DE JURIDISCHE ASPECTEN VAN SECOND LIFE Virtuele kinderpornografie Strafrechtelijk sanctioneren? J.A. Brasem
1
Naam:
J.A. Brasem
Adres:
Prins Hendrikplein 1-R 2518 JA Den Haag
Telefoonnummer:
06-42104769
E-mail:
[email protected]
Studierichting:
BA Rechtsgeleerdheid
Datum:
22 mei 2008
Scriptiebegeleider: Mw. Mr. F.A.M.Van der Klaauw- Koops Aantal pagina’s:
22
Aantal woorden:
4997 2
- INHOUDSOPGAVE ………………………………..Inhoudsopgave………………………………….…..…blz. 3. Hoofdstuk 1…………………..Inleiding……………………………………………….blz. 4. Hoofdstuk 2…………………..Aanpak..……………………………………………….blz. 5. Hoofdstuk 3…………………..Virtuele kinderpornografie……………...…………….blz. 6. Hoofdstuk 4…………………..Virtuele kinderpornografie in Second Life...………….blz. 7. Hoofdstuk 5…………………..Wetgeving……..……….………………………….......blz. 9. Hoofdstuk 6…………………..Jurisprudentie……………………….....………………blz. 12. Hoofdstuk 7…………………..Knelpunten…………..……...…………………………blz. 13. Hoofdstuk 8…………………..Adviezen……………..………...………………………blz. 15. Hoofdstuk 9…………………..Conclusie………………...……..………...……………blz. 17. ………………………………..Literatuurlijst……..……..…...…………….………..…blz. 20.
3
- 1. INLEIDING Een van de bekendste virtuele werelden is Second Life die in 2003 door Linden Lab is ontworpen. Door het aanmaken van een account en het ontwerpen van een avatar kan men zich voortbewegen door de virtuele wereld. Men kan tal van activiteiten ondernemen in Second Life, zoals het openen van een winkel, huizen ontwerpen, sociale contacten onderhouden, geld verdienen en ga zo nog maar even door. Er ontstaan steeds meer connecties met de fysieke wereld op zowel maatschappelijk, economisch en juridisch gebied. In Second Life ligt de nadruk op sociale interactie; er is geen speldoel en derhalve kunnen wij niet spreken van een spel. Het bestaan van virtuele werelden schept tal van nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen die als positief worden ervaren. Virtuele werelden kunnen echter ook zeer negatieve neveneffecten met zich meebrengen, omdat men vrijwel anoniem is. Daarom zullen mensen sneller bepaalde activiteiten ondernemen dan in het echte leven, bijvoorbeeld mogelijke strafwaardige gedragingen. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heerst op Second Life geen totale anarchie, er zijn wel degelijk regels geformuleerd.1 Als men de regels overtreedt, staan daar sancties tegenover, zoals het opheffen van het Second Life account. Onlangs is door de media veel aandacht besteed aan de virtuele kinderpornografie die voorkomt op Second Life. Men kan een avatar aanmaken met het uiterlijk van een minderjarige die virtuele seksuele handelingen verricht met een avatar met een volwassen uiterlijk. Het is bekend dat er in Second Life zelfs virtuele escortbureaus bestaan waar men tegen betaling seks kan hebben met ‘kinderen’. 2 Recentelijk heeft de rechtbank ’s-Hertogenbosch virtuele kinderporno strafbaar gesteld. Deze zaak had weliswaar andere specifieke omstandigheden, maar kan wellicht van betekenis zijn voor dit onderzoek. 3
1
Terms of Service Linden Lab, http://secondlife.com/corporate/tos.php. Uitzending Nova, 12 maart 2008 &Netwerk 20 februari 2007. 3 Rb ’s-Hertogenbosch, 4 februari 2008, LJN BC3225. 2
4
De vraag die in dit onderzoek centraal staat: Is het mogelijk om met het huidige artikel 240b WvSr op te treden tegen virtuele kinderpornografie op Second Life? Tevens zal ik antwoord geven op de volgende deelvragen: Tegen welke knelpunten loopt men aan bij het strafrechtelijk sanctioneren van virtuele kinderpornografie? Wat is de betekenis van de uitspraak van de rechtbank ’s -Hertogenbosch voor dit onderzoek? Welke andere mogelijkheden zijn er om virtuele kinderpornografie tegen te gaan?
Bij beantwoording van mijn onderzoeksvragen zal ik mij beperken tot het Nederlandse strafrecht en de eindgebruikersovereenkomst van Linden Lab. Ik zal ook enige aandacht besteden aan het Cybercrime Verdrag, omdat dit verdrag deels geïmplementeerd is in het Nederlandse Wetboek van Strafrecht.
- 2. AANPAK Om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden ga ik als volgt te werk: Om te beginnen zal ik in het derde hoofdstuk het begrip virtuele kinderpornografie nader specificeren en uitleggen in welke gedaante deze zich binnen Second Life kan voordoen. In het vierde hoofdstuk zal ik aandacht besteden aan de regels die Linden Lab heeft gedefinieerd ten aanzien van virtuele kinderpornografie. Hierbij zal ik de eindgebruikersovereenkomst bespreken en de regels die tussen de gebruikers onderling gelden. Het vijfde hoofdstuk zal gaan over wat het Nederlandse strafrecht kan betekenen, en dan in het bijzonder artikel 240b WvSr. Ik zal nagaan wat de reikwijdte van dit artikel is en welke belangen moeten worden beschermd door dit artikel. In het tweede deel van hoofdstuk vijf zal ik aandacht besteden aan het Cybercrime Verdrag. In hoofdstuk zes zal ik de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch bespreken en nagaan welke betekenis deze uitspraak mogelijk kan hebben voor dit onderzoek.
