De Hoofdzaak Cliëntenkrant voor cliënten van de GGZ Nummer 4 december 2009
Triversum Schagen Lekker loslopen in Londen De balans opmaken De Formulierenbrigade
INHOUDSOPGAVE Pag 1 Foto, Jeroen Erkamp Pag 2 De balans opmaken, Kees Kwak Pag 3 Wegvluchten van je werk, Ellen Frugte Pag 4 De Schrijfclub: Kerstverhaal, Kees Tijssen Pag 5 ‘Ik doe het goed en de rest van de wereld is gek geworden’, Sharon de Groot en Vera Verhulsdonck Pag 6 Voor het voetlicht, Monique Vis Pag 7 Oordelen, Arjen Brink Vuurwerk voor een vriendelijke vriend, Edwin Schut Pag 8 Triversum Schagen: Opvang voor kinder- en jeugdpsychiatrie, Edwin Schut Pag 9 Bejegening: Keuzemogelijkheden Pag 10 Lekker loslopen in Londen, Edwin Schut Pag 12 Ik sluit mijn ogen niet voor mijn angsten, Peter-Paul de Jong Pag 13 Kerstpuzzel Pag 14 Schuldhulpverlening Alkmaar: de Formulierenbrigade, Maaike van Weering Pag 15 Prikbord & Oproepen Pag 16 Rust, Jaantje Nevel Koken met Anouk
2
DE BALANS OPMAKEN Aan het einde van ieder jaar heeft het zin – en dit jaar wel in het bijzonder – om stil te staan bij de gebeurtenissen die in de afgelopen maanden hebben plaatsgevonden. Het is inmiddels duidelijk geworden: in deze tijd is niets meer vanzelfsprekend. Door de bezuinigingen die de overheid doorvoert, zien veel instellingen zich genoodzaakt menige voorziening op te heffen. Binnen de geestelijke gezondheidszorg is dit niet anders. In tegenstelling tot cliëntenraden, die wettelijk verplicht zijn, is het bestaan van een regionale cliëntenorganisatie in feite afhankelijk van het belang dat partijen die ermee te maken hebben, eraan hechten. Het alom bekende Basisberaad Rotterdam – de grootste belangenbehartiger voor cliënten van de GGZ in het land – ging afgelopen jaar failliet. RCO De Hoofdzaak balanceerde ook op de rand. GGZ NHN heeft zich duidelijk uitgesproken voor het behoud van een onafhankelijke cliëntenorganisatie in de regio. Dit uitgangspunt getuigt van veel visie, vind ik, op de lange termijn. Het is begrijpelijk dat zij daarbij de organisatie goed in het vizier wil houden. Er is nu meer controle over het bedrijfsmatig functioneren van De Hoofdzaak. Wordt er een goed product geleverd en staat dit in verhouding tot de energie – niet in de laatste plaats in de vorm van geld – die erin gestoken wordt? Een voor de hand liggende en gerechtvaardigde vraag. Moeilijker is het die vraag op een adequate manier te beantwoorden. De waarde van veel activiteiten op het gebied van belangenbehartiging laat zich niet gemakkelijk in geld uitdrukken. Indirect ongetwijfeld wel, want wanneer een bepaald project ten goede komt aan het welzijn van de GGZ cliënt – denk aan herstel of empowerment – dan heeft dit uiteindelijk ook een economisch belang. Een balans is hier al met al
niet zo eenvoudig op te maken als in het geval van een bedrijf dat, laten we zeggen, tuingereedschap verkoopt. Ook in 2010 zullen de bestuurders veel wijsheid nodig hebben om de weegschaal die materiële en ideële waarden tegen elkaar afweegt, niet door te laten slaan naar één kant. Wat mij betreft is in 2009 het evenwicht bewaard gebleven. Ongetwijfeld zijn er hier en daar dingen misgegaan, maar het eindresultaat maakt dit meer dan goed: een basis om op door te werken in de komende jaren. Kees Kwak
REDACTIONEEL In deze kersteditie van de Cliëntenkrant vindt u weer veel artikelen die kunnen dienen ‘ter leering ende vermaeck’. Er zijn verschillende lezenswaardige ervaringsverhalen en voor het eerst laten we ook de jeugd aan het woord in een artikel gewijd aan Triversum. Ontspannende bijdragen zijn er in de vorm van de traditionele kerstpuzzel, een verslag van een bezoek aan Londen en een merkwaardig kerstverhaal, eveneens met een Engels tintje. Wie tijdens de kerstdagen geïnspireerd raakt om zelf iets op papier te zetten voor de Cliëntenkrant, kan zijn of haar inzending uiterlijk vóór maandag 18 januari insturen. De redactie wenst u veel leesplezier, prettige kerstdagen en een voorspoedig 2010!
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
WEGVLUCHTEN VAN JE WERK In de afgelopen paar jaar is er veel veranderd binnen de GGZ NHN. Op het GGZ-terrein in Heiloo is bijvoorbeeld een nieuw groot activiteitencentrum verrezen en zijn alle activiteiten daar ondergebracht. Ook is de oude inloop, de Raat, verdwenen. Sommige cliënten lijken toch wel de dupe te zijn van de veranderingen. Inge Hageman (34 jaar) vertelt haar verhaal. Inge werkte met veel inzet bij creatieve therapie en bij de houtbewerking. Ook deed ze mee aan een zanggroepje. In de eerste plaats wil ze benadrukken dat ze de begeleiders zeer waardeert. ‘Ik vind het bijzonder dat de mensen die er werken er altijd voor me geweest zijn’, zegt ze. ‘Ik heb bewondering voor hen. Ik heb me altijd welkom gevoeld.’ In de afgelopen anderhalf jaar heeft Inge geprobeerd haar draai te vinden in het nieuwe activiteitencentrum. Aan de begeleiding ligt het dus niet, maar ze is nu gestopt met de activiteiten, omdat ze het niet meer volhield. Daarvoor werkte Inge tweeëneenhalf jaar in het oude, sfeervolle gebouw Glorieux. Ze voelde zich daar erg prettig. Veilige omgeving Hoe was de situatie in Glorieux? Inge: ‘Ik had bij ‘creatief’ een goede klik met begeleidster Agnes. Wat ik nu mis, is het zitten in een besloten groep zoals toen. Er was veiligheid en rust. Dat niet iedereen in en uit loopt. Er was betrokkenheid naar elkaar toe. Ik voelde me gezien. In de pauzes gingen we rustig koffie drinken met ons eigen groepje.’ ‘Er was meer rust en ruimte om me heen en dat is voor mij de voorwaarde om creatief te kunnen zijn. Er was weinig afleiding. Het was een mooie plek. Zeker omdat we toen nog uitkeken op de bomen, die later weg zijn gehaald.’ ‘Op de houtbewerking was het overzichtelijker. De ruimte was kleiner. Je hoefde de mensen niet te zoeken. We gingen koffie drinken met de groep bij de Raat. Dat was een warm
Glorieux
nest. Je kon er een praatje maken. Ik voelde me daar heel erg op mijn gemak.’ ‘Bijzonder aan die plek (Glorieux) is dat ik daar heb kunnen groeien. Ik heb me daar kunnen ontwikkelen in een veilige omgeving. Ik ben nog steeds dankbaar dat ik daar altijd terecht kon. Dat ging ik missen.’ Fabrieksachtig Toen verhuisden de activiteiten naar het nieuwe gebouw. Inge: ‘Ik heb gezegd: ik ga het een jaar proberen. Het nieuwe gebouw was anders, maar ik dacht: dit kan ook mooi worden. Het leek me leuk om met andere ploegen te zitten, zodat je zag wie er nog meer allemaal werkten. Dat gaf een gevoel van verbinding. Alleen vind ik het nu te massaal.’ ‘In de nieuwe situatie is het werk meer gericht op productie. Er wordt wel gezegd van niet, maar naar mijn gevoel is dat wel zo. De pauze duurt een kwartier. Dan is het massaal koffie drinken in de kantine. Dat trek ik niet. En de groep versnippert zich,
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
want er mag niet gerookt worden. Ik vind het fabrieksachtig. En ik vind dat de pauze is om uit te rusten.’ ‘Ik zag steeds meer personeel weggaan en dat werd niet vervangen. Misschien liep het overgebleven personeel toen ontevreden rond. Het was behelpen met het personeel. Ik ben gevoelig, dus komt dat bij mij aan.’ ‘Er waren bezuinigingen; er was geen geld. Men probeerde dat samen op te lossen. Voor mij betekende dat dat er minder tijd was voor een praatje. En dat hele systeem van alles noteren en in de computer zetten! Dat betekent dat er minder tijd vrij komt voor de cliënt.’ ‘Dit lijkt zo’n negatief verhaal’, verontschuldigt Inge zich, ‘maar ik zie echt dat het personeel wel wil. Maar als er te weinig mensen zijn, is het niet leuk om te werken.’ Inge blikt terug op de Raat. Ze zegt: ‘Het is belangrijk dat er iemand is.; net als vroeger thuis, dat je je moeder in huis weet. Ik denk dat dat onderschat wordt. Nu is het zo van: met
3
één man kunnen we het wel af, want er komen toch maar vijf mensen. Ik denk dat aanwezigheid juist bij deze doelgroep heel belangrijk is.’ Drumlokaal ‘Het drumlokaal ligt tussen ‘Creatief’ en het kantoor in. Dat vind ik, zacht uitgedrukt, héél raar.’ ‘En bij de houtbewerking deed het afzuigsysteem het niet goed en konden er geen ramen open, zodat het er verschrikkelijk stoffig was. Dit alles bij elkaar maakte dat ik het niet meer volhield. Van het ene op het andere moment ging na de verhuizing de druk omhoog, dat is wat ik het meest voelde. Uiteindelijk werd de spanning voor mij te groot, daarom ben ik ermee gestopt.’
