ECLI:NL:RBAMS:2015:8752 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-12-2015 Datum publicatie 09-12-2015 Zaaknummer EA VERZ 15-1105 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie Werkgever verzoekt (onder de WWZ) ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verstoorde arbeidsverhouding, nadat de kantonrechter te Gouda op 9 juni 2015 het verzoek van die werkgever, gegrond op disfunctioneren van de werknemer (een project manager), had afgewezen, met name op de grond dat werkgever de werknemer niet de kans had gegeven zijn functioneren te verbeteren..
De werkgever vond dat de werknemer (na de Goudse beschikking) ten onrechte niet had meegewerkt aan het alsnog aangeboden verbetertraject. De werknemer werd geschorst en heeft zich ziek gemeld, waarbij de bedrijfsarts oordeelde dat de ziekmelding werd veroorzaakt door het arbeidsconflict.
De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsverhouding is verstoord en ontbindt de arbeidsovereenkomst.
De werknemer wordt de transitievergoeding, waarvan werkgever erkend dat zij deze is verschuldigd, ad € 18.353,- bruto toegekend.
De werknemer vraagt daarnaast om een billijke vergoeding.
De kantonrechter stelt voorop dat wil de werknemer aanspraak kunnen maken op een dergelijke vergoeding, er sprake moet zijn van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Van ernstig verwijtbaar handelen zal slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn. De memorie van toelichting bij de Wet Werk en Zekerheid noemt als voorbeeld een verstoorde arbeidsrelatie die is ontstaan door laakbaar gedrag van de werkgever.
Ten aanzien van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding heeft te gelden dat deze naar haar aard in relatie moete staan tot het ernstig verwijt van de werkgever, en niet tot de gevolgen van het ontslag voor de werknemer. De hoogte van de vergoeding moet worden bepaald op een wijze en op een niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van de onderhavige zaak, waarbij omstandigheden als de hoogte van het loon, de duur van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer en diens kansen op de arbeidsmarkt geen rol hoeven spelen (deze worden immers geacht te zijn verdisconteerd in de transitievergoeding).
Toegepast op deze zaak betekent dit naar het oordeel van de kantonrechter dat, gelet op de overwegingen van de kantonrechter te Gouda, de werkgever een serieus verbetertraject had moeten inzetten, waarbij aan de werknemer een reële kans zou worden gegeven. Dat heeft niet plaats gevonden, waarbij van belang is dat de werknemer in het door de werkgever voorgestelde verbetertraject in feite is terug gezet is in functie (demotie), met niet meer taken en bevoegdheden dan die van project engineer, de functie die de werknemer tot 2012 bij de werkgever bekleedde. Zijn leidinggevende taken mocht hij niet vervullen en evenmin mocht hij contacten met klanten hebben. Verder wordt de werkgever aangerekend dat zij de werknemer heeft geschorst.
Tot slot overweegt de kantonrechter dat de billijke vergoeding ten deze een zekere omvang moet hebben, omdat anders het risico bestaat dat een relatief lage vergoeding voor lief wordt genomen, en in feite een vrijbrief kan vormen voor ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van de werkgever door een verstoorde arbeidsverhouding te construeren en zo op oneigenlijke wijze het einde van het dienstverband met een werknemer te realiseren. In zoverre is de vergoeding mede te beschouwen als een civielrechtelijke sanctie op ernstig verwijtbaar gedrag.
Per saldo oordeelt de kantonrechter dat de verstoring van de arbeidsverhouding in overwegende en ernstige mate aan de werkgever is te wijten. De billijke vergoeding wordt bepaald op € 40.000,bruto.
Vindplaatsen
Rechtspraak.nl AR-Updates.nl 2015-1246
Uitspraak
..
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht – team kanton
zaaknummer: 4544364 EA VERZ 15-1105 beschikking van: 7 december 2015
481
Beschikking van de kantonrechter ex artikel 7:671b BW
Inzake
De besloten vennootschap FRAMES PROCES SYSTEMS B.V.
gevestigd te Alphen aan den Rijn
verzoekster, nader te noemen: Frames
gemachtigde: mr. H.J. Wiarda
tegen
[verweerder]
wonende te [plaats]
verweerder, nader te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. M.Adansar
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Frames heeft op 16 oktober 2015 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend en later nog enkele aanvullende stukken in het geding gebracht.