5
In hoofdstuk zeven zal ik de knelpunten beschrijven waar men tegen aan zal lopen wanneer men virtuele kinderpornografie strafrechtelijk wil sanctioneren. In het achtste hoofdstuk zal ik onderzoeken of er andere mogelijkheden zijn om virtuele kinderpornografie tegen te gaan op Second Life. Tot slot zal ik tot een eindconclusie komen en alle bevindingen samenvatten en waarderen.
- 3. VIRTUELE KINDERPORNOGRAFIE Ik zal beginnen met een aantal algemene opmerkingen over kinderpornografie en daarna uitleggen wat virtuele kinderpornografie is. Door de opkomst van het Internet is het mogelijk om grote hoeveelheden gegevens razend snel over de hele wereld uit te wisselen met andere mensen. Met de groei van het Internet is ook de kinderpornografiemarkt toegenomen. De kinderpornografiemarkt is een lucratieve industrie waar jaarlijks heel veel geld in omgaat. In 2007 kwamen er 7427 meldingen bij het Meldpunt Kinderpornografie binnen over websites met daarop afbeeldingen van kinderpornografie. Deze meldingen waren afkomstig van particulieren die hiermee ongewenst in aanraking zijn gekomen door het downloaden van films of muziek, spam of gewoon door het gebruik van de zoekmachine Google.4 Het is mogelijk om met bepaalde software afbeeldingen te maken die zeer realistisch zijn. Deze software wordt ook gebruikt om virtuele kinderpornografie te vervaardigen. Bij virtuele kinderpornografie zijn in beginsel geen echte kinderen betrokken geweest. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het mogelijk is dat aan de virtuele afbeelding een foto van een echt kind ten grondslag heeft gelegen. Maar deze afbeelding is door de computer zodanig bewerkt dat deze niet meer te identificeren is. Virtuele kinderpornografie kan zich in de gedaante van een afbeelding voordoen, maar ook bijvoorbeeld als een animatiefilmpje.
4
Stichting Meldpunt ter bestrijding van Kinderpornografie op Internet, Jaarverslag 2007.
6
- 4. VIRTUELE KINDERPORNOGRAFIE OP SECOND LIFE Allereerst geef ik in dit hoofdstuk een zeer korte uitleg over Second Life in het algemeen, zodat het duidelijk is in welke context wij alles dienen te plaatsen en daarna meer specifiek een bespreking over virtuele kinderpornografie op Second Life. Tot slot zal ik in dit hoofdstuk de regels van Linden Lab bespreken die worden gehanteerd op Second Life. Om een account aan te maken dient men zich eerst te registreren. Dit is een zeer eenvoudige handeling. Na het invullen van enkele verplichte velden, en het akkoord gaan met de algemene voorwaarden kan men na het downloaden van de Second Life software aan de slag. Het lidmaatschap is bovendien gratis, pas voor een tweede account dient een bedrag betaald te worden.5 Door gratis ergens een nieuw e-mail adres te maken, kan men zich opnieuw gratis registreren bij Second Life. Kortom de toegang tot Second Life is laagdrempelig. Er is een versie voor volwassenen en een versie die alleen bestemd is voor kinderen boven de 13 jaar en onder de 18 jaar.6 In de versie die alleen voor kinderen is bedoeld zijn seks en geweld niet mogelijk. Bij de registratie moet men zijn of haar geboortejaar invullen en aan de hand daarvan vindt een leeftijdstoets plaats. Dit is eveneens zeer eenvoudig te manipuleren door een ander geboortejaar in te vullen. Na het starten van het programma kan men zijn of haar uiterlijk bepalen. Dit kan men tot in de kleinste details instellen. Het is dus mogelijk om als volwassene het uiterlijk van een kind aan te nemen. En hiermee komen wij op het punt waar dit onderzoek om draait: de virtuele kinderpornografie op Second Life. Net als elders op het Internet wordt op Second Life ook geld verdiend aan de seksindustrie. Weliswaar moeten wij niet aan dezelfde bedragen denken, maar er bestaat een levendige seksindustrie op Second Life. Het gebeurt op een plek waar mensen samenkomen en met anderen hun seksuele fantasieën kunnen uitbeelden. Onder deze mensen zijn ook pedofielen te vinden die virtuele handelingen met ‘kinderen’ verrichten. Deze kinder-avatars zijn in werkelijkheid ook volwassenen, er komen dus geen echte kinderen aan te pas.
5 6
Terms of Service, §2.4. Terms of Service, §2.2.