‘Zingen bij Marjan doe ik nu ook niet meer. Het gebouw is sfeerloos in vergelijking met Glorieux, zo voelt het voor mij. Glorieux was een heel mooi gebouw, met groen er omheen.’ ‘Ik merkte dat ik te lang was doorgegaan. Ik vond namelijk dat ik me aan moest passen, dat ik het vol moest houden. Ik was alleen heel moe. Het was de opeenstapeling van alle dingen.’ ‘Nu moet ik eerst uitrusten. Ik volg nog wel een beeldhouwcursus in Amsterdam, wat heel leuk is. Maar ik mis een plek. Ik zou een eigen atelier willen hebben met mensen om me heen en liefst in een bos of zo. Maar ik ben bang dat dat niet meer bestaat.’ ‘Het stoppen met de activiteiten is
een drastische omslag. Het voelt niet als een keus om daar weg te gaan. Toch kan ik het ook van de positieve kant zien. Deze periode was een overgang om te kijken: wat wil ik nou écht. Ik ben sterker geworden. Ik heb de structuur minder nodig. Ik ga een nieuwe fase in.’ ‘Het is zo kenmerkend voor deze tijd’, besluit Inge. ‘Dit is in het klein wat er overal gebeurt. In de zorg, in de bejaardentehuizen, op de scholen… Het moet allemaal sneller, maar dat gaat ten koste van de aandacht. We zijn de dupe van het kortetermijndenken.’ Ellen Frugte
DE SCHRIJFCLUB De Schrijfclub liet zich voor dit decembernummer van de Cliëntenkrant – hoe kan het anders – inspireren door het thema ‘Kerst’. Hieronder een sprookjesachtige bijdrage.
KERSTVERHAAL This is een story of Red Kepje en de Kerstman. Er was eens a girl met een red kepje en men noemde haar Red Kepje. Op een dag vroeg the mother of Red Kepje, of zij een Kersttree wilde kopen voor Grandma. En there she goes door het bos om een Kersttree te halen. Plotseling zag zij Santa Claus. He had a plunjezak maar also a Kersttree. Red Kepje vond dat he looks een beetje gek. He had een heel spits gezicht with a rare snor. She vroeg can I koop that Kersttree voor Grandma. Natuurlijk, he said. I breng him for you. Ok, zei Red Kepje. Dan I doe snel a boodschap. See you later alligator. She wist not then, that hij was de wolve. And than kwam zij weer bij Grandma. Zij was laying in bed. Oh, Grandma, what heb jij grote ogen, grote nose, grote mond or whatever, en what a mooie Kersttree. Yes, said the wolve, de first three zijn om you op te eten, and I go in me eentje Christmas vieren met de Kersttree. By, by, have a mooi Christmas. Kees Tijssen Heeft u belangstelling om deel te nemen aan de schrijfclub, neem dan contact op met RCO De Hoofdzaak en vraag naar Kees Kwak. Wanneer: eenmaal in de twee weken op vrijdagmiddag om 13.30 uur. Waar: in het gebouw van Wijkteam Noord, Drechterwaard 102, Alkmaar-Noord. Inlichtingen: tel. 072 5143380; e-mail:
[email protected] Wilt u in het bezit komen van een van onze boekjes ‘Eigen Verhalen’ (Deel I en II: € 7,50 per boekje exclusief verzendkosten) dan kunt u ons bellen: tel. 072 5143380.
4
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
IK DOE HET GOED EN DE REST VAN DE WERELD IS GEK GEWORDEN! Na een enkeltje Amsterdam-Heerhugowaard gekocht te hebben, reisden we af naar Heerhugowaard om daar Richard te ontmoeten. Richard is manisch-depressief en vertelt ons over zijn ervaring ‘terug in de maatschappij’. Toen ik vierentwintig was kreeg ik een oproep om in het leger te gaan. Hier is mijn ziekte ontdekt. Je bent manisch-depressief. Wat is dat eigenlijk? Als je manisch-depressief bent heb je eigenlijk twee fases. In de ene fase ben je depressief, dan heb je nergens zin in en wil je nergens voor uit je bed komen. Bij de andere fase leef je in een manie, dan kun je bijna niet slapen, heb je enorme zin om dingen te doen en wil je heel veel geld uitgeven. Dit is dus ontdekt toen ik mijn dienstplicht wilde vervullen. Alles was nieuw, de omgeving was groen, iedereen was in het groen gekleed en alles moest. Het enige vertier was ’s avonds. Je mocht het terrein niet af, maar gelukkig kostten de biertjes maar 40 cent. Ik kon niet goed tegen de druk en toen ik na twee weken moest ‘wachtlopen’ is het mis gegaan. Ik was 48 uur lang wakker en omdat ik daar alleen zat, ging ik gekke dingen zien en doen. Besefte je zelf dat het niet goed ging? Bij zulke dingen denk je altijd: ‘Dat overkomt mij toch niet!’ Ik dacht echt: ‘Ik doe het goed en de rest van de wereld is gek geworden. Je weet niet wat echt is en wat kunst is.’ En toen? Toen namen ze me mee in een groene legerauto die mij vervoerde naar het militaire hospitaal. Daar heb ik een paar maanden gezeten en toen ben ik opgenomen in een inrichting in Heiloo. Na een half jaar was ik genezen en mocht ik weer terug naar mijn ouders. Ik kon via mijn broer aan een baantje komen en alles ging eigenlijk prima met me. Totdat ik een week vakantie kreeg… Ik ging wer-
ken op een boot, ‘De Zonnebloem’, waarbij ik de zorg van een vrouw in een rolstoel op mij nam. Het was te veel voor me. Ik sliep weinig en kon de druk niet aan. Toen ging het weer helemaal mis. Ik heb me vrijwillig laten opnemen. Eerst op de open unit en daarna op de gesloten unit. Dat vond ik heel moeilijk, omdat je daar alleen maar naar buiten mocht om een sigaretje te roken. Maar nu zit je hier, vertel eens… Na tweeënhalf jaar mocht ik uit de instelling weg en ging ik samen met mijn vriendin, die ik heb leren kennen in de instelling, beschermd wonen. Beschermd wonen is een project voor mensen zoals ik, die dus terugkeren in de maatschappij, maar ook nog wel wat hulp nodig hebben. Hoe was dat? Eigenlijk was het aan het begin helemaal niet zo leuk. In de instelling werd ik de hele dag vermaakt en nu moest ik opeens mezelf gaan vermaken. Je dagbesteding moet je opeens helemaal zelf in gaan vullen. Voor mij is het heel belangrijk om een dagbesteding te hebben. Ik heb gewoon een bepaald ritme nodig, om niet in verval te raken. Daar had ik in het begin echt moeite mee. Verder heb je natuurlijk iemand nodig die je verder helpt, een begeleider. Je moet samen een soort stappenplan maken, ook voor de langere termijn, om een bepaald ritme op te bouwen. Het is heel belangrijk dat je iets in de maatschappij betekent. Eerst heb ik computerles gevolgd, daarna heb ik een opleiding gedaan en door mijn stage heb ik min of meer mijn baan gekregen. Zo betekende ik naar mijn idee iets voor de maatschappij en kon ik ook mijn eigen geld verdienen. Geld verdienen is namelijk ook heel
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