Het verzoek is ter terechtzitting behandeld op 26 november 2015. Frames is verschenen bij [naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door de gemachtigde. [verweerder] is in persoon verschenen met zijn gemachtigde. De gemachtigden van partijen hebben het woord gevoerd, de gemachtigde van Frames aan de hand van pleitaantekeningen. Partijen hebben ter zitting vragen van de kantonrechter beantwoord.
Beschikking is bepaald op heden.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
1. De feiten:
1.1 Frames is een onderneming die zich bezig houdt met het vervaardigen van gespecialiseerde olie- en gasbehandelingssystemen en de handel in proces-technische apparatuur en andere industriële producten en grondstoffen, alsmede de advisering in deze branche.
1.2 [verweerder] , geboren op [datum] , is sedert 1 oktober 2005 in dienst van Frames. Hij is aangenomen als project engineer. Sedert 1 januari 2012 is [verweerder] werkzaam als project manager. Het salaris bedraagt thans € 4.660,- bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten, waaronder een bonusregeling.
1.3 Kerntaken van de projectmanager zijn het aansturen van een of meerdere projectteams en het zorgdragen voor de juiste uitvoering van projecten binnen de met de klant gemaakte contractuele afspraken; daarbij horen contacten met de klanten.
1.4 Over de jaren 2012, 2013 en 2014 heeft [verweerder] een bonus ontvangen van respectievelijk € 6.720,-, € 8.310,- en € 2.000,- bruto .
1.5 Op 31 maart 2015 heeft Frames bij de kantonrechter te Gouda een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, op grond van disfunctioneren van [verweerder] .
1.6 Bij beschikking van 9 juni 2015 heeft de kantonrechter dit verzoek afgewezen, met de volgende beoordeling:
4.2.
De grondslag van het verzoek is (in ieder geval in oorsprong) het door Frames gestelde
disfunctioneren van [verweerder] . Voorzover van een dergelijk aan [verweerder] toe te schrijven disfunctioneren sprake is - [verweerder] betwist het gemotiveerd en uit de overgelegde producties en de daarop gegeven toelichting door frames blijkt dat niet onomstotelijk - is dat onvoldoende om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen. immers, indien al wordt uitgegaan van een disfunctioneren van [verweerder] , dan had frames eerst moeten proberen [verweerder] door middel van een te volgen verbetertraject in staat te stellen zijn functioneren op het door frames gewenste peil te brengen. Van een serieus aangeboden verbetertraject is echter geen sprake, hetgeen te meer klemt, nu [verweerder] herhaald heeft verzocht hem de nodige coaching te verschaffen teneinde zijn door Frames gestelde mindere functioneren te verbeteren.
4.3. Dat er geen sprake is geweest van een (ernstig) verwijtbaar disfunctioneren van [verweerder] is overigens ook in tegenspraak met de omstandigheid dat [verweerder] in 2013 en 2014 nog in aanmerking is gekomen voor de toekenning van bonussen; dergelijke bonussen plegen immers alleen te worden toegekend indien het (goede) functioneren van de werknemer daar aanleiding toe geeft. Bij de wijze van functioneren van [verweerder] dient voorts in aanmerking te worden genomen, dat [verweerder] de onderhavige fulltime functie in een vierdaagse werkweek dient uit te voeren en dat hij het afgelopen jaar is geconfronteerd met de benodigde extra zorg voor zijn (ernstig zieke) vrouw en kinderen.
4.4. De omstandigheid dat [verweerder] heeft geweigerd de hem aangeboden functie van Senior Project Engineer te aanvaarden kan [verweerder] niet worden tegengeworpen. Die optie dient immers pas aan de orde te komen indien zou blijken dat coaching c.q. een verbetertraject geen oplossing zou bieden.