7
In een uitzending van Nova werd getoond dat er virtuele escortbureaus bestaan waar men tegen betaling seksuele handelingen kan verrichten met ‘kinderen’.7 Dit speelt zich wel af op privé gebieden en niet in het openbaar op Second Life. Welke regels gelden er nu op Second Life? Wij kunnen een drietrapsraket onderscheiden wat betreft de regels die gelden op Second Life: 1. De regels die gelden tussen de gebruikers onderling; 2. De regels die gelden tussen de gebruikers en Linden Lab; 3. En tot slot het recht, dat moet worden beschouwd als een ultimum remedium. De eerste twee punten zal ik in dit hoofdstuk behandelen en op punt drie zal ik in het volgende hoofdstuk terugkomen. Tussen de gebruikers van Second Life onderling gelden bepaalde regels waaraan men zich dient te houden. Deze worden ook wel de “Big Six” genoemd of de Community Standards.8 De algemene voorwaarden die in de Terms of Service worden genoemd bepalen welke regels gelden tussen de gebruikers en Linden Lab.9 Gebruikers kunnen als zij menen dat een medegebruiker de Terms of Service of de Community Standards overtreedt een “abuse report” invullen. Deze aangifte wordt vervolgens door de klantenservice in behandeling genomen waarna passende maatregelen zullen plaatsvinden. Dit kan een waarschuwing zijn, een tijdelijke blokkering van het account of een permanente blokkering.10 De maatregelen die worden getroffen door Linden Lab worden bovendien op de website van Second Life gepubliceerd.11 In punt vijf van de Community Standards staat dat men zich niet onfatsoenlijk mag gedragen, maar “Mature material” hoeft niet per definitie ongepast te zijn. Handelingen die bijvoorbeeld van seksuele aard zijn, zijn niet onfatsoenlijk als deze op privé-land of privé terrein plaatsvinden. Net als in het ‘echte’ leven eigenlijk. De vraag is natuurlijk of seks met kinderen ook op privé terrein onfatsoenlijk is volgens de Community Standards. 7
Uitzending Nova, 12 maart 2008. Community Standards Linden Lab, http://secondlife.com/corporate/cs.php. 9 Terms of Service Linden Lab, http://secondlife.com/corporate/tos.php. 10 Terms of Service, §2.6 & §4.1. 11 Second Life, Incidents Reports: http://secondlife.com/support/incidentreport.php. 8
10 11
8
Als wij vervolgens naar de Terms of Service kijken dan vinden wij in paragraaf 1.2. dat Linden Lab zichzelf betitelt als een “ Service Provider” en beperkte controle heeft over hetgeen zich afspeelt op Second Life. Linden Lab toetst ook niet vooraf of de inhoud van iets wel of niet door de beugel kan. Vervolgens staat in paragraaf 4.1. (iv) dat de gebruiker geen acties onderneemt die volgens de overtuiging van Linden Lab schadelijk, obsceen, vulgair of anderszins verwerpelijk zijn en bovendien in strijd zijn met de Community Standards. Wanneer Linden Lab ervan overtuigd is dat er een schending heeft plaatsgevonden hebben zij het recht om het account van desbetreffende persoon onmiddellijk, tijdelijk of permanent te verwijderen. In paragraaf 5.3. staat bovendien dat alle data vatbaar zijn voor verwijdering wanneer Linden Lab dit nodig acht. Linden Lab heeft dus de bevoegdheid om scripts te verwijderen die virtuele kinderporno mogelijk maken op Second Life. Het lijkt mij dat Linden Lab op grond hiervan de accounts van mensen die deelnemen aan virtuele kinderpornografie zou moeten blokkeren of data zou moeten verwijderen, omdat virtuele kinderpornografie in strijd is met paragraaf 4.1. van de Terms of Service. En bovendien naar mijn mening ook strijdig met de Community Standards, ook indien het gedrag zich op privé terrein afspeelt. Maar klaarblijkelijk acht Linden Lab virtuele kinderpornografie niet in strijd met de Terms of Service of de Community Standards aangezien virtuele kinderpornografie nog steeds voorkomt op Second Life.
- 5. WETGEVING In dit hoofdstuk zal ik punt drie van de drietrapsraket bespreken: het recht. Wanneer de gebruikers onderling er samen niet uitkomen of wanneer Linden Lab en de gebruiker niet verder komen, kan men het recht erbij halen. Dit dient alleen in noodgevallen te gebeuren, het recht dient een ultimum remedium te zijn.12 Virtuele kinderpornografie is een typisch geval van new crimes, new tools. Internet is de afgelopen jaren een belangrijke rol gaan spelen bij de verspreiding van kinderpornografie. Mensen hebben niet langer te maken met fysieke landgrenzen, sociale controle en men kan anoniem blijven door pornografisch materiaal af te schermen door middel van digitale 12