belangrijk. Je hebt natuurlijk wel bepaalde uitkeringen en zo, maar dat is best weinig. Het is soms best lastig geweest om rond te komen. Je weet wel dat alles geld kost, maar het valt tegen wat je betaalt om elke week gewoon je boterhammen te kunnen eten. Verder heb je natuurlijk altijd dingen als huur, energie en telefoon. Gelukkig kreeg ik wel hulp bij het regelen van mijn financiën, zodat ik in ieder geval mijn vaste lasten kon betalen. Dan maak je bijvoorbeeld samen met je begeleider een schema van je kosten, zodat je dat duidelijk op een rijtje hebt staan. En nu woon je samen met je vriendin in een koophuis, zelfstandig! Inderdaad, op een gegeven moment waren we er wel aan toe om op onszelf te gaan wonen, niet meer beschermd. Het is heel gezellig om met veel mensen in een huis te wonen hoor! Het is namelijk een beetje te vergelijken met een studentenhuis. Maar op een gegeven moment merkte ik dat ik meer behoefte had aan privacy. We konden dit ook aan, we waren ver genoeg om zelfstandig te gaan wonen. We hebben eerst een aantal jaar gehuurd en nu hebben we sinds een aantal jaar een koophuis. Nu hebben we hulp op afroep. Als ik bijvoorbeeld aanvoel dat het niet goed met me gaat, heb ik binnen een week een afspraak. Wat is volgens jou nu het belangrijkste als je terugkeert in de maatschappij? Dat je contacten legt buiten de deur. Ik heb zelf vrij weinig sociaal contact en dat vind ik heel erg. Ik wil het heel graag, maar op een of andere manier lukt het me niet om vriendschappen te ontwikkelen. Daarom ben ik gaan volksdansen en omdat je
5
steeds met elkaar aan het dansen bent, maak je ook wel eens een praatje met iemand. Mijn vriendin zit op een schildersclub, natuurlijk omdat ze dat leuk vindt, maar ook om het sociale. Ik ben dus ook heel blij met mijn vriendin; zij is echt mijn steun en toeverlaat. We hebben het ook heel leuk met elkaar; gelukkig maar, want we zijn wel op elkaar aangewezen.
Wat ook heel belangrijk is, zijn je financiën. Het is fijn om dit op orde te hebben, omdat het je anders gewoon heel veel stress oplevert. Ik had dit zelf ook en geloof het of niet, het is nog steeds een rommeltje! Oh ja, nog iets wat ik persoonlijk heel belangrijk vind, is dat je hulpverlener echt iemand is die in jou geïnteresseerd is en dat je ook iets hebt om over te praten, bijvoorbeeld over een
gemeenschappelijke hobby. Ik hecht veel waarde aan belangstelling. Om privacyredenen hebben we de naam van de cliënt veranderd. We willen ‘Richard’ bedanken voor zijn medewerking! Het interview heeft ons goed op weg geholpen. Sharon de Groot en Vera Verhulsdonck studenten INHolland Amsterdam
VOOR HET VOETLICHT werkdruk en de herkeuringen, ook voor mensen met een GGZ verleden, speelden hierin een rol. RCO De Hoofdzaak sprong er uit, omdat het vóór en dóór cliënten met een GGZ-achtergrond bedoeld is. Het ‘elkaar in je waarde laten en accepteren zoals je in elkaar steekt’ was ook iets wat haar erg aansprak. Ze begon met secretariaatswerkzaamheden en al snel – dit is een welbekend fenomeen – werd ze ook voor andere taken gevraagd. Voormalig medewerker Mirjam Greevink, coördinator Scholing en Training, kon wel wat steun gebruiken. Na zelf de cursussen ‘Herstellen doe je zelf ’ (onder leiding van Beata en Elles), ‘Werken met eigen ervaring’ (met Magda) en ‘Vriendschap in beweging’ (met Stephan en Mirjam) Van links naar rechts: Monique Vis, Jolanda gevolgd te hebben, dacht ze: Bosland, Beata Bruin en Elles Beers ‘Goh, zou ik dat ook kunnen, toch wel erg leuk, werken met menJolanda Bosland is 43 jaar en woont sen.’ ‘Zo ben ik er langzaam ingein Opmeer. Ze heeft een fijne vaste rold’, besluit ze. relatie en drie dochters. Op mijn vraag hoe ze ertoe gekomen is om bij Wat vind je moeilijk?, vraag ik haar. RCO De Hoofdzaak te gaan werken, ‘Het is altijd maatwerk. Elke les is vertelt ze dat, naarmate de kinderen wisselend qua stemming en het is de wat ouder werden, bij haar de kunst om daar evenwicht in te vinbehoefte ontstond om te toetsen waar den.’ ’Het is verrassend’, vat ze haar draagkracht (of kracht) lag en samen, ‘maar niet altijd even makkehoeveel werkdruk ze aan zou kunlijk.’ nen. De huidige maatschappelijke Ik word er nog vrolijk van, wanneer ik naar onderstaande foto kijk die genomen werd op ons jaarlijkse RCO-uitje, dit keer naar Texel. Het was fijn de mensen van de andere vestigingen eens te zien en vanuit dit gebeuren is het idee ontstaan om onszelf eens te herintroduceren na de vele veranderingen die ook in Hoorn hebben plaats gevonden. We bijten het spits af met Jolanda!
6
Het bijzondere van de cursussen is dat er al na twee à drie bijeenkomsten een vertrouwensband ontstaat, waarin de deelnemers veel van zichzelf laten zien. Zelf geeft ze nu samen met Beata de cursus ‘Herstellen doe je zelf’ en in het voorjaar begint de cursus ‘Vriendschap in beweging’. Haar wens voor de toekomst is inzetbaar te zijn voor alle cursussen die De Hoofdzaak aan te bieden heeft, met als doel zoveel mogelijk mensen te bereiken, zodat zij over handvatten beschikken voor een stabiele toekomst! Voor zover nu is te overzien, gaan er in het voorjaar van 2010 in Hoorn drie cursussen van start. Men kan bij Jolanda of Christel Beumer terecht voor informatie. Verder komt er een aankondiging in de lokale kranten te staan, waar en wanneer een bepaalde cursus van start gaat. Gedurende 10 tot 12 weken komt men een keer in de week bijeen. De lessen duren 2 tot 2,5 uur. Tot slot wil Jolanda nog even kwijt dat de deelnemers erg tevreden zijn wanneer de cursus is afgerond en bij voldoende deelname een certificaat meekrijgen. Monique Vis
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
OORDELEN In de psychiatrie worden mensen vaak in hokjes geplaatst: Hij heeft schizofrenie. Zij heeft borderline. Hij is manischdepressief. Voor mij maakt het niet uit of iemand schizofrenie of borderline heeft of manisch-depressief is. Ik probeer mensen te nemen zoals ze zijn. Het gaat ook niet om het ziektebeeld. Het gaat erom hoe iemand is, of hij of zij een beetje aardig is. Mensen hebben ook hun karakter. Ik vind dat in Nederland mensen erg veel lopen te oordelen over iemand: Hij heeft een uitkering. Hij is psychiatrisch patiënt. Een nichtje van me is psychiater. Zij merkte heel goed op: ‘De een is te dik, de ander heeft een kleurtje.’ Je kan over iedereen dan wel wat zeggen of oordelen. Arjen Brink
VUURWERK VOOR EEN VRIENDELIJKE VRIEND EEN AUTIST DIE TELEFOONBOEKEN DOORMIDDEN KAN SCHEUREN Melchior, een naam als uit een sprookje. Iets van een witte magiër of zoiets, of een edele prins die net op tijd is om de schone jonkvrouw te redden uit de klauwen van de draak. Alle reden dus om met je eigen naam in deze krant te verschijnen, iedereen mag het weten. Deze Melchior blijkt een prachtige, stekeltjesblonde, zelfverzekerde jongeman van elf winters te zijn, wiens enige probleem is dat hij wat moeilijker vriendjes maakt, en als hij ze wel heeft, vindt hij het moeilijk om ze ook te houden. Dat heet dan autisme. Bovendien is Melchior dyslectisch. Zijn broertje Antoine van negen was er ook bij, al vloog hij meer de ruimte rond dan dat hij stil op een stoel zat. Drukker dan druk, hoefde hij wat hem betreft liever niet bij de woensdagmiddagsessies van zijn broer te zijn. Hij begon over wat de broers zoal graag doen aan vrijetijdsbesteding. Melchior zit op pianoles en beiden gaan ze naar de sportschool. Gevraagd naar wat ze het liefst zouden willen, als mama tijd en geld genoeg had, wist Antoine direct: tennissen en drummen. Melchior ging voor judo. Antoine toen meteen ook. Ondergetekende legde desgevraagd uit dat judo een verdedigingssport is, waarop de broers vroegen wat dan wel een aanvalssport was: iets met het doormidden slaan van plankjes en telefoonboeken doormidden scheuren: karate was het plots helemaal!
