De inzet van robots in de behandeling van autisme Bibi Huskens en Rianne Verschuur
In samenwerking met:
Jan Gillesen TU/e Emilia Barakova TU/e
Tino Lourens TiViPe
Met dank aan: Agentschap NL Deelnemende kinderen Kinderdeeltijd en Kinderkliniekafdelingen Anke van der Linden en Margreet Weide
Inhoud Autisme en technologie: inleiding Robots en autisme Pilotstudy: vragen stellen Discussie
Autisme en computers
Autisme games
Computer technologie Beschikbaarheid op school en thuis Meer mogelijkheden Voordelen: routines en verwachtingen verduidelijken minder afleiding controle over autisme-specifieke kenmerken (bv. Stimulusoverselectiviteit) kan tijdrovende taken overnemen (prompting, bekrachtigen en dataverzamelen) Ramdoss et al. (2012).
Computer-based interventies Communicatie: Imitatie (zinnen, woorden, lettergrepen) Receptieve herkenning Matchen van woorden en plaatjes Vermindering van echolalie Stimuleren van spontaan taalgebruik
Ramdoss et al. (2012).
Review: Slechts 10 onderzoeken Methodologische beperkingen suggestief bewijs Maar: … In alle onderzoeken vooruitgang in communicatie Nog niet ‘research-based’, maar wel ‘promising practice’ Ramdoss et al. (2012).
Autisme en apps
Autisme en digitale assistent Bijv. Palmen, Didden, & Verhoeven (2012)
Mensen met autisme: Sterk in begrip van fysieke vs sociale wereld Reageren beter op feedback via technologie Intrinsieke interesse in behandeling met componenten uit robotica
Diehl, Schmitt, Villano & Crowell (2012)
Robot interventies omdat: Robots motiveren kinderen met ASS tot interactie (Guillian et al., 2010; Scasselati, 2007). Robot gedrag is consistent en voorspelbaar (Dautenhahn & Werry, 2004; Flannery & Horner, 1994)
Complexiteit van gedrag van robot kan aangepast worden aan kind (bijv. minder cues gebruiken) (Dautenhahn & Billard,2002; Gillesen et al., 2011) Minder stress bij kinderen met ASS plezierige en effectieve leeromgeving (Gillesen et al., 2011; Werry et al., 2001)
Welke robot?
Voordelen non-humanoid robot: Minder gezichtskenmerken (Robins, Otero, Ferrari & Dautenhahn, 2007)
Minder intimerend (Feil-Seifer & Matarí́c, 2009) Echter… Humanoid robots bevorderen generalisatie (Robins et al., 2007)
Lijken op mens, maar herkenbaar als robot (Guillian et al., 2010)
Robot
Autisme en robot: onderzoek Methodologische beperkingen: Kenmerken participanten Onderzoeksdesign Procedure Alleen kwalitatieve resultaten
Huskens, Verschuur, Gillesen, Didden & Barakova (in press)
Autisme en robot interventies Conclusie Diehl et al. (2012): Robot interventies voor kinderen met ASS zijn veelbelovend, maar er is nog geen hard bewijs. Robot integreren in empirisch bewezen interventies: Applied Behavior Analysis
Robot interventie Doel: Effectiviteit van ABA interventie uitgevoerd door een robot vergelijken met menselijke trainer vragen stellen bevorderen bij kinderen met ASS
Huskens, Verschuur, Gillesen, Didden & Barakova (in press)
Methode: participanten Criteria om mee te mogen doen aan het onderzoek: Diagnose autisme Leeftijd 8 – 14 jaar Totaal IQ > 80 Beperkte vaardigheid om vragen te stellen na een statement In staat om aan het hele onderzoek deel te nemen Geen angst voor de robot
12 kinderen van de Deeltijdbehandeling voor kinderen en de Kinderkliniek hebben meegedaan aan de trainingen; 6 kinderen hiervan hebben meegedaan aan het onderzoek
Methode: robot
NAO robot van Aldebaran robotics ‘Menselijk’ uiterlijk Ingesproken vrouwelijk stem