H. Franken, Recht en Computer, Hoofdstuk 10, §10.1.3.4, blz. 403, Deventer, Kluwer 2004.
9
technieken. Bovendien is er sofware ontwikkeld waardoor er virtuele kinderpornografie kan worden geproduceerd. Dit gaf aanleiding tot een sterkere bescherming van kinderen. De afgelopen jaren is men bovendien anders gaan denken over zedenzaken met betrekking tot kinderen. De seksuele zelfbeschikking in de jaren zestig zorgde ervoor dat men seksueel contact tussen volwassenen en kinderen niet zonder meer afkeurde. Later achtte men de lichamelijke integriteit van kinderen waardevoller en zwaarder wegen dan de seksuele vrijheid en erkende men een inbreuk op de lichamelijke integriteit van kinderen.13 Bovenstaande ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat verschillende onderdelen van de zedenwetgeving op 1 oktober 2002 zijn gewijzigd, zoals artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 240b Wetboek van Strafrecht: 1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of in bezit heeft. 2. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschreven in het eerste lid, een beroep of een gewoonte maakt. In artikel 240b WvSr is een aantal aanpassingen aangebracht. De leeftijdsgrens in dit artikel werd opgerekt van 16 jaar naar 18 jaar. Ook werd virtuele kinderpornografie strafbaar gesteld door het opnemen van het bestanddeel “schijnbaar betrokken”. Het is nu ook mogelijk om kinderpornografie strafbaar te stellen die digitaal is gefabriceerd en waar geen echte kinderen bij betrokken zijn geweest. Het strafbaar stellen van virtuele kinderpornografie is ondermeer het gevolg geweest van de Convention on Cyber-crime van de Raad van Europa en een kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie.14 De gedachte hierachter is een brede uitleg van de bescherming van de lichamelijke integriteit van kinderen. “En bescherming tegen materiaal dat kan dienen om kinderen aan te moedigen, deel te nemen of te verleiden om deel te nemen 13 14
Aanwijzing Kinderpornografie, Staatscourant 23 augustus 2007, nr. 62/pag.8. Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad, 22 december 2003.
10
aan seksueel gedrag en gedrag dat deel kan gaan uitmaken van een subcultuur die seksueel misbruik van kinderen bevordert”.15 Wanneer wij de wetsgeschiedenis er op naslaan dan wordt duidelijk dat virtuele kinderpornografie is beperkt tot levensechte afbeeldingen die niet van echt zijn te onderscheiden.16 Hierbij moet wel worden vermeld dat volgens de aanwijzing kinderpornografie ook afbeeldingen die niet honderd procent realistisch zijn deel kunnen uitmaken van de zojuist besproken subcultuur. Dit is afhankelijk van de concrete omstandigheden waarin de afbeelding moet worden bezien. Tot slot van dit hoofdstuk zal ik kort wat vertellen over het Cybercrime Verdrag. In de derde titel van dit verdrag is in artikel 9 lid 2 sub c virtuele kinderpornografie strafbaar gesteld. Article 9 lid 2 sub c Cybercrime Verdrag: 2. For the purpose of paragraph 1 above, the term “child pornography” shall include pornographic material that visually depicts: c. realistic images representing a minor engaged in sexually explicit conduct. Op 23 november 2001 ondertekende Nederland dit verdrag in Boedapest. Het verdrag stelde virtuele kinderpornografie strafbaar, wat toentertijd nog niet strafbaar was in de Nederlandse wetgeving. Nederland had de mogelijk om een voorbehoud te maken ten aan zien van art. 9 lid 2 sub c, maar heeft hiervoor niet gekozen.17 Nederland heeft ervoor gekozen om niet langer alleen gedragingen strafbaar te stellen indien daar daadwerkelijk kinderen voor zijn misbruikt.18 Dit gegeven werd op 1 oktober 2002 een feit.
15
Kamerstukken II 2001-2002, 27 745, nr.6, p.11-12, 14; Kamerstukken II 2001-2002, 27 745, nr.299b, p.7, 9. Kamerstukken II 2001–2002, 27 745, nr. 3, p. 4; Kamerstukken II 2001–2002, 27 745, nr. 6, p. 8–9. 17 Artikel 9 lid 4 Cybercrime-Verdrag. 18 B.J. Koops, Het Cybercrime-Verdrag, de Nederlandse strafwetgeving en de (computer) criminalisering van de maatschappij, Computerrecht, 02, 115-123. 16
11
- 6. JURISPRUDENTIE Momenteel is er zeer weinig jurisprudentie over virtuele kinderpornografie, waarin de verhouding tussen het ruime beschermingsbeginsel en de schijn van echtheid wordt uitgelegd. Dit jaar heeft de rechtbank ‘s- Hertogenbosch een man veroordeeld die in het bezit was van een filmpje dat volledig virtueel was gemaakt en waarop seksuele handelingen met een (schijnbaar betrokken) minderjarige te zien waren.19 Het is voor het eerst dat een rechtbank pornografisch materiaal met virtuele kinderen in de hoofdrol heeft veroordeeld. De moeilijkheid hierbij was altijd dat er geen echte kinderen werden misbruikt. De rechtbank heeft het begrip “schijnbaar betrokken” uitgelegd in het licht van de wetsgeschiedenis, de wetshistorie en internationale achtergronden. Het is bij een virtuele afbeelding niet mogelijk om de leeftijd van te stellen, maar er kan wel een schatting worden gemaakt door te kijken naar de lichaamskenmerken en geslachtskenmerken. De rechtbank stelde vast dat de afbeelding weliswaar door volwassenen van echt te onderscheiden is, maar niet door het gemiddelde kind. Het filmpje was bedoeld om aan kinderen te tonen en dus moet het kind als criteriumfiguur gelden. De achterliggende gedachte van de strafbaarstelling ligt niet alleen in de bescherming van de afgebeelde minderjarige, maar ook in de bescherming tegen gedrag dat kan worden gebruikt om kinderen aan te moedigen of te verleiden deel te nemen aan seksueel gedrag met volwassenen en gedrag dat deel kan gaan uitmaken van een subcultuur die seksueel misbruik van kinderen bevordert.20 Wat is de betekenis van deze uitspraak voor dit onderzoek? Het filmpje dat de man maakte, was duidelijk bedoeld om aan kinderen te tonen en hen aan te moedigen of te verleiden om seks te hebben met volwassenen. Het gemiddelde kind kan aldus geen onderscheid maken of de afbeelding echt is of niet. De virtuele kinderpornografie op Second Life is in de eerste plaats niet bedoeld om aan kinderen te tonen noch om hen aan te moedigen om seks te hebben met volwassenen. Het is louter bedoeld om de seksuele fantasieën van de gebruiker uit te beelden. 19 20
Rb ’s-Hertogenbosch, 4 februari 2008, LJN BC3225. Rb ’s-Hertogenbosch, 4 februari 2008, LJN BC3225.
