De Interactieve flora Een programma over de Nederlandse en Vlaamse wilde planten uitgebracht door Nova Zembla Leeftijd: 12 – 18 jaar
Auteur: Thijs Heijman © 2000
Rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, door kopieën, opnamen of enige manier, zonder voorafgaande toestemming van het OWG-Bureau.
De Interactieve flora
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................................................................ 2 Inleiding ............................................................................................................................................ 3 Systeemvereisten............................................................................................................................ 3 Installatie en starten ........................................................................................................................ 3 Schermgrootte ........................................................................................................................... 3 Bruikbaarheid van het programma in het onderwijs ..................................................................... 3 Het programma ................................................................................................................................ 5 Determineren............................................................................................................................. 5 Encyclopedie ............................................................................................................................. 5 Atlas............................................................................................................................................ 5 Presentatie................................................................................................................................. 5 Help ............................................................................................................................................ 5 Starten.............................................................................................................................................. 6 Navigatie .......................................................................................................................................... 6 Antwoorden bij het opdrachtenboek .............................................................................................. 8 Encyclopedie ............................................................................................................................. 8 Determinatie .............................................................................................................................. 9 Atlas..........................................................................................................................................16
© Copyright OWG-Bureau 2001
2
De Interactieve flora
Inleiding In De interactieve FLORA van Nederland en Vlaanderen vind je duizenden plantengegevens en afbeeldingen van de wilde flora. Door gebruik te maken van de verschillende mogelijkheden kunnen allerlei vragen over planten worden beantwoord. Onder determinatie kun je de naam van een plant opzoeken. Feiten over een plant vind je in de encyclopedie. In de atlas vind je de groeiplekken van de plantensoorten. Bij het onderdeel presentatie kun je zelf een diareeks samenstellen voor bijvoorbeeld een lezing of een spreekbeurt. Veel succes tijdens je zoektocht door de misschien niet zo exotische maar toch heel bijzondere Flora van de lage landen. Ik hoop dan ook dat je zult beseffen dat er in Nederland en Vlaanderen toch nog heel veel moois te vinden is.
Systeemvereisten • • • • • • • •
Multimedia PC Pentium 90 16 MB intern geheugen Windows 95 5 MB vrije ruimte op vaste schijf SVGA-beeldscherm 4 speed CD-ROM-speler geluidskaart met luidsprekers of hoofdtelefoon printer (eventueel)
Installatie en starten • • • • • • • •
Start de computer in Windows 95, 98 of NT. Plaats de CD-ROM in de CD-ROM-speler. Het programma wordt nu automatisch geladen. Indien dit niet het geval is, klik op ‘Start’, ‘Uitvoeren…’. Typ in X:\SETUP (waarbij de letter X staat voor het CD-ROM-station) gevolgd door <Enter>. Het programma wordt nu geï nstalleerd. Volg de aanwijzingen op het scherm. Kies ‘Start’, ‘Programma’s’, ‘Nova Zembla’, ‘Flora’. Je kunt nu beginnen.
Schermgrootte Het programma is schermvullend op een beeldscherm van 640 bij 480. Is de resolutie hoger dan zal het programma slechts een deel van het scherm gebruiken.
Bruikbaarheid van het programma in het onderwijs Dit programma is uitstekend te gebruiken bij de lessen biologie, daar waar het gaat om het (leren) herkennen van wilde planten. Door het volgen van de determinatieroute kan de leerling niet alleen de naam maar ook veel andere gegevens, waaronder de plaats in Nederland waar ze voorkomen, vinden. Als in het lesprogramma onderzoekend leren aan de orde is, kan dit programma de leerling een goede houvast bieden. Verder is dit programma een onmisbaar onderdeel van het documentatiecentrum. Naast het feit dat een leerling een voor hem onbekende plant op naam kan brengen biedt dit programma ook de mogelijkheid om informatie over een bepaalde bekende wilde plant op te zoeken. Door het intypen van de Nederlandse of wetenschappelijke naam is het vinden van informatie over een bepaalde plantensoort ‘kinderspel’.
© Copyright OWG-Bureau 2001
3
De Interactieve flora
Door gebruik te maken van de atlas kun je de link leggen naar aardrijkskunde. Als je een bepaald gebied in Nederland onder de aandacht brengt van leerlingen kun je daarbij de plantengroei meenemen. Zo wordt de vakkenintegratie een stuk bevorderd. Groepen waarin gewerkt wordt met spreekbeurten en/of werkstukken vinden in dit programma een schat aan informatie op het gebied van wilde planten. De ingebouwde presentatiemodule is hiervoor een uitstekend middel. Ook een presentatie samenstellen zowel op de computer als ook op papier - ter voorbereiding van een excursie, is zelfs voor de ‘onervaren’ computergebruiker in korte tijd mogelijk.
© Copyright OWG-Bureau 2001
4
De Interactieve flora
Het programma Determineren Determineren is de naam zoeken van een plant die je gevonden hebt. Je kunt een plant determineren met behulp van de specifieke kenmerken van die plant. Bij het determineren deel je de planten in in keuzegroepen. Vaak heeft iedere keuzegroep nog een onderverdeling. Door je plant te vergelijken met de tekeningen op het scherm, kun je de juiste kenmerken vinden. In de opdrachten zullen we deze kenmerken stap voor stap behandelen. Door de juiste keuzes te maken, sluit je steeds meer planten uit. Uiteindelijk hou je nog een, maar soms ook meerdere planten over. Door deze te vergelijken en de encyclopedie te doorzoeken kun je de juiste keuze maken.
Encyclopedie Op de CD-ROM vind je alle gegevens over de plantensoorten die in de flora staan. Linksboven op het scherm staat een teller. Deze teller geeft het aantal planten aan dat nog geselecteerd is. Door de cursor met de muis op de teller te zetten, krijg je een alfabetische lijst op het scherm waar je doorheen kunt lopen. Door op een plantennaam te klikken, krijg je alle informatie over de betreffende plant. Woorden die geel gekleurd zijn, worden uitgelegd. Deze uitleg komt op het scherm door er met de rechter muisknop op te klikken.
Atlas In de module atlas is de verspreiding van de Nederlandse wilde flora opgenomen net als alle Nederlandse natuurgebieden. Je kunt deze module raadplegen tijdens of na een determinatie om je keuze te ondersteunen. Komt de gevonden plant inderdaad voor in het gebied waar je de plant gevonden hebt? Je kunt de atlas ook gebruiken om de ligging van de Nederlandse natuurgebieden op te zoeken. In de opdrachten komen de verschillende mogelijkheden van deze module uitgebreid aan de orde.
Presentatie Met De interactieve FLORA van Nederland en Vlaanderen kun je ook een presentatie samenstellen voor een spreekbeurt of een lezing. Deze presentatie kun je op de computer laten zien. In de opdrachten leer je deze module te gebruiken bij het maken van een presentatie over een natuurgebied van je keuze.
Help De interactieve FLORA van Nederland en Vlaanderen bevat een zeer uitgebreide helpfunctie. Computergebruikers hebben vaak de neiging geen gebruik te maken van een helpfunctie. Toch kan het een heel handig hulpmiddel zijn bij je zoektocht door de Nederlandse en Vlaamse flora.
© Copyright OWG-Bureau 2001
5
De Interactieve flora
Starten Na het opstarten van het programma zie je het volgende scherm:
In dit scherm kun je een keuze maken uit een van de vier modules: • Determineren • Encyclopedie • Atlas • Presentatie Ook kun je de volgende knoppen kiezen: Met deze knop kun je de flora verlaten. Met deze knop krijg je uitleg te horen over het onderwerp waar je mee bezig bent. In de 4 modules kom je nog meer knoppen tegen. Zet je de aanwijzer op zo’n knop dan komt de bijbehorende tekst op het scherm te staan. Alle knoppen staan beschreven in deze handleiding onder ‘Navigatie’. Let op: om de opdrachten goed te kunnen uitvoeren moet je goed lezen wat er staat.
Navigatie De knoppen onder in het scherm van links naar rechts: Met deze knop kun je de flora verlaten. Hiermee wordt het nu zichtbare scherm geprint. Het handboek openen. Met deze knop krijg je uitleg te horen over het onderwerp waar je mee bezig bent. Naar de presentatie.
© Copyright OWG-Bureau 2001
6
De Interactieve flora
Door op het fototoestel te klikken kopieer je een dia naar de presentatie. Hiermee krijg je een vergrootglas waarmee je de tekeningen op de determineerschermen kunt vergroten. Terug naar het hoofdmenu. Naar de encyclopedie. Daar staan alleen de soorten die na het determineren of na het zoeken in de atlas zijn overgebleven. Naar determineren. Wisselen tussen kleurenillustraties en schematische tekeningen in het determineerscherm. Naar de atlas. Tijdens het determineren ga je met deze knop een stap terug. Tijdens het determineren kun je met deze knop weer een stap naar voren als je eerder een stap terug was gegaan. Deze tekstknop plaatst of verwijdert de tekst bij de kenmerken op de determineerschermen. Als je begint staan deze teksten uit. De afgelegde determineerroute en de daarbij horende tellerstanden. Met deze knop krijg je te horen hoe de wetenschappelijke naam moet worden uitgesproken.
© Copyright OWG-Bureau 2001
7
De Interactieve flora
Antwoorden bij het opdrachtenboek Encyclopedie Opdracht 1 a) Er staan 6 soorten boterbloemen in de encyclopedie: behaarde boterbloem blaartrekkende boterbloem grote boterbloem gulden boterbloem kruipende boterbloem scherpe boterbloem b) Er staan 4 soorten distels in de encyclopedie: knikkende distel langstekelige distel tengere distel wollige distel c) Er zijn 3 verschillende soorten klaprozen: bleke klaproos grote klaproos ruige klaproos
Opdracht 2 a) b) c) d) e) f)
De plant kom je voornamelijk tegen aan de oevers van grote wateren. De bloeitijd is van juni tot augustus. Het stuifmeel wordt door de wind verspreid. Parallelnervig. Wortelstok. Lichtbehoefte: vol zonlicht. pH van bodem 5.6 tot 6.96. pH water 5.71 tot 6.79. Tolerantie zware metalen: geen. Narijpingsperiode zaad: niet.
Opdracht 3 a) Bloem Het deel van de plant waarin zich de geslachtsorganen bevinden en dat is bedoeld voor bevruchting en zaadvorming. Bloemen bestaan van buiten naar binnen uit één of meer van de volgende onderdelen: kelk- en kroonbladen of bloemdekbladen, meeldraden en stampers. b) Blad Een blad bestaat uit een bladschijf die al of niet met een steel aan een stengel - of soms aan een wortel - vastzit. Alleen bladachtige delen buiten de bloeiwijze worden tot de echte bladeren gerekend. Binnen de bloeiwijze spreekt men van schutblaadjes. c) Stengel Het bovengrondse deel van de plant dat zich tussen de wortels en de bladeren of bloeiwijze bevindt. Niet bij alle planten is een stengel te zien: zo komen bij sommige planten met een bladrozet de wortels, bladstelen en steel van de bloeiwijzen vrijwel uit één punt. d) Wortel Het deel van de plant waarmee deze in de bodem is verankerd. e) Biotoop De natuurlijke groeiplaats van een plant. f) Abiotisch Kun je ze niet vinden? Probeer dan eens een woordenboek.
© Copyright OWG-Bureau 2001
8
De Interactieve flora
Determinatie Opdracht 1 Ecotopen Een ecotoop is de natuurlijke groeiplaats van een plant.
Opdracht 2 Flora onderscheidt de volgende ecotopen: a) bossen b) bosranden, struwelen en houtwallen c) heiden, venen en vennen d) weiden en graslanden, rivierdijken en hooilanden e) veenmoerassen f) akkers g) zoetwater en zoetwateroevers h) zoutwaterkusten i) duinen j) parken, plantsoenen en tuinen k) wegbermen en spoordijken l) bestrating en muren
Opdracht 3 De leerling geeft hier een eigen interpretatie van de ecotopen op de foto’s.
Opdracht 4 Aantal planten a) 1419 planten. b) Het aantal planten in de ecotoop veenmoerassen bedraagt: 66. c) Veenmoerassen: landschappen die gekenmerkt worden door vegetaties die grenzen aan open water. De ondergrond is met water verzadigd en geeft mee als je erop loopt. Vaak wordt de vegetatie bepaald door riet, veenmos, andere mossoorten en verschillende soorten zegge. d) Enkele planten die in veenmoerassen voorkomen zijn: draadzegge, harig wilgeroosje, kamvaren, krabbescheer, moerasviooltje. e) 141 planten staan er in de selectie van heiden, venen, vennen. f) 200 planten staan er in de selectie van duinen. g) 294 planten staan er in de selectie van bossen. h) 274 planten staan er in de selectie van bosranden, struwelen en houtwallen. i) 82 planten staan er in de selectie van bestrating en muren. j) 85 planten staan er in de selectie van zoutwaterkusten. k) 293 planten staan er in de selectie van parken, plantsoenen en tuinen. l) 193 planten staan er in de selectie van akkers. m) 443 planten staan er in de selectie van wegbermen en spoordijken. n) 312 planten staan er in de selectie van zoetwater en zoetwateroevers. o) 469 planten staan er in de selectie van weiden, graslanden, rivierdijken en hooilanden.
© Copyright OWG-Bureau 2001
9
De Interactieve flora
Opdracht 5 Groeivormen a) Waterplanten Planten die gedeeltelijk of helemaal op het water drijven of planten die een groot deel van hun levenscyclus onder water doorbrengen. b) Wortelloze parasieten Planten met bladgroen en zonder wortels. De benodigde voedingsstoffen worden door middel van speciale organen aan andere planten onttrokken. c) Klim- en sluierplanten Planten die zich door middel van hechtwortels, ranken of slingerende stengels omhoog werken langs naburige planten en deze als een sluier kunnen bedekken. d) Bladloze planten en planten zonder bladgroen Tot deze groep horen planten die geen blad hebben en planten waarvan de bladeren en de stengel geen groene kleur hebben. Zonder bladgroen kan geen fotosynthese plaatsvinden en deze planten zijn dan ook voor veel stoffen afhankelijk van andere planten. e) Grasachtigen Planten die behoren tot de grassenfamilie en planten die wat betreft hun groeivorm op grassen lijken maar niet tot die familie behoren. Grasachtigen hebben smalle bladeren en bloeiwijzen met meestal veel kleine, onopvallend gekleurde bloemen. f) Kruiden en varens Kruiden zijn planten die saprijke, vrij dunne en meestal groene stengels hebben. Varens zijn planten die zich verspreiden door middel van sporen in plaats van zaden en waarvan de bladeren direct aan de wortels zijn vastgehecht. g) Struiken Houtige planten die vrijwel vanaf de grond vertakt zijn en daardoor geen duidelijke stam hebben. Ze worden meestal niet hoger dan 5 meter. h) Bomen Houtige planten met een duidelijk herkenbare stam. Vergelijk met struiken.
© Copyright OWG-Bureau 2001
10
De Interactieve flora
Opdracht 6 Blad a) Bladvorm Bladrand Bladtop Nervatuur Bladstand Voet Bladschijf Schede Bladsteel Bijzondere bladkenmerken b) Enkelvoudig en samengesteld c)
d) De verschillende bladranden zijn: Gaaf Getand Gegolfd Gelobd Gekarteld Gezaagd
© Copyright OWG-Bureau 2001
11
De Interactieve flora
e)
f)
De bladtoppen zijn: Stomp Spits Afgeknot Rankend Stekelpuntig Toegespitst Uitgerand
g)
h) Netnervig Veernervig Eennervig Parallelnervig Handnervig
© Copyright OWG-Bureau 2001
12
De Interactieve flora
Kromnervig i)
Opdracht 7 Bloeiwijze a) Zittend en gesteeld. b) Zittend: er zit geen steel tussen bladschijf en stengel. Gesteeld: er zit een duidelijke bloemsteel tussen de bloem en de stengel of de as van de bloeiwijze. c) Tros, aarvormige tros, schermvormige tros, enkelvoudig scherm, meervoudig scherm, bijscherm, schroef of sikkel, schicht, speer, pluim, aarpluim. d) Bijvoorbeeld: akkerwinde, brem, dotterbloem. e) Hoofdje, aar, katje, bloeikolf, krans, sorus, kegel, tros. f) Bijvoorbeeld: grove den, fijnspar, douglasspar.
Opdracht 8 Bloem a) Bloemkleur, aantal meeldraden, aantal kroonbladen, aantal kelkbladen, aantal bloemdekbladen, aantal stijlen, aantal stempels per stijl, bloemonderdelen, bloembladen wel of niet vergroeid, bloemsymmetrie, bloemvorm, geslachtsverdeling, verhouding lengte kelk en kroon, bloeimaanden. b) Januari 7 Februari 15 Maart 65 April 226 Mei 588 Juni 917 Juli 943 Augustus 789 September 558 Oktober 296 November 199 December 191 c) Grafiek. d) De maand met de meeste bloeiende bloemen is juli.
© Copyright OWG-Bureau 2001
13
De Interactieve flora
Opdracht 9 Vrucht a) Vruchtstand en vruchttype. b) Vruchtstand: bovenstandig en onderstandig. c) Vruchttype: sporen, kegel, kegelbes, graanvrucht, eenzadige dopvrucht, noot of nootje, eenzadige openspringende vrucht, splitvrucht, kluisvrucht, peul of kokervrucht, hauw, hauwtje, bes, steenvrucht, pitvrucht, vlezige schijnvrucht, doosvrucht.
Opdracht 10 Stengel a) Groeirichting stengel, oppervlak kruidige stengel, stengel hol of massief, stengel doorsnede, takstand, oppervlak houtige stengel of stam. b) Groeirichting stengel: liggend, hangend, klimmend, rechtopstaand, knikkend, onder water, kruipend, opstijgend. Oppervlak kruidige stengel: glad en kaal, behaard, gestekeld, klierharen, ruw. Stengel hol of massief: hol, massief. Stengel doorsnede: rolrond, halfrolrond, stomp vierkantig, veelkantig, scherp vierkantig, stomp driekantig, scherp driekantig, gevleugeld, geribd, gegroefd, scherp tweekantig, stomp tweekantig. Takstand: rechtopgaand, neerhangend, horizontaal afstaand, afstaand, overhangend. Oppervlak houtige stengel of stam: gedoornd, gestekeld, kurkachtig.
Opdracht 11 Wortel a) Wortelvorm en levensduur. b) Wortelvorm: bol, penwortel, geen bijzondere vorm, knol, wortelstok ondergrondse uitlopers. Levensduur: eenjarig, tweejarig, meerjarig. c) Bol: berglook. Penwortel: akkerkool. Geen bijzondere vorm: Spaanse aak. Knol: aangebrande orchis. Wortelstok ondergrondse uitlopers: aardaker. Eenjarig: bonte wikke. Tweejarig: ruige anjer. Meerjarig: Spaanse aak.
© Copyright OWG-Bureau 2001
14
De Interactieve flora
Opdracht 12 a) b) c) d) e) f) g)
294 56 52 6 6 3 Amerikaanse eik
Opdracht 13 a) Klein zeegras en groot zeegras. b) Nee, het verschil zit hem in de grootte; deze is moeilijk te bepalen als je niet over beide soorten beschikt.
Opdracht 14 a) Bosvergeet-mij-nietje. b) Myosotis sylvatica Hoffmann. c) De plant groeit voornamelijk in bos.
Opdracht 15 a) Er staan 67 bomen in het bestand. Klik op ‘start’, ‘nieuwe determinatie’, ‘groeivorm’, ‘bomen’. b) Er zijn 336 planten met gele bloemen. Klik op ‘start’, ‘nieuwe determinatie’, ‘bloem’, ‘bloemkleur’. c) Er staan 81 waterplanten in het bestand. Klik op ‘start’, ‘nieuwe determinatie’, ‘groeivorm’, ‘waterplant’. d) De wortelloze parasieten zijn: Groot Warkruid Hopwarkruid Klein Warkruid Maretak Veldwarkruid e) Wortelloze parasiet: plant met bladgroen en zonder wortels. De benodigde voedingsstoffen worden door middel van speciale organen aan andere planten onttrokken.
Opdracht 16 Aardappel, andijvie, asperge, bieslook, boon, dille, schorseneer, komkommer, prei, radijs, sla, ui.
© Copyright OWG-Bureau 2001
15
De Interactieve flora
Atlas Opdracht 1 a) Uurhokken Heel Nederland is opgedeeld in uurhokken. Een uurhok is 5 bij 5 km groot; de afstand die je in 1 uur lopend kunt afleggen. b) Rode lijst Op de rode lijst staan planten die bedreigd worden. De rode lijst kent een vijftal categorieën die met de getallen 0 tot 4 worden aangegeven. Voor De interactieve FLORA van Nederland en Vlaanderen is de categorie rode lijst 5 toegevoegd waarin de overige plantensoorten zijn opgenomen. Gekeken is naar het recent voorkomen in uurhokken en de mate van achteruitgang van de betreffende soort. Met recent voorkomen wordt het voorkomen in 1980 bedoeld. Voor de achteruitgang is gekeken naar de veranderingen in het aantal uurhokken in vergelijking met het voorkomen in 1940. c) Rode lijst 0 De plant is uit Nederland verdwenen. d) Rode lijst 1 De plant komt in 1 tot 12 uurhokken voor en is met minstens 50% achteruit gegaan, of de plant komt in 13 tot 40 uurhokken voor en is met minstens 75% achteruit gegaan. e) Rode lijst 2 De plant komt in 1 tot 12 uurhokken voor en is met 25 tot 50% achteruit gegaan, of de plant komt in 13 tot 40 uurhokken voor en is 50 tot 75% achteruit gegaan. Ook de planten die in 41 tot 225 uurhokken voorkomen en minstens met 75% achteruit zijn gegaan zijn opgenomen in de rode lijst 2. f) Rode lijst 3 De plant komt in 13 tot 40 uurhokken voor en is met 25 tot 50% achteruitgegaan, of de plant komt in 41 tot 225 uurhokken voor en is met 25 tot 75% achteruit gegaan. g) Rode lijst 4 De plant komt in 1 tot 60 uurhokken voor en de verspreiding van de plant is min of meer stabiel. Het huidige voorkomen van de plant is niet direct bedreigd. h) Rode lijst 5 De plant komt voor in meer dan 60 uurhokken en de verspreiding van de plant is min of meer stabiel. De plant is niet zeldzaam of bedreigd.
Opdracht 2 a) De plant is uit Nederland verdwenen. b) De plant is niet zeldzaam en komt algemeen voor. c) Nee, deze categorie is speciaal voor deze CD-ROM toegevoegd.
Opdracht 3 a) b) c) d)
Witte klaver is een voorbeeld van een plant die in bijna alle uurhokken voorkomt. Deze plant is niet zeldzaam; deze plant komt juist algemeen voor. Bruinrode wespenorchis komt slechts in twee uurhokken voor. Deze plant is uiterst zeldzaam.
Opdracht 4 a) b) c) d) e) f)
0 31 15 56 18 436
Opdracht 5 De antwoorden zijn afhankelijk van het gekozen natuurgebied.
© Copyright OWG-Bureau 2001
16
De Interactieve flora
Opgelet! Wij raden u dringend aan de aanwijzingen in deze handleiding zorgvuldig te volgen. Dit programma is middels een licentie beveiligd tegen onbevoegd kopiëren. Wij kunnen geen garantie bieden indien de licentie verloren gaat door verkeerd gebruik en/of pogingen het programma verder te kopiëren. Servicedesk Ondervindt u problemen met de werking van de software, dan kunt u contact opnemen met de OWG-servicedesk. Dit kan bij voorkeur via E-mail <
[email protected]> of telefonisch. Zie hieronder voor de openingstijden voor telefonische ondersteuning. Onze medewerkers zijn er om u te helpen. Zorg wel dat u het probleem zo goed mogelijk kunt beschrijven en de foutmelding (error code) weet.
Contactgegevens:
OWG-Bureau Nederland Postbus 1206 6040 KE ROERMOND Fax: +31 (0)475 - 333 866 * E-mail:
[email protected] OWG-Bureau Vlaanderen Postbus 59 3650 Dilsen-Stokkem * E-mail:
[email protected] Servicedesk:
* E-mail:
[email protected] ' servicedesk Nederland : +31 (0)475 - 355 850 ' servicedesk Vlaanderen : +32 (0)89 - 792 947 Maandag, donderdag, vrijdag : 08.30 – 13.00 uur Dinsdag: 08.30 – 12.00 uur Woensdag: 13.30 – 16.30 uur Bezoek ook: www.owg.nl
© Copyright OWG-Bureau 2001
17