64 jaar) en 31% van
Een op de zes 65-plussers (16%) in Rijswijk heeft een
de senioren (65+) in Rijswijk heeft een beperking in
beperking bij algemene dagelijkse levensverrichtin-
mobiliteit, gezichtsvermogen en/of gehoor
7.
Het
3
gen (ADL) 9. Traplopen (13%) en het zich verplaatsen
gaat er dan bijvoorbeeld om dat zij moeite hebben
buitenshuis (9%) leveren hierbij de meeste problemen
om een gesprek te volgen in een groep, kleine let-
op. Bijna de helft (48%) van de 65-plussers ondervindt
ters in de krant te lezen of een stuk te lopen zonder
een beperking bij het verrichten van huishoudelijke
stil te staan. Het aantal mensen met een beperking
activiteiten (HDL). Vooral reparaties en klusjes in en
loopt op naarmate men ouder wordt (figuur 3.4).
om het huis (31%) en het verrichten van zwaar huis-
Beperkingen in mobiliteit komen het meest voor. In
houdelijk werk (31%) zijn hierbij lastig. In vergelijking
totaal gaat het in Rijswijk om ongeveer 6.200 mensen
met Zuid‑Holland West hebben senioren in Rijswijk
die beperkingen ervaren (respectievelijk 4.700, 1.800
iets vaker beperkingen in HDL. In totaal hebben in
en 2.000 mensen met een beperking in mobiliteit,
Rijswijk ongeveer 1.600 senioren beperkingen bij ADL
gezichtsvermogen of gehoor) 8.
en 4.700 bij HDL.
Figuur 3.4 Percentage inwoners in Rijswijk met een functionele beperking, naar soort beperking en leeftijd (in jaren) (Bron 3).
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
19-34 mobiliteit
35-49 gezichtsvermogen
50-64
65-74
75-84
85+
gehoor
7 Zie bijlage II: beperkingen 8 Eén persoon kan beperkt zijn op meerdere gebieden tegelijk
9 Zie bijlage II: beperkingen
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
51
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Eczeem en astma meest voorkomende chronische ziekten bij de jeugd Als in de zorgregistraties wordt gekeken welke aan-
Eczeem en astma zijn ook de meest voor komende zelf-gerapporteerde aandoeningen onder de jeugd
doeningen het meeste voorkomen bij de jeugd, dan
Als aan de ouders van kinderen (0 t/m 11 jaar) wordt
zijn dit eczeem en astma. In 2014 waren er in Rijswijk
gevraagd welke aandoeningen hun kind heeft, wordt
ongeveer 220 jeugdigen (0 t/m 14 jaar) met eczeem en
eczeem het vaakst genoemd (20%), gevolgd door
170 met astma (extrapolatie van landelijke cijfers) 10.
astma of bronchitis (11%). Het percentage kinderen
Terwijl eczeem vooral voorkomt onder jongeren, komt
met eczeem en astma is niet significant veranderd
astma ook op oudere leeftijd voor (figuur 3.5).
ten opzichte van 2006 (respectievelijk 15% en 9%) 11.
Figuur 3.5 Percentage inwoners in Nederland met constitutioneel eczeem of astma, naar leeftijd (in jaren) en geslacht. Op basis van gegevens uit zorgregistraties (Bron 5).
Constitutioneel eczeem
7% 6% 5% 4% 3% 2%
65-69
70-74
75-79
80-84
85+
65-69
70-74
75-79
80-84
85+
50-54 50-54
60-64
45-49 45-49
60-64
40-44 40-44
55-59
35-39 35-39
55-59
30-34
25-29
30-34
mannen
20-24
15-19
10-14
5-9
0%
0-4
1%
vrouwen
Astma
7% 6% 5% 4% 3% 2%
mannen
10 Zie bijlage II: extrapolatie
52
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0%
0-4
1%
vrouwen
11 Zie bijlage II: statistische significantie
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte
(11%) en astma (10%) ook migraine of ernstige hoofd-
1,2% van de kinderen in Rijswijk heeft een handicap
pijn (12%) als veel voorkomende aandoening (figuur
Onder kinderen van 0 t/m 17 jaar in Rijswijk heeft
3.6). Het percentage jongeren met eczeem is afge-
1,2% (ongeveer 90 kinderen) een handicap waarvoor
nomen ten opzichte van 2005 (23%), het percentage
zij zorg of voorzieningen gebruiken, ten opzichte van
met astma of migraine is vergelijkbaar gebleven.
2,0% van de kinderen in Nederland. Een verstande-
In totaal hebben, op basis van zelfrapportage, onge-
lijke handicap komt het meeste voor (0,7%), gevolgd
veer 1.300 jeugdigen (0 t/m 18 jaar) in Rijswijk last
door een lichamelijke handicap (0,4%) of een zintuig-
van eczeem, 820 last van astma en 390 van migraine.
lijke handicap (0,2%).
Jongeren (12 t/m 18 jaar) noemen naast eczeem
3
Figuur 3.6 De meest voorkomende zelf-gerapporteerde aandoeningen onder kinderen en jongeren in Rijswijk (Bron 1 en 2).
20%
0-11 jarigen 12-18 jarigen
15%
10%
5%
migraine of ernstige hoofdpijn
astma of bronchitis
eczeem
buikklachten >3 maanden
astma of bronchitis
eczeem
0%
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
53
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Grootste ziektelast door psychische stoornissen, hart- en vaatziekten en kanker
De ziektelast, uitgedrukt in DALY’s (‘Disability-
In het voorgaande is steeds ingegaan op de preva-
jaren dat een populatie verliest door ziekten 13. In
lentie van verschillende ziekten, ofwel hoe vaak een
Nederland staan coronaire hartziekten, diabetes
ziekte in de bevolking voorkomt
12.
Dit geeft echter
Adjusted Life-Years’), is het aantal gezonde levens-
mellitus en beroerte in de top-3 van ziekten die
geen inzicht in de ernst ervan, zoals de invloed die
de meeste ziektelast veroorzaken (tabel 3.1). Als
een ziekte heeft op de hoeveelheid jaren die geleefd
gekeken wordt naar clusters van ziekten, zijn psychi-
worden in (on)gezondheid of het aantal levensjaren
sche stoornissen, hart- en vaatziekten en kanker de
dat verloren gaat als gevolg van een ziekte.
veroorzakers van de meeste ziektelast 14.
Tabel 3.1 Top tien van de ziekten met de grootste ziektelast in DALY’s in Nederland in 2011 15. rangorde
mannen + vrouwen
mannen
vrouwen
1
Coronaire hartziekten
Coronaire hartziekten
Angststoornissen
2
Diabetes mellitus
Diabetes mellitus
Coronaire hartziekten
3
Beroerte
Longkanker
Stemmingsstoornissen
4
Angststoornissen
Beroerte
Beroerte
5
COPD
COPD
Diabetes mellitus
6
Longkanker
Angststoornissen
Nek- en rugklachten
7
Stemmingsstoornissen
Nek- en rugklachten
Borstkanker
8
Nek- en rugklachten
Stemmingsstoornissen
COPD
9
Privé-ongevallen
Suïcide(poging)
Perifere artrose
10
Perifere artrose
Gehoorstoornissen
Dementie
12 Zie bijlage II: prevalentie
54
13 Zie bijlage II: ziektelast 14 Delen van de tekst zijn overgenomen uit: Ziektelast in DALY’s (2014, 23 juni). In: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. 15 Overgenomen uit: Gommer AM (2014, 14 februari). Welke ziekten veroorzaken de grootste ziektelast (in DALY’s)? en Poos MJJC (2014, 5 juni). Ziektelast in DALY’s: Welke verschillen zijn er tussen mannen en vrouwen? In: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte
3
3.3 Psychische gezondheid psychische gezondheid Matig-hoog risico op angststoornis of depressie (%)
leeftijd
rijswijk
zhw
nl*
19-64 jr
39%
37%
40%
65+
41%
39%
38%
Angststoornissen (aantal)
15+
340
3.700
115.300
Stemmingsstoornissen (aantal)
15+
920
9.700
299.500
Dementie (aantal)
15+
250
1.900
56.000
Aandachtstoornissen (ADHD) (aantal)
0-14 jr
130
1.700
54.700
Verhoogde score voor psychosociale problematiek (%)
5-11 jr
7%
10%
nb
12-18 jr
3%
3%
nb
Gepest in afgelopen 3 maanden (%)
5-11 jr
40%
38%
nb
12-18 jr
17%
19%
nb
Suïcidale gedachten in afgelopen 12 maanden (%)
12-18 jr
16%
12%
nb
Suïcide poging in afgelopen 12 maanden (%)
12-18 jr
2%
1%
nb
* nb = niet beschikbaar
Vier op de tien mensen heeft een verhoogd risico op een angststoornis of depressie
Onder Rijswijkers van 19 t/m 64 jaar gebruikt
In het Gezondheidsonderzoek 2012 is het risico
Zuid‑Holland West (6%).
8% antidepressiva. Dit is vergelijkbaar met
op een angststoornis of depressie vastgesteld met behulp van de Kessler Psychological Distress Scale, een serie van tien vragen 16. Hieruit blijkt dat 39% van de 19 t/m 64-jarigen en 41% van de 65-plussers in Rijswijk een verhoogd risico heeft op een angststoornis of depressie. Dit is vergelijkbaar met Zuid‑Holland West (respectievelijk 37% en 39%). In totaal gaat het in Rijswijk om naar schatting om 15.100 volwassenen (19 jaar en ouder). In vergelijking met 2009 is bij 19 t/m 64-jarigen het percentage met een verhoogd risico op een angststoornis of depressie wel veranderd (2009: 45%, 2012: 39%), maar dit verschil is statistisch niet significant. Bij 65-plussers is dit eveneens niet statistisch significant veranderd (2008: 44%, 2012: 41%). Een verhoogd risico op een angststoornis of depressie komt in alle leeftijdsgroepen vaker voor onder vrouwen dan onder mannen (figuur 3.7).
16 Zie bijlage II: psychosociale gezondheid
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
55
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Figuur 3.7 Percentage inwoners met een matig tot hoog risico op een angststoornis of depressie, naar leeftijd (in jaren) en geslacht in Zuid‑Holland West*. Op basis van vragenlijstonderzoek. (Bron 3). 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 19-34 mannen
35-49
50-64
65-74
75-84
85+
vrouwen
* In verband met de kleine aantallen per subgroep worden de gegevens in deze figuur niet gepresenteerd op gemeenteniveau maar voor de gehele regio Zuid‑Holland West.
Angst- en stemmingsstoornissen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen
Sterke stijging van het aantal patiënten met dementie vanaf 65-jarige leeftijd
Op basis van landelijke cijfers uit huisartsenregis-
Naar schatting komt in Rijswijk bij ongeveer 250
traties kan geschat worden hoeveel mensen een
mensen dementie voor 19. Dit zijn vrijwel allemaal
diagnose hebben voor een angst- of stemmings-
mensen van 65 jaar en ouder. Het voorkomen van
stoornis 17, 18. Hieruit blijkt dat in Rijswijk ongeveer
dementie neemt sterk toe met de leeftijd (zie figuur
340 mensen van 15 jaar en ouder lijden aan een
3.8). Mogelijk is ook hier sprake van een onderschat-
angststoornis en 920 aan een stemmingsstoornis,
ting, omdat gebruik gemaakt wordt van gegevens
waaronder depressie. Een diagnose voor een angst- of
uit zorgregistraties.
stemmingsstoornis komt ongeveer twee keer zo vaak voor onder vrouwen als onder mannen. Het aandeel mensen met een angst- of stemmingsstoornis is veel lager wanneer gekeken wordt in zorgregistraties (1 à 2%) dan wanneer gekeken wordt naar epidemiologische onderzoeken met behulp van een vragenlijst (rond 40%), zoals beschreven in de vorige alinea. Voor een toelichting, zie bijlage II: Angst- en stemmingsstoornissen.
17 Zie bijlage II: extrapolatie 18 Zie bijlage II: angst- en stemmingsstoornissen
56
19 Zie bijlage II: extrapolatie
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte
3
Figuur 3.8 Percentage inwoners in Nederland met dementie, naar leeftijd (in jaren) en geslacht. Op basis van gegevens uit zorgregistraties (Bron 5).
Dementie
7% 6% 5% 4% 3% 2%
mannen
85+
80-84
75-79
70-74
65-69
60-64
55-59
50-54
45-49
40-44
35-39
30-34
25-29
20-24
15-19
10-14
5-9
0%
0-4
1%
vrouwen
Een op de vijftig jeugdigen is in zorg voor een aandachtstoornis
Dit betekent dat bij hen vrijwel zeker sprake is van
In Nederland volgt ongeveer 2% van de jeugd
lijkbaar met Zuid‑Holland West en niet veranderd in
(0 t/m 14 jaar) een zorgtraject in de Geestelijke
de periode 2006-2010. Jongens (9%) hebben iets vaker
Gezondheidszorg (GGZ) in verband met een aan-
een verhoogde score dan meisjes (5%). Er zijn geen
dachtstoornis, zoals ADHD. Dit komt vaker voor bij
grote verschillen tussen kinderen van 5 t/m 7 jaar
jongens (3%) dan bij meisjes (1%). Als de landelijke
(6%) en kinderen van 8 t/m 11 jaar (8%).
cijfers worden geëxtrapoleerd naar de situatie in
Onder 12 t/m 18-jarigen heeft 3% een verhoogde
Rijswijk, gaat het om ongeveer 130 jeugdigen 20.
score (ongeveer 100 jongeren), dit is vergelijkbaar
psychosociale problematiek. Dit percentage is verge-
met Zuid‑Holland West. Als aan de ouders van kinderen (0 t/m 11 jaar) in geeft 2% aan dat dit het geval is (ongeveer 90 kinde-
Vier op de tien basisschoolleerlingen wordt wel eens gepest
ren). Dit is evenveel als in Zuid‑Holland West. Onder
Vier op de tien kinderen (40%) van 5 t/m 11 jaar is in
jongeren van 12 t/m 18 jaar geeft 3% zelf aan ADHD
de afgelopen drie maanden volgens de ouders wel
te hebben (ongeveer 90 jongeren). Ook dit is verge-
eens gepest (ongeveer 1.100 kinderen). Van de 12
lijkbaar met Zuid‑Holland West (4%).
t/m 18-jarigen geeft 17% aan gepest te zijn (onge-
Rijswijk gevraagd wordt of hun kind ADHD heeft,
veer 490 jongeren). Pesten lijkt het meeste voor te
Psychosociale problematiek komt voor bij zeven procent van de kinderen
komen onder kinderen in de leeftijd van 8 t/m 11 jaar (figuur 3.9).
Van de 5 t/m 11-jarige kinderen in Rijswijk heeft 7% (ongeveer 200 kinderen) een verhoogde score op de SDQ, een korte vragenlijst voor de signalering van psychosociale problematiek bij jeugdigen 21.
20 Zie bijlage II: extrapolatie 21 Zie bijlage II: psychosociale gezondheid
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
57
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Figuur 3.9 Gepest worden in de afgelopen drie maanden in Rijswijk, naar leeftijdsgroep (in jaren). Kinderen 5 t/m 11 jaar: gevraagd aan de ouders, jongeren 12 t/m 18 jaar: gevraagd aan het kind zelf (Bron 1 en 2). 50%
40%
30%
20%
10%
0%
5-7
8-11
12-14
15-16
17-18
Suïcidale gedachten komen op tienerleeftijd veel voor; suïcide pogingen veel minder
met suïcidale gedachten is het hoogst in de oudere
Bijna één op de zes 12 t/m 18-jarigen in Rijswijk
dan bij jongens (figuur 3.10). Tot een suïcide poging
geeft aan wel eens suïcidale gedachten te hebben
komt het bij 2% van de jongeren in Rijswijk.
leeftijdsgroepen en bij meisjes komt dit vaker voor
(16%, ongeveer 450 jongeren). Het aantal jongeren
Figuur 3.10 Percentage jongeren met suïcidale gedachten in het afgelopen jaar, naar leeftijd (in jaren) en geslacht in Zuid‑Holland West* (Bron 2). 20%
16%
12%
8%
4%
0%
12-14 jongens
15-16
17-18
meisjes
* In verband met de kleine aantallen per subgroep worden de gegevens in deze figuur niet gepresenteerd op gemeenteniveau maar voor de gehele regio Zuid‑Holland West.
58
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte
3
3.4 Sociale gezondheid en sociale kwetsbaarheid sociale gezondheid
leeftijd
Enigszins tot sterk sociaal uitgesloten (%)**
19-64 jr 65+
12%
11%
8%
Matig tot zeer ernstig eenzaam (%)
19-64 jr
44%
34%
37%
65+
47%
44%
45%
Kwetsbare senior (%)
65+
21%
18%
nb
Huishoudens met inkomen onder 110% van het sociaal minimum (%)
-
11%
nb
12%
Kind in een gezin met inkomen onder 110% van het sociaal minimum (%)
0-17 jr
14%
nb
10%
Enige tot grote moeite met rondkomen (%)
19-64 jr
24%
23%
25%
65+
14%
14%
14%
Huishoudens met sociale regeling in 2 of meer clusters (%)
-
25%
22%
27%
2,3%
nb
0,9%
Gemeld i.v.m. kindermishandeling (%)
0-17 jr
Hulpvragers verslavingszorg (aantal per 10.000 inwoners)
0+
Tienermoeder (%)
15-19 jr, v***
Kind in een eenoudergezin (%)
rijswijk
zhw*
nl*
17%
15%
10%
35
29
38
0,4%
0,5%
0,5%
0-24 jr
22%
15%
14%
Achterstandsleerling (%)
4-12 jr
13%
nb
12%
Voortijdig schoolverlater (%)
12-22 jr
2%
2%
nb
* nb = niet beschikbaar ** Methodologische toelichting bij vraagstelling Sociale Uitsluiting Gezondheidsenquête, Addi van Bergen en Annelies van Loon. Academische werkplaats OGGZ G4-USER, Amsterdam, 2013" *** v=vrouwen
Mate van sociale uitsluiting in Rijswijk vergelijkbaar met de regio
Ruim vier op de tien volwassenen en bijna de helft van de senioren is eenzaam
Van sociale uitsluiting is sprake als mensen niet
Ruim vier op de tien (44%) van de 19 t/m 64-jarigen
volledig deel kunnen nemen aan het maatschappe-
en bijna de helft (47%) van de 65-plussers in Rijswijk
lijk leven. Daarbij gaat het om deelname op zowel
is matig tot zeer ernstig eenzaam 23. Onder 19 t/m
sociaal, politiek, cultureel als economisch gebied 22.
64-jarigen is dit hoger dan gemiddeld in de regio
17% van de 19 t/m 64-jarigen en 12% van de 65-plus-
Zuid‑Holland West (34%), onder 65-plussers vergelijk-
sers in Rijswijk is enigszins tot sterk sociaal uitge-
baar (Zuid‑Holland West: 44%).
sloten. Deze percentages zijn vergelijkbaar met het
Het voorkomen van eenzaamheid is bij 19 t/m
gemiddelde in de regio Zuid‑Holland West. Naar
64-jarigen sinds eerdere onderzoeken niet significant
schatting gaat het in Rijswijk om ongeveer 6.100 per-
toegenomen (41% in 2005, 38% in 2009, 44% in 2012),
sonen. Mensen die sociaal uitgesloten zijn, zijn vaker
maar bij 65-plussers is dit percentage in vergelijking
van niet-westerse herkomst, zijn vaker laag opgeleid
met 2004 wel toegenomen (39% in 2004, 49% in 2008,
en hebben vaker geen betaald werk.
47% in 2012). Alhoewel het percentage eenzamen toeneemt met de leeftijd (42% bij 19 t/m 34-jarigen tot 65% bij 85-plussers), zijn er in absolute aantallen vooral veel mensen jonger dan 65 jaar eenzaam (figuur 3.11). Van de eenzamen in Rijswijk is zeven op de tien jonger dan 65 jaar. In totaal telt Rijswijk naar schatting 17.100 eenzamen van 19 jaar en ouder.
22 Zie bijlage II: sociale uitsluiting
23 Zie bijlage II: eenzaamheid
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
59
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Figuur 3.11 Aantal eenzamen in Rijswijk, naar ernst van de eenzaamheid en leeftijd (in jaren) (Bron 3).
5.000
zeer ernstig eenzaam ernstig eenzaam matig eenzaam
4.000
3.000
2.000
1.000
0
19-34
35-49
50-64
65-74
75-84
85+
Een op de veertien mensen oordeelt negatief over homoseksualiteit
Naar schatting gaat het in Rijswijk om 2.600 huis
Van de inwoners in Rijswijk oordeelt 7% negatief
het wettelijk bestaansminimum; de hoogte ervan
over homoseksualiteit
24.
Dit is vergelijkbaar met
Zuid‑Holland West. Bij 19 t/m 64-jarigen is dit percen-
houdens en 1.000 kinderen. Het sociaal minimum is is afhankelijk van de samenstelling van het huishouden 27.
tage ongeveer even hoog als bij 65-plussers (respectievelijk 7% en 8%).
Bijna een kwart van de 19 t/m 64-jarigen heeft moeite met rondkomen
Ruim twee op de tien senioren in Rijswijk is kwetsbaar
Van de 19 t/m 64-jarigen heeft 24% moeite met rond-
Van de 65-plussers in Rijswijk is 21% kwetsbaar op
met de regio Zuid‑Holland West (23%). Sinds 2005 is
lichamelijk, psychisch of sociaal gebied 25. Dit is
het percentage dat moeite heeft met rondkomen niet
hoger dan gemiddeld in de regio Zuid‑Holland West
(statistisch significant) veranderd (2005: 28%, 2009:
(18%). Naar schatting gaat het in Rijswijk om onge-
20%, 2012: 24%). Eén op de acht 19 t/m 64-jarigen
veer 2.000 senioren. Ruim één op de vier senioren
(13%) heeft een risicovolle schuld 28. Dit percentage
(27%, ongeveer 2.700 senioren) heeft een verhoogd
is vergelijkbaar gebleven met 2005 (13%) en 2009
valrisico
26.
In de twaalf maanden voor het onderzoek
is 26% van de senioren gevallen.
komen van het huishoudinkomen. Dit is vergelijkbaar
(11%). Onder senioren heeft 14% van de inwoners moeite om rond te komen, ook in deze groep is het percentage niet (statistisch significant) veranderd
60
Ruim een op de tien huishoudens heeft inkomen onder 110% van het sociaal minimum
sinds eerder onderzoek (2008: 11%). In totaal hebben
Ruim een op de tien huishoudens (11%) in Rijswijk
en ouder moeite met rondkomen en 3.800 inwoners
heeft een inkomen dat lager ligt dan 110% van het
van 19 t/m 64 jaar een risicovolle schuld.
sociaal minimum. Van de minderjarige kinderen in
In 2012 werden 26 inwoners in Rijswijk toegelaten tot
Rijswijk leeft 14% in zo’n huishouden.
de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen 29.
24 Zie bijlage II: sociale acceptatie van homoseksualiteit 25 Zie bijlage II: kwetsbaarheid 26 Zie bijlage II: valrisico
27 Zie bijlage II: inkomen 28 Zie bijlage II: schulden 29 Zie bijlage II: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
in Rijswijk naar schatting 8.300 inwoners van 19 jaar
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte Daarnaast werd bij 28 personen de schuldsanering
Binnen Rijswijk is het percentage huishoudens dat
beëindigd, in bijna vier van de vijf gevallen omdat de
gebruik maakt van één of meer sociale regelingen
schuld was opgelost. In de andere gevallen was de
relatief hoog in de wijken met postcode 2286
schuld niet opgelost of was faillissement aangevraagd.
(Stervoorde, Eikelenburg, Hoekpolder, Sion), 2285
3
(Overvoorde, Strijp, Presidentenbuurt, Ministerbuurt)
Stapeling van sociale regelingen bij bijna één op de vier huishoudens
en 2287 (Muziekbuurt, Wilhelminapark), respec-
Van de huishoudens in Rijswijk maakt 55% gebruik
2285 komt stapeling van regelingen in twee of meer
van één of meer sociale regelingen (figuur 3.12) 30.
clusters relatief veel voor (29% van de huishoudens
Landelijk is dit 56%. De sociale regelingen zijn in te
ten opzichte van 25% gemiddeld in Rijswijk). Vooral
delen in vijf clusters: welzijn & zorg (bijvoorbeeld
de combinatie van een regeling in de clusters inko-
Wmo huishoudelijke verzorging), arbeidsparticipatie
mensondersteuning en welzijn & zorg komt in deze
(bijvoorbeeld WAO, WW), onderwijs (bijvoorbeeld
wijk relatief veel voor.
tievelijk 64%, 60% en 60%. In de wijk met postcode
speciaal onderwijs), inkomensondersteuning (bijvoorbeeld bijzondere bijstand) en jeugdzorg (bijvoorbeeld ambulante jeugdzorg). Bij een op de vier huishoudens (25%) is sprake van stapeling van regelingen; zij gebruiken regelingen uit twee of meer verschillende clusters. Meestal is dit een combinatie van regelingen op het gebied van inkomensondersteuning en arbeidsparticipatie en/of welzijn & zorg. In totaal gaat het hier om ongeveer 6.195 huishoudens in Rijswijk.
Figuur 3.12 Aantal en percentage huishoudens dat gebruik maakt van sociale regelingen in Rijswijk, in één of meer clusters (I = inkomensondersteuning, A = arbeidsparticipatie, WZ = welzijn en zorg (Bron 9)). Overig 1.965 I & A & WZ 495
Geen regelingen
7,9% 2,0%
I & WZ 2.020
Regeling(en) in 1 cluster
8,1% I & A 1.715
Overig 1.195
Regeling(en) in 2 of meer clusters 6,9% 44,7%
4,8%
Geen regelingen 11.090
6,1% A 1.525 19,3%
I 4.795
30 Zie bijlage II: inkomen
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
61
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Meeste meldingen bij Meldpunt Bezorgd vanwege psychiatrische problematiek
het Steunpunt onder andere ook voorlichting aan professionals en het publiek.
Instanties of burgers die zich zorgen maken over mensen in hun omgeving die zelf geen hulp vragen,
Per 1 januari 2015 zijn de Steunpunten Huiselijk
kunnen hiervan melding doen bij het Meldpunt
Geweld en het Advies-en Meldpunt Kindermishandeling
Bezorgd van de GGD. Het kan bijvoorbeeld gaan om
in de regio Haaglanden 32 samen verder gegaan als
problemen als verslaving, vervuiling, verwaarlozing
Veilig Thuis. Op deze manier komt er meer samenhang
en eenzaamheid.
en samenwerking in de aanpak van huiselijk geweld
In 2013 zijn 118 meldingen over inwoners van Rijswijk
en kindermishandeling in de regio.
in behandeling genomen bij het Meldpunt. De huurders (33%), hulpverlening (20%) en politie (20%).
2,3% van de kinderen in Rijswijk wordt gemeld vanwege kindermishandeling
De problematiek waarover gemeld werd betrof vaak
Het percentage 0 t/m 17-jarige kinderen dat in 2012
bezorgdheid om psychiatrie (45%), bezorgdheid om
wegens kindermishandeling gemeld werd bij het
psychosociale problematiek (25%) en bezorgdheid
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
om kinderen (17%).
bedraagt 2,3%. Naar schatting gaat het om ongeveer
meeste meldingen werden gedaan door woningver-
180 kinderen. Landelijk is dit percentage 0,9%. Het is
9% van de volwassenen en 6% van de senioren was ooit slachtoffer van huiselijk geweld
onbekend of het iets hogere percentage meldingen
In Rijswijk geeft 9% van de volwassenen (19 t/m 64
kinderen worden mishandeld, of dat in Rijswijk bij
jaar) en 6% van de senioren (65+) aan ooit slachtoffer
een (vermoeden van) mishandeling vaker een mel-
geweest te zijn van huiselijk geweld 31. Het gaat in
ding wordt gedaan bij het AMK.
in Rijswijk veroorzaakt wordt doordat er relatief veel
totaal om ongeveer 3.100 personen van 19 jaar en ouder. Sinds 2008 is het percentage senioren (65+)
Bijna 170 hulpvragers in verslavingszorg
dat aangeeft slachtoffer geweest te zijn van huiselijk
In 2013 hebben 168 Rijswijkers hulp gevraagd bij de
geweld toegenomen van 3% naar 6% in 2012. Onder
verslavingszorg. Het gaat om 35 per 10.000 inwo-
19 t/m 64-jarigen is dit percentage vergelijkbaar over
ners. Landelijk ligt het aantal hulpvragen op 38 per
de jaren sinds 2005.