Melchior kwam net terug uit een anderhalf uur durende sessie met zes andere jongetjes. Ze moesten een bal overgooien en daarbij elkaars naam noemen. Hij was ze nu al vergeten. Bovendien hadden ze een film gekeken – helaas geen actiefilm, zei hij – over autisme, een beetje serieus: ‘De zus van Einstein’. Pakkende titel, maar Melchior vond er niet veel aan omdat het over autisme ging. Om een eventueel misverstand uit de weg te helpen: in Schagen en Den Helder doet Triversum, de instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie waar het hier om gaat, slechts aan poliklinische zorg. In de vestiging in Alkmaar wordt ook de nacht doorgebracht. Daarover misschien een andere keer. De begeleider in Schagen met wie Melchior het best kan opschieten is Bert de Wit, die hier al vijf jaar werkt. Hij kent hem al vanaf zijn zevende, dus dat geeft een heel vertrouwd gevoel. Enige nadeel, volgens moeder Winny, is dat Melchior het huiswerk dat wordt meegegeven nauwelijks doet, omdat hij al van de hoed en de rand weet door zijn éénop-één sessies met Bert. Melchior gaat naar een gewone school, en krijgt daar van lieve juffen en meesters de extra aandacht die hij nodig heeft. Hij wordt wel eens gepest, maar daar is sinds kort – hopelijk voorgoed – een einde aan gekomen. Vanuit het Regionale Expertise Centrum (REC) werd er in
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
de klas een film over autisme vertoond. Omdat Melchior de enige in de klas is die dit heeft, zag hij daar wel een beetje tegenop. Maar de andere kinderen reageerden heel positief en Melchior heeft de stille hoop dat het pesten tot het verleden gaat behoren. Moeder Winny: ‘Hij kwam met tranen van blijdschap in zijn ogen thuis.’ Op de vraag van wanneer af zij bij Melchior afwijkend gedrag opmerkte, is Winny heel stellig: ‘Melchior is acht weken te vroeg geboren en er was sprake van een hersenbloeding bij de bevalling’ Maar of dit nu alles veroorzaakt heeft? Tot hun derde jaar spelen alle kinderen op een andere manier, maar Melchior kreeg rond die tijd echt last van dwanghandelingen. Met een playmobil poppetje bonkte hij keer op keer op de tafelrand, hij was niet te stoppen. Dit is vergelijkbaar met een eerder onder de naam ‘Bang Voor Bloemkool’ in dit blad verschenen jongetje Gersom, die minutenlang kon staan te gillen op de drempel van de voordeur, omdat hij niet kon kiezen of hij naar binnen of naar buiten wilde. Gelukkig is het bij Melchior nooit zover gekomen. Binnenkort, op Oudejaarsdag, wordt hij twaalf. Vroeger dacht hij altijd dat al dat vuurwerk voor hem bestemd was. Is er iemand die het tegendeel kan aantonen? Edwin
7
TRIVERSUM SCHAGEN OPVANG VOOR KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE We spreken met Bert de Wit, hulpverlener bij de polikliniek van Triversum in Schagen. Om hem in het kort voor te stellen: Hij vindt het prachtig om met kinderen te werken, ook al heeft hij zelf nooit een kinderwens gehad. Hij werkt hier nu vijf jaar; daarvoor heeft hij jarenlange ervaring opgedaan in (voorheen) Willibrordus en de PVA (Psychiatrische Voorziening Alkmaar), meestal op gesloten afdelingen. Bert heeft een heerlijk rustige donkerbruine vertrouwenwekkende stem. Hij laat me de speelruimte voor de jongsten zien, kneuterig knus, met veel pluche beren en ander knuffelgedierte. In Schagen zowel als Den Helder wordt – zoals in het hieraan voorafgaande artikel reeds gezegd – zuiver poliklinisch behandeld (één uur per sessie). Daarnaast zijn er op woensdagmiddag therapiegroepjes (autisme en/of ADHD) die anderhalf uur duren. In Alkmaar doet men ook aan opnames. In de voorbereiding op dit gesprek heeft ondergetekende eigenlijk alleen maar folders kunnen vinden over ‘kinderen waarvan de ouders psychisch ziek zijn’. Kinderen hebben een antenne om signalen op te pikken en voelen gelijk of er iets in het gezin aan de hand is. Juist door niet over problemen te praten gaan kinderen van alles fantaseren. Bert zegt dat kinderen antwoorden willen, structuur, en zich veilig voelen. Ze vullen, met name in de leeftijd tussen vier en acht, ook van alles in: ‘Als ik maar lief ben, dan wordt mama beter. Als ik maar lief ben, dan maken papa en mama geen ruzie meer.’ Volgens de folder ‘Piep zei de Muis’ (de titel verwijst naar een handpop die gebruikt wordt bij de verschillende sessies) denken kinderen tussen vier en acht jaar dat de wereld om hén draait. Ze zijn zeer egocentrisch.
