De ideale kandidaat Een episode uit het leven van een onhandige, werkzoekende thuisblijfmoeder
Colofon ISBN: 978 90 8954 441 4 1e druk 2012 © 2012 Els de Jong Exemplaren zijn te bestellen via de boekhandel of rechtstreeks bij de uitgeverij: Uitgeverij Elikser Ossekop 4 8911 LE Leeuwarden www.elikser.nl Vormgeving omslag en binnenwerk: Evelien Veenstra
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op wat voor wijze dan ook, zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van de auteur en de uitgeverij. This book may not be reproduced by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the author and the publisher.
De ideale kandidaat Een episode uit het leven van een onhandige, werkzoekende thuisblijfmoeder
Els de Jong
I
Gevraagd: Verkoopster voor mijn Lingerie- en Kousenwinkel in Bodegraven. Voor de maandagmiddag en woensdagmorgen. Liefst met ervaring. Eventuele uitbreiding van uren mogelijk. Inlichtingen bij Tessa Veerman. Telefoon: 916985. Oké, ik weet het. Ik moet een baan zoeken. Zeker na het lezen van de dagtekst van deze morgen uit Prediker 11. “Werp uw brood uit op het water en u zult het vinden na veel dagen.” Deze tekst zegt me dat ik aan het werk moet met mijn talenten. Ik heb ze niet voor niets gekregen. Toch? De krant met bovenstaande advertentie ligt voor me, maar het is gek, de pagina’s met verhalen over een plaatselijk brandje of de reclames zijn veel leuker om te lezen dan deze pagina met personeelsadvertenties. Maar ik ben op zoek naar een baan en dit kan hem zijn, dus ik moet me focussen op deze advertentie. Ik ben al veel te lang uit het arbeidsproces en als ik niet gauw een baan zoek, kom ik nooit meer aan de bak volgens vriendin Trixy. Zij kan het weten, denkt ze. Ze hebben een aannemersbedrijf en daar komt al die ervaring vandaan. Toen ik tien jaar geleden na mijn opleiding Mode en Management als filiaalleidster bij een damesmodeketen begon, vond ik werken echt super. Ik kreeg een paar jaar na mijn huwelijk twee kinderen, Bram en Jos, in drie jaar tijd, en ik kon mijn werk en gezin niet meer met een fulltimebaan combineren. Denk alleen maar aan de ochtenddrukte en het avondeten en je weet genoeg! Ik kon als parttimer geen filiaalleidster blijven. Op de zwangerschapsgym ontmoette ik Heleen en
5
Marjet. Omdat Marjet gastouder was, dus thuisblijfmoeder, en Heleen na de bevalling ook minder werkte, besloot ik ook maar thuisblijfmoeder te worden. We hadden het altijd onwijs gezellig met elkaar. Maar op een gegeven moment heb je dat wel gehad en wil je even wat anders dan praatjes over het allernieuwste speelgoed en het stof in huis. Ik mis gewoon het contact met klanten en collega’s. Daarbij komt dat ik een passie heb voor het verzamelen van serviesgoed en dat kost geld. Ik ben met verzamelen begonnen toen ik met Trixy op vakantie in Engeland was. We kwamen in een factory shop en vielen bijna flauw! Het leek alsof we voor het eerst verliefd werden. Ik wilde niets anders meer dan serviesgoed kopen. Trixy omschreef het als een van de gelukkigste momenten van haar leven. Gelukkig kan ik er aardig mee leven, maar ik moet gewoon zelf een inkomen hebben. Helaas, als je man adjunct-directeur is op een basisschool, verdient hij geen topsalaris. Tenminste, niet zo veel dat hij ook nog dure hobby’s kan bekostigen. Jos en Bram zijn inmiddels al zes en vier jaar oud en zitten op school, dus de tijd is rijp voor een baan. Ik ben de belangrijkste jaren van hun leven fulltime moeder geweest en hoop het nu anders te gaan doen, al liggen mijn prioriteiten natuurlijk nog steeds bij mijn gezin. Maar ik kan best moeder zijn en daarnaast werken. Ik kijk nog eens geïnteresseerd naar de advertentie en bel meteen. “Met de ‘Kousen- en Lingeriewinkel’, u spreekt met Tessa.” Ha, het is de baas zelf dus! “Hallo, u spreekt met Paulien Vreeswijk. Ik zie dat u een verkoopster zoekt en ik moet zeggen dat ik wel geïnteresseerd ben.” Dat is ook het enige wat ik hoef te zeggen, want als een waterval rollen de woorden van Tessa over me heen en kom ik niet meer aan het woord.