Methode: onderzoeksdesign Een gecombineerd cross-over multiple baseline design 2 groepen met 3 kinderen (vergelijkbaar wat betreft leeftijd en IQ, niet qua sociale communicatieve vaardigheden)
Methode: procedures Introductie Voor alle kinderen van de Deeltijdbehandeling voor kinderen en de Kinderkliniek Kennismaken met de robot
Methode: procedures Basislijn 1: 3, 4 of 5 sessies met de trainer Statement – Question – Action Correcte vraag: actie door trainer Geen of incorrecte vraag: ‘Misschien een andere keer’ Kennisvragen
Methode: procedures Robot-interventie: 4 sessies met de robot Statement – Question – Action Correcte vraag: actie door robot Geen of incorrecte vraag: hulp van de robot Open-vraag-prompt Wacht-prompt Voorzeg-prompt Invul-prompt
Methode: procedures Trainer-interventie: 4 sessies met de trainer Dezelfde procedures als tijdens robot-interventie Basislijn 2 4 sessies met de trainer Dezelfde procedures als tijdens basislijn 1 Follow-up Twee weken na laatste interventiesessie 4 sessies met de trainer Dezelfde procedures als tijdens basislijn 1 en 2
Methode: dataverzameling Video-opnames tijdens sessies
Achteraf video-opnames beoordelen: Aantal sociale vragen Check aantal sociale vragen door tweede observator Check of procedures correct zijn toegepast
Resultaten: robot-trainer groep Baseline 1
Robot intervention
Baseline 2
Trainer intervention
Follow-up
4 3 2
Number of self-initiated questions
1
Andy
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
4 3 2 1
Bryan
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
4 3 2 1
Colin
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Sessions
Resultaten: trainer-robot groep Baseline 1
Trainer intervention
Baseline 2
Robot intervention
Follow-up
4 3 2
Number of self-initiated questions
1
Dean
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
4 3 2 1
Edward
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
4 3
2 1
Finn
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Sessions
Resultaten Bij beide groepen: significante toename in het aantal sociale vragen tussen basislijn 1 en eerste interventie Bij beide groepen: aantal sociale vragen blijft hoog tijdens basislijn 2, daardoor geen toename tussen basislijn 2 en de tweede interventie Bij beide groepen: aantal sociale vragen blijft hoog tijdens follow-up Verschil tussen beide groepen: robot-trainer-groep stelt meer sociale vragen tijdens basislijn 1 dan trainerrobot-groep
Conclusie Beide interventies zijn effectief in het stimuleren van sociale vragen door kinderen met autisme Het is niet duidelijk of één van beide interventies effectiever is Beide groepen kinderen behouden de vaardigheid om sociale vragen te stellen
Conclusie Verklaringen Beperkt aantal mogelijkheden om vragen stellen Robot nog weinig flexibel en responsief
Toekomstig onderzoek: Meer gedegen wetenschappelijk onderzoek Robots flexibeler en responsiever programmeren Attitude van kinderen en behandelaars t.a.v. robots Robot inzetten als ‘bemiddelaar’ Inzet van robots bij kinderen met mindere verbale vaardigheden
Contact Dr. Leo Kannerhuis Bibi Huskens E-mail:
[email protected] TU/e Emilia Barakova E-mail:
[email protected] TiViPe Tino Lourens E-mail: :
[email protected]
Discussie
Stelling 1
Elke instelling zou een robot moeten hebben om te oefenen met kinderen met autisme.
Stelling 2
Een robot is een betere trainer dan een menselijke trainer.
Stelling 3
Wat is volgens jullie de toekomst van de robot in de zorg?
Contact Dr. Leo Kannerhuis Bibi Huskens E-mail:
[email protected] TU/e Emilia Barakova E-mail:
[email protected] TiViPe Tino Lourens E-mail: :
[email protected]