8
Ze kunnen nog geen goed onderscheid maken tussen hun gevoelens en die van anderen. Bert noemt dit een fase waar je doorheen moet; het hoort bij het leven. Bert is het oneens met de stelling dat kinderen geen onderscheid kunnen maken tussen werkelijkheid en fantasie. Zelfs bij reclame en film weten ze dit heel goed te doen, ook al willen ze bijna alles hebben wat vertoond wordt. Juist bij het voorlezen op bed, hoe griezelig een boek als ‘De Kindereter’ ook mag zijn, leren ze wat echt en niet echt is. Hun dromen blijven mooi, als je het niet al te gek maakt. Doel van de cursus ‘Piep zei de Muis’ is vooral de kinderen vaardigheden te leren, waardoor ze makkelijker met de situatie thuis om kunnen gaan. Er wordt gesproken over angst, boosheid, verdriet en vreugde. Naar wie kun je toe als je je verdrietig voelt? Naar papa en mama, maar ook naar Bert, zelfs via zijn mailadres. Wat voel je en wat doe je, wanneer voel je dat en hoe kun je veranderingen aanbrengen. Een kort voorbeeldje uit één van Berts antipest-groepen: degene die gepest wordt, toont zich de sterkste door de ander de rug toe te keren en weg te lopen. De pester is vaak alleen maar jaloers, bijvoorbeeld op de mooie jas
van zijn opponent. Sommige kinderen worden stil, anderen boos, dwars, onzeker. Sommigen plassen zelfs (weer) in bed. De ouders worden op de hoogte gehouden door middel van ouderbijeenkomsten. Het is ook voor de kinderen belangrijk te weten dat hun vader en moeder accepteren wat ze doen. Voor ouders zijn er ook moeilijke punten om te bespreken: probeer maar eens aandacht aan je kroost te besteden als je pet er totaal niet naar staat. Volgens Bert laten kinderen zich niet negeren en gaat al gauw de trukendoos open: ‘Papa, zullen we voetballen?’ Voor de groep kinderen tussen de acht en de twaalf is er de zogenaamde KOPP-groep (Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen). Hoe leg je de buitenwereld uit dat je vader of moeder ziek is, terwijl er in eerste instantie niks aan de hand lijkt? Je voelt je misschien schuldig of je schaamt je. Op school vraag je meestal geen aandacht, maar thuis gedraag je je ouder dan het doorsnee kind en draag je meer verantwoordelijkheid. Tot nu toe hebben we het zuiver gehad over kinderen van ouders met psychische problemen. Wat betreft autisme verwijzen we naar het inter-
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
view met Melchior, waarin zijn aandoening besproken wordt. Nu gaan we wat dieper in op zijn situatie en die van veel van zijn lotgenoten. Kinderen worden aangeduid als autistisch wanneer zij vanaf hun geboorte kenmerken vertonen van contactstoornissen, eigenaardigheden in taalgebruik (als het kind al spreekt), een fascinatie voor bepaalde voorwerpen en handelingen (zie Melchiors playmobil poppetje) en een extreem verlangen om alles in de omgeving hetzelfde te laten blijven. De DSM-IV heeft een aantal criteria opgesteld: moeite met oogcontact, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en gebaren. Gebrek aan spontaan fantasiespel. Stereotiepe en herhaalde lichaamsbewegingen, zoals knippen met de vingers of fladderen met de handen. Wat emoties betreft: soms is er een opvallend gebrek aan angst voor reële gevaren als het verkeer, anderzijds kan de kleur rood of het getal vijf voldoende zijn om in een totale paniek te schieten, wat dan gepaard gaat met gigantische driftbuien. De spanning die dit oproept kan omslaan in nervositeit en slapeloosheid. Daarbij is ruim tweederde van de autistische kinderen dubbel gehandicapt, omdat ze ook ‘mentaal geretardeerd’ (letterlijk ‘geestelijk vertraagd’) zijn. Maar, zoals iedereen die de film ‘Rainman’ gezien heeft wel weet, kunnen sommige van
deze kinderen op een of meerdere terreinen opvallend begaafd zijn. We zullen zien hoe Melchior het er afbrengt met zijn pianospel, anderen hebben een fabelachtig geheugen voor getallenreeksen, speciale gebeurtenissen en details van situaties die zij hebben meegemaakt. Op autisme gelijkende symptomen kunnen vóórkomen bij kinderen in gezinnen waarvan de ouders hun kroost ernstig onderstimuleren en emotioneel verwaarlozen. Hulpverleners moeten hierop attent zijn! De kinderen zijn in zichzelf gekeerd en hebben weinig aandacht voor de omgeving. Vaak hebben ze moeite met taal en spraak en kunnen ze urenlang worden geabsorbeerd door ‘autostimulerend’ gedrag als wiegen en tegen de muur bonzen met het hoofd. Worden deze kinderen gestimuleerd – bijvoorbeeld door ze in een normaal functionerend pleeggezin te plaatsen – dan kan het autisme-achtige gedrag als sneeuw voor de zon verdwijnen. Behandeling van autisme begint met uitgaan van het ontwikkelingsniveau van het kind, om het niet te óver- of óndervragen. Vervolgens stapje voor stapje proberen kleine veranderingen aan te brengen in de routine waar het kind zich zo rigoureus aan vastklampt. Dan het moeilijkste obstakel: door middel van gedragsthera-
peutische benadering, in samenwerking met de ouders, alle extremen van het kind ‘aanvallen’. We hebben het dan over driftbuien, angsten, paniekaanvallen, fobieën, agressiviteit en destructiviteit, en in het ergste geval automutilatie (jezelf snijden). Een en ander gebeurt ambulant op de polikliniek van Triversum te Schagen, maar soms ook bij de kinderen thuis (ABT = Ambulante Behandeling in de Thuissituatie). Tot slot: 61 tot 74 procent van de autistische kinderen blijkt later moeilijk een zelfstandig leven te kunnen leiden. Ik moet er niet aan denken dat zo’n pittig jongetje als Melchior op latere leeftijd in een instituut zit. Vecht ervoor om bij die 39 tot 26 procent te zitten, jongen! Over ADHD bij kinderen schrijven we in het volgende nummer van de Cliëntenkrant. Informatie: Triversum, Centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie algemeen telefoonnummer 072-5140400 e-mail:
[email protected] website: www.triversum.nl secretariaat polikliniek Schagen/Den Helder: tel. 0223-672280 Edwin
KEUZEMOGELIJKHEDEN Een respectvolle behandeling kent duidelijke overleg- en keuzemomenten voor de cliënt. Ik heb een goede arts, hij vraagt mij altijd wat ik zelf wil. Als ik mijn medicatie wil veranderen dan vertelt hij mij gewoon wat de mogelijkheden zijn. Hij denkt met mij mee, en niet andersom, zoals het eerst vaak ging. De cliënt wil in de meeste gevallen overleg met de behandelaar, verpleegkundigen of andere disciplines. Het niet in overleg willen treden met de cliënt wordt gezien als een gebrek aan respect. Er wordt soms een óf-óf keuze geboden. Of de cliënt gaat akkoord, óf de cliënt gaat naar huis. Het tweede alternatief is voor de meest cliënten geen reëel alternatief. De behandelaar zegt dan: ‘discussie gesloten’. Op dat moment kan ik geen kant meer op, het gesprek is gewoon afgelopen en ik heb niets meer te willen. Ik voel me dan heel klein, net of het er niets meer toe doet wat ik er van vind. Uit: ‘Bejegening in de G.G.Z.’, een uitgave van de Cliëntenraad Willem Arntsz Huis te Utrecht
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
9
LEKKER LOSLOPEN IN LONDEN Op maandagochtend 7 september ging bij mij al om vier uur de wekker af: rustig wakker worden, om op tijd op Schiphol te zijn. Kwart voor zes in de bus, even over zes de trein, zeven uur op de luchthaven. Eerst maar eens roken, alle tijd. Inchecken, daarna wat euro’s in ponden omwisselen. Onderweg naar de ‘gate’ controle: schoenen uit (stalen neuzen), riem af, kleingeld en sleutels in een doos, rugzak door de scanner, door het poortje lopen: geen gepiep, ik mag door. Een vlucht van een uurtje; waar blijft de tijd: negen uur vertrek, negen uur aankomst (tijdverschil: op de terugvlucht deden we er twee uur over). Een vermoeiende dag, omdat ik een rommelnacht achter de rug had. Alleen even iets gezien van Piccadilly Circus (veel theaters) en Leicestersquare (het Leidseplein van Londen). Daar lekker in het parkje gezeten, heerlijk zonnetje, totdat het park letterlijk dicht ging: een beambte met een zekere autoriteit in de ogen bracht een kettingslot aan op een van de poorten en dirigeerde iedereen naar een van de andere uitgangen. De blik in de ogen van al die mensen die zich geconfronteerd zagen met een gesloten hek! Drie hamburgers bij de Burger King gegeten, vroeg gaan slapen, en dinsdag gezond weer op. Die dag scheen er een heerlijk zonnetje, het was een graad of twintig, zonde om door te brengen in een stoffig museum, dat kon altijd nog. Rondgesjokt door Hydepark, later vlakbij Waterloo Station aan de Thames gezeten, niet ver van de London Eye, een gigantisch reuzenrad. Naar de Camden Market, een gigantische markt à la Waterlooplein, veel groter alleen. Leuke T-shirtjes gekocht (onder andere ‘You Say Psycho Like It’s Something Bad’) en een mooie lange leren jas gezien die