4.5. Dat er inmiddels sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsrelatie acht de kantonrechte onvoldoende aangetoond - [verweerder] oefende zijn functie ten tijde van de mondelinge behandeling nog steeds uit - en in ieder geval niet in overwegende mate aan [verweerder] toe te schrijven. Dat er volgens Frames een verstorende rol is gespeeld door de gemachtigde van [verweerder] in het kader van de onderhandelingen over een ontbindingsvergoeding (zie sub 21. van de pleitnota) acht de kantonrechter onvoldoende om te kunnen concluderen dat een vruchtbare samenwerking niet meer tot de mogelijkheden zou behoren: wat er ook zij van het gemaakte verwijt, Frames moet verder met [verweerder] en niet met zijn gemachtigde.
4.6. Gelet op al het vorenstaande dient het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te worden afgewezen.
4.7. Frames dient als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure te worden veroordeeld.
4.8. Op hetgeen verder door partijen naar voren is gebracht zal de kantonrechter niet nader ingaan, nu een inhoudelijke behandeling niet tot een andere beslissing zal leiden.”
1.7
De brief van Frames van 23 juni 2015 luidt als volgt (passages vetgemaakt door ktr):
“Met dit schrijven willen wij ingaan op de beschikking uitgegeven op 9 juni door de kantonrechter en
jouw reactie hierop.
Na de rechtszitting van 19 mei jI. heb jij gevraagd om vrijgesteld te mogen worden van
werkzaamheden tot aan de uitspraak. Dit is zeer merkwaardig, daar je tijdens de zitting aan de kantonrechter juist had verklaard dat er voldoende mogelijkheden waren om jouw werkzaamheden voort te zetten. Na de zitting leek je daar opeens geheel anders in te staan en wilde je -nota bene doorbetaald -vrijaf. Onze suggestie is geweest om hier deels vakantiedagen voor in te zetten, maar zelfs dit werd meteen van tafel geveegd door jou. Om de gemoederen toen reeds onder bedwang te kunnen houden zijn wij meegegaan in jouw verzoek en hebben je vanaf 29 mei tot en met 12 juni vrijgesteld van werkzaamheden met behoud van salaris. Op maandag 15 juni heb jij naar aanleiding van de beschikking jouw werkzaamheden weer hervat.
In het kader van het hervatten van de werkzaamheden en de beschikking van de kantonrechter is er op 16 juni jl. een gesprek met jou gevoerd met [naam 3] . In dat gesprek heb je aangegeven dat er volgens jou geen sprake is van enig disfunctioneren. Je verwacht excuses van alle betrokkenen van Frames en je wilt met hen in gesprekje hebt aangegeven te willen praten over een salarisverhoging.
Daarnaast verwacht je dat de beoordelingen van 2013 en 2014 teniet worden gedaan, dat er dit jaar geen beoordeling kan volgen en dat je pas eind 2016 opnieuw beoordeeld kan worden, waarbij een eventueel ontwikkeltraject in 2017 kan plaatsvinden.
Deze zienswijze heeft ons op zijn zachts gezegd verbaasd, is volledig in strijd met de waarheid en onze visie en bovenal niet realistisch. Uit de beschikking blijkt dat de kantonrechter van mening is dat Frames nog niet genoeg heeft gedaan aan verbetering van jouw functioneren om te kunnen spreken van ontslag wegens disfunctioneren. De kantonrechter heeft dus nadrukkelijk niet gesteld dat er geen sprake zou zijn van - al dan niet ernstige - tekortkomingen aan jouw kant. Wij blijven bij het standpunt dat je functioneren in de functie van Project Manager onvoldoende is. Dit is ook de reden dat dit reeds
lange tijd onderdeel uitmaakt van jouw beoordelingscyclus. Bovendien is het vertrouwen in jouw persoon en jouw functioneren binnen de organisatie minimaal en jouw hiervoor geschetste bizarre reactie (beschreven in de vorige alinea) zorgt ervoor dat dit vertrouwen in jouw persoon en/of verbetering van jouw functioneren op korte termijn niet snel zal veranderen. Wij berusten vooralsnog echter in de uitspraak van de kantonrechter en zullen de vervolgstappen in jouw verbetertraject verder vormgeven. Wij willen hier niet mee wachten en het verbetertraject direct voortzetten. We zullen ons gaan richten op een verbeter-/ontwikkeltraject en deze vorm gaan geven, door ons nauwkeurig te focussen op jouw ontwikkelpunten. In dit ontwikkelplan zal opnieuw uitgebreid gesteld worden welke competenties/vaardigheden verbetering nodig zijn om tot een succesvolle uitvoering van jouw functie als Project Manager te komen. Bij elk van deze competenties/vaardigheden wordt een passende ontwikkelingsvorm gekozen.