12
Het Openbaar Ministerie benadrukt ook dat zij niet zozeer slachtoffers willen beschermen, maar wil voorkomen dat er een subcultuur ontstaat waarin misbruik van kinderen normaal wordt gevonden of wordt bevorderd. Dit laatste punt kan van belang zijn voor dit onderzoek; op Second Life worden geen echte kinderen misbruikt, maar het toestaan van virtuele kinderpornografie kan de indruk wekken dat het normaal is. Over het punt of het toestaan van virtuele kinderpornografie ook het kindermisbruik bevordert, lopen de meningen uiteen. Hier kom ik later op terug. Het is in ieder geval een positieve ontwikkeling dat het Openbaar Ministerie zaken als deze voor de rechter brengt, zodat duidelijk wordt hoe de rechter hierover denkt. Wellicht is hiermee het hek van de dam en zullen er meerdere zaken over virtuele kinderpornografie voor de rechter worden gebracht, waaronder misschien wel virtuele kinderpornografiezaken betreffende Second Life. Het College van procureurs-generaal heeft aangegeven te willen bevorderen dat er meer zaken van virtuele kinderpornografie voor de rechter worden gebracht.
- 7. KNELPUNTEN Het moge duidelijk zijn dat de problematiek rondom virtuele kinderpornografie op Second Life niet eenvoudig is. De vraag die ik mij aan het begin van dit onderzoek stelde was of het huidige artikel 240b WvSr ons in staat stelt om op te treden tegen virtuele kinderpornografie op Second Life. Om deze vraag te beantwoorden lopen we tegen een aantal (mogelijke) obstakels aan wil men virtuele kinderporno effectief vervolgen. Het eerste punt is de moeilijkheid dat Linden Lab in de Terms of Service bijna elke aansprakelijkheid beperkt voor hetgeen zich afspeelt op Second Life. In de Terms of Service stellen zij dat er niet van tevoren gekeken wordt of de inhoud op Second Life wel door de beugel kan.21 Dit is niet fair, Linden Lab creëert een virtuele wereld waarin van alles mogelijk is, maar weigert om de verantwoordelijkheid hiervoor te nemen. Linden Lab heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor hetgeen zich afspeelt op Second Life en kan deze verantwoordelijkheid niet afschuiven op de Second Life bewoners. 21
Terms of Service, §1.2 & §1.3.
13
Virtuele kinderpornografie is in principe strafbaar gesteld in artikel 240b WvSr, maar de virtuele variant in Second Life is problematisch. Hierbij is zoals al eerder opgemerkt het grootste obstakel dat er geen sprake is van seksuele uitbuiting of misbruik van een echt kind. Maar artikel 240b WvSr strekt niet alleen tot bescherming van slachtoffers, maar ook tot het tegen gaan van een subcultuur waarin het misbruik van kinderen normaal wordt gevonden of wordt bevorderd. Hierbij is de moeilijkheid dat het zeer lastig is om aan te tonen dat virtuele kinderpornografie op Second Life drempelverlagend werkt voor pedofielen. Zullen de gebruikers uiteindelijk overgaan tot daadwerkelijk misbruik van kinderen in real life of blijft het bij een ‘onschuldig’ rollenspel? Het meeste gebruikte argument hiertegen is dat er tal van games zijn waarin gemoord wordt of waarin excessief geweld wordt gebruikt. En wat te denken van een boek zoals “American Psycho” waarin perverse martelscènes voorkomen?22 Heeft dit de lezers of spelers ook aangezet tot moorden of martelen? Waneer men overgaat tot strafbaarstelling van virtuele kinderpornografie op Second Life zouden gewelddadige games, films en boeken ook verboden moeten worden, omdat de mogelijkheid bestaat dat het personen aanzet tot geweld of een subcultuur in stand houdt of doet ontstaan. Anders zou men een dubbele moraal hanteren. Men zou ook kunnen verdedigen dat virtuele kinderpornografie pedofielen juist weerhoudt om zich te vergrijpen aan kinderen of om echte kinderpornografie te kijken. De virtuele variant zou hun behoeftes voldoende bevredigen. Ik ben van mening dat we een onderscheid moeten maken tussen de echte kinderpornografiemarkt en de markt van virtuele kinderpornografie. Dit in het licht van de subcultuur die kindermisbruik normaal zou vinden. Naar mijn mening vallen deze twee niet samen, anders zouden producenten wel uitwijken naar louter virtuele kinderpornografie en zo strafbaarheid voor kindermisbruik ontlopen. De echte kinderpornografiemarkt is strafbaar, pedoseksualiteit is strafbaar omdat er daadwerkelijk kindermisbruik plaatsvindt. Maar pedofilie is niet strafbaar gesteld in de Nederlandse wetgeving. De vrijheid van gedachten en de vrijheid van meningsuiting ligt hieraan ten grondslag. Het strafrecht reageert op strafbare gedragingen en niet op het hebben van gedachten die mogelijkerwijs kunnen resulteren in het misbruiken van kinderen.