10
Piccadilly Circus
echter niet paste. Shit. Om acht uur ’s avonds binnen bij The Comedy Store, die zijn dertigjarig bestaan vierde met een waterval aan humor. Veel interactie met het publiek, de jonge bemanning van een atoomonderzeeër op de eerste rij werd regelmatig in het maritieme hemd gezet. Een grap die me bijgebleven is, ging over de zeurderige omroepstem in de metro. Bij elke halte klinkt daar: ‘Mind the gap between the train and the platform’ (let op het gat tussen de trein en het perron). De komiek: maar wat nu als de omroepster een heftige portie drugs gebruikt heeft. Dan wordt het: ‘Mind the gap between perception and reality’. Een andere metrograp ging over de hitte die er in de rijtuigen hing de laatste tijd. Een van de komieken wilde daar wat aan doen door de Big Brother methode te gebruiken. Bij elke halte mag men degene van wie men het meest last heeft wegstemmen: ‘Jij met die klotsende oksels, eruit!’ Humor. Lasagna gegeten op een nietroken-terras. Lucht is ook al niet
meer vrij. Woensdag museumdag. Eerst naar het Science Museum. Vanaf het begin van de industriële revolutie (stoommachines die veel werk uit handen namen) tot de ruimtevaart en alles wat daar tussen zit (fiets, gebruiksvoorwerpen door de eeuwen heen, telefoon, auto’s, computers). Veel indruk maakten de oplossingen die men had bedacht voor het gewichtloos doen van de behoefte in de ruimte. Weird science. Dan het Natural History Museum. Of de dingen die ik aan mocht raken ‘the real thing’ waren, weet ik niet, maar ik heb hoe dan ook het gevoel van wel en daar troost ik me dan maar mee. Zolang niemand het tegendeel beweert, heb ik een ijzersteen uit Groenland aangeraakt van 3.800 miljoen jaar oud, een reuzenammoniet (draaischelp) van 147 miljoen en heb ik mijn handen gelegd in de eerste kindervoetstappen op aarde, van 3,8 miljoen jaar oud. Onvoorstelbaar! Verder was er een schedel waarvan men dacht dat het een cycloop was
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
(u weet wel, zo’n eenogige reus uit de Odyssee) en heb ik een dodo gezien. Tussen 1630 en 1670 uitgeroeid door de mens, maar niet door hem op te eten, zoals velen veronderstellen. De mens bracht varkens en ratten naar Mauritius, het land van de welig tierende dodo, die diens nesten leegroofden. Nog meer indruk maakte het ei van de olifantvogel, met een volume van een liter, wat staat voor 200 kippeneieren. Het dier zelf woog meer dan 400 kilo, vier keer zoveel als onze hedendaagse struisvogel, en die is, zoals ik kon zien, nou ook niet bepaald klein. Verderop in het museum was de afdeling van de dinosaurussen, prachtig. Vooral de bewegende en grommende monsters waren fantastisch, om bang van te worden. Misschien wel leuk om met kinderen naar toe te gaan, lekker griezelen, en ook nog wat leren. ’s Avonds in pub The Round House voetbal gekeken, Engeland – Kroatië: 5 - 1. Daarna Chinees gegeten in een heel klein restaurantje in een heel klein Chinatown. Sweet & Sour Pig is niet hetzelfde als Babi Pangang, heb ik geleerd. Toch wel lekker. Twee glazen heerlijke kokosdrank; checken of ik dat in Nederland kan vinden. Donderdag heb ik anderhalf uur besteed aan het schrijven van ansichtkaarten, die, zoals bij terugkeer in Holland bleek, lang niet alle geadresseerden gehaald hebben. Vette pech. Op het terras van pub The Bayswater Arms het typisch Engelse sausages & mash gegeten, met doperwten, niet onaardig. Bij donker het mooi verlichte Buckingham Palace bekeken, met die raar lopende mannetjes die soldaatje speelden. Door naar de Big Ben, met zijn mooie bronzen geluid, naast de Houses of Parliament. Op zoek naar een metalclub een verkeerde afslag genomen; ik belandde helemaal in m’n uppie in een tunnel die volledig was volgekalkt met graffiti, ik voelde het geld in m’n zak branden. Veilig aan de overkant gekomen. Bij Waterloo Station even staan roken, samen met een meisje dat een vuur-
tje nodig had, en een leuk gesprekje gevoerd met een lid van de bewapende politie, die me vertelde dat de metalclub een gigantisch eind weg was. Dan maar weer naar Leicestersquare, leuk gepraat met Christopher, die in Noord-Brabant gewerkt had en nog een beetje Nederlands kon spreken. Tot één uur in een club, toen met de taxi naar huis. Gesproken over een psychotische naakte vrouw die de cabby (taxichauffeur) eens gezien had, omdat we juist een man slechts gekleed in een spijkerbroek passeerden. Zo kwamen we te spreken over tijdreizen (in SF-films kan dat slechts naakt) en Bruce Willis in Twelve Monkeys en Unbreakable. Vrijdag geprobeerd een kaartje te regelen voor een Londense voetbalwedstrijd (Arsenal, Tottenham, Chelsea, Fullham of zo), maar de man van de tickets had niets goedkopers dan 150 pond. Tja, maar niet dus. Opnieuw naar Camden, fish & chips gegeten, met mayonaise zowaar. Aan de overkant in een gigantisch café, The World’s End, ontvangen met een heftig nummer van Rammstein. Personeel identiek gekleed in veelgewassen Jack Daniels’ shirts, prachtige schilderingen aan de hoge muren. Veel lichtblauw, glitters en schaakvelden, een heuse ‘stairway to heaven’, een zon en een maan, een neerstortende gans, een schildpad en een varken, lekker psychedelisch dus. Ontmoeting met Braziliaanse schonen Paula en Carla (beiden au pair) en hun Engelse vriend Peter (Rabbit). Leuk mee gepraat. Van elf tot drie in de Underworld, goeie tachtiger jaren muziek als Madonna, Prince, Depeche Mode, The Cure en The Red Hot Chili Peppers. Taxi: cabby
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
lulde alleen maar over voetbal. Zaterdag pas om drie uur wakker. Naar Paddington om het beertje te bezoeken. Een gigantische moot watermeloen naar binnengewerkt, aangevuld met ananassap. Denk om de vitamientjes. Dakloze Phil (oudmilitair, SAS, Falkland-veteraan) heeft honger. Dan gaan we toch een broodje shoarma halen. En natuurlijk wat geld voor bier, waarvan hij de prijs niet zegt te weten. Jaja. Op weg naar Harrods, toch eens zien wat de kapitalisten daar zoal tentoonspreiden. Voor mijn neus maken ze net de hekken dicht. Dan maar een andere keer. Aan de overkant, bij restaurant Richoux, is nog een plaatsje in de zon vrij. Ik bestel een potje thee (rosehip & hibiscus gok ik, lekker), en kom in gesprek met Hongaarse Agnes, die over haar reis naar Lourdes vertelt, yoga en andere Harahara. Lieve vrouw. ’s Avonds weer naar The World’s End. Een meisje in een zwart-wit jurkje stopt midden op een kruispunt: ‘Kijk, ik ben een zebrapad.’ Giechel. Pizzaslices eten, die opgediend worden op een flyer van een fitnessclub(!). In de zaak loopt een klein jongetje in een lang gewaad, de reïncarnatie van Mohammed. Zijn vader, de eigenaar, wijkt nog geen meter van zijn zijde, is heel zuinig op hem. En terecht. Tot twee uur in de Underworld. Dit keer The Cure, The Pixies, Morrissey. Lieve Lia van 24, met een bitch van een roommate: ‘Vreemdelingen komen mijn huis niet binnen!’ Lia wil me koppelen aan een even jonge Ierse Eve. Dat zou wel een heel verre LAT worden. Op de gok (nou ja, ik herken een halte dichtbij huis) op de dubbeldekker nachtbus. Avontuur in de nacht, want zou ie wel goed rijden, en een kaartje heb ik ook al niet gekregen. Tot mijn grote opluchting wordt na ruim drie kwartier de juiste halte omgeroepen en stap ik uit om binnen korte tijd bij het hostel aan te belanden. Zondag tijd voor een ander mooi museum: de National Gallery.