6
Maar als ze klaar is, begrijp ik dat ik langs kan komen. “Ik kan vandaag wel, is dat goed?” vraag ik. Ik maak een afspraak met haar voor vanmiddag twee uur. Yes! Dit gaat het worden, ik voel het. Ik bedoel, ik heb jaren verkoopervaring! Ik moet er vanmiddag gewoon geweldig uitzien. Wat zal ik aandoen? Ik ga naar de kast en inspecteer mijn garderobe. Ik moet iets aantrekken dat een beetje oogt, maar ook niet te overdressed is. Ik besluit tot een knierokje en een bloesje, gecombineerd met een fantasiepanty. Ik ga tenslotte solliciteren bij een kousenwinkel en wat is een betere reclame dan het product te showen dat je verkoopt. Leer mij verkopen!
7
2
Ha, ik wist het! Natuurlijk is het geen probleem om een job te vinden. Ik heb ervaring in de verkoop! Het sollicitatiegesprek stelde werkelijk niets voor en Tessa was direct besloten. Heus niet alleen omdat ik al snel kan beginnen en zij een beetje krap zit wat personeel betreft. Eerlijk gezegd ga ik maandag al beginnen. Het is een winkel waarvan het assortiment grotendeels uit sokken en panty’s bestaat. Daan ziet het nut er niet van in om zo veel diversiteit in de kast te hebben. Het past ook wel bij zijn overtuiging wat betreft het omgaan met de schepping. Ik zou er ook wat meer rekening mee moeten houden. Ik heb namelijk wel bij iedere rok een panty en nog iets meer. Ze verkopen ook lingerie. En dan alleen de duurdere merken. Setjes van bijvoorbeeld Marlies Dekkers. Ik heb weleens een setje gekocht. Het voelt zo luxe om iets dergelijks te hebben. Ik heb nooit aan Daan durven vertellen wat het gekost heeft. Maar als ik nu in een winkel werk waar ik dat soort spulletjes verkoop! Dat opent perspectief! Personeel heeft natuurlijk korting en dan wordt kopen wel heel erg lucratief. Ik moet helemaal in mijn eentje werken in die winkel. Dat is wel een beetje jammer, dan heb je dus eigenlijk geen directe collega’s. Als Tessa me ingewerkt heeft, moet ik op maandagmiddag en woensdagmorgen gaan werken. Ik moet nog wel iets regelen voor de kinderen op korte termijn, maar ik zie wel. Volgens Mattheüs 6, geen zorgen voor de dag van morgen, want de morgen zal voor het zijne zorgen! Vorige week nog een preek over gehoord. Geeft een heel rustig ge-
8
voel om te weten dat er Iemand is die voor je zorgt. Dat zie je nu maar weer met het zoeken naar een baantje. Alles is al voor me geregeld. Ik ga weer aan de slag! Dat werken in zo’n kousenwinkel stelt echt niets voor. Ik ben nu ruim een uur aanwezig en volgens mij hoeft Tessa me niets meer te leren. Die kassa had ik in een mum van tijd onder de knie en het verkopen van kousen, sokken, panty’s en lingerie is een kwestie van niks. Ja, ik bedoel maar, of je nu een broek of een paar sokken verkoopt. Het gaat tenslotte om je verkoopkwaliteiten. Die Tessa mag wat mij betreft alweer weggaan. Ik heb haar al duidelijk gemaakt dat ik best een zaak alleen kan runnen. Mijn enige probleem is het uit de verpakking halen van de panty’s. Aangezien ik een huisvrouw ben, zijn mijn handen niet al te glad en zacht. De gevolgen zijn dat ik niet met de nodige flair mijn hand in een panty kan stoppen om de panty in al zijn facetten te laten schitteren. Tessa pakt een panty en stopt er haar lange magere vingers in en showt de panty aan de klant. Als ik het