22
Bret Easton Ellis, American Psycho, 1991.
14
De vraag waar wij ook niet aan mogen voorbij gaan is of overheidsbemoeienis überhaupt wel wenselijk is. De overheid treedt op als zedenmeester en als gedachtenpolitie. 23 Het is duidelijk dat virtuele kinderpornografie op Second Life verwerpelijk is, maar geeft daarom nog
geen
aanleiding
tot
strafrechtelijke
sanctionering
door
de
wetgever.
Een
Kamermeerderheid pleit voor een strengere aanpak van virtuele kinderpornografie in het algemeen en meer specifiek op Second Life. Er zijn zelfs Kamervragen over gesteld aan de Minister van Justitie.24
- 8. ADVIEZEN Ik zou voorop willen stellen dat virtuele kinderpornografie op Second Life moreel verwerpelijk is, maar dat dit anderzijds naar mijn mening niet noopt tot strafrechtelijke sanctionering. Er zijn alternatieven te bedenken die men eerst dient te hanteren alvorens naar het strafrecht te grijpen. Allereerst moet Linden Lab door de overheid worden aangesproken op de maatschappelijke verantwoordelijkheid die op hen rust. Linden Lab zou virtuele kinderpornografie technisch onmogelijk moeten maken op Second Life. Linden Lab heeft de mogelijkheid om bepaalde scripts te verwijderen en dient hier dan ook gebruik van te maken.25 Het zou bijvoorbeeld onmogelijk moeten zijn dat men een kinderavatar kan maken in de variant van Second Life die voor volwassenen bestemd is. Of Linden Lab moet ervoor zorgen dat seksuele handelingen tussen volwassen-avatars en kinder-avatars onmogelijk wordt. Tot slot heeft Linden Lab ook de mogelijkheid om accounts te verwijderen van gebruikers die virtuele kinderpornografie bedrijven. De moraal die in ‘First life’ geldt zou moeten worden voortgezet in Second Life. Naar mijn mening is er voor de overheid geen andere rol dan louter het aanspreken van Linden Lab op de maatschappelijke dan wel morele verplichting die op hen rust. Het niet naleven hiervan zorgt er vervolgens niet voor dat er sancties op staan, want dit impliceert dat de gedragingen strafbaar zouden moeten zijn en dit is naar mijn mening onwenselijk.
23
M. Moerings, Virtuele Kinderporno, Ars Aequi 2003, blz. 28-30. Voor argumenten zie: Kamerstukken II 2006-2007, Aanhangsel 2515-2516. 25 Terms of Service, § 5.3. 24
15
Een tweede aanbeveling is dat er een gedegen en specifiek onderzoek moet worden verricht naar de mogelijke schadelijke gevolgen van virtuele kinderpornografie op Second Life. Het is nu nog niet duidelijk wat voor uitwerking de virtuele kinderpornografie op Second Life heeft op pedofielen. Zet het hen nu juist aan tot het bekijken van echte kinderpornografie of weerhoudt het hen hier juist van? In de gepubliceerde literatuur over dit onderwerp lopen de meningen nogal uiteen om er een eenduidige conclusie uit te trekken. Het is gevaarlijk om het beleid af te stemmen op deze onderzoeken. Momenteel zijn er nog geen uitspraken van de rechter tot onze beschikking over virtuele kinderpornografie op Second Life. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven proefprocessen te willen voeren om meer duidelijkheid te verkrijgen. Dit is zeer wenselijk, aangezien de nadruk wordt gelegd op een brede beschermingsomvang om te kunnen beoordelen of er sprake is van virtuele kinderpornografie. Jurisprudentie is nodig om duidelijkheid te verkrijgen wat onder het ruime beschermingsbeginsel valt en wat niet en dit in samenhang met de schijn van echtheid.
16
- 9. CONCLUSIE Voordat ik aan dit onderzoek begon, was mijn eerste gedachte bij virtuele kinderpornografie, dat het strafrechtelijk aangepakt moest worden. Vervolgens vroeg ik mij af of het huidige artikel 240b WvSr hier mogelijkheid toe zou bieden. Maar naarmate ik mij dieper in het onderwerp heb verdiept, ben ik tot de conclusie gekomen dat het een veel belangrijkere vraag is of het wel wenselijk is om virtuele kinderpornografie strafrechtelijk te vervolgen. In dit laatste hoofdstuk zal ik alle bevindingen nog eens op een rijtje zetten en waarderen.
