De inrichting van de speelleeromgeving bij ‘Sil en de beestenboel’ Een rijke speelleeromgeving biedt kinderen volop kansen om zich spelenderwijs te ontwikkelen. Het werken met thema’s is een aanleiding om de speelleeromgeving regelmatig te vernieuwen. Kinderen kunnen zo steeds nieuwe dingen ontdekken en onderzoeken. Hieronder staan suggesties voor de inrichting van de speelleerplekken, doelen waaraan de kinderen werken en suggesties voor activiteiten waarmee de kinderen zelfstandig aan de slag kunnen.
De dierentuin met dierenverzorgers
Inrichting speelleeromgeving De kinderen maken een dierentuin voor hun eigen knuffels en speelgoeddieren. De dierentuin bestaat uit hokken, die gemaakt kunnen worden van dozen, bakken, planken, blokken, netten, klamboe en doeken. Bedenk samen met de kinderen een indeling voor de dierentuin, bijvoorbeeld de indeling van Wildlands Emmen: jungola (dieren uit de jungle), serenga (safaridieren) en nortica (dieren van de Noordpool) of een zelfbedachte indeling. In activiteit 5 wordt de rol van dierenverzorger geïntroduceerd. De kinderen kunnen als dierenverzorger aan de slag in de dierentuin. Zorg voor meerdere kledingstukken die bij een dierenverzorger horen, zoals een tuinbroek met regenlaarzen, handschoenen, en zet emmers neer met speelfruit (appels en bananen) om de dieren eten te geven, kruiwagens en een spuit om de dierenverblijven schoon te maken. Denk ook aan schepjes, harken, bezems of stoffers. In activiteit 8 wordt de dierentuin uitgebreid met de rol van dierenarts. Er komt een onderzoekstafel en een wachtkamer bij. De dierenarts heeft een doktersjas, dokterskoffer met bijbehorende spullen. In activiteit 13 komen er jonge dieren en vogelnestjes met eieren in de dierentuin.
We werken aan: Samen spelen en werken, aardig doen, vloeiend en verstaanbaar vertellen, gesprekjes voeren, een taak uitvoeren, construeren, lengte, omtrek en oppervlakte.
•
Elk verblijf of hok heeft een andere ondergrond voor de dieren. Vraag de kinderen te bedenken welke soorten ondergrond er zijn, zoals stro, gras, klei, zand, aarde, takjes, water, en ook hoe deze gemaakt kunnen worden. Denk hierbij aan echt materiaal of gekleurde stoffen/papier, bijvoorbeeld voor het water.
•
Ook de omgeving van een verblijf is vaak anders. De verblijven kunnen worden aangekleed met planten, takjes en rotsen in de vorm van klei of echte stenen.
pagina 1 van 7
•
De kinderen kunnen de vogeltjes voeren met het voedsel (wormen, insecten) dat zij eerder hebben gemaakt van klei of andere materialen in de knutselhoek.
•
U kunt foto’s maken tijdens het rollenspel. Deze kunt u bij de dierentuin ophangen zodat de kinderen tijdens het vrij spel een spelscript hebben waar ze gebruik van kunnen maken. Dit is ook te gebruiken om de rollen te verdelen.
•
Aanvullend kunt u nog een loket maken waar de kinderen eerst een kaartje moeten kopen voor de dierentuin en een plattegrond kunnen ophalen, die in de andere hoeken zijn gemaakt.
De lees- en schrijfhoek
Inrichting In de lees- en schrijfhoek liggen verschillende schrijfspullen, zoals potloden, pennen, stempels en stiften. Zorg voor voorleesboeken over dieren en leg ook een uitdraai van het digitale prentenboek in deze hoek. Hang de woordkaartjes op.
We werken aan: Luisteren, oriëntatie op boek en verhaal, oriëntatie op geschreven taal, fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe, tijd, omgaan met hoeveelheden.
•
U kunt kinderen die dat leuk vinden woordkaartjes laten stempelen of schrijven als onderschrift bij de dieren in de dierentuin. Ook kunt u woordkaartjes van het thema ‘Sil op Safari’, die bij dit thema aansluiten, erbij halen en gebruiken.
•
Kinderen die al wat verder zijn, kunt u vragen meer informatie op te schrijven of te tekenen bij de verschillende dieren, zoals wat ze eten, van welk kind het dier is enz.
•
De dierenarts kan recepten schrijven voor de dieren.
•
Zorg voor verschillende voorleesboeken over dieren en de dierentuin.
•
Leg verschillende informatieboeken of folders over dieren neer, zodat kinderen informatie over dieren kunnen opzoeken.
•
Nodig de kinderen uit hun eigen lievelingsdier uit de dierentuin te tekenen en hier het woord of een verhaal bij te schrijven.
•
De kinderen kunnen de uitdraai van het digitale prentenboek alleen of in tweetallen lezen.
pagina 2 van 7
De rekenhoek Inrichting Leg in de rekenhoek verschillende meetgereedschappen neer. Denk hierbij aan een meetlint, een rolmaat, een liniaal en touwtjes, wit papier en cijferstempels. Voeg ook een weegschaal, klok en plattegronden toe en plaatjes van verschillende dieren.
We werken aan: Omgaan met getallen, lengte, omtrek en oppervlakte, tijd, omgaan met hoeveelheden, oriënteren en lokaliseren, construeren.
•
De kinderen kunnen de hokken meten met verschillende gereedschappen. Welk hok is het grootst? En welk het hoogst?
•
De kinderen wegen het eten van de dieren en concluderen wat het zwaarst en lichtst is.
•
De kinderen kunnen een schema maken waarop staat wat welk dier eet, hoeveel het eet en hoe laat het dier gevoerd moet worden. Dit schema kan toegevoegd worden aan de dierentuin.
•
Ook kan een schema gemaakt worden waarin kruisjes gezet moeten worden welke dieren al gevoerd zijn op een dag.
•
De kinderen kunnen plaatjes van verschillende dieren sorteren naar een zelfbedachte indeling.
•
De kinderen kunnen voor de bezoekers een plattegrond maken van de dierentuin. Vervolgens kunnen de kinderen elkaar in tweetallen met behulp van de plattegrond vertellen hoe ze van de ingang bij een bepaald dier komen.
De ontdekhoek
Inrichting Informatieboeken, folders en plaatjes over dieren en informatie over een specifieke soort, bijvoorbeeld vogels. Ook komt er kikkerdril in de ontdekhoek. De kinderen observeren en bestuderen de ontwikkeling van kikkerdril tot kikkers.
We werken aan: Een keuze maken, samen spelen en werken, een taak uitvoeren.
pagina 3 van 7
•
Geef de kinderen de gelegenheid om in de informatieboeken en folders nieuwe weetjes over dieren op te zoeken. Hoe zien ze eruit? Waar leven ze? Wat eten ze? Hoe ziet hun slaapplek eruit? Maar ook moeilijkere vragen zoals: hoe oud wordt een dier? Hoe lang wordt het? U kunt van tevoren kaartjes maken met deze vragen in picto’s erop.
•
Laat de kinderen de ontwikkeling van kikkerdril tot kikker vastleggen aan de hand van tekeningen. Noteer bijvoorbeeld elke dag hoe groot ze zijn geworden en welke veranderingen er zijn opgetreden.
De bouwhoek Inrichting Bouwmateriaal in verschillende vormen en maten, zoals blokken, duplo en/of kapla, en speelgoeddieren zorgen ervoor dat de kinderen hun eigen dierentuin kunnen bouwen. Ook met dozen, manden en ander (kosteloos) materiaal kunnen de kinderen hokken bouwen als aanvulling op de dierentuin. Zorg ook hier voor speelgoed, knuffel- of plastic dieren.
We werken aan: Omgaan met hoeveelheden, lengte, omtrek en oppervlakte, opereren met vormen en figuren, omgaan met de telrij, meningen uiten en vragen stellen, aardig doen, luisteren.
•
De kinderen kunnen de materialen uit de bouwhoek gebruiken om hun eigen dierentuin te bouwen met speelgoeddieren.
•
De kinderen gebruiken verschillende soorten bouwmaterialen om nog meer hokken voor de dierentuin te maken. Let erop dat de dieren niet kunnen ontsnappen. Dus zorg voor plankjes of netten om de hokken af te dekken. Denk ook aan kosteloos materiaal om pilaren te maken of geulen.
De zandtafel/watertafel
Inrichting speelleeromgeving Vul de zandtafel met zand, water of stro en leg er plastic speelgoeddieren in.
pagina 4 van 7
We werken aan: Gesprekjes voeren, samen spelen en werken, oriënteren en lokaliseren, lengte, omtrek en oppervlakte.
•
Laat de kinderen met zand holletjes maken voor de dieren. Past het dier erin? Kunnen ze ook tunnels graven, zoals konijnen of muisjes doen?
De knutselhoek Inrichting In de knutselhoek worden dierenpoep en vogelnestjes gemaakt. De kinderen kunnen hier tijdens zelfstandig werken mee verdergaan. Zorg verder voor: kosteloos materiaal, papier, stempels en stempelkussens, lijm, kwastjes, scharen, klei die na boetseren hard wordt, attributen om de klei mee te bewerken, zoals een mesje, spatel, beiteltje, verf en kwasten, papierstroken, (gekleurd) karton, takken, wol, melkpakken, pennen en stiften.
We werken aan: Construeren, een taak uitvoeren, kleine motoriek, opereren met vormen en figuren.
•
De kinderen kunnen verdergaan met het maken van verschillende soorten dierenpoep (zie activiteit 7 voor het recept).
•
De kinderen kunnen tijdens het zelfstandig werken na activiteit 13 nog verder met het maken van nestjes met klei en takjes.
•
De kinderen kunnen van klei rotsen maken en van papier of stof planten en boompjes.
•
Voor de dierentuin kunnen kaartjes gemaakt worden om binnen te komen.
•
Nodig de kinderen uit hun eigen lievelingsdier uit de dierentuin te knutselen met het beschikbare materiaal.
•
Stimuleer de kinderen om zelf met ideeën te komen over wat ze nog meer kunnen maken en laat hen dit zelf knutselen.
pagina 5 van 7
De muziekhoek Inrichting Leg verschillende instrumenten in een krat. Zet een computer of MP3-speler klaar voor het afspelen van de liedjes.
We werken aan: Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe.
•
Zoek naar liedjes over dieren en dierengeluiden en zing deze liedjes met elkaar. Het leukst is om liedjes met veel bewegingen erbij te doen.
•
Laat kinderen in tweetallen een dierendans bedenken met instrumenten, geluiden en bewegingen.
Ontwikkelingsmateriaal Inrichting De kast met ontwikkelingsmateriaal.
We werken aan: Samen spelen en werken.
•
Gebruik uit de kast met ontwikkelingsmateriaal díe materialen die gaan over dieren. Bijvoorbeeld materiaal waarbij verschillen en overeenkomsten tussen dieren ontdekt moeten worden.
•
Ook kunnen de kinderen met mozaïek of tangram dieren namaken of laat de kinderen zelf een dier creëren.
•
Geef de kinderen de gelegenheid om het spel ‘Welk dier voel je?’ en ‘Welk dier is weg?’ uit activiteit 5 samen te spelen.
•
In activiteit 17 komt het spel ‘Rara, welk dier ben ik’ naar voren. Leg deze kaartjes neer, zodat de kinderen dit spel in twee- of drietallen nog vaker kunnen spelen.
pagina 6 van 7
De computerhoek Inrichting Geef de computer, laptop of tablet een plek in de computerhoek.
We werken aan: Oriëntatie op boek en verhaal.
•
Geef de kinderen de gelegenheid om het digitale prentenboek zelf of samen te lezen in de computerhoek.
Het schoolplein Inrichting Klimrek, kruiwagens en emmers.
We werken aan: Balanceren, klimmen, springen, oriënteren en lokaliseren.
•
De kinderen kunnen op het schoolplein spelen alsof ze apen zijn door te klimmen en te klauteren.
•
De kinderen kunnen met de kruiwagens takjes en bladeren verzamelen voor de dieren in de dierentuin of om er nestjes mee te maken.
•
De kinderen kunnen met takjes en blaadjes nestjes maken.
•
In de zandbak kunnen de kinderen holletjes en gangen graven voor de dieren – zie ook de zandwatertafel. Ook kunnen ze een hok maken met bijvoorbeeld grote kartonnen kokers die ingegraven moeten worden.
•
Teken voetsporen op het plein (bijv. van een zebra, gorilla) en laat de kinderen deze sporen volgen. Waar zit het dier verstopt?
•
Samen met de kinderen kunt u een vijver voor de eendjes maken (zie ook activiteit 13).
pagina 7 van 7