na wil doen, is het net of de bieten geraspt worden. Tessa staat direct naast me en sist me toe: “Jij kunt beter niet je handen in de panty’s stoppen als ze zo ruw zijn. Ik heb hier in de la handschoenen liggen, die moet je maar aantrekken.” Ik knik. Vanavond meteen insmeren met handcrème! Ik rommel in de la en vind een paar witte exemplaren. Wat een bende in die la trouwens. “Als er een keertje niets te doen is, wil ik die la wel uitmesten, hoor!” zeg ik. Ze knikt en antwoordt: “Je kunt inderdaad aan de slag met dat soort klusjes als er geen klanten zijn. Er zijn altijd wel dingen die gesopt moeten worden, zoals de plankjes en de ramen. Alles wijst zichzelf.” Tessa klinkt ‘bazig’, al is ze niet
9
onaardig. Ze legt alles ook zo overdreven uit, alsof ik een klein kind ben of voor het eerst van mijn leven een baan heb. Aan het eind van de middag wil ze voordoen hoe ze de kassa afsluit. Ik zeg: “Ik weet wel hoe dat moet hoor, ik heb het jaren gedaan en ik denk dat de procedure hetzelfde is.” Ze antwoordt: “Ja, dat denk je misschien, maar iedere kassa of winkel is anders en heeft zijn eigen systeem.” Nou, dat is in ieder geval waar. Je wilt het niet geloven, maar ze gaat alles met de hand uit staan rekenen! Eerst schrijft ze alles op een briefje en met een zakjapannertje doet ze de rest. Hoe ouderwets kun je zijn, dat kan de kassa toch voor je doen? Die kassa is echt een investering van niks als je die niet goed gebruikt. Kun je net zo goed een doos onder de toonbank zetten en de rest op een briefje schrijven. Ik vraag of er iets is van een communicatieschrift om elkaar in te lichten over wat je hebt schoongemaakt en zo. Ik bedoel, je gaat toch niet alles twee keer doen? Ze vindt het zowaar een goed idee en belooft een schrift te kopen. Hoera, ik heb ook iets positiefs bijgedragen vandaag! Ik ben benieuwd hoe Anita, mijn andere collega het allemaal vindt. Die zie ik aan het eind van de woensdagmorgen. Zij komt mij aflossen. Anita werkt eveneens twee halve dagen. Ik krijg ook nog sleutels. Er wordt me op het hart gedrukt er erg voorzichtig mee te zijn. Sleutels bijmaken is een kostbare geschiedenis en Anita heeft al drie bossen sleutels kwijtgemaakt. Dat is ook de reden dat er geen label aan mag. Het is maar dat ik het weet. Trouwens, vanmiddag een paar leuke fantasiepanty’s gescoord met twintig procent korting. Wordt van mijn eerste salaris afgetrokken!
10
Uit mijn dagboek: Vandaag ben ik dus ingewerkt in de winkel. Viel eigenlijk niet mee. Tessa was niet echt makkelijk om mee te werken en dan duurt de dag lang. Ik belde Trixy vanavond en die genoot van mijn verhalen. Ze zag het voor zich, zei ze. Vooral toen ik haar beschreef hoe Tessa me voordeed hoe ik een panty moest showen aan een klant. Wat zei je toen, vroeg ze. Vroeg je of ze dacht dat je seniel was of zo? Eigenlijk was het niet mijn bedoeling om Tessa zo negatief voor te stellen, maar het ging vanzelf. Best moeilijk om het gebod van de naastenliefde in praktijk te brengen. Als ik echt als christen wil leven, moet dat toch een vanzelfsprekendheid worden. Ik moet nog veel leren! Wat dat aangaat kan ik een voorbeeld aan Daan nemen, die is echt zo aardig tegen iedereen en denkt altijd het goede van iemand. Hij gaat het liefst met iedereen in gesprek. Petje af!
11
3
Het is een week verder en vandaag gebeurt het. Ik mag het alleen gaan proberen. Of ik ertegen opzie? Echt niet. Of toch misschien wel een beetje? Ik moet om kwart voor negen in de winkel zijn. Ik sta met een flinke bos voor de deur en probeer uit te vissen welke sleutel op welk slot past. Goed, ik sta even te tobben. Nou ja, even, het duurt dus precies tien minuten voordat de deur open is. Het is mijn schuld niet. Je kunt toch veel beter stickertjes op die verschillende sleutels doen? Dat zou toch een veel beter systeem zijn? Maar oké, ik ben binnen. Ik ga als een speer door de winkel om die op orde te brengen. Stelt eigenlijk niets voor. Hoeveel geld is er nou helemaal aanwezig? Oeps, best wel veel eigenlijk, ongeveer duizend euro. En dat voor zo’n klein winkeltje. Na een halfuur staat de eerste klant al op de stoep. Een heer. Ik kijk hem stralend aan en zeg: “Goedemorgen, meneer, waarmee kan ik u blij maken?” Hij kijkt me even bevreemd aan. Waarschijnlijk heeft hij het idee dat ik hem voor de gek houd. Hij antwoordt: “Ik zoek een paar anklets.” O, anklets. Ja natuurlijk dat zijn eh ... Ja ik weet het, het zijn sokken. Waar een opleiding Mode en Management al niet goed voor is. Ik ga hem voor naar de sokkenhoek. De meneer haalt een colbert uit een plastic tas tevoorschijn en zegt: “Ze moeten bij dit kostuum passen.” Ik denk: Ik haal verschillende paren tevoorschijn, waarvan ik weet dat ze dit type man wel zullen bevallen. Dit gaat allemaal perfect. Binnen een mum van tijd is de koop besloten. Wat zeg ik, hij koopt zelfs twee paar! Nu ik een beetje ontspannen ben, kijk ik de man
12
eens beter aan. Hij komt me wel erg bekend voor. Waar ken ik die man toch van? Misschien een oude schoolliefde? Nee, die zou ik zeker herkennen. Door mijn overpeinzingen gaat de afhandeling op de kassa niet vlekkeloos. Maar daar kan ik me uit redden. Ik druk hem zijn tasje in de hand. Hij kijkt me aan en zegt: “Ik zie u denken, wie is dat toch. Om u uit de droom te helpen: ik ben de burgemeester en u bent hier vandaag voor het eerst, denk ik. Werk ze!” Weg is hij. Ik sta perplex. Wat stom van mij. Zo doorzichtig om hem zo aan te gapen! Ik ga eerst de anklets maar opbergen. Ik bedoel, wie spreekt er nog over ordinaire sokken? De volgende keer als er een klant komt zeg ik: “Heeft u misschien ook nog een paar anklets nodig?” De klanten zullen tegen elkaar zeggen: “Ben je ook geholpen door die nieuwe? Die weet waar ze over praat, zeg.” Ik trek misschien wel een heel ander publiek aan door mijn spraakgebruik! Dit wordt een winkel van stand. En dat allemaal door mij. De volgende klant is iets moeilijker. Ze wil een lingeriesetje. Geen probleem. Maar ze wil zich wurmen in een setje dat echt een maatje te klein is. Ze zeurt: “Hoe kan dit nu, ik heb altijd deze maat gehad. De pasvorm is zeker veranderd?” Nu komt het erop aan om haar beleefd, maar beslist een andere maat aan te bevelen. Kom op, Paulien, laat zien wat je geleerd hebt! Ik kijk haar aan en vraag beleefd: “Wilt u niet een andere maat proberen? Of misschien een ander setje, dat zit misschien weer anders.” Ze kijkt me vernietigend aan. “Ik heb altijd deze maat gehad en het ligt helemaal aan jullie spullen.”
13
Ik val haar in de rede: “Het spijt me, maar het past u gewoon niet, misschien is uw figuur iets veranderd.” Oké, foutje. Ze springt nu echt uit haar vel. Ze sist: “Wat denkt u wel, ik laat me niet beledigen. Ik ga wel ergens anders heen.” Ze trekt met een hooghartige trek op haar gezicht en een wilde ruk het paskamergordijn dicht. Maar dat valt niet mee als je letterlijk en figuurlijk in je hemd staat. Binnen vijf minuten is ze de winkel uit. Ik zucht maar eens diep en ruim het gewraakte setje op. Als dat vandaag zo doorgaat, zal de omzet treurig zijn. Krijg ik gelijk mijn ontslag. Weg woeste plannen om hier een topshop van te maken. Maar gelukkig, even later loopt het storm. Voor ik het weet is de ochtend om en word ik door Anita afgelost. Ze maakt even een praatje en lijkt me erg aardig. Ik pak snel mijn jas en race op de fiets naar huis. Terug naar de kids en het huishouden.
Uit mijn dagboek: Ik moet wel weer wennen aan een werkzaam leven, zeg, maar ik vind het wel super om weer wat te doen. Trixy kwam tegen sluitingstijd langs in de winkel en ik vertelde haar mijn belevenissen. Ze brulde om het verhaal van de mevrouw met de verkeerde maat. Volgende keer kun je het misschien met iets meer tact aanpakken, zei ze. Ik zei toen dat ik het echt heel vriendelijk gezegd had, maar Trixy zei dat het stipuleren van iemands veranderde figuur al niet correct was. Zo zou ik nooit een topomzet halen! Natuurlijk antwoordde ik toen dat zij nog nooit in een winkel heeft gewerkt en er dus geen verstand van had. Oké, we maakten een beetje ruzie, maar toen ze zich door mij liet adviseren bij de aankoop van een duur lingeriesetje, was alles weer als vanouds. Nu ik erover nadenk, moet ik haar wel gelijk geven. Ik zou het ook niet leuk vinden als een verkoopster me zo probeerde duidelijk te maken dat ik dikker was geworden. Nou, ik denk dat ik maar eens ga slapen, want ik hoor Daan al ronken naast me.
14
4
Ik ben nu al een poos werkzaam in de winkel. Nou, ik moet zeggen dat het allemaal best wel goed gaat. Oké, een paar kleinigheden daargelaten. Ik moet niet te veel aan Tessa denken. Dan gaat het wat minder goed. Ze betaalde niet eens de tijd van inwerken uit. Nou vraag ik je! Verder is het salaris redelijk. Alleen koop ik nog te veel. Ik heb namelijk inmiddels al twee prachtige lingeriesetjes. En dan heb ik het nog niet over de andere dingen uit de winkel. Ik sta nooit meer radeloos in mijn beste kleren voor de kast om een hele en ook nog passende panty te zoeken. Nee, ik heb alle kleuren op voorraad. Een investering voor maanden. Tessa heeft het allemaal best goed voor elkaar en is een goede zakenvrouw. Kijk maar eens hoe ze het allemaal heeft geregeld. Behalve als ze met haar kinderen in de winkel komt! Dat is echt verschrikkelijk. Ze zetten de hele boel op zijn kop. Ze trekken de kousen en sokken uit de vakken en liefst ook nog uit de verpakking. Wat zegt hun moeder? “Geeft niet meisjes, dat wordt dadelijk wel weer opgeruimd.” Door wie, denk je? Ze belt soms ook wel drie keer op een middag. Met allerhande opdrachten en smoesjes. En natuurlijk moet ze weten hoeveel de omzet is. Volgens mij is dat de hoofdreden dat ze belt. Ze wil graag betrokken blijven bij het reilen en zeilen van haar zaak. Zou ik ook doen, denk ik, maar van mij mag ze iets minder vaak bellen. Het gaat toch super? Het is jammer dat er geen rozen zonder doornen zijn om het maar eens theatraal uit te drukken, want het wordt allemaal anders. Tessa heeft meegedeeld dat ze de samenwerking met
15
ons gaat beëindigen, omdat de zaak verkocht wordt. Ik raak dus mijn baan kwijt! Echt pech hebben! Opnieuw kranten doorspitten en internetten. Op zoek naar de ultieme job. Hier kan ik dus niets aan doen. Ik bedoel, wie had nou kunnen weten dat zij zwanger zou raken en de eerste vier of vijf jaar niet meer aan de slag kan. Begrijpelijk, twee kleintjes en een zaak is al druk, maar drie is ondoenlijk. De huiselijke omstandigheden spelen dus de hoofdrol. Anita heeft gelukkig al een andere baan gevonden. Ze gaat schuin aan de overkant werken in een herenmodezaak. Wat in dit pand komt, is nog niet bekend. Misschien wel weer een beenmode- en lingeriezaak. Al is er niet echt veel belangstelling voor op het moment. Al met al heb ik nog twee weken te gaan en dan is het over en uit. Vanavond maar eventjes flink zoeken. Wie weet wat er op me ligt te wachten! Ik besef dat ik het niet allemaal zelf in de hand heb en pak mijn bijbel. Die valt open bij het boek Spreuken. Mijn oog valt op de tekst “Vertrouw bij je werk op God en je plannen zullen slagen.” Ik hoef niet verder te lezen en vouw mijn handen.
16
5
Gevraagd: Parttime tandartsassistente of iemand die daarvoor opgeleid wil worden. Reacties: Tandartspraktijk De Bruin. Vragen naar Marianne. Yes! Ik heb weer een baan! Supersnel gegaan. Het is nu een maand geleden dat ik stopte bij Tessa. Nou, ik mag vandaag al weer aan de bak. Ik word echt gezegend bij het zoeken naar werk. Dit is iets totaal anders. Ik ga werken als tandartsassistente. Ja, onervaren aan het werk in een praktijk zo ongeveer vijf kilometer bij ons vandaan. Ik ga vandaag dan ook maar met de auto, want mijn benen voelen als stopverf en dan is fietsen geen optie. Het is maar tien minuten rijden, maar het parkeren neemt iets meer tijd in beslag. Drie keer moet ik de hele binnenstad rondrijden om een plaatsje te vinden. Als ik eindelijk geparkeerd sta, moet ik nog tien minuten lopen om bij de praktijk te komen. Bibberend bel ik aan. Marianne, de vrouw die mij heeft aangenomen, doet open en zegt: “Hallo, fijn dat je er bent. Het is hier nog wel even een rommeltje, maar dat komt omdat we hier net begonnen zijn, zoals ik je verteld heb toen je solliciteerde. Ik zal je even voorgaan.” Ze ratelt maar door, maar doet verder heel gezellig. Er is ook een andere assistente aanwezig, Karin heet ze. Ze werkte al voor de tandarts die hiervoor in deze praktijk zat en mocht blijven. We drinken een mok thee. Ik kijk om me heen en neem alles een beetje in me op. De tandarts is er nog niet, die zit te telefoneren in een kantoortje. Na de thee krijg ik een rond-
17
leiding. Het is geen erg groot huis. Er is een wachtkamer en een soort receptie. Daar is ook de telefoon en vindt het afsprakengebeuren plaats. Marianne loopt voor me uit en vertelt er intussen allerlei dingen over. “We hebben nu nog een afsprakenboek, maar dat wordt binnenkort geautomatiseerd.” Ik krijg direct weer last van bibberende benen. Ook dat nog! “Wat je allemaal vandaag moet doen is dit: je moet de telefoon opnemen en afspraken maken. Karin zal de eerste telefoontjes wel doen en je een beetje wijzen hoe het moet. Voor controle spreek je een andere tijd af dan voor een behandeling.” Ik knik: “Logisch, een behandeling neemt uiteraard meer tijd in beslag. Ik weet dat uit ervaring maar al te goed.” Marianne vertelt verder: “Maar dat weet je allemaal snel genoeg. Het zijn over het algemeen de patiënten van de vorige tandarts. Je moet ook de mensen naar de behandelkamer roepen.” Ik knik maar. Binnenroepen van de mensen lijkt me wel leuk en de telefoon opnemen zal niet moeilijk zijn. Inmiddels komt de tandarts naar me toe en stelt zich voor. “Hallo, ik ben Jochem de Bruin. Leuk dat je komt helpen. Alles is nu nog niet perfect georganiseerd, maar ik denk dat het snel allemaal soepel kan gaan lopen. Je weet wat je mag gaan doen vandaag, heb ik begrepen. Verder kun je kijken hoe Karin het doet. Ik bedoel dus als er verder geen telefoon en dergelijke is.” Alles wordt achter elkaar meegedeeld. Ik knik maar weer. Marianne loopt nog even met me mee en wijst me waar de kleding hangt. Ik moet een witte jasschort aan. Als ik me daarin gehesen heb, neemt ze afscheid. Karin komt naar me toe en laat zien wat er voor een controle allemaal klaar moet
18
liggen. Inmiddels zijn de eerste patiënten in de wachtkamer gaan zitten. Ik kijk in het afsprakenboek en ga de eerste halen. Het is allemaal zo easy en ik vind het nog leuk ook. Dit gaat perfect. Ik ben geboren voor dit beroep. Echt, ik doe aardig en stel de mensen op hun gemak. Zo gemakkelijk allemaal. Na tien minuten de volgende. Oeps, daar gaat de telefoon. Maar die zou Karin toch nemen? Dus niet. Dan ik maar. “Met tandartspraktijk De Bruin, goedemorgen. Zegt u het maar.” Dat klinkt toch professioneel of niet? Het volgende gaat wat minder. Het is namelijk iemand van de praktijk in Utrecht en die moet Jochem zelf hebben. Ja, in Utrecht hebben ze ook nog een praktijk. Jochem is druk bezig, mag ik hem nu storen of niet? Ik vraag dus netjes: “Hebt u een momentje?” Komt niet echt goed over. Degene die aan de telefoon is, heeft weinig geduld. “Roep hem nu maar, hij vindt het heus wel goed.” Goed dan, als hij het zo graag wil. Ik doe mijn hoofd door het luikje en houd de telefoon omhoog. “Telefoon voor u.” Kan ik beter niet doen, dus. Hij kijkt nors en onvriendelijk naar me. “Wie is het, je ziet toch dat ik bezig ben?” Ik mompel: “Iemand van de praktijk in Utrecht, die zei dat ik u storen mocht.” Ook weer niet goed. Met een ruk pakt hij de hoorn van de telefoon in de spreekkamer. “De Bruin hier. O, ben jij het. Ja, nieuw hier vandaag.” Zo gaat het nog een tijdje door. Hij heeft het duidelijk over mij. Ik ga weer zitten. De boze bui lijkt bezworen. Als Karin even later naar me toe komt, vraag ik haar hoe ik om moet gaan met zo’n geval. Zij weet het ook niet precies, want Karin werkt ook voor het eerst met deze man. Maar ik begrijp wel zo veel dat die gesprekken tussen twee patiënten in gedaan moeten worden.
19
De tijd vliegt. Ik ben intussen druk bezig met het voorbereiden voor de controle, de telefoon, het binnenroepen van patiënten en het vullen van de afwasmachine. Al die haken en bakjes moeten gewassen worden. Er zijn ook spullen voor de sterilisatie, die moet ik weer apart houden. Het is een hele uitzoekerij. Om een uur of elf moet ik boodschappen doen voor de lunch. Best een leuke afwisseling. Om halfeen begint de lunchpauze. Je gelooft het niet maar die Jochem speelt ook nog de baas tijdens het eten. We zitten met z’n vieren aan tafel. Opeens zegt hij: “Geef me even een glas melk.” Ik heb niet door, dat hij het tegen mij heeft, maar hij zegt: “Paulien, geef me even een glas melk.” Dit slaat alles. De melk staat voor ons op tafel en hij hoeft alleen maar in te schenken. Mankeert hij wat aan zijn handen of zo? Daarbij komt dat-ie niet eens ‘alsjeblieft’ zegt. Ik schenk het glas maar in, maar ik heb een heel kriebelig gevoel vanbinnen. Ik houd me in, als Daan me dit zou hebben gevraagd, zou ik hem de wind van voren geven. ’s Middags weer zoiets. Ik moet nu bij de stoel staan en af en toe kleine dingetjes doen. De telefoon gaat bijna niet meer. Alleen voor noodgevallen. Het gaat verder prima. Ik ben net bezig om wat spulletjes klaar te leggen voor een behandeling. Dit alles onder toeziend oog van Karin. Jochem kijkt me aan en knikt. Ik denk op dat moment: Ik doe het zeker allemaal naar tevredenheid. Wauw, ik ben een natuurtalent. En dat allemaal al op de eerste werkdag. Maar nee, ik heb het helemaal mis. Hij knikt nog eens en nu zie ik dat hij naar de lamp kijkt. Hij bedoelt dus dat ik de lamp moet verstellen. Nu vraag ik je, dat doe je toch niet zo. Hij kan toch praten en gewoon zijn mond opendoen! Hij doet me denken aan de tandarts van ons thuis. Als je als kind naar de tandarts ging en je mond niet ver genoeg opendeed,
20