9 SEPTEMBER 2014
Magazine van de Technische Universiteit Eindhoven
De Opdracht:
Een warm welkom voor de zorgrobot
Ionica Smeets ‘Je moet niet alles willen populariseren’
De Intro door de jaren heen
02 28
Patrizia Marti (1963), hoogleraar Culture Based Design aan de faculteit Industrial Design. Houdt op 24 oktober 2014 haar intreerede.
[email protected]
nr.9 september 2014 / MAGAZINE VAN de
Tekst Han Konings Foto Bart van Overbeeke
no.9
KAAPSTAD ACTIVEREN MERLEAU- GEDREVENHEID PONTY
september 2014
‘Op een conferentie in Kaapstad in 2008 ontmoette ik wijlen Kees Overbeeke, hoogleraar bij Industrial Design. Kees hield daar een inspirerende voordracht. Enkele weken daarna nam hij contact met me op en dat leidde ertoe dat ik het jaar daarop mijn sabbatical doorbracht aan de TU/e. In 2012 promoveerde ik bij ID. Inmiddels combineer ik mijn hoogleraarschap aan de TU/e met mijn positie van senior researcher aan de Universiteit van Siena.’
‘In projecten proberen we door het samenvoegen van techniek, vormgeving, esthetiek en kunst mensen aan te zetten tot handelen. Dit jaar bijvoorbeeld voerden we in Siena - met studenten van beide universiteiten - een project uit dat erop gericht was burgers echt een stem te geven in het stadsbeleid. Daar kwamen verrassende en boeiende ontwerpen uit, die we in beide steden aan gemeente bestuurders presenteerden. In Eindhoven werden er direct veel vragen over gesteld. In Siena duurde het een paar dagen voor er reacties kwamen. Maar één van de projecten komt wel in het bidbook dat Siena samenstelt voor de uitverkiezing tot Culturele Hoofdstad van 2019.’
‘Op het gebied van mijn specialisatie, human-system interaction, heeft Eindhoven een uitstekende reputatie. De focus ligt hier niet enkel op de techniek, maar ook heel sterk op het ontwerp en de gebruiker. Daar ligt ook mijn belangstelling en daar betrek ik ook nog esthetische en filosofische inzichten bij. Ik ben afgestudeerd in de filosofie aan de Universiteit van Rome. De Franse fenomenoloog Merleau-Ponty is daarbij van belang voor mij. Hij stelde dat onze subjectieve waarneming belangrijk is voor het begrijpen van de wereld én voor de interactie ermee.’
24
‘De academische besluitvorming wijkt aan de TU/e sterk af van die in de Italiaanse praktijk. Hier in Eindhoven zijn veel dingen mogelijk en krijg je snel een antwoord op je voorstellen: ‘ja’ of ‘nee’. In Italië kost zoiets veel tijd, de bureaucratie is er echt enorm. Maar overeenkomsten zijn er ook. Ik vind die vooral bij de studenten. Zowel in Siena als in Eindhoven zijn ze enorm enthousiast over hun vak en voelen ze echt de drang en verantwoordelijkheid om dingen aan te pakken.’
GROEI
‘De sterke groei van het aantal studenten aan de TU/e, ook bij ID, baart me weleens zorgen. De kwaliteit van het onderwijs is hier echt hoog. Ik kan het weten, want ik heb bij veel andere universiteiten gewerkt. Om die kwaliteit te kunnen waarborgen, is het belangrijk dat de werkgroepen niet te groot worden. Ik hoop dat ons dat lukt. Al is het natuurlijk wel verheugend dat zoveel studenten nu voor deze universiteit kiezen.’
04
Slimmer trainen met smartgoals
colofon
Op pagina 43 backward / met Bert Brouwers
Slash is het magazine voor externe relaties en alumni van de Technische Universiteit Eindhoven en verschijnt drie keer per jaar. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Slash is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van foto’s of illustraties is toestemming van de maker nodig. www.tue.nl/slash
08
Wiskundemeisje Ionica Smeets
Redactieadres Technische Universiteit Eindhoven, Communicatie Expertise Centrum, Postbus 513, 5600 MB Eindhoven, e-mail
[email protected], Tel (040) 247 33 30/247 29 61 Hoofdredacteur Han Konings Eindredactie en coördinatie Brigit Span Bladconcept Maters & Hermsen Journalistiek, CEC. Vormgeving Natasha Franc
16
12/14 ACHTERGROND
29/31 ACHTERGROND
One-stop-shop voor hightechbedrijven
In de bres voor de wetenschap
26/28 de vonk
34/35 PLANNER/ VERKENNER
Ingrid Heynderickx
Twee keer Bouwkunde, twee keer anders
De Intro, toen en nu
Redactieadviesraad drs. Steef Blok, prof.dr. Carlijn Bouten, mr.drs. Ben Donders, prof.dr.ir. Maarten Steinbuch Drukwerk Schrijen-Lippertz, Voerendaal Wilt u adverteren in Slash? Meer informatie bij H&J Uitgevers, Tel (010) 451 55 10 Wilt u Slash ontvangen? Meld u aan op www.tue.nl/slash ISSN: 2212-8468
Meer lucht zuiveren met afvalglas in beton
keep in touch Interesse in samenwerking met de TU/e, in studeren, werken of promoveren aan de TU/e, of het contact onderhouden als alumnus? Alstublieft, onze contactgegevens.
Samenwerking (strategisch partnership, contract research) TU/e Innovation Lab, +31 (0)40 247 48 22,
[email protected] Werken of promoveren Dienst Personeel en Organisatie +31 (0)40 247 20 90,
[email protected] Ontwerpersopleidingen Stan Ackermans Institute +31 (0)40 247 24 52,
[email protected] Studeren (bachelor, master) Onderwijs en Studenten Service Centrum, +31 (0)40 247 47 47,
[email protected] Alumni +31 (0)40 247 34 90,
[email protected] Persvoorlichting en Communicatie Communicatie Expertise Centrum +31 (0)40 247 48 45,
[email protected], www.tue.nl
36 37
DE OPDRACHT
Tekst Nicole Testerink foto’s Bart van Overbeeke
nr.9 nr.1september november 2014 2011 / MAGAZINE VAN de
Een warm welkom voor de zorgrobot? We lijken er niet omheen te kunnen: de komende jaren gaan robots een steeds belangrijkere rol spelen in de zorgsector. Maar hoe krijgen we de hulpbehoevende bejaarde of patiënt in het ziekenhuis zover dat hij of zij de robot als een aanvaardbaar alternatief ziet voor een menselijke verzorger of chirurgenhand? Een tafel vol experts uit de onderzoekswereld en het bedrijfsleven buigt zich over de vraag hoe je een robot sociaal acceptabel gedrag kunt laten vertonen om de acceptatie te vergemakkelijken.
38 39
DE OPDRACHT
C
entraal op tafel staan de humanoid robot NAO en precisierobot MicroSure. Grote afwezige is AMIGO, de zorgrobot van TU/e-robotteam Tech United. Hij was in Brazilië, waar de RoboCUp 2014 - het WK voor robots - plaatsvond. AMIGO haalde daar zilver. ‘Het is indrukwekkend om te zien hoe zorgrobots tijdens de @Homecompetitie zulke grote opdrachten kunnen uitvoeren, maar tegelijkertijd is het ook het moment waar je de beperkingen ziet’, zegt Janno Lunenburg. ‘AMIGO wordt heel goed ontvangen en mensen vinden hem heel mooi. Maar om autonome robots geaccepteerd te krijgen, is meer nodig.’ En juist om dat laatste zijn de deelnemers van deze Opdracht bij elkaar gekomen. Dat zorgrobots in de nabije toekomst steeds meer ingezet gaan worden, behoeft volgens hen geen discussie; maar de sociale accep tatie ervan des te meer. Toch is de term zorg robot ook wel een grote vergaarbak, meent Raymond Cuijpers. ‘Je hebt chirurgenrobots, therapierobots, huishoudrobots, huisdier robots en zo kan ik nog wel even doorgaan. Elke robot heeft een eigen focus, we moeten geen appels met peren gaan vergelijken.’ Dat interactie en acceptatie hand in hand gaan, komt niet uit de lucht vallen. De onderzoeksgroep van Cuijpers is al geruime tijd bezig
Ir. Janno Lunenburg, promovendus Control Systems Technology, faculteit Werktuigbouwkunde, TU/e en teamleider van het zorgrobot @Home-team van Tech United. ‘Als een robot een bepaalde taak niet kan, moet ‘ie niet de indruk wekken dat ‘ie dat wel kan.’
nr.9 september 2014 / MAGAZINE VAN de
met zorgrobot-acceptatie. Op het lijstje van elementen die een zorgrobot volgens hem moet hebben, staat meer natuurlijke mensrobot interactie bovenaan. ‘Er zijn veel mense lijke acties die voor een robot heel moeilijk zijn, zoals het schudden van een hand. Voor ons is dat iets heel natuurlijks in de sociale omgang.’ ‘En neem bijvoorbeeld aankijkgedrag’, valt Sandra Bedaf bij. ‘Het maakt heel veel uit of een robot je een kop koffie aanreikt met zijn gezicht achterste voren, of de juiste kant op.’ Jaap Ham knikt instemmend, de sociaalpsychologische kant van mens-robot-interactie is zijn werkterrein. De kop koffie is voor Bedaf tevens een opstap om een ander punt ter sprake te brengen. ‘Mensen geven aan dat ze de robot de baas willen zijn. Een ethisch dilemma, want dat maakt tegelijkertijd passief. Laat je een robot koffie halen voor iemand die dat zelf nog wel kan? Mensen gaan minder doen door de introductie van een zorgrobot. We moeten ons dus eigenlijk afvragen: acceptatie door wie?’ ‘Het passieve hangt ook sterk van het type robot af’, zegt Herjan van den Heuvel. ‘Voor mensen met beginnende dementie maken we sociale robots die cognitief moeten ondersteunen. Zonder armen en benen, want het halen van een kop koffie is bij deze cliënten het probleem niet. We willen hen juist prikkelen van de bank te komen. Wat mij betreft ligt de focus op het intelligentievlak.
Sandra Bedaf, MSc, junior onderzoeker Technologie in de Zorg, Hogeschool Zuyd. ‘We moeten niet uit het oog verliezen wat de invloed van een robot op de lange termijn is.’
Er kan software- en hardwarematig al heel veel, maar om robots echt functioneel te maken zal de hogere intelligentie eerst een stuk beter moeten.’ Joyce Nuys wil graag nog een kanttekening maken bij het sociale aspect. ‘Het is een discussie tussen nice to have en need to have, in die zin ben ik heel praktisch ingesteld. Als je als cliënt voor bijna alles afhankelijk bent van iemand dan is iedere vorm van hulp zeer welkom, ook al is deze hulp minder sociaal. Zet die robots dus op de markt. Een eerste stap is nodig, en van daaruit kunnen we voortborduren.’
Een asociale robot kan goed zijn Na deze eerste verkenning kruipt discussieleider Lucas Asselbergs in de rol van patiënt. Hoe is het als je in een ziekenhuisbed ligt en er staat iets naast je dat pseudomenselijk beweegt - hij maakt klassieke robotbewegingen - in plaats van de vertrouwde dokters handen? Op een groot vel vat hij de genoemde punten samen in een schema: robot, interactie met de gebruiker, integratie met de omgeving. Aan de hand hiervan spoort
Joyce Nuys, manager business development Roboticare, onderdeel van Venson Care Group. ‘Wanneer duidelijk is wat een robot kan en dat consistent is, ebben de beelden van op hol geslagen robots uit enge films vanzelf weg.’
Asselbergs aan in groepjes na te denken hoe sociale acceptatie vergroot kan worden. Er wordt druk gediscussieerd en er ontstaat al snel een hele stapel aan gekleurde memo’s. Halverwege onderbreekt Asselbergs de deelnemers voor een kort intermezzo. Wat is sociaal acceptabel gedrag eigenlijk? Een kort rondje leert dat daar verschillend over gedacht
wordt. Frases als ‘rekening houden met de sociale situatie’, ‘voldoen aan de verwachtingen’, ‘fysieke vorm van contact maken’ en ‘waarden en normen’ vliegen over tafel. En kan een robot ook sociaal onacceptabel gedrag vertonen? Want als je met je rug naar je toehoorder staat, is dat dan onacceptabel of vervalt dan het humanoid uiterlijk en wordt de robot ineens een apparaat dat niet zo goed functioneert? Lunenburg: ‘Het uiterlijk van de robot speelt daar zeker een rol in. Heeft het een soort van hoofdje, of is het een rondrijdende printer met armpjes? Als het niet de illusie van een hoofd heeft, verwacht je ook niet aangekeken te worden.’ ‘We willen soms te graag allerlei menselijke eigenschappen toedichten aan robots, mogelijk zit daar de wrijving’, oppert Nuys. Ham: ‘Mensen zijn inderdaad geneigd heel snel te antropomorfiseren, zelfs bij de doodste dingen. Als je ze daar vanaf kunt houden, heb je ook minder van doen met verwachtingspatronen. Voor sommige doelstellingen kan het daarom goed zijn a-sociaal te blijven. En dat kan al beginnen met de naamgeving. Geen operatierobot, maar een operatieapparaat bijvoorbeeld, dat staat veel verder van je af.’ Ondertussen heeft Asselbergs de groeps suggesties gerangschikt en blijkt het brainstormpanel vol te zitten met ideeën. Vertrouwen is een begrip dat meermaals
Dr.ir. Raymond Cuijpers, universitair hoofd-
Dr. Jaap Ham, universitair hoofddocent
docent Human Technology Interaction aan de faculteit IE&IS, TU/e. ‘Een robot kan geen verantwoording nemen, dus het moet heel transparant zijn wie waarvoor verantwoordelijk is.’
Human Technology Interaction aan de faculteit IE&IS, TU/e. ‘De illusie dat een robot een mens is, is moeilijk te doorbreken.’
‘Voor acceptatie heb je eerst vertrouwen nodig’ genoemd wordt. Cuijpers: ‘Voor acceptatie heb je als eerste stap vertrouwen nodig en er zijn veel dingen die daaraan kunnen bijdragen. Zoals functioneel nuttig zijn: een stofzuigerrobot moet echt kunnen stofzuigen. Daarnaast zijn technische betrouwbaarheid, een vriendelijke uit straling en het kunnen ingrijpen door de gebruiker belangrijk om vertrouwen te genereren.’ Renée van den Heuvel: ‘Voor een cliënt is het zeker belangrijk dat ze greep hebben op wat de robot doet, je legt ze zo ook een stukje regie in handen. Vaak betekent dat ook een regie van hun eigen leven, het gevoel dingen zelf te kunnen.’ Volgens Cuijpers ligt het nog iets genuanceerder: ‘Je hebt eigenlijk te maken met een wisselende regie. Medische verantwoording door een zorginstelling is daarbij essentieel. Zo kan bij een cliënt drie keer per dag de zuurstofconcentratie in het bloed worden bepaald. De regie ligt daarbij in eerste
Herjan van den Heuvel, PDEng, roboticaspecialist kenniscentrum Smart Homes. ‘Je kunt uren over een robot vertellen, maar laat het de mensen zelf ervaren.’
40 41
DE OPDRACHT
nr.9 september 2014 / MAGAZINE VAN de
meerwaarde ook in kwaliteit. Sommige operaties worden beter uitgevoerd door een robot dan een arts, daar moeten we patiënten van overtuigen. En ook al vindt de eindgebruiker het niet prettig, een operatierobot kan meer operaties uitvoeren in een bepaalde tijd. Dan hebben we het dus over economische meerwaarde, ook niet onbelangrijk.’
instantie bij de zorgrobot. Maar ook bij de cliënt, die kan tijdens een meetmoment naar de wc moeten of een afspraak hebben. En als een meting fout dreigt te gaan, dient de zorg instelling in te grijpen. Het regelen van de autonomie is iets wat nu nog niet bestaat, maar wat wel hard nodig is.’ Herjan van den Heuvel: ‘Als we het over vertrouwen hebben, denk ik dat het leer proces heel belangrijk is. Als je gaat samenwonen, komt er ook geen wildvreemde in je huis wonen. Je leert iemand kennen, gaat nog eens wat drinken, een avondje uit, dat bouw je rustig op. Maar een zorgrobot heb je ineens vierentwintig uur in huis. Waarom kun je niet eerst leren dat je robot betrouwbaar is, en daarna zeggen: kom maar bij mij wonen?’ En dat is eigenlijk nog niet eens zo’n slecht idee, want ook bij aanschaf van een scoot mobiel krijg je een cursus, waarbij je een parcours aflegt en leert remmen. Emilia Barakova ziet ook hier een taak voor professionals: ‘Als een therapeut of arts aangeeft dat een robot betrouwbaar is, wordt dat vaak veel sneller geaccepteerd. Of voer de handelingen eerst samen met een zorgverlener uit, en laat het de robot langzaam overnemen.’ Ham: ‘Vertrouwen heeft tijd nodig, de hulphond was er ook niet ineens. Zonder vertrouwen ontstaat er geen band. Dat klinkt heel vreemd bij een robot,
Renée van den Heuvel, MSc, junior onderzoeker Technologie in de Zorg, Hogeschool Zuyd. ‘Meer autonomie en regie voor de cliënt is wel wat waard.’
Verleid worden door een robot Met vertrouwen en meerwaarde afgevinkt, komt de discussie op de derde stap: verrijking. Gaat het ook om het plezier wat je aan een maar ook in de relatie mens en robot is het ontwikkelen van een band evident.’ De volgende stap in het acceptatieproces van robots in de zorg is de meerwaarde die ze hebben, zo blijkt uit de brainstorm. Vaak is die meerwaarde niet meteen duidelijk, dus daar valt nog winst te halen, meent Cuijpers. ‘Een stofzuigerrobot is misschien niet perfect, hij rijdt tegen meubels aan en maakt niet elk
plekje even goed schoon. Maar de meerwaarde ligt niet in het stofzuigen zelf, het gaat om een stukje onafhankelijkheid. Er hoeft niemand ingeschakeld te worden als er visite komt, de robot zorgt voor het extra schoonmaken. We moeten mensen leren dat ze door zo’n systeem meer tijd krijgen voor wat ze graag willen doen, in plaats dat ze tijd en energie kwijt zijn aan afwassen en dweilen.” Raimondo Cau: ‘Bij operatierobots ligt de
Dr.ir. Emilia Barakova, universitair docent Designed Intelligence aan de faculteit Industrial Design, TU/e. ‘Synergie tussen mens en robot is het sleutelwoord.’
Dr.ir. Raimondo Cau, projectleider Medical Robotic Technologies. ‘Zet in op een wederzijdse vriendschappelijke relatie tussen robot en gebruiker.’
robot beleeft? De blindengeleidehond komt weer ter sprake, die doet af en toe dingen waarvoor hij niet geprogrammeerd is, maar die wel leuk zijn. Want sociaal contact wordt pas echt interessant als het afwijkt van de verwachtingen. Willen we dat robots soms ook iets spontaans ondernemen? Ham: ‘We zitten nu meer in het domein van de verleiding. Er bestaat een mooi overzicht wat je nodig hebt om technologie verleidend te maken. Het moet eerst goed werken, moet aanwezig zijn en goed met ons samenwerken. Pas dan komen we toe aan de geavanceerde stappen van de verleiding, zoals persuasion, maar die zijn wel heel belangrijk.’ Als laatste fase komt het leerproces van de robot aan de orde. Want als een robot spontane acties uit kan voeren, moet hij dan ook niet kunnen waarnemen wat de reactie van de gebruiker daarop is? De robot kan zo leren wat passend is in een bepaalde context,
zodat een geïndividualiseerde robot ontstaat. ‘Dat is zeker van belang in een langetermijnvisie’, beaamt Cuijpers. ‘Als een robot langer bij iemand in huis is, gaat het vervelen als ie elke keer hetzelfde doet. Je wilt dus dat zo’n systeem rekening kan houden met de wensen van de gebruiker, en het liefst dat hij ook nog van rol kan wisselen als hij te maken krijgt met een andere persoon. Daar ligt nog een hele uitdaging.’ Aan het einde vat Asselbergs de besproken oplossingen nog eens samen. Betrouwbaarheid, meerwaarde, verrijking en continu aanpassen in combinatie met lerend vermogen van de zorgrobot. Dat is volgens de deelnemers uiteindelijk de viertrapsraket waardoor de robot in de zorg een normaal beeld zou moeten worden. Maar vooralsnog moeten we het doen met AMIGO die koningin Máxima een bloemetje aanreikt, of bondskanselier Merkel een kaasblokje.