10.000 inwoners, in Zuid‑Holland West op 29 per 10.000 inwoners. De meeste hulpvragen betroffen
Het Steunpunt Huiselijk Geweld richt zich op de
alcohol gerelateerde problematiek (77 hulpvragen).
aanpak en preventie van Huiselijk Geweld. Dit steun-
Hierna volgde problematiek met betrekking tot
punt is bekend bij 56% van de volwassenen en 45%
opiaten, cocaïne en cannabis (respectievelijk 27, 24
van de senioren in Rijswijk. In 2013 werden in Rijswijk
en 20 hulpvragen).
12 adviesvragen en meldingen gedaan door burgers
62
en professionals; ouderenmishandeling werd 6 keer
65 volwassen veelplegers in Rijswijk
gemeld. Naast meldingen door burgers en professio-
In 2013 stonden bij het Korps Landelijke
nals, werden door de politie 91 meldingen naar het
Politiediensten (KLPD) 65 volwassen veelplegers
Steunpunt gestuurd. In de afwikkeling hiervan wer-
(18+) geregistreerd in Rijswijk (zij kregen in het
den 23 huisverboden gecoördineerd. Tot slot werden
gehele criminele verleden meer dan 10 processen-
13 zaken in behandeling genomen waar vermoedens
verbaal) 33. Vijf hiervan waren geregistreerd als zeer
bestonden van eer gerelateerde problematiek. Naast
actieve veelplegers (meer dan tien processen-verbaal
de behandeling van meldingen en adviesvragen geeft
in een periode van vijf jaar). In hetzelfde jaar waren
31 Zie bijlage II: huiselijk geweld.
32 Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag, Steunpunt Huiselijk Geweld regio DWO, Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Haaglanden 33 Zie bijlage II: veelpleger
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte
17 jaar) geregistreerd bij het KLPD (zij kregen
Eén op de acht leerlingen is achterstandsleerling
meer dan vijf processen-verbaal in het gehele
Van de basisschoolleerlingen in Rijswijk is 13% aan-
criminele verleden).
gemerkt als achterstandsleerling, dit zijn ongeveer
3% van de Rijswijkse 12 t/m 21-jarigen kwam in 2012
470 kinderen 38. Landelijk is dit percentage 12%. Een
met een delict voor de rechter. Dit is vergelijkbaar
leerling is een achterstandsleerling als één of beide
met het landelijk gemiddelde (3%).
ouders een laag opleidingsniveau hebben. Scholen
in Rijswijk minder dan 5 jeugdige veelplegers (12 t/m
3
krijgen voor deze leerlingen extra personele en mate-
0,4% van de meisjes is tienermoeder
riële faciliteiten toegekend.
Van de 15 t/m 19-jarige meisjes in Rijswijk is 0,4% dit 0,5% van de 15 t/m 19-jarige meisjes. Op landelijk
2% van de leerlingen verlaat voortijdig het onderwijs
niveau lijkt na een stabilisatie in 2007-2011, in 2012
2% van de 12 t/m 22-jarige leerlingen die in school-
weer een lichte daling te zijn van het percentage
jaar 2012-2013 in Rijswijk stond ingeschreven in het
tienermoeders. In Nederland komt tienerzwanger-
vo/mbo verliet voor het eind van het schooljaar
schap relatief vaak voor bij meisjes die wonen in
zonder startkwalificatie het onderwijs (voortijdig
gemeenten in de ‘Bible belt’ en bij Antilliaanse en
schoolverlater: het onderwijs verlaten zonder een
Arubaanse meisjes 35.
havodiploma, een vwo-diploma of een diploma op
tienermoeder 34 (minder dan 5 meisjes). Landelijk is
mbo 2-niveau) 39. In de regio Zuid‑Holland West is dit
Ruim één op de vijf kinderen woont in een eenoudergezin
ook 2%. Het gaat in Rijswijk om 61 jongeren.
Van de 0 tot 24-jarigen woont 22% in een eenouder-
jongeren van 12 t/m 18 jaar in Rijswijk aan in de
gezin (2.444 kinderen). In totaal zijn er in Rijswijk
afgelopen vier weken weleens gespijbeld te hebben.
1.982 eenouderhuishoudens. In de CBS Jeugdmonitor
Onder 17- en 18-jarigen, westerse allochtone jonge-
wordt gesignaleerd dat in Nederland steeds meer
ren en jongeren op de havo en het vwo wordt meer
kinderen opgroeien in een eenoudergezin (2000:
gespijbeld dan onder 12 t/m 16-jarigen, autochtone
12% van de minderjarige kinderen, 2014: 15%)
In het Jongerenonderzoek 2010 geeft 24% van de
36.
jongeren en jongeren op het vmbo.
Antilliaanse en Surinaamse kinderen wonen relatief vaak in een eenoudergezin. Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin, in de meeste gevallen bij de moeder, zijn over het algemeen kwetsbaarder dan minderjarigen die bij beide ouders wonen. Ze lopen een groter risico om op te groeien in armoede en ze verlaten vaker het onderwijs zonder startkwalificatie 37.
34 35 36 37
Zie bijlage II: tienermoeder Bron: Verwey-Jonkerinstituut. Kinderen in Tel Databoek 2014. Bron: CBS. Landelijke Jeugdmonitor, jaarrapport 2014. Bron: CBS. Steeds meer minderjarigen wonen bij één ouder, persbericht 26 maart 2015
38 Zie bijlage II: achterstandsleerling 39 Zie bijlage II: voortijdig schoolverlater
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
63
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
3.5 Levensverwachting en sterfte levensverwachting en sterfte
leeftijd
rijswijk
zhw*
nl
Levensverwachting bij geboorte (jaren)
0+
80,6
nb
81,0
Sterfte (gemiddeld aantal per jaar)
0+
Sterfte (%)
0+
597
4.204
136.690
1,27%
0,79%
0,82%
Gestandaardiseerde sterfte (SMR)
0+
102
nb
100
Perinatale sterfte (% sterfte binnen 7 dagen na de geboorte)**
0-7 dgn
0,7%
0,8%
0,8%
Zuigelingensterfte (% sterfte in 1e levensjaar)
<1 jr
0,0%
nb
0,3%
Kindersterfte (% sterfte 1 t/m 14-jarigen)
1-14 jr
0,02%
nb
0,01%
* nb = niet beschikbaar ** cluster Leidschendam-Voorburg / Rijswijk / Wassenaar
Gemiddelde levensverwachting in Rijswijk is bijna 81 jaar
Nieuwvormingen en hart- en vaatziekten belangrijkste doodsoorzaken
Over de periode 2009 t/m 2012 is de gemiddelde
De aandoeningen waar de meeste mensen in Rijswijk
levensverwachting bij geboorte in Rijswijk 80,6 jaar
aan overlijden zijn nieuwvormingen 42 (31% van
40.
de sterfgevallen), ziekten van hart en vaatstelsel
Dit is vergelijkbaar met Nederland (81,0 jaar).
Inwoners die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt,
(28%) en ziekten van de ademhalingswegen (11%).
mogen gemiddeld verwachten nog 19,3 jaar te leven
In Nederland wordt respectievelijk 32%, 28% en
(Nederland: 19,6 jaar).
10% van de sterfgevallen door deze aandoeningen veroorzaakt.
Sterfte in Rijswijk vergelijkbaar met Nederland 597 inwoners per jaar in Rijswijk. Dit is 1,27% van het
Een op de vijfentwintig sterfgevallen is te wijten aan een niet-natuurlijke doodsoorzaak
aantal inwoners (Nederland: 0,82%). Als gecorrigeerd
Uit de doodsoorzaken statistieken van het Centraal
wordt voor verschillen in geslachts- en leeftijdsver-
Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat 4% van de
deling tussen Rijswijk en Nederland, door het bere-
sterfgevallen onder inwoners van Rijswijk het gevolg
kenen van de Standardised Mortality Ratio; SMR 41,
is van een niet-natuurlijke doodsoorzaak, zoals een
is de sterfte in Rijswijk (SMR=102) niet statistisch
ongeval, zelfdoding, moord of doodslag en andere
significant hoger dan in Nederland (SMR=100).
uitwendige oorzaken van sterfte.
40 Zie bijlage II: levensverwachting 41 Zie bijlage II: sterfte
42 Onder nieuwvormingen worden zowel goedaardige tumoren als kwaadaardige tumoren (kanker) verstaan.
In de periode 2009 t/m 2012 stierven er gemiddeld
64
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte Bij vermoeden van niet-natuurlijke dood of euthanasie wordt een schouw verricht door de GGD
Minder dan 1% van de kinderen overlijdt voor of binnen een week na de geboorte
Wanneer bij overlijden het vermoeden bestaat
in de Perinatale Registratie Nederland (PRN) en zijn
dat iemand is overleden aan een niet-natuurlijke
beschikbaar per gemeentecluster. Hierbij valt Rijswijk
doodsoorzaak, wordt door de afdeling Forensische
in het cluster Rijswijk / Leidschendam-Voorburg /
Geneeskunde van de GGD een lijkschouw verricht
Wassenaar. In dit cluster was de perinatale sterfte in
om de doodsoorzaak vast te stellen. In de periode
de periode 2010-2013 gemiddeld 0,7% (Nederland:
2011 t/m 2013 werden in de regio Zuid‑Holland West
0,8%). Dit betekent dat ongeveer 1 op de 135 kin-
gemiddeld 143 schouwen per jaar verricht waarbij
deren die in deze periode werden geboren bij de
sprake was van een niet-natuurlijke doodsoorzaak. In
geboorte waren overleden of in de eerste week na de
gemiddeld 15 gevallen per jaar betrof het hierbij een
geboorte overleden 45. In totaal ging het in het clus-
inwoner van Rijswijk 43.
ter Rijswijk / Leidschendam-Voorburg / Wassenaar in
De doodsoorzaak die bij de schouw werd vastgesteld
2010-2013 gemiddeld om 11 kinderen per jaar.
3
Gegevens over perinatale zorg worden geregistreerd
was in de helft van de gevallen (49%) een ongeval en 2% van het aantal schouwen was sprake van moord
1 op de 5000 kinderen overlijdt tussen het eerste en veertiende jaar
of doodslag. In de overige gevallen (16%) ging het om
Volgens de gegevens van Kinderen in Tel overleden
in een derde van de gevallen (34%) een zelfdoding. Bij
andere niet-natuurlijke doodsoorzaken
44.
in 2012 in Rijswijk geen zuigelingen in het eerste
Ook als iemand overlijdt na euthanasie wordt door
levensjaar (Nederland: 0,3%) 46. Onder kinderen in de
een arts van de GGD een schouw verricht. In de
leeftijd van 1 t/m 14 jaar overleed ongeveer 1 op de
periode 2011 t/m 2013 werd gemiddeld 139 keer per
5000 (0,02%). In Nederland was dit 0,01%. In totaal
jaar een schouw verricht bij euthanasie, waarvan
gaat het in Rijswijk om minder dan 5 kinderen.
gemiddeld 19 keer per jaar bij een inwoner van Rijswijk.
43 Het betreft hier alleen die inwoners van Rijswijk die ook in een van de gemeenten van de regio Zuid‑Holland West zijn overleden. Als een inwoner van Rijswijk overleed in een gemeente buiten de regio, werd de schouw uitgevoerd door de GGD in die betreffende regio. De gegevens hiervan zijn dan niet bekend bij GGD Zuid‑Holland West. 44 Vanwege de kleine aantallen schouwen per gemeente worden cijfers over de doodsoorzaken gepresenteerd voor de regio Zuid‑Holland West en niet op gemeente niveau.
45 Zie bijlage II: sterfte 46 Zie bijlage II: sterfte
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
65
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
3.6 Sociaaleconomische gezondheidsverschillen Opleidingsniveau en inkomen hangen samen met gezondheid
Ook in Zuid‑Holland West spelen sociaaleconomische
Sociaaleconomische status (SES) staat voor de positie
is bijvoorbeeld te zien dat mensen met een lagere
van mensen op de maatschappelijke ladder
47.
Veel
gezondheidsverschillen een rol 48. In figuur 3.13 opleiding 49 hun gezondheid als minder goed ervaren
gebruikte indicatoren voor sociaaleconomische status
en vaker last hebben van chronische aandoeningen
zijn het opleidingsniveau en de hoogte van
en beperkingen. Ook hebben zij vaker een verhoogd
het inkomen.
risico op een angststoornis of depressie, zijn zij vaker
Het is al langer bekend dat mensen met een lagere
sociaal uitgesloten en voelen zij zich vaker eenzaam.
sociaaleconomische status (lagere opleiding of lager
Hetzelfde geldt voor mensen met een laag versus een
inkomen) een minder goede gezondheid hebben dan
hoog inkomen 50.
mensen met een hogere sociaaleconomische status. Dit worden ook wel ‘sociaaleconomische gezondheidsverschillen’ (SEGV) genoemd.
Figuur 3.13 Verschillen in gezondheid (19-plussers) naar opleidingsniveau in Zuid‑Holland West (Bron 3).
80%
lo, mavo, lbo havo, vwo, mbo
70%
hbo, wo
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
ervaren gezondheid ‘gaat wel’ tot ‘zeer slecht’
>= 1 chronische aandoening
47 Zie bijlage II: sociaaleconomische status
66
beperking in horen, zien of mobiliteit
matig-hoog risico op angststoornis of depressie
sociaal uitgesloten
matig - (zeer) ernstig eenzaam
48 Bij de beschrijving van sociaaleconomische gezondheidsverschillen en verschillen in gezondheid tussen mensen met een verschillende etniciteit wordt gebruik gemaakt van gegevens op regionaal niveau uit het Kinderenonderzoek 2010, Jongeren onderzoek 2010 en Gezondheidsonderzoek 2012 van GGD Zuid‑Holland West. 49 Zie bijlage II: onderwijsniveau 50 Zie bijlage II: inkomen
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheid, ziekte en sterfte
ouders komt psychosociale problematiek vaker voor
Etnische herkomst speelt ook een rol bij gezondheid
dan onder kinderen met hoogopgeleide ouders (17%
Naast sociaaleconomische status kan ook etnische
versus 8%) 51. Voor jongeren (12 t/m 18 jaar) geldt
herkomst 53 van invloed zijn op de gezondheid. In
hetzelfde (5% versus 2%). Er zijn geen verschillen in
figuur 3.14 is te zien dat in de regio Zuid‑Holland
ervaren gezondheid of het voorkomen van chronische
West vooral allochtonen met een niet-westerse
aandoeningen tussen kinderen of jongeren van laag-
herkomst een minder goede gezondheid hebben dan
en hoogopgeleide ouders.
autochtone inwoners.
Uit landelijke cijfers is bekend dat mensen met een
Jongeren met een niet-westerse herkomst beoordelen
lage opleiding ook een lagere levensverwachting
hun gezondheid vaker als ‘matig tot slecht’ dan
hebben. De levensverwachting is voor laagopgeleiden
jongeren met een Nederlandse herkomst (18% versus
gemiddeld 6 jaar korter dan voor hoogopgeleiden.
9%). Er zijn bij kinderen en jongeren geen verschillen
Voor de levensverwachting in goed ervaren gezond-
naar etnische herkomst in het voorkomen van
heid is dit verschil 19 jaar 52.
chronische aandoeningen of het voorkomen van
Onder kinderen (0 t/m 11 jaar) met laagopgeleide
3
psychosociale problematiek.
Figuur 3.14 Verschillen in gezondheid (19-plussers) naar etnische herkomst in Zuid‑Holland West (Bron 3).
80%
Nederlands overig westers
70%
niet-westers
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
ervaren gezondheid ‘gaat wel’ tot ‘zeer slecht’
>= 1 chronische aandoening
beperking in horen, zien of mobiliteit
51 Hieronder wordt verstaan een verhoogde score op de SDQ. Zie bijlage II: psychosociale gezondheid. 52 Overgenomen uit: Een gezonder Nederland. VTV-2014. Bilthoven: RIVM.
matig-hoog risico op angststoornis of depressie
sociaal uitgesloten
matig - (zeer) ernstig eenzaam
53 Zie bijlage II: etnische herkomst
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
67
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
68
kijk op gezondheid rijswijk
4
4 Leefstijl en fysieke omgeving 4.1 Leefstijlfactoren Figuur 4.1 Ongezonde leefstijlfactoren 1, Rijswijk, Zuid‑Holland West en Nederland naar leeftijd (in jaren) (Bron 1, 2, 3 en 12). rijswijk
zhw
nl*
4-11
55%
54%
nb
12-18
70%
71%
nb
19-64
45%
41%
41%
36%
32%
32%
()
65+ 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
4 jaar, 3mnd (PGO)
11%
11%
nb
groep 7 (BO)
22%
17%
nb
klas 2 (VO)
36%
16%
nb
19-64
46%
43%
46%
54%
58%
59%
2%
1%
nb
65+ 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
()
12-14 15-16
5%
7%
nb
17-18
20%
14%
nb
19-64
23%
24%
26%
65+
15%
13%
13%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
/
12-14
2%
3%
nb
15-16
29%
29%
nb
17-18
50%
55%
nb
19-64
7%
9%
12%
5%
5%
6%
65+ 10%
0%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
12-14
1%
0%
nb
15-16
5%
5%
nb
17-18
10%
9%
nb
19-64
2%
3%
nb
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
* nb = niet beschikbaar
1 Zie bijlage II: leefstijl. N.B. voor lichaamsbeweging zijn de cijfers voor 19 t/m 64-jarigen en 65-plussers recent (december 2014) gecorrigeerd. Dit geeft een verschil van enkele procenten met de eerder gepubliceerde factsheets en de tabellenboeken die voor het Gezondheidsonderzoek 2012 zijn uitgebracht.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
69
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Bijna de helft van de volwassenen en de meerderheid van de jeugd voldoet niet aan de Norm Bewegen
Naar schatting zijn er in Rijswijk ongeveer 3.800 jeugdigen (4 t/m 18 jaar) en 16.200 19-plussers die onvoldoende bewegen.
Ruim de helft van de volwassenen (19 t/m 64 jaar) en twee op de drie senioren (65+) in Rijswijk heeft op ten
Percentage sporters neemt af met de leeftijd
minste vijf dagen per week minimaal een half uur per
Van de jeugdigen in Rijswijk sport tussen de 56%
dag matig intensieve beweging, en voldoet daarmee
en 86% bij een sportvereniging (zie figuur 4.2). Het
aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen
(NNGB 2).
percentage dat buiten school of sportvereniging
45% van de volwassenen en 36% van de senioren
sport (bv voetballen of skaten op straat) is tussen
voldoet niet aan deze norm (zie figuur 4.1). Voor de
de 66% en 93%. Ook bij jongvolwassenen (19 t/m 34
volwassenen wijkt dit niet statistisch significant af
jaar) is het percentage dat minimaal 1 dag in de week
van de cijfers voor de regio en Nederland. Voor de
sport vrij hoog (67%). Daarna neemt het percentage
senioren is het percentage dat niet aan de beweeg-
sporters af met de leeftijd, tot 12% bij 85-plussers.
norm voldoet significant hoger dan gemiddeld in de regio en Nederland. Bij de jeugd is de NNGB strenger; tot en met de leeftijd van 17 jaar wordt één uur per dag matig intensieve beweging beschouwd als gezond. De meerderheid van de jeugd voldoet niet aan deze norm (4 t/m 11-jarigen: 55%, 12 t/m 18-jarigen: 70%). Voor de jeugd komen de cijfers overeen met het gemiddelde in de regio.
Figuur 4.2 Percentage inwoners in Rijswijk dat sport, naar leeftijd (in jaren). Jeugdigen t/m 18 jaar: sporten bij een sportvereniging, volwassenen: minimaal een keer per week sporten (Bron 1, 2 en 3).
100%
kinderen volwassenen
80%
60%
40%
20%
0%
4-7
8-11
12-14
15+16
17+18
19-34
35-49
50-64
2 Zie bijlage II: leefstijl
70
kijk op gezondheid rijswijk
65-74
75-84
85+
Leefstijl en fysieke omgeving Kinderen van 12 jaar en ouder ontbijten minder en eten minder fruit dan jongere kinderen
Een tot bijna vier op de tien kinderen heeft overgewicht
Vrijwel alle kinderen in Rijswijk in de leeftijd 1 t/m
Op kinderleeftijd varieert het percentage overgewicht
11 jaar ontbijten 5 of meer dagen per week (97%). Op
tussen 10% en 36% (zie figuur 4.3) 3. Bij kinderen
12 t/m 18-jarige leeftijd is dit percentage lager: 85%.
van groep 7 van het basisonderwijs en klas 2 van het
Van de 1 t/m 11-jarigen eet een groter deel dagelijks
voortgezet onderwijs lijkt het percentage kinderen
fruit (67%) dan van de 12 t/m 18-jarigen (42%). Ruim
met overgewicht in Rijswijk hoger dan gemiddeld
de helft van de kinderen in Rijswijk eet elke dag
in de regio (niet statistisch getoetst) 4. Dit blijkt uit
groente (0 t/m 11 jaar: 58%, 12 t/m 18 jaar: 58%).
de gegevens die verzameld zijn tijdens het periodiek
In vergelijking met de regio Zuid‑Holland West eten
gezondheidsonderzoek (PGO) in schooljaar 2013-2014
kinderen in Rijswijk vaker dagelijks fruit. Dit geldt
door Jeugdgezondheidszorg Zuid‑Holland West. In
zowel voor de 1 t/m 11-jarigen als voor de 12 t/m
klas 2 van het voortgezet onderwijs is het percentage
18-jarigen, respectievelijk 61% en 36% in Zuid‑Holland
jeugdigen met overgewicht het hoogst (36%). Dit
West. De 1 t/m 11-jarigen in Rijswijk eten ook vaker
hoge percentage overgewicht wordt echter deels
dagelijks groente dan hun leeftijdsgenoten in de
verklaard doordat het overgrote deel van de leerlin-
regio (Zuid‑Holland West: 52%). Voor de 12 t/m
gen op het voortgezet onderwijs in Rijswijk afkomstig
18-jarigen wijkt het percentage dagelijks groente
is uit Den Haag. Haagse kinderen hebben gemiddeld
eten niet statistisch significant af van hun leeftijds
genomen vaker overgewicht dan kinderen in de
genoten in de regio.
omliggende gemeenten. Dit is echter een deel van de
4
verklaring. Ook Rijswijkse kinderen lijken vanaf het basisonderwijs meer overgewicht te hebben dan de andere kinderen in de regio Zuid-Holland West.
Figuur 4.3 Percentage kinderen met overgewicht in Rijswijk en in Zuid‑Holland West (Bron 12).
40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
2 jaar 3 mnd Rijswijk
3 jaar 3 mnd
4 jaar 3 mnd
groep 2 BO
groep 7 BO
klas 2 VO
Zuid-Holland West
3 Zie bijlage II: leefstijl 4 Zie bijlage II: statistische significantie
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
71
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Ongeveer de helft van de volwassenen en senioren heeft overgewicht
Bijna een kwart van de volwassenen rookt
Bijna de helft van de 19 t/m 64-jarige volwassenen
Rijswijk rookt (zie figuur 4.1). Dit percentage geeft
heeft overgewicht (46%) en dit percentage is ver-
zowel de dagelijkse rokers als de niet-dagelijkse
gelijkbaar met de regio Zuid‑Holland West
(43%) 5.
Bijna een kwart (23%) van de 19 t/m 64-jarigen in
rokers weer en is vergelijkbaar met het gemiddelde in
Bij de senioren heeft ruim de helft overgewicht
de regio Zuid‑Holland West (24%). Van de 65-plussers
(54%), maar dit percentage is lager dan in de regio
in Rijswijk rookt 15% en dit is hoger dan gemiddeld
Zuid‑Holland West (58%). In het afgelopen decen-
in de regio Zuid‑Holland West (13%). Naar schatting
nium is het percentage overgewicht voor de 19 t/m
roken in Rijswijk ongeveer 8.200 19-plussers.
64-jarige volwassenen en senioren uit Rijswijk niet
Van de 12 t/m 14-jarigen heeft 12% wel eens gerookt,
significant veranderd. In totaal zijn ongeveer 18.200
van de 15- en 16-jarigen 39% en onder de 17- en
19-plussers in Rijswijk te dik.
18-jarigen heeft 58% wel eens gerookt. 2% van de 12 t/m 14-jarigen, 5% van de 15- en 16-jarigen en
Ondergewicht varieert van 17% op peuterleeftijd tot 3% onder senioren
20% van de 17- en 18-jarigen rookt dagelijks.
Het percentage kinderen met ondergewicht in
was dit 24% en in 2012 23%. Deze daling is echter
Rijswijk varieert van 17% (3-jarigen) tot 7% onder
niet statistisch significant. Onder senioren schommelt
leerlingen in klas 2 van het voortgezet onderwijs 6.
het percentage rokers over de tijd (2004: 13%, 2008:
Ook bij 19 t/m 64-jarigen en 65-plussers komt onder-
11%, 2012: 15%).
gewicht voor (respectievelijk 8% en 3%). Bij 5% van de
Bij 12 t/m 18-jarigen is geen significante verandering
65-plussers is sprake van ondervoeding (laag gewicht
te zien in het percentage dagelijkse rokers (2005:
en recent onbedoeld afgevallen) 7. Dit zijn ongeveer
11%, 2010: 8%).
540 senioren.
In 2010 werd bij een op de veertien kinderen (7%) in
Onder 19 t/m 64-jarigen rookte in 2005 29%, in 2009
huis gerookt waar het kind bij is. Dit is een afname sinds 2006 (13%).
5 Zie bijlage II: leefstijl 6 Zie bijlage II: leeftstijl 7 Zie bijlage II: leefstijl
72
kijk op gezondheid rijswijk
Leefstijl en fysieke omgeving Percentage binge drinkers (jeugd) en zware drinkers (volwassenen en senioren) vergelijkbaar met regio
Cannabisgebruik varieert van 10% onder 17-18 jarigen tot 2% onder 19 t/m 64-jarigen
Onder 19 t/m 64-jarigen in Rijswijk is het percentage
tien 17- en 18-jarigen (10%) in Rijswijk gebruikte can-
dat zwaar alcohol drinkt 7% (Zuid‑Holland West:
nabis (recent gebruik: in de vier weken voorafgaand
9%, Nederland: 12%) (zie figuur 4.1). Iemand drinkt
aan het onderzoek 9) (zie figuur 4.1). In Zuid‑Holland
zwaar alcohol als hij of zij op minimaal één dag in
West was dit respectievelijk 5% en 9%. Bij 19 t/m
de week 6 of meer (mannen) of 4 of meer (vrouwen)
64-jarigen is het percentage recente cannabisgebrui-
glazen per dag drinkt 8. Onder 65-plussers is het
kers 2% (Zuid‑Holland West: 3%). Sinds 2009 is het
percentage zware drinkers 5% (Zuid‑Holland West:
percentage cannabisgebruikers onder 19 t/m 64-jari-
5%, Nederland: 6%) Naar schatting zijn er in Rijswijk
gen niet veranderd.
4
Een op de twintig 15- en 16-jarigen (5%) en een op de
ongeveer 2.600 zware drinkers van 19 jaar en ouder. een op de zeven (15%) recent alcohol gedronken; een
Een op de honderd volwassenen gebruikte recent harddrugs
op de veertien (7%) deed aan binge drinken (meer
Van de 19 t/m 64-jarigen in Rijswijk gebruikte 2%
dan vijf glazen alcohol bij één gelegenheid). Deze
harddrugs (amfetamine, XTC, LSD, cocaïne, heroïne
jongeren voldeden niet aan de norm ‘Geen 16? Geen
of GHB) in de twaalf maanden voor het onderzoek;
druppel’ die gold ten tijde van het onderzoek (2010),
1% deed dit in de laatste vier weken. Het harddrugge-
waarin alcoholgebruik onder de 16 jaar werd afgera-
bruik is het hoogst in de leeftijdsgroep 19 t/m 34-jari-
den. Volgens de huidige norm (NIX18), mogen jonge-
gen en neemt daarna af tot minder dan 1% onder
ren onder de 18 jaar geen alcohol drinken. Van de 12
volwassenen van 35 jaar en ouder. Bij jongeren onder
t/m 17-jarige jongeren die in 2010 zijn onderzocht,
de 18 jaar is het recente gebruik van harddrugs 1%.