De exacte werkzaamheden die jij kan uitvoeren zijn onderdeel van je functiebeschrijving en zullen uitgewerkt zijn in dit ontwikkelplan. We zullen jouw werkzaamheden afbakenen tot die werkzaamheden/taken waarbij het risico voor Frames beperkt blijft. Buitenlandreizen en direct contact met de klant zullen hier in eerste instantie niet toe behoren.
We zullen je plaatsen op een lopend project waarbij je de huidige Project Manager zult gaan
ondersteunen binnen de taken die worden voorgeschreven. Op die manier wordt de kwaliteit en de voortgang op het project bewaakt en kun jij jouw hopelijk positieve ontwikkeling binnen jouw functioneren direct in de praktijk tot uiting kunnen laten komen.
Wij hopen dat we tot werkbare afspraken kunnen komen en dat de kwestie niet verder escaleert, hetgeen verdere maatregelen van Frames in de arbeidsrelatie noodzakelijk zal maken. Wij vertrouwen erop dat ook jij op positieve wijze en met volledige energie jezelf zult inzetten om het verbetertraject met ons in te gaan en tot een goed einde te brengen. Je zegt steeds dat je het kan en we hopen dat je dit dan ook op korte termijn en volledig zult gaan laten zien.
Op l6 juni jl. heb je een declaratie ingeleverd van diverse (juridische) kosten, ter hoogte van
€ 4.669,50. Het volgende is te lezen in de beslissing van de kantonrechter:
“2. Veroordeelt Frames in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van
[verweerder] vastgesteld op € 800,-- als zijnde het salaris van de gemachtigde van [verweerder] .”
Frames is veroordeeld tot een bedrag van € 800,-- en zal daarom niet meer dan dat bedrag aan jou vergoeden. Je kunt een declaratie indienen van maximaal € 800,- (inclusief BTW) onderbouwd met originele betaalbewijzen en/of facturen.
Op 25 juni aanstaande om 10:00 uur is een gesprek gepland met [naam 2] (Managing Director) en [naam 1] (HR Manager), waarin we de verdere samenwerking en het in te zetten verbetertraject nader kunnen bespreken. Je hebt aangegeven dat je jouw adviseur, Mevrouw Adansar, meeneemt naar de afspraak. Wij hebben hier vooralsnog geen bezwaar tegen.
Ten slotte delen wij jou hierbij een officiële waarschuwing mede voor het door jou geuite gedrag van vandaag.
Je hebt vandaag veelvuldig contact gezocht met medewerkers van HR ( [naam 4] , die nota bene vrij was vandaag, en [naam 1] ). Je was blijkbaar van mening dat deze brief liet snel genoeg werd opgesteld en dat vond je blijkbaar onacceptabel. je hebt je zeer agressief en intimiderend uitgelaten, waarbij je onder meer [naam 1] hebt gesommeerd afspraken af te moeten zeggen en de brief te gaan typen, je zelfs hebt gedreigd direct naar haar toe te komen als de brief er niet snel zou zijn. Overigens heeft juist jouw gedrag geresulteerd dat deze brief niet eerder vandaag verzonden kon worden, jouw gedrag van vandaag is ontoelaatbaar binnen onze organisatie en indien dergelijk gedrag opnieuw wordt vertoond na deze waarschuwing, zal het directe gevolgen hebben voor jouw dienstverband binnen Frames. Ik verwacht tijdens onze bespreking aanstaande donderdag ook tekst en uitleg aangaande dit gedrag en welgemeende excuses richting [naam 1] en [naam 4] .”
1.8
Bij brief van 2 juli 2015 heeft Frames aan [verweerder] een ontwikkelplan toegestuurd. Daarin komen de volgende passages voor:
“Ontwikkeltraject
Het functioneren van [verweerder] in de functie van Project Manager is onvoldoende”.
1.Besluitvaardigheid
Kritische besluiten in de projecten woerden door [verweerder] uitgesteld. Het lukt [verweerder] niet om op basis van, soms onvolledige, informatie het juiste besluit te nemen. [verweerder] heeft moeite met abstract en strategisch denken …. (…..).
2.Plannen en organiseren
Het lukt [verweerder] niet om het werk in zijn team op een efficiënte manier te verdelen Prioriteiten worden niet of verkeerd gesteld. [verweerder] besteedt tijd aan zaken die op dat moment niet urgent zijn, ten koste van zaken die dat wel zijn.
3.Commercieel onderhandelen
Henk ziet in een onderhandeling niet de bewegingsruimte,. Hij gaat onderhandelingen zwart-wit in en ziet geen mogelijkheden om het “onderhandelingsspel” te spelen.”
1.9 Frames heeft [verweerder] met ingang van 10 augustus 2015 geschorst, zonder behoud van loon, op de grond dat [verweerder] niet bereid is mee te werken aan een verbetertraject.
1.10 Onder druk van een kort geding procedure heeft Frames de schorsing ongedaan gemaakt, deze vervangen door een “vrijstelling van werkzaamheden” en het loon alsnog betaald.
1.11
[verweerder] heeft zich op september 2015 ziek gemeld. Naar aanleiding van deze ziekmelding heeft de bedrijfsarts het volgende gerapporteerd:
“Er zijn klachten ten gevolge van een arbeidsconflict. De werkgever geeft aan dat dhr [verweerder] vrijgesteld is van werk. Dhr [verweerder] is niet wegens ziekte verhinderd de bedongen arbeid te verrichten. De procedure van een deskundigenoordeel bij het UWV is besproken.”
1.12 In augustus en september 2015 heeft er mediation plaats gevonden. Deze heeft niet tot een oplossing geleid.
Verzoek en verweer
2. Frames verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b lid 1 onderdeel a BW. Frames stelt dat daarvoor een redelijke grond aanwezig is, als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 BW, waarbij herplaatsing van [verweerder] binnen een redelijke termijn niet tot de mogelijkheden behoort of in de rede ligt.
3. Frames heeft haar verzoek onderbouwd door er op te wijzen dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van Frames in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (de zogenaamde g-grond).
4. Volgens Frames blijkt uit het verzoekschrift en haar toelichting ter zitting dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, die ondanks alle inspanningen daartoe van Frames, waaronder een bemiddelingstraject, niet kan worden opgelost. Het komt erop neer dat Frames, na de afwijzende beschikking van de kantonrechter te Gouda heeft ingezet op het verbetertraject, dat de kantonrechter in zijn beschikking noemt. Daarover heeft Frames met [verweerder] gesproken en gecorrespondeerd, en zij heeft een verbeterplan opgesteld. Dat een en ander niet van de grond is gekomen is uitsluitend aan [verweerder] te wijten. Het eerste wat hij na het wijzen van de beschikking aan de orde stelde was dat hij excuses wilde, omdat volgens hem door de kantonrechter was vastgesteld dat er van disfunctioneren geen sprake was. Een verbetertraject was wat hem betreft voorlopig niet aan de orde. Ook wilde hij dat de beoordelingen van 2013 en 214 zouden worden teruggedraaid en wenste hij salarisverhoging.
5. Het komt erop neer dat het verbeterplan op geen enkele wijze door [verweerder] werd en wordt geaccepteerd, terwijl Frames het niet verantwoord achtte om [verweerder] , zonder het volvoeren daarvan, in zijn functie aan het werk te laten.
6. Kort na het wijzen van de beschikking van de kantonrechter te Gouda leek [verweerder] (tijdens een gesprek op 16 juni 2015) bereid mee te werken aan een beëindigingsregeling, een oplossing die Frames (in elk geval op dat moment) voorstond. Een regeling is echter niet tot stand gekomen, nu [verweerder] een vergoeding met toepassing van de kantonrechtersformule van (nagenoeg) C=3 verlangde.