De vraag die in dit onderzoek centraal staat: Is het mogelijk om met het huidige artikel 240b WvSr op te treden tegen virtuele kinderpornografie op Second Life? Tevens zal ik antwoord geven op de volgende deelvragen: Tegen welke knelpunten loopt men aan bij het strafrechtelijk sanctioneren van virtuele kinderpornografie? Wat is de betekenis van de uitspraak van de rechtbank ’s -Hertogenbosch voor dit onderzoek? Welke andere mogelijkheden zijn er om virtuele kinderpornografie tegen te gaan?
Vanaf de leeftijd van dertien jaar heeft men toegang tot Second Life, de vereisten voor registratie zijn laagdrempelig. Volwassen en kinderen hebben ieder hun eigen wereld op Second Life, maar men kan gemakkelijk toegang krijgen tot de andere wereld door simpelweg een ander geboortejaar op te geven. De verhouding tussen de gebruikers onderling wordt geregeld door de Community Standards. Volgens deze regels moet materiaal dat een seksuele inhoud heeft, plaatsvinden op privé terrein in gebieden die zijn aangemerkt met “Mature”.26 Het is niet juist dat alles met zo’n inhoud kan plaatsvinden zolang het maar aangemerkt wordt als “Mature”. Zo ontstaat er een vrijplaats waar men alles naar believen kan doen. Dit is onwenselijk.
26
Community Standards Linden Lab nr.6.
17
Tussen de gebruikers en Linden Lab gelden de Terms of Service. Virtuele kinderpornografie is naar mijn mening in strijd met de Terms of Service. Linden Lab kan zich er niet achter blijven verschuilen dat zij slechts een Service Provider is en de inhoud van Second Life niet vooraf toetst. Het is natuurlijk niet mogelijk om alles vooraf te toetsen, maar wanneer het om “Mature material” gaat zou dit wel wenselijk zijn. Linden Lab zal slechts tot verwijdering overgaan wanneer het naar haar overtuiging niet door de beugel kan. Maar Linden Lab zou ook de maatschappelijke opinie in haar besluit moeten laten meewegen. Linden Lab heeft een maatschappelijke en morele verantwoordelijkheid voor zaken als het gaat om virtuele kinderpornografie. Het is belangrijk dat de overheid Linden Lab hier op aanspreekt, maar meer instrumenten zijn naar mijn mening niet beschikbaar voor de overheid. Virtuele kinderpornografie op Second Life valt in beginsel onder de reikwijdte van het huidige artikel 240b WvSr. Door opneming van het bestanddeel “schijnbaar betrokken” is het niet langer nodig dat de er echte kinderen zijn afgebeeld. De schijn van echtheid is voldoende. Er wordt door de wetgever een ruim beschermingsbeginsel gehanteerd, wat op zich een goede zaak is. De lichamelijke integriteit van kinderen verdient ook een goede bescherming. Maar een te ruime formulering schept niet alleen rechtsonzekerheid, maar het is in het kader van virtuele kinderpornografie onwenselijk. De virtuele kinderpornografie op Second Life schaadt geen kinderen. Omdat er geen personen schade lijden, vind ik het niet juist dat het strafrecht hier optreedt. Als uit onderzoek zou blijken dat er schadelijke effecten aan de virtuele kinderpornografie op Second Life verbonden zijn dan zal het verhaal een andere wending nemen. De uitspraak van de rechtbank betreffende het virtuele kinderpornografiefilmpje is naar mijn inzicht een juiste geweest. Het filmpje was bedoeld om aan kinderen te tonen en om hen de suggestie te doen wekken dat seks met volwassenen normaal is. Dat voor het filmpje geen echte kinderen zijn gebruikt staat hieraan niet in de weg. In casu zorgde de specifieke omstandigheden van het geval dat het een strafbare gedraging betrof. Wat betreft de virtuele kinderpornografie op Second Life is het enige argument dat eventueel stand zou kunnen houden: wanneer men het toestaat, wordt een subcultuur in stand gehouden waarin het misbruik van kinderen normaal wordt gevonden. Dit
argument
houdt
wat
mij
betreft
geen
stand
aangezien
we
de
virtuele
kinderpornografiemarkt moeten onderscheiden van de echte kinderpornografiemarkt waarin echte kinderen worden misbruikt. 18
De aanpak van virtuele kinderpornografie dient volgens de drietrapsraket te geschieden. Zelfregulering is in virtuele werelden de eerste remedie.27 Wanneer de eerste twee stappen geen soelaas bieden kan pas naar het strafrecht worden gegrepen. In casu lijkt mij dat er geen rol voor het strafrecht is weg gelegd. De belangrijkste argumenten zijn: -
De overheid behoort niet op te treden als zeden- of gedachtenpolitie.
-
Wanneer men over gaat tot een verbod, dient men ook gewelddadige games, films en dergelijke te verbieden. Omdat men anders een dubbele moraal hanteert.
-
Er zijn geen echte kinderen aan te pas gekomen, dus zijn er geen slachtoffers. Er zijn slechts ‘virtuele slachtoffers’.