11
Stervensvol, als ik het zo mag uitdrukken, met Madonna en kind, en Madonna huilend bij het kruis. Verder een paar intrigerende andere schilderijen. Om eerst bij het christelijke te blijven: een met pijlen doorboorde St. Sebastiaan, een Romeinse soldaat die Christen werd. Men liet hem voor dood achter, maar hij overleefde de pijlenregen. Dan de geschiedenis van de ons zo goed bekende Sinterklaas: een schilderij van de in 1561 tot aartsbisschop gewijde St. Nicolaas, in Myra, Turkije. Het schilderij dat de meeste indruk op me maakte was de mythologische verklaring voor het ontstaan van onze Melkweg. De Oppergod Jupiter laat zijn bastaardzoon Hercules bij zijn slapende vrouw Juno aan de borst drinken, om hem onsterfelijk te maken. Juno wordt echter wakker, de melk spuit uit haar borst, en ziedaar de Melkweg. Prachtig toch? Buiten aan een kraampje twee hotdogs met alles erop en eraan gegeten. ’s Avonds op weg naar de Thames, voor het jaarlijkse festival; dat pik ik toch maar mooi effe mee. Een gigantische optocht van jonge tot zeer jonge mensen, van allerlei pluimage. De Chinese connectie voorop, samoerais, lantaarndragers en judoka’s. Veel drumbands, een oorverdovend lawaai, omdat ze allemaal door elkaar heen spelen. Verder steltlopers
en kinderen in veelkleurige uitdossingen, vooral vlinder- en engelenvleugels. Indrukwekkend. Als ik nog even op
een terras zit, hoor ik de eerste woorden Nederlands sinds een week: ‘Je hebt ze ook in maat 44…’ En weg zijn ze. Jammer, dat was vast een heel erg interessant gesprek. Op tijd naar bed, al om tien uur morgenochtend moet ik het hostel verlaten. Maandag. Dat red ik. Eerder zelfs, even over negenen. Nog genoeg tijd over - ik vlieg pas om kwart voor vijf - om een beetje rond te struinen in Harrods. Ik lijk me te bevinden tussen Kunst & Kitsch. Aan de ene kant duidelijk zeer waardevolle spullen (sieraden, horloges), maar soms een hele verdieping met koffiekoppen en ander servies tegen een belachelijke
prijs. Op de beleefde vraag van een van de verkopers (‘How do you do, sir?’) kan ik alleen maar antwoorden: ‘I’m poor’. Toch nog wat gekocht, een aantal DVD’s waar ik al een tijdje naar op zoek was en nog wel tegen een schappelijke prijs. De ondertiteling wordt dan maar die voor de Engelse doven- en slechthorenden, net als wanneer ik BBC kijk. Mijn trip loopt op zijn einde! Na nog wat gesteggel bij de douaniers, die ineens de inhoud van mijn toilettas met andere ogen dan hun Nederlandse collega’s blijken te bekijken, zit ik in het vliegtuig op weg naar Amsterdam. De klok gaat weer vooruit; het lijkt of we er twee uur over doen. Van mijn laatste losse munten heb ik taxfree een of andere crèmedrank met een grote olifant erop gekocht. Niet echt lekker, voor als er volk over de vloer komt dan maar. Rest me nog te vertellen dat ik het heerlijk vond om weer thuis te zijn en met de kat op schoot een week lang niks anders te doen dan naar de tv te staren. IJsbrandt, die op me afstoof of ik een wereldreis gemaakt had, was duidelijk zeer goed verzorgd door Marjo, waarvoor dank. Blijkbaar was ik toch pittig vermoeid, ik heb dagenlang tot zeer laat uitgeslapen. Volgende reis maar niet meer tot zo laat nachtbraken, het breekt je op. Je wordt ouder, papa, geef het maar toe. Nu nog papa worden. Edwin
IK SLUIT MIJN OGEN NIET VOOR MIJN ANGSTEN Wat ik hier vertel is ontstaan na een twintigtal jaren tobben of mijn angst nu van mijzelf is of dat ik erin geloof. Uiteindelijk kwam ik erachter dat het mijn angst is, maar dat ik mijzelf er niet voor hoef te schamen. Dit ondanks het feit dat ik niet tegen kritiek kon. Het is zelfs zo dat, toen ik mijn angsten accepteerde na mijn identiteitscrisis, ik van mijzelf heb leren houden. Daarvoor moest ik wel heel wat jaren twijfelen aan mijzelf. Ik maak hier heden geen bochel op mijn rug meer van. Ik geniet nu van al mijn talenten die ik jarenlang weggestopt had en met schuldgevoelens naar buiten bracht. Nu heb ik vrede met mijn angsten en durf ze ook als goed te beschouwen en onder ogen te zien. Peter-Paul de Jong
12
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
Horizontaal: 1. aannemen 7. alleen 8. uitgang 10. cent 11. ijzerhoudende grond 13. deel van een Franse ontkenning 14. belangrijkste 17. Openbare Bibliotheek 18. uitroep van een ezel 19. bemachtigen 23. bijwoord 24. onbeduidend 25. lidwoord 26. met tegenzin 28. Europeaan 30. schildersgerei Verticaal: 1. computerterm 2. lengtemaat 3. bepaald soort bomen 4. oogafwijking 5. vorige 6. meisjesnaam 7. gladmaken 9. signeren 12. jongensnaam 15. deel van het gelaat 16. halm 20. bijwoord 21. Voetbal Internationaal 22. hoogstaand 27. lidwoord 29. dorp in Friesland Uw oplossing kunt u voor 1 februari opsturen naar de Cliëntenkrant. Rubenslaan 2a, 1816 MB Alkmaar. Medewerkers van RCO De Hoofdzaak zijn uitgesloten van deelname. Onder de goede inzenders worden twee cadeaubonnen van €15,- verloot. Veel puzzelplezier!
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
13
SCHULDHULPVERLENING ALKMAAR DE FORMULIERENBRIGADE Veel mensen vinden het lastig om formulieren in te vullen. In Alkmaar is er de Formulierenbrigade, die inwoners van Alkmaar hulp biedt bij het aanvragen van voorzieningen en het invullen van de formulieren. Bovendien kan de Formulierenbrigade ook kijken of u recht heeft op bepaalde voorzieningen waardoor u extra inkomen kunt verkrijgen. In februari van dit jaar is de Formulierenbrigade van start gegaan. Inmiddels worden de gratis inloopspreekuren goed bezocht. Een voorbeeld uit de praktijk van de Formulierenbrigade Niet lang geleden bracht Fatimah Dris een bezoek aan de Formulierenbrigade. Zij woont sinds 25 jaar in Nederland en is geboren in Marokko. Fatimah vertelde het volgende over haar ervaring: ‘Ik ben niet gewend om zelf naar instanties te stappen. Ik ken veel Marokkaanse vrouwen die met hetzelfde probleem zitten. Vaak durven ze niet naar buiten. Ze zijn ook bang dat het gesprek met de medewerker niet goed zal gaan. Ik zal een voorbeeld geven: ik belde ooit een keer met een medewerker. Ik vroeg waar ik zoal recht op had en het eerste wat die meneer tegen mij zei was: ‘hohoho mevrouw…’ Dan doe ik gelijk een stap achteruit. Ik wilde met hem praten over de mogelijkheden, maar door zo’n reactie durfde ik geen afspraak meer te maken. Dit soort ervaringen vertellen vrouwen aan elkaar door. En zo durft op het laatst niemand meer naar een instantie.
14
Maar gelukkig is er nu de Formulierenbrigade. Daar ben ik zo goed geholpen! Toen ik de stem hoorde van die mevrouw die mij hielp, was het meteen goed. Bij haar voel ik me veilig. We hebben samen gekeken naar mijn papieren en naar mijn rechten. Ik ken de regels niet zo goed hier, maar ik wil het wel graag leren. De Formulierenbrigade helpt daarbij. Ik kan het iedereen aanraden!’ Mevrouw Dris kwam in eerste instantie alleen voor de bijzondere bijstand, een wasmachine. Tijdens het gesprek bleek dat zij ook in aanmerking kwam voor het participatiefonds en recht had op een vergoeding vanuit de WMO. Zij heeft uiteindelijk een aanvraag ingediend die in totaal rond de €4100,- kon opleveren. Met welke formulieren kan de Formulierenbrigade u helpen? De medewerkers van de Formulierenbrigade kunnen u helpen bij de aanvraag of het invullen van de volgende regelingen en voorzieningen: Zorg- en huurtoeslag; Aanvraag bijzondere bijstand (voor o.a. diverse medische kosten, participatiefonds, langdurigheidstoeslag, etc.); Aanvullende zorgverzekering Gemeenten (AZG); Aanvraag (gratis) AlkmaarPas; Aanvraag Sportpaspoort voor gereduceerd tarief.
Buurtcentrum Alkmaar West van 9.30 tot 12.30 uur. Voor vragen kunt u altijd bellen met telefoonnummer 072-5489030. Huisbezoek De Formulierenbrigade is begonnen met huisbezoeken voor mensen die niet in de mogelijkheid zijn om naar een locatie toe te komen. Momenteel vinden deze huisbezoeken plaats in de wijk Oudorp. Mogelijk worden deze huisbezoeken in de toekomst uitgebreid naar andere wijken van Alkmaar. Mocht u graag een medewerker van de Formulierenbrigade bij u thuis op bezoek krijgen om samen te kijken of u overal gebruik van maakt of om formulieren in te vullen, dan kunt u contact opnemen met de formulierenbrigade. De hulp van de formulierenbrigade is gratis. Wanneer u niet zeker weet of u in aanmerking komt voor voorzieningen, bel gerust. Het kan u geld opleveren! Maaike van Weering Projectleider schuldpreventie
[email protected]
Adressen en openingstijden: Dinsdag in de bibliotheek in het centrum van Alkmaar van 17.00 tot 20.30 uur. Op donderdag in wijkcentrum Mare Nostrum van 14.00 tot 17.30 uur en op vrijdag in
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
Prikbord
&
Oproepen
OPROEP ‘GEVOEL KWIJT!’ Al ruim zeven jaar worstel ik er mee. Ik ben mijn gevoel kwijt. Ik ben nooit blij, vrolijk of gelukkig en kan niet genieten. Ik heb dus geen beleving van plezier. Ook ben ik nooit verdrietig en rouwen lukt me ook niet. Toch ben ik niet somber en in de put zit ik ook niet. Ik ben sinds ik ooit een depressie en een aantal psychoses kreeg dus ‘gevoelsblind’ geworden. Dit ontbreken van gevoel is allesoverheersend en maakt het leven doelloos. Immers... je haalt op deze manier geen bevrediging uit de dingen die je doet. Ik hoor of lees eigenlijk nooit iets over mensen die dit hebben en vandaar dat ik heb besloten om over dit onderwerp een boek te schrijven. Ik wil alleen dat dit boek niet alleen over mij gaat. Ik zou ook graag willen dat de ervaringen en persoonlijke verhalen van andere mensen erin komen te staan. Ik ben dus op zoek naar mensen met een vergelijkbare ‘gevoelsblindheid’. Heb je interesse om mee te doen, neem dan contact met me op. Stuur je mailtje naar
[email protected]
Café De Hoofdzaak in Kerstsfeer!!
LET OP!! Dinsdag 22 december 2009 Van 20.00 uur tot 22.00 uur De inmiddels bekende band ‘MESJOGGE’ haalt alle kersthits van stal!! In Café De Sociëteit Luttik Oudorp 78 Alkmaar
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak
15
RUST Mijn Brein en ik hebben de afgelopen tijd nogal met elkaar overhoop gelegen, moet ik zeggen. Was ik vroeger over het algemeen erg tevreden over de bijdrage van mijn Brein, over zijn scherpe kijk op de zaak, langzamerhand kwam ik erachter dat hij een veel te grote invloed op me had. Overal had hij wel een mening over, altijd wist hij het weer beter, constant maar tetteren. Ja, dat was het vooral, dat getetter in mijn kop. Gek werd ik ervan. Hij hield niet op. Over de crisis, over Scheringa, over AZ over De Hoofdzaak, over andere mensen, wat er niet eerlijk was, hoe het zou moeten, enzovoort, enzovoort. Echt, ik was het zat, ik wilde het niet meer. Dus op een goede dag zei ik tegen mijn Brein: ‘Brein, het is misschien mijn eigen schuld dat ik het zover heb laten komen, dat spijt me, maar ik heb besloten jou toch een iets minder belangrijke plaats in mijn leven te geven’. ‘Ha, ha,’ lachte mijn Brein smalend, ‘dat is een goeie, zeg, jij kan helemaal niet zonder mij. Zonder mij ben jij HELEMAAL nergens.’ Nou was ik daar inderdaad zelf ook wel een beetje bevreesd voor, dat ik niet zoveel zou presteren zonder mijn Brein, dat het me niet zou lukken uit te dokteren hoe ik de lamp aan het plafond gemonteerd kreeg of, een nog groter
Colofon Redactie: Kees Kwak, Eduard van Leeuwen, Edwin Schut Medewerkers: Arjen Brink, Ruud Dingerdis, Jeroen Erkamp, Ellen Frugte, Grace van der Gulik, Vormgeving en Druk: Drukkerij Tijl Uilenspiegel Redactieadres: RCO De Hoofdzaak Rubenslaan 2a, 1816 MB Alkmaar Telefoon: 072-5143387 E-mail:
[email protected] Website: www.rcodehoofdzaak.org
oplage: 1500 ex.
16
schrikbeeld, hoe ik de weg naar huis zou moeten vinden als ik me zou baseren op mijn eigen richtingsgevoel. Maar toch… ik voelde dat het belangrijk was dat mijn Brein een stapje terug zou doen en dat ik dus niet terug moest krabbelen, doorzetten NU. ‘Ik wil ook helemaal niet zonder jou, Brein’, zei ik zo vriendelijk mogelijk zonder dat het leugenachtig zou klinken. ‘Ik wil alleen dat je een minder grote mond hebt, dat je af en toe zelfs je mond ook eens dicht houdt. Ik heb behoefte aan rust. Ik wil niet de hele tijd opgejaagd worden door jou. Ik wil weer voelen.’ ‘Voelen, voelen, voelen,’ sprak mijn Brein nu werkelijk razend, ‘wat is dat voor reinste flauwekul. Wat heb je daar nou aan? Voelen,’ snuifde hij nog eens minachtend en toen bleef het een tijd stil. Het was vast niet de bedoeling van mijn Brein om mij gelijk zo van dienst te zijn, dus ik denk dat hij gewoonweg te verbijsterd was om nog iets te zeggen, dat hij zogezegd met stomheid geslagen was. En precies op dat moment gebeurde het: ik werd doortrokken van een groot gevoel van kalmte. Weg was de noodzaak om ergens een mening over te hebben, weg was de noodzaak om ergens voor of tegen te zijn, weg was het idee dat ik ergens bij moest horen, weg was het gevoel geen tijd te hebben, iets te moeten. Weg was het gevoel dat ik niet begrepen werd. Volkomen kalm dobberde ik rond in volmaakte vrede met mijzelf, mijn omgeving en de wereld. Mijn Brein, dat stilletjes was blijven toekijken, moest wel toegeven dat het me goed deed, dat ik er zelfs wel leuker, vriendelijker van werd als hij er zo af en toe het zwijgen toe deed. Dus schoorvoetend stemde hij erin toe zo nu en dan te zwijgen. En weet je wat nou zo leuk is? Mijn Brein heeft ontdekt dat hij, sinds hij het wat rustiger aan is gaan doen, veel slimmere, originelere, creatievere dingen denkt dan vroeger!! (Ja, ja, het blijft natuurlijk een ego hè, dat Brein; hij wil altijd de beste zijn). Hoe dan ook: mijn Brein en ik, inmiddels dus weer op goede voet met elkaar, wensen u een gedachteloze kerst en een redeloos Oud en Nieuw, opdat u gezegend met kalmte en vrede het nieuwe jaar kan beginnen. Happy New Year!! Jaantje Nevel
Koken met ANOUK
COURGETTE MET MOZZARELLA UIT DE OVEN vegetarisch bij- of hoofdgerecht INGREDIËNTEN VOOR 4 PERSONEN: 2 COURGETTES, IN DUNNE, LANGWERPIGE PLAKKEN GESNEDEN, PLANTAARDIGE OLIE, BIJVOORBEELD ZONNEBLOEM- OF OLIJFOLIE, 1 BOL MOZZARELLA, IN BLOKJES GESNEDEN VOOR DE TOMATENSAUS:
1 BLIK TOMATENBLOKJES 1 BLIKJE TOMATENPUREE 1 UI, FIJNGESNIPPERD 1 TEENTJE KNOFLOOK ZOUT EN PEPER BASILICUM EN OREGANO
Bereiding Leg de plakken courgette 2 tot 3 uur in zout water. Haal ze eruit en dep ze droog met keukenpapier. Fruit de ui en de knoflook in 2 eetlepels olijfolie tot de ui glazig is. Haal de knoflook eruit en voeg de tomatenblokjes en de tomatenpuree toe. Breng op smaak met de kruiden, het zout en de peper. Laat dit in 30 minuten inkoken. De dikte van de saus kun je bepalen door er water bij te doen. Verhit de olie in een pan en frituur de courgettes goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Verwarm de oven voor op 180 graden. Bedek de bodem van een ingevette ovenschaal met een laag tomatensaus. Leg er een laag courgetteplakken op en de helft van de mozzarella. Bedek dit met een laag tomatensaus en daarna met de rest van de courgettes en mozzarella. Zet de ovenschaal 20 tot 30 minuten in de oven. Eet smakelijk!
Cliëntenkrant Nr. 4, december 2009, een uitgave van RCO De Hoofdzaak