7. Al met al ziet Frames geen andere oplossing dan dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, waarbij zij bereid is de transitievergoeding te betalen.
8. [verweerder] betwist dat de arbeidsrelatie tussen haar en Frames zodanig is verstoord, dat dit zou moeten leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Hij wijst erop dat Frames, na de beschikking van de kantonrechter te Gouda hardnekkig is blijven volhouden dat hij disfunctioneerde (terwijl de kantonrechter dat helemaal niet aannemelijk had geacht) en daar allerlei onterechte voorwaarden aan verbond. Verder is hij niet meer in de gelegenheid is gesteld om zijn functie uit te oefenen, is hij zelfs geschorst, waarmee de conclusie moet worden getrokken dat Frames alles op alles heeft gezet om een verstoorde relatie te forceren, en hiermee een fait accompli situatie te realiseren.
9. [verweerder] is van mening dat de arbeidsovereenkomst niet ontbonden moet worden.
10. [verweerder] meent dat, als de arbeidsovereenkomst zou worden ontbonden, hem niet alleen de transitievergoeding ad € 18.353,- bruto moet worden toegekend, maar ook een billijke vergoeding ad € 113.950,-. Er is immers sprake van ernstig verwijtbaar handelen en nalaten aan de zijde van Frames, aldus [verweerder] .
11. De nadere verweren van [verweerder] zullen, voor zover van belang, hierna worden besproken en beoordeeld.
Beoordeling
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst?
12. Op grond van hetgeen over en weer is aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van een redelijke grond. Dat de arbeidsverhouding is verstoord blijkt uit hetgeen beide partijen naar voren hebben gebracht, zij het dat zij in hoge mate verschillen over de “schuldvraag”. Frames is blijven benadrukken dat [verweerder] niet naar behoren functioneert en ziet geen andere optie dan beëindiging, nu [verweerder] op geen enkele wijze bereid is mee te werken aan het voorgestelde verbetertraject. De visie van [verweerder] staat daar diametraal tegenover: hij meent dat hem geen reële kans is geboden en heeft zich zelfs ziek moeten melden, welke ziekmelding door de bedrijfsarts is gekwalificeerd als zijnde een gevolg van het tussen partijen bestaande arbeidsconflict.
12. Nu aangenomen moet worden dat de arbeidsverhouding is verstoord zal de arbeidsovereenkomst op die grond worden ontbonden.
Transitievergoeding?
14. Aan [verweerder] zal de verzochte transitievergoeding worden toegekend, nu Frames niet heeft betwist deze verschuldigd te zijn en deze ook in hoogte niet heeft betwist. Als transitievergoeding zal dan ook € 18.353,- bruto worden toegewezen.
Billijke vergoeding?
15. [verweerder] heeft verzocht om hem, naast de transitievergoeding, een billijke vergoeding toe te kennen. Wil [verweerder] aanspraak kunnen maken op een dergelijke vergoeding, dan moet er sprake zijn van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Frames. Van ernstig verwijtbaar handelen zal slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn. De memorie van toelichting bij de Wet Werk en Zekerheid noemt als voorbeeld een verstoorde arbeidsrelatie die is ontstaan door laakbaar gedrag van de werkgever. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verweerder] in voldoende mate aannemelijk kunnen maken dat Frames ter zake het eindigen van de arbeidsovereenkomst een ernstig verwijt kan worden gemaakt in de zin van artikel 7:671b lid 8 sub c BW. De kantonrechter komt ten deze tot het oordeel dat de verstoring van de arbeidsverhouding in overwegende en in ernstige mate aan Frames is te wijten. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen.
15. De kantonrechter te Gouda heeft in zijn beschikking vastgesteld dat disfunctioneren van [verweerder] (de grondslag van het ontbindingsverzoek) niet is komen vast te staan. De kantonrechter te Gouda heeft (weliswaar) niet vastgesteld dat er geen sprake zou zijn van disfunctioneren, doch overwogen dat, als al zou worden uitgegaan van disfunctioneren, een serieus verbetertraject zou moeten worden gevolgd, hetgeen tot dan toe niet was gebeurd. Gelet op deze overwegingen van de Goudse kantonrechter had, na diens afwijzende beschikking, een serieus verbetertraject moeten worden ingezet, waarbij [verweerder] een reële kans zou worden gegeven. Naar het oordeel van de kantonrechter is van een dergelijk traject geen sprake geweest.
15. In haar brief van 23 juni 2015 (zie onder 1.7) begint Frames met op te merken dat zij nog steeds vindt dat [verweerder] in zijn functie onvoldoende functioneert en dat het vertrouwen in zijn persoon en zijn functioneren minimaal is en dat dit vertrouwen niet op korte termijn zal veranderen (eerste vetgedrukte deel).
15. Daar voegt Frames in diezelfde brief aan toe (zie het tweede vetgedrukte deel) dat zij het niet verantwoord acht dat [verweerder] zijn functie volledig gaat uitoefenen. Buitenlandreizen en direct met de klanten worden niet langer toegestaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Frames in dit verband niet weersproken dat in het voorgestelde verbeterplan [verweerder] geen leidinggevende taken meer zou hebben, maar dat hij “naast” een nog aan te stellen project manager zou gaan werken. De kantonrechter is, gelet op het hier overwogene, van oordeel dat [verweerder] in het voorgestelde verbetertraject in feite door Frames terug gezet is in functie (demotie), met niet meer taken en bevoegdheden dan die van project engineer, de functie die [verweerder] tot 2012 bij
Frames bekleedde. Dit acht de kantonrechter ernstig verwijtbaar nu Frames [verweerder] , door zich zo op te stellen, geen eerlijke kans op verbetering heeft geboden. Dit klemt temeer omdat de kantonrechter te Gouda heeft overwogen (zie de beschikking onder 4.4) dat [verweerder] de hem (blijkbaar toen al) aangeboden functie van (senior) project engineer in elk geval niet hoefde te accepteren, zolang uit een coaching- of verbetertraject niet was gebleken dat zo’n traject geen oplossing bood.
15. Aan [verweerder] zal een billijke vergoeding worden toegekend.
Hoogte vergoeding
20. Ten aanzien van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding heeft te gelden dat deze naar haar aard in relatie moete staan tot het ernstig verwijt van Frames, en niet tot de gevolgen van het ontslag voor [verweerder] . De hoogte van de vergoeding moet worden bepaald op een wijze en op een niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van de onderhavige zaak, waarbij omstandigheden als de hoogte van het loon, de duur van het dienstverband, de leeftijd van [verweerder] en diens kansen op de arbeidsmarkt geen rol hoeven spelen (deze worden immers geacht te zijn verdisconteerd in de transitievergoeding).
20. Daarbij wordt het volgende overwogen. Ten aanzien van de ernst van de verwijtbaarheid aan de zijde van Frames wordt allereerst verwezen naar hetgeen onder 15 tot en met 18 aan de orde is gesteld. Frames is, ondanks de beschikking van de kantonrechter te Gouda, onverstoorbaar doorgegaan op haar koers, uitgaande van ernstig disfunctioneren aan de kant van [verweerder] . De aangehaalde passages uit de brief van 23 juni 2015 en het verbeterplan (zie onder 1.7 en 1.8) zijn niet mis te verstaan. Op geen enkele wijze lijkt Frames rekening te houden met de omstandigheden dat de kantonrechter het aangevoerde disfunctioneren niet aangetoond heeft geacht en voorts dat [verweerder] de onderhavige fulltime functie in een vierdaagse werkweek diende uit te voeren en dat hij het afgelopen jaar is geconfronteerd met de benodigde extra zorg voor zijn (ernstig zieke) vrouw en kinderen en dat hij (desondanks) niet onverdienstelijk heeft gepresteerd, onder meer blijkende uit het gegeven dat hij over de jaren 2013 en 2014 bonussen heeft ontvangen. Of voorts een (ook uit de brief van 23 juni 2015 blijkende) officiële waarschuwing op zijn plaats was, is de vraag. In elk geval kan worden vastgesteld dat deze niet heeft bijgedragen aan de-escalatie van de spanningen die er in de relatie werkgever-werknemer waren ontstaan, al was het alleen al vanwege de kort daarvoor gevoerde ontbindingsprocedure.
20. Aan het bovenstaande doet niet af dat [verweerder] te kennen heeft gegeven dat hij niet wilde meewerken aan het door Frames voorgestelde verbetertraject. Als gezegd, dit traject ging zozeer uit van disfunctioneren aan de kant van [verweerder] - terwijl het in taken en bevoegdheden dusdanige beperkingen kende, dat het in feite niet langer om zijn eigen functie ging - dat van [verweerder] niet verwacht kon worden dat hij aan dat traject zijn medewerking verleende. Niet gebleken is (zoals Frames heeft aangevoerd) dat [verweerder] niet bereid was mee te werken aan welk verbetertraject
dan ook. Verwezen kan worden naar de brieven van de gemachtigde van [verweerder] van 25 juni 2015 en 12 augustus 2015 (respectievelijk blz 2, 2e bullit en blz 2 sub 14). Dat [verweerder] in het gesprek op 16 juni 2015 gevraagd heeft om excuses, salarisverhoging en het terugdraaien van de beoordelingen over 2013 en 2014, was wellicht niet volledig op zijn plaats, maar doet niet af aan de ernst van het aan Frames te maken verwijt.
20. Vast staat dat Frames [verweerder] met ingang van 10 augustus 2015 heeft geschorst, zonder behoud van loon. De kantonrechter acht het opleggen van deze maatregel, onder de geschetste omstandigheden, eveneens ernstig verwijtbaar. Om te beginnen is Frames hiermee buiten haar eigen voorwaarden getreden. In de brief van 3 augustus 2015 wordt de schorsing (met loonsanctie) namelijk in het vooruitzicht gesteld, voor het geval [verweerder] niet op een gesprek d.d. 7 augustus 2015 zou komen, terwijl vast staat dat [verweerder] op genoemde datum wel is verschenen. Echter, los daarvan was naar het oordeel van de kantonrechter de maatregel niet op zijn plaats, nu deze voor [verweerder] diffamerend was, en niet gebleken is dat Frames bereid was zich flexibeler op te stellen aangaande het in te zetten verbetertraject.
20. Tot slot wordt overwogen dat in een geval als het onderhavige de billijke vergoeding een zekere omvang moet hebben, omdat anders het risico bestaat dat een relatief lage vergoeding voor lief wordt genomen, en in feite een vrijbrief vormt voor ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van de werkgever door een verstoorde arbeidsverhouding te construeren en zo op oneigenlijke wijze het einde van het dienstverband met een werknemer te realiseren. In zoverre is de vergoeding mede te beschouwen als een civielrechtelijke sanctie op ernstig verwijtbaar gedrag.
20. Alle omstandigheden in aanmerking nemend zal aan [verweerder] een vergoeding worden toegekend van € 40.000,- bruto.
Datum ontbinding
26. Partijen zijn het erover eens dat tussen hen een opzegtermijn van drie maanden geldt. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:671b lid 8 sub a, zal worden ontbonden per 1 februari 2016. Er is geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder] , zodat een verkorting van de termijn niet aan de orde is.
Intrekkingsmogelijkheid en proceskosten
27. Nu aan [verweerder] een billijke vergoeding wordt toegekend moet Frames de gelegenheid worden geboden het verzoek in te trekken.
27. Frames zal in de proceskosten worden veroordeeld.
BESLISSING
De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 februari 2016;
veroordeelt Frames tot betaling aan [verweerder] van het bedrag van € 18.353,- bruto als transitievergoeding;
veroordeelt Frames tot betaling aan [verweerder] van het bedrag van € 40.000,- bruto als billijke vergoeding;
veroordeelt Frames in de kosten van de procedure aan de kant van [verweerder] , tot op heden begroot op € 545,-, voor zover verschuldigd, inclusief btw;
veroordeelt Frames tot betaling van een bedrag van € 50,- aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden en Frames niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan de beschikking heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat het onder I, II, III en V rechtskracht ontbeert als Frames uiterlijk 22 december 2015 het verzoek intrekt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2015 in aanwezigheid van de griffier.