-
Het strafrecht dient te allen tijde een ultimum remedium te blijven, omdat het een te grote inbreuk pleegt op de grondrechten van burgers.
-
Virtuele kinderpornografie kan ook als alternatief voor echte kinderpornografie worden gezien. Wanneer men virtuele kinderporno verbiedt, zullen pedofielen moeten uitwijken naar de echte variant.
Voor de wetgever is eveneens geen rol weggelegd om over te gaan tot een expliciet verbod op virtuele kinderpornografie. Hiervoor draag ik dezelfde argumenten aan, bovendien zal de implementatie hiervan problematisch zijn. Wat dient er nu wel te gebeuren? Duidelijk is dat virtuele kinderpornografie gevoelens van afkeur oproept. Doordat er in de politiek en in de samenleving de gedachte leeft, dat het verwerpelijk is, noopt dat ons tot erkenning van een ongewenste situatie. De belangrijkste rol is weggelegd voor Linden Lab zelf. Linden Lab draagt de maatschappelijke en morele verantwoordelijkheid voor virtuele kinderpornografie. Doordat zij een wereld hebben gecreëerd die raakvlakken heeft met de reële wereld moeten de morele waarden van de reële wereld, worden doorgetrokken naar die van de virtuele wereld van Second Life. De aansprakelijkheid van Linden Lab strekt zich uit tot het voorkomen van gedragingen die in de reële wereld ook niet zouden worden getolereerd. Linden Lab moet beseffen dat virtuele kinderpornografie eventueel strafbaar kan zijn en daarbij een potentieel maatschappelijk gevaar kan vormen door de schadelijke effecten die hieraan verbonden kunnen zijn.
- LITERATUURLIJST 27
B.W. Schermer, R. Marbus, Gaming: meer dan een spelletje, Krimpen aan den IJssel 2008.
19
Literatuur -
C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer, Internationaal strafrecht: de tekst van het Wetboek
van Strafvordering Boek IV Titel X en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar, aangevuld met aanverwante nationale en
internationale regelgeving, Deventer, Kluwer
2007. -
C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer, Strafrecht: de tekst van het Wetboek van
Strafrecht
en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar, Deventer, Kluwer 2007. -
H. Franken & H.W.K. Kasperen, Recht en computer, Deventer: Kluwer 2004. L. Greenhouse, ‘Virtual Child Pornography Ban Overturned, New York Times, 12 april 2002.
-
B.J. Koops, Het Cybercrime-Verdrag, de Nederlandse strafwetgeving en de (computer) criminalisering van de maatschappij, Computerrecht, 02, p.115-123, 2003.
-
E. Leuw & R.V. Bijl, Pedoseksuele delinquentie, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, Wetenschappelijk onderzoeks- en documentatiecentrum Justitie.
-
A.R. Lodder e.a., Recht in een virtuele wereld: Juridische aspecten van Massive Multiplayer Online Role Playing Games (MMORPG), RIFD 2006, www.nvvir.nl.
-
M. Moerings, Virtuele Kinderporno, Ars Aequi 2003, blz.28-30.
-
D. de Nood, J. Attema, Second Life. Het tweede leven van virtual reality, Den Haag, 2006.
-
D. de Nood, J. Attema, Residents in analyse.De feiten over Second Life na de hype, Den Haag, 2007.
-
R. Prins & C. Markenstein, Stappenplan aangifte computercriminaliteit, Programma Kwint 2004: www.kwint.org. 20
-
B.W. Schermer, R. Marbus, Gaming: meer dan een spelletje, Krimpen aan den IJssel, Efficiënta Offsetdrukkerij bv 2008.
Jurisprudentie -
Rb. ’s Hertogenbosch 4 februari 2008, LJN: BC3225.
Wetgeving & Parlementaire Stukken -
Aanwijzing kinderpornografie (artikel 204b WvSr), Staatscourant 23 augustus 2007, nr.162/p.8.
-
Cybercrime-Verdrag . Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad, 22 december 2003.
-
Kamerstukken II 2001–2002, 27 745, nr. 3, p. 4.
-
Kamerstukken II 2001–2002, 27 745, nr. 6, p. 8–9
-
Kamerstukken II 2001-2002, 27 745, nr.6, p.11-12, 14.
-
Kamerstukken II 2001-2002, 27 745, nr.299b, p.7, 9.
-
Kamerstukken II 2006-2007, 30 800 VI, nr. 120.
-
Kamerstukken II 2006-2007, Aanhangsel 2515-2516.
-
Wetboek van Strafrecht.
Overige Bronnen
21
-
Handleiding Second life: www.secondlife.nl/images/inventory/b732561074b3a779572646d38daf8eec.pdf.
-
Second Life Community Standards: http://secondlife.com/corporate/cs.php.
-
Second Life Incident Reports: http://secondlife.com/support/incidentreport.php.
-
Second Life Terms of Service: http://secondlife.com/corporate/tos.php
-
Stichting Meldpunt ter bestrijding van Kinderpornografie op Internet, Jaarverslag 2007.
-
Uitzending Nova, 10 april 2008.
-
Uitzending Nova, 12 maart 2008.
-
Uitzending Netwerk, 20 februari 2007.
-
Uitzending Nova, 15 december 2004.
22