Van de 12 t/m 15-jarige jeugd in Rijswijk had ruim
zou een op de drie (33%, ongeveer 810 jongeren) niet ongeveer 450 jongeren) in deze leeftijdsgroep deed
Ruim de helft van de jongeren gebruikt niet altijd een condoom
aan binge drinken. Dit is vergelijkbaar met gemiddeld
Bijna een kwart van de 12 t/m 18-jarigen in
in de regio Zuid‑Holland West.
Rijswijk heeft wel eens geslachtsgemeenschap
In de periode 2005-2010 is het percentage binge
gehad (24%). Dit percentage neemt toe van 3% bij
drinkers onder 12 t/m 18-jarigen niet significant
12 t/m 14-jarigen tot 53% bij 17- en 18-jarigen. Ruim
veranderd (2005: 30%, 2010: 25%). Van de jongeren
de helft van deze groep (53%) gebruikte niet altijd
die weleens alcohol hebben gedronken geeft 58%
een condoom (figuur 4.4). In 2005 was dit 60% van
aan dat zijn of haar ouders dit goed vinden of er niets
de jongeren (niet significant verschillend). Van de
van zeggen. Volgens 34% van de jongeren raden de
12 t/m 18-jarige jongeren in Rijswijk geeft 1% aan
ouders het af, vinden ze dat de jongere minder moet
wel eens een seksueel overdraagbare aandoening
drinken of verbieden ze het.
(soa) te hebben gehad.
aan deze norm voldoen. Bijna een op de vijf (18%,
In 2013 zijn 9 Rijswijkse jongeren met een alcohol vergiftiging behandeld op de Alcoholpoli van Reinier de Graaf.
8 Zie bijlage II: leefstijl
9 Jongerenonderzoek 2010, GGD Zuid‑Holland West
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
73
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Figuur 4.4 Percentage jongeren in Zuid‑Holland West* dat ooit geslachtsgemeenschap heeft gehad, en hierbij wel of niet altijd een condoom heeft gebruikt, naar leeftijd (in jaren) (Bron 2). 60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
12-14 wel altijd
15-16
17-18
niet altijd
* In verband met de kleine aantallen per subgroep worden de gegevens in deze figuur niet gepresenteerd op gemeenteniveau maar voor de gehele regio Zuid‑Holland West.
Een derde van de jeugd heeft wel eens last van het gehoor
80% van de volwassen Rijswijkers is van plan om de eigen gezondheid te verbeteren
Van de 12 t/m 18-jarigen in Rijswijk heeft 29% soms
Van de Rijswijkse volwassenen van 19 t/m 64 jaar is
en 5% vaak of altijd last van het gehoor. Deze per-
80% van plan om de eigen gezondheid te verbeteren.
centages betreffen in Rijswijk respectievelijk 840 en
Van de mensen met overgewicht wil 62% afvallen.
140 jongeren. De meest genoemde klacht is gepiep in
57% wil meer gaan bewegen of sporten en 33% wil
de oren (20% van alle jongeren). De gehoorklachten
gezonder eten. Vier op de tien rokers wil stoppen
worden volgens de 17- en 18-jarigen voornamelijk
met roken (40%). Van de overmatige alcoholdrinkers
veroorzaakt door discotheekbezoek, volgens 12 t/m
wil 44% minder alcohol drinken; bij zware alcohol
14-jarigen vooral door het bezoeken van een school-
drinkers is dit drie op de tien (30%).
of verenigingsfeest 10.
Onder jongeren (12 t/m 18-jarigen) zou 61% iets willen verbeteren aan zijn gezondheid, waarbij minder stress en spanning hebben (19%), het verbeteren van de slaapgewoonten (18%), gezonder eten (16%) en meer bewegen (16%) het meest genoemd worden.
10 Vanwege de kleine aantallen per leeftijdsgroep worden de gegevens over de oorzaak van de gehoorklachten gepresenteerd voor de regio Zuid‑Holland West en niet op gemeenteniveau.
74
kijk op gezondheid rijswijk
Leefstijl en fysieke omgeving
4
4.2 Fysieke omgeving fysieke omgeving
leeftijd
rijswijk
zhw*
nl*
Totale bodemoppervlakte (hectare)
-
1.449
35.217
4.154.041
Bebouwd terrein/verkeer (%)
-
56%
29%
12%
Agrarisch terrein (%)
-
12%
43%
55%
Bos, open natuurlijk terrein, recreatie (%)
-
29%
18%
14%
Water (%)
-
3%
9%
19%
Woningbouw: gestapelde bouw (%)
-
60%
nb
26%
Tevreden over de woning (% cijfer 6 of hoger)
19-64 jr
94%
94%
nb
Tevreden over de woonomgeving (% cijfer 6 of hoger)
19-64 jr
96%
93%
nb
Meldingen over fysieke leefomgeving bij GGD (gemiddeld aantal / 10.000 inwoners, 2011-2014)
-
3,7
2,6
2,7
Schimmel / vochtplekken in woon- of slaapkamer (%)
19-64 jr
9%
8%
nb
Dagelijks roken in huis (%)
19-64 jr
19%
15%
nb
Ernstige geluidhinder in/om huis (%)
19-64 jr
14%
14%
nb
Voldoende groen in de buurt (%)
19-64 jr
76%
68%
nb
Prettig wonen in de buurt (gemiddeld rapportcijfer)
15+
7,5
nb
7,4
* nb = niet beschikbaar
Veel bebouwing en verkeer, weinig agrarisch terrein en water in Rijswijk
Aandeel gestapelde bouw en huurwoningen verschilt sterk tussen wijken
De totale oppervlakte van de gemeente Rijswijk is
In Rijswijk bestaat 60% van de woningvoorraad uit
1.449 hectare. Hiervan bestaat 56% uit bebouwd
gestapelde bouw. 45% van het aantal woningen is
terrein of terrein dat in gebruik is voor verkeersdoel-
een koopwoning en 37% een huurwoning in bezit
einden en 29% uit bos, open natuurlijk terrein en
van een woningcorporatie. 95% van de woningen zijn
recreatieterrein. In vergelijking met Nederland komt
gebouwd voor het jaar 2000.
in Rijswijk veel bebouwd- en verkeersterrein voor.
Het aandeel gestapelde bouw verschilt sterk tussen
Ook bos, open natuurlijk terrein en recreatie terrein
de wijken; in de wijk met postcode 2284 (Spoorzicht,
komt vaker voor dan in Nederland. Agrarisch terrein
Kleurenbuurt, Artiestenbuurt) bestaat 90% van
en water komen juist minder voor dan in Nederland.
de woningen uit gestapelde bouw, in de wijken met postcode 2289 (Hoornwijck, Broekpolder, Kraayenburg, Vrijenban) en 2281 (Cromvliet, Leeuwendaal) is dit respectievelijk 32% en 36%. In de wijk met postcode 2286 (Stervoorde, Eikelen burg, Hoekpolder, Sion) is het aandeel huurwoningen in bezit van een woningcorporatie het hoogst (63%) en in de wijken met postcode 2281 (Cromvliet, Leeuwendaal) en 2288 (Plaspoelpolder, Elsenburg, Pasgeld, Haantje) is dit het laagst (0%).
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
75
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Het merendeel van de inwoners geeft een voldoende voor de woning en woonomgeving
Negen procent van de inwoners heeft vocht of schimmel in woon- of slaapkamer
Uit het Gezondheidsonderzoek 2012 van GGD Zuid‑
Factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van het
Holland West blijkt dat onder volwassenen (19 t/m
binnenmilieu komen zowel van buiten als binnen de
64 jaar) in Rijswijk 94% een voldoende rapportcijfer
woning. Zo kan een drukke verkeersweg of industrie
(6 of hoger) geeft voor de eigen woning. 96% geeft
dichtbij huis leiden tot een verminderde lucht
een voldoende voor de woonomgeving. Dit is ver-
kwaliteit en meer hinder door geluid. Ook bronnen
gelijkbaar met het gemiddelde in de regio. Onder
binnenshuis zijn van invloed op het binnenmilieu.
senioren (65+) is 97% tevreden met de eigen woning.
Bijvoorbeeld vocht, schimmel, allergenen, verbrandingsproducten die vrijkomen tijdens het koken
Meeste meldingen bij de afdeling Leefomgeving van de GGD gaan over het binnenmilieu
of stoken, vluchtige organische stoffen, radon en
Een van de taken van de afdeling Leefomgeving van
het binnenmilieu. Voldoende ventileren is van belang
GGD Haaglanden is het behandelen van meldingen
om schadelijke stoffen uit het binnenmilieu goed te
en adviesvragen over de kwaliteit van de fysieke
kunnen afvoeren 11.
leefomgeving, die mogelijk gevolgen hebben voor de
In het Gezondheidsonderzoek 2012 zijn vragen
gezondheid. Deze meldingen komen van burgers en
opgenomen over vocht, schimmel en roken in huis.
instanties (scholen, woningbouwcorporaties, brand-
Hieruit blijkt dat onder de inwoners in Rijswijk 9%
weer, gemeentelijke diensten e.d.) en kunnen zowel
last heeft van vocht of schimmelplekken in de woon-
betrekking hebben op het binnenmilieu als op
kamer of slaapkamer. Bij 19% van de inwoners wordt
het buitenmilieu.
dagelijks binnenshuis gerookt. Dit is meer dan gemid-
In de periode 2011 t/m 2014 werden er in Rijswijk
deld in de regio Zuid‑Holland West (15%).
asbest. Ook roken in huis vermindert de kwaliteit van
gemiddeld 18 meldingen per jaar gedaan, waarvan per 10.000 inwoners (3,7 meldingen/10.000 inwo-
Fijn stof levert met name langs drukke wegen een gezondheidsrisico op
ners) is dit iets meer dan gemiddeld in de regio
Naast factoren in het binnenmilieu zijn, vanuit
Zuid‑Holland West (2,6 meldingen/10.000 inwoners)
gezondheid beschouwd, andere thema’s minstens
en Nederland (2,7 meldingen/10.000 inwoners).
zo belangrijk. De meeste gezondheidswinst in het
Van de meldingen van burgers gaat 89% over het
buitenmilieu is te behalen door verbetering van de
binnenmilieu; hierbij worden diverse onderwerpen
luchtkwaliteit, verminderen van omgevingslawaai en
genoemd, zoals vocht en schimmel, asbest, kool
het creëren van een groene omgeving.
monoxide, ongedierte en warmte.
Door bronmaatregelen en emissiebeperkingen is
11 door burgers. Vertaald naar het aantal meldingen
de luchtkwaliteit in Nederland de laatste tientallen jaren sterk verbeterd. Een knellend probleem is nog altijd fijn stof. De blootstelling hieraan veroorzaakt in ons land nog 3-5% van de totale ziektelast 12.
11 Bron: Jongeneel WP (2014, 23 juni). Binnenmilieu samengevat. In: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. 12 Maas, R. et al., 2015. Luchtkwaliteit en gezondheidswinst. RIVM, april 2015
76
kijk op gezondheid rijswijk
Leefstijl en fysieke omgeving Verbrandingsemissies leveren hieraan een grote
Uit het Gezondheidsonderzoek 2012 blijkt dat een op
bijdrage, met verkeer als belangrijke bron, zeker in
de zeven inwoners van Rijswijk (14%) ernstige geluid-
stedelijke gebieden. Ondanks de verbeterde lucht-
hinder ervaart in of om het huis. Dit is vergelijkbaar
kwaliteit nemen de gezondheidsrisico’s minder snel
met het gemiddelde in de regio (14%). De belangrijk-
af dan gewenst. Inmiddels worden de Europese nor-
ste bronnen voor deze hinder zijn buren (7%),
men voor fijn stof in de regio en ook in de gemeente
brommers en scooters (5%) en wegverkeer (4%).
4
Rijswijk gehaald, maar ook onder deze normen advieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie
Beschikbaarheid openbaar groen gemiddeld in Rijswijk
(WHO) ligt voor fijn stof op ongeveer de helft van de
Meer groen in de woonomgeving heeft een positief
Europese norm.
effect op de ervaren gezondheid en stress-gerela-
Uit studies blijkt dat langdurige blootstelling aan fijn
teerde klachten van buurtbewoners. Ook hangt groen
stof samenhangt met verkorting van de levensduur
in de woonomgeving positief samen met de sociale
met gemiddeld negen maanden. Het deel van fijn
cohesie in de buurt en zijn er aanwijzingen dat in
stof dat het gevolg is van verbrandingsprocessen,
groene gebieden de sterfte lager ligt dan in minder
met name uitlaatgassen, wordt als het meest schade-
groene gebieden 14.
lijk beschouwd (roetdeeltjes). Dit deel van fijn stof is
Wat betreft de beschikbaarheid van openbaar groen
zo fijn dat het bij inademing dieper in de luchtwegen
in de buurt van de woning scoort de gemeente
en longen doordringt. Met name langs drukke wegen
Rijswijk gemiddeld ten opzichte van de omliggende
(meer dan 10.000 motorvoertuigen per etmaal)
gemeenten 15. De gemiddelde hoeveelheid openbaar
leveren de concentraties fijn stof nog gezondheids
groen binnen 500 meter afstand van een woning is in
risico’s op. In Rijswijk zijn dit bijvoorbeeld de auto-
Rijswijk 50 - 75 m2.
snelwegen A4 en A13 en de hoofdwegen Beatrixlaan
Uit het Gezondheidsonderzoek 2012 blijkt dat in
en Haagweg; gevoelige groepen als kinderen, oude-
Rijswijk 76% van de 19 t/m 64-jarige inwoners vindt
ren en mensen met luchtwegaandoeningen hebben
dat er voldoende groen in de buurt is. Dit is meer
hiervan het meeste last.
dan gemiddeld in Zuid‑Holland West (68%). 94% van
zijn er nog aanzienlijke gezondheidseffecten. De
de 19 t/m 64-jarige inwoners geeft een voldoende
Een op de zeven Rijswijkers ervaart ernstige geluidhinder in of om het huis
rapportcijfer voor het groen in de omgeving. Ook dit
Geluidbelasting komt vooral voor rondom drukke
grote deel van de inwoners (94%) vindt het belangrijk
verkeerswegen, zoals in Rijswijk de autosnelwegen
dat er groen in de buurt is (Zuid‑Holland West: 94%).
is meer dan gemiddeld in de regio (87%). Het over-
A4 en A13, de Sir Winston Churchilllaan, maar ook de spoorlijn Den Haag-Delft. De gevolgen van geluidbelasting door wegverkeer variëren van hinder en slaapverstoring tot klinische gezondheidseffecten zoals hart- en vaatziekten. Zo is ongeveer 0,3% van het totaal aantal hartinfarcten dat jaarlijks in Nederland optreedt, gerelateerd aan blootstelling aan geluid van wegverkeer 13.
13 Kempen EEMM van (2014, 5 juni). Geluid samengevat. In: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.
14 Deze tekst is overgenomen uit: Inrichting leefomgeving samengevat (2014, 20 maart). In: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. 15 Zie bijlage II: openbaar groen
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
77
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Leefbaarheid in Rijswijk gemiddeld als ‘positief’ beoordeeld
De wijken met de postcodes 2281 (Cromvliet,
Ook de leefbaarheid van de buurt is van invloed op de
Pasgeld, Haantje) scoren ’zeer positief’ op leefbaar-
gezondheid. De ‘Leefbaarometer’ is een instrument
heid. De andere wijken in Rijswijk scoren positief
dat inzicht biedt in de leefbaarheidssituatie in alle
op leefbaarheid.
Leeuwendaal) en 2288 (Plaspoelpolder, Elsenburg,
wijken en buurten in Nederland. De leefbaarheid van een wijk wordt hierbij gescoord op zes dimen-
Ook in de Veiligheidsmonitor van het CBS 17 komt het
sies: woningvoorraad, publieke ruimte, overlast en
thema Leefbaarheid in de buurt aan de orde. Hieruit
onveiligheid, voorzieningen, bevolkingssamenstelling
blijkt dat inwoners van Rijswijk (15+) gemiddeld een
(sociaal/economisch) en levensopbouw en sociale
rapportcijfer van 7,5 geven voor ‘prettig wonen in de
samenhang van de bevolking 16. Gemiddeld genomen
buurt’. In Nederland is het gemiddelde rapportcijfer
wordt de leefbaarheid in Rijswijk als ‘positief’ geclas-
een 7,4. De scores voor sociale cohesie en fysieke
sificeerd (figuur 4.5). De wijk met de postcode 2287
voorzieningen zijn, op een schaal van 0 t/m 10,
(Muziekbuurt, Wilhelminapark) scoort ‘matig posi-
respectievelijk een 5,9 en 6,4 (Nederland: 6,2 en 6,2).
tief’. Dit wordt vooral veroorzaakt door een lager dan
Het rapportcijfer voor veiligheid is de buurt is een 7,0
gemiddelde score op de dimensies woningvoorraad,
(Nederland: 7,1).
veiligheid en bevolkingssamenstelling. Deze wijk scoort ook iets lager dan gemiddeld op de sociaal economische statusscores van het SCP (figuur 2.3).
Figuur 4.5 Leefbaarheid per wijk in de gemeente Rijswijk (Bron 14).
zeer negatief negatief matig matig positief positief zeer positief uiterst positief
16 Zie bijlage II: Leefbaarometer
78
17 Zie bijlage II: Veiligheidsmonitor
kijk op gezondheid rijswijk
Leefstijl en fysieke omgeving
4
4.3 Sociaaleconomische verschillen in leefstijl en leefomgeving In hoofdstuk 3.6 is beschreven dat er verschillen zijn
inkomen zijn iets vaker te dik dan mensen in de
in gezondheid tussen mensen met een hoge en lage
laagste of hoogste inkomensgroep. Onvoldoende
sociaaleconomische status en tussen mensen met
lichaamsbeweging komt evenveel voor onder vol-
een verschillende etnische herkomst. Naast verschil-
wassenen met een lage als een hoge opleiding. Ook
len in gezondheid, zijn er ook verschillen in deter-
tussen mensen met een laag en hoog inkomen zijn er
minanten van gezondheid. Dit zijn factoren die de
geen grote verschillen. Het percentage mensen dat
gezondheid beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld leefstijl
niet aan sport doet is wel hoger onder mensen met
of omgevingsfactoren. Deze worden in dit hoofdstuk
een lage opleiding of laag inkomen.
beschreven 18.
Opleiding van de ouders hangt samen met de leefstijl van hun kinderen
Minder gunstige leefstijl bij volwassenen met een lagere opleiding
Verschillen in leefstijl spelen niet alleen op volwas-
In figuur 4.6 is te zien dat volwassenen (19+) met een
sen leeftijd. Ook onder kinderen (0 t/m 11 jaar) en
lage of gemiddelde opleiding vaker roken en zwaar
jongeren (12 t/m 18 jaar) zijn verschillen te zien
alcohol drinken dan volwassenen met een hoge oplei-
(figuur 4.7). Kinderen en jongeren van laagopgeleide
ding 19. Hetzelfde geldt voor volwassenen met een
ouders eten bijvoorbeeld minder vaak groente en
laag inkomen
20.
Hoewel een lagere opleiding ook
fruit en zijn vaker te dik dan kinderen en jongeren
samengaat met meer overgewicht, geldt dit niet voor
van hoogopgeleide ouders. Wat roken betreft wordt
een laag inkomen. Juist mensen met een gemiddeld
er in aanwezigheid van kinderen van laagopgeleide
Figuur 4.6 Verschillen in leefstijlfactoren bij volwassenen (19+) naar opleidingsniveau in Zuid‑Holland West (Bron 3). 70%
lo, mavo, lbo havo, vwo, mbo
60%
hbo, wo
50% 40% 30% 20% 10% 0%
overgewicht (BMI>25)
onvoldoende lichaamsbeweging
niet sporten
roken
zwaar alcoholgebruik
18 Bij de beschrijving van verschillen in determinanten van gezondheid wordt gebruik gemaakt van gegevens op regionaal niveau uit het Kinderenonderzoek 2010, Jongerenonderzoek 2010 en Gezondheidsonderzoek 2012 van GGD Zuid‑Holland West. 19 Zie bijlage II: opleiding 20 Zie bijlage II: inkomen
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
79
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
ouders vaker gerookt in huis of tijdens de zwanger-
bij een sportvereniging. Dit wordt ook teruggezien
schap door de moeder. Jongeren (12 t/m 18 jaar) met
in de verschillende normen die gebruikt worden
laagopgeleide ouders roken zelf vaker dan jongeren
om lichaamsbeweging te meten: kinderen van
met hoogopgeleide ouders.
laagopgeleide ouders voldoen vaker aan de beweeg-
Voor kinderen van hoogopgeleide ouders geldt
norm (minimaal dagelijks een uur matig intensieve
echter dat er in hun aanwezigheid of tijdens de
lichaamsbeweging, zoals sport, fietsen, lopen en op
zwangerschap door de moeder vaker alcohol wordt
straat spelen), terwijl kinderen van hoogopgeleide
gedronken. Er zijn geen verschillen in het alcohol
ouders vaker voldoen aan de fitnorm (minimaal drie
gebruik door jongeren (12 t/m 18 jaar) zelf.
keer per week twintig minuten intensieve lichaams-
Wat lichaamsbeweging betreft wordt vooral een
beweging, zoals sport). Onder jongeren is er, wat de
verschil gezien in het soort activiteiten dat kinderen
beweegnorm betreft, geen verschil tussen jongeren
en jongeren verrichten. Kinderen van laagopgeleide
met laag- en hoogopgeleide ouders wat de beweeg-
ouders spelen vaker buiten, terwijl kinderen en
norm betreft.
jongeren van hoogopgeleide ouders vaker sporten
Figuur 4.7 Verschillen in leefstijlfactoren bij kinderen (0 t/m 11 jaar) en jongeren (12 t/m 18 jaar) naar opleidingsniveau van de ouders in Zuid‑Holland West (Bron 1 en 2).
lo, mavo, lbo
Overgewicht (2-11 jr)
havo, vwo, mbo hbo, wo
Overgewicht (12-18 jr) < 1/2 uur per dag buiten spelen (2-11 jr) < 1x/wk sporten bij sportvereniging (4-11 jr) < 1x/wk sporten bij sportvereniging (12-18 jr) Roken in huis in aanwezigheid kind (0-11 jr) Zelf dagelijks roken (12-18 jr) Alcohol drinken in aanwezigheid kind (0-11 jr) Zelf binge-drinken (12-18 jr) 0%
80
20%
40%
60%
kijk op gezondheid rijswijk
80%
100%
Leefstijl en fysieke omgeving Overgewicht en beweging ongunstig, maar alcoholgebruik gunstig onder mensen met een niet-westerse herkomst
Eenzelfde patroon wordt gezien onder kinderen en
Als gekeken wordt naar verschillen in leefstijlfactoren
vaak bij een sportvereniging. In hun aanwezigheid
naar etnische herkomst
21,
blijkt dat vooral alloch-
4
jongeren. Kinderen en jongeren van niet-westerse allochtone ouders zijn vaker te dik en sporten minder wordt echter minder vaak alcohol gedronken en ook
tonen met een niet-westerse herkomst vaker te dik
jongeren (12 t/m 18 jaar) met een niet-westerse
zijn, minder lichaamsbeweging hebben en minder
herkomst drinken minder alcohol (figuur 4.9).
aan sport doen. Gunstig is dat in deze groep minder vaak zwaar alcohol gedronken wordt. In rookgedrag zijn geen verschillen te zien tussen etnische groepen (figuur 4.8).
Figuur 4.8 Verschillen in leefstijlfactoren bij volwassenen (19+) naar etnische herkomst in Zuid‑Holland West (Bron 3).
Nederlands
60%
overig westers niet-westers
50%
40%
30%
20%
10%
0%
overgewicht (BMI>25)
onvoldoende lichaamsbeweging
niet sporten
roken
zwaar alcoholgebruik
21 Zie bijlage II: etnische herkomst
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
81
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Figuur 4.9 Verschillen in leefstijlfactoren bij kinderen (0 t/m 11 jaar) en jongeren (12 t/m 18 jaar) naar etnische herkomst in Zuid‑Holland West (Bron 1 en 2). Nederlands
Overgewicht (2-11 jr)
overig westers niet-westers
Overgewicht (12-18 jr) < 1/2 uur per dag buiten spelen (2-11 jr) < 1x/wk sporten bij sportvereniging (4-11 jr) < 1x/wk sporten bij sportvereniging (12-18 jr) Roken in huis in aanwezigheid kind (0-11 jr) Zelf dagelijks roken (12-18 jr) Alcohol drinken in aanwezigheid kind (0-11 jr) Zelf binge-drinken (12-18 jr) 0%
20%
40%
60%
100%
Leefomgeving wordt vooral minder gunstig ervaren door volwassenen met een laag inkomen
Allochtonen met een niet-westerse herkomst zijn het minst tevreden over de leefomgeving
Als gekeken wordt naar factoren in de leefomgeving
tussen verschillende etnische groepen, blijken alloch-
blijkt dat mensen met een lage opleiding vaker een
tonen met een niet-westerse herkomst het minst
onvoldoende cijfer geven voor hun woning en woon-
tevreden over hun leefomgeving. Dit geldt zowel voor
omgeving dan hoogopgeleiden
22,23.
Dit geldt ook
Als factoren in de leefomgeving vergeleken worden
de tevredenheid met de woning en woonomgeving,
voor mensen met een laag inkomen. Mensen met
alsook voor het groen in de buurt en het ervaren van
een laag inkomen geven bovendien vaker een onvol-
ernstige geluidhinder (figuur 4.11).
doende voor het groen in hun buurt en ervaren vaker ernstige hinder van geluid in hun woonomgeving (figuur 4.10). Tussen mensen met een lage en hoge opleiding verschilt dit niet.
22 De gepresenteerde gegevens hebben betrekking op 19 t/m 64-jarigen. De reden hiervoor is dat onder 65-plussers een aantal vragen over omgevingsfactoren niet is meegenomen in het Gezondheidsonderzoek 2012. 23 De respondenten is gevraagd een cijfer van 1 t/m 10 te geven voor tevredenheid met de woning en woonomgeving en groen in de buurt. Cijfer van 1 t/m 5 = onvoldoende, cijfer van 6 t/m 10 = voldoende.
82
80%
kijk op gezondheid rijswijk
Leefstijl en fysieke omgeving
4
Figuur 4.10 Verschillen in omgevingsfactoren bij volwassenen (19 t/m 64 jaar) naar inkomen in Zuid‑Holland West (Bron 3).
laagste inkomen
25% hoogste inkomen
20%
15%
10%
5%
0%
ontevreden met woning
ontevreden met woonomgeving
onvoldoende voor groen in de buurt
ernstige geluidshinder
Figuur 4.11 Verschillen in omgevingsfactoren bij volwassenen (19 t/m 64 jaar) naar etnische herkomst in Zuid‑Holland West (Bron 3). Nederlands overig westers
25%
niet-westers
20%
15%
10%
5%
0%
ontevreden met woning
ontevreden met woonomgeving
onvoldoende voor groen in de buurt
ernstige geluidshinder
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
83
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
84
kijk op gezondheid rijswijk
5
5 Gezondheidszorg 5.1 Preventieve gezondheidszorg preventieve gezondheidszorg
leeftijd
rijswijk
zhw*
nl*
Deelname periodiek gezondheidsonderzoek (%) 1
zuigeling
99%
99%
nb
102%
98%
nb
92%
92%
nb
groep 2 BO klas 2 VO Vaccinatie DTP**, volledig afgesloten (%)
10 jr
94%
93%
93%
Vaccinatie BMR***, volledig afgesloten (%)
10 jr
94%
93%
92%
Vaccinatie HPV****, volledig afgesloten (%)
v, 14 jr
60%
63%
59%
Griepvaccinatie (%)
60+
61%
nb
60%
Opkomst screening baarmoederhalskanker (%)
v, 30-60 jr
60%
nb
nb
Opkomst screening borstkanker (%)
v, 49-75 jr
70%
nb
nb
* nb = niet beschikbaar, v = vrouwen ** DTP: Difterie, Tetanus, Polio *** BMR: Bof, mazelen, rode hond **** HPV: Humaan Papillomavirus
Veel kinderen bereikt voor een periodiek gezondheidsonderzoek
Vaccinatiegraad in Rijswijk boven de norm
In verschillende leeftijdsgroepen worden kinderen
(RVP) 1 vormden vroeger een groot probleem voor
door de Jeugdgezondheidszorg Zuid‑Holland West uit-
de volksgezondheid. Na het invoeren van het pro-
genodigd voor een periodiek gezondheidsonderzoek
gramma zijn veel van die ziekten helemaal of bijna
(PGO). De opkomst is het hoogst onder zuigelingen
helemaal verdwenen. Om ervoor te zorgen dat deze
en kinderen in het basisonderwijs. In klas 2 van het
ziekten niet terugkomen, wordt in Nederland gesteld
voortgezet onderwijs is de opkomst met 92%
dat minimaal 90% van de inwoners gevaccineerd
het laagst.
moet zijn.
De twaalf ziekten in het Rijksvaccinatieprogramma
In Rijswijk wordt deze norm voor bijna alle vaccina-
Extra contactmoment in voortgezet onderwijs in ontwikkeling
ties gehaald. Op zuigelingen- en kleuterleeftijd is de
In maart 2014 is de Jeugdgezondheidszorg
rond 91% tot 98%; op tienjarige leeftijd is dit met 94%
Zuid‑Holland West gestart met de uitvoering van een
wat lager. Alleen bij de vaccinatie tegen baarmoeder-
nieuw en laatste contactmoment voor adolescenten:
halskanker ligt het percentage lager (60% van de
het jongerencontactmoment. Dit contactmoment
14-jarige meisjes). Dit komt overeen met het landelijk
vindt plaats in klas 3 (vmbo) of klas 4 (havo/vwo) en
beeld (59%).
vaccinatiegraad voor de verschillende vaccinaties
is onderdeel van het (wettelijke) basistakenpakket. Er zijn nog geen gegevens beschikbaar.
1 Baarmoederhalskanker, bof, difterie, hepatitis B, Hib-ziekten, kinkhoest, mazelen, meningokokken C, pneumokokken, polio, rodehond, tetanus. Voor informatie over RVP zie www.rivm.nl/ Onderwerpen/R/Rijksvaccinatieprogramma
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
85
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
valt is de griepprik. Voor deze prik worden jaarlijks alle
40 meldingen van infectieziekten bij de GGD in 2014
60-plussers en mensen met een specifieke medische
In de Wet Publieke Gezondheid is vastgelegd dat
aandoening opgeroepen. In 2013-2014 heeft 61% van
artsen en medisch microbiologische laboratoria
de Rijswijkse 60-plussers zich laten vaccineren tegen
bepaalde infectieziekten moeten melden aan de GGD.
de griep (Nederland: 60%).
De GGD spoort, indien mogelijk, de bron van de infec-
Een vaccinatie die buiten het rijksvaccinatieprogramma
tie op en gaat na of contacten van de patiënt risico
Opkomst screening baarmoederhalskanker 60%, borstkanker 70%
lopen op een besmetting. Daarna kan de GGD maat-
Vrouwen in de leeftijd van 30 t/m 60 jaar ontvangen
ter preventie van verspreiding van de ziekte. In 2014
elke vijf jaar een uitnodiging voor het bevolkings
werden in Rijswijk in totaal 40 meldingen gedaan bij
onderzoek baarmoederhalskanker. In 2013 was
de GGD. De ziekte die het meest gemeld werd, was
de opkomst onder Rijswijkse vrouwen 60%. In de
kinkhoest (29 meldingen).
regelen nemen ter bescherming van contacten en
totale regio van Bevolkingsonderzoek Zuid-West opkomst in dat jaar 61%.
258 Rijswijkers bezochten in 2013 het regionaal soa-centrum in Den Haag
Vrouwen in de leeftijdsgroep 49 t/m 75 jaar ont
Voor vragen over seksueel overdraagbare aandoenin-
vangen elke twee jaar een uitnodiging voor het bevol-
gen (soa) en het uitvoeren van een soa-test kunnen
kingsonderzoek borstkanker. In 2013 was de opkomst
alle inwoners van de gemeente terecht bij hun huis-
bij Rijswijkse vrouwen 70%. In de totale regio van
arts. Mensen die behoren tot een risicogroep voor
Bevolkingsonderzoek Zuid-West (Zuid‑Holland en
het oplopen van een soa 2 kunnen echter ook terecht
Zeeland) was dit 77%.
bij een van de regionale soa-centra.
(verzorgingsgebied Zuid‑Holland en Zeeland) was de
In 2013 hadden 258 inwoners van Rijswijk een
Screening darmkanker gefaseerd gestart
soa-consult bij het regionaal soa-centrum in
In 2014 is gestart met de gefaseerde invoering van
Den Haag. Bijna de helft (44%) van de bezoekers was
het bevolkingsonderzoek darmkanker. Voor dit onder-
een vrouw, 40% een heteroseksuele man en 16% een
zoek zullen mannen en vrouwen in de leeftijd van
homo- of biseksuele man (MSM: mannen die seks
55 t/m 75 jaar elke twee jaar een uitnodiging krijgen.
hebben met mannen).
Er zijn nog geen opkomstcijfers beschikbaar.
De leeftijd van de bezoekers varieerde tussen 16 en 70 jaar. De vrouwen waren gemiddeld jonger (28 jaar) dan de heteroseksuele mannen (30 jaar); de MSM waren beduidend ouder (42 jaar). Twee derde (67%) van de consulten was bij bezoekers van Nederlandse herkomst; 29% was bij bezoekers van niet-Nederlandse herkomst afkomstig uit landen waar soa veel voorkomen (soa-endemische landen: Oost-Europa, Afrika, Azië, Midden- en Zuid-Amerika). Bij 14% van de bezoekers werd één of meer soa uit de groep met chlamydia, gonorroe, infectieuze syfilis, hepatitis B en hiv vastgesteld. Chlamydia werd bij 13% van de bezoekers vastgesteld. De andere soa werden niet of slechts bij enkele bezoekers vastgesteld.
2 Tot de risicogroepen behoren: jongeren tot en met 24 jaar, mannen die seksueel contact hebben met mannen (MSM), prostituees, mensen die zijn gewaarschuwd door iemand met een soa, mensen met klachten die wijzen op een soa, mensen afkomstig uit gebieden waar soa veel voorkomt, mensen met een partner die verhoogd seksueel risicogedrag vertoont, slachtoffers van seksueel geweld.
86
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheidszorg
5
5.2 Geestelijke gezondheidszorg geestelijke gezondheidszorg
leeftijd
rijswijk
zhw
nl
Zorgtrajecten tweedelijns voor *: alle diagnoses (totaal aantal)
0+
4.920
51.200
1.496.380
alle diagnoses (aantal per 1.000 inwoners)
0+
105
96
90
0+
23
20
16
Zorgtrajecten tweedelijns met als primaire diagnose: stemmingsstoornissen (aantal per 1.000 inwoners) angststoornissen (aantal per 1.000 inwoners)
0+
13
12
10
aan een middel gebonden stoornissen (aantal per 1.000 inwoners)
0+
6
4
6
schizofrenie en andere psychotische stoornissen (aantal per 1.000 inwoners)
0+
5
4
5
aanpassingsstoornissen (aantal per 1.000 inwoners)
0+
7
7
7
* Bron: CBS 2011
tot en met 2013: eerste en tweedelijns ggz zorg Tot 2014 is de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
per 1 januari 2014: huisartsenzorg, generalistische basis ggz en gespecialiseerde ggz
onderverdeeld in eerste- en tweedelijns GGZ.
Vanaf 2014 is het stelsel van eerste en tweedelijns
De eerstelijns GGZ biedt kortdurende psycho-
GGZ-zorg vervangen door huisartsenzorg (met GGZ-
logische zorg aan patiënten met psychische
praktijkondersteuner), Generalistische Basis GGZ
klachten. Deze zorg wordt gegeven door de (GGZ-
en Gespecialiseerde GGZ. Het doel van deze stelsel-
praktijkondersteuner bij de) huisarts, eerstelijns
wijziging is een passende behandeling op de juiste
en GZ-psychologen. In de eerstelijns GGZ kan men
plaats en kostenbesparing. Patiënten met lichte
zowel terechtkomen via een verwijzing van de
klachten worden geholpen in de huisartsenzorg.
huisarts of rechtstreeks.
Ook kan de huisarts ondersteuning vragen bij het
In de tweede lijn worden patiënten met zwaardere
doorverwijzen van patiënten met stoornissen naar
en of complexere psychische klachten behandeld.
de generalistische basis GGZ of de gespecialiseerde
Er is sprake van behandeling al dan niet in combi-
GGZ. Behandeling van lichte tot matige, niet com-
natie met verblijf. Voor de tweedelijns curatieve
plexe psychische stoornissen, vindt plaats in de
GGZ is een verwijzing nodig. Meestal wordt deze
generalistische basis GGZ. Patiënten met complexe
gegeven door de huisarts (Bron: NZA 2011).
stoornissen worden geholpen in de gespecialiseerde GGZ. Uitgangspunt is dat patiënten dichtbij huis en minder zwaar – en daarmee goedkoper – worden behandeld. De huisarts krijgt meer ondersteuning voor hulp aan en behandeling van mensen met lichte psychische klachten door de GGZ praktijkondersteuner. In de generalistische basis GGZ zullen meer patiënten met een complexere problematiek behandeld worden dan voorheen in de eerstelijnspsychologische zorg. De gespecialiseerde GGZ kenmerkt zich door een hoge mate van complexiteit van de behandeling (Bron: www.invoeringbasisggz.nl).
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
87
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Bijna 5.000 zorgtrajecten in de tweedelijns GGZ-zorg in Rijswijk
In 2011 zijn er binnen de tweedelijns curatieve
De gepresenteerde cijfers zijn van voor de GGZ-stelsel
zorgtrajecten geregistreerd voor inwoners van
hervorming (zie kader). Omdat van de eerstelijns
Rijswijk. Dit komt overeen met 105 trajecten per
GGZ-zorg geen recente cijfers op gemeenteniveau
1000 inwoners van Rijswijk (Nederland: 90 trajecten
beschikbaar zijn zal in het onderstaande alleen op de
per 1000 inwoners). Per 1.000 inwoners waren er in
tweedelijns (curatieve) GGZ zorg worden ingegaan.
2011 23 zorgtrajecten voor stemmingsstoornissen
De tweedelijns GGZ registreert de geleverde zorg
(Nederland: 16), 13 zorgtrajecten voor angststoor-
rondom een bepaalde zorgvraag in de vorm van diag-
nissen (Nederland: 10), 6 zorgtrajecten voor aan een
3
geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in totaal 4.920
nosebehandelingscombinaties (DBC’s). Een zorgtra-
middel gebonden stoornissen (Nederland: 6), 5 zorg-
ject bestaat uit één of meer DBC’s voor een bepaalde
trajecten voor schizofrenie en andere psychotische
psychische aandoening, die op enig moment in een
stoornissen (Nederland: 5), en 7 zorgtrajecten voor
jaar hebben opengestaan.
aanpassingsstoornissen (Nederland: 7).
3 Zie bijlage II: Diagnosebehandelingcombinaties - Zorgtrajecten
88
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheidszorg
5
5.3 Perinatale zorg perinatale zorg
rijswijk
zhw
nl
Levendgeborenen (aantal)
570
5.438
171.341
Eerste contact met verloskundige/gynaecoloog op of na 18 weken zwangerschap (% van bevallen vrouwen) *
12%
8%
7%
Overdracht van eerste naar tweede lijn tijdens bevalling (% van bevallingen met start in eerste lijn) *
31%
39%
44%
Geboorten in eerste lijn (thuis, kraaminrichting, polikliniek) (% van geboorten) *
30%
30%
27%
* cluster Rijswijk / Leidschendam-Voorburg / Wassenaar
(Oud-Rijswijk, Bomenbuurt, Welgelegen, Rembrandt
Bijna een derde van de bevallingen in de eerste lijn wordt tijdens de bevalling overgedragen naar de tweede lijn
kwartier, Havenkwartier) werden de meeste kinderen
In 2013 bevielen in het gemeentecluster Rijswijk /
geboren (ongeveer 160 levendgeborenen).
Leidschendam-Voorburg / Wassenaar 1.447 vrouwen.
Gegevens over perinatale zorg worden geregistreerd
34% van de bevallingen vond plaats in de eerste lijn,
in de Perinatale Registratie Nederland (PRN) en zijn
onder begeleiding van een verloskundige. Een op de
beschikbaar per gemeentecluster. Hierbij valt Rijswijk
zeven bevallingen (15%) werd gestart in de eerste
in het cluster Rijswijk / Leidschendam-Voorburg /
lijn maar tijdens de bevalling overgedragen naar de
Wassenaar. De verderop in deze paragraaf genoemde
tweede lijn, voor begeleiding door een gynaecoloog.
percentages betreffen dit totale cluster.
Dit is 31% van het totaal aantal bevallingen dat in de
In 2013 werden in Rijswijk 570 kinderen geboren (levendgeborenen)
4.
In de wijk met postcode 2282
eerste lijn werd gestart.
Een op de acht zwangere vrouwen heeft laat contact met verloskundige of gynaecoloog
Binnen het gemeentecluster Rijswijk / Leidschendam-
Een op de acht zwangere vrouwen (12%) heeft het
dat plaatsvond in de eerste lijn iets hoger dan in
eerste contact met een verloskundige of gynaecoloog
Nederland. Het percentage bevallingen dat tijdens de
in een relatief laat stadium (op of na de 18e week van
bevalling werd overgedragen van eerste naar tweede
de zwangerschap). In Nederland geldt dit voor 7%
lijn is iets lager (figuur 5.1) 5.
van de zwangeren. Contact met een verloskundige in
Van alle kinderen die geboren werden, werd 30%
het eerste trimester van de zwangerschap (de eerste
geboren in de eerste lijn: 10% thuis, 2% in een
13 weken) is van belang voor een goede voorlichting
kraaminrichting en 18% in een polikliniek 6.
Voorburg / Wassenaar is het percentage bevallingen
en eventuele prenatale screening. Ook in andere hoofdstukken van deze Gezondheidsmonitor is informatie opgenomen over perinatale gezondheid. In hoofdstuk 3.4 is informatie opgenomen over het aantal tienermoeders. Hoofdstuk 3.5 bevat informatie over perinatale- en zuigelingensterfte.
4 Zie bijlage II: Sterfte
5 Niet statistisch getoetst. Zie bijlage II: statistische significantie 6 Omdat bij één bevalling ook sprake kan zijn van een meerling, is het aantal geboorten niet gelijk aan het aantal bevallingen. Op dezelfde manier kan er een (klein) verschil zitten tussen het percentage geboorten in de eerste lijn en het percentage bevallingen in de eerste lijn.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
89
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Figuur 5.1 Percentage bevallingen in de 1e en 2e lijn in het cluster Rijswijk / Leidschendam-Voorburg / Wassenaar en in Nederland (Bron 21).
Cluster Rijswijk / Leidschendam-Voorburg / Wassenaar
Nederland start en voltooiing in 1e lijn start in 1e lijn, voltooiing in 2e lijn
34% 51%
50% 15%
90
28%
22%
kijk op gezondheid rijswijk
start en voltooiing in 2e lijn
Gezondheidszorg
5
5.4 Zorg voor de jeugd zorg voor de jeugd
leeftijd
rijswijk
zhw
nl
Aantal jeugdigen in Jeugdzorg, naar financieringsbron Totaal (aantal) *
0-17 jr
840
11.940
382.440
Zorgverzekeringswet (aantal)
0-17 jr
630
8.990
267.470
Provincie (aantal)
0-17 jr
225
3.290
104.090
AWBZ (aantal)
0-17 jr
155
2.090
97.265
* Omdat één persoon gebruik kan maken van zorg uit verschillende financieringsbronnen, kan de som van het aantal (en %) jeugdigen per financieringsbron groter zijn dan het totaal aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdzorg.
jeugdwet: vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor de jeugd **
Ruim 800 jeugdigen maken gebruik van jeugdzorg
Tot en met 2014 waren gemeente en provincie
opgenomen over het aantal jongeren dat gebruik
samen verantwoordelijk voor de zorg voor de
maakt van jeugdzorgvoorzieningen dan wel een
jeugd. Deze verantwoordelijkheden waren
indicatie heeft die recht geeft op deze voorzieningen.
vastgelegd in de Wet maatschappelijke onder-
Hierbij is onderscheid gemaakt naar de bron waar-
steuning (Wmo) en de Wet op de jeugdzorg
uit de jeugdzorg gefinancierd werd: de Provincie,
(Wjz). Vanaf 1 januari 2015 is de zorg voor
de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Algemene Wet
de jeugd ondergebracht bij de gemeente. De
Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
verantwoordelijkheden van de gemeente zijn
In 2011 maakten in Rijswijk 840 jeugdigen gebruik
vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet. Voor een
van Jeugdzorg die werd gefinancierd uit één of
beperkt aantal groepen*** wordt de zorg vanaf
meerdere van de bovengenoemde bronnen. Dit is
2015 ondergebracht onder de Wet langdurige
11% van het totaal aantal jongeren van 0 t/m 17 jaar
zorg (Wlz) of de Zorgverzekeringswet (Zvw).
(Nederland: 11%). Het grootste aandeel, 630 jeugdi-
De cijfers die gepresenteerd worden in het
gen (8%), maakte gebruik van zorg gefinancierd op
onderstaande zijn van vóór 1 januari 2015 en
basis van de Zorgverzekeringswet (1e of 2e lijns GGZ).
hebben daarom nog betrekking op het oude
225 jeugdigen (3%) maakten gebruik van provinciaal
stelsel van jeugdzorg.
gefinancierde Jeugdzorg. Hieronder valt zowel Jeugd
In de Jeugdmonitor van het CBS 7 is informatie
en Opvoedhulp door jeugdzorgaanbieders als zorg ** De tekst in deze paragraaf is gedeeltelijk overgenomen van de website www.rijksoverheid.nl (onderwerp Jeugdzorg). *** Wlz: kinderen en jongeren met ernstige verstandelijke, lichamelijke of meervoudige beperkingen, sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk beperkten. Zvw: kinderen en jongeren onder de 18 jaar met een zintuiglijke beperking. (Bron: www.rijksoverheid.nl, onderwerp: Hervorming langdurige zorg).
door Bureau Jeugdzorg. 155 jeugdigen (2%) maakten gebruik van AWBZ-gefinancierde jeugdzorg.
7 Zie bijlage II: CBS Jeugdmonitor
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
91
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
5.5 Wmo en AWBZ wmo en awbz
leeftijd
rijswijk
zhw
nl
Aantal personen met Zorg zonder Verblijf, naar financieringsbron en functie Totaal Wmo en/of AWBZ (aantal)*,**
18+
2.580
20.900
716.895
Wmo: huishoudelijke verzorging (aantal)*
18+
1.675
12.790
414.060
AWBZ: totaal (aantal)*,**
18+
1.615
13.725
500.230
AWBZ: begeleiding individueel (aantal)*
18+
595
4.910
146.370
AWBZ: begeleiding groep (aantal)*
18+
290
2.610
90.200
AWBZ: persoonlijke verzorging (aantal)*
18+
1.145
9.245
342.030
AWBZ: verpleging (aantal)*
18+
520
4.260
163.565
* Voorlopige cijfers. Het betreft zorg in natura, waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden. ** Omdat een persoon gebruik kan maken van verschillende vormen van zorg, kan de som van het aantal personen per vorm groter zijn dan het totaal aantal personen dat gebruik maakt van zorg gefinancierd op basis van de Wmo en/of AWBZ.
tot en met 2014: zvw, awbz en wmo ***
per 1 januari 2015: wlz, wmo en zvw
Voor de vergoeding van zorgkosten waren er tot
Per 1 januari 2015 heeft een aantal belangrijke
en met 2014 een aantal wetten van belang: de
veranderingen plaatsgevonden in de langdurige
Zorgverzekeringswet (Zvw), de Algemene Wet
zorg. Zo is de AWBZ komen te vervallen en ver-
Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet maat-
vangen door de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze
schappelijke ondersteuning (Wmo).
wet is er voor mensen die de hele dag intensieve
Het basispakket vanuit de Zvw dekt veelgebruikte
zorg en toezicht dichtbij nodig hebben. Lichtere
geneeskundige zorg, geneesmiddelen en medi-
vormen van zorg en ondersteuning uit de AWBZ
sche hulpmiddelen. Zware geneeskundige risico’s
zijn overgegaan naar de Wet maatschappe-
die niet onder de zorgverzekering vallen, zoals de
lijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de
langdurige zorg voor mensen met een ernstige
Zorgverzekeringswet (Zvw). Zo wordt ondersteu-
beperking, werden tot en met 2014 gedekt vanuit
ning thuis, zoals begeleiding en dagbesteding,
de AWBZ. Onder de AWBZ vielen verschillende
per 1 januari 2015 geboden door de gemeenten
soorten zorg: persoonlijke verzorging, verpleging,
in het kader van de Wmo 2015. Verpleging en
begeleiding, behandeling en zorg met verblijf.
verzorging thuis vallen vanaf dit moment onder de
In de Wmo is onder andere geregeld dat men-
Zorgverzekeringswet (Zvw).
sen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en kunnen meedoen in de samenleving.
De cijfers die gepresenteerd worden in het onder-
Voorbeelden van hulp en voorzieningen die onder
staande zijn van vóór 1 januari 2015 en hebben
de Wmo vallen zijn: huishoudelijke hulp, aan
daarom nog betrekking op het oude stelsel voor
passingen in de woning, vervoer in de regio of
de vergoeding van langdurige zorgkosten.
een rolstoel.
De cijfers die gepresenteerd worden in het onderstaande zijn van vóór 1 januari 2015 en hebben
*** De tekst in deze paragraaf is gedeeltelijk overgenomen van de website www.rijksoverheid.nl (onderwerpen Zorgverzekering, AWBZ, Wmo).
92
daarom nog betrekking op het oude stelsel voor de vergoeding van langdurige zorgkosten.
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheidszorg Ruim 2.500 mensen maken gebruik van zorg gefinancierd vanuit de Wmo of AWBZ
5
zorg gefinancierd vanuit de Wmo (huishoudelijke verzorging) en 1.615 personen (4%) van zorg gefinan-
8
In de Monitor Langdurige Zorg van het CBS is
cierd vanuit de AWBZ 10. Binnen de zorg gefinancierd
informatie opgenomen over het aantal cliënten dat
vanuit de AWBZ maakten 595 personen (1% van de
gebruik maakt van zorg gefinancierd vanuit de Wmo
inwoners van 18 jaar en ouder) gebruik van indivi-
en AWBZ. Voor gemeenten zijn, in verband met de
duele begeleiding en 290 personen (1%) van groeps
hervormingen van het zorgstelsel, vooral de volgende
begeleiding. 1.145 personen (3%) maakte gebruik van
vormen van zorg van belang: Wmo-gefinancierde
persoonlijke verzorging en 520 (1%) van verpleging.
zorg en AWBZ-gefinancierde zorg zonder verblijf
Deze laatste twee vormen van zorg zijn per 1/1/2015
(functie begeleiding).
onder de Zvw komen te vallen.
In Rijswijk maakten in 2013 in totaal 2.580 personen
Het percentage mensen dat gebruik maakt van
gebruik van zorg gefinancierd vanuit de Wmo of
Wmo- of AWBZ-zorg neemt sterk toe met de leeftijd
AWBZ (6% van de inwoners van 18 jaar en ouder) 9.
(figuur 5.2).
Van hen maakten 1.675 personen (4%) gebruik van
Figuur 5.2 Het percentage personen in Rijswijk dat in 2013 gebruik maakte van zorg gefinancierd op basis van de Wmo en/of AWBZ, naar leeftijd (in jaren). Het betreft hier zorg zonder verblijf (ZzV), welke is afgenomen in natura en waarvoor een eigen bijdrage wordt betaald (Bron 30). 50%
40%
30%
20%
10%
0% 18-34
35-49
50-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
90+
AWBZ
Wmo
8 Zie bijlage II: CBS Monitor Langdurige Zorg 9 Het betreft hier voorlopige cijfers. Voor details: zie http:// mlzstatline.cbs.nl; gebruik ZzV naar functie en regio.
10 Een aantal personen maakte zowel gebruik maken van zorg gefinancierd vanuit de Wmo als van zorg gefinancierd vanuit de AWBZ.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
93
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Bijna een op de negen senioren krijgt hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen
Meer formele hulp bij hogere leeftijd
Van de senioren in Rijswijk krijgt 11% hulp bij alge-
of instellingen geboden worden. Er kan onderscheid
mene dagelijkse levensverrichtingen (ADL, zoals
gemaakt worden tussen informele hulp (hulp door
wassen en aankleden) en 37% bij het huishouden
de partner, een familielid, kennis of vrijwilliger) of
(HDL)
11.
Naar schatting ontvangen ongeveer 1.100
Hulp bij ADL of HDL kan door verschillende personen
formele hulp (hulp door een zorginstelling, een parti-
senioren hulp bij ADL en 3.700 bij HDL. Sinds 2004 is
culier die betaald wordt of via een persoonsgebonden
het percentage senioren dat hulp ontvangt bij ADL
budget). Het percentage senioren dat informele
toegenomen (2004: 6%, 2008: 11%, 2012: 11%). Het
hulp krijgt bij algemene dagelijkse levensverrich-
percentage dat hulp ontvangt bij het huishouden
tingen neemt toe met de leeftijd van 2% bij 65 t/m
is afgenomen sinds 2004 (2004: 43%, 2008: 41%,
74-jarigen tot 18% bij 85-plussers. Voor formele hulp
2012: 37%). Een klein deel van de 65-plussers heeft
is deze toename nog sterker (3% bij 65 t/m 74-jarigen
behoefte aan (meer) hulp: minder dan 3% bij alge-
en 23% bij 85-plussers) (figuur 5.3).
mene dagelijkse levensverrichtingen en 6% bij het huishouden.
Figuur 5.3 Percentage senioren dat hulp krijgt bij algemene dagelijkse levensverrichtingen in Rijswijk, naar leeftijd (in jaren) en naar hulpbron (formele hulp of informele hulp) (Bron 3).
30%
formele hulp informele hulp
25%
20%
15%
10%
5%
0%
65-74
75-84
85+
11 Zie bijlage II: beperkingen
94
kijk op gezondheid rijswijk
6
6 Toekomst 6.1 Verandering in bevolkingsomvang en –samenstelling Zeer sterke bevolkingsgroei verwacht tot 2025
De grijze druk (het aantal 65-plussers gedeeld door
In de periode 2014-2025 wordt voor Rijswijk een
het aantal 20 t/m 64-jarigen) daalt van van 39% in
bevolkingsgroei verwacht van 42% 1,2. Dit gaat om
2014 naar 33% in 2025 en is dan naar verwachting
ongeveer 20.100 mensen. De grootste groei wordt
iets lager dan in Zuid‑Holland West (36%).
verwacht in de leeftijdsgroepen 0 t/m 19 jaar en 25
Landelijk wordt er in de leeftijdsgroepen 0 t/m
t/m 44 jaar (zie figuur 6.1). Het aantal jeugdigen van
19-jarigen en 20 t/m 64-jarigen een lichte daling van
0 t/m 19 jaar neemt toe met ongeveer 7.500 (86%),
de bevolking verwacht (respectievelijk -4 en -2%) en
het aantal volwassenen van 20 t/m 64 jaar met onge-
een stijging onder 65-plussers (30%). Dit resulteert in
veer 10.700 (39%) en het aantal senioren (65+) met
een grotere stijging van de grijze druk in Nederland
ongeveer 1.800 (17%). De groene druk (het aantal 0
(van 29% naar 38%). Een kanttekening is dat deze
t/m 19-jarigen gedeeld door het aantal 20 t/m 64-jari-
prognoses voor gemeenten met minder dan 100.000
gen) stijgt van 32% in 2014 naar 42% in 2025 en is dan
inwoners, zoals Rijswijk, meer aan onzekerheid
vergelijkbaar met Zuid‑Holland West (41%)
3.
onderhevig zijn dan voor grotere gemeenten.
Figuur 6.1 Bevolking naar leeftijd (in jaren) in Rijswijk in 2014 en verwachte ontwikkeling in 2025 (Bron 4, 31). >= 95
2014
90-94
2025
85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
1 Zie bijlage II: bevolkingsprognose 2 De bevolkingsgroei in de periode 2014-2025 is een prognose van het Planbureau voor de Leefomgeving. De gemeente Rijswijk verwacht zelf ook een groei, maar wel een minder sterke. Een van de verklaringen voor deze groei is de verwachting dat als gevolg van de vergrijzing relatief veel mensen komen te overlijden. Jonge gezinnen (vaak afkomstig uit Den Haag) zullen naar verwachting de woningen opvullen die de huidige, veelal alleenwonende hoofdbewoners, achterlaten. Een andere verklaring is de nieuwbouwprojecten, zoals Rijswijk Buiten. 3 Zie bijlage II: demografische druk
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
95
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
6.2 Toekomstverkenning gezondheid In het afgelopen decennium is het aantal mensen
Om het voorkomen van ziekten in 2025 in Rijswijk
met een chronische ziekte toegenomen door vergrij-
te schatten worden in deze paragraaf verschillende
zing en verbeteringen in de zorg
4.
Verbeteringen in
demografische prognoses gedaan. Hierbij worden
de zorg leiden tot een betere opsporing en een effec-
cijfers over de huidige prevalentie van aandoeningen
tievere behandeling van chronische ziekten. Hierdoor
per leeftijds- en geslachtscategorie toegepast op de
worden patiënten met een chronische ziekte eerder
bevolkingsprognose van Rijswijk in 2025 5. Voor chro-
opgespoord en blijven zij langer leven, waardoor de
nische aandoeningen worden landelijke cijfers uit
prevalentie van chronische ziekten toeneemt. In de
2011 gebruikt. De andere indicatoren zijn gebaseerd
Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) van
op lokale cijfers uit het Gezondheidsonderzoek 2012.
het RIVM wordt verwacht dat deze stijging door zal met een chronische aandoening in Nederland zal
Meer chronische aandoeningen in Rijswijk in 2025
toenemen van 32% in 2011 naar 40% in 2030. Hierbij
De meeste chronische aandoeningen komen bij
zal ook het percentage mensen met twee of meer
senioren meer voor dan bij jongeren en volwassenen.
aandoeningen (multimorbiditeit) toenemen. De stij-
Met de vergrijzing in de komende tien jaar, zal dus
ging van chronische aandoeningen in het afgelopen
ook het aantal mensen met een chronische aandoe-
decennium heeft niet geleid tot een stijging van het
ning toenemen. In Rijswijk zal het aantal mensen
aantal mensen met beperkingen, en de VTV verwacht
met perifere artrose toenemen van ongeveer 4.600
dat ook in de toekomst geen toename te zien zal zijn
in 2014 naar ongeveer 5.200 in 2025 (zie figuur 6.2).
van het aantal mensen met beperkingen.
Ook voor andere chronische aandoeningen neemt het
zetten. Verwacht wordt dat het percentage mensen
aantal patiënten toe. Deze aantallen zijn geschat door landelijke cijfers over chronische aandoeningen in 2011 te extra
volksgezondheid toekomst verkenning (vtv)
poleren naar de bevolkingssamenstelling in Rijswijk
Elke vier jaar publiceert het RIVM in de
in 2025.
in 2014 en de verwachte bevolkingssamenstelling
Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV) een overzicht van de omvang van ziekte en gezondheid, gezondheids-beïnvloedende factoren, de gezondheidszorg en het beleid. De VTV beschrijft de volksgezondheid en zorg in Nederland in verleden, heden en toekomst, inclusief factoren die de gezondheid en zorg beïnvloeden. De VTV wordt sinds 1993 elke vier jaar gemaakt door het RIVM, in opdracht van het Ministerie van VWS. De meest recente VTV is gepubliceerd in 2014 en is te raadplegen via www.eengezondernederland.nl. (Bron: www.eengezondernederland.nl).
4 Zie bijlage II: prevalentie
96
5 Zie bijlage II: extrapolatie
kijk op gezondheid rijswijk
Toekomst
6
Figuur 6.2 Geschat aantal inwoners (0+) van Rijswijk met een chronische aandoening uit de top-10* in 2014, en verandering die verwacht wordt voor 2025 (Bron 4, 5, 31).
2014
Perifere artrose
toename tot 2025
Diabetes mellitus Gehoorstoornissen Nek- en rugklachten Coronaire hartziekten Astma COPD Contacteczeem Gezichtsstoornissen Stemmingsstoornissen Dementie* Angststoornissen* 0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
* Dementie en angststoornissen behoren niet tot de top-10 van aandoeningen, maar zijn apart toegevoegd.
Sociaaleconomische gezondheidsverschillen worden mogelijk groter
Daling roken, stabilisering overgewicht
In Nederland leven laagopgeleiden zes jaar korter
daling van het percentage rokers in Nederland 7. Het
en bovendien 19 jaar korter in als goed ervaren
percentage mensen met overgewicht zal niet verder
gezondheid dan hoogopgeleiden
6.
In de afgelopen
De VTV verwacht de komende 15 jaar een verdere
toenemen. Op het gebied van lichaamsbeweging
decennia is de levensverwachting zowel voor laag- als
wordt geen verandering verwacht. De VTV benadrukt
hoogopgeleiden toegenomen. Het verschil tussen
dat de ontwikkelingen in specifieke groepen zoals
deze twee groepen is echter even groot gebleven. Dit
laagopgeleiden en jongeren minder gunstig
geldt ook voor de gezonde levensverwachting (aantal
kunnen zijn.
levensjaren dat mensen zouden mogen verwachten in goede gezondheid door te brengen). Voor de nabije toekomst verwacht de VTV dat deze verschillen mogelijk groter worden.
6 Bron: RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 (www. vtv2014.nl)
7 Bron: RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 (www. vtv2014.nl)
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
97
deel 2 gezondheidsmonitor 2015
Figuur 6.3 Geschat aantal inwoners in Rijswijk (19+) dat eenzaam is of sociaal uitgesloten in 2014, en verandering die verwacht wordt in 2025 (Bron 3, 4, 31).
2014 toename tot 2025
Matig tot zeer ernstig eenzaam
Sociaal uitgesloten 5.000
0
10.000
15.000
20.000
25.000
Figuur 6.4 Geschat aantal 65-plussers in Rijswijk dat kwetsbaar is of hulp krijgt in 2014, en verandering die verwacht wordt in 2025 (Bron 3, 4, 31).
2014 toename tot 2025
Verhoogd valrisico
Geen regie over het eigen leven
Kwetsbaar
Gebruik hulp bij ADL
Gebruik hulp bij HDL
Gebruik ouderenvervoer
0
98
1.000
2.000
3.000
kijk op gezondheid rijswijk
4.000
5.000
Toekomst Meer eenzaamheid en sociale uitsluiting In 2014 wonen in Rijswijk naar schatting 17.600
Groter beroep op zorgvoorzieningen door senioren
eenzame volwassenen. In 2025 zal dit door de ver-
In 2014 kregen 1.300 65-plussers in Rijswijk (formele
anderde bevolkingssamenstelling toegenomen zijn
of informele) hulp bij algemene dagelijkse levens
tot ongeveer 22.700 (figuur 6.3). Hierbij wordt ervan
verrichtingen (ADL) en 4.200 bij het huishouden (HDL)
uitgegaan dat het percentage eenzamen binnen
(zie figuur 6.4). In 2025 zal dit naar verwachting
leeftijdsgroepen gelijk blijft. Het aantal mensen dat
toenemen tot respectievelijk 1.400 en 4.700. Ook het
sociaal uitgesloten is zal toenemen van 6.100 in 2014
gebruik van ouderenvervoer zal naar verwachting
tot ongeveer 7.900 in 2025 8, 9.
toenemen (van 1.000 naar 1.100).
Lichte toename van het aantal kwetsbare senioren
Dementie wordt in 2030 belangrijkste doodsoorzaak
Het aantal 65-plussers in Rijswijk met een verhoogd
De belangrijkste doodsoorzaken zijn in Nederland op
valrisico zal in 2025 naar schatting 3.500 bedragen.
dit moment coronaire hartziekten, dementie en long-
Dit is hoger dan in 2014 (3.100) (zie figuur 6.4). Ook
kanker. De sterfte aan coronaire hartziekten zal naar
zullen er in 2025 iets meer senioren zijn die het
verwachting de komende jaren afnemen. De sterfte
gevoel hebben de regie over het eigen leven kwijt te
aan dementie zal naar verwachting toenemen. In
zijn. Het aantal senioren dat kwetsbaar is op lichame-
2030 zal dementie de belangrijkste doodsoorzaak
lijk, psychisch of sociaal gebied neemt toe van 2.300
zijn, longkanker neemt dan de tweede plaats in 12.
in 2014 tot ongeveer 2.600 in 2025
10, 11.
6
Ook sterfte ten gevolge van een valongeval zal toenemen. De sterfte aan infectieziekten is nu laag, maar de toekomst hierin is onzeker door mogelijke nieuwe infectieziekten en toenemende resistentie van bacteriën tegen antibiotica.
8 Zie bijlage II: eenzaamheid, sociale uitsluiting 9 De hier genoemde aantallen komen niet exact overeen met de aantallen zoals genoemd in hoofdstuk 3.4 (Sociale gezondheid). Dit komt doordat in hoofdstuk 3.4 de aantallen voor 2012 genoemd worden en in dit hoofdstuk (6.2) de aantallen voor 2014 (na extrapolatie). 10 Zie bijlage II: valrisico, regie over eigen leven, kwetsbaarheid 11 De hier genoemde aantallen komen niet exact overeen met de aantallen zoals genoemd in hoofdstuk 3.4 (Sociale gezondheid). Dit komt doordat in hoofdstuk 3.4 de aantallen voor 2012 genoemd worden en in dit hoofdstuk (6.2) de aantallen voor 2014 (na extrapolatie).
12 Bronnen: RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 (www.vtv2014.nl), www.eengezondernederland.nl
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
99
100
kijk op gezondheid rijswijk
bijlagen
bijlage i Gezondheidsprofiel a Gezondheidsprofiel Rijswijk b Gezondheidsprofiel wijken in Rijswijk
102 120
bijlage ii Begrippenlijst
122
bijlage iii Bronnen
130
bijlage iv Verantwoording
133
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
101
bijlage i
a Gezondheidsprofiel Rijswijk indicator
eenheid
rijswijk
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
543.040
16.829.289
2014
4
2 Demografie 2.1 Bevolking inwoneraantal totaal 2014
47.634
aantal
0 t/m 11 jaar
aantal
5.527
71.090
2.236.117
2014
4
12 t/m 18 jaar
aantal
2.866
44.013
1.404.181
2014
4
19 t/m 64 jaar
aantal
28.287
333.565
10.269.967
2014
4
65 jaar en ouder
aantal
10.954
94.372
2.919.024
2014
4
totaal 2015
aantal
48.216
547.195
16.900.726
2015
4
bevolkingsdichtheid en stedelijkheid bevolkingsdichtheid
aantal inwoners per km2
3.390
1.701
500
2014
4
omgevingsadressendichtheid (OAD)
gemiddeld aantal adressen per km2
3.152
-
1.933
2014
4
stedelijkheid
zeer sterk stedelijk: OAD >= 2.500 sterk stedelijk: OAD 1.500-2.500 matig stedelijk: OAD 1.000-1.500 weinig stedelijk: OAD 500-1.000 niet stedelijk: OAD < 500
zeer sterk
-
sterk
2014
4
demografische druk groene druk
aantal 0 t/m 19-jarigen t.o.v. 20 t/m 64-jarigen
32%
38%
38%
2014
4
grijze druk
aantal 65-plussers t.o.v. 20 t/m 64-jarigen
39%
29%
29%
2014
4
autochtonen
%
69%
75%
79%
2014
4
westerse allochtonen
%
15%
12%
9%
2014
4
niet-westerse allochtonen
%
16%
14%
12%
2014
4
% van bevolking 15 t/m 74 jaar
31%
-
30%
2014
4
etnische herkomst
2.2 Sociaaleconomische status onderwijsniveau laag onderwijsniveau middelbaar onderwijsniveau
% van bevolking 15 t/m 74 jaar
37%
-
40%
2014
4
hoog onderwijsniveau
% van bevolking 15 t/m 74 jaar
31%
-
28%
2014
4
huishoudens met laag inkomen
% van huishoudens, besteedbaar inkomen max. 25.200 euro
43%
-
40%
2013
4
huishoudens met hoog inkomen
% van huishoudens, besteedbaar inkomen > 47.400 euro
18%
-
20%
2013
4
niet-actieven
% van inkomensontvangers (15 tot 65 jr) met uitkering als voornaamste inkomensbron
21%
-
21%
2013
4
inkomen
geletterdheid en computervaardigheden laaggeletterd
% van 19 t/m 64-jarigen
-
-
12%
2012
32
(zeer) weinig computervaardigheden
% van 12 t/m 74-jarigen
-
-
27%
2013
33
gebruikt maandelijks of vaker internet
% van 65-plussers
60%
-
2012
3
102
58%
—
kijk op gezondheid rijswijk
indicator
eenheid
rijswijk
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
2.3 Participatie arbeidsmarktparticipatie (15 t/m 74-jarigen) potentiële beroepsbevolking
aantal x 1.000 (15 t/m 74 jaar)
35
-
12.665
2014
4
werkzame beroepsbevolking
aantal x 1.000 (15 t/m 74 jaar)
22
-
8.214
2014
4
werkloze beroepsbevolking
aantal x 1.000 (15 t/m 74 jaar)
2
-
660
2014
4
niet beroepsbevolking
aantal x 1.000 (15 t/m 74 jaar)
11
-
3.791
2014
4
werkzame beroepsbevolking
% van potentiële beroepsbevolking
63%
-
65%
2014
4
werkloze beroepsbevolking
% van potentiële beroepsbevolking
6%
-
5%
2014
4
niet beroepsbevolking
% van potentiële beroepsbevolking
31%
-
30%
2014
4
aantal personen (15 t/m 64 jaar), jaargemiddelde
1.941
19.218
788.343
2012
4
6%
5%
7%
2012
4
uitkeringen arbeidsongeschiktheidsuitkering
% van inwoners (15 t/m 64 jaar, jaargemiddelde) arbeidsmarktparticipatie jongeren (15 t/m 26 jaar) volgt bekostigd onderwijs, werkt niet
% van 15 t/m 26-jarigen
25%
-
27%
2012
7
volgt bekostigd onderwijs, werkt
% van 15 t/m 26-jarigen
29%
-
33%
2012
7
volgt geen (bekostigd) onderwijs, werkt
% van 15 t/m 26-jarigen
34%
-
30%
2012
7
volgt geen (bekostigd) onderwijs, werkt niet
% van 15 t/m 26-jarigen
11%
-
10%
2012
7
volgt geen (bekostigd) onderwijs, werkt niet, uitkering sociale zekerheid
% van 15 t/m 26-jarigen
4%
-
4%
2012
7
volgt geen (bekostigd) onderwijs, werkt niet, geen uitkering sociale zekerheid
% van 15 t/m 26-jarigen
7%
-
6%
2012
7
aantal 15 t/m 26-jarigen
600
-
241.700
2012
7
% van 12 t/m 18-jarigen
2%
2%
-
2010
2
% van 12 t/m 14-jarigen
2%
2%
-
2010
2
volgt geen (bekostigd) onderwijs, werkt niet mantelzorg geven mantelzorger
mantelzorger (>3 mnd en/of >8 uur/wk)
tamelijk zwaar belast tot overbelast
—
% van 15 + 16-jarigen
1%
2%
-
2010
2
% van 17 + 18-jarigen
2%
3%
-
2010
2
aantal 12 t/m 18-jarigen
60
970
-
2010
2
% van 19 t/m 64-jarigen
15%
13%
12%
2012
3
—
% van 65-plussers
12%
—
13%
13%
2012
3
% van 19-plussers
14%
—
13%
12%
2012
3
aantal 19 t/m 64-jarigen
4.100
43.400
-
2012
3
aantal 65-plussers
1.100
11.100
-
2012
3
aantal 19-plussers
5.300
54.600
-
2012
3
% van mantelzorgers (19 t/m 64-jarigen)
21%
13%
14%
2012
3
% van mantelzorgers (65-plussers)
10%
13%
14%
2012
3
% van mantelzorgers (19-plussers)
18%
13%
14%
2012
3
—
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
103
bijlage i zhw
nederland
jaar
bronb
16%
-
2012
3
eenheid
behoefte aan (extra) hulp
% van mantelzorgers (19 t/m 64-jarigen) % van mantelzorgers (65-plussers)
21%
20%
-
2012
3
bekend met steunpunt mantelzorg
% van mantelzorgers (19 t/m 64-jarigen)
57%
50%
-
2012
3
% van mantelzorgers (65-plussers)
66%
58%
-
2012
3
vrijwilligerswerk is vrijwilliger
rijswijk
signa
indicator
34%
% van 12 t/m 18-jarigen
12%
£
10%
-
2010
2
% van 19 t/m 64-jarigen
21%
«
29%
-
2012
3
% van 65-plussers
27%
«
31%
-
2012
3
% van 19-plussers
23%
«
30%
-
2012
3
aantal 12 t/m 18-jarigen aantal 19-plussers is geen vrijwilliger; heeft wel belangstelling
340
4.700
-
2010
2
8.800
123.400
-
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
23%
—
22%
-
2012
3
% van 65-plussers
10%
—
10%
-
2012
3
% van 19-plussers
20%
—
aantal 19-plussers
7.600
20%
-
2012
3
81.100
-
2012
3
sociale activiteiten
minimaal wekelijks een sociale activiteit
% van 65-plussers
82%
«
87%
-
2012
3
minder dan wekelijks een sociale activiteit
% van 65-plussers
18%
«
13%
-
2012
3
aantal 65-plussers
1.800
11.100
-
2012
3
3 Gezondheid, ziekte en sterfte 3.1 Ervaren gezondheid
ervaren gezondheid (heel) goed
% van 0 t/m 11-jarigen
95%
—
95%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
89%
£
89%
-
2010
2
% van 19 t/m 64-jarigen
78%
«
82%
81%
2012
3
% van 65-plussers
61%
—
62%
61%
2012
3
41.100
1.263.100
2014
4, 5
ervaren gezondheid (zeer) goed
ervaren gezondheid
3.2 Fysieke gezondheid en beperkingen ziekten op basis van zorgregistraties, volwassenen perifere artrose
aantal inwoners (15 jr en ouder)
4.600
diabetes mellitus
aantal inwoners (15 jr en ouder)
3.000
28.500
880.700
2014
4, 5
gehoorstoornissen
aantal inwoners (15 jr en ouder)
3.100
27.700
847.300
2014
4, 5
zelf gerapporteerde ziekten en aandoeningen in afgelopen 12 maanden, volwassenen % van 19 t/m 64-jarigen
50%
£
53%
54%
2012
3
migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn
% van 19 t/m 64-jarigen
17%
—
17%
19%
2012
3
hoge bloeddruk
% van 19 t/m 64-jarigen
15%
£
12%
13%
2012
3
aandoening van de rug
% van 19 t/m 64-jarigen
9%
—
9%
10%
2012
3
gewrichtsslijtage van heupen/knieën
% van 19 t/m 64-jarigen
11%
—
9%
10%
2012
3
aandoening van nek/schouder
% van 19 t/m 64-jarigen
12%
£
9%
10%
2012
3
suikerziekte (diabetes)
% van 19 t/m 64-jarigen
3%
—
3%
4%
2012
3
één of meer ziekten of aandoeningen
104
kijk op gezondheid rijswijk
rijswijk
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
% van 65-plussers
88%
«
85%
84%
2012
3
hoge bloeddruk
% van 65-plussers
47%
«
42%
42%
2012
3
gewrichtsslijtage van heupen/knieën
% van 65-plussers
40%
£
37%
37%
2012
3
aandoening van de rug
% van 65-plussers
16%
—
17%
17%
2012
3
onvrijwillig urineverlies (incontinentie)
% van 65-plussers
15%
—
15%
16%
2012
3
—
indicator
eenheid
één of meer ziekten of aandoeningen
% van 65-plussers
14%
14%
16%
2012
3
aantal 19-plussers
23.000
247.100
-
2012
3
migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn
aantal 19-plussers
5.600
62.200
-
2012
3
hoge bloeddruk
aantal 19-plussers
8.800
76.500
-
2012
3
gewrichtsslijtage van heupen/knieën
aantal 19-plussers
6.900
61.200
-
2012
3
suikerziekte (diabetes)
aantal 19-plussers
2.200
21.800
-
2012
3
2011
22
suikerziekte (diabetes) één of meer ziekten of aandoeningen
medicijngebruik voor diabetes (obv registratie zorgverzekeraars) diabetes type 1
% van bevolking (0+)
1%
1%
2%
aantal patiënten (0+)
669
6.847
250.585
2011
22
diabetes type 2
% van bevolking (0+)
4%
3%
3%
2011
22
aantal patiënten (0+)
1.966
16.607
494.521
2011
22
beperkingen
functionele beperking (mobiliteit, gezichtsvermogen en/of gehoor)
% van 19 t/m 64-jarigen
beperking mobiliteit
beperking gezichtsvermogen
beperking gehoor
beperkingen bij algemene dagelijkse levensverrichtingen
11%
—
% van 65-plussers
31%
£
aantal 19-plussers
6.200
10%
11%
2012
3
29%
30%
2012
3
56.800
-
2012
3
8%
—
6%
6%
2012
3
% van 65-plussers
24%
£
23%
23%
2012
3
aantal 19-plussers
4.700
% van 19 t/m 64-jarigen
37.700
-
2012
3
3%
—
5%
5%
2012
3
% van 65-plussers
10%
—
8%
9%
2012
3
aantal 19-plussers
1.800
22.400
-
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
% van 19 t/m 64-jarigen
4%
—
3%
3%
2012
3
% van 65-plussers
9%
—
8%
8%
2012
3
aantal 19-plussers
2.000
15.100
-
2012
3
% van 65-plussers
16%
14%
-
2012
3
—
aantal 65-plussers
1.600
12.200
-
2012
3
beperking bij traplopen
% van 65-plussers
13%
—
12%
-
2012
3
beperking bij verplaatsen buitenshuis
% van 65-plussers
9%
—
7%
-
2012
3
beperkingen bij het huishouden
% van 65-plussers
48%
«
45%
-
2012
3
aantal 65-plussers
4.700
38.300
-
2012
3
beperking bij reparaties en klusjes in/om huis
% van 65-plussers
31%
—
30%
-
2012
3
beperking bij zwaar huishoudelijk werk
% van 65-plussers
31%
«
27%
-
2012
3
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
105
bijlage i indicator
eenheid
rijswijk
signa
zhw
nederland
bronb
jaar
ziekten op basis van zorgregistraties, kinderen constitutioneel eczeem
aantal inwoners (0 t/m 14 jr)
220
2.700
85.500
2014
4, 5
astma
aantal inwoners (0 t/m 14 jr)
170
2.300
74.900
2014
4, 5
zelfgerapporteerde ziekten en aandoeningen in afgelopen 12 maanden, kinderen % van 0 t/m 11-jarigen
33%
£
30%
-
2010
1
eczeem
% van 0 t/m 11-jarigen
20%
£
17%
-
2010
1
astma of bronchitis
% van 0 t/m 11-jarigen
11%
£
8%
-
2010
1
migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn
% van 0 t/m 11-jarigen
1%
—
1%
-
2010
1
buikklachten langer dan 3 maanden
% van 0 t/m 11-jarigen
4%
—
4%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
36%
£
35%
-
2010
2
één of meer ziekten of aandoeningen
één of meer ziekten of aandoeningen eczeem
% van 12 t/m 18-jarigen
11%
—
11%
-
2010
2
astma of bronchitis
% van 12 t/m 18-jarigen
10%
—
10%
-
2010
2
migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn
% van 12 t/m 18-jarigen
12%
£
10%
-
2010
2
buikklachten langer dan 3 maanden
% van 12 t/m 18-jarigen
4%
—
5%
-
2010
2
aantal 0 t/m 18 jarigen
1.300
17.400
-
2010
1,2
eczeem astma of bronchitis
aantal 0 t/m 18 jarigen
820
10.100
-
2010
1,2
migraine
aantal 0 t/m 18 jarigen
390
5.700
-
2010
1,2
buikklachten langer dan 3 maanden
aantal 0 t/m 18 jarigen
310
5.100
-
2010
1,2
kinderen met een handicap
kinderen met een handicap
% van 0 t/m 17 jarigen
1,2%
-
2,0%
2012
5
aantal 0 t/m 17-jarigen
90
-
68.300
2012
5
kinderen met een verstandelijke handicap
% van 0 t/m 17 jarigen
0,7%
-
-
2012
5
kinderen met een lichamelijke handicap
% van 0 t/m 17 jarigen
0,4%
-
-
2012
5
kinderen met een zintuiglijke handicap
% van 0 t/m 17 jarigen
0,2%
-
-
2012
5
3.3 Psychische gezondheid
matig-hoog risico op angststoornis of depressie
% van 19 t/m 64-jarigen
39%
—
37%
40%
2012
3
% van 65-plussers
41%
—
39%
38%
2012
3
% van 19-plussers
39%
—
aantal 19-plussers
15.100
gebruikt medicijnen voor depressie
angststoornis of depressie
% van 19 t/m 64-jarigen
8%
38%
40%
2012
3
156.000
-
2012
3
6%
-
2012
3
3.700
115.300
2014
4, 5
£
ziekten op basis van zorgregistraties, psychische stoornissen angststoornissen
aantal inwoners (15 jr en ouder)
340
stemmingsstoornissen
aantal inwoners (15 jr en ouder)
920
9.700
299.500
2014
4, 5
dementie
aantal inwoners (15 jr en ouder)
250
1.900
56.000
2014
4, 5
106
kijk op gezondheid rijswijk
indicator
eenheid
rijswijk
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
1.700
54.700
2014
4, 5
psychische gezondheid jeugd aandachtsstoornissen ADHD
verhoogde score voor psychosociale problematiek
gepest in afgelopen 3 maanden
aantal inwoners (0 t/m 14 jr)
130
% van 0 t/m 11-jarigen
2%
—
2%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
3%
—
4%
-
2010
2
aantal 0 t/m 11-jarigen
90
1.700
-
2010
1
aantal 12 t/m 18-jarigen
90
2.000
-
2010
2
% van 5 t/m 11-jarigen
7%
£
10%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
3%
—
aantal 5 t/m 11-jarigen
200
aantal 12 t/m 18-jarigen
100
% van 5 t/m 11-jarigen
40%
—
% van 12 t/m 18-jarigen
17%
£
aantal 5 t/m 11-jarigen
1.100
aantal 12 t/m 18-jarigen
490
suïcidale gedachten in afgelopen 12 maanden
% van 12 t/m 18-jarigen
16%
aantal 12 t/m 18-jarigen
450
suïcide poging gedaan in afgelopen 12 maanden
% van 12 t/m 18-jarigen
2%
£
£
3%
-
2010
2
4.400
-
2010
1
1.300
-
2010
2
38%
-
2010
1
19%
-
2010
2
16.300
-
2010
1
8.600
-
2010
2
12%
-
2010
2
5.600
-
2010
2
1%
-
2010
2
3.4 Sociale gezondheid en sociale kwetsbaarheid
enigszins tot sterk sociaal uitgesloten
% van 19 t/m 64-jarigen
17%
£
15%
10%
2012
3
% van 65-plussers
12%
—
11%
8%
2012
3
aantal 19-plussers
6.100
eenzaamheid matig tot zeer ernstig eenzaam
sociale uitsluiting
£
57.000
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
44%
«
34%
37%
2012
3
% van 65-plussers
47%
£
44%
45%
2012
3
aantal 19-plussers
17.100
150.300
-
2012
3
7%
-
2012
3
sociale acceptatie homoseksualiteit oordeelt negatief over homoseksualiteit
% van 19-plussers
7%
—
% van 19 t/m 64-jarigen
7%
—
7%
-
2012
3
% van 65-plussers
8%
—
9%
-
2012
3
kwetsbare senior
% van 65-plussers
21%
aantal 65-plussers
2.000
verhoogd valrisico (valrisicotest, Veiligheid NL)
% van 65-plussers
27%
aantal 65-plussers
2.700
in afgelopen 12 mnd gevallen
% van 65-plussers
26%
inkomen
inkomen onder 110% van het sociaal minimum
% van huishoudens
11%
-
12%
2012
4
aantal huishoudens
2.600
-
823.300
2012
4
14%
-
10%
2012
4
1.000
-
345.700
2012
4
kind in een gezin met een inkomen onder 110% van het sociale minimum
kwetsbare senioren
% van 0 t/m 17-jarigen
aantal van 0 t/m 17-jarigen
«
—
—
18%
-
2012
3
15.000
-
2012
3
26%
-
2012
3
22.300
-
2012
3
27%
-
2012
3
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
107
bijlage i
rondkomen
enige tot grote moeite met rondkomen
% van 19 t/m 64-jarigen
24%
—
23%
25%
2012
3
% van 65-plussers
14%
—
14%
14%
2012
3
aantal 19-plussers
8.300
risicovolle schuld
schuldsanering
zhw
nederland
bronb
eenheid
schulden
rijswijk
signa
indicator
86.700
—
jaar
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
13%
11%
-
2012
3
aantal 19 t/m 64-jarigen
3.800
37.900
-
2012
3
aantal personen toegelaten tot de WSNP
26
304
13.762
2012
23
aantal beëindigde schuldsaneringen - totaal
28
560
9.678
2012
23
vorderingen voldaan / hervatting betalingen / goedkeuring akkoord
<5
13
427
2012
23
beeïndiging met schone lei
22
415
6.991
2012
23
beeïndiging zonder schone lei
<5
98
1.646
2012
23
faillissement
<5
34
613
2012
23
overige redenen
<5
0
<5
2012
23
% van huishoudens
55%
51%
56%
2012
9
aantal huishoudens
13.740
129.800
4.371.710
2012
9
% van huishoudens
25%
22%
27%
2012
9
aantal huishoudens
6.195
57.150
2.071.295
2012
9
118
-
-
2013
10
aantal beëindigde schuldsaneringen, naar reden:
gebruik van sociale regelingen gebruikt één of meer van 49 sociale regelingen
gebruikt sociale regelingen in 2 of meer clusters
meldingen bij meldpunten bezorgd meldingen bij Meldpunt Bezorgd van GGD ZHW
aantal meldingen
huiselijk geweld en kindermishandeling ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld
bekend met Steunpunt Huiselijk Geweld
meldingen bij Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag
kind gemeld i.v.m. kindermishandeling
108
% van 19 t/m 64-jarigen
9%
—
8%
8%
2012
3
% van 65-plussers
6%
—
5%
4%
2012
3
aantal 19-plussers
3.100
29.600
-
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
56%
—
57%
-
2012
3
% van 65-plussers
45%
£
42%
-
2012
3
12
-
-
2013
16
melding ouderenmishandeling
6
-
-
2013
16
meldingen doorgestuurd door Politie
91
-
-
2013
16
huisverboden, coördinatie en advies
23
-
-
2013
16
meldingen van eergerelateerde problematiek
13
-
-
2013
16
% van 0 t/m 17-jarigen
2,3%
-
0,9%
2012
8
aantal 0 t/m 17-jarigen
180
-
31.700
2012
8
adviesvragen en meldingen door burgers en professionals
kijk op gezondheid rijswijk
indicator
zhw
nederland
jaar
bronb
168
1.542
64.558
2013
17
aantal hulpvragers alcohol
77
830
29.851
2013
17
aantal hulpvragers cannabis
20
239
10.266
2013
17
aantal hulpvragers opiaten
27
157
9.655
2013
17
eenheid
rijswijk
signa
verslavingszorg cliënten verslavingszorg
aantal hulpvragers (alle problematieken)
aantal hulpvragers cocaïne
24
166
7.525
2013
17
aantal hulpvragers per 10.000 inwoners (alle problematieken)
35
29
38
2013
17
aantal volwassen veelplegers (18 jr en ouder)
65
523
22.430
2013
18
aantal volwassen veelplegers (18 jr en ouder) - niet zeer aktief
60
455
18.345
2013
18
aantal volwassen veelplegers (18 jr en ouder) - zeer aktief
5
68
4.085
2013
18
aantal jeugdige veelplegers (12 t/m 17 jr)
<5
29
893
2013
18
% van 12 t/m 21-jarigen
3%
-
3%
2012
8
% van 15 t/m 19 jarige meisjes
0,4%
0,5%
0,5%
2014
7
aantal 15 t/m 19 jarige meisjes
<5
74
2.429
2014
7
veelplegers veelplegers
met een delict voor de rechter kwetsbare jeugd tienermoeder
eenouderhuishoudens
aantal
1.982
18.777
535.870
2014
4
kind in een eenoudergezin
% van 0 t/m 24-jarigen
22%
15%
14%
2014
7
aantal 0 t/m 24-jarigen
2.444
24.824
691.331
2014
7
achterstandsleerling (leerlinggewicht > 0)
% van 4 t/m 12-jarigen
13%
-
12%
2012
8
aantal 4 t/m 12-jarigen
470
-
204.800
2012
8
% van 12 t/m 22-jarige leerlingen
2%
2%
-
2012-2013
34
aantal 12 t/m 22-jarige leerlingen
61
863
-
2012-2013
34
20%
-
2010
2
voortijdig schoolverlater
gespijbeld in afgelopen 4 weken
% van schoolgaande 12 t/m 18-jarigen
£
24%
3.5 Levensverwachting en sterfte
levensverwachting
levensverwachting
levensverwachting bij geboorte (4-jaarsgemiddelde)
80,6
£
-
81,0
2009-2012
5
levensverwachting op 65-jarige leeftijd (4-jaars gemiddelde)
19,3
£
-
19,6
2009-2012
5
sterfte
alle doodsoorzaken
absolute sterfte (gem. aantal / jaar)
bruto sterfte (%/jaar) Standardized Mortality Ratio (SMR)
597 1,27% 102
£
4.204
136.690
2009-2012
20
0,79%
0,82%
2009-2012
20
-
100
2009-2012
20
percentage van totale sterfte: - nieuwvormingen
% van sterfte
31%
32%
32%
2009-2012
20
- ziekten van hart en vaatstelsel
% van sterfte
28%
28%
28%
2009-2012
20
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
109
bijlage i indicator
eenheid
- ziekten van de ademhalingsorganen
% van sterfte
signa
rijswijk
zhw
nederland
jaar
bronb
10%
10%
2009-2012
20
11%
- niet-natuurlijke doodsoorzaken
% van sterfte
perinatale sterfte
% sterfte binnen 7 dagen na de geboorte (4-jaarsgemiddelde)* aantal sterfte binnen 7 dagen na de geboorte (4-jaarsgemiddelde)*
zuigelingensterfte
% sterfte levengeboren 0-jarigen
kindersterfte
% sterfte 1 t/m 14-jarigen
4%
4%
4%
2009-2012
20
0,7%
0,8%
0,8%
2010-2013
21
11
44
1.459
2010-2013
21
0,0%
-
0,3%
2012
8
0,02%
-
0,01%
2012
8
* cluster Leidschendam-Voorburg / Rijswijk / Wassenaar lijkschouwen door de ggd
lijkschouwen bij niet-natuurlijke dood
gemiddeld aantal schouwen per jaar, naar woongemeente slachtoffer
15
143
-
2011-2013
26
lijkschouwen bij euthanasie
gemiddeld aantal schouwen per jaar, naar woongemeente slachtoffer
19
139
-
2011-2013
26
4 Leefstijl en fysieke omgeving 4.1 Leefstijlfactoren lichaamsbeweging
voldoet niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB)
% van 4 t/m 11-jarigen
—
55%
54%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
70%
£
71%
-
2010
2
% van 19 t/m 64-jarigen
45%
£
41%
41%
2012
3
% van 65-plussers
36%
«
32%
32%
2012
3
% van 19-plussers
42%
£
39%
39%
2012
3
aantal 4 t/m 18-jarigen aantal 19-plussers
3.800
58.300
-
2010
1,2
16.200
161.800
-
2012
3
% van 4 t/m 11-jarigen
88%
—
86%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
41%
—
41%
-
2010
2
sport bij een sportvereniging (ten minste 1 dag/wk)
% van 4 t/m 11-jarigen
80%
—
81%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
67%
«
72%
-
2010
2
sport buiten school/vereniging om (ten minste 1 dag/wk)
% van 4 t/m 11-jarigen
88%
—
88%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
77%
£
76%
-
2010
2
minimaal 1 dag per week sporten
% van 19 t/m 64-jarigen
59%
£
63%
-
2012
3
% van 65-plussers
34%
—
36%
-
2012
3
sport op school (ten minste 2 dgn/wk)
voeding
ontbijt minder dan 5x per week
% van 1 t/m 11-jarigen
3%
—
£
12%
-
2010
2
«
48%
-
2010
1
2%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
15%
eet niet elke dag groente
% van 1 t/m 11-jarigen
42%
% van 12 t/m 18-jarigen
42%
£
46%
-
2010
2
eet niet elke dag fruit
% van 1 t/m 11-jarigen
33%
«
39%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
58%
lichaamsgewicht
overgewicht (matig of ernstig)
110
«
64%
2010
2
% van PGO 2 jaar 3 mnd
11%
10%
-
2013/2014
12
% van PGO 3 jaar 3 mnd
10%
10%
-
2013/2014
12
kijk op gezondheid rijswijk
indicator
ondergewicht
eenheid
rijswijk
signa
11%
11%
-
2013/2014
12
14%
12%
-
2013/2014
12
% van PGO groep 7 BO
22%
17%
-
2013/2014
12
% van PGO klas 2 VO
36%
16%
-
2013/2014
12
% van 19 t/m 64-jarigen
46%
£
43%
46%
2012
3
% van 65-plussers
54%
«
58%
59%
2012
3
% van 19-plussers
48%
—
46%
-
2012
3
aantal 19-plussers
18.200
192.000
-
2012
3
% van PGO 2 jaar 3 mnd
12%
12%
-
2013/2014
12
% van PGO 3 jaar 3 mnd
17%
12%
-
2013/2014
12
% van PGO 4 jaar 3 mnd
14%
11%
-
2013/2014
12
% van PGO groep 2 BO
10%
10%
-
2013/2014
12
% van PGO groep 7 BO
8%
9%
-
2013/2014
12
9%
-
2013/2014
12
8%
-
2012
3
% van PGO klas 2 VO
7%
% van 19 t/m 64-jarigen
8%
—
3%
-
2012
3
5%
-
2012
3
% van 65-plussers
3%
% van 65-plussers
5%
—
(mee)roken jeugd
afgelopen 7 dagen in huis van het kind gerookt
% van 0 t/m 11-jarigen
roken volwassenen rookt
7%
—
% van 8 t/m 11-jarigen
1%
—
0%
-
2010
1
% van 12 t/m 18-jarigen
34%
£
30%
-
2010
2
8%
-
2010
1
% van 12 t/m 14-jarigen
12%
10%
-
2010
2
% van 15 + 16-jarigen
39%
35%
-
2010
2
% van 17 + 18-jarigen
58%
% van 12 t/m 18-jarigen
£
8%
52%
-
2010
2
7%
-
2010
2
% van 12 t/m 14-jarigen
2%
1%
-
2010
2
% van 15 + 16-jarigen
5%
7%
-
2010
2
% van 17 + 18-jarigen
20%
14%
2010
2
% van 19 t/m 64-jarigen
23%
—
24%
26%
2012
3
% van 65-plussers
15%
«
13%
13%
2012
3
% van 19-plussers
21%
—
21%
23%
2012
3
aantal 19-plussers
8.200
88.800
-
2012
3
alcoholgebruik jeugd
alcohol gedronken in afgelopen 4 weken
% van 12 t/m 18-jarigen
40%
% van 12 t/m 15-jarigen
15%
5 of meer glazen gedronken in afgelopen 4 weken (binge drinken)
bronb
jaar
% van PGO 4 jaar 3 mnd
ondervoeding
rookt dagelijks
nederland
% van PGO groep 2 BO
—
wel eens gerookt
zhw
£
42%
-
2010
2
18%
-
2010
2
% van 12 t/m 17-jarigen
33%
35%
-
2010
2
aantal 12 t/m 17-jarigen
810
13.300
-
2010
2
% van 12 t/m 18-jarigen
25%
£
26%
-
2010
2
8%
-
2010
2
£
20%
-
2010
2
7.700
-
2010
2
% van 12 t/m 15-jarigen
7%
% van 12 t/m 17-jarigen
18%
aantal 12 t/m 17-jarigen
450
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
111
bijlage i rijswijk
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
44%
£
51%
-
2010
2
ze zeggen er niets van
14%
—
13%
-
2010
2
ze raden het af
25%
«
19%
-
2010
2
4%
—
5%
-
2010
2
indicator
eenheid
mening ouders (volgens jongeren die wel eens alcohol drinken)
ze vinden het goed
ze vinden dat ik minder moet drinken
behandeld met alcohol vergiftiging op de alcoholpoli van het Reinier de Graaf
ze verbieden het
5%
—
4%
-
2010
2
ze weten het niet
8%
—
9%
-
2010
2
47
-
2013
24
7%
8%
2012
3
9
aantal jongeren
alcoholgebruik volwassenen —
drinkt overmatig alcohol
% van 19 t/m 64-jarigen
7%
% van 65-plussers
9%
—
9%
8%
2012
3
drinkt zwaar alcohol
% van 19 t/m 64-jarigen
7%
—
9%
12%
2012
3
% van 65-plussers
5%
—
5%
6%
2012
3
% van 19-plussers
7%
—
9%
10%
2012
3
aantal 19-plussers
2.600
druggebruik jeugd
cannabis gebruikt in afgelopen 4 weken
% van 12 t/m 18 jarigen
5%
% van 12 t/m 14-jarigen
1%
35.300
£
2012
3
4%
-
2010
2
0%
-
2010
2
% van 15 + 16-jarigen
5%
5%
-
2010
2
% van 17 + 18-jarigen
10%
9%
-
2010
2
0%
-
2010
2
—
harddrugs gebruikt in afgelopen 4 weken
% van 12 t/m 18-jarigen
1%
druggebruik volwassenen
cannabis gebruikt in afgelopen 12 maanden
% van 19 t/m 64-jarigen
5%
—
5%
-
2012
3
cannabis gebruikt in afgelopen 4 weken
% van 19 t/m 64-jarigen
2%
—
3%
-
2012
3
harddrugs gebruikt in afgelopen 12 maanden
% van 19 t/m 64-jarigen
2%
—
3%
-
2012
3
harddrugs gebruikt in afgelopen 4 weken
% van 19 t/m 64-jarigen
1%
—
1%
-
2012
3
% van 12 t/m 18-jarigen
24%
£
22%
-
2010
2
% van 12 t/m 14-jarigen
3%
2%
-
2010
2
seksueel (risico)gedrag jeugd wel eens geslachtsgemeenschap gehad
% van 15 + 16-jarigen
21%
19%
-
2010
2
% van 17 + 18-jarigen
53%
50%
-
2010
2
niet altijd condooms gebruikt in hele leven
% van 12 t/m 18-jarigen met seksuele ervaring
53%
£
58%
-
2010
2
weleens een SOA gehad
% van 12 t/m 18-jarigen
1%
—
1%
-
2010
2
% van 12 t/m 18-jarigen
34%
31%
-
2010
2
% van 12 t/m 18-jarigen
29%
28%
-
2010
2
aantal 12 t/m 18-jarigen
840
12.700
-
2010
2
gehoorschade jeugd soms, vaak of altijd last van het gehoor soms last van het gehoor
112
£
kijk op gezondheid rijswijk
indicator vaak of altijd last van het gehoor
last van gepiep in oren
eenheid % van 12 t/m 18-jarigen
rijswijk
signa
5%
zhw
nederland
jaar
bronb
3%
-
2010
2
aantal 12 t/m 18-jarigen
140
1.500
-
2010
2
% van 12 t/m 18-jarigen
20%
£
20%
-
2010
2
% van 12 t/m 18-jarigen
61%
—
60%
2010
2
% van 19 t/m 64-jarigen
80%
£
78%
-
2012
3
1.449
35.217
4.154.041
2010
4
56%
29%
12%
2010
4
intentie gedragsverandering % dat de gezondheid zou willen verbeteren
4.2 Fysieke omgeving bodemgebruik totale oppervlakte
hectare
bebouwd terrein/verkeer
% van totale oppervlakte
agrarisch terrein
% van totale oppervlakte
12%
43%
55%
2010
4
bos, open natuurlijk terrein, recreatie
% van totale oppervlakte
29%
18%
14%
2010
4
water
% van totale oppervlakte
3%
9%
19%
2010
4
60%
-
26%
2012
4
wonen gestapelde bouw
% van woningvoorraad
koopwoningen
% van woningen
45%
-
55%
2013
4
huurwoningen – in bezit woningcorporatie
% van woningen
37%
-
31%
2013
4
huurwoningen – in bezit overige verhuurders
% van woningen
18%
-
13%
2013
4
bouwjaarklasse vanaf 2000
% van woningen
5%
-
12%
2013
4
bouwjaarklasse tot 2000
% van woningen
95%
-
88%
2013
4
oordeel inwoners over woning en woonomgeving tevreden over de woning (rapportcijfer 6 of hoger)
tevreden over de woonomgeving (rapportcijfer 6 of hoger)
94%
—
94%
-
2012
3
% van 65-plussers
97%
—
97%
-
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
96%
£
93%
-
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
meldingen over fysieke leefomgeving bij ggd meldingen bij GGD
gemiddeld aantal meldingen per jaar
18
138
4.500
2011-2014
26
gemiddeld aantal meldingen per 10.000 inwoners per jaar
3,7
2,6
2,7
2011-2014
26
meldingen door burgers
gemiddeld aantal meldingen per jaar
11
95
-
2011-2014
26
meldingen door burgers over binnenmilieu
% van totaal aantal meldingen door burgers
89%
74%
-
2011-2014
26
meldingen door burgers over buitenmilieu
% van totaal aantal meldingen door burgers
11%
26%
-
2011-2014
26
meldingen door instanties
gemiddeld aantal meldingen per jaar
7
44
-
2011-2014
26
meldingen door instanties over binnenmilieu
% van totaal aantal meldingen door instanties
-
70%
-
2011-2014
26
meldingen door instanties over buitenmilieu
% van totaal aantal meldingen door instanties
-
30%
-
2011-2014
26
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
113
bijlage i rijswijk
signa
eenheid
binnenmileu
schimmel of vochtplekken in woonkamer en/of slaapkamer
% van 19 t/m 64-jarigen
9%
—
8%
-
2012
3
dagelijks roken in huis
% van 19 t/m 64-jarigen
19%
«
15%
-
2012
3
% van 19 t/m 64-jarigen
14%
—
14%
-
2012
3
ernstige geluidhinder door buren
% van 19 t/m 64-jarigen
7%
—
6%
-
2012
3
ernstige geluidhinder door brommers/scooters
% van 19 t/m 64-jarigen
5%
—
5%
-
2012
3
ernstige geluidhinder door wegverkeer
% van 19 t/m 64-jarigen
4%
—
3%
-
2012
3
-
-
2006
13
zhw
nederland
bronb
indicator
jaar
buitenmilieu ernstige geluidhinder in/om huis
gemiddelde hoeveelheid openbaar groen binnen 500 m van woning
1: 50 m2 of minder 2: 50-75 m2 3: 75-100 m2 4: 100-150 m2 5: meer dan 150 m2
voldoende groen in de buurt
% van 19 t/m 64-jarigen
76%
«
68%
-
2012
3
tevreden over groen in de buurt (rapportcijfer 6 of hoger)
% van 19 t/m 64-jarigen
94%
«
87%
-
2012
3
belangrijk dat er groen in de buurt is
% van 19 t/m 64-jarigen
94%
—
94%
-
2012
3
2
-
-
2010
14
2
leefbaarheid leefbaarheid in de gemeente
1: matig positief 2: positief 3: zeer positief
prettig wonen in de buurt
gemiddeld rapportcijfer, 15-plussers
7,5
-
7,4
2013
27
sociale cohesie in de buurt
samengestelde score (schaal 0-10)
5,9
-
6,2
2013
27
fysieke voorzieningen
samengestelde score (schaal 0-10)
6,4
-
6,2
2013
27
gemiddeld rapportcijfer, 15-plussers
7,0
-
7,1
2013
27
% van zuigelingen
99%
99%
-
2013/2014
12
% van peuters
94%
97%
-
2013/2014
12
102%
98%
-
2013/2014
12
veiligheid veiligheid in de buurt
5 Gezondheidszorg 5.1 Preventieve gezondheidszorg jeugdgezondheidszorg deelname periodiek gezondheidsonderzoek
% van groep 2 BO*, ** % van groep 7 BO*
97%
99%
-
2013/2014
12
% van klas 2 VO*
92%
92%
-
2013/2014
12
* BO: Basisonderwijs, VO: Voortgezet onderwijs ** Het bereik in groep 2 is hoger dan 100% vanwege een inhaalslag van het voorgaande schooljaar. vaccinaties
Hib, volledig afgesloten
% van 2-jarigen
98%
97%
96%
2014
5
MenC, volledig afgesloten
% van 2-jarigen
97%
97%
96%
2014
5
Pneumokokken, volledig afgesloten
% van 2-jarigen
96%
96%
95%
2014
5
DTP, volledig afgesloten
% van 10-jarigen
94%
93%
93%
2014
5
114
kijk op gezondheid rijswijk
indicator
eenheid
BMR, volledig afgesloten
% van 10-jarigen
zhw
nederland
jaar
bronb
94%
93%
92%
2014
5
rijswijk
signa
HPV, volledig afgesloten
% van 14-jarige meisjes
60%
63%
59%
2014
5
griepvaccinatie
% van 60-plussers
61%
-
60%
2013/2014
5
screening
opkomst screening baarmoederhalskanker
% vrouwen 30 t/m 60 jaar
60%
-
-
2013
28
opkomst screening borstkanker
% vrouwen 49 t/m 75 jaar
70%
-
-
2012
28
aantal
40
341
2014
26
aantal
29
230
2014
26
meldingsplichtige infectieziekten totaal meldingsplichtige infectieziekten kinkhoest
9007
bezoek aan soa centrum
SOA Centrum Den Haag bezocht
aantal
258
3.143
-
2013
25
aantal
4.920
51.200
1.496.380
2011
29
5.2 Geestelijke gezondheidszorg zorgtrajecten tweedelijns GGZ, alle diagnoses
875
10.900
320.350
2011
29
3.340
34.620
1.032.250
2011
29
705
5.675
143.785
2011
29
- aantal vrouwen
2.785
27.995
778.955
2011
29
- aantal mannen
- aantal 0 t/m 18-jarigen - aantal 19 t/m 64-jarigen - aantal 65+
zorgtrajecten tweedelijns GGZ, alle diagnoses
2.135
23.205
717.430
2011
29
aantal per 1.000 inwoners
105
96
90
2011
29
- aantal per 1.000 0 t/m 18-jarigen
112
97
89
2011
29
- aantal per 1.000 19 t/m 64-jarigen
119
104
100
2011
29
65
63
52
2011
29
- aantal per 1.000 vrouwen
113
104
92
2011
29
- aantal per 1.000 mannen
97
88
87
2011
29
stemmingsstoornissen
aantal per 1.000 inwoners
23
20
16
2011
29
angststoornissen
aantal per 1.000 inwoners
13
12
10
2011
29
aan een middel gebonden stoornissen
aantal per 1.000 inwoners
6
4
6
2011
29
schizofrenie en andere psychotische stoornissen
aantal per 1.000 inwoners
5
4
5
2011
29
aanpassingsstoornissen
aantal per 1.000 inwoners
7
7
7
2011
29
- aantal per 1.000 65+
zorgtrajecten tweedelijns GGZ, met als primaire diagnose:
5.3 Perinatale zorg levendgeborenen
aantal
570
5.438
171.341
2013
4
bevallen vrouwen
aantal
1.447
5.230
167.146
2013
21
eerste contact met verloskundige/gynaecoloog op of na 18 weken zwangerschap
% van bevallen vrouwen*
12%
8%
7%
2013
21
overdracht van 1e naar 2e lijn tijdens bevalling
% van bevallingen met start in eerste lijn*
31%
39%
44%
2013
21
geboorten in 1e lijn (thuis, kraaminrichting, polikliniek)
% van geboorten*
30%
30%
27%
2013
21
* cluster Leidschendam-Voorburg / Rijswijk / Wassenaar
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
115
bijlage i indicator
eenheid
rijswijk
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
5.4 Zorg voor de jeugd aantal jeugdigen in jeugdzorg, naar financieringsbron jeugdzorg, gefinancierd vanuit ZvW, Provincie of AWBZ
aantal 0 t/m 17-jarigen
840
11.940
382.440
2011
7
% van 0 t/m 17-jarigen
11%
11%
11%
2011
7
jeugdzorg, gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw)
aantal 0 t/m 17-jarigen
630
8.990
267.470
2011
7
% van 0 t/m 17-jarigen
8%
8%
8%
2011
7
jeugdzorg, gefinancierd vanuit de Provincie
aantal 0 t/m 17-jarigen
225
3.290
104.090
2011
7
% van 0 t/m 17-jarigen
3%
3%
3%
2011
7
aantal 0 t/m 17-jarigen
155
2.090
97.265
2011
7
% van 0 t/m 17-jarigen
2%
2%
3%
2011
7
20.900
716.895
2013**
30
jeugdzorg, gefinancierd vanuit de AWBZ
5.5 Wmo en AWBZ afname van wmo- of awbz-zorg (zorg zonder verblijf), naar financieringsbron en functie* totaal Wmo en/of AWBZ
aantal personen (18 jr en ouder)
totaal Wmo
aantal personen (18 jr en ouder)
% van 18-plussers
% van 18-plussers Wmo: huishoudelijke verzorging
aantal personen (18 jr en ouder)
AWBZ: begeleiding individueel
AWBZ: begeleiding groep
AWBZ: persoonlijke verzorging
AWBZ: verpleging
6%
5%
5%
2013**
30
1.675
12.790
414.060
2013**
30
4%
3%
3%
2013**
30
1.675
12.790
414.060
2013**
30
4%
3%
3%
2013**
30
1.615
13.725
500.230
2013**
30
% van 18-plussers
4%
3%
4%
2013**
30
aantal personen (18 jr en ouder)
595
4.910
146.370
2013**
30
% van 18-plussers totaal AWBZ
2.580
aantal personen (18 jr en ouder)
% van 18-plussers
1%
1%
1%
2013**
30
aantal personen (18 jr en ouder)
290
2.610
90.200
2013**
30
% van 18-plussers
1%
1%
1%
2013**
30
1.145
9.245
342.030
2013**
30
aantal personen (18 jr en ouder) % van 18-plussers
3%
2%
3%
2013**
30
aantal personen (18 jr en ouder)
520
4.260
163.565
2013**
30
% van 18-plussers
1%
1%
1%
2013**
30
9%
-
2012
3
8.000
-
2012
3
* het betreft zorg in natura, waarvan een eigen bijdrage betaald moet worden ** voorlopige cijfers hulp bij adl/hdl – 65-plussers ontvangt hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL)
—
% van 65-plussers
11%
aantal 65-plussers
1.100
heeft behoefte aan (meer) hulp bij ADL
% van 65-plussers
3%
—
3%
-
2012
3
ontvangt hulp bij huishouden (HDL)
% van 65-plussers
37%
£
34%
-
2012
3
aantal 65-plussers
3.700
heeft behoefte aan (meer) hulp bij HDL
% van 65-plussers
6%
116
29.000
-
2012
3
5%
-
2012
3
—
kijk op gezondheid rijswijk
indicator
eenheid
rijswijk
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
6 Toekomst 6.1 Veranderingen in bevolkingsomvang en -samenstelling 0+
aantal 2014
47.634
543.040
16.829.289
2014
4
aantal 2025
67.800
609.200
17.389.200
2025*
31
aantal toe-/afname 2014-2025
20.100
66.200
559.900
2025*
4,31
42%
12%
3%
2025*
4,31
aantal 2014
8.801
122.461
3.846.040
2014
4
aantal 2025
16.300
140.200
3.702.100
2025*
31
7.500
17.800
-143.900
2025*
4,31
% toename 2014-2025 0 t/m 19 jaar
aantal toe-/afname 2014-2025
86%
15%
-4%
2025*
4,31
aantal 2014
27.879
326.207
10.064.225
2014
4
aantal 2025
38.600
345.800
9.894.300
2025*
31
aantal toe-/afname 2014-2025
10.700
19.600
-169.900
2025*
4,31
% toename 2014-2025 20 t/m 64 jaar
39%
6%
-2%
2025*
4,31
aantal 2014
10.954
94.372
2.919.024
2014
4
aantal 2025
12.800
123.200
3.792.800
2025*
31
1.800
28.800
873.800
2025*
4,31
17%
31%
30%
2025*
4,31
% 0 t/m 19-jarigen t.o.v. 20 t/m 64-jarigen in 2014
32%
38%
38%
2014
4
% 0 t/m 19-jarigen t.o.v. 20 t/m 64-jarigen in 2025
42%
41%
37%
2025*
31
% 65-plussers t.o.v. 20 t/m 64-jarigen in 2014
39%
29%
29%
2014
4
% 65-plussers t.o.v. 20 t/m 64-jarigen in 2025
33%
36%
38%
2025*
31
% toename 2014-2025 65+
aantal toe-/afname 2014-2025 % toename 2014-2025 * deze aantallen zijn afgerond op honderdtallen groene druk
grijze druk
6.2 Toekomstverkenning gezondheid chronische aandoeningen (demografische prognose), o.b.v. landelijke prevalentie perifere artrose
diabetes mellitus
gehoorstoornissen
nek- en rugklachten
coronaire hartziekten
astma
COPD
aantal (0+), 2014
4.600
41.100
1.263.200
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
5.200
50.500
1.543.200
2014
5,31
aantal (0+), 2014
3.000
28.600
884.400
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
3.600
34.700
1.058.000
2014
5,31
aantal (0+), 2014
3.100
28.000
859.200
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
3.700
34.700
1.059.000
2014
5,31
aantal (0+), 2014
2.100
21.500
667.100
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
2.600
24.000
708.700
2014
5,31
aantal (0+), 2014
2.300
21.000
650.100
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
2.700
26.600
820.100
2014
5,31
aantal (0+), 2014
1.300
15.500
481.700
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
1.900
17.200
489.900
2014
5,31
aantal (0+), 2014
1.300
12.500
385.400
2014
4, 5
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
117
bijlage i indicator
eenheid
rijswijk 1.600
aantal (0+), 2025 contacteczeem
gezichtsstoornissen
stemmingsstoornissen
dementie
angststoornissen
signa
zhw
nederland
jaar
bronb
15.400
471.700
2014
5,31
aantal (0+), 2014
1.000
10.700
332.500
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
1.300
12.300
359.800
2014
5,31
aantal (0+), 2014
1.200
10.500
323.000
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
1.400
13.400
410.900
2014
5,31
aantal (0+), 2014
900
9.700
299.800
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
1.200
10.600
314.900
2014
5,31
aantal (0+), 2014
200
1.900
56.000
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
300
2.500
77.200
2014
5,31
aantal (0+), 2014
300
3.800
116.900
2014
4, 5
aantal (0+), 2025
500
4.100
120.800
2014
5,31
-
2012
3,4
sociale factoren (demografische prognose), o.b.v. gezondheidsonderzoek 2012 matig tot zeer ernstig eenzaam
aantal (19+), 2014
17.600
155.600
aantal (19+), 2025
22.700
172.900
-
2012
3,31
sociaal uitgesloten
aantal (19+), 2014
6.100
58.600
-
2012
3,4
aantal (19+), 2025
7.900
63.400
-
2012
3,31
senioren (demografische prognose), o.b.v. gezondheidsonderzoek 2012 verhoogd valrisico
geen regie over het eigen leven
kwetsbaar
gebruik hulp bij ADL
gebruik hulp bij HDL
gebruik ouderenvervoer
aantal (65+), 2014
3.100
25.000
-
2012
3,4
aantal (65+), 2025
3.500
33.200
-
2012
3,31
aantal (65+), 2014
1.500
11.500
-
2012
3,4
aantal (65+), 2025
1.700
15.200
-
2012
3,31
aantal (65+), 2014
2.300
16.900
-
2012
3,4
aantal (65+), 2025
2.600
22.500
-
2012
3,31
aantal (65+), 2014
1.300
9.100
-
2012
3,4
aantal (65+), 2025
1.400
12.100
-
2012
3,31
aantal (65+), 2014
4.200
32.600
-
2012
3,4
aantal (65+), 2025
4.700
43.300
-
2012
3,31
aantal (65+), 2014
1.000
10.000
-
2012
3,4
aantal (65+), 2025
1.100
13.400
-
2012
3,31
a Resultaten van de GGD Gezondheidsenquêtes kunnen getoetst worden op statistische significantie (zie bijlage II: Statistische significantie). In deze tabel worden de volgende symbolen gebruikt: — niet getoetst omdat het verschil tussen de percentages relatief klein is (niet relevant); £ geen statistisch significant verschil; « het percentage in de gemeente is significant hoger of lager dan in de overige gemeenten in de regio. b Voor bronnen: zie bijlage III.
118
kijk op gezondheid rijswijk
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
119
gemiddeld aantal adressen per km2
categorie 1
omgevingsadressendichtheid (OAD)
stedelijkheid
zeer sterk
3.825
10.426
zeer sterk
3.833
8.661
19%
27%
31%
8%
15%
julianapark huis te lande stationskwartier te werve
23% 30%
5.498 3.445 zeer sterk
25% 21%
3.715 2.942 zeer sterk
8% 28%
8%
11%
4.290
wijk 4 2284
spoorzicht kleurenbuurt artiestenbuurt
31%
14%
5.860
wijk 3 2283
overvoorde strijp presidentenbuurt ministerbuurt zeer sterk
3.099
4.699
24%
32%
19%
10%
14%
8.290
wijk 5 2285
stervoorde eikelenburg hoekpolder sion
24% 25%
3.927 2.926 zeer sterk
30% 31%
2.888 2.837 zeer sterk
10% 27%
10%
15%
4.065
wijk 7 2287
muziekbuurt wilhelminapark
18%
12%
7.890
wijk 6 2286
% van huishoudens, besteedbaar inkomen max. 25.200 euro
% van huishoudens, besteedbaar inkomen > 47.400 euro
huishoudens met laag inkomen
huishoudens met hoog inkomen
inkomen
2.2 Sociaaleconomische status
%
niet-westerse allochtonen
16%
47%
12%
15%
38%
25%
9%
19%
t aal
%
ijk urt en dtkwartier artier
westerse allochtonen
73%
63% 16% 21%
56%
8%
64% 17% 19%
49%
12%
rk nde wartier
72%
ht uurt buurt
%
26%
36%
16%
14%
70%
enbuurt uurt
autochtonen
56% 16% 28%
50%
10%
69% 12% 19%
40%
16%
de rg er
etnische herkomst
urt napark de
28% 17%
500 1.933 sterk
79% 9% 12%
40%
20%
28% 23%
3.390 3.152 zeer sterk
69% 15% 16%
43%
18%
40% 15%
1.187 1.388 matig
76% 12% 12%
31%
34%
33% 19%
298 1.903 sterk
79% 14% 7%
25%
32%
12% 26%
9% 25%
12%
17%
14%
18%
16.829.289
47.634
rijswijk totaal
9%
15%
1.680
wijk 9 2289
nederland
25%
14%
935
wijk 8 2288
hoornwijck broekpolder kraayenburg vrijenban
1 Zeer sterk stedelijk: OAD >= 2.500; sterk stedelijk: OAD 1.500-2.500; matig stedelijk: OAD 1.000-1.500; weinig stedelijk: OAD 500-1.000; niet stedelijk: OAD < 500.
aantal inwoners per km²
bevolkingsdichtheid
bevolkingsdichtheid en stedelijkheid
29%
%
%
45 t/m 64 jaar
65 jaar en ouder
13%
28%
%
%
9%
21%
10.080
wijk 1 2281
4.535
wijk 2 2282
cromvliet leeuwendaal
15 t/m 24 jaar
%
aantal
oud-rijswijk bomenbuurt welgelegen rembrandtkwartier havenkwartier
25 t/m 44 jaar
0 t/m 14 jaar
totaal
inwoneraantal
2.1 Bevolking
eenheid
plaspoelpolder elsenburg pasgeld haantje older g
kijk op gezondheid rijswijk jck der urg
120
2 Demografie
indicator
2014
jaar 2013
2013
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2014
2014
4
bron a 4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
bijlage i
b Gezondheidsprofiel wijken in Rijswijk
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
121
eenheid
score
statusscore 2010 B
17%
wijk 1 2281
13%
zeer hoog
% van huis houdens
gebruikt sociale regelingen in 2 of meer clusters
% van woningen
% van woningen
% van woningen
% van woningen
huurwoningen – in bezit woning corporatie
huurwoningen – in bezit overige verhuurders
bouwjaarklasse vanaf 2000
bouwjaarklasse tot 2000
a Voor bronnen: zie bijlage III.
levendgeborenen
5.3 Perinatale zorg
aantal
% van woningen
koopwoningen
5 Gezondheidszorg
% van woningvoorraad
hectare
gestapelde bouw
wonen
totale oppervlakte
bodemgebruik
4.2 Fysieke omgeving
4 Leefstijl en fysieke omgeving
% van huis houdens
gebruikt één of meer van 49 sociale regelingen
gebruik van sociale regelingen
60
100%
0%
17%
0%
81%
36%
44
12%
45%
160
96%
4%
20%
27%
51%
55%
118
22%
51%
iets hoger dan gemiddeld
gemiddeld
wijk 2 2282
cromvli leeuwen
zeer hoog
oud-rijs bomenb welgele rembra havenk
3.4 Sociale gezondheid en sociale kwetsbaarheid
3 Gezondheid, ziekte en sterfte
score
statusscore 2014 B
sociaaleconomische status
niet-actieven
indicator
julianap huis te l stations te werve 90
91%
9%
19%
34%
47%
72%
172
22%
52%
gemiddeld
gemiddeld
21%
wijk 3 2283
spoorzi kleuren artieste 50
96%
4%
29%
44%
27%
90%
78
26%
57%
gemiddeld
iets lager dan gemiddeld
25%
wijk 4 2284
overvoo strijp presiden minister 60
92%
8%
17%
37%
47%
45%
177
29%
60%
gemiddeld
gemiddeld
20%
wijk 5 2285
stervoo eikelenb hoekpol sion 70
100%
0%
5%
63%
31%
65%
277
27%
64%
gemiddeld
gemiddeld
26%
wijk 6 2286
muziekb wilhelm 55
90%
10%
22%
56%
22%
76%
114
27%
60%
Iets lager dan gemiddeld
Iets lager dan gemiddeld
29%
wijk 7 2287
plaspoel elsenbu pasgeld haantje 5
97%
3%
21%
0%
78%
46%
322
11%
41%
zeer hoog
zeer hoog
-
wijk 8 2288
hoornw broekpo kraayen vrijenba 10
93%
7%
11%
25%
64%
32%
147
-
53%
hoog
iets hoger dan gemiddeld
20%
wijk 9 2289
570
95%
5%
18%
37%
45%
60%
1.449
25%
55%
-
171.341
88%
12%
13%
31%
55%
26%
4.154.041
27%
56%
-
-
21%
rijswijk totaal -
nederland
21%
jaar 2013
2013
2013
2013
2013
2013
2012
2010
2012
2012
2010
2014
2013
4
4
4
4
4
4
4
4
9
9
6
6
4
bron a
bijlage ii
Begrippenlijst Achterstandsleerling
niet altijd registreren als ziektediagnose. Tot slot zal
Een leerling is een achterstandsleerling als één of
een deel van de mensen niet naar de huisarts gaan
beide ouders een laag opleidingsniveau hebben.
maar direct naar de tweede lijn of de vrijgevestigde
(Bron: CBS StatLine)
psycholoog of psychiater. (Bron: www.nationaalkompas.nl)
Angst- en stemmingsstoornissen Angststoornis: wanneer heftige angstklachten optre-
Beperkingen
den zonder een reële bedreiging is er mogelijk sprake
ADL beperkingen: Iemand is beperkt in Algemene
van een angststoornis. Een angststoornis onder-
Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) als hij of zij
scheidt zich van normale gevoelens van angst of
niet meer zelfstandig één of meer van de volgende
vrees als de angst geen reële grond heeft en iemand
activiteiten kan uitvoeren: gaan zitten of opstaan uit
er sociale problemen door ondervindt. De sympto-
een stoel, in en uit bed stappen, aan- en uitkleden,
men zijn in beide gevallen hetzelfde: hartkloppingen,
zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde
een droge mond, een beklemd gevoel, nerveuze
verdieping, de trap op- en aflopen, de woning ver-
spanning, prikkelbaarheid, rusteloosheid, verhoogde
laten en binnengaan, zich verplaatsen buitenshuis,
spierspanning of slaap- en concentratieproblemen.
zich volledig wassen.
(Bron: www.volksgezondheidenzorg.info)
HDL beperkingen: Iemand is beperkt in
Stemmingsstoornis: depressie en dysthymie zijn de
Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen (HDL)
meest voorkomende stemmingsstoornissen. Hun
als hij of zij niet meer zelfstandig één of meer van de
belangrijkste symptomen zijn een aanhoudende neer-
volgende activiteiten uit kan voeren: ontbijt, lunch
slachtige stemming en een ernstig verlies aan inte-
of warm eten klaarmaken, lichte of zware huis
resse in bijna alle dagelijkse activiteiten. Er bestaan
houdelijke werkzaamheden verrichten, kleren wassen
ook andere stemmingsstoornissen, bijvoorbeeld de
en strijken, bedden verschonen en/of opmaken,
bipolaire stoornis, waarin depressieve stemming en
boodschappen doen, gebruik maken van eigen of
manie elkaar afwisselen.
openbaar vervoer, kleine reparaties of klusjes in/om
(Bron: www.volksgezondheidenzorg.info)
huis, invullen van formulieren, brieven schrijven
Verschil in prevalentie tussen zorgregistraties en
naar instanties.
epidemiologische onderzoeken:
Beperkingen in mobiliteit, gehoor of gezichts-
Het aantal mensen met een angst- of stemmings-
vermogen: de OESO-indicator (Organisatie voor
stoornis is veel lager wanneer gekeken wordt in
Economische Samenwerking en Ontwikkeling) wordt
huisartsenregistraties dan wanneer gekeken wordt
gebruikt om te bepalen of mensen een beperking
naar epidemiologische onderzoeken met behulp
hebben in mobiliteit, gehoor of gezichtsvermogen.
van een vragenlijst. Dit heeft meerdere redenen.
De indicator is gebaseerd op zeven vragen.
Allereerst wordt in vragenlijstonderzoek gekeken naar het risico op een angststoornis of depressie, en
Bevolkingsdichtheid
niet naar een vastgestelde diagnose. Daarnaast zijn
Bevolking op 1 januari gedeeld door de oppervlakte
de geschatte aantallen op basis van zorgregistraties
land in km².
waarschijnlijk een onderschatting van het werkelijk
(Bron: CBS StatLine)
aantal patiënten. Hier zijn meerdere redenen voor,
122
bijvoorbeeld dat niet alle mensen die aan deze stoor-
Bevolkingsprognose
nissen lijden dit als zodanig herkennen of hiervoor
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het
hulp zoeken van de huisarts. Daarnaast zullen ook
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) brengen
huisartsen deze stoornissen niet altijd herkennen of
iedere twee jaar een regionale bevolkingsprognose uit.
kijk op gezondheid rijswijk
Met behulp van het prognosemodel PEARL (Projecting
niet meegenomen omdat hierover geen informatie
population Events At Regional Level) worden natio-
beschikbaar is.
nale prognoses van het CBS geregionaliseerd. In het
(Bron: CBS Monitor Langdurige Zorg)
model wordt rekening gehouden met geboorten, sterfte, immigratie en emigratie. Voor gemeenten
Demografische druk
met minder dan 100.000 inwoners zijn de veronder-
De demografische druk geeft de verhouding weer
stellingen waarop de prognose gebaseerd is aan
tussen het aantal personen in de zogenaamde
meer onzekerheid onderhevig, onder andere door
“niet-productieve leeftijdsgroep” (0 t/m 19 jaar en
toeval fluctuaties en minder uitgebreide kwaliteits-
65 jaar of ouder) en het aantal personen in de
controles. Daarmee kennen de prognosecijfers voor
“productieve leeftijdsgroep” (20 t/m 64 jaar).
deze gemeenten een grotere onzekerheid dan voor de
Groene druk: aantal 0 t/m 19-jarigen gedeeld door
grotere gemeenten.
het aantal 20 t/m 64-jarigen. Grijze druk: aantal 65-plussers gedeeld door het
CBS Jeugdmonitor
aantal 20 t/m 64-jarigen.
In de Jeugdmonitor van het CBS is onder andere informatie opgenomen over het aantal jongeren
Diabetes Mellitus
dat gebruik maakt van jeugdzorgvoorzieningen
Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chroni-
dan wel een indicatie heeft die recht geeft op deze
sche stofwisselingsziekte die gepaard gaat met een te
voorzieningen. Hierbij is onderscheid gemaakt naar
hoog glucosegehalte in het bloed. Hierdoor ontstaan
de bron waaruit de jeugdzorg gefinancierd werd:
allerlei klachten en uiteindelijk complicaties van hart
de Provincie, de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de
en vaten, ogen, nieren en zenuwen. De twee meest
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Bij
voorkomende vormen van diabetes mellitus met elk
zorg gefinancierd vanuit Provincie en Zvw betreft
een eigen oorzaak zijn type 1 en type 2 diabetes.
het het aantal jongeren dat hiervan gebruik maakt,
In deze gezondheidsmonitor is informatie over
bij AWBZ zorg betreft het informatie over het aan-
diabetes mellitus opgenomen uit drie verschillende
tal indicaties. In principe maken jongeren met een
bronnen. De eerste bron betreft landelijke gegevens
indicatie voor jeugdzorg daadwerkelijk gebruik van
uit zorgregistraties, die geëxtrapoleerd zijn naar de
die jeugdzorg. Er kunnen echter redenen zijn waarom
verschillende gemeenten. De tweede bron betreft het
de indicatie (nog) niet verzilverd wordt, bijvoorbeeld
Gezondheidsonderzoek 2012 van GGD Zuid‑Holland
omdat er wachtlijsten zijn.
West. De laatste bron betreft de registratie van
(Bron: CBS Jeugdmonitor)
medicijngebruik door zorgverzekeraars.
CBS Monitor Langdurige Zorg In de Monitor Langdurige Zorg (MLZ) van het CBS
Diagnosebehandelingscombinaties (DBC’s) – Zorgtrajecten
is informatie opgenomen over het aantal cliënten
Medisch-specialistische zorg wordt gefinancierd op
dat gebruik maakt van zorg gefinancierd vanuit de
basis van diagnosebehandelingscombinaties (DBC’s).
Wmo en AWBZ. De zorg die ontvangen wordt vanuit
Dit is het totale traject van de diagnose die de zorg-
de Wmo en AWBZ kan op twee manieren gefinan-
verlener stelt tot en met de (eventuele) behandeling
cierd worden: als zorg in natura en als zorg via een
die hieruit volgt. Aan het eind van de behandeling,
persoonsgebonden budget (pgb). De gegevens in
of na maximaal een jaar, wordt de DBC afgesloten en
de MLZ gaan alleen over zorg in natura waarvoor
gedeclareerd bij de zorgverzekering. Als de behande-
een eigen bijdrage betaald moet worden en hebben
ling rondom de betreffende primaire diagnose niet
betrekking op zorg gefinancierd vanuit de Wmo
is afgerond wordt vervolgens een nieuwe (vervolg-)
(huishoudelijke verzorging) en Zorg zonder Verblijf
DBC geopend. Een zorgtraject bestaat uit één of meer
vanuit de AWBZ (functies begeleiding, verpleging en
DBC’s voor een bepaalde psychische aandoening, die
verzorging). Hulpmiddelen en voorzieningen (Wmo)
op enig moment in een jaar hebben opengestaan.
en de functie behandeling (AWBZ) zijn in deze cijfers
(Bron: CBS, 2013)
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
123
bijlage ii Voor de Gezondheidsmonitor is gebruik gemaakt
Niet-westerse allochtoon of etnische herkomst
van de registratie van DBC’s en zorgtrajecten door
niet-westers: allochtoon met als herkomstgroepering
GGZ-instellingen, instellingen voor verslavingszorg,
een van de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië
psychiatrische afdelingen van ziekenhuizen en
(exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
zelfstandige praktijken van psychiaters en psycho-
(Bron: CBS StatLine)
therapeuten, die tweedelijns GGZ-zorg leveren. In hoofdstuk 5.2 wordt het aantal zorgtrajecten in 2011
Extrapolatie
voor de meest voorkomende psychische aandoenin-
Door middel van extrapolatie kan, op basis van
gen weergegeven, namelijk stemmingsstoornissen,
landelijke cijfers, een schatting gemaakt worden
angststoornissen, aan een middel gebonden stoornis-
van het aantal mensen in een gemeente dat lijdt
sen, schizofrenie en andere psychotische stoornissen
aan een bepaalde aandoening. Hiervoor worden de
en aanpassingsstoornissen.
geslachts- en leeftijdsspecifieke prevalenties van een aandoening in Nederland geprojecteerd op de
Eenzaamheid
bevolking (naar geslachts- en leeftijdscategorie) van
In het Gezondheidsonderzoek 2012 van GGD
de gemeente. Er wordt geen rekening gehouden met
Zuid‑Holland West is eenzaamheid nagevraagd met
verschillen in andere factoren tussen de gemeente
behulp van een internationale standaard: de eenzaam-
en Nederland, zoals etniciteit of sociaaleconomische
heidsschaal van De Jong Gierveld. Aan de hand van elf
status van de bevolking. Omdat het gaat om een
stellingen hebben de respondenten aangegeven in hoe-
schatting, worden in de Gezondheidsmonitor de
verre zij tevreden zijn met hun sociale contacten.
getallen die verkregen zijn met behulp van extrapolatie afgerond op honderdtallen.
Ervaren gezondheid
Omdat bij extrapolatie de Nederlandse cijfers ten
Ervaren gezondheid, ook wel subjectieve gezondheid
grondslag liggen aan de schatting van de gemeente-
of gezondheidsbeleving genoemd, weerspiegelt het
lijke cijfers, is het niet mogelijk om een vergelijking
oordeel over de eigen gezondheid. Ervaren gezond-
te maken tussen de Nederlandse en de gemeentelijke
heid is een samenvattende gezondheidsmaat van alle
cijfers. Verschillen in het percentage mensen met een
relevante gezondheidsaspecten voor de persoon in
aandoening worden dan namelijk volledig verklaard
kwestie. Deze onderliggende gezondheidsaspecten
door verschillen in geslachts- en leeftijdsopbouw
variëren per persoon, maar hebben vaak betrekking
tussen de gemeente en Nederland.
op zowel de lichamelijke als de geestelijke gezond-
In hoofdstuk 3.2 en 3.3 worden bijvoorbeeld de cijfers
heid. Voorbeelden zijn ziekten, lichamelijke beperkin-
over het voorkomen van chronische aandoeningen
gen en handicaps, fitheid, vermoeidheid en depres-
in Nederland in 2011 geprojecteerd op de bevolking
sieve gevoelens. Ook leefstijlfactoren, zoals voeding,
van de gemeente in 2014. In hoofdstuk 6.2 worden
roken en lichamelijke activiteit kunnen het oordeel
deze cijfers geprojecteerd op de bevolking van de
over de eigen gezondheid mede bepalen: ‘Ik wandel
gemeente in 2014 en 2025.
iedere dag, dus ik ben gezond’. (Bron: www.volksgezondheidenzorg.info)
Gehoorstoornissen In deze gezondheidsmonitor is informatie over
124
Etnische herkomst
gehoorstoornissen / beperkingen in het gehoor
Autochtoon: persoon van wie de beide ouders in
opgenomen uit twee verschillende bronnen. De eerste
Nederland zijn geboren.
bron betreft landelijke gegevens uit zorgregistraties,
Allochtoon: persoon van wie ten minste één ouder in
die geëxtrapoleerd zijn naar de verschillende gemeen-
het buitenland is geboren.
ten. Hierbij is gekeken naar het voorkomen van de
Westerse allochtoon of etnische herkomst westers:
volgende aandoeningen: ouderdomsslechthorendheid
allochtoon met als herkomstgroepering een van de
(presbyacusis; ICPC code H84), akoustisch letsel /
landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika
lawaaidoofheid (ICPC code H85) en doofheid / slecht-
en Oceanië of Indonesië of Japan.
horendheid (ICPC code H86). De tweede bron betreft
kijk op gezondheid rijswijk
het Gezondheidsonderzoek 2012 van GGD Zuid‑Holland
Sociale regelingen: Voorzieningen op het gebied
West. Hierin wordt gebruik gemaakt van de OESO-
van sociale zekerheid, zorg en onderwijs. De
indicator (zie ‘OESO Indicator’), die is gebaseerd op 7
Stapelingsmonitor is een instrument dat is ontwik-
vragen over beperkingen in gehoor, gezichtsvermogen
keld door het Centraal Bureau voor de Statistiek met
en mobiliteit. Iemand is beperkt in het horen als min-
als doel om inzicht te krijgen in de stapeling van
stens één van de twee gehooritems met “kan niet” of
effecten van voorgenomen kabinetsmaatregelen op
met “met grote moeite” is beantwoord.
het gebied van sociale zekerheid, zorg en onderwijs. In deze monitor is gekeken of personen en huishou-
Huiselijk geweld
dens gebruik maken van regelingen in de volgende
Geweld dat door iemand uit de huiselijke kring
vijf clusters: Welzijn en zorg: WMO huishoudelijke
wordt gepleegd (gezinsleden, familieleden,
verzorging, AWBZ (persoonlijke verzorging, verple-
(ex)partners, huisvrienden).
ging, individuele begeleiding, groepsbegeleiding, zorg met verblijf), indicatie AWBZ (persoonlijke ver-
Inkomen
zorging, verpleging, individuele begeleiding, groeps-
Huishoudens met een laag / hoog inkomen: het
begeleiding, behandeling, kort verblijf, zorg met ver-
besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens
blijf). Arbeidsparticipatie: WAO, WIA, WAZ, Wajong,
bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met
WW, WWB, IOAW, IOAZ, WSW indicatie, WSW wacht-
betaalde inkomensoverdrachten (bv. alimentatie),
lijst, WSW dienstbetrekking, WSW regulier dienstver-
premies inkomensverzekeringen (bv. premies voor
band. Onderwijs: Speciaal onderwijs, leerlinggebon-
sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particu-
den financiering. Inkomensondersteuning: bijzondere
liere verzekeringen i.v.m. werkloosheid, arbeidson-
bijstand, ziektewet, WTCG, CER, Aftrek bijzondere
geschiktheid, ouderdom en nabestaanden), premies
ziektekosten, WSNP. Jeugdzorg: Provinciale jeugdzorg
ziektekostenverzekeringen en belastingen op inko-
(ondertoezichtstelling, voogdij, jeugdreclassering,
men en vermogen. Voor de indeling van huishoudens
ambulante jeugdzorg, dagbehandeling, residentiële
in inkomensgroepen is gesteld dat 40% van alle parti-
jeugdzorg, pleegzorg), AWBZ-indicaties afgegeven
culiere huishoudens in Nederland een laag inkomen
door Bureaus Jeugdzorg (persoonlijke verzorging, ver-
heeft. De inkomensgrens voor een laag inkomen lag
pleging, individuele begeleiding, groepsbegeleiding,
in 2013 op € 25.200. Daarnaast is gesteld dat 20%
kort verblijf en zorg met verblijf), gebruik van GGZ
van de huishoudens in Nederland een hoog inkomen
betaald vanuit de Zvw (eerstelijns GGZ, tweedelijns
heeft; in 2013 was dit een inkomen vanaf € 47.400.
GGZ en overige GGZ).
Met deze inkomensgrenzen is berekend welk deel van
Gestandaardiseerd huishoudinkomen: In het
de huishoudens in de gemeente in de lage- en hoge
Gezondheidsonderzoek 2012 is voor deelnemers
inkomensgroep valt.
bepaald in welk kwintiel het gestandaardiseerd huis-
(Bron: CBS StatLine)
houdinkomen valt. Personen bij wie het huishoud-
Sociaal minimum: het sociaal minimum is het wet-
inkomen valt onder de grens van de laagste 20% van
telijk bestaansminimum zoals dat in de politieke
de Nederlandse bevolking (max. € 15.200) worden
besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoor-
aangemerkt als laag inkomen; personen bij wie het
delen hoe het inkomen zich verhoudt tot het mini-
huishoudinkomen valt boven de grens van de hoog-
mum, moet aan de hand van de regelgeving worden
ste 20% van de Nederlandse bevolking (> € 31.000)
vastgesteld welke norm voor het desbetreffende
worden aangemerkt als een hoog inkomen. Deze
huishouden van toepassing is. De norm voor een
gegevens zijn gebruikt bij de hoofdstukken over
(echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is
sociaaleconomische gezondheidsverschillen (3.6) en
bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering
sociaaleconomische verschillen in leefstijl
van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhan-
en leefomgeving (4.3).
kelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen. (Bron: CBS StatLine)
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
125
bijlage ii Kwetsbaarheid
minste matig intensieve lichamelijke activiteit,
Kwetsbaarheid bij senioren is een proces van het
waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week
opstapelen van lichamelijke, psychische en/of
gericht zijn op het verbeteren of handhaven van
sociale tekorten in het functioneren waardoor de
lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördina-
kans toeneemt op ernstige gezondheidsproblemen
tie). Voorbeelden van matig intensieve lichamelijke
(functiebeperkingen, opname, overlijden). In het
activiteit bij jongeren zijn aerobics of skateboarden.
Gezondheidsonderzoek 2012 is bij respondenten van
Volwassenen (18 t/m 55 jaar): Een half uur ten
65 jaar en ouder kwetsbaarheid gemeten aan de
minste matig intensieve lichamelijke activiteit op
hand van de Tilburg Frailty Indicator (TFI). Dit is een
minimaal vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de
set van 15 vragen over lichamelijke, psychische en
week. Voorbeelden van matig intensieve lichame-
sociale kwetsbaarheid.
lijke activiteit bij volwassenen zijn wandelen met 5-6 km/uur (dus flink doorwandelen) en fietsen
Leefbaarometer
met 15 km/uur. Senioren (55+): Een half uur ten
De ‘Leefbaarometer’ is een instrument dat inzicht
minste matig intensieve lichamelijke activiteit op
biedt in de leefbaarheidssituatie in alle wijken en
minimaal vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de
buurten in Nederland. In de Leefbaarometer is leef-
week. Voorbeelden van matig intensieve lichamelijke
baarheid gedefinieerd als ‘de mate waarin de leefom-
activiteit bij senioren zijn wandelen met 3-4 km/uur
geving aansluit bij de voorwaarden en behoeften die
en fietsen met 10 km/uur.
er door de mens aan worden gesteld’.
Overgewicht en ondergewicht: Worden bepaald
Om de leefbaarheid van een gebied te bepalen, wordt
op basis van de Body Mass Index (BMI). Dit is
gebruik gemaakt van 49 indicatoren die kunnen
gewicht(kg)/lengte2(m). Ondergewicht: BMI <20,
worden ingedeeld in 6 onderliggende dimensies:
overgewicht: BMI ≥ 25.
woningvoorraad (bv. type woningen, % sociale
Ondervoeding: BMI <= 20 of BMI 20-23 en recent
huurwoningen), publieke ruimte (bv. geluidsbelas-
onbedoeld afgevallen (>= 6 kg in de afgelopen
ting, aanwezigheid/nabijheid van groen en water),
6 maanden of >= 3 kg in de afgelopen maand).
overlast en onveiligheid (bv. vernieling, geweldsmisdrijven, overlast), voorzieningen (bv. nabijheid
Levensverwachting
supermarkt, bankfiliaal, winkelcentrum), bevolkings-
De levensverwachting is het aantal jaren dat een
samenstelling (bv. inkomen, opleiding, etniciteit) en
persoon (bij geboorte) kan verwachten te leven als
levensopbouw en sociale samenhang van de bevol-
de huidige sterftekansen gelijk blijven. De levensver-
king (bv. huishoudsamenstelling, aandeel kinderen /
wachting op 65-jarige leeftijd is het aantal jaren dat
senioren, verhuizingen).
een persoon op 65-jarige leeftijd kan verwachten te
(Bron: www.leefbaarometer.nl)
leven als de huidige sterftekansen gelijk blijven.
Leefstijl
Mantelzorg
Alcoholgebruik: onder volwassenen worden twee
Mantelzorg is de zorg die iemand geeft aan een
maten voor alcoholgebruik gehanteerd: zwaar
bekende uit zijn/haar omgeving, zoals zijn/haar part-
alcoholgebruik en overmatig alcoholgebruik.
ner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon
Zwaar alcoholgebruik: minimaal één keer per week
voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt
6 (mannen) of 4 (vrouwen) of meer glazen per dag.
is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen,
Overmatig alcoholgebruik: meer dan 21 (mannen) of
wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer,
14 (vrouwen) glazen per week. Voor jongeren wordt
geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg wordt
binge drinken gebruikt als een maat voor overmatig
niet betaald. Binnen de gepresenteerde cijfers kan
alcoholgebruik. Binge drinken: Het drinken van vijf of
geen onderscheid gemaakt worden tussen intra
meer glazen alcohol bij één gelegenheid.
murale en extramurale mantelzorg.
Beweegnorm (Nederlandse Norm Gezond Bewegen): Jongeren (4 t/m 17 jaar): Dagelijks één uur ten
126
kijk op gezondheid rijswijk
Onderwijsniveau
Regie over eigen leven
Indeling naar onderwijsniveau wordt gemaakt op
In het Gezondheidsonderzoek 2012 zijn vragen
basis van het hoogst behaalde opleidingsniveau
opgenomen over de mate waarin de respondent
(lager, middelbaar of hoger onderwijs).
het gevoel heeft de regie te hebben over het eigen
Lager onderwijs: basisonderwijs, vmbo,
leven. De indicator ‘regie over het eigen leven’ wordt
eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistenten
berekend op basis van een set van 7 vragen over
opleiding (mbo-1).
o.a. controle hebben, dingen kunnen veranderen en
Middelbaar onderwijs: bovenbouw van havo/vwo,
problemen kunnen oplossen.
basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) en middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Schulden
Hoger onderwijs: hbo- en universitaire opleidingen.
In het Gezondheidsonderzoek 2012 worden aan
(Bron: CBS StatLine)
19 t/m 64-jarigen vragen gesteld over schulden. De indicator problematische schuld wordt berekend
Openbaar groen
op basis van een set van 5 vragen over o.a. aantal,
Onder openbaar groen wordt verstaan parken,
hoogte en duur van schulden en of men deze
plantsoenen, bossen, natuurgebieden en dagrecre-
zelfstandig kan oplossen.
atieve terreinen. Agrarisch gebied, sportvelden en volkstuinen zijn in deze indicator niet meegenomen,
Sociaaleconomische status
omdat ze beperkt toegankelijk zijn.
De sociaaleconomische status (ses) staat voor de positie van mensen op de maatschappelijke ladder.
Psychosociale gezondheid
Sociale gelaagdheid of maatschappelijke ongelijkheid
Voor het meten van de psychosociale gezondheid in
ontstaat doordat hulpbronnen zoals kennis, arbeid en
gezondheidsenquêtes zijn verschillende instrumen-
bezit ongelijk verdeeld zijn over mensen. Naarmate
ten beschikbaar. In de gezondheidsenquêtes van
mensen over meer of minder van deze hulpbronnen
GGD Zuid‑Holland West is gebruik gemaakt van de
beschikken, nemen zij een hogere of lagere positie in
SDQ (0 t/m 18 jarigen) en de K10 (19-plussers).
de maatschappij in.
SDQ: Strengths and Difficulties Questionnaire. Een
(Bron: Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2010)
korte vragenlijst voor de signalering van psycho-
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekent
sociale problemen bij jeugdigen. In de SDQ wordt
elke vier jaar statusscores, die aangeven hoe de
zowel naar positieve als negatieve eigenschappen
sociale status van een wijk is in vergelijking met
van de jeugdige gevraagd. De score op deze vragen-
andere wijken in Nederland. Deze scores worden
lijst wordt onderverdeeld in drie categorieën: een
berekend op het niveau van 4-cijferige postcodes en
normale score, een matig verhoogde score en een
zijn afgeleid van de opleiding, het inkomen en de
verhoogde score. Bij een matig verhoogde score is
positie op de arbeidsmarkt van de inwoners in
er sprake van een verhoogd risico op psychosociale
een postcodegebied.
problematiek, bij een verhoogde score is er vrijwel
In de Gezondheidsmonitor zijn de gestandaardiseerde
zeker sprake van psychosociale problematiek.
statusscores weergegeven per 4-positie postcodege-
K10: Kessler Psychological Distress Scale. Een serie
bied. De gemiddelde score voor Nederland is hierbij
van 10 vragen op basis waarvan bepaald kan worden
op 0 gesteld. Per postcodegebied wordt gekeken hoe-
of iemand een verhoogd risico heeft op een angst-
veel standaardafwijkingen de score van dat gebied
stoornis of depressie.
afwijkt van het Nederlands gemiddelde. Wijken met een score hoger dan 0 hebben een hogere ses dan
Prevalentie
gemiddeld in Nederland, wijken met een score lager
De prevalentie is het aantal mensen met een ziekte
dan 0 hebben een lagere ses. In deze monitor wordt
of het aantal ziektegevallen op een bepaald moment
een statusscore tussen -0,5 en +0,5 geclassificeerd
(puntprevalentie) of tijdens een bepaalde periode
als ‘gemiddeld’. Scores tussen -0,5 en -1,0 worden
(bijvoorbeeld jaarprevalentie).
geclassificeerd als ‘iets lager dan gemiddeld’,
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
127
bijlage ii scores tussen -1,0 en -1,5 als ‘laag’ en scores onder
Stedelijkheid
-1,5 als ‘zeer laag’. Scores tussen 0,5 en 1,0 worden
Als maatstaf voor stedelijkheid wordt de omgevings-
geclassificeerd als ‘iets hoger dan gemiddeld’, scores
adressendichtheid (OAD) gebruikt. De omgevings-
tussen 1,0 en 1,5 als ‘hoog’ en scores boven 1,5 als
adressendichtheid is het gemiddeld aantal adressen
‘zeer hoog’.
per km2 binnen een cirkel met een straal van één kilometer op 1 januari van het betreffende jaar. De
Sociale acceptatie van homoseksualiteit
mate van stedelijkheid wordt ingedeeld in vijf cate-
De sociale acceptatie van homoseksualiteit is
gorieën: Hierbij gelden de volgende grenzen: OAD <
gemeten aan de hand van een reeks stellingen,
500: niet stedelijk, OAD 500-1.000: weinig stedelijk,
waarin respondenten is gevraagd hoe zij denken
OAD 1.000-1.500: matig stedelijk, OAD 1.500-2.500:
over homoseksualiteit. Op basis van de antwoor-
sterk stedelijk, OAD ≥ 2.500: zeer sterk stedelijk.
den op de stellingen is voor elke respondent een
(Bron: CBS StatLine)
samenvattende maat voor acceptatie geconstrueerd: (helemaal) positief, neutraal of (helemaal) negatief.
Sterfte
De stellingen zijn overgenomen van het Sociaal
Standardised Mortality Ratio (SMR): een relatieve
Cultureel Planbureau.
maat voor sterfte in een indexpopulatie (bijvoorbeeld de bevolking in een bepaalde gemeente) ten
Sociale uitsluiting
opzichte van een standaardpopulatie (bijvoorbeeld
Van sociale uitsluiting is sprake als mensen niet
de Nederlandse bevolking). De SMR geeft aan of er
volledig deel kunnen nemen aan het maatschappe-
sprake is van oversterfte of ondersterfte. Als de SMR
lijk leven. Daarbij gaat het om deelname op zowel
gelijk is aan 100, is de sterfte in de gemeente gelijk
sociaal, politiek, cultureel als economisch gebied.
aan die van Nederland. Als de SMR hoger is dan 100,
In het Gezondheidsonderzoek is de indicator sociale
is er sprake van ‘oversterfte’ en als de SMR lager is
uitsluiting opgebouwd uit vier verschillende deelge-
van ‘ondersterfte’ ten opzichte van Nederland.
bieden waarop iemand sociaal uitgesloten kan zijn,
(Bron: Eysink PED, Poos MJJC. Verschillende sterfte-
te weten: sociale participatie (o.a. eenzaamheid),
maten. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning,
materiele deprivatie (o.a. rondkomen), toegang tot
Toolkit regionale VTV. Bilthoven: RIVM,
sociale grondrechten (o.a. tevredenheid over de
www.toolkitvtv.nl)
woning) en normatieve integratie (o.a. af en toe
Levendgeborene: kind dat na geboorte enig
iets doen voor de buren). De indicator is ontwikkeld
teken van leven heeft vertoond, ongeacht de
door de Academische werkplaats OGGZ G4-USER
zwangerschapsduur.
(Methodologische toelichting bij vraagstelling Sociale
Perinatale sterfte: dood geboren of overleden in de
Uitsluiting Gezondheidsenquête, Addi van Bergen en
eerste week na de geboorte.
Annelies van Loon. Academische werkplaats OGGZ
Zuigelingensterfte: sterfte in het eerste levensjaar:
G4-USER, Amsterdam, 2013).
levend geboren na een zwangerschapsduur van 22 weken of meer en overleden vóór de eerste verjaardag.
Statistische significantie
Kindersterfte: sterfte onder kinderen in de leeftijd
De term statistische significantie wordt gebruikt om
van 1 t/m 14 jaar.
aan te geven dat een waargenomen verschil niet op toeval berust. Voor de onderzoeken van de GGD wordt
Tienermoeder
aangehouden dat een verschil tussen twee percen-
Het totaal aantal moeders van 19 jaar en jonger per
tages statistisch significant is, als de kans dat het op
1 januari van het referentiejaar. Hierbij gaat het om
toeval berust kleiner is dan 5%.
de leeftijd van de moeder op 31 december van het jaar ervoor. (Bron: CBS StatLine)
128
kijk op gezondheid rijswijk
Valrisico
Vrijwilliger
Valrisicotest (VeiligheidNL): Valrisico vastgesteld op
Een vrijwilliger is een persoon die onbetaald werk
basis van gegevens over een recente val, mobiliteits-
uitvoert in een georganiseerd verband (bijvoorbeeld
problemen en angst om te vallen.
sportvereniging, kerkbestuur, school).
Veelpleger Veelplegers zijn personen van 18 jaar of ouder die
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)
in hun gehele criminele verleden meer dan 10
Mensen die een problematische schuld hebben kun-
processen-verbaal tegen zich zagen opgemaakt,
nen de hulp inroepen van een schuldhulpverlener,
waarvan tenminste één in het peiljaar. Het gaat om
die probeert om afspraken te maken met de schuldei-
een actieve veelpleger als in de afgelopen vijf jaar
sers (het minnelijke traject). Indien het niet lukt om
meer dan 10 processen-verbaal werden opgemaakt.
op deze manier overeenstemming te bereiken tussen
Jeugdige veelplegers zijn jongeren in de leeftijd van
schuldenaar en schuldeisers, kan de schuldenaar een
12 t/m 17 jaar die in het gehele criminele verleden
wettelijke schuldsanering aanvragen (het wettelijke
meer dan 5 processen-verbaal tegen zich zagen opge-
traject). In dit traject wijst de rechtbank een bewind-
maakt, waarvan tenminste één in het peiljaar.
voerder aan, die de schuldenaar helpt om in drie jaar tijd zoveel mogelijk schulden af te betalen. Na
Veiligheidsmonitor
een periode van drie jaar krijgt de schuldenaar een
De Veiligheidsmonitor (VM) is een jaarlijks terugke-
schone lei en wordt de restschuld kwijtgescholden.
rend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap. Ook wordt er aandacht
Ziektelast
besteed aan overlast in de buurt, respectloos gedrag,
De ziektelast, uitgedrukt in DALY’s (‘Disability-
preventiemaatregelen, het functioneren van de
Adjusted Life-Years’), is het aantal gezonde levens
politie en het gemeentelijke veiligheidsbeleid. Door
jaren dat een populatie verliest door ziekten. Hierbij
met één onderzoeksmethode en vragenlijst te wer-
wordt zowel rekening gehouden met het aantal
ken worden met de VM op eenduidige wijze cijfers
mensen dat aan de ziekte lijdt, de ernst van de
verkregen over de (beleving van) veiligheid op zowel
ziekte, het aantal mensen dat eraan overlijdt en de
landelijk, regionaal als (beneden)lokaal niveau.
leeftijd waarop mensen aan de ziekte overlijden.
(Bron: www.veiligheidsmonitor.nl)
Met behulp van DALY’s kunnen ziekten onderling goed vergeleken worden als het gaat om hun invloed
Voortijdig schoolverlater
op de volksgezondheid.
Jongere tussen 12 en 23 jaar die het onderwijs verlaat
(Bron: RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid)
zonder startkwalificatie. In Nederland is dit minimaal een havo-diploma, een vwo-diploma of een diploma op mbo 2-niveau. Het ministerie van OCW gebruikt voor het berekenen van het aantal schooluitvallers het Basisregister Onderwijsnummer (BRON). Wanneer een leerling gedurende een schooljaar het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie dan wordt deze leerling gerekend tot voortijdig schoolverlater. Jaarlijks wordt er op 1 oktober (T) gekeken welke leerlingen het voorgaande jaar (T-1) stonden ingeschreven. Wanneer een leerling op 1 oktober (T) niet meer ingeschreven staat en nog niet in het bezit is van een startkwalificatie, dan is dit volgens de definitie een voortijdig schoolverlater. (Bron: www.vsvverkenner.nl)
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
129
bijlage iii
Bronnen Kernboodschappen 1. CBS Webmagazine (21 januari 2015). Wie opgroeit in een uitkeringssituatie heeft later bovengemiddeld vaak een uitkering. 2. Canadian Centre for Occupational Health and Safety (www.ccohs.ca). 3. Gemeente Rijswijk (www.rijswijk.nl). 4. Gemeente Rijswijk. Beleidsnota volksgezondheid Rijswijk 2013-2016. 5. Gemeente Rijswijk. Coalitieakkoord Rijswijk 2014-2018. Open Vizier. 6. Gemeente Rijswijk. Groenbeleidsplan 2010-2020 BomeNatuuRecreatie. 7. Gemeente Rijswijk (11 februari 2014). Kadernota Sociaal Domein gemeente Rijswijk. “Van zorgen voor, naar zorgen dat”. 8. Gezonde school (www.gezondeschool.nl). 9. GGD Haaglanden. Gezondheidsmonitor Rijswijk 2015 (www.ggdhaaglanden.nl/publicaties). 10. Huber, M. e.a. (2013). Towards a conceptual framework relating to ‘Health as the ability to adapt and to self manage’, Operationalisering gezondheidsconcept. 11. Jongeneel, W.P. (23 juni 2014). Binnenmilieu samengevat. In: Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. 12. JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling (juni 2014). Naar een adequaat voorzieningenniveau jeugd in Rijswijk. 13. Lalonde M. (1974). A new perspective on the health of Canadians. Ottawa: Government of Canada. 14. Louis Bolk Instituut (www.louisbolk.org). 15. Maas, J. e.a. (2014). Park of Perk? Een onderzoek naar het beweegvriendelijk inrichten van buurten. Vu Medisch Centrum Amsterdam. 16. Maas R. et al., 2015. Luchtkwaliteit en gezondheidswinst. RIVM, april 2015. 17. Nederlands Jeugd Instituut. Dossier Pesten (http://www.nji.nl/Pesten-Probleemschets-Gevolgen). 18. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl). Per 27 november 2014 is het Nationaal Kompas opgegaan in de vernieuwde website: www.volksgezondheidenzorg.info. 19. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Kernboodschappen van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014. Bilthoven, 2014. (www.eengezondernederland.nl). 20. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). VTV-2014. (www.eengezondernederland.nl). 21. Trimbos instituut (www.trimbos.nl). 22. Veilig Thuis (www.veiligthuishaaglanden.nl). 23. Voedingscentrum (www.voedingscentrum.nl). 24. World Health Organization (1948). Definitie gezondheid.
130
kijk op gezondheid rijswijk
Gezondheidsmonitor 1. GGD Haaglanden. Kinderenonderzoek 2010. Onderzoek onder ouders van 0 t/m 11-jarige kinderen (www.ggdhaaglanden.nl/publicaties). 2. GGD Haaglanden. Jongerenonderzoek 2010. Onderzoek onder 12 t/m 18-jarige jongeren (www.ggdhaaglanden.nl/publicaties). 3. GGD Haaglanden. Gezondheidsonderzoek 2012. Onderzoek onder mensen van 19 jaar en ouder (www.ggdhaaglanden.nl/publicaties). 4. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). CBS StatLine. Online databank van het Centraal Bureau voor de Statistiek (www.cbs.nl/statline). 5. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Nationale Atlas Volksgezondheid (www.zorgatlas.nl), Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl). Per 27 november 2014 zijn de Atlas en het Kompas opgegaan in de vernieuwde website: www.volksgezondheidenzorg.info. Gegevens gedeeltelijk bewerkt door GGD Haaglanden. 6. Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Statusscores 2014. 7. CBS. Jeugdmonitor (http://jeugdmonitor.cbs.nl, http://jeugdstatline.cbs.nl/jeugdmonitor). 8. Kinderen in Tel. Databoek 2014. Cijfers afkomstig uit 2012 (www.kinderenintel.nl). 9. CBS. Stapelingsmonitor 2012 (ontwikkeld door CBS, in opdracht van Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten (KING)). Gebruik van diverse sociale regelingen door huishoudens in 2012. Gegevens gedeeltelijk bewerkt door GGD Haaglanden. 10. GGD Haaglanden, Meldpunt Bezorgd. Meldingen bij Meldpunt Bezorgd van GGD Zuid‑Holland West in 2013. 11. Kwadraad / Perspektief. Meldpunt Bezorgd. Meldingen bij Meldpunt Bezorgd van Kwadraad / Perspektief in okt t/m dec 2013. 12. Jeugdgezondheidszorg Zuid‑Holland West. Cijfers over gewicht en bereik periodiek gezondheidsonderzoek in de periode 13 aug 2013 t/m 14 juli 2014. 13. Atlas Leefomgeving (www.atlasleefomgeving.nl). 14. Leefbaarometer (www.leefbaarometer.nl). 15. Steunpunt Huiselijk Geweld, regio DWO. Meldingen bij Steunpunt Huiselijk Geweld regio DWO in 2013. 16. Steunpunt Huiselijk Geweld, regio Den Haag. Meldingen bij Steunpunt Huiselijk Geweld regio Den Haag in 2013. 17. Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS). Aantal cliënten verslavingszorg in 2013. (via RGI). 18. Korps landelijke politiediensten (KLPD). Herkenningsdienstsysteem (HKS), Registratie veelplegers 2013 per gemeente. (via RGI). 19. Kik J. Monitor Veiligheidsgevoelens van homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen. Delft, Leidschendam-Voorburg, Westland, Zoetermeer. Bureau Discriminatiezaken, 2013. 20. CBS. Doodsoorzaken statistiek (via RGI). 21. Stichting Perinatale Registratie Nederland (PRN). Indicatoren / karakteristieken Perinatale Registratie 2010-2013 (via RGI). 22. Vektis, Medicatie diabetes, regio Haaglanden 2011 (via RGI).
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
131
bijlage iii
23. Raad voor Rechtsbijstand in Den Bosch. Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), per gemeente in 2012 (via RGI). 24. Reinier de Graaf Groep, alcoholpoli. Kinderen behandeld op de Alcoholpoli van het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft in 2013, naar gemeente. 25. GGD Haaglanden, soa-poli. Bezoekers soa-centrum Den Haag in 2013, per gemeente. 26. GGD Haaglanden. Informatie uit diverse registratiebestanden (forensische geneeskunde, leefomgeving, infectieziektenbestrijding). 27. CBS. Veiligheidsmonitor 2013. Gegevens voor veiligheidsregio Haaglanden. 28. Bevolkingsonderzoek Zuid-West (BOB West). Jaarverslag 2012 en 2013. 29. CBS. Aantal zorgtrajecten in de tweedelijns curatieve (geneeskundige) geestelijke gezondheidszorg (GGZ), 2011. 30. CBS. Monitor Langdurige Zorg (www.monitorlangdurigezorg.nl/, http://mlzstatline.cbs.nl/statweb/). 31. Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) / Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Regionale bevolkingsen huishoudensprognose 2013-2040. Gegevens gedeeltelijk bewerkt door GGD Haaglanden. 32. Stichting Lezen & Schrijven, 2014. Feiten & cijfers geletterdheid - Overzicht van de gevolgen van laag geletterdheid en opbrengsten van investeringen voor samenleving en individu (www.lezenenschrijven.nl). 33. CBS. ICT, kennis en economie 2014. (www.cbs.nl). 34. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. VSV Verkenner (www.vsvverkenner.nl). RGI = Werkgroep Regionale Gezondheidsinformatie
132
kijk op gezondheid rijswijk
bijlage iv
Verantwoording Voor de Gezondheidsmonitor is gebruik gemaakt van diverse gegevensbronnen. De lokale gegevens zijn veelal afkomstig uit de gezondheidsenquêtes van de GGD Haaglanden, aangevuld met beschikbare gegevens uit andere regionale en landelijke databronnen. Hierbij is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de meest recente beschikbare gegevens. Om zicht te krijgen op de omvang van bepaalde groepen, zijn op basis van enkele resultaten uit de gezondheidsenquêtes van de GGD schattingen gedaan van absolute aantallen. Deze schattingen zijn afgerond op tientallen of honderdtallen. Waar mogelijk zijn lokale cijfers vergeleken met regionale of landelijke cijfers. Hierbij was het niet altijd mogelijk om te toetsen op statistische significantie (of het verschil toegeschreven kan worden aan toeval). Op plaatsen waar dit niet mogelijk was, zijn de cijfers wel naast elkaar gezet, maar zijn geen uitspraken gedaan over het verschil.
gezondheidsmonitor en kernboodschappen 2015
133
colofon Gezondheidsmonitor en Kernboodschappen Rijswijk 2015 is een uitgave van: GGD Haaglanden Productgroep Epidemiologie en Gezondheidsbevordering en Stafafdeling Advies en Coördinatie Postbus 16130 2500 BC Den Haag E-mail
[email protected] [email protected] Overname van gegevens is toegestaan, mits voorzien van duidelijke bronvermelding Auteurs Regina van der Meer, epidemiologisch onderzoeker Aafke Veltman, beleidsadviseur Roelien Beuker, epidemiologisch onderzoeker Jessica Brussee-Lasschuijt, epidemiologisch onderzoeker Sanne Rooseboom de Vries, epidemiologisch onderzoeker Den Haag, november 2015 Ontwerp Ontwerpwerk, Den Haag
bezoekadressen
postadres
Westeinde 128 2512 he Den Haag
Postbus 16130 2500 bc Den Haag
Reinier de Graafweg 5 2625 ad Delft
[email protected] t (088) 355 01 00
Croesinckplein 24-26 2722 ea Zoetermeer
www.ggdhaaglanden